Mechatronica&Machinebouw 7 | 18 december 2020 | Tech eye on 2020

Page 1

18/12/2020 - 12/02/2021

7

Focus op geheugenproductie Ultrakorte laserpulsen leiden Alsi naar nieuwe markten

Vermogenselektronica op zijn scherpst Kleinste lekstroompje kan al funest zijn voor ASML

STEINBUCH EN PAHNKE STORTEN ZICH VOL OP EINDHOVEN ENGINE


More drive. ACOPOS P3. www.br-automation.com/ACOPOSP3

More speed 3-axis servo drive with 50 Âľs sampling time

More intelligence Safe Motion up to SIL3 / PL e / Cat.4

More precision Virtual sensors for more precise control

More power Highest power density in its class


COLUMN REDACTIONEEL

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

Huis-tuin-enkeukenhackers

D

at 2020 een bizar jaar is geweest, is tegelijkertijd een cliché en een understatement. Een van de vele gevolgen van de pandemie is dat we dit jaar veel hebben thuisgewerkt. Naast de plezierige effecten (minder files) en de nadelige gevolgen (minder sociale contacten) zit er ook een gevaarlijke kant aan het vele thuiswerken. We loggen namelijk op afstand in op ons kantoornetwerk. En daarmee introduceren we ineens heel veel meer nieuwe ingangen voor hackers. Via jouw vpn – sowieso al niet de meest veilige verbinding – of via de cloud kunnen zij zichzelf toegang verschaffen tot het it-netwerk op kantoor, met alle kwalijke gevolgen van dien. En dat is niet eens het ergste dat er kan gebeuren. Iedereen heeft de mond vol van Smart Industry. Onderdeel van die push naar digitalisering is een vergaande integratie van it en ot, van kantoorautomatisering en de operational technology op de fabrieksvloer. De risico’s en de consequenties zijn op dat niveau van een heel andere orde. Je hebt het dan niet meer over een vervelende financiële strop en een knauw voor je imago, maar over fysieke schade voor je collega’s, mogelijk zelfs met dodelijke afloop. Dat ot-netwerk staat toch al onder druk. Door corona worden (of werden) veel fabrieken en installaties in 2020 op afstand bestuurd. Tot maart van dit jaar liepen er nog gewoon operators rond die de machines ter plekke bedienden. Plantmanagers hadden toen de luxe om hun site af te sluiten van de buitenwereld. Nu kunnen ze echter niet zonder die voorheen vervloekte ethernetkabel. Remote access maakt de maakindustrie heel kwetsbaar. Denk vooral niet dat hackers geen interesse hebben in de industrie. Historisch gezien waren ot-omgevingen lange tijd inderdaad minder aantrekkelijk voor kwaadwillenden dan de mainstream it-wereld. De afgelopen tien jaar is al een duidelijke kentering zichtbaar. En volgens een rapport van Applied Risk, een Amsterdamse specialist in industriële beveiliging, is er zeker de afgelopen twaalf maanden vanuit de hackerswereld juist extra veel aandacht voor industriële partijen, van de olie- en gasindustrie, tot maakbedrijven en energiecentrales. Er is een enorme stijging in het aantal cyberaanvallen; hackers maken van de coronachaos gebruik om zich in allerlei netwerken te nestelen.

Alexander Pil is hoofdredacteur van Mechatronica&Machinebouw

Overigens kun jijzelf de zwakste schakel zijn. Via phishing of social engineering proberen hackers misbruik te maken van je honger naar coronanieuws. Natuurlijk proberen we allemaal waakzaam te zijn, maar als je in een onbewaakt ogenblik toch net de verkeerde mailbijlage opent, heeft zo’n cybercrimineel de mogelijkheid om de volledige controle over jouw machines over te nemen. De kans is groot dat je dat niet eens gelijk zult merken. Zodra ze binnen zijn, nemen ze vaak rustig de tijd om het netwerk en de infrastructuur te onderzoeken en hun aanval goed te plannen. Er kan wel maanden overheen gaan. Hoe slim en oplettend je zelf wellicht ook bent, cyberbeveiliging is een teamsport. Jij hebt wellicht keurig alles dichtgetimmerd en gebarricadeerd, maar zijn al je collega’s even scherp als het gaat om internetveiligheid? Sterker nog, vertrouw je erop dat ook toeleveranciers alle ramen en deuren gesloten houden? Voor service en onderhoud hebben die immers ook toegang tot voor jou kritieke netwerken. Of zoals Jalal Bouhdada van Applied Risk het omschrijft: ‘Je hoeft niet het doelwit te zijn om toch slachtoffer te worden.’ Bedenk dat een cybercrimineel slechts één achterdeurtje nodig heeft om alles in het honderd te laten lopen. Natuurlijk, er zijn volwassen organisaties, zowel groot als klein, die hun huiswerk hebben gedaan. Alle end point devices, ook de laptop op je keukentafel, krijgen vanuit de it-afdeling regels opgelegd: alle patches worden geïmplementeerd, de antivirussoftware is geüpdatet, et cetera. Als er iets niet in de haak is, wordt dat gelijk gedetecteerd en opgepakt. Maar helaas hebben lang niet alle bedrijven hun zaakjes op orde. Daar worden sommige devices niet eens gecheckt. Soms zijn ze zich nog wel bewust van de gevaren, maar geven ze het geen hoge prioriteit. Ze wachten tot het kalf verdronken is. Of jouw bedrijf nou bij de eerste of de tweede groep hoort, het blijft een inhaalspel, een race tussen de securityspecialisten in jouw organisatie en de hackers in de boze buitenwereld. Dus wees altijd proactief. Breng in kaart welke systemen er in de organisatie zijn, en hou dat overzicht up to date. Overal waar een verbinding met internet is, moet je extra alert zijn. Zorg voor goede communicatie en maak alle thuiswerkers bewust van de gevaren; iedereen heeft ook een eigen verantwoordelijk voor de beveiliging van zijn thuisnetwerk.

Remote access maakt de maakindustrie heel kwetsbaar

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 7

3


Nieuw design. Nieuwe toepassingen. Ontdek het nieuwe Festo.nl


9 Nieuws

Ultrakorte laserpulsen wijzen Alsi weg naar nieuwe markten

INHOUD OPINIE

3 Huis-tuin-en-keukenhackers – Alexander Pil 23 Robotisering gaat na de coronacrisis sky-high – Heico Sandee 27 Aanhoudende onzekerheid zorgt voor lagere industrieomzet – David Kemps

ASM PT-dochter Alsi heeft een nieuwe technologie gelanceerd waarmee het een gooi denkt te kunnen doen naar de massamarkt voor geheugens.

NIEUWS

12

INTERVIEW MET PIETER NUIJ

Thema

Powerkoppel stort zich volledig op Eindhoven Engine

Het High Tech Systems Center wordt ingevlochten in ai-researchinstituut Eaisi. Boegbeelden Katja Pahnke en Maarten Steinbuch dragen het stokje over.

20 Thema

Het gespleten jaar van Hittech

2020 was een jaar met twee gezichten voor Hittech. Tegenover de drukte bij Nederlandse bedrijven stond de malheur bij de Duitse vestiging.

7

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

6 7

Kort nieuws ASML’s euv-technologie moet nog een paar jaar rijpen 8 Ultrakorte laserpulsen wijzen Alsi weg naar nieuwe markten 41 Productnieuws

10 Experimentele validatie vraagt vakmanschap

THEMA FOCUS OP 2021

12 Powerkoppel stort zich volledig op Eindhoven Engine 18 ‘In Nederland hebben we het lef om door te pakken’ 20 Het gespleten jaar van Hittech 24 Hoe kun je online werken optimaal gebruiken? 26 ‘Tel je zegeningen’

ACHTERGROND OVER SIMULATIE 28 Vermogenselektronica op het scherpst van de snede

ACHTERGROND OVER TESTEN EN METEN 30 Mechatronicakennis in baggerindustrie toegepast

ACHTERGROND OVER COBOTICA 32 De cobot als modern werkdier

ACHTERGROND OVER INDUSTRIËLE AUTOMATISERING

35 Domme fabrieken bestaan echt – ondanks mechatronica 36 Iot- en pc-gebaseerde besturing om productie- en machinedata te benutten

INTERVIEW MET PETER HEUBERGER EN RISKE MEIJER 43 Eindhovense pdeng-opleidingen voor systeemengineers van morgen


+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

NIEUWS

Wintermans neemt roer over bij Additive Industries

Nearfield vindt partners voor industrialisatiefase

Additive Industries heeft de ontwikkeling aangekondigd van zijn nieuwe vlaggenschip, de Metalfab-600. Het bedrijf verwacht het nieuwe model eind 2021 te kunnen presenteren. Gezien het belang van dit project en andere projecten op de ontwikkelroadmap van het Eindhovense bedrijf zal waarnemend ceo Mark Vaes zijn rol als cto hervatten en het ontwikkelteam van de Metalfab-600 aansturen. Jonas Wintermans, medeoprichter van het bedrijf, neemt Vaes’ ceo-taken tijdelijk over. Wintermans: ‘Op dit moment is het voor Additive Industries cruciaal om te ontwikkelen en te innoveren. Het Metalfab-600-project is zeer relevant voor onze klanten en daarom belangrijk voor ons. Een groter bouwvolume opent deuren naar meer toepassingen en meer productiviteit. Grotere bouwtaken betekenen ook een behoefte aan een hoger laservermogen en maximale robuustheid, omdat gebruikers willen dat hun onderdelen de eindstreep halen bij het printen van meerdaagse objecten.’ Ter ondersteuning van de groei- en ontwikkelambities van Additive Industries heeft Highlands Beheer, de investeringsmaatschappij van de familie Wintermans, in 2020 in totaal 33 miljoen dollar (28 miljoen euro) in het bedrijf geïnvesteerd.

Metrologiebedrijf Nearfield Instruments heeft twee partnerovereenkomsten getekend om delen van zijn machine te leveren en te value-engineeren. Voor een aantal kritieke mechatronische modules gaat het Rotterdamse bedrijf in zee met Aalberts-onderdeel Integrated Dynamics Engineering

(IDE). Samen gaan ze het metrologiesysteem van Nearfield klaarstomen voor serieproductie. IDE gaat de onderdelen ontwikkelen, industrialiseren en produceren. Voor kritieke elektronische modules in Nearfields Quadra-productlijn hebben de Rotterdammers de handen ineengeslagen met Technolution Advance, dat ook al nauw betrokken was bij de oorspronkelijke ontwikkeling van het metrologiesysteem.

Onze innovaties vormen de toekomst In een wereld zonder raketten, had de mens nooit voet gezet op de maan. Zonder microscoop, hadden we van DNA nog nooit gehoord. Aan elke mijlpaal gaat een ontdekking vooraf. Maar complexe technieken ontstaan niet zomaar. Ze zijn het resultaat van een samenspel tussen kennis, techniek en creativiteit. Juist op dit snijvlak opereren wij. NTS is gespecialiseerd in het ontwikkelen, maken en assembleren van (opto)-mechatronische systemen, mechanische modules en kritische componenten. Onze expertises? Precisie en wendbaarheid. Waar kom je jouw werk straks tegen? In de modernste technologieën! Je smartphone opent met gezichtsherkenning, precies zo’n snufje waaraan jij hebt meegewerkt. Op je telefoon lees je over nieuwe innovaties in de gezondheidszorg, weer een veld waarin jij opereert.

Onze (opto-)mechatronische systemen en mechanische modules dragen bij aan toekomstige technologieën

Werk jij mee aan de mijlpaal van morgen?

nts-group.nl/careers

6

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 7


+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

A N A LY S E

ASML’s euv-technologie moet nog een paar jaar rijpen Ondanks dat er nu in groten getale chips mee worden geproduceerd, heeft euv-lithografie nog een lange weg te gaan. Het duurt misschien nog wel drie jaar voordat de technologie hetzelfde volwassenheidsniveau bereikt als duv. Paul van Gerven

Productiviteit

Dit motto gold een jaar geleden, en geldt nog steeds. ‘Geef ons meer euv-wafers’, is wat klanten consequent blijven vragen, aldus Wennink. Uiteindelijk zouden chipmakers graag zien dat de karakteristieken van euv-systemen overeenkomen met die van hun veel volwassenere duv-tegenhangers, terwijl ze hun superieure beeldvormingscapaciteiten uiteraard behouden.

Foto: ASML

T

oen TSMC vorig jaar euv-lithografie introduceerde voor de productie van halfgeleiders op grote schaal, deed het dat voorzichtig. Om het gebruik van multipatterning te verminderen, bevatte het zogeheten N7+-proces maximaal vier lagen met euv-patronen. Voor zijn opvolger, het N5-knooppunt, loopt dat aantal op tot maximaal veertien lagen. Halverwege 2022, wanneer de productie van het 3 nm-knooppunt (N3) volledig operationeel is, zullen meer dan twintig lagen per chip worden geprint met een euv-scanner, vertelde ASML-topman Peter Wennink onlangs aan investeerders (zonder TSMC specifiek te noemen). Hoe gaat TSMC al die lagen drukken? Nou, één optie is om veel machines te installeren. De Taiwanese foundry zegt nu al dat het de helft van alle euv-tools ter wereld in gebruik heeft en volgens Digitimes heeft het bedrijf net een order geplaatst voor nog eens dertien machines. Omdat vloeroppervlak in chipfabrieken extreem duur is, geven TSMC en andere toonaangevende chipbakkers er de voorkeur aan om zo min mogelijk euv-scanners te installeren. Ze kopen liever machines die meer wafers per uur, dag of week produceren.

Om een voorbeeld te geven: ASML heeft onlangs een nieuw model gelanceerd, de Twinscan NXE:3600D, dat de productiviteit met 18 procent verhoogt tot maximaal 160 wafers per uur. Volgens Dassen stellen deze en andere verbeteringen ASML in staat de verkoopprijs van de tool met 10 tot 15 procent te verhogen.

Kansen

ASML zou graag aan die wensen tegemoetkomen, maar zoals bij elke technologietransitie kost dit tijd. ‘De hele branche beweegt mee in die groei en zal de komende een of twee jaar blijven doorgroeien voordat we echt op de volwassenheidsniveaus zitten die we bij duv zagen’, aldus Wennink. Volgens een andere statistiek kan het wat langer duren. In een video-interview op de website van ASML zegt cfo Roger Dassen dat de brutomarge van euv over twee tot drie jaar die van duv zal benaderen. De brutomarge is een goede indicator van de volwassenheid, want zodra ASML’s euv-activiteiten even winstgevend zijn als de duv-activiteiten kun je redelijkerwijs stellen dat euv volwassenheid heeft bereikt. Tot nu toe betekende de lagere productiviteit van euv-scanners dat ASML genoegen moest nemen met lagere brutomarges dan het gewend is bij andere productlijnen. Elke keer dat een nieuw model wordt gelanceerd, creeert het echter meer toegevoegde waarde voor klanten, waardoor de winstgevendheid van de euv-activiteit toeneemt (ervan uitgaande dat de kosten onder controle worden gehouden).

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 7

Het is echter duidelijk dat er nog een lange weg te gaan is voordat euv-scanners meer dan 275 wafers per uur uitspugen, zoals hun duv-tegenhangers. Hetzelfde geldt voor uptime. Terwijl duv-tools zonder moeite 98 of 99 procent van de tijd operationeel zijn, schommelt de gemiddelde uptime van euv momenteel rond de 90 procent. Stapsgewijze verbeteringen in het systeemontwerp zullen helpen om zowel de doorvoer als de uptime te verbeteren. Zo heeft ASML het afgelopen jaar een versnelling doorgevoerd in het verwisselen van de collector (de spiegel in de euv-lichtbron die regelmatig moet worden schoongemaakt) en het hervullen van het tinreservoir (tindruppeltjes worden ‘geplasmatiseerd’ om euv-licht te produceren). En binnenkort verwacht het een nieuwe generatie pellicles te introduceren die minder van het kostbare euv-licht absorberen, waardoor de doorvoer wordt verhoogd voor chipmakers die deze maskerbeschermende membranen gebruiken. Bovendien is het een leerproces, voor zowel ASML als de industrie, benadrukt Wennink. Hoe langer euv-systemen in het veld actief zijn, hoe meer mogelijkheden zich aandienen om hun engineering en gebruik te optimaliseren.

7


+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

NIEUWS

Door de pulsbreedte van zijn laser te verkleinen tot minder dan een picoseconde voldoet Alsi aan de verhoogde eisen aan het groovingproces.

Ultrakorte laserpulsen wijzen Alsi weg naar nieuwe markten Zes jaar is Alsi inmiddels onderdeel van de ASM PT-groep. Zo’n kapitaalkrachtige moeder geeft de Beuningse machinebouwer veel meer budget om te ontwikkelen en te innoveren. Recentelijk lanceerde het een nieuwe technologie waarmee het zelfs een gooi denkt te kunnen doen naar de massamarkt voor geheugens. Alexander Pil

E

en paar maanden geleden, net voor de tweede golf zich aandiende, postte Kees-Jan Leliveld, directeur van ASM Laser Separation International (Alsi), vol trots een foto op Linkedin. Het beeld toonde het engineeringteam van het Beuningse bedrijf dat poseerde voor een nieuw afgeleverde machine voor een Zuid-Koreaanse klant. Op zich weinig bijzonders, ware het niet dat het een nieuwe technologie betreft, waarmee Alsi de komende jaren hoge ogen hoopt te gooien. Zoals veel machines van Alsi is ook dit Laser1205-systeem gericht op grooving. Dat is een proces in de chipproductie waarbij je de brosse toplaag van een versgebakken wafer af haalt, waarna de aparte dies kunnen worden losgezaagd. Een paar jaar geleden liep Alsi vertraging op bij de ontwikkeling van zijn 300 mm-groovingplatform,

8

waardoor het te laat was met zijn oplossing voor de massavolumemarkt. Bij de grotere spelers steekt concurrent Disco de Beuningers vaak de loef af. Met zijn goede engineeringcapaciteiten kan Alsi echter genoeg nichemarkten veroveren. ‘De klassieke methode voor grooving is gebaseerd op een laser met pulsen in de orde van nanosecondes’, weet Leliveld. ‘Klanten hebben nu behoefte aan een groove met een kleine burr. Dat is de braam die ontstaat aan de rand van de groove. Als die te groot is, ontstaan er problemen bij de verdere packaging van de chip en kan er bijvoorbeeld kortsluiting optreden. Ook moeten de wanden van de groove steiler en de bodem gladder, zodat het zaagblad er netter doorheen kan.’ Om aan die verhoogde eisen van het groovingproces te voldoen, heeft Alsi zijn laserspecialisten aan de slag gezet.

