

DOOR CASPER VANDEPUTTE
“Like Beckett, it is nothing if it’s not funny.” Dat is een citaat waar regisseur Erik Whien vaak aan moet denken tijdens het repetitieproces van Verdriet is het ding met veren.
Het komt van de schrijver van dat boek, Max Porter, die het weer tegen zichzelf zei terwijl hij aan zijn verhaal schreef over een twee zoons en een vader in rouw.
“Die zin is voor mij heel raak, omdat het lucht blaast in de thema’s rouw en dood. Het is Max Porter totaal niet te doen om heilig of gesloten werk te maken. Zijn schrijfstijl is juist heel levendig en vrij. Dat maakt het boek geweldig.” Zegt Erik Whien “Ik ben niet bewust bezig met een meerluik of zoiets. Maar ik kan er niet omheen dat ik momenteel vaak uitkom bij thema’s die met de dood te maken hebben.”
Whien zit op veilige afstand naast Jacob Derwig aan tafel. We zijn een paar weken op weg in het repetitieproces. Eerst heel uitgebreid aan tafel, lezend, interpreterend en fantaserend, en ook al wat dagen op de speelvloer, zoekend naar hoe je een kraai speelt. Of een vader of een oudste zoon of een jongste zoon. Die nu eindelijk eens met elkaar praten over wat er allemaal is gebeurd, toen hun moeder en vrouw plotseling overleed en er niet veel later een kraai bij hen in huis trok. Want daar gaat Verdriet is het ding met veren over. Een weduwnaar, twee moederloze jongetjes en een kraai.
Can we work it out? We scream and shout till we work it out.
- UIT AFTERLIFE VAN ARCADE FIRE
“Het werk dat ik de afgelopen jaren in Rotterdam heb gemaakt, en dan vooral Find me a boring stone en Eindspel kwamen heel direct voort uit de rouw om mijn ouders, die kort na elkaar overleden. In dat jaar las ik een lovende recensie van Verdriet is het ding met veren. Ik voelde me er direct door aangetrokken en las het in een adem uit. Het is een heel belangrijk boek voor me geweest in die eerste jaren van zware rouw. Max Porter, de schrijver, is een ervaringsdeskundige. Dat voel je aan alles. Het is uiteraard een boek over pijn en gemis maar het zegt ook: rouw is iets dat je wilt meemaken.”
Maar dat boek laat zich niet zomaar naar een speelvloer brengen. Er zitten nauwelijks dialogen in, vooral heel veel verhalen, en dus die kraai. Erik opperde de mogelijkheid van een theaterbewerking aan vriend en collega Jacob Derwig. Samen maakten ze eerder al Who’s Afraid of Virgina Woolf? bij Toneelschuur Producties en bij Theater Rotterdam bewerkten ze Revolutionary Road naar het toneel. “Jacob heeft een antenne voor tekst, of iets speelbaar is of niet, en die is feilloos. Toen hij zei dat hij het wilde proberen wist ik dat het kon.”
“In het boek zitten tijdsprongen.” vult Jacob aan “De jongens en de vader worden ouder. Vooral aan de jongens merk je dat. Ze komen in de pubertijd, krijgen zelf kinderen. Wij kregen het idee om het verhaal door de vader en de jongens te laten vertellen jaren nadat het zich had afgespeeld, en de jongens al jonge volwassenen zijn. Zo kwamen we op het idee voor een voorstelling waarvan het uitgangspunt is dat een gezin na vele jaren eindelijk eens het gesprek durft aan te gaan over wat er destijds allemaal is gebeurd, toen mama plotseling overleed en er een ding met veren in huis kwam wonen.”
Dat ding met veren is de unieke kracht van het boek van Max Porter. Porter omschrijft zelf in interviews en lezingen hoe hij al heel lang wist dat hij een ongrijpbaar boek wilde schrijven over zijn eigen rouwproces, hij verloor zijn vader als kind. Al denkend en dolend door zijn eigen hoofd wist hij dat een van de personages een vader zou zijn, een andere stem zou die van twee broers zijn. Maar hij voelde aan alles dat er nog een derde bij moest. En op een dag, kijkend naar zijn achtertuin, ziet Porter een kraai in de boom zitten, en wist hij het.
