Interview Julien Clerc, february 2015

Page 1

8

EN ROU TE

9

INTERVIE W

EN ROU TE

Julien Clerc:

‘Ik heb de diepgewortelde gewoonte om ballads te schrijven’ IN DE JAREN ZEVENTIG

NOEMDEN ZIJN FANS HEM

LIEFKOZEND ‘JUJU’. POPUL AIR

IS JULIEN CLERC NOG STEEDS. NIET

VOOR NIETS SPEELDE HIJ VORIG JA AR

TIJDENS ZIJN TOUR VOOR VOLLE Z ALEN,

ÓÓK IN NEDERL AND. EEN GESPREK MET EEN

‘NOSTALGISCHE ROMANTICUS’. TEKST: TESS VAN DER ZWET


10

EN ROU TE

D 11

INTERVIE W

EN ROU TE

‘Bij muziek is emotie de baas’

DE MEISJES EN VROUWEN VIELEN BIJ BOSJES VOOR ZIJN

stem en donkere krullen: Julien Clerc. Hij liet voor het eerst van zich horen in 1968, maar werd pas écht bekend met zijn rol in de Franse musicalversie van Hair, twee jaar later. Hits als Ce n’est rien, This Melody en Si on chantait volgden en maakten van hem een muzikale held die door zijn fans liefkozend ‘JuJu’ werd genoemd. Populair is hij nog steeds, getuige de volle zalen die hij september jongstleden trok tijdens zijn tour, die hem ook naar Nederland bracht. ‘Wat kunnen jullie Nederlanders warm zijn,’ roept hij uit als ik hem spreek.

Band met Nederland Julien Clerc wordt geboren als Paul LeClerc in Parijs, op 4 oktober 1947. Al op vroege leeftijd maakt hij kennis met muziek en zijn leven verandert naar eigen zeggen wanneer hij The Beatles voor het eerst I Want To Hold Your Hand hoort spelen. Hij doet mee met de dan heersende traditie en verandert zijn naam in Julien Clerc; eerder bedachte namen als Paul le Rock en Joe LeClerc lijken hem te pretentieus. Zo’n 45 jaar, twintig studio-albums, waarvan vijf goud, en meerdere live-albums en compilaties later, is diezelfde Julien Clerc een wereldster van formaat. Ik spreek de zanger aan de vooravond van de reeks Nederlandse shows. Het is nogal een contrast: de gehaaste manager, die tot driemaal belt om de afgesproken tijd te checken en uiteindelijk vraagt of het ook wat later kan, in vergelijking met het beheerste voorkomen van Julien. Zodra ik hem vraag of hij

uitkijkt naar zijn vier concerten in les Pays-Bas, antwoordt hij uitgelaten. Zijn band met Nederland is al jaren oud. Hij komt hier graag, voelt zich hier thuis. ‘Nederlanders hebben me altijd met open armen ontvangen. Regelmatig duiken er chansons in mijn repertoire op die hier veel minder bekend zijn dan in Frankrijk, maar jullie blijven enthousiast en zingen mee waar jullie kunnen. Nee, het is niet om een wit voetje te halen of om te slijmen. Ik voel me echt altijd welkom bij jullie.’ Emoties oproepen Hij praat het liefst over zijn muziek, over de totstandkoming ervan en zijn passie en bewondering voor die van anderen. Van taalbarrières wil hij niets weten. ‘In mijn tienerjaren luisterde ik voornamelijk naar Engelstalige muziek. Ik begreep er nog geen woord van, maar dat weerhield me er niet van het op repeat te zetten en fonetisch mee te zingen. Precies begrijpen waar het over gaat is dan toch ondergeschikt aan de emotie die muziek oproept. Ik geloof dat er tijdens mijn optredens in het buitenland ook altijd een verdeling is tussen luisteraars die het Frans goed beheersen en zij die er geen woord van verstaan. En dan zijn er natuurlijk ook mensen die naar mijn muziek luisteren zoals ik nu naar mijn Engelse favorieten luister. Ik begrijp het beter dan voorheen, maar versta het nog niet altijd helemaal. Dat is niet erg. De muziek doet de rest van het werk. Begrijp me niet verkeerd, tekst is ontzettend belangrijk, maar allereerst komt emotie, dan pas tekstbegrip.’