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 7

Zij zijn erin geslaagd om de pulsbreedte terug te brengen tot minder dan een picoseconde. ‘We hebben daarvoor een leercurve moeten doormaken’, vertelt Leliveld. ‘Welke golflengte gebruiken we: infrarood, groen, uv? Dat vereist veel afstemming met de weinige laserleveranciers die er voor dit segment zijn. Daarna komt het spel van de integratie, zoals de aanpassing van de optische lijn aan het nieuwe type laser. Ten slotte moet je het proces ontwikkelen. Dat is ons vak; dat we van een enkele laserbundel een spotpatroon kunnen maken waarmee we een geoptimaliseerd proces kunnen realiseren. Het is gelukt en daar zijn we best trots op. Disco heeft ook meerdere pogingen gedaan, maar het is ze niet gelukt om een beter proces te krijgen.’ Er is Alsi veel aan gelegen met deze ultra-short puls-laser het referentieproces neer te zetten. Dat lijkt de goede kant


Geheugenmakers hebben nood aan nieuwe technologie om dies los te snijden. Alsi is een van de minder dan een handvol aanbieders met een alternatief.

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

op te gaan in de markt voor micro-logic-chips (zoals cpu’s en drivers). Leliveld ziet ook mogelijkheden in de megamarkt voor geheugens. ‘Geheugendies worden steeds complexer en bestaan uit steeds meer lagen. De traditionele methode voor separatie begint stilaan een probleem te vormen omdat er veel bros low-k-materiaal in die chips zit.’ Dat kan worden opgelost door een processtap aan de productie toe te voegen waarvoor een short puls-laser nodig is. ‘Daar kunnen onze systemen een meerwaarde leveren. Dat is helemaal nieuw voor ons, maar de markt beweegt naar ons toe. Wij zijn op dit moment een van de minder dan een handvol aanbieders met een alternatief.’ Dat de nood hoog is, maakt Leliveld op uit het feit dat geheugenmakers zonder mitsen en maren hun samples opsturen. ‘We doen veel samplingwerk, schrijven een rapport en krijgen razendsnel feedback. Zouden ze dat niet doen, dan was het probleem niet urgent genoeg.’ Ook met deze technologie moet Alsi het weer opnemen tegen Disco. ‘Het is een pittige strijd die zeker nog niet gestreden is.’

Seinen weer op groen

De coronacrisis heeft ook in Beuningen zijn effect gehad. In januari dacht Leliveld nog dat 2020 een recordjaar voor Alsi zou gaan worden, maar in de loop van februari sloeg het beeld volledig om. ‘Vanaf maart was het improviseren. Er was veel

onzekerheid en de markt zakte in. De forecast in april zag er heel anders uit.’ De laatste maanden trekt het weer aan. ‘Azië is weer opgestaan. De plannen die er in januari lagen, zijn weer op tafel gekomen en worden nu uitgevoerd.’ Alsi profiteert van de verbeterde chipmarkt door onder meer de opkomst van 5G, artificial intelligence en de toename van thuiswerk en gaming. ‘Na een enorme dip gaat de markt weer gewoon verder.’ Voor 2021 staan bij Alsi veel seinen op groen. ‘Dat is best schizofreen’, geeft Leliveld toe. ‘Hier in Europa is het nog kommer en kwel, maar in Azië is corona steeds minder een belemmering. In China zitten de binnenlandse vluchten bijvoorbeeld alweer op 90 procent van het oude niveau. Ik kan nu niet naar Azië zonder twee weken in quarantaine te gaan, maar onderling hebben de landen afspraken over veilige reisbubbels.’ Ook bij de levering van het nieuwe Laser1205-systeem liep Alsi tegen die reisbeperkingen aan. ‘Het kennisniveau bij die Koreaanse klant was nog niet op niveau; we moesten echt iemand aan land krijgen om de installatie en implementatie te begeleiden’, vertelt Leliveld. ‘Met heel veel inspanning is dat gelukt; door veel te bellen en schrijven naar de ambassade om het nut en de noodzaak te onderstrepen.’ Twee Alsi-engineers waren bereid meerdere trips te maken. ‘Toen ze in Zuid-Korea landden, kregen ze een test en moesten ze een dag in quarantaine in een staatshotel. Daarna mochten ze pas verder.’

Galliumarsenide Alsi leverde onlangs zijn eerste Laser1205systeem op basis van een ultra-short pulslaser aan een Koreaanse klant.

Belangrijk doel voor 2021 is dat Alsi succesvol wordt met ultra-short pulsgrooving. ‘De eerste stap is om in micro-logic het referentieproces neer te zetten’, vertelt Leliveld. Daarna volgt de

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 7

geheugenmarkt. ‘Dat is een doel voor de langere termijn. Wellicht kunnen we daar komend jaar al een paar systemen verkopen, maar het idee is dat dat in 2022 en 2023 echt van de grond komt.’ Alsi heeft nog meer ijzers in het vuur. Zo is het bedrijf al groot bij chipfabrikanten die werken met galliumarsenide, dat bijvoorbeeld veel wordt toegepast in ic’s voor rf, gezichtsherkenning en lidar. Ook ontwikkelde het samen met een Europese chipfabrikant een nieuw dicingproces voor power-chips. Leliveld: ‘Wederom door te knutselen met de laser en de optica hebben we een V-vorminge bundel gekregen die zorgt voor een beter snijproces. De die heeft een hogere mechanische sterkte, zo hoog zelfs dat hij die van klassiek zagen overtreft.’ Dat is een cruciale parameter omdat het de kans verkleint dat een chip faalt in latere processtappen of kapotgaat als iemand zijn telefoon uit zijn handen laat vallen. ‘We liepen jaren tegen het commentaar aan dat we met lasertechnologie nooit die mechanische sterkte zouden kunnen halen’, legt Leliveld uit. ‘Dan is het vechten tegen de bierkaai; bedrijven durven de stap niet te zetten omdat het verderop in het proces wellicht een lagere yield zou kunnen geven. Samen met die partner hebben we nu iets moois neergezet dat we uiteraard graag uitrollen naar andere power-klanten.’ Alsi is binnen het ASM PT-concern het kenniscentrum voor lasertechnologie. ‘De komende jaren richten we ons op dicing en grooving, maar er zijn binnen de halfgeleiderindustrie legio andere toepassingen denkbaar voor lasers’, aldus Leliveld. ‘We zijn al in voorbereiding op wat we in 2024, 2025 en verder kunnen gaan doen. Voorlopig hebben we onze focus vol op het binnenkomen in de geheugenmarkt.’

9


INTERVIEW MET PIETER NUIJ

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

Experimentele validatie vraagt vakmanschap Zijn twee passies lopen als twee rode draden door zijn carrière. Bij Philips, de TU Eindhoven en NTS werkte Pieter Nuij zich op tot een van de boegbeelden in experimentele technieken en validatie in de mechatronica. Op al die plekken profileerde hij zich ook als docent. Nu heeft hij een eigen adviesbureau, Madycon, en is hij een van de cursusleiders bij de training ‘Experimental techniques in mechatronics’ van High Tech Institute. Alexander Pil

‘H

et was een fantastische periode.’ Met veel genoegen en weemoed kijkt Pieter Nuij terug op zijn tijd bij het vermaarde Philips CFT. ‘We liepen voorop in de mechatronica, ontwikkelden dingen die gewoon nog niet bestonden. In een groep waar de energie vanaf spatte, en onder de zeer bezielende leiding van onder meer Jan van Eijk, Adrian Rankers, Herman Soemers en Maarten Steinbuch.’ Het is daar, in de Philips-kantoren op het Eindhovense Strijp-S, dat Nuij zich verder kan verdiepen in zijn passie waarvoor hij tijdens zijn afstudeerwerk aan de TU Eindhoven en bij een eerdere Philips-opdracht in de groep Optical Disc Mastering de basis legde: experimentele technieken. ‘Het is vaak heel interessant spoorzoeken’, zegt Nuij. ‘De combinatie van metingen doen en analyseren waarom het systeem niet doet wat er wordt verwacht. Je moet breed kijken en open minded alle mogelijkheden identificeren en testen.’ Daarnaast haalt Nuij veel energie uit het overdragen van zijn kennis. Bij CFT staat hij daardoor aan de wieg van de cursus ‘Experimentele technieken en

10

mechatronica’, verzorgd door Philips’ trainingstak CTT. Die combinatie maakt dat Steinbuch hem vraagt mee de overstap te maken naar de TUE als hij daar in 1999 een aanstelling krijgt als fulltime hoogleraar. ‘Hij zocht iemand om de experimentele technieken in het lab weer op niveau te brengen en hij vond dat ik dat moest doen’, vertelt Nuij, die wordt aangenomen als universitair docent, onder de voorwaarde dat hij ‘binnen afzienbare tijd’ zou promoveren. Uiteindelijk lukt Nuij dat inderdaad in 2007, ‘met twee kinderen op mijn knie, een fulltime baan, een begripvolle vrouw en Maarten als inspirator’.

Corvee

Nuij blijft nog tot 2013 op de Eindhovense universiteit. ‘Ik kon heerlijk mijn interesse in vibraties en trillingsanalyse botvieren, en me helemaal verliezen in de onderwijskant – eerstejaarscolleges signaalanalyse met tweehonderd man in de zaal, geweldig.’ Uiteindelijk vertrekt Nuij toch omdat hij zich niet kan vinden in de manier waarop er naar onderwijs wordt geke-

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 7

ken. ‘Ik beschouw universiteiten plat gezegd als leverancier van twee producten: hoogwaardige kennis en verrekt goede ingenieurs’, legt hij uit. ‘Maar wat je zag, is dat de kwaliteit van onderzoeksgroepen veel meer wordt afgelezen aan het aantal publicaties dan aan het niveau van de afstudeerders. Bovendien kregen studenten steeds minder tijd om zich de stof eigen te maken. Ik ben in die tijd ook vijf jaar studieadviseur geweest en je ziet dat studenten gewoon tijd nodig hebben om stof te verteren. Dat kun je er niet doorheen stampen.’ ‘Daarnaast is er op universiteiten geen duaal carrièresysteem’, gaat Nuij verder. ‘De enige manier om promotie te maken, is via de wetenschappelijke weg, van universitair docent naar universitair hoofddocent. Het vreemde is dat in die omschrijvingen het woord ‘docent’ zit inbegrepen, maar je zag dat steeds meer onderwijsactiviteiten als corvee werden beschouwd omdat die het binnenhalen van projecten in de weg stonden.’

Terughoudendheid

Het begint zo erg te wringen dat Nuij weer overstapt naar de industrie, naar


+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

NTS in Eindhoven. Ook daar is opleiden een belangrijk onderdeel van zijn takenpakket. En die scholing is nodig, aldus Nuij. ‘In de industrie staat er vrijwel altijd tijdsdruk op een ontwikkelproject. Dat betekent dat de factory acceptance test op het allerlaatste moment nog eventjes ertussendoor wordt gedaan, wordt ingeperkt of zelfs helemaal wordt overgeslagen. De validatie van het design, inclusief fysieke metingen, is heel vaak het kind van de rekening.’ Ook merkt Nuij dat zelfs bij een redelijk grote partij als NTS experimentele technieken een specialisme zijn die niet veertig uur in de week nodig is. ‘Engineers die het deeltijd op zich nemen, worden na verloop van tijd een andere kant uit gezogen omdat daar meer werk te doen is. En daarmee verdwijnt de focus helemaal. Inhuur is een goed alternatief, hoewel bedrijven dat gevoelsmatig duurder vinden. Maar dat is het niet. Hoe eerder je een specialist inschakelt, hoe beter het is. Gelukkig zijn er ook genoeg bedrijven die validatie serieus op de rol hebben staan.’ ‘De andere kant van het verhaal is dat er in het ontwerpproces steeds meer nadruk komt te liggen op simulatie’, vervolgt Nuij. ‘Daarmee hopen ontwikkelaars hun design first time right te maken. Mijn ervaring is dat heel goede simulatiespecialisten soms een broertje dood hebben aan validatietests. Het is ook confronterend als uit zo’n test blijkt

dat er iets niet klopt aan hun werk. Ik proef regelmatig dat dat de terughoudendheid verklaart om het te willen testen. Dat is jammer, want daarmee neemt de mogelijkheid af om te leren over de kwaliteit van je modellen. Die terugkoppellus ontbreekt vaak.’ Simulatietools en digital twin-pakketten worden steeds beter. Denkt Nuij dat ze uiteindelijk afdoende zijn om de kwaliteit van het design te garanderen? ‘De gebruiksvriendelijkheid neemt inderdaad toe. Maar daarmee loop je het risico in slaap gesust te worden. Ik ben er wel benauwd voor als mensen zeggen: ‘Die software is zo machtig, die maakt geen fouten meer.’ Dan ben je echt verkeerd bezig. Je zult absoluut kritisch moeten blijven op de uitkomst, vaar er niet blind op. Ook moet je bij het gebruik van die software in staat zijn om deelresultaten te toetsen, in een experimentele setting. Het kan heel goed dat de software zo gebruiksvriendelijk wordt dat die tests heel makkelijk uit te voeren zijn. Maar je moet blijven toetsen. Ik geloof niet dat de software ooit zo goed wordt dat een specialist overbodig wordt.’

Pittig geprijsd

Waarom is het zo moeilijk om een mechatronisch systeem door te meten? ‘Dat heeft een aantal facetten. Ten eerste vereist het de juiste hardware’, antwoordt Nuij. ‘Er moeten dure spullen worden gekocht. Je kunt ook goedkope-

‘We werken in de training heel bewust met gedateerde apparatuur.’

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 7

re apparaten aanschaffen, maar die leveren je twijfelachtige resultaten op en dat is uiteindelijk veel duurder. Je moet verstand hebben van die hardware en bij de aanschaf weten wat je wilt. Dat vereist al behoorlijk wat basiskennis. En je zult die apparatuur vervolgens ook op de juiste manier moeten gebruiken. Er zitten heel veel knopjes op die jou heel makkelijk toestaan om grote fouten te maken. De resultaten komen er in 16bit diepe kleuren uit, maar dat wil niet zeggen dat het goed is.’ ‘Voor de benodigde software geldt hetzelfde’, gaat Nuij verder. ‘De pakketten voor trillingsanalyses zijn pittig geprijsd; je praat al gauw over duizenden euro’s. Veel meer dan bijvoorbeeld een Matlab-licentie die ook nog eens veel breder inzetbaar is. Dus ook daar is het lastig om fiat te krijgen van je baas. Hier in de regio is overigens Mescope van het Amerikaanse Vibrant Technlogies het meest gebruikte pakket. Maar er zijn er meer, zoals oplossingen van Siemens en het Deense Brüel & Kjaer.’ ‘Ten derde komt er een flinke dosis vakmanschap bij kijken. Het is een exotische competentie, maar wel een onmisbare. Je moet in staat zijn om het handwerk te doen. Je hebt een zekere experimentele handigheid nodig om bijvoorbeeld met een hamertje met ingebouwde krachtsensor de constructie op de juiste manier te exciteren. Ook zul je er rekening mee moeten houden dat er ergens een connector niet naar behoren werkt of dat de versnellingsopnemer misschien niet goed vastzit. Als je niet weet waar je moet kijken, zie je dat soort dingen al snel over het hoofd.’ Juist die praktische kant maakt dat de training ‘Experimental techniques in mechatronics’ van High Tech Institute, een voorzetting van de oude CTT-cursus, tijdelijk is stilgelegd. ‘Je kunt dat niet online doen’, vindt Nuij, die een van de docenten is. ‘Na corona gaan we weer verder.’ Pre-corona bestond de cursus uit heel veel hands-on uren. ‘We werken heel bewust met gedateerde apparatuur. En de software draait nog op XP’, lacht Nuij. ‘Die meetsystemen staan het nog toe dat cursisten fouten maken. Als ze dan merken dat het resultaat anders is dan gedacht, komt het denkproces op gang. Dan hoor je overal de kwartjes vallen. Dan heb je als docent je doel bereikt.’

11


THEMA FOCUS OP 2021

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

Powerkoppel stort zich volledig op Eindhoven Engine Sinds oktober staat het intern al op de rit, maar vanaf deze maand mag ook de buitenwacht het weten. Het High Tech Systems Center van de TU Eindhoven is ingevlochten in het Eaisi, het Eindhovense researchinstituut voor artificial intelligence. Met de overgang vinden HTSC-boegbeelden Katja Pahnke en Maarten Steinbuch het tijd om het stokje over te dragen. Zij hebben nu hun handen vrij voor hun volgende Apollo-project: Eindhoven Engine. Alexander Pil

D

e Technische Universiteit Eindhoven heeft zich het ambitieuze doel gesteld om de Brainport-regio het centrum te maken van artificial intelligence, in het bijzonder van ai in engineering. Vorig jaar startte het daartoe het Eindhoven Artificial Intelligence Systems Institute (Eaisi, spreek uit: easy), onder leiding van Carlo van de Weijer. Naast Eires (het instituut voor hernieuwbare energie) en ICMS (rond moleculaire technologie) vormt Eaisi een van de nieuwe pijlers onder de Eindhovense onderzoeksstrategie voor de toekomst. Die keuze en focus betekenen dat de bestaande structuren binnen de TU Eindhoven zich herpositioneren. Ook bij het High Tech Systems Center (HTSC) zorgt dit voor een verandering. Het mechatronicacentrum schaart zich onder de paraplu van Eaisi. Dat lijkt enigszins geforceerd. Het HTSC doet genoeg projecten en programma’s die uitstekend passen onder de noemer ‘artificial intelligence’. Denk aan robotica en agrifoodtechnologie. Aan de andere kant zijn er heel wat onderzoekslijnen die weinig tot niets met ai te maken hebben. ‘Of nog niets’, corrigeert Maarten Steinbuch, initiatiefnemer en wetenschappelijke directeur van het HTSC.

12

‘Het is te verwachten dat ai en data science overal een grotere rol gaan spelen, maar er zijn zeker onderwerpen die puur vanuit de werktuigbouwkunde, natuurkunde of elektrotechniek komen. Daar is het niet heel natuurlijk om er een ai-sticker op te plakken. En dat hoeft ook niet.’ Onder de Eaisi-vlag blijft het brand ‘High Tech Systems Center’ namelijk bestaan. ‘Zo zorgen we dat alle HTSC-projecten die nog niets met ai van doen hebben binnen Eaisi toch de aandacht krijgen die ze verdienen. Hightech systemen is een van de applicatiegebieden binnen Eaisi’, legt Steinbuch uit. ‘Ook kunnen we daarmee de integraliteit te borgen.’ Dat was – en is – immers een van de speerpunten van het HTSC: multidisciplinair onderzoek over de grenzen van de faculteiten heen. Een aanpak die ook binnen Eaisi wordt nagestreefd. ‘Wat ook blijft, is een andere kracht van het HTSC: de lokale verbondenheid met het ecosysteem’, benadrukt Katja Pahnke, directeur van het HTSC. ‘De programma’s versterken elkaar. Wij profiteren van de krachtenbundeling, alle ai-kennis en -kunde, en de toegang tot grotere subsidiekanalen. Eaisi heeft baat bij onze manier van werken, de

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 7

verwevenheid met de regionale en nationale hightechindustrie, en de lessen die we hebben geleerd over hoe je de samenwerking tussen de industrie en de academische wereld organiseert.’ Hoe het precies verder moet gaan en wat de toekomstplannen van het nieuwe HTSC zijn, daarover laten Pahnke en Steinbuch zich niet uit. ‘Dat is niet aan ons; we vertrouwen het toe aan het nieuwe management’, zegt Pahnke. Het tweetal trekt zich namelijk terug uit het programma. Na zes jaar vinden ze het tijd om het stokje over te dragen. Onder anderen Wim Nuijten (wetenschappelijk directeur van Eaisi), Nathan van der Wouw (werktuigbouw-professor aan de TUE) en Ton Peijnenburg (HTSC-fellow) zullen de inhoud van het nieuwe high-tech equipment-programma binnen Eaisi coördineren en trekken.

