Deel 2 Orgaanstelsels
Adrenaline en noradrenaline zijn bijniermerghormonen.
sensoren (pH) en sensoren voor de zuurstofspan-
Adrenaline stimuleert zowel de hartactiviteit als vaso-
ning informeren deze centra. Via vegetatieve ze-
constrictie in de meeste arteriolen, behalve in die van de
nuwen wordt het hart geremd (N. vagus) of gesti-
skeletspieren en het hartspierweefsel, waar het juist va-
muleerd (nervi accelerantes).
sodilatatie bewerkstelligt. Toch is het netto-effect
Belangrijkste hormonen die invloed hebben op de
bloeddrukverhogend. Noradrenaline lijkt op adrenaline
bloeddruk zijn: antidiuretisch hormoon, aldosteron,
maar geeft ook in het spierweefsel vasoconstrictie,
renine, adrenaline, noradrenaline en histamine.
waardoor een nog sterkere bloeddrukstijging plaatsvindt.
Het vasomotorisch centrum reguleert de perifere
Histamine wordt geproduceerd door beschadigde weef-
weerstand van bloedvaten door vasoconstrictie/va-
selcellen. Histamine zorgt juist voor vasodilatatie van de
sodilatatie te bewerkstelligen.
arteriolen in het beschadigde gebied, waardoor de bloeddruk daalt.
WWW hypertensie
Neurale regulatie Neurale regulatie vindt plaats vanuit twee zenuwcentra
6.6
Bloed
van het centrale zenuwstelsel, het hartregulatiecentrum
Bloed is een vloeibaar weefsel. We rekenen bloed tot de
en het vasomotorisch centrum. De centra zijn functioneel
steunweefsels omdat het bestaat uit bloedcellen in een
nauw verbonden en liggen in de medulla oblongata
waterige vloeibare matrix, het bloedplasma.
(verlengde merg). Vanuit het hartregulatiecentrum wor-
De hoeveelheid bloed van de standaardmens van 70 kg
den impulsen via zenuwbanen van het vegetatieve ze-
bedraagt ongeveer 7,5% van zijn lichaamsgewicht. Dit
nuwstelsel naar de hartspier gestuurd.
komt neer op ruim 5 liter. Bloed is een roodgekleurde,
Het vasomotorisch centrum kan de perifere weerstand
enigszins stroperige vloeistof. In onstolbaar gemaakt
verhogen of verlagen, door respectievelijk vasoconstrictie
bloed dat een tijdje in een reageerbuis staat of gecen-
of vasodilatatie van de arteriolen te bewerkstelligen. Ook
trifugeerd wordt, zakken de zwaardere bloedcellen en
dit gebeurt via het vegetatieve zenuwstelsel (vegetatieve
bloedfragmenten naar beneden. Erboven bevindt zich
motoriek).
het bloedplasma, een heldere, lichtgele vloeistof. Onge-
Om de bloeddruk te kunnen reguleren ontvangen deze
veer 45% van het bloed bestaat uit de bloedcellen en
centra continu informatie over de bloeddruk, de zuur-
celfragmenten, de rest is bloedplasma.
graad (pH) en de zuurstofspanning van het bloed. Voor deze vegetatieve sensoriek zorgen barosensoren (bloeddrukreceptoren), chemosensoren en sensoren die de
!
6.6.1
Bloedcellen
zuurstofspanning waarnemen. Ze liggen in de wand van
In het bloedplasma zweven twee soorten bloedcellen
de aortaboog en van de halsslagaders.
rond: de erytrocyten (rode bloedcellen) die zuurstof ver-
Dus:
Het hartregulatiecentrum en het vasomotorisch
centrum in het verlengde merg be誰nvloeden de
hartactiviteit. Barosensoren (bloeddruk), chemo
voeren en de leukocyten (witte bloedcellen) die de af-
122
weer regelen. Tot de bloedcellen worden ook de trombocyten (bloedplaatjes) gerekend, hoewel hier geen sprake is van cellen. Trombocyten zijn uiterst kleine celfragmenten die een functie hebben bij de bloedstolling.