H E T C H A N S O N VA N C L E R C K E N T G E E N T I J D

Op 23 september 2015 speelde JuJu live in TivoliVredenburg, Utrecht. Tess van der Zwet was erbij en zag hoe de Fransman het publiek nog altijd om zijn vinger weet te winden. ‘Het is een woensdag, maar bij de ingang van TivoliVredenburg lijkt het alsof het al weekend is. Bij de ticketcontrole staat een rij van publiek in de leeftijdsklasse van vijftig tot pakweg tachtig jaar oud. Geen enkele jongere te bekennen? Oh jawel, ze zijn er: de kinderen van de ouders

die Julien Clerc als onderdeel van de opvoeding zagen. Zij die op vakantie naar Frankrijk meezongen met het bandje waar This Melody op stond. Zij die de zwarte hoes van No. 7 nog altijd herkennen in de platenwinkels. Maar, toegeven: de jongere generatie is vanavond zwaar ondervertegenwoordigd. De zaal stroomt langzaam vol bij voorprogramma Lando. De van origine Congolese zanger kan de aandacht van het binnenkomende publiek maar moeilijk vasthouden. Wanneer het hoofdprogramma wordt aangekondigd, horen we zuchten van spanning door de zaal gaan. Zodra Julien Clerc op komt, beginnen de zes vrouwen naast me te joelen. C’est clair, Julien heeft nog altijd sexappeal van jewelste. Julien kruipt deze avond zelf meerdere malen achter de piano en laat zich bijstaan door een steengoede muzikant, die hem er eigenlijk vierkant uitspeelt. Dat hij het beste van het beste in huis heeft gehaald en daar muzikaal niet aan kan tippen, lijkt Julien te weten en absoluut niet te

deren. De grote klappers komen langs, natuurlijk, en worden luidkeels en al dan niet fonetisch meegezongen. Heel veel plaats voor werk van zijn nieuwe plaat is er niet, ruimte voor klassiekers wél. Zo hoor ik onder meer Je sais que c’est elle en Femmes je vous aime, waarbij een peloton vrouwen uit de stoel schiet om de verraste zanger ietwat onbeholpen een bos bloemen te geven. Ook het gedateerde Lilli voulait aller dancer en de broze ballade Fou, peutêtre van zijn gelijknamige album uit 2011 komen voorbij. Niet alles is spatzuiver, maar wat wil je? Julien staat er nog steeds en zijn snik is door de jaren heen alleen maar eerlijker en oprechter geworden. Hij spreekt het publiek charmant toe in het Frans en glimlacht de kuiltjes in zijn wangen bloot. Het publiek klapt van begin tot eind mee. Niets dan bewondering voor deze man, die met zijn voorkomen, performance én show, hoewel eenvoudig opgebouwd, niets dan bewondering weet op te wekken. Het chanson van Clerc kent geen tijd.’


12

EN ROU TE

‘Het Franse chanson heeft niet zozeer een traditie van melodie, meer een van poëzie’ Schrijfproces Hoe belangrijk tekst precies is, wordt duidelijk wanneer Julien zijn schrijfproces uitlegt. Hij is dan wel het melodische brein; het schrijven van teksten laat hij over aan anderen. Zo was Étienne Roda-Gil jarenlang zijn vaste compagnon en kwam het bekende Fais-moi une place van de hand van Françoise Hardy. Op zijn meest recente album Partout la musique vient (2015) staan bijdragen van onder anderen Maxime Le Forestier en Carla Bruni. ‘Het team van tekstschrijvers dat ik om mij heen verzameld heb, is cruciaal voor mij en mijn muziek. Ik zal nooit mijn zin doordrijven. Ik sta in dienst van de tekst en niet andersom. Het Franse chanson heeft niet zozeer een traditie van melodie, meer een van poëzie. Zoals Aznavour ooit zei in een interview: “De Engelstaligen geven meer om de muziek. Het Franse lied hecht meer waarde aan woorden.” Ik ben het daar niet helemaal mee eens, zoals ik eerder zei: de emotie is de baas. Maar in Frankrijk kom je nu eenmaal niet weg met simpele rijmelarij. Ik zoek nu tekstschrijvers uit waar ik een goed gevoel bij heb. Vroeger ging dat nog weleens anders, kreeg ik in interviews de een na de andere vraag naar mijn hoofd geslingerd over de inhoud en context van de woorden die ik wel zelf zong, maar niet geschreven had. Zit je daar met een bek vol tanden.’ Nostalgische romanticus Ook op de nieuwe cd staan opvallend veel uptempo nummers en zijn bekendste chansons, waaronder Ce n’est rien, Elle voulait qu’on l’appelle Venise en Melissa, lijken ondanks de soms zware onderwerpen toch altijd een zekere opgewektheid te bevatten. Op de vraag of dit een kenmerk van zijn geluid is, reageert Julien resoluut: ‘Ik vind het juist ontzettend moeilijk om luchtige, uptempo nummers maken. Blijkbaar rust er een nostalgische romanticus in me, die een diepgewortelde gewoonte heeft om ballades te schrijven. Ik speel wat er instinctief in me opkomt en weet na al die jaren ook nog steeds niet precies hoe dat in zijn werk gaat. Ik probeer mezelf altijd uit te dagen door 50 procent van de muziek vanuit de tekst te componeren en de andere helft in muziek aan mijn tekstschrijvers te geven. Dat is spannend, want soms gebeurt er iets heel anders met mijn muziek dan ik zelf in gedachten had. En het gebeurt ook regelmatig dat ik flink moet schrappen of inkorten. Ach, dat is dan weer goed voor mijn ego.’ Samenwerking met metalproducer Partout la musique vient werd opgenomen in de studio bij producer Jimmy Hogarth. Wacht even ... dé Jimmy Hogarth die samenwerkte met onder andere Ozzy Osbournes Black Sabbath en de