En zo kwam er een hondsbrutaal, vervelend, hyperintelligent en zachtaardig wezen dit verhaal binnen. Kraai. Waarschijnlijk ontstaan door de obsessieve studie van de vader naar de gedichtencyclus Crow van de Engelse dichter Ted Hughes. Kraai bemoeit zich met de vader en de zoons zoals de Griekse Goden dat met stervelingen doen. Hij pest ze, helpt ze, geeft adviezen en brengt ze in de war. Geen realisme dus, zoals dat in de eerdere samenwerkingen van Whien en Derwig wel het geval was.
“We wisten allebei, we moeten een keer die kant op. En zien waar het ons brengt.” zegt Erik. “En het was een mooie uitdaging voor mij als acteur en bewerker.” zegt Jacob “In onze bewerking is kraai alweer vertrokken. Hij komt tot leven doordat de vader en de zoons hem naspelen. Daar is ontzettend veel in uit te zoeken, aan wie geef je welke teksten van Kraai. In onze bewerking komt kraai het huis binnen door de fantasie van de vader, maar nemen zijn zoons ook steeds meer kraaiengedrag over. In het boek volgen veel korte hoofdstukken elkaar op, begint het telkens opnieuw. Maar als speler ben ik ook op zoek naar hoe ik die losse scenes met elkaar kan verbinden. Waarom begint dat personage na deze scene met de volgende tekst? Dat is een mooie puzzel om te leggen.”
Het is even stil. Ik kijk in mijn aantekeningen of we alles besproken hebben wat inhoudelijk van meerwaarde kan zijn. Dan zegt Erik: “Max Porter is wel echt een held van me geworden. Het vuur waarmee hij vertelt, ook als je zijn
lezingen ziet op het internet. Zo’n boek over rouw zou ook loodzwaar kunnen zijn, maar bij hem sprankelt het dus. En er zit zoveel humor in.”
Dat zou je niet alleen over het werk van Max Porter kunnen zeggen, maar ook over het theater van Erik en Jacob. “Ik geloof er in dat je het publiek iets moet geven zom bij aan te haken, en dat zit hem niet in alleen zwaarte. Maar ook in lichtheid, helderheid, humor. Als je daar de verbinding maakt kan je vervolgens alle kanten op.”
“Die personages in Verdriet doen niks anders dan elkaar verhalen vertellen. Max Porter heeft dat ook. Hij wil alles kennen, gelezen hebben en weer doorvertellen. Wat dat betreft zijn we familie van elkaar.”
Verhalen redden je leven. En verhalen zíjn je leven. We zijn onze verhalen, verhalen die zowel de kunnengevangenis zijn als de koevoet om de traliedeur mee open te breken.’
- REBECCA SOLNIT
Beleef een wereld vol verrassende voorstellingen en inspirerende ontmoetingen. Door het vertellen van diverse verhalen brengen wij mensen, perspectieven en ideeën bij elkaar. Met ik ben door jou als motto, gaan we vol voor de verbinding. Wij creëren een plek waar we elkaar zien en horen. Een plek voor dromen en troost, schoonheid en verrijking. Samen vieren en proberen we, worden we geraakt en aan het denken gezet. En terwijl we dat doen, komen we tot leven.
ONZE MAKERSCOMMUNITY
Vanaf 2025 vormen Alida Dors, Dalton Jansen, Erik Whien, Grande Loge, Khadija El Kharraz Alami, Mathieu Wijdeven, Nastaran Razawi Khorasani, Romana Vrede en Wunderbaum het artistieke van Theater Rotterdam (TR). Zij maken non–conformistisch, vaak interdisciplinair theater, waarin de huidige tijd voelbaar is. Samen beslaan ze de volle breedte van de podiumkunsten: van teksttheater tot dans, van fysiek theater en performance tot storytelling en community art. Bewust kiezen wij voor perspectieven, stijlen en vormtalen die lang onderbelicht bleven. Vanuit de visie en het vakmanschap van de makers geven wij steeds opnieuw antwoord op de vraag wat theater kan zijn in de huidige tijd en hoe we ons publiek daarbij kunnen betrekken.
Het tekstboekje met de toneelbewerking van Verdriet is het ding met veren is te koop via theaterboekhandel.nl