80 extra aio’s

Terugkijken doen Pahnke en Steinbuch met alle plezier. Want hoewel ze hun torenhoge ambities niet allemaal hebben kunnen waarmaken, zijn ze zeer trots op wat ze de afgelopen zes jaar met het HTSC hebben bereikt. Het eerste doel was om het aantal Eindhovense aio’s op het gebied van


Foto: Bart van Overbeeke

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

Drijvende krachten Katja Pahnke en Maarten Steinbuch leggen hun functies bij het High Tech Systems Center neer en richten zich volledig op Eindhoven Engine.

hightech systemen te verdubbelen van ongeveer honderd naar tweehonderd. ‘We hebben zo’n tachtig aio-plekken on top weten te realiseren’, zegt Pahnke. Bovendien zijn er door het HTSC ook verschillende aio’s gestart die niet aan de zelf gestelde criteria voldeden. ‘Als er maar één faculteit betrokken was, hebben we het project en de aio gewoon overgedragen aan de betreffende groep.’ In de eerste jaren maakte het HTSC een pikstart door het Impuls-programma, een initiatief van de TUE om onderzoek te doen met en voor het bedrijfsleven. Als een industriële partner investeerde in een promotieplek, maakte de universiteit budget vrij voor een tweede aio. Daarna moest de groei vooral komen uit de vorming van grotere consortia en via grote strategische samenwerkingsverbanden met vooral TNO, zoals Amsystems Center (rond additive manufacturing, inmiddels een spinout met dezelfde naam), het Nano Opto-Mechatronics Instruments-project en het Digital Food Processing Initiative (ook met Wageningen UR). Pahnke: ‘We zijn heel tevreden met het uiteindelijke resultaat. Het is zinvol om onderzoekslijnen ook samen met anderen kennisinstellingen op te schalen.’

Impact

Het tweede speerpunt was colocatie. Het idee was om de onderzoekers uit de verschillende vakgroepen fysiek bij elkaar te zetten en ze samen multidisciplinaire vraagstukken te laten oplossen. ‘Dat is wat minder goed uit de verf gekomen’, geeft Pahnke toe. ‘Met Amsystems Center is dat wel heel goed gelukt, maar over het algemeen bleek het toch een taaie om de wetenschappers naar ons toe te trekken, zelfs al was het in deeltijd. De onderzoeken en projecten werden overal uitgevoerd: op de faculteiten, bij bedrijven en af en toe bij ons.’ ‘Het HTSC heeft ook nooit een claim gelegd op een groot gebouw met een labomgeving’, vult Steinbuch aan. ‘De promovendi kwamen in dienst van de faculteiten, dus we hebben vooral de facultaire labs gebruikt om projecten samen te laten komen. Binnen Eaisi zit die colocatie beter ingebakken omdat het een aparte huisvestiging heeft: nu nog het Gaslab en over een tijdje het Laplace-gebouw op de TUE-campus.’ Pahnke weer: ‘Uiteindelijk gaat het ook niet om de vierkante meters, maar om de impact. Met een beperkt budget zijn we toch heel zichtbaar in de faculteiten en in de buitenwereld. We heb-

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 7

ben een stevig statement neergezet over het belang van de hightechindustrie voor de TU Eindhoven en we hebben die maakindustrie voedend laten zijn voor het onderzoek, en vice versa.’

Systeemdenken

De derde ambitie was de oprichting van een nieuwe pdeng-opleiding, een tweejarige postmaster voor hightechsysteemontwerpers waar systeemarchitectuur centraal staat. Die Mechatronic Systems Design-track is inmiddels vijf jaar onderweg. ‘Waar we in de eerste jaren alleen waren gericht op onderzoek, hebben we hiermee ondertussen ook een onderwijsverplichting op ons genomen’, aldus Pahnke. Het HTSC heeft zichzelf opgeworpen als hoeder van het systeemdenken binnen de Eindhovense universiteit. ‘Dat komt voort uit onze betrokkenheid bij de 2030-strategie van de TU Eindhoven’, vertelt Steinbuch. ‘Toen we nadachten over het onderwijs van de toekomst kwam naar voren dat systeemdenken daar een kernwaarde is. Vanuit het HTSC en vanuit de automotiveopleidingen riepen we al jaren dat het systeemdenken en het opleiden van systeemarchitecten zo belangrijk

13


THEMA FOCUS OP 2021

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

Inspiratie en motivatie

Wat was voor het HTSC de grootste hindernis? ‘Het borrelt op de universiteit van de collectieve intelligentie, maar samenwerken buiten de muren van je eigen faculteit is een grote uitdaging’, antwoordt Pahnke. ‘We hebben heel veel moeten communiceren op sociaal-emotioneel vlak. Maar uiteindelijk wisten we de transitie te maken van ‘we moeten meedoen’ naar ‘wat moeten we doen om mee te mogen doen?’.’ Steinbuch: ‘Net als op de meeste universiteiten hebben we er op de TUE voor gekozen dat de faculteiten de pijlers zijn. Daarmee zeg je eigenlijk dat de disciplines leidend zijn. Onze ambitie was juist de cross-over tussen die disciplines. Dat betekent dat je dwars op de bestaande structuur van de universiteit opereert. En dat doen we met een beetje geld, maar zonder macht. Het moet echt komen van inspiratie en motivatie. Daar zat voor mij de moeilijkheid: om voor elkaar te krijgen dat de wetenschappers in die faculteiten samen voelen en beleven dat dit óók hun ding is. Dat is een lang proces geweest en dat hebben Katja en ik ook allebei wel geweten toen we eraan begonnen. Het duurde lang voordat onderzoekers zeiden: ‘Ja, dat HTSC heeft echt meerwaarde voor mij, ook wetenschappelijk.’ Over het algemeen zijn we daar toch redelijk in geslaagd. Ik heb daar ontzettend veel van geleerd, ken de valkuilen en de do’s en don’ts om verder te komen op grensvlakken tussen disciplines en tussen groepen mensen.’ Daardoor zegt Steinbuch klaar te zijn voor zijn volgende krachttoer.

Eindhoven Engine

Steinbuch heeft in zijn leven op de TU Eindhoven maar één belangrijke en nieuwe ambitie: ‘Ik wil Eindhoven Engine zo groot maken dat ze uit de hele wereld hier komen kijken hoe wij in staat zijn om innovatie te versnellen.’ Samen met kompaan Pahnke zet hij daarom alle kaarten op dat initiatief. ‘Nu we bij het

14

Pahnke: ‘Het gaat niet om de vierkante meters, maar om de impact. Met een beperkt budget zijn we toch heel zichtbaar.’

Foto: Bart van Overbeeke

zijn. Inmiddels krijgt dat zijn beslag in de pdeng-opleiding en rollen we het uit bij bachelors en masters op diverse andere faculteiten.’

HTSC het stokje hebben overgedragen, kunnen we ons volledig op Eindhoven Engine focussen’, aldus Pahnke. Nog even ter herinnering: Eindhoven Engine is een initiatief van Hogeschool Fontys, TNO en de TU Eindhoven – inmiddels ook alle drie formeel aandeelhouder – met als doel om research te versnellen, door een plek te bieden waar wetenschappelijke onderzoekers en studenten samen met industriële engineers grensoverschrijdend en disruptief kunnen innoveren. Het programma is geïnspireerd op het vermaarde Natlab, waar er tussen de verschillende disciplines nauwelijks grenzen bestonden, op de succesvolle Kenniswerkersregeling uit de vorige crisis, toen bedrijven hun r&d-werknemers tijdelijk flink ge-

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 7

subsidieerd konden detacheren bij een kennisinstelling, en op de Eindhovense studententeams, die snel en disruptief kunnen innoveren met een eigen cultuur en ondernemerschap. Eindhoven Engine draait nu ruim anderhalf jaar. Hoe staat het ervoor? ‘We hebben dit voorjaar een zeer succesvolle call gehad, met ruim twintig geïnteresseerde partijen, en uiteindelijk elf voorstellen’, vertelt Steinbuch. ‘Na een strenge selectie door een onafhankelijke commissie hebben we er daarvan zes geaccepteerd en opgestart.’ Met de vijf projecten uit de eerste call en de vier van vorig jaar staat de teller nu op vijftien programma’s, met ongeveer tweehonderd (parttime) onderzoekers, studenten en engineers uit het bedrijfsleven.


Aandrijvingen. Uitgekiend maatwerk is wat ons beweegt. Veelzijdigheid, dat is misschien wel onze grootste kracht. Al sinds 1955 produceert ABI speciaalaandrijvingen, motoren en motorreductoren. In elke denkbare samenstelling. Onze mensen DENKEN altijd in oplossingen. En dankzij ons complete machinepark KUNNEN wij aan al uw eisen voldoen. Van standaard toepassingen tot specialistisch maatwerk. Met onze uitgebreide kennis, ruime ervaring en directe contacten met onze partners DOEN we alles om echt resultaat te leveren. Welkom in de wereld van ABI.

AANDRIJVINGEN - MOTION CONTROL - ROBOTICS

www.abi.nl


THEMA FOCUS OP 2021

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

Foto: Bart van Overbeeke

Steinbuch: ‘De moeilijkheid was om voor elkaar te krijgen dat wetenschappers samen voelden en beleefden dat samenwerkingen buiten de grenzen van hun faculteit óók hun ding zijn.’

Ook financieel staat Eindhoven Engine er goed op. Pahnke: ‘Het is een programma van 75 miljoen euro, waarvan 15 miljoen uit de Regiodeal.’ Een deel van de cofinanciering zal in de komende calls duidelijk worden, maar Pahnke verwacht dat dit bedrag ruim wordt gehaald en ze voor vijf jaar projecten kan financieren. ‘We denken uiteraard na hoe we de financiering kunnen vergroten, ook na 2025. Ik reken erop dat we tegen die tijd hebben laten zien dat het concept werkt.’ Het doel is om over vijf jaar vijfhonderd engineers, onderzoekers en medewerkers van maatschappelijke organisaties aan het werk te hebben. In tegenstelling tot bij het HTSC is colocatie in Eindhoven Engine een must. Als bedrijven en wetenschappers willen meedoen, moeten ze een deel van hun tijd naar de kantoren en labs van Eindhoven Engine komen. In deze tijden van corona is dat natuurlijk een uitdaging, maar Pahnke denkt om: ‘Het gaf ons en de gebouweigenaar de gelegenheid voor de verbouwing van ons pand, het Multi Media Paviljoen op de campus, of Hub 0, zoals wij het noemen. De bouwvakkers liepen niemand voor de voeten, en wij hun niet, en niemand had last van stof en lawaai.’ Ze geeft wel gelijk toe dat het een groot gemis is dat de engineers elkaar veel minder ontmoeten. ‘Kruisbestuiving tussen disciplines

Trusting in experience. Benefitting from innovation. Advancing sensor technology. Optimale oplossingen, afgestemd op uw behoeften: Ervaar state-of-the-art technologieën en innovaties met industriële sensoren en systemen van Pepperl+Fuchs – het maakt de weg vrij naar volledig gekoppelde productieprocessen voor de toepassingen van de toekomst. www.pepperl-fuchs.com

16

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 7


Foto: VDL ETG

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

Het HTSC heeft nooit grote eigen labfaciliteiten gehad. De onderzoeken en projecten werden vooral uitgevoerd op de faculteiten en bij bedrijven’ en tussen onderzoeksprojecten is een van de succesfactoren van Eindhoven Engine. Doordat vrijwel iedereen nu thuiswerkt, werden we gedwongen om na te denken hoe we die onverwachte ontmoetingen bij de koffieautomaat op een andere manier kunnen faciliteren. Voor een deel hebben we het opgelost met interne webinars en community-events, maar je hebt soms chaos en inefficiëntie nodig om tot gekke, inspirerende gesprekken en ideeën te komen. Gelukkig hoor ik van projectmedewerkers en studenten dat ze weinig vertraging oplopen, juist omdat ze rustig en gefocust kunnen werken. Maar iedereen kijkt uit naar een fysieke ontmoetingsplek met dynamiek, sociale cohesie en ruimte voor creativiteit.’

TRL 4 tot 6

Hoe verhoudt Eindhoven Engine zich tot Eaisi? Allebei draaien ze immers om colocatie voor toegepast onderzoek op het grensvlak tussen industrie en wetenschap. ‘Ze hebben niets met elkaar te maken’, vindt Steinbuch. ‘Eindhoven Engine is geen onderdeel van de universiteit zoals Eaisi dat is. We staan er vol-

ledig los van. Bovendien richt Eindhoven Engine zich op het brede spectrum van thema’s die voor de Brainport relevant zijn. We hebben projecten uit de hightech maakindustrie, maar ook uit de bouwkunde, life sciences, scheikunde en slimme mobiliteit. We omvatten alle instituten van de TUE, plus alles wat er bij TNO en Fontys gebeurt, zolang het tenminste relevant is voor de Brainport-regio. En de engineers uit het bedrijfsleven komen ook echt op locatie werken. Dat is ook anders dan in researchinstituten zoals het HTSC en Eaisi. Daar komen alleen de wetenschappers uit de verschillende faculteiten samen.’ ‘Eaisi zou een klant van Eindhoven Engine kunnen zijn’, verwoordt Pahnke de relatie. ‘Een ander duidelijk onderscheid is dat het op universitaire instituten vaak gaat om fundamenteler onderzoek. Eindhoven Engine zit veel dichter tegen de toepassing aan. We mikken op technology readiness levels 4 tot 6. Bij Eaisi zal dat over het algemeen lager zijn.’ Ter illustratie van het soort onderzoek binnen Eindhoven Engine. ASML maakt gebruik van het disruptieve karakter van die omgeving om te sleu-

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 7

telen aan de volgende generatie waferstages. Het bedrijf wil er buiten zijn comfortzone, vrij van zijn gevestigde ontwerpprincipes, op zoek naar vernieuwende technologieën. Een andere kijk op de zaak zou immers zomaar tot baanbrekende oplossingen kunnen leiden. Dat proberen de onderzoekers binnen het Eindhoven Engine-project ‘Advanced piezo-electric wafer stage’. Gevraagd naar het uiteindelijke doel van Eindhoven Engine zegt Steinbuuch: ‘Ik vind dat we zijn geslaagd als over een paar jaar medewerkers van bedrijven in de regio tegen hun baas zeggen: ‘Mag ik drie maanden voor een sabbatical in Eindhoven Engine werken?’ En ik zou trots zijn als Eindhoven Engine uitgroeit tot de place to be waar onderzoekers, engineers en anderen samenkomen. Of in mechatronicatermen: als we het nieuwe Philips CFT worden. Ik zou het ook geweldig vinden als in bijvoorbeeld München, Lausanne, Aalborg of Enschede vergelijkbare initiatieven ontstaan. En ten slotte zouden we apetrots zijn als bedrijven een dependance in Eindhoven Engine starten als disruptor voor zichzelf.’

17


THEMA FOCUS OP 2021

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

‘In Nederland hebben we het lef om door te pakken’

Om een mening zit hij zelden verlegen. Thom van Oss van Apex Dynamics heeft er geen probleem mee om tegen heilige huisjes te schoppen. In tijden van crisis plukt hij de vruchten van die eigenzinnigheid. ‘Zonder tandwielkast vallen alle machines stil.’ Alexander Pil

F

rustrerend vindt Thom van Oss het. Zijn vakgebied – mechanische aandrijving – is vaak een ondergeschoven kindje, zeker op beurzen. ‘Wij leveren tandwielkasten, tandheugels en rondsels’, zegt de directeur van Apex Dynamics bv. ‘Internet of things is voor ons geen thema, want onze producten communiceren niet. Het is simpelweg een stuk metaal dat ronddraait. Niemand komt naar een beurs voor een tandwielkast, dat begrijp ik ook wel. Ze zoeken een totaaloplossing. Uit ervaring weet ik echter dat op ongeveer 60 procent van alle servomotoren een tandwielkast komt. Natuurlijk zijn er ontwikkelingen zoals direct drive die een tandwielkast overbodig kunnen maken, maar het gaat nog járen duren voordat machines zonder tandwielkasten kunnen.’ Nu door corona alle beurzen online zijn gegaan, kan Apex Dynamics niet meer meeliften. ‘Ze gaan allemaal over

‘sexy’ onderwerpen: software, digitalisering, iot. We kunnen nergens meer bij meedoen omdat we geen topic zijn. Maar we zijn wel nodig, want zonder tandwielkast draait een machine niet.’ Het is een trend die Van Oss al jaren ziet, maar ‘de afgelopen maanden komt het wel erg sterk bovendrijven.’ Doordat hij al jaren inzet op contentmarketing – offline maar vooral online – heeft Van Oss over aandacht echter niet te klagen. ‘Je kunt nu geen klanten bezoeken, je hebt geen fysieke beurzen, dus het moet op een andere manier. Wij zijn al heel lang bezig met digitale marketing en hebben een voorsprong ten opzichte van andere partijen. Als iemand ook maar half denkt dat hij naar een tandwielkast googelt, komt hij al bij ons uit.’

Corona als katalysator

Dat Apex Dynamics de vruchten plukt van zijn online-inspanningen, blijkt on-

‘Aan de inkoopkant zit ik boven de cijfers van vorig jaar.’

18

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 7

der meer uit het feit dat de Nederlandse verkooptak van het Taiwanese bedrijf dit jaar nauwelijks achteruit is gegaan in omzet. ‘De onderstroom van orders, de bestellingen die maandelijks binnenkomen zonder dat je daar al te veel moeite voor hoeft te doen, die stroom is wel een stukje minder. Maar daar staat tegenover dat grotere projecten die al een tijdje in de pijplijn stonden gewoon doorgang vinden. Aan de inkoopkant zit ik zelfs boven de cijfers van vorig jaar.’ Uiteraard gaat de crisis niet helemaal aan Apex Dynamics voorbij. ‘Maar het staat in geen verhouding tot landen om ons heen’, verzekert Van Oss. Op de Belgische markt – die Apex Dynamics bv ook bedient – is de terugval 30 tot 40 procent groter, schat hij. ‘Gelukkig begint het daar nu weer op te krabbelen.’ Bij onze oosterburen is de situatie een stuk ernstiger, hoort Van Oss van zijn Duitse collega’s. ‘Daar is het huilen met de pet op. Die hadden al een probleem en met corona als katalysator komt dat nu naar boven’, stelt Van Oss. ‘Kijk, hier in Nederland waren we bang dat de maakindustrie zou vertrekken. Maar met bedrijven zoals ASML in de regio loopt er helemaal niets weg. Sterker nog, we hebben alleen maar versneld. Er zitten hier zo veel mooie maakbedrijven, allemaal hightech, high-end en innovatief. In Duitsland zit veel meer traditionele machinebouw. ‘Das machen wir schon Jahre, und es wird noch Jahre so passieren.’ Niet dus. Die lopen flink achterop. Maar vergeet ook niet wat er in de automobielindustrie gebeurt; dat is echt drama en daar hangt in Duitsland zo veel van af. Op de lange termijn komen ze er wel weer bovenop.’


+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

‘Tandwielkasten zijn eigenlijk wel uitontwikkeld’, zegt Thom van Oss van Apex Dynamics. ‘De winst die je nog kunt behalen, is heel klein.’

Durf

Ook in andere grote Europese landen – Spanje, Italië, Frankrijk, Engeland – is de business drastisch gezakt. Hoe komt het dat Apex Dynamics in Nederland wel goed blijft scoren? ‘Dat vragen ze zich ook af op het Taiwanese hoofdkantoor’, lacht Van Oss. ‘Ik denk dat we onszelf hier in Nederland wel een schouderklopje kunnen geven. Want je kunt mopperen en vinden wat je wilt van Rutte en zijn intelligente lockdown, maar het kabinet is er wel in geslaagd om de boel overeind te houden. Tuurlijk, de economie krijgt een enorme knauw, en voor heel veel sectoren is het een dramatische klap, dat kan helaas niet anders. Maar de industrie is wel doorgegaan. In Spanje bijvoorbeeld ging alles dicht, alleen de meest vitale fabrieken mochten nog door, vooral rond mondkapjes en beademingsapparatuur. De rest ging volledig op slot. Mijn Spaanse collega’s konden niets meer.’ Het is ook een cultuurverschil, denkt Van Oss. ‘Een van onze grootste klanten exporteert veel. Hij kampte met het probleem dat er tijdens de lockdown in het voorjaar niemand de grens over mocht. Met zijn machines konden geen monteurs mee om ze te installeren. Maar hij is niet gestopt met produceren. De productiehal stond gewoon ramvol met machines. Dat doen we goed in Nederland. Terwijl andere landen meteen op de rem staan, hebben wij de ballen

om door te gaan. We durven anticyclisch te denken.’ Dat pragmatisme en die moed ziet Van Oss terug bij zijn Taiwanese collega’s. ‘De bouw van een derde fabriek is gewoon doorgegaan’, vertelt hij. ‘We hebben ook nagenoeg geen leverissues gehad. Het enige is dat het luchttransport bijna volledig tot stilstand kwam. Weinig mensen staan erbij stil, maar bij alle passagiersvluchten gaat ook een heleboel vracht mee. Omdat die helemaal wegvielen, was iedereen aangewezen op speciale cargovluchten. En daarvoor betaal je dan de hoofdprijs. Dit jaar hebben we die extra kosten niet doorbelast aan onze klanten, maar als de situatie zo blijft, kom ik daar volgend jaar niet onderuit.’ Van Oss heeft daarom ook meer bestellingen laten verschepen. ‘Mijn voorraad hier in Helmond is gegroeid. Ik anticipeer op wat ik denk dat er gaat gebeuren.’

Uitontwikkeld

Wat verwacht Van Oss van 2021? ‘Dat is van heel veel factoren afhankelijk. Ik ga ervan uit dat er geen totale lockdown komt en we intelligent bezig blijven. Een vaccin zal zeker niet alles oplossen – daar geloof ik helemaal niets van – maar het gaat wel meer rust geven. In het eerste kwartaal zullen we zeker nog direct last hebben van de Covid-ellende. In het tweede kwartaal waarschijnlijk nog wat indirect. Maar vanaf het tweede halfjaar verwacht ik dat we

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 7

weer snel in het nieuwe normaal zullen zitten. Wat overigens heel dicht bij het oude normaal zal liggen. Voor een aantal bedrijfstakken zal het voorgoed anders zijn. Nu thuiswerken en online vergaderen, ook met klanten, algemeen geaccepteerd zijn, hebben bijvoorbeeld leasemaatschappijen en vastgoedbedrijven een serieus probleem.’ Op technologisch gebied voorziet Van Oss in de industriële automatisering weinig echte veranderingen in 2021. ‘Uiteraard worden er verbeterslagen doorgevoerd. Kijk naar Industrie 4.0. Machines communiceren met elkaar, maar dat deden ze al jaren. Ik verwacht daar echt geen baanbrekende, spectaculaire innovaties. Het wordt doorontwikkeld en verfijnd.’ Waarmee hij niet wil zeggen dat er niets gebeurt. ‘Er is nog genoeg te doen. Robotica neemt bijvoorbeeld een hoge vlucht. Het is geen toeval dat Apex een compleet nieuwe tandwielkastenlijn heeft uitgebracht speciaal voor agv’s. Dat is een booming markt. Robotisering blijft versnellen.’ ‘Wellicht zullen mechanicamensen het me niet in dank afnemen, maar voor wat betreft tandwielkasttechnologie zijn we eigenlijk wel uitontwikkeld. Zo’n tandwielkast doet nog hetzelfde als tweehonderd jaar geleden. Daar gaat verder niet veel meer aan veranderen. Let wel, we hebben de techniek nog heel lang nodig. Maar de winst die je nog kunt behalen met verbeteringen en doorontwikkelingen is heel klein.’ Van Oss ziet een trend richting duurzaamheid. ‘Bedrijven blijven zoeken om de CO2-uitstoot omlaag te brengen. Daar kunnen onze systemen wel bij helpen, want er zijn nog zo veel inefficiënte aandrijflijnen. Steeds meer organisaties denken na over hoe ze het efficiënter kunnen invullen, maar lang niet altijd op de goede manier. Dan proberen ze de laatste promille rendementsverbetering uit hun elektromotor te persen met allerlei geavanceerde optimalisatiesoftware. En vervolgens schroeven ze er een wormwielkast op: weg rendement. Naar die mechanische componenten wordt vaak niet gekeken. Dan denk ik: ‘Mensen, gooi ajb alle wormwielkasten weg en vervang ze door kegelwielkasten.’ Toevallig heb ik ze hier op voorraad liggen’, besluit hij met een knipoog.

19


THEMA FOCUS OP 2021

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

Het gespleten jaar van Hittech 2020 was een jaar met twee gezichten voor Hittech. Tegenover de drukte bij Nederlandse bedrijven stond de malheur bij de Duitse vestiging. Mechatronica&Machinebouw kijkt terug en vooruit met directeur Eric Driessen. ‘In Nederland zien we in dat we er allemaal beter van worden als we samenwerken.’ Alexander Pil

‘A

SML houdt de Nederlandse hightechindustrie tijdens de crisis boven water.’ Het is een boude stelling, maar Hittech-directeur Eric Driessen durft haar wel aan. ‘Er zijn gelukkig meer klanten en markten waar de omzet op niveau is gebleven, maar traditioneel grote sectoren als luchtvaart en automotive zijn hard onderuitgegaan. Bedrijven die daar veel business hebben, hebben het dan ook zwaar. In tegenstelling tot in eerdere crisissen is ASML deze keer heel stevig overeind gebleven, en daarmee hun toeleverketen ook. Een goede relatie met hen helpt nu dan ook enorm.’ Hittech houdt zijn grootste klant toch al nauwlettend in de gaten. ‘We zitten

met een aantal producten in ASML’s nieuwste machines’, vertelt Driessen. ‘We hadden de volumes voor dit jaar redelijk conservatief ingeschat, omdat we vorig jaar iets te optimistisch waren geweest. Dit jaar kwam de vraag echter sneller en was hij groter dan verwacht. We moesten dus mensen aannemen – dat ging nog wel – maar we moesten ook opleiden, precies tijdens de beginfase van corona. Niemand wist toen precies wat wel en niet kon en hoe je het goed moest inrichten. We hebben in die tijd heel erg achter onszelf aangehold.’ Ook andere klanten in de halfgeleiderindustrie – de belangrijkste markt voor Hittech – hadden relatief weinig last

van de pandemie en presteerden naar behoren. ‘We leveren ook aan de verpakkingsindustrie, die eveneens redelijk stabiel is gebleven’, zegt Driessen. ‘Aan de andere kant hebben we een klant die 3d-meetmachines ontwikkelt voor met name de automotivemarkt. Door de elektrificatie kampte die al met een terugval. Er zitten immers een factor tien minder onderdelen in een elektromotor, dus zijn er beduidend minder meetmachines nodig. De coronaklap kwam daar nog eens overheen.’ Zonder de extra vraag bij ASML zou Hittech in Nederland zijn budget net niet hebben gehaald. ‘Zij hebben de terugval bij de rest van onze klanten meer dan gecompenseerd.’

Extra vraag bij ASML heeft de terugval bij de rest van Hittechs Nederlandse klanten meer dan gecompenseerd. Foto: Hittech

20

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 7


+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

‘Hoe vervelend ook, de reorganisatie van Prontor was nodig’, aldus Hittech-directeur Eric Driessen.

Smart products for intelligent applications IoT Ready

en roll

is

Kru

Reorganisatie

Tegenover de drukte op de Nederlandse markt staat de malaise over de grens. Sinds Hittech in 2014 Prontor aan de groep toevoegde en daarmee de omzet grofweg verdubbelde, is het bedrijf nadrukkelijk aanwezig op de Duitse markt. De vestiging in Bad Wildbad is vooral actief in de medische sector. ‘Een van de redenen om Prontor destijds te kopen, was juist omdat de stabiele medische markt de volatiele halfgeleiderindustrie mooi zou kunnen compenseren. Dat was dit jaar omgekeerd’, aldus Driessen. De producten van Prontor zijn namelijk niet gelinkt aan de behandeling van Covid-patiënten. En de rest van de medische sector kwam dit jaar hoegenaamd tot stilstand. ‘Ziekenhuizen waren echt niet bezig met andere projecten dan Covid. Er werd amper nog geïnvesteerd’, vertelt Driessen. Ook naar Prontors technologie voor tandartsapparatuur was nauwelijks vraag. Prontor stond voor de crisis al op de nominatie voor een herstructurering. De coronacrisis heeft die reorganisatie versneld en verdiept. Driessen reed heel regelmatig naar Baden-Württemberg. ‘In Nederland was het alle hens aan dek om de klanten te beleveren, in Duitsland was de sfeer totaal anders: Kurzarbeit, onderhandelingen, ontslagen. We hebben daar van ongeveer 20 procent van onze mensen afscheid moeten nemen.’ ‘Hoe vervelend ook, de reorganisatie van Prontor was nodig’, stelt Driessen. Met de Duitse tak kan Hittech straks efficiënter werken en zich ook op andere markten richten. ‘We zitten nu in de eindfase van dat proces.’ Daarna is het wachten tot de economie weer aantrekt. ‘Vanaf dan kunnen we komen op het niveau waar we zouden willen zijn.’

Uitbesteden

Ligt het alleen aan de verschillende doelmarkten dat Hittech in Nederland en Duitsland zo anders presteerde, of is er meer aan de hand? ‘De Nederlandse hightechindustrie wordt heel erg bepaald door ASML. Vanaf het begin hebben ze heel veel uitbesteed en open samengewerkt en geïnnoveerd met hun klanten en toeleveranciers. Dat model heeft zich verder ontwikkeld en daarvan plukken we nu de vruchten’, stelt Driessen. ‘In Duitsland kijken ze wel hoe dat in Nederland gaat en zetten ze ook wel stappen in die richting, maar het gaat heel langzaam’, vervolgt Driessen. ‘Veel Duitse bedrijven, zeker de grote, zijn gewend alles zelf te doen, dus die switch is

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 7

re

eai

Lin

ers

lag

gen

idin

e gel

els

ind

Sp

A

en

tor

a ctu

THK EUROPE B.V. • Eindhoven Office info.ein@thk.eu • Tel. +31 (0) 40 29 09 500 www.thk.com

21


THEMA FOCUS OP 2021

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

Hittech merkt dat de scepsis rond additive manufacturing is verdwenen. Foto: Hittech

lastig. Vaak praten ze wel over samenwerking, maar draait het toch vooral om prijs. In Nederland zien we in dat we er allemaal beter van worden als we samenwerken, maar in Duitsland liggen die verhoudingen vaak nog anders.’

Overnames?

Driessen staat sinds medio 2018 aan het roer van Hittech. Hij nam het stokje over van oprichter Cor Heijwegen, die toen een stapje terug deed. Tegelijkertijd kwam er via Emiel van Dommelen en zijn investeringsbureau Maril Holding nieuw kapitaal in de onderneming. Er werd een stevige groei-ambitie uitgesproken: binnen een paar jaar de omzet verdubbelen naar zo’n tweehonderd miljoen euro. Hoe staat het daarmee? ‘In Nederland liggen we aardig op schema en hadden we in 2020 weer een goede stap kunnen zetten’, antwoordt Driessen. ‘Door corona en de situatie in Duitsland moeten we de plannen echter bijstellen. We denken nu over drie tot vier jaar bij die grens te zijn.’ De kernmarkten die Hittech bedient – semicon, medical, measurement & analytics en packaging – zijn gezond, constateert Driessen. ‘Die blijven zich ontwikkelen. De halfgeleidermarkt gaat hard, maar ook de medische sector loopt door, zij het in een ander tempo.’ Ondanks de crisis heeft Hittech in het afgelopen jaar geïnvesteerd. ‘Als je dat kunt doen, sta je klaar op het moment

22

dat de markt weer aantrekt. Er staan best veel nieuwe projecten in de startblokken om in productie te gaan. Om de verwachtingen waar te kunnen maken, zijn ruimte, mensen en middelen nodig.’ De echte groeisprongen moeten komen van overnames. Daarvoor kan Hittech budget vrijmaken. ‘Door de huidige crisis moet er ergens beweging komen’, denkt Driessen. ‘We hebben altijd onze oren open, maar op dit moment hebben we niets concreet op het oog.’ Hittech kan kritisch zijn, want met Van Dommelen en Heijwegen heeft het aandeelhouders met een langetermijnvisie. De afgelopen jaren stonden er mooie bedrijven te koop, maar ze pasten niet goed genoeg bij Hittech, of de prijs werd door private equity zo ver opgedreven dat het lastig leek om die investering terug te verdienen. Op dit moment kijkt Hittech vooral in Duitsland. ‘Daar is de vijver groter en zit er meer vis in. We willen graag groeien bij onze grootste klanten, en het liefst zonder dat hun aandeel in onze omzet stijgt. Dat kan alleen als we een bedrijf overnemen dat in een andere markt actief is of andere klanten bedient. Daar ligt dan ook onze focus.’

Vingeroefening

Driessen ziet een aantal trends voor 2021 en verder. De eerste is digitalisering. ‘Daar wordt natuurlijk al heel lang over gepraat, maar nu begint Industrie 4.0 ook echt van de grond te komen’, zegt hij. Voor Hittech betekent dat het veel meer data van zijn producten en processen moet vastleggen. ‘Alleen binnen spec leveren is niet meer voldoende. Per product moeten de parameters bekend zijn omdat dat van invloed kan zijn op de yield van de eindklant. Als alles goed gaat, is er niets aan de hand, maar wanneer er iets misloopt, willen klanten dieper kunnen analyseren waar het probleem zit. We slagen daar steeds beter in.’ Transparantie in de keten staat sowieso steeds hoger op de agenda. ‘Iedereen is zich dit jaar rot geschrokken van het beperkte zicht dieper in de keten. Het leek soms wel of alles uitkwam bij die ene elektronicafabrikant uit Wuhan. Dan merk je ineens dat een keten op een component van een paar dubbeltjes kan vastlopen’, aldus Driessen. ‘De hightechindustrie had twee jaar geleden een soortgelijke ervaring met de brand

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 7

bij Prodrive. Die ervaringen waren voor de keten een goede vingeroefening voor de problemen van nu. Bedrijven hebben steeds meer aandacht om dat soort single points of failure weg te nemen.’ Of die focus ook leidt tot meer lokale productie, durft Driessen niet te zeggen. ‘Ik zie wel dat klanten proberen hun toeleverketens robuuster en inzichtelijker te maken. Maar sommige industrieën heb je hier gewoon niet meer; die zijn zo massaal vertrokken dat ik die niet meer zie terugkomen.’

Augmented reality

Ook op meer technisch vlak ziet Driessen de komende jaren veranderingen. Een daarvan is additive manufacturing. ‘In de kunststofwereld is dat de normaalste zaak van de wereld, maar nu komt het ook daadwerkelijk onze markt binnen. Blokken van zestig kilo titanium verspanen totdat een derde overblijft; daar is veel winst te behalen. Als je met 3d-printen dichtbij de uiteindelijke vorm kunt komen en met nabewerking de laatste details realiseert, is dat een heel interessant alternatief’, stelt Driessen. ‘Een tijd geleden vonden veel bedrijven het risico nog te groot en kozen ze voor de traditionele manier. Inmiddels is veel scepsis weggenomen en zetten ze serieuze stappen. Met één deel is Hittech zo ver dat het bijna in serieproductie kan. Met een ander complex deel zijn we heel ver met materiaaltests. Als we de eigenschappen goed hebben, kunnen we een proto printen en daarna hopelijk snel in productie.’ Net als additive manufacturing niet nieuw maar wel meer toegepast, is augmented reality. ‘Vorig jaar leek dat nog heel ver weg. Nu horen we van steeds meer klanten dat ze op die manier werken’, vertelt Driessen. ‘Dan gaan de brillen op en kijkt een specialist van afstand mee. Dat hoeft overigens ook helemaal niet van ver weg te zijn. Als een engineer wil meekijken in de cleanroom, hoeft hij niet eerst een pak aan te trekken, maar kan hij via augmented reality de situatie beoordelen. Dat maakt de drempel veel lager om de engineer om raad te vragen. Bij Hittech beginnen we binnenkort met de eerste proeven, vooral rond training en opleiding. Ik weet nog niet of dat het gelijk een onverdeeld succes zal zijn, maar dat we die stap gaan zetten, is duidelijk.’


COLUMN FO CU S O P 202 1

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

Robotisering gaat na de coronacrisis sky-high

V

anaf het moment dat corona het gesprek van de dag werd, zijn veel budgetten op slot gegaan. Door de grote onzekerheid speelden bedrijven tijdelijk op safe, met een interne focus op hun eigen operatie. Inmiddels zien we gelukkig dat bedrijven weer verder kijken dan de dag van morgen en komen de eerste orders weer binnen om fabrieken en logistieke operaties te robotiseren. De coronacrisis heeft ons in een geforceerd korte tijd veel geleerd: over thuiswerken, over de afhankelijkheid van mankracht, over internationaal zakendoen, en bijvoorbeeld over de effecten van het sluiten van winkels. Deze lessen hebben een impact op keuzes die we maken, en dat gaan we ervaren in de robotisering. Veel fabrieken moesten tijdelijk sluiten doordat de medewerkers het werk niet meer konden voortzetten onder restricties en een tekort aan arbeidskrachten. Wat ze in China reeds lange tijd ervaren, wordt nu ook duidelijk in Europa: om de industriĂŤle revolutie voort te zetten, moeten we mensen inzetten op creatieve en complexe taken. Zwaar en eentonig werk is een taak voor robots, om daarmee kosten te verlagen en door te kunnen draaien in een crisis als deze. Door de vergrijzing en het vooroplopen in massaproductie is dit voor een land als China niet nieuw, waar een op de drie robots wereldwijd wordt weggezet. Zelfs met een salarisniveau dat ver onder het westerse niveau ligt, is het zeer lastig om mensen te vinden voor het zware werk. Het zal niet lang meer duren voordat dit nijpende tekort aan arbeidskrachten ook in Europa een belangrijke drijfveer voor robotisering zal worden. Een extreem voorbeeld vinden we in logistieke operaties, waar jaarlijks vele duizenden handen extra nodig zijn om orders te picken en pakketten bij de consument te krijgen. Ook hier zien we een sterke impact van corona, waardoor winkels moesten sluiten en e-commerce een verdere vlucht nam. Op de korte termijn heeft dit geleid tot een focus om zo veel mogelijk uit de huidige operatie te halen, maar de enige oplossing voor de nabije toekomst is dat deze logistieke bedrijven verder gaan opschalen, gebruikmakend van heel veel robots.

Heico Sandee is cto van Smart Robotics.

Ook bij de bezorgdiensten zien we dat systemen overbelast raken. Gezien de zwaarte van het werk zijn bedrijven als PostNL naarstig op zoek naar robots om hen te ondersteunen. Dit gaat natuurlijk veel verder dan het automatiseren van het huidige proces. De consument wenst steeds sneller beleverd te worden, waarbij er actief wordt gekeken naar vieruursleveringen. Met dit alles gaat de huidige opzet geen standhouden, van grote centrale logistieke centra en de talloze busjes die naar de consument rijden. Hier gaan we een kentering zien naar bijvoorbeeld microfullfilment, waar ook weer robots een centrale rol spelen om een zeer gedistribueerde operatie op een gecontroleerde manier vorm te kunnen geven. Natuurlijk zijn er naast robots ook andere manieren om logistieke operaties te automatiseren. Ook deze oplossingen zullen we harder zien toenemen. Door de snelle veranderingen die in deze markt plaatsvinden, is er echter een sterke behoefte aan flexibele en multi-inzetbare oplossingen. De mens is daar het ultieme voorbeeld van, maar steeds meer op de voet gevolgd door de nieuwste robots gecombineerd met kunstmatige intelligentie, slimme sensoriek en geavanceerde grijpers. Uiteraard zijn er nog diverse andere effecten, bijvoorbeeld de toename van reshoring of robotisering in domeinen waar we dat nu nog nauwelijks zien zoals in de zorg, de bouw en de horeca. Voor mij staat het buiten kijf dat we ons kunnen opmaken voor een explosieve groei in robotisering op korte termijn.

Tekort aan arbeidskrachten belangrijke drijfveer voor robotisering

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 7

23


THEMA FOCUS OP 2021

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

Hoe kun je online werken optimaal gebruiken? In maart kwam het als een schok: thuis zitten en thuis werken. Wat hebben we geleerd de afgelopen periode over wat wel werkt en wat niet? En wat kun je hieruit leren voor de toekomst? Jaco Friedrich

D

e voor- en nadelen van online werken blijken nauw samen te hangen en worden in grote mate bepaald door de situatie. Het soort werk, de onderlinge relatie tussen degenen die samenwerken en de persoonlijkheid van de individuele werker zijn bepalende factoren of online goed of juist helemaal niet zo goed werkt. Hoe zit dat? Al snel tijdens de coronacrisis is gebleken dat er met online werken veel meer mogelijk is dan we dachten. Het hielp natuurlijk dat de online tools een stuk

stabieler en geavanceerder zijn dan jaren terug. Er kan meer. Het thuis werken voorkomt ook het vervelende en tijdrovende filerijden. En wanneer je rustige omstandigheden hebt thuis, kan het je helpen geconcentreerd te werken. Voor sommigen kan het dus zelfs de productiviteit verhogen. Velen hebben inmiddels ook ervaren dat dat niet voor iedereen geldt. Is het onrustig thuis of komen de muren op je af en heb je echte mensen om je heen nodig, dan kunnen een paar dagen op kantoor een zegen zijn. Voorlo-

pig gaan we ervan uit dat het ook na de pandemie wel een combinatie zal blijven van op kantoor en thuis werken. Hopelijk blijft het mogelijk dat iedereen daarin zijn eigen optimale balans kan kiezen.

Non-verbale communicatie

Wanneer zijn online conferencecalls minder effectief? Drie factoren zijn hierbij bepalend. Ten eerste: wanneer de relatie tussen de gesprekspartner onder druk staat en er conflict op de loer ligt (of al is), werkt online minder goed. Je

Providing solutions for tomorrow’s technologies www.hittech.com

DEVELOPMENT

24

ASSEMBLY

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 7

MANUFACTURING

MATERIALS


+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

mist immers een deel van de non-verbale communicatie en daardoor is ‘aanvoelen’ hoe iemand erin zit een stuk lastiger. Zeker als je met meerdere mensen in een videoconference zit. Je bent snel te direct of juist te weinig duidelijk omdat je niet goed ziet hoe iemand op je boodschap reageert. Je kunt minder gemakkelijk bijsturen. Hierdoor is het risico groter dat je elkaar verliest. Dit speelt ook in situaties waarbij je kritisch moet zijn op elkaars werk, bijvoorbeeld bij een belangrijke review of beslismeeting. Je raakt eerder in een discussie of mensen verliezen de connectie en haken af. Het risico bestaat dat de kwaliteit van reviews hierdoor achteruitgaat. Ten tweede, bij conferencecalls is het lastiger om snel op elkaar reageren, zonder door elkaar heen te praten. Op elkaar kunnen aanhaken verloopt minder soepel online. Voor creatieve sessies werkt het daarom meestal beter om fysiek bij elkaar te komen. De derde factor bij conferencecalls is of de deelnemers aan zo’n meeting elkaar al kennen. Als dat het geval is, de relatie goed is en er onderling vertrouwen is, dan zal het online werken ook een stuk beter gaan. Is dat vertrouwen er nog niet en zijn de deelnemers nieuw voor elkaar, dan gaat groepsvorming trager dan normaal. Hierbij speelt ook dat je min

of meer toevallige ontmoetingen mist. Momenten dat je ‘even bij iemand langs loopt’, meeluistert met anderen, iets kort afstemt of even informeel kletst. Het deel van de informatie dat je normaal op deze ongedwongen manier oppikt gedurende de dag valt helemaal weg.

Camera en microfoon aan

Wat betekent dit? Waarschijnlijk zal online werken blijven bestaan. De vraag is dus hoe je er het maximale uit kunt halen en de valkuilen omzeilt. Hier een paar praktische regels. Om het missen van het non-verbale te minimaliseren, + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

Creëer elke dag fysieke activiteit + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

raad ik aan als uitgangspunt altijd de camera’s aan te zetten. Zo ben je zichtbaar voor de anderen en de anderen voor jou. Dit geldt voor alle deelnemers van de meeting. Mogelijk geeft dit bandbreedte-issues. Doe echter niet uit voorzorg alvast je camera uit. Zet hem aan; uit kan altijd nog. Een volgend uitgangspunt is dat je je microfoon niet mutet wanneer je niet praat. Het aan- en uitzetten vormt een drempel – hoe klein ook – om snel op el-

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 7

kaar te kunnen reageren. Dus advies: laat hem aan staan. Tenzij je hond loopt te blaffen of de buurman aan het boren is. Om van elkaar op de hoogte te blijven, kan het handig zijn elke ochtend te starten met een ‘stand-up’. Iedereen vertelt even kort hoe het gaat en waar hij of zij die dag mee aan de slag gaat. Zo pik je van elkaar op hoe het is, wie hulp nodig heeft of waar je misschien met elkaar kunt meedenken. Bovendien creëert het een moment om je thuiswerkdag met een heldere focus te starten. Dat helpt weer om het wegzakken van je motivatie te voorkomen. Heb je geen team, dan biedt een accountability buddy misschien uitkomst. In gewoon Nederlands: iemand met je wie je elke ochtend even de dag doorneemt en die je scherp houdt (‘Heb je dit gisteren nog afgemaakt?’, ‘Heb je die en die al om hulp gevraagd of ga je dat weer uitstellen tot morgen?’). Daarnaast, voor iedereen geldt: creëer elke dag fysieke activiteit, zorg voor sociaal contact, zorg dat je even buiten bent, houd elk uur even kort pauze en zet je computer uit het zicht als je klaar bent met werk. Eigenlijk zijn dat sowieso goede routines, dus je kunt deze coronatijd mooi gebruiken om een paar goede gewoontes in te slijten. Jaco Friedrich is senior trainer, onder meer voor High Tech Institute.

25


THEMA FOCUS OP 2021

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

‘Tel je zegeningen’ De coronacrisis heeft ongekende gevolgen voor de arbeidsmarkt. Gevolgen waarvan we waarschijnlijk nog jaren de effecten zullen ondervinden. Vooralsnog lijkt de hightech de dans enigszins te ontspringen. Alexander Pil

N

et als vrijwel alle bedrijven ziet de Nijmeegse hightechdetacheerder HIP dit jaar een duidelijke teruggang in de omzet. ‘Zolang onze mensen hun werk kunnen blijven doen – al is het vanaf huis – is er voor ons relatief weinig aan de hand’, zegt directeur Chris Geelen. ‘We zitten in de fase van: tel je zegeningen. We halen substantieel minder opdrachten binnen, maar als we niet in het rood schieten, ben ik tevreden.’ Bij zijn klanten en opdrachtgevers ziet Geelen een divers beeld. ‘Er zijn bedrijven die reorganiseren, of dat hebben aangekondigd. Soms grijpen ze de huidige situatie aan om hun bedrijfsvoering te herzien. Never waste a good crisis. Maar er zijn net zo goed ook organisaties die juist nieuwe mensen nodig hebben. Vanwege de onzekerheden in de markt geven die de voorkeur aan flexibiliteit, en dus voor inhuur, wat voor ons weer gunstig is.’ Ook in de verschillende marktsegmenten die HIP bedient, is er variatie. ‘De semicon gaat heel behoorlijk’, merkt Geelen. ‘Veel halfgeleiderbedrijven tonen cijfers die hoger zijn dan verwacht. Wellicht omdat ze die verwachtingen eerder naar beneden hadden bijgesteld, maar alsnog is het nu beter dan gedacht. Het sentiment is positief. Semiconbedrijven leggen nog steeds vragen bij ons neer en hebben behoefte aan nieuw personeel. Ook bij machinebouwers en hun toeleveranciers zien we weer vraag ontstaan. Die hadden in het voorjaar alles on hold gezet. In de automotive ging het aan het begin van het jaar al slecht, maar dat is uiteindelijk best meegevallen.’

Tweede golf minder heftig

Geelen constateert in zijn netwerk dat de coronasituatie begint te wennen. ‘In het voorjaar zag je veel, toch wel pa-

26

nische reacties. Begrijpelijk misschien, want ook nu kun je geen gesprek voeren zonder het over corona te hebben. Maar in het begin ging het nergens anders over. Heel veel bedrijven kwamen stil te liggen. Ook omdat thuiswerken niet altijd ook echt werken was.’ Er heerste ook angst. ‘Van die paar opdrachten die we toen wel binnenkregen, hebben we er een enkele moeten laten lopen. We hadden de juiste kandidaten gevonden, maar die durfden de stap niet te zetten. Dat wijt ik volledig aan corona. Op zeker hadden we die plaatsingen vorig jaar wel kunnen realiseren. Nu kozen de kandidaten echter niet voor een nieuwe, verbeterde uitdaging, maar bleven ze bij hun veilige, vertrouwde werkgever. Ook al snap ik het wel, zeker achteraf kun je stellen dat dat in veel gevallen niet helemaal terecht is geweest.’ Bedrijven en hightechprofessionals, iedereen heeft inmiddels zijn weg gevonden. ‘Corona is een gegeven. Natuurlijk is het vervelend, maar de wereld vergaat niet’, zegt Geelen. ‘We moeten gewoon linksom en rechtsom een manier vinden om door te gaan.’ Wat dat betreft, ziet hij een duidelijk verschil tussen de eerste en de tweede golf. ‘In

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 7

die eerste periode hebben we hoegenaamd geen nieuwe business kunnen genereren. Rond de zomer kwam het weer een beetje op gang. En deze tweede golf lijkt veel minder effect te hebben op onze business. Hopelijk zet die trend zich volgend jaar door en zijn er partijen die weer echt kunnen groeien.’ Wat beklijft er post-corona van alle veranderingen? ‘We gaan naar een blended vorm’, denkt Geelen. ‘Wij waren al gewend om te videobellen omdat we veel met kennismigranten werken. Nu is dat volledig doorgeslagen. Uiteindelijk zal die online-component zeker toenemen in vergelijking met pre-corona, maar het blijft zeker niet 100 procent. Zodra het weer mag en kan, ontmoet ik mensen toch liever live. Je haalt zo veel informatie uit de non-verbale communicatie, uit het voorgesprekje bij de koffieautomaat en uit het wandelingetje terug naar de uitgang. Dat mis je online helemaal. Daar gaat het veel sneller to the point. Kijk, een cv of een opdracht doorsturen kan iedereen. Onze meerwaarde zit in de informatie tussen de regels. Daar zorg je voor de beste match en die kennis verzamel je veel makkelijker in een live een-op-een-contact.’


COLUMN FO CU S O P 202 1

Aanhoudende onzekerheid zorgt voor lagere industrieomzet

D

e coronapandemie zorgt voor een wereldwijde economische recessie. Ook de Nederlandse industrie is hard getroffen. Sinds de zomer klom de industrie langzaam uit het dal van de eerste lockdown. Vooral nieuwe exportorders zorgden voor herstel. De huidige tweede golf van oplopende coronabesmettingen smoort echter het economische herstel in Europa in de kiem. ABN Amro verwacht dat de gedeeltelijke lockdowns de komende maanden leiden tot een afname van de vraag naar industriële goederen en machines. Het nieuws over de vaccins geeft hoop en is aanleiding tot optimisme. ABN Amro gaat echter uit van de WHO-prognose dat een vaccin medio 2021 beschikbaar is en pas eind 2021 volledig is uitgerold. Bovendien houden wij rekening met een nieuwe opleving van het virus begin 2021, die waarschijnlijk in omvang en economische schade minder fors is dan de tweede golf, maar desalniettemin het herstel in de weg zit in de eerste helft van 2021. In de tweede helft verwachten we dat het herstel sterker zal zijn. In anticipatie op een vaccin zal de industrie haar productiecapaciteit opschroeven. De prognose is dat de Nederlandse economie in 2020 met 5,6 procent krimpt en in 2021 met 2,1 procent groeit. Dit houdt in dat het bbp eind 2021 nog niet terug is op pre-coronaniveau. Uit de recente CBS-cijfers blijkt dat binnen de industrie de meeste subsectoren een licht herstel van de productie zien, met uitzondering van de machinebouw. Het lage consumentenvertrouwen, gevoed door de aanhoudende vrees voor besmetting en de verhoogde inkomensonzekerheid, zorgt voor terughoudendheid bij ondernemers om nieuwe productiemachines aan te schaffen. De exportsector vormt een lichtpuntje. De wereldhandel trekt al enkele maanden aan, getrokken door het economisch herstel in Azië. Het volume van de Nederland-

Bbp eind 2021 nog niet terug op pre-coronaniveau

200 195

2de golf

190 1000x

185 180

Scherpe daling Q2

175 170 165

Herstel vertraagd door 3de golf

160 155 150

’13

’14

’15

’16

’17

’18

’19

’20

’21

’22

Foto: Hannie Verhoeven

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

David Kemps is sector banker Industrie bij ABN Amro.

se goederenexport lag in september 0,7 procent hoger dan een jaar eerder – het eerste positieve cijfer sinds februari. De chemie en de agrarische sector trokken daarbij de kar, maar ook de machinebouw voor de hightech- en foodsector profiteerden hiervan. ABN Amro-prognoses (volumes, jaar-op-jaar) per industriële subsector zijn: Chemie Rubber en kunststof Basismetaal Metaalproducten Elektrotechnisch Elektrische apparaten Machinebouw Transportmiddelen Meubelindustrie Totaal industrie

2019 -4,0% 1,5% -6,0% 0,0% -1,5% 7,0% 2,5% 0,0% -3,0% -1,0%

2020 -3,0% -7,0% -14,0% -7,5% -5,0% -5,0% -2,0% -16,0% -7,0% -6,0%

2021 1,5% 2,5% 6,5% 1,0% 1,0% 1,0% 5,0% 10,0% 2,0% 3,0%

2022 1,0% 1,5% 7,0% 3,0% 2,0% 2,0% 10,0% 3,0% 1,5% 3,5%

Machinebouw heeft veel last van de lage investeringsbereidheid wereldwijd, maar we zien wel enkele hightech machinebouwers profiteren van hun investeringen in onderhoud en besturing op afstand. Zolang onderhoudsmonteurs de grens niet over mogen, is het verhelpen van problemen en het geven van service enkel digitaal mogelijk. Ontwikkelingen bij machinebouwers als digitale opleiding, remote control en predictive maintenance krijgen dan ook een extra duwtje in de rug door de coronacrisis. Sinds 1 november heeft het collectieve uitstel van rente- en aflossingsbetalingen plaatsgemaakt voor maatwerkaanpak door de banken. Binnen de klantportefeuille van ABN Amro zien we geen grote liquiditeitsproblemen opdoemen voor de industriële klanten, maar de productie heeft steeds meer te lijden onder de uitval van werknemers door coronoklachten. De recente ledenenquêtes van de Koninklijke Metaalunie en de FME laten hetzelfde beeld zien. Afnemende orders en verhoogd ziekteverzuim zijn nu de grootste veroorzakers van problemen, maar toch geven respectievelijk 81 en 77 procent van de deelnemers aan dat ze binnen nu en een jaar geen liquiditeitsproblemen verwachten. Ik zou daarom ook graag optimistisch willen afsluiten: het nieuws over de nieuwe vaccins geeft hoop en ik quoot daarom graag uit de column van mijn oude leermeester, Han de Jong van Crystal Clear Economics: ‘Het gaat goed komen, maar heb enig geduld!’

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 7

27


ACHTERGROND OVER S I M U L AT I E

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

Vermogenselektronica op het scherpst van de snede De nauwkeurigheidseisen bij ASML zijn hoog, extreem hoog. Tijdens de online Comsol Conference laat vermogenselektronicus Jeroen van Duivenbode zien dat hij met zijn Veldhovense collega’s alles in het werk moet stellen om de targets te halen. ‘Het kleinste lekstroompje kan al een deeltje opleveren dat funest is voor de chip.’ Alexander Pil

O

m de dwingende wet van Moore te kunnen blijven vol­ gen, moet ASML steeds kri­ tischer naar alle technologie in zijn machines kijken. Mogelijke fouten kunnen overal vandaan komen, dus de engineers moeten stilaan echt op alle slakken zout leggen. Alleen dan lukt het om de details met nanome­ terprecisie op de chip af te beelden. Een van de vele domeinen waar ASML alles uit de kast moet halen, is de vermogenselektronica. Dat vak­ gebied is zeker geen bijzaak voor de Veldhovense wafermachines. De be­ wegingen van bijvoorbeeld de stages in het systeem gaan gepaard met flinke vermogens. ‘Het piekvermogen voor de waferstage is vergelijkbaar met het vermogen in een stevige per­ sonenauto’, weet Jeroen van Duiven­ bode, specialist in vermogenselek­ tronica bij ASML en fellow aan de TU Eindhoven. ‘Waar de elektronica voor die stagebewegingen vroeger in een schoenendoos paste, staan er nu vele kubieke meters vermogenselektroni­ ca naast onze machines.’ ASML heeft ook hoogspanning no­ dig om de wafer en de reticle elektro­ statisch te clampen aan hun stages en het gebruikt vermogenselektro­ nica in zijn nieuwe tak voor multi­ beam elektro­optische microscopie. ‘Een aantal jaar geleden zijn we be­ gonnen om uit te zoeken hoe fouten in de vermogenselektronica door­ werken in het uiteindelijke systeem’,

28

vertelt Van Duivenbode. ‘We hebben veel gesimuleerd, onder meer met behulp van Comsol Multiphysics, en ijverig gerekend. Uiteindelijk heeft dat ertoe geleid dat we veranderin­ gen in de producten hebben moeten aanbrengen om de roadmap en het ritme van Moore vol te houden.’

Lekstromen

Wat is nou eigenlijk vermogenselek­ tronica? Wanneer kun je spreken van hoogspanning? De industrie heeft daar geen standaard voor; verschil­ lende normen en instanties hebben een andere mening en geven ande­ re definities. Van Duivenbode: ‘De overeenstemming is dat de hoge spanningen die gepaard gaan met vermogenselektronica altijd gevaar­ lijk zijn voor de mens, in die zin dat je het niet moet aanraken.’ Een andere overeenkomst is dat elektronici voor de beschrijving van hoogspanningscircuits niet meer uit de voeten kunnen met de elektrici­ teitswetten van Kirchhoff. Je kunt een schakeling simpelweg niet meer zien als een verzameling weerstanden, condensatoren en spoelen, verbon­ den met een netwerk perfect gelei­ dende kabels. ‘De spanningen han­ gen af van de locatie en de geometrie’, verduidelijkt Van Duivenbode. ‘Ook de geschiedenis speelt mee omdat la­ ding zich kan hebben opgebouwd.’ Een andere uitdaging in vermo­ genselektronica zijn lekstromen, en

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 7

die kunnen funest zijn voor ASML. Via een lekstroom kan lading zich ophopen op een condensatorplaat. Dat geeft een spanning en als die maar hoog genoeg oploopt, ontstaat er een elektrostatische ontlading waarbij er een deeltje kan vrijkomen. ‘Als die op de chip terechtkomt, kun je hem weggooien’, zegt Van Duiven­ bode. De opgebouwde lading veroor­ zaakt ook een elektrisch veld dat een kracht kan uitoefenen. Als die kracht zich vertaalt in wrijving, kunnen er opnieuw potentieel schadelijke deel­ tjes in het systeem komen. Helaas zijn er in de vermogens­ elektronica heel veel manieren waar­ op lading kan weglekken. In zijn pre­ sentatie tijdens de online Comsol Conference 2020 half oktober laat Van Duivenbode een overzicht zien van dertig bronnen en effecten. ‘En dat zijn ze nog niet eens allemaal’, zegt hij erbij. ‘De fysica heeft er geen bood­ schap aan of zo’n effect je bedoeling is of dat het alleen storend werkt.’ Om te voldoen aan de extreem hoge nauwkeurigheidseisen in ASML­machines is het zaak om al deze lekstromen onder controle te houden. In zijn voordracht behan­ delt Van Duivenbode er twee: koude veldemissie en Townsend­ontlading.

Koude veldemissie

Ralph Fowler en Lothar Nordheim beschreven het mechanisme van koude veldemissie voor het eerst. Ze


+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

In een Townsend-ontlading tussen twee elektrodes op 1 cm afstand bij 500 Pa en 1 kV spanning ontstaat deze lawine van elektronen. Simulatie: Comsol

onderzochten verschillende metalen en constateerden dat de energie die nodig is om een elektron uit het materiaal los te trekken (de zogenaamde uittreepotentiaal of werkfunctie) afhankelijk is van de veldsterkte waaraan het metaal wordt blootgesteld. ‘De curves in hun grafieken zijn enorm steil. Dat betekent dat een kleine verandering in de veldsterkte een heel groot verschil in de lekstroom veroorzaakt’, legt Van Duivenbode uit. Het effect treedt op bij zeer hoge veldsterkte, in de orde van 109 V/m. Dat zulke hoge waarden optreden, heeft Van Duivenbode gesimuleerd met Comsol Multiphysics. ‘We hebben gerekend aan een opstelling met twee condensatorplaten onder hoogspanning’, vertelt hij. ‘Je kunt het veld daartussen verstoren door objecten te introduceren. Een geleidende bol die op het oppervlak ligt, heeft bovenop een ongeveer vier keer sterker veld. Als je dat bolletje op een geleidende staaf zet, blijkt dat de veldsterkte bovenop omgekeerd evenredig is met de straal van de bol. Dus als je de straal verkleint tot een scherpe punt, schiet de veldsterkte omhoog en kom je op het niveau waarop koude veldemissie optreedt.’ Zoals gezegd, kunnen de deeltjes die via koude veldemissie losraken schadelijk zijn voor de chips die ASML-machines maken. Wat ge-

beurt er als zo’n deeltje zich heeft losgemaakt? Van Duivenbode: ‘We hebben gekeken naar een bol met straal r die boven het oppervlakte hangt, een versimpelde representatie van zo’n losgeraakt deeltje. Met Comsol hebben we berekend dat de lading boven op die bol 6,58 keer groter is dan de oppervlaktelading op een cirkel met dezelfde straal. Dat houdt in dat er een significante kracht is die dat deeltje afstoot.’ Er zijn echter drie krachten in het spel: adhesie, elektrostatica en gravitatie, respectievelijk evenredig met r, r2 en r3. Dat wil zeggen dat voor kleine deeltjes de adhesiekracht de dominante factor is. En grote deeltjes blijven op het oppervlak liggen door de zwaartekracht. Daartussen kan de afstotende elektrostatische kracht voor lift-off zorgen, als het veld tenminste groot genoeg is. ‘We hebben dat proefondervindelijk vastgesteld met peperkorrels die ik uit de bedrijfskantine had meegenomen’, vertelt Van Duivenbode. ‘Die heb ik tussen twee elektrodes gelegd en daar 2,5 kV op gezet. De korrels worden inderdaad afgestoten en vliegen omhoog tegen de andere elektrode aan. Daar krijgen ze de tegengestelde lading en worden ze weer afgestoten.’

Townsend-ontlading

De tweede lekstroom die Van Duivenbode bespreekt, is Townsend-ontlading. De Ier John Townsend identificeerde het naar hem genoemde effect in 1897. Het idee is dat als er tussen twee geladen platen een ioniserend event plaatsvindt, bijvoorbeeld door koude veldemissie of door kosmische straling, er een elektron vrijkomt dat versnelt richting de anode. Als dat elektron hard genoeg gaat, kan het in het gas voor nieuwe ionisaties zorgen en zo een kettingreactie teweegbrengen. De Duitse onderzoeker Friedrich Paschen deed metingen aan de doorslagspanning. Hij ontdekte dat die een functie is van de druk en de afstand tussen de platen. ‘We hebben dat bij ASML gesimuleerd in Comsol’, vertelt Van Duivenbode. ‘In-

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 7

derdaad zagen we dat een ontsnapt elektron een lawine veroorzaakt en honderdduizenden elektronen bij de anode aankomen. Tenminste, bij een druk van 500 pascal en een afstand van 1 centimeter. Bij een lagere druk – of een kleinere afstand – loopt dat aantal sterk terug. Bij 5 Pa vliegt het elektron ongehinderd door. Ook bij hogere druk zie je geen lawine. Het elektron botst te vaak en kan niet voldoende snelheid opbouwen om veel ionisaties te veroorzaken.’ Om het effect helemaal goed te beschrijven en compleet te maken, moesten Van Duivenbode en zijn collega’s ook de vindingen van de Nederlandse natuurkundigen Gilles Holst en Ekko Oosterhuis van Philips meenemen. Zij scherpten het beeld van Townsend aan door zich te realiseren dat er bij een ionisatie ook een positief ion overblijft dat naar de kathode schiet. Als dat ion de kathode raakt, ontstaan er mogelijk weer nieuwe elektronen die het ontladingsevent in stand houden. ‘Een lawine van lawines’, aldus Van Duivenbode. ‘Opnieuw met Comsol hebben we dat allemaal goed in kaart kunnen brengen, ook voor niet-homogene velden.’

Tot in de puntjes

‘Vermogenselektronica en hoge spanningen zijn zeer nuttig voor ASML, zelfs onvervangbaar’, aldus Van Duivenbode. ‘Maar je moet altijd rekening houden met allerlei lekmechanismes. Die moeten we managen om fouten te voorkomen en de levensduur te verhogen. Eindige-elementenberekeningen zoals we die doen in Comsol zijn onmisbaar in de analyse van statische en dynamische velden, waarbij de uitdaging is om ook om te gaan met niet-lineaire lekeffecten.’ En Van Duivenbode kan nog wel even vooruit. ‘Van die dertig types lekstromen hebben we nog lang niet alles tot in puntjes uitgediept. Omdat we steeds de grens opzoeken en verschuiven, moeten we het ook steeds nauwkeuriger doen. Het is een blijvend gevecht om al die effecten onder controle te houden en tot goede oplossingen te komen.’

29


ACHTERGROND OVER TESTEN EN METEN

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

Alia Instruments ontwikkelt met hulp Demcon slimme dichtheidsmeter voor slurry’s

Mechatronicakennis in baggerindustrie toegepast

De Nederlandse maritieme sector bouwt steeds slimmere schepen. Zoals voor de baggerindustrie, die werkt met slurry’s en dichtheden nog meet met nucleaire straling. Alia Instruments ontwikkelde met hulp van Demcon een slimme dichtheidsmeter die veiliger en betrouwbaarder werkt, niet-nucleair. Zo vindt kennis van hightech mechatronica en rubbertechnologie zijn weg naar andere sectoren, zoals baggerindustrie en mijnbouw. Jan Peters, Peter Rutgers, Michiel Beijen, Kees van Dijk en Ruud Hesselink

A

l jaren ontwikkelen Neder­ landse scheepsbouwers slim­ me schepen. Een recent voor­ beeld is de bucketwheel­dredger die Rohr­Idreco heeft gemaakt voor het Columbiaanse goudmijnbedrijf Mi­ neros Aluvial. Rohr­Idreco legt zich toe op het bouwen van ‘intelligent dred­ gers’. Deze baggerschepen realiseren door hun verregaande automatise­ ring, en met hulp van visualiserings­ software, de maximale productie bij een zo laag mogelijk energieverbruik en optimaliseren daarmee de total cost of ownership. Naast andere slimme oplossingen heeft het be­

30

drijf uit Doetinchem op de bucket­ wheel­dredger de niet­nucleaire dichtheidsmeter van Alia Instruments geïnstalleerd voor het meten van de slurry­dichtheid om de hoogst moge­ lijke productie te bereiken. Slurry’s zijn in water getranspor­ teerde abrasieve (schurende) mate­ rialen zoals zand, kiezel, grind of erts. Sectoren als de baggerindustrie, tunnelbouw, mijnbouw en metaal­ recycling werken ermee. Ze meten de dichtheid van die slurry’s om op­ brengsten te bepalen en de efficiën­ tie van hun werk te kunnen verho­ gen. Nucleaire straling vormt in deze

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 7

sectoren van oudsher de basis voor dichtheidsmeters. De straling gaat dwars door de buis waarin de slurry wordt getransporteerd. Hoe hoger de dichtheid, hoe meer straling on­ derweg wordt geabsorbeerd of ver­ strooid en dus hoe lager het gemeten stralingsniveau aan de overkant. Nucleaire dichtheidsmeting brengt natuurlijk veiligheidsrisico’s met zich mee en bemoeilijkt de dagelijkse ope­ ratie. Dit bezwaar wordt ondervangen door de nieuwe dichtheidsmeter ont­ wikkeld door Alia Instruments, dat is gehuisvest in de Enschedese locatie van technologieontwikkelaar en ­pro­


+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

Rohr-Idreco bouwde recent een intelligente bucketwheel-dredger voor het Columbiaanse goudmijnbedrijf Mineros Aluvial. ducent Demcon. Alia Instruments is voortgekomen uit Imotec, dat al veel ervaring heeft opgedaan in de baggersector. Het instrument werkt volgens een mechanisch meetprincipe en is voorzien van een elektromagnetische actuator en versnellingsopnemers. De opgave was om de hardware zo simpel en robuust mogelijk uit te voeren, met het oog op de grofstoffelijke omgeving. Het geheime wapen van de innovatieve dichtheidsmeter is het hightech algoritme voor het verwerken van de meetsignalen.

Trillende constructie

Het meetsysteem van Alia Instruments is uitgevoerd als een buissegment dat met een diameter op maat (van 100 tot wel 500 mm) in de slurry-transportleiding van de klant wordt ingebouwd. Het segment is voorzien van een rubberen binnenbuis die dient als slijtlaag en net als het segment is uitgevoerd met flenzen voor een robuuste bevestiging en afdichting. Deze rubberen binnenbuis wordt aan de boven- en onderkant omhuld door een stalen constructie. Een bevestiging met bladveren aan de ‘vaste wereld’ van de meetbuis zorgt ervoor dat de constructie statisch bepaald is opgehangen en goed gedefinieerd in de verticale richting kan bewegen. Een elektromagnetische Lorentz-actuator brengt de constructie in verticale trilling en accelerometers meten vervolgens de resulterende versnelling van binnenbuis inclusief passerende slurry. De actuator is in eigen huis ontwikkeld, om de gewenste motorconstante en frequentiekarakteristiek te verkrijgen. Speciale aandacht vergde de luchtspleet tussen de spoel en de permanente magneet. Deze moet groter zijn dan gebruikelijk, omdat de actuator anders onder ruige omstandigheden kan gaan ‘klapperen’. De actuator kan krachten in de orde van kilonewtons leveren over een breedbandig spectrum tot rond de 100 Hz. De hele constructie is stijf ontworpen om te voorkomen dat de onvermijdelijke eigenfrequenties te dicht in de buurt

van de maximale actuatorfrequentie noeg zijn om de werkdruk met een liggen. Dan zou de hele meetbuis na- veilige marge op te vangen en volmelijk kunnen gaan resoneren. doende slijtlaag te bieden voor een goede standtijd. Kritiek in de rubberen binnenbuis is Modelvorming en de overgang van het bewegende deel kalibratie De kracht die de actuator uitoefent, naar de vaste wereld van de meetis bekend en de versnelling is geme- buis; op dat punt vindt afschuiving ten, dus volgt hieruit de massa (de (en ook buiging) plaats in het rubber. tweede wet van Newton). Met het Voor het ontwerp is samengewerkt bekende volume van het geëxciteer- met Dutch Dredging Components, de buisdeel is dan de dichtheid van een specialist in rubbers voor de de op het meetmoment passerende baggerindustrie en mijnbouw. De uitdaging was om vanuit verschilslurry te berekenen. Externe invloeden worden mee- lende kennisdomeinen en rekening genomen in de dichtheidsbepa- houdend met de gebruikseisen van ling. Denk daarbij aan mechanische de klant te komen tot de beste oplosstoorbronnen zoals de trillingen van sing. De gebruikelijke modellen (voor de pompen die de slurry voortstu- stalen constructies) voor bijvoorbeeld wen of van de dieselgeneratoren die de berekening van stijfheid gingen in staan te stampen op een bagger- dit geval niet meer op en moesten schip. Om deze te meten, zijn acce- daarom proefondervindelijk opnieuw lerometers bevestigd aan de vaste worden opgebouwd, met een beroep wereld van de meetbuis. Ook al wor- op de specialistische kennis en prakden de storende invloeden in de mo- tische ervaring van Dutch Dredging delvorming meegenomen en zorgt Components. het rubber voor enige demping, toch is het systeem voorzien van actieve Transitie trillingsisolatie om zo veel mogelijk Inmiddels is de niet-nucleaire senverstoring weg te filteren. sor compleet uitontwikkeld en heeft Naast de mechanische invloeden Alia Instruments de eerste exemplais er ook nog een thermische factor, ren geleverd aan klanten in diverse onder meer omdat de stijfheid van industrieën. De meter is eenvoudig het rubber temperatuurafhankelijk in een leiding in te bouwen en aan is. De correcties op de metingen vor- te sluiten op de procesbesturing van men vervolgens de basis voor kali- de gebruiker. Een ander voordeel ten bratie van het fysieke meetsysteem. opzichte van het oude meetsysteem Toevoer van verschillende slurry- is de hogere betrouwbaarheid. Bostromen waarvan de dichtheden vendien is de performance van de bekend zijn en specifieke excitatie nieuwe meter nagenoeg onafhandoor de actuator levert dan voldoen- kelijk van procesomstandigheden de informatie om de parameters in en slurry-materiaal. Zo helpt Alia het model goed te kunnen bepalen. Instruments slurry-gerelateerde Dit resulteert in een algoritme dat sectoren bij hun eerste stappen in meetsignalen kan vertalen in be- de transitie van nucleair naar niettrouwbare dichtheidswaardes. nucleair, door verschillende kennisgebieden te combineren in een slim en veilig product. Ontwerpuitdaging met

rubber

Bijzondere aandacht vergde de rubberen binnenbuis. Deze moet zo dun mogelijk zijn om het rubber met z’n frequentieafhankelijke stijfheid en demping de metingen zo min mogelijk te laten vertroebelen. Anderzijds moet de binnenbuis wel sterk ge-

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 7

Jan Peters is directeur van Alia Instruments. Peter Rutgers (mechatronics consultant en medeoprichter), Michiel Beijen (mechatronic system engineer), Kees van Dijk (mechatronic system engineer) en Ruud Hesselink (system engineer) zijn verbonden aan Demcon.

31


ACHTERGROND OVER COBOTICA

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

De cobot als modern werkdier

Collaboratieve robots komen we steeds vaker tegen op de industriële werkvloer. Die technologie heeft echter wel een zetje nodig, want weliswaar wordt er vaak gewerkt mét de cobot, maar nog te weinig sámengewerkt. Essentieel is dat de medewerker het ‘gedrag’ van de cobot juist kan interpreteren en voorspellen. Elsbeth de Joode (Saxion) en Marijke Bergman (Fontys) stellen in dit artikel ontwerpprincipes voor op basis van de eeuwenoude samenwerking tussen mens en werkdier. Elsbeth de Joode, Marijke Bergman

R

obots in de maakindustrie hoeven niet langer alleen achter hekwerk hun taken te verrichten, maar kunnen steeds vaker naast en tussen hun menselijke collega’s functioneren, in de vorm van cobots. De toenemende behoefte aan personalisatie van producten – en in kleinere oplages – maken het gebruik van zo’n cobot extra aantrekkelijk. Daarbij zijn ze handzaam, relatief licht en klein, en veiliger voor interactie met de menselijke medewerker. Volgens de International Federation of Robotics vormen cobots momenteel nog slechts 4,8 procent van het totaal aantal robots, maar groeit deze markt razendsnel. Mens en robot werken in de praktijk echter meer naast elkaar, dan samen. Het is de verwachting dat dat in de nabije toekomst – mede door de zogenaamde vijfde industriële revolutie – zal veranderen. Dan zullen mens en technologie allebei hun eigen expertise inbrengen in het productieproces, waarin de mens een creatieve en proactieve partner is van de productieve en ondersteunende technologie. Intensieve en interactieve samenwerking is complex, voor zowel de cobot als de mens. Noodzakelijk zijn een gemeenschappelijk doel, uitwisseling van informatie en een bepaalde mate van vertrouwen. Er moet afstemming plaatsvinden en beide partijen moeten in staat zijn de in-

32

tenties van de ander te begrijpen. De cobot moet adaptief kunnen omgaan met de onvoorspelbare omgeving en moet een natuurlijke, intuïtieve manier van communiceren hebben. De medewerker die met de cobot samenwerkt, is vaak minder technisch onderlegd dan het geval is bij traditionele industriële robots. Het gedrag van de cobot moet als vanzelf te begrijpen zijn om optimale samenwerking niet in de weg te staan. Wij betogen echter dat het menselijker maken van een cobot (door bijvoorbeeld het toevoegen van een gezicht of ogen aan het ontwerp) niet voldoende is. Het kan zelfs tegenwerken in het bereiken van een goede samenwerking tussen mens en cobot. Onze verwachtingen over mensachtige cobots komen namelijk vaak niet overeen met de functies en mogelijkheden van deze cobots.

Vertrouwen

Intuïtieve technische ontwerpen kenmerken zich door het gebruik van kennis over natuurlijke reacties van mensen op geluiden, beelden of bewegingen. Mensen zijn bij wijze van spreken geprogrammeerd om dit ‘gedrag’ van technologie te interpreteren en daarop te reageren. Dit gedrag moet dus zo veel mogelijk eenduidig zijn en de juiste verwachtingen scheppen, passend bij de daadwerkelijke functies en signalen die we willen overbrengen.

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 7

Voor succesvolle samenwerking is het essentieel dat de mens vertrouwen heeft in de cobot. De medewerker moet zich veilig voelen om optimaal te kunnen presteren en fouten te voorkomen die de productielijn kunnen stilleggen. Dit gevoel van veiligheid kun je bevorderen door de cobot zich voorspelbaar en leesbaar te laten gedragen. Dat wil zeggen, dat de mens makkelijk kan inschatten wat de cobot gaat doen, en ook begrijpt waarom de cobot dat doet, met welke intentie zogezegd. Cobots die zich natuurlijk bewegen, zijn voorspelbaarder en leesbaarder voor mensen. De snelheid van bewegen moet passen bij de grootte van de cobot, zoals we dat gewend zijn bij mensen en dieren (hoe groter, hoe trager). De stopafstand van de cobot mag niet te dicht bij de mens zijn en er moet een remweg zijn die het afremmen van mens of dier imiteert – met andere woorden: niet abrupt of schokkend. Als de robotarm een beweging van A naar B moet maken, dan zou daarin een bocht moeten worden gemaakt in plaats van een rechte lijn, zodat mensen beter kunnen inschatten wat de bestemming is van deze beweging. Ook door de houding van de cobot (alert of in sluimerstand), het richten van zijn ‘kop’ naar de mens of het maken van een kleine beweging met de robotarm wordt de intentie van de cobot duidelijker voor de mens.


+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

+ + + +

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

De Handle-robot van Boston Dynamics doet denken aan een grote loopvogel. Je zou denken dat door het imiteren van menselijk gedrag door cobots een ideale samenwerking tot stand zou kunnen komen. Uit onderzoek blijkt echter dat het mensachtig maken van cobots een aantal nadelen heeft. Ten eerste is het enorm ingewikkeld om een cobot zich daadwerkelijk als een mens te laten gedragen, zowel in beweging als in cognitie achter dat gedrag. Ten tweede komt de zogenaamde uncanny valley om de hoek kijken: hoe menselijker een robot wordt, hoe ongemakkelijker we ons daarbij voelen. Dat gevoel verdwijnt pas weer als deze menselijke robot daadwerkelijk een mens op allerlei vlakken imiteert en evenaart. Maar zo ver is de technologie nog niet, en bovendien zou dat cobots erg kostbaar maken. Ten derde kun je nog denken aan de existentiële angst van mensen om vervangbaar te zijn. Bij een mensachtige robot komt die angst wellicht eerder opzetten, want wat heb je als mens dan nog toe te voegen? Wij betogen dat niet het imiteren van menselijk gedrag, maar het emuleren van dierlijk gedrag hier een oplossing biedt.

Directe aannames

Een werkrelatie die de mens al duizenden jaren kent, is die met dieren zoals olifanten, ossen, paarden en honden. Deze vindt juist zijn kracht in de combinatie van specifieke talenten, waardoor mens en werkdier elkaar aanvullen. Net als bij de mens en de cobot op de werkvloer binnen de maakindustrie. Het activeren van een metafoor in het gebruik van technologie is

belangrijk omdat mensen daarmee gemakkelijk begrijpen wat de bedoeling is van de technologie, wat ze ervan kunnen verwachten en hoe ze ermee om kunnen gaan. Het gebruik van een werkdier-metafoor zorgt ervoor dat mensen direct een aantal aannames doen over de omgang met cobots: • Grote en sterke cobots kunnen gevaarlijk zijn; ik moet voorzichtig zijn. • Ik heb enige training nodig voordat ik goed met de cobot kan samenwerken. • Als ik de juiste aanwijzingen geef, dan doet de cobot wat ik wil en ben ik de baas. • De cobot kan sommige taken beter dan ik, maar andere taken helemaal niet of minder goed. Als cobots het gedrag vertonen dat bij deze metafoor past, maken deze aannames de samenwerking met cobots meteen begrijpelijker, en daardoor veiliger en effectiever.

Snuit

Deze metafoor is op verschillende manieren te activeren. Je kunt het uiterlijk van de cobot dierlijker maken door het gebruik van mimicry, het imiteren van dierlijke uiterlijke kenmerken en gedrag. De welbekende Handle-robot van Boston Dynamics doet bijvoorbeeld denken aan een grote loopvogel. Maar ook meer simpele ingrepen in het ontwerp van bekende cobots zouden hieraan kunnen bijdragen. Bijvoorbeeld door gebruik van een ‘snuit’ waarmee contact met de mens kan worden gezocht, door naar de mens toe te bewegen of te

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 7

draaien. Ook kan de suggestie van gedeelde aandacht worden gewekt door de kijkrichting van de mens te volgen met de snuit van de cobot. Net als bij werkhonden kan de cobot een alerte houding aannemen als hij klaar is voor een volgende opdracht, door nabijheid te zoeken. En indien er hulp nodig is van de mens bij een taak die de cobot uitvoert, dan kan de cobot aandacht vragen door geluiden of beweging, net zoals werkhonden dat zouden doen. Belangrijk hierbij blijft dat vorm en gedrag de functie moeten volgen; het moet passend zijn bij de situatie en de eisen die aan de cobot worden gesteld. Door gebruik te maken van psychologische kennis over de manier waarop mensen gedrag van cobots interpreteren, en op basis daarvan ontwerpprincipes op te stellen, én door kennis over succesvolle samenwerking met werkdieren, kunnen we het ontwerp van cobots optimaliseren en daarmee een veilige en effectieve samenwerking bewerkstelligen. Elsbeth de Joode is hoofddocent en onderzoeker bij het Saxion-lectoraat Brain & Technology. Ze is gepromoveerd neuropsycholoog en doet onderzoek naar de interpretatie van het gedrag van cobots door mensen. Marijke Bergman is senior onderzoeker bij het Fontys-lectoraat Mens & Technologie en projectleider van het Raak mkb-project ‘Close encounters with cobots’. Ze doet onderzoek naar de interactie met en de acceptatie en omarming van technologie door de werkende mens.

33


jouw specialist in voedingen

Best in class DIN-rail power supplies

FIEPOS IP54 - IP67 24V field power supplies

• Voor

decentrale opstelling in het veld • 1F of 3F ingangsspanning, 24VDC - 28VDC uitgang • Tot 4 afgezekerde, instelbare uitgangen met stroombeperking • 300W of 500W vermogen, parallel/redundant schakelbaar • Powerboost tot 1000W • Hoog rendement > 95% • Output-OK, display, optionele IO-Link interface • Beschikbare connectiek: 7/8”, M12, HAN-Q, Quickon • Super compact: 181 x 183 x 57mm, DIN-Rail of chassis-mount

Solutions by Knowledge www.elipse.eu info@elipse.eu TEL +32 (0)3 354 51 80 www.elipse.eu info@elipse.eu


ACHTERGROND OVER I N D U ST R I Ë L E AUTO M AT I S E R I N G + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

Domme fabrieken bestaan echt – ondanks mechatronica Angelo Hulshout heeft een ambitieus plan om fabrieken efficiënter te maken met behulp van Smart Industry-technologieën als het internet of things, cloud en machine learning. In Mechatronica&Machinebouw rapporteert hij over de voortgang van zijn inspanningen. Angelo Hulshout

A

ls ik mensen uitleg wat ik aan het doen ben, en het gaat over mijn idee om procesverbeteringen in productie op basis van data te verkopen, refereer ik vaak aan fabrieken waar de benodigde data enkel te vinden is in spreadsheets en handgeschreven notities. Dat is deels gebaseerd op gesprekken die ik heb gevoerd met mensen in productieomgevingen, en deels een stukje eigen invulling. Overal worden spreadsheets gebruikt, meestal Excel-sheets, en soms kom ik inderdaad handgeschreven notities tegen. De meeste fabrieken die minder dan 35 jaar oud zijn, draaien op plc’s, en meestal is er ook wel een overkoepelend manufacturing execution system (mes) aanwezig. Dit plant en beheert de hele fabricage, vaak samen met een supervisory control and data acquisition-systeem (scada). Dat was ook mijn uitgangspunt: de datavergaring in deze twee systemen is vaak onvolledig. Om data-analyse voor procesverbetering te doen, is het niet zo moeilijk om dat aan te vullen en te gebruiken om zinvolle informatie te genereren. Zo’n combinatie van mechanica, plc’s en mes/scada is eigenlijk een perfecte

invulling van wat we mechatronica noemen: mechanica, elektronica en een zinvol stuk software.

Niet geautomatiseerd

Het kan echter nog een stuk primitiever, zo heb ik ervaren. We zitten al een tijdje tegen een klant aan te schurken om een project van de grond te krijgen. Onze eerste inschatting was dat het (netwerktechnisch) openen van de plc’s en controllers een goede start zou zijn. We dachten aan software-adapters, die data uit deze systemen kunnen vergaren en in een database opslaan. Van daaruit kunnen we dan onze analysesoftware en dashboards erop loslaten. Een kans voor de klant om meer grip op zijn proces te krijgen, en voor ons om ons concept te bewijzen. Onlangs hebben we een goed inhoudelijk gesprek gehad en wat blijkt? Dit bedrijf, eigenaar van twee fabrieken, heeft de hele productie en de planning daarvan vrijwel niet geautomatiseerd. Er zijn machines die vanuit plc’s worden geregeld, en sommige met een ander soort industriële controller. De hele operatie wordt echter gestuurd op basis

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 7

van de ervaring van twee operators die er al jaren werken en de eigenaar, allen met een spreadsheet en een notitieblok in de hand.

Stap terug

Kort geleden hebben ze een nieuwe it-manager in dienst genomen, en die vraagt nu of we mes en scada kunnen introduceren. Dat kan natuurlijk, en het sluit aan bij wat we van plan waren, maar het betekent wel dat we even een stap terug moeten doen. Om ons werk te doen, moeten we data uit het proces halen. Die data komt idealiter uit de controllers (al dan niet via scada) en uit het mes. Maar voordat we een mes kunnen inrichten, zal het proces eerst onder controle moeten zijn. Daarmee hebben we een nieuwe uitdaging. Die zijn we nu toch aan het uitwerken voor deze klant. De vraag is of we een manier kunnen vinden om diens twee fabrieken in één keer van industriële revolutie 2.5 naar Industry 4.0 (Smart Industry) te brengen. Angelo Hulshout is onafhankelijke software-expert, lid van het Brainport High Tech Software Cluster.

35


ACHTERGROND OVER I N D U ST R I Ë L E AUTO M AT I S E R I N G + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

Iot- en pc-gebaseerde besturing om productie- en machinedata te benutten

Machines, apparaten en fabrieken produceren steeds meer data naarmate ze slimmer worden en meer verbonden zijn. Smart Industry belooft deze enorme hoeveelheden data om te zetten in waardevolle informatie. Mathworks en Beckhoff laten zien hoe deze uitdaging kan worden aangepakt. Fabian Bause, Rainer Mümmler

S

mart Industry zal bekende paradigma’s transformeren, zoals de vorm van de automatiseringspiramide, die nu ongeveer een kwart eeuw oud is. Als model voor automatisering in fabrieken kan de piramide op verschillende manieren worden begrepen. Een daarvan is hoe gegevens worden uitgewisseld en verwerkt in geautomatiseerde omgevingen. De automatiseringspiramide bestaat uit vijf lagen, die in twee secties kunnen worden opgedeeld. Het onderste gedeelte beslaat het productieproces met sensoren, actuatoren, aandrijvingen, motoren en gereedschappen in laag 0 die het eigenlijke werk doen, en de plc’s in laag 1 die het proces regelen. Het bovenste deel vormt het bedrijfsmanagementniveau, bestaande uit scada (laag 2), mes (laag 3) en erp (laag 4).

Van fabrieksvloer tot bedrijfsniveau

De piramidevorm is niet alleen gekozen om hiërarchische redenen, maar ook omdat informatie horizontaal en verticaal reist. Onderaan is de hoeveelheid geproduceerde gegevens het grootst. De componenten in laag 0 communiceren verticaal en hard realtime vanuit verschillende delen van de machine met de controlelaag met bemonsteringsfrequenties tot enkele kilohertz, waardoor veldbussen nodig zijn om deze enorme datastromen te versturen. De bussen die hier worden gebruikt, zijn onder meer Ethercat, Profinet en ethernet/ip.

36

De plc’s in laag 1 zorgen ervoor dat het beoogde proces wordt uitgevoerd volgens de juiste stappen op het juiste moment binnen de vereiste toleranties. Horizontaal kunnen de controllers met elkaar communiceren, hetzij realtime, met behulp van Ethercat Automation Protocol (EAP) of UDP, hetzij niet-realtime, met bijvoorbeeld OPC UA, ADS of TCP/IP. De business-machine-communicatie begint op de fabrieksvloer. Deze communicatie is meestal niet realtime, omdat ze doorgaans afhankelijk is van switches, routers, firewalls en andere infrastructuurapparaten die vertragingen veroorzaken. Traditioneel worden beslissingen langzamer genomen hoe hoger je in de piramide komt en zijn ze gebaseerd op steeds meer gecondenseerde gegevens. Een huidige trend in Smart Industry is om de mes-systemen en zelfs de erp-systemen rechtstreeks te verbinden met plc’s. Deze toplagen verzamelen nu niet alleen gegevens uit de lagen direct eronder, waar ze

De automatiseringspiramide.

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 7

zijn samengevat en geanalyseerd, maar kunnen ook receptgegevens rechtstreeks naar plc’s sturen en in ruil daarvoor statusrapporten terugkrijgen. Dat maakt de weg vrij voor de flexibiliteit en responstijden die de slimme industrie nodig heeft.

Breng automatisering naar businessniveau

Toekomstige productie- en onderhoudsomgevingen moeten het hoofd bieden aan steeds meer fabrieken die over verschillende locaties zijn verspreid. Machinebouwers zullen hun wereldwijd draaiende apparatuur in de gaten willen houden en onderhoudscontracten op afstand willen aanbieden. Het opzetten van geautomatiseerde processen in laag 2 en 3 en het met elkaar verbinden van fabrieken is daarom de toekomst van industriële automatisering. Productiebedrijven en machinebouwers moeten dit efficiënt en veilig kunnen doen, dus zonder de veilige werking, de netwerkintegriteit en waardevolle vertrouwelijke gegevens in gevaar te brengen. Een goed startpunt voor procestechnologen, productieplanning en machinebouwers is het scada-niveau (laag 2), waar alle relevante productiegegevens al gereduceerd binnenkomen en worden geanalyseerd. Een eenvoudige manier om verbinding te maken met externe netwerken – en om rekenkracht toe te voegen – is door een edge-apparaat in te voegen. Door dit op scada-niveau te doen, kunnen bedrijven hun mes- en


+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

erp-inspanningen concentreren op minder locaties of zelfs op één centraal punt, waar het eenvoudig is om de machinebouwers toegang te verlenen tot gegevens van de fabrieksvloer en plc’s, maar niet tot de business- en bedrijfsgegevens van het productiebedrijf. Een manier om veilige verbindingen tussen gedistribueerde fabrieken tot stand te brengen, is het gebruik van vpn’s, maar het opzetten en onderhouden ervan brengt verschillende uitdagingen met zich mee. Een alternatief is om te vertrouwen op cloudgebaseerde oplossingen die de voordelen bieden van veilig datatransport (zoals vpn) en de nadelen minimaliseren als het gaat om het onderhouden van de netwerkverbinding.

Thingspeak

Datacommunicatie in de cloud maakt vaak gebruik van transport layer security (tls). Traditioneel werken dergelijke oplossingen op client/server-basis. Als een technicus wil communiceren met een plc op een externe locatie, fungeert de plc die de gegevens aanbiedt als de server en de machine van de gebruiker neemt de rol van een client, waardoor een directe verbinding met de plc tot stand wordt gebracht. Het beveiligen van deze verbinding met behulp van tls is geen probleem, maar daarvoor zou een poort in de firewall moeten worden opengezet, wat de meeste it-beheerders eenvoudigweg weigeren. Het Thingspeak-platform van Mathworks gebruikt een publisher/ subscriber-model om deze beperkingen te elimineren en tegelijkertijd extra voordelen te bieden aan de gebruiker. De Thingspeak-server kan in een beveiligd netwerk worden geplaatst

en fungeren als berichtenmakelaar, zodat alle gegevens die erop worden gepubliceerd alleen via een uitgaande verbinding worden verzonden. Elke subscriber verzendt zijn verzoeken ook via een uitgaande verbinding en ontvangt gegevens als een tcp-antwoord (zoals een webbrowser). Deze aanpak heeft voordelen. Alle partijen die bij deze communicatie betrokken zijn, hoeven alleen het ip-adres van de berichtenmakelaar te weten. Het is niet nodig om ip-informatie van deelnemers vrij te geven buiten de individuele verbinding met de Thingspeak-server. Het toevoegen van nieuwe publishers en subscribers is eenvoudig, waardoor de applicatie flexibel en schaalbaar is. Omdat elke verbinding met de server in wezen een uitgaande verbinding is, zijn er geen aanvullende firewallvereisten, waardoor het gemakkelijk is om te integreren met bestaande it-infrastructuren en ze tegelijkertijd veilig te houden.

Gebruik van Thingspeak

Thingspeak-communicatie is gebaseerd op eenvoudig configureerbare kanalen. Deze hebben lees/schrijfapi-sleutels en kunnen openbaar of privé worden gemaakt. Elk kanaal bevat acht velden om acht gegevensstromen op te slaan, zoals sensormetingen, elektrische signalen of temperaturen. De maximale updatesnelheid is één keer per seconde. Elk veld van elk kanaal is voorzien van een standaardvisualisatie die automatisch wordt bijgewerkt als er nieuwe gegevens binnenkomen. Om gegevens voor deze kanalen te verzamelen, biedt Thingspeak Rest- en MQTT-api’s en specifieke hardwareondersteuning. Waar de

Gebruik van het MQTT-protocol om data te verzamelen.

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 7

Verbinden van een Thingspeak-server met de automatiseringspiramide. Rest-api platformspecifiek is, is de MQTT-api algemeen. De enige vereiste van MQTT is dat de gebruiker het juiste payload-formaat specificeert, waarna het gemakkelijk te implementeren is voor tal van applicaties en apparaten. Zodra de kanaaldata in Thingspeak zitten, kunnen ze worden opgeslagen in de cloud of direct worden verwerkt en gevisualiseerd. Het platform biedt de mogelijkheid om Matlab-code uit te voeren zonder dat er een verdere licentie nodig is. Meer dan een dozijn Matlab-toolboxen bieden functionaliteit voor statistiek, analyse, signaalverwerking, machine learning en meer. Matlab-scripts kunnen worden ingepland, waardoor geüpdatete berekeningen en visualisaties op vaste tijden mogelijk zijn. Scripts kunnen in Thingspeak worden ingevoegd door eenvoudig de Matlab-code te kopiëren en te plakken. Die code kan – zowel voor gebruiksgemak als voor testen – worden geschreven op elke desktop of laptop met een Matlab-licentie. Thingspeak wordt zo een natuurlijke cloud-extensie van de Matlab-desktop.

De herziene piramide

Thingspeak alleen is natuurlijk geen garantie voor een succesvolle iot-omgeving, maar het past er vrij eenvoudig in. Om dit te begrijpen, moeten we de data-acquisitie en -verwerking in de piramide nog eens bekijken. Op de fabrieksvloer worden live data realtime en lokaal op de controller verwerkt. Dit vereist een enorme bandbreedte en dus veldbussen met datasnelheden tot enkele gigabit per seconde, die Beckhoff aanbiedt door poortvermenigvuldigers te gebruiken

37


Quality literature for the high tech Looking for an original holiday gift for a scientist, engineer or technician? On techwatchbooks.nl, you can find exciting books on technology


ACHTERGROND OVER I N D U ST R I Ë L E AUTO M AT I S E R I N G + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

met standaard 100 Mb/s Ethercat of door Ethercat G te gebruiken met een datasnelheid van 1 Gb/s. De benodigde algoritmes kunnen bijvoorbeeld in Matlab en Simulink worden ontwikkeld en vervolgens met Matlab Coder en Simulink Coder op de plc worden geïntegreerd, samen met de target voor Matlab/Simulink voor naadloze integratie in de automatiseringssoftware Twincat 3 van Beckhoff. Deze aanpak garandeert een snelle verwerking met deterministische responstijden en vertragingen in het sub-millisecondebereik die nodig zijn voor realtime gecontroleerde processen. Toepassingen voor dit soort gegevensverwerking zijn statusmonitoring, energiemonitoring, visiontoepassingen en informatiecompressie. De nadelen van de beperking van gegevensverwerking tot de plc-laag zijn dat er slechts één specifiek proces kan worden bewaakt en bestuurd (zonder kennis van aangrenzende processen, machines of apparatuur) en dat alleen live gegevens worden gebruikt (geen gegevensgeschiedenis). Om deze reden worden data die door meer dan één controller worden aangeleverd vaak verder verwerkt in de scada-laag. Dit kan worden geimplementeerd op een edge-apparaat – bijvoorbeeld een industriële pc – die de link vormt naar Thingspeak. Een dergelijke structuur maakt live datastroomverwerking mogelijk, evenals vergelijking met opgeslagen gegevens, wat behoorlijk verschilt van de plc-laag, waar gegevens gewoon doorstromen en er vrijwel geen beschikbaar is. Gegevensverwerking op een edge-apparaat kan een hoge reken-

kracht en geheugen combineren met Gigabit-lan met hoge bandbreedte. Het kan echter geen deterministische reactietijden produceren en is daarom niet geschikt om processen realtime te besturen. Nogmaals, de vereiste code kan in Matlab worden geschreven of worden gegenereerd op basis van Simulink-modellen. Implementatie op het edge-apparaat (met Matlab Compiler) garandeert een snelle uitvoering van runtime-applicaties. Met behulp van de Twincat 3-interface voor Matlab/Simulink kan snelle communicatie tot stand worden gebracht tussen de plc-laag en de Matlab Runtime op een edge-apparaat. Dit laatste omvat de mogelijkheid om functies die in Matlab zijn geschreven weer te geven als een oproepbare functie vanuit de plc. Typische toepassingen zijn cross-processtatistiek, modelgebaseerde optimalisatie, anomaliedetectie en wederom informatiecompressie. Alle dataverwerking die tot nu toe is beschreven, vindt lokaal plaats in één gesloten netwerk. Hoewel deze benadering een uitgebreid overzicht kan geven van één fabriek of locatie, is het niet mogelijk om processen die over verschillende locaties zijn verspreid te bewaken of te besturen. Dit is een mogelijkheid die wordt aangeboden door Thingspeak.

Buiten de traditionele piramide

Omdat Thingspeak via een extern netwerk met het edge-apparaat is verbonden, is datareductie vaak nodig vanwege de bandbreedte. Deze reductie kan worden uitgevoerd door algoritmes die direct zijn geïntegreerd in de runtime-applicatie die is gemaakt door Matlab Compiler. Thingspeak kan de binnenkomende datastroom opslaan of direct verwerken. Informatiereductie kan ook worden uitgevoerd binnen de plc met geïntegreerde Matlab-functionaliteiten en er kan een directe verbinding van de plc naar Thingspeak worden gelegd. Vanwege vertragingen en bandbreedtelimieten kan Thingspeak geen deterministische responstijden en realtime controle bieden. Dataverwerking in de scada-laag Desalniettemin zijn de voordelen (level 2, Twincat 3 Runtime) of op het enorm. De integratie van verschiledge-apparaat (Twincat 3 Runtime/ lende processen is eenvoudig. De Matlab Compiler Runtime).

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 7

Gebruik van Thingspeak om meerdere fabrieken en machines te monitoren. gebruiker hoeft alleen de corresponderende kanalen op te geven om gegevens te verzamelen. Op deze manier kan een willekeurig aantal faciliteiten op Thingspeak worden aangesloten. Bovendien is de opslagcapaciteit veel hoger, waardoor datageschiedenissen kunnen worden opgeslagen om onderhoud- en zakelijke beslissingen over lange periodes te ondersteunen. Dit is niet alleen interessant voor productieindustrieën, maar ook voor machinefabrikanten die nu machines over de hele wereld kunnen monitoren, onderhoudscontracten kunnen aanbieden en prestaties kunnen vergelijken op basis van omgevingsomstandigheden, allemaal vanaf één locatie. Thingspeak biedt een serverloze architectuur. Hoewel de Thingspeak-cloud weliswaar servers bevat, werken ze zonder dat gebruikers ze hoeven te onderhouden of bij te werken. Het platform wordt ook geleverd met Matlab en verschillende toolboxen erin geïntegreerd. Het gebruik van Matlab stelt gebruikers in staat hun activiteiten in Thingspeak uit te breiden naar de desktop voor algoritme- en codeontwikkeling of implementatie van realtime en runtime-applicaties. Dit maakt Thingspeak tot een effectieve link tussen een uitgebreid modelleer- en ontwerpplatform en industriële en wetenschappelijke toepassingen in het veld, terwijl bedrijven tegelijkertijd hun mogelijkheden voor zakelijk gebruik kunnen benutten. Fabian Bause is Twincatproductmanager bij Beckhoff Automation. Rainer Mümmler is principal application engineer bij Mathworks.

39


K E N N I S PA R T N E R S

Word kennispartner en plaats onbeperkt productnieuws op onze website met doorplaatsing in de nieuwsbrief. Kijk voor alle voordelen en meer informatie op: mechatronicamachinebouw.nl/kennispartners

Ook kennispartner worden? Neem contact op via sales@techwatch.nl.


B&R verbetert prestaties Acopostrak met vloeistofkoeling Motorsegmenten voor het intelligente Acopostrak-systeem van B&R zijn nu ook verkrijgbaar met ingebouwde vloeistofkoeling. Omdat die technologie direct is geïntegreerd in elk motorsegment, vereist het koelsysteem geen extra installatie. De nieuwe motorsegmenten kunnen worden gebruikt om specifieke baanvakken te koelen die dit het meest nodig hebben. Bij zeer dynamische toepassingen versnellen en remmen grote aantallen shuttles op bepaalde baanvakken. De resulterende warmte wordt opgenomen door de vloeistofkoeling en afgevoerd via een koelmedium dat door het koelcircuit wordt gepompt. De Mapp Trak-systeemsoftware berekent exact waar het railsysteem de hoogste vermogensbehoefte heeft. Aan de hand van deze informatie kan worden bepaald hoeveel warmte er in elk baansegment zal worden gegenereerd. De simulatie geeft aan welke delen van de baan gekoelde motorsegmenten nodig hebben. De mogelijkheid om de koeling te beperken tot waar het werkelijk nodig is, maakt het Acopostrak-koelsysteem kosteneffectief. Het past zich flexibel aan elke toepassing aan zonder extra hardwaretests, waardoor het maximale voordeel voor de gebruiker wordt gegarandeerd.

Grolsch kiest voor Aaeon-panel-pc in productie Bierbrouwer Grolsch zet voortaan de 15 inch Omni3155-BT-panel-pc’s van Aaeon in voor de visuele bediening van de machines van de operatoren. De brouwerij mocht dan in 2004 gloednieuw zijn, door de jaren heen kwam er allerhande hardware bij, wat leidde tot een allegaartje binnen de productie. Standaardisatie en een langetermijnoplossing waren dan ook belangrijke voorwaarden bij de keuze van nieuwe hardware. ‘Ook zochten we een compacte oplossing om de nieuwe schermen in de bestaande lessenaars in te bouwen’, aldus Freddy Groeneveld, ingenieur bij Koninklijke Grolsch. ‘Na een gesprek hier ter plaatse waren we meteen overtuigd van het Aaeon-scherm en de expertise van Dobit. De 15 inch panel-pc’s van Aaeon zijn niet alleen een compacte oplossing, ze ogen ook mooi én dat voor een scherpe prijs.’ De komende jaren zal Grolsch systematisch overal in de productie de oude schermen vervangen. ‘Dobit is onze nieuwe standaard en dit tot grote tevredenheid van onze operatoren’, vertelt Groeneveld. ‘Bij hen valt vooral de aanzienlijk snellere responstijd in de smaak. De bediening gebeurt overigens zonder handschoenen en aangezien er niet rechtstreeks op de schermen gereinigd moet worden, volstond een IP65-front.’

Zeer flexibel pakken en plaatsen met gedigitaliseerde pneumatiek Festo De Festo Motion Terminal VTEM brengt pneumatiek naar het tijdperk van Industrie 4.0 – met apps die meer dan vijftig afzonderlijke componenten kunnen vervangen. Net zoals de smartphone de markt voor mobiele communicatie meer dan tien jaar geleden op zijn kop zette, zal ook de Festo Motion Terminal een revolutie teweegbrengen in de automatiseringstechnologie. Dit nieuwe type functie-integratie – gecombineerd met software – vereenvoudigt de hele waardeketen, aangezien er nu slechts één stuk hardware nodig is. Met de Motion Terminal VTEM kunnen gebruikers alle functies in hun pick & place-applicatie in slechts één systeem realiseren. Er zijn geen componenten meer nodig zoals schokdempers of stroomregelkleppen. Omdat Motion Apps nu veel taken overnemen en ingewikkelde mechanische constructies vervangen, is het ontwerpproces veel eenvoudiger. De procesgegevens kunnen op elk moment worden uitgelezen,

zodat gebruikers snel kunnen reageren op afwijkingen en zo een constante kwaliteit kunnen garanderen. De Positionering-app geeft handlingexperts flexibiliteit bij het positioneren van werkstukken van verschillende afmetingen. Ze kunnen de end-to-end-bewegingen voor elke mogelijke werkstukgrootte optimaliseren, bijvoorbeeld door de variabelen zoals de bewegingssnelheid en slagenergie in de eindpositie nauwkeurig te definiëren. Met de app kunnen pneumatische actuatoren vrij worden gepositioneerd over de gehele slag en kan de cilinderbeweging worden gecontroleerd met behulp van grenswaardes voor de snelheid, acceleratie en schokparameters. Zachte positionering is mogelijk voor geselecteerde series met slagen tot 300 mm door het specificeren van de grenswaardes. Door gebruik te maken van de app ‘Proportionele drukregeling’ is veilig transport met vacuüm verzekerd. Het vacuümniveau wordt eenvoudig aan-

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 7

gepast aan het te verplaatsen gewicht. Hierdoor kunnen plantmanagers ook de energie-efficiëntie van hun toepassing verhogen. Omsteltijden of handmatige formaatwijzigingen behoren tot het verleden omdat gebruikers eenvoudig overschakelen naar de parameters die ze nodig hebben. Het nagenoeg trillingsvrij rijden naar de eindpositie met de app ‘Soft stop’ minimaliseert slijtage en verkort de cyclustijden.

41


“One essential tool to keep my team sharp: training and personal development.” According to Johan Knol, manager Failure Analysis, at least in his department, engineers are having to go well beyond their areas of focus and broaden their understanding of NXP’s entire production chain, especially as chip complexity continues to explode. Besides, eff iciency being key in an environment like this means every day you’re being challenged to do more in your daily efforts. For semiconductor giant NXP’s failure analysis department, training employees and broadening its knowledge base is instrumental in holding the leading. NXP had a shift from truly analog design to embedding digital more and more: mixed-signal designs. nxp.com hightechinstitute.nl/time-management


INTERVIEW MET PETER HEUBERGER & RISKE MEIJER

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

Eindhovense pdeng-opleidingen voor systeemengineers van morgen De verbinding tussen het bedrijfsleven en de academische wereld is cruciaal om de professionals van morgen klaar te stomen. Industriële leiders rekenen op de technische universiteiten om ingenieurs af te leveren die leiderschapsrollen kunnen invullen. Het pdeng-programma van de TU Eindhoven komt aan die vraag tegemoet door trainees te laten groeien in hun persoonlijke en professionele ontwikkeling. Collin Arocho

D

e Professional Doctorate in Engineering-graad (pdeng) is geen doorsnee academische graad. Het programma is relatief uniek voor Nederland, en slechts een paar andere landen bieden vergelijkbare programma’s aan. Het begin van de Nederlandse pdeng’s gaat enkele decennia terug, maar in 2003 kreeg het pdeng-doctoraat zijn nieuwe naam en werd het erkend als een programma van de derde Bologna-cyclus (doctoraatsniveau). Anders dan een PhD vereist het curriculum geen jaren van onderzoek en een proefschrift, maar het is een tweejarig postmastertraject gericht op de verbetering van systeemkunde en -kennis om de volgende generatie ontwikkelaars op te leiden door ze waardevolle praktijkervaring te laten opdoen in de industrie. Elk jaar laat de TU Eindhoven honderd tot honderdtwintig pdeng-trainees toe in de verschillende programma’s, verspreid over onder andere chemische, mechanische, elektrische, medische en software-engineering. ‘We hebben een zeer streng selectieproces om ervoor te zorgen dat onze programma’s een ongelooflijk hoog niveau behouden’, zegt Peter Heuberger, de onlangs teruggetreden programmamanager voor de mechatronica- en automotive-pdeng-groepen bij de TUE. ‘Om je een idee te geven: elk van mijn groepen telt maar acht mensen. Die zestien plekken zijn ingevuld uit een pool van meer dan tweehonderd aanmeldingen die we van over de hele wereld hebben ontvangen.’

Helikopter

Naarmate technologie exponentieel complexer wordt, is het succes in techni-

Peter Heuberger: ‘We willen professionele ingenieurs opleiden die een paar stappen afstand nemen om met een helikopterview het probleem te analyseren.’

sche ontwikkeling sterk afhankelijk van multidisciplinaire teams van ingenieurs die samenwerken en elk hun steentje bijdragen. Een uitdaging is echter dat ingenieurs van nature de neiging hebben zich op één gebied te concentreren en niet het grote plaatje zien. ‘Wat er typisch gebeurt als je een ingenieur een probleem geeft, is dat hij er meteen in springt, en bouten losdraait en dingen uit elkaar haalt, gericht op het vinden van zijn eigen oplossing voor het probleem’, aldus Heuberger. ‘Maar we zijn op zoek naar professionele ingenieurs die eerst een paar stappen afstand nemen om met een helikopterview het probleem te analyseren. Niet alleen waar het pro-

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 7

bleem ligt, maar voor wie het een probleem is. Is het volgend jaar nog steeds een probleem? Wat zijn de kosten? Wat is de levensduur van het product?’ Hoe stimuleren de mechatronica- en automotive-pdeng-programma’s van TUE hun ingenieurs om deze systeembenadering toe te passen? Ze krijgen training – vooral in het eerste jaar. ‘Een paar jaar geleden, toen