13

INTERVIE W

EN ROU TE

Britse triphopband Massive Attack? Julien legt uit: ‘Ik kende Hogarths werk, waaronder zijn platen met Suzanne Vega, en vond zijn manier van produceren altijd al indrukwekkend. Hij durft risico’s te nemen en heeft platen geproduceerd die mijlenver afstaan van mijn muziek. Het leek me geweldig uitdagend om mijn muziek aan hem toe te vertrouwen. Bovendien was het interessant om de studio in te duiken met iemand die nog nooit van mij of mijn muziek gehoord had en volledig onbevooroordeeld naar mijn werk zou luisteren om er vervolgens een eigen draai aan te geven. In Frankrijk zou dat niet kunnen. Ik besta daar al behoorlijk lang, het is onmogelijk om daar een producer te vinden die nog nooit van mij gehoord heeft. Hij kan het niks vinden, ik hoef niet in zijn kast te staan, maar hij heeft er wel een idee van hoe ik klink. Hogarth kende me vaag. Hij had mijn naam weleens in de wandelgangen gehoord. C’est tout. Ik liep bij onze eerste ontmoeting zijn studio in Londen binnen, gaf hem een hand en zei: “Bonjour, ik kom voor de auditie.” Daar kun je om lachen, maar zo voelde het voor mij. Immers, als de muziek hem niets zou doen, had hij gemakkelijk kunnen bedanken. Hij heeft genoeg te doen.’ Het ‘gevaar’ van werken met een producer die nog nooit van Julien Clerc gehoord had: het was voor de zanger de ultieme proef om erachter te komen of zijn muziek niet in het verleden was blijven hangen. Maar Hogarth bleek het ook uitdagend te vinden om samen te werken. ‘Ik ben ontzettend blij met het geluid op deze plaat. Het klinkt als een andere versie van mezelf.’ Briljante Stromae Dat Julien het grote publiek niet meer zo kan boeien als vroeger, vindt hij geen probleem. Sterker nog: met plezier geeft hij het stokje over aan de jongere generatie muzikanten. ‘Volgens mij gaat het goed met de hedendaagse Franstalige muziek. Neem nu Stromae: absoluut briljant, j’adore, j’adore, j’adore! Zijn werk is volledig van deze tijd, maar de geest van het traditionele chanson zit nog altijd verborgen in zijn krachtige songteksten. Hij moet een slimme jongeman zijn. Hij heeft een duidelijk beeld van wie hij is en hoe hij over wil komen op zijn publiek. Zijn imago is voor hem waarschijnlijk net zo belangrijk als zijn muziek. Hij heeft alles perfect onder controle. Dat is logisch, de nieuwe generatie is veel meer vertrouwd met de invloed van media. Ze spelen ermee; in mijn geval spelen de media nog altijd een beetje met mij. Voor een camera staan jaagt me na al die tijd nog steeds angst aan. Ik kijk met trots naar de nieuwe garde artiesten, maar ik ben blij dat ik ben waar ik nu sta, blij dat ik niet hoef na te denken over een uitgekiende imagostrategie, blij dat ik ‘gewoon’ mijn muziek mag blijven schrijven en voor de mensen mag zingen. En blij dat dát voor hen genoeg is.’ EN ROUTE

VIJF CLERC-KLASSIEKERS

1

Si on chantait (1972): een onschuldig liefdesliedje dat pas twee jaar na de release wordt opgepikt en meegenomen in de hitlijsten. De Nederlandse Conny Vandenbos neemt het nummer op in het Nederlands en het Duits.

2

Ce n’est rien (1974): de eerste grote hit die Julien Clerc buiten de landsgrenzen scoort na zijn Hairavontuur. Het publiek gaat voor de bijl, maar de critici zijn sceptisch: is dit een lucky shot van een eendagsvlieg?

3

This Melody (1975): Juliens definitieve doorbraak in Nederland, wanneer hij het nummer bij het eerste televisieprogramma van de Veronica Omroep Organisatie ten gehore brengt. Het Nederlandstalige, door Jan Rot vertaalde Eén Melodie werd door Rob de Nijs en Julien Clerc in duetvorm opgenomen.

4

Elle voulait qu’on l’appelle Venise (1976): een nummer dat in Nederland haast meer bekendheid geniet dan in thuisland Frankrijk, afkomstig van de zwarte LP no. 7.

5

Mélissa (1984): alliteraties, assonanties en een vunzige jaren tachtig sound. Ook toen ging Julien al met zijn tijd mee.


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.