1 minute read

Leerdoelen en begrippen

Ga voor jezelf na of je de leerdoelen al hebt bereikt. Vink de leerdoelen die je hebt bereikt af en geef aan wat je gaat doen met de uitleg en opdrachten waarmee je nog moeite hebt.

p ARAGRAAF 10.2 CIRKELBANEN

Ik kan: Acties: de volgende begrippen beschrijven en toepassen: gravitatiekracht, zwaartekracht, eenparige cirkelbeweging, baanstraal, baansnelheid, omlooptijd, middelpuntzoekende kracht.

 schetsen hoe de baan van een vanaf grote hoogte boven het aardoppervlak in horizontale richting weggeschoten voorwerp afhangt van de snelheid waarmee het voorwerp wordt weggeschoten. uitleggen waarom voor het uitvoeren van een eenparige cirkelbeweging een nettokracht (de middelpuntzoekende kracht) nodig is die naar het middelpunt van de cirkel is gericht. berekeningen maken en redeneren met de formule voor de baansnelheid: v = ∆ berekeningen maken en redeneren met de formule voor de middelpuntzoekende kracht: F mpz = m v 2 r .

 beschrijven welke richting de baansnelheid heeft bij een eenparige cirkelbeweging.

In concrete situaties benoemen welke kracht als middelpuntzoekende kracht werkt.

p ARAGRAAF 10.3 GRAVITATIEKRACHT

Ik kan: de gravitatiekracht beschrijven als een wisselwerking tussen twee massa’s. beschrijven wat de eigenschappen zijn van de gravitatiekracht die twee voorwerpen op elkaar uitoefenen. uitleggen hoe de valversnelling aan een planeetoppervlak afhangt van de massa en de straal van de planeet. beschrijven waardoor planeten, manen en satellieten in cirkelbanen rond de zon of een planeet draaien. uitleggen hoe bij planeet-, maan- en satellietbanen de snelheid en de omlooptijd afhangen van de baanstraal. uitleggen wat de functie is van satellieten in een polaire baan en in een geostationaire baan. berekeningen maken en redeneren met de formule voor de gravitatiekracht: F g = G ∙ m M r 2 een formule afleiden voor de valversnelling aan een planeetoppervlak (uit F z = F g). een formule afleiden voor het verband tussen baansnelheid en baanstraal voor de cirkelbeweging van planeten, manen en satellieten (uit F mpz = F g).

Acties: de volgende begrippen beschrijven en toepassen: gravitatiekracht, wisselwerking (tussen twee massa’s), satelliet, polaire baan, geostationaire baan.

p ARAGRAAF 10.4 GRAVITATIE-ENERGIE

Ik kan: Acties: de volgende begrippen beschrijven en toepassen: gravitatie-energie, ontsnappingssnelheid. uitleggen hoe de gravitatie-energie afhangt van de arbeid van de gravitatiekracht, en waardoor de gravitatie-energie altijd negatief is. uitleggen hoe de ontsnappingssnelheid vanaf het oppervlak van een hemellichaam te berekenen is met de wet van behoud van energie, en hoe die ontsnappingssnelheid afhangt van de massa en de straal van het hemellichaam. berekeningen maken en redeneren met de formule voor de gravitatie-energie: E g = G m M r .

This article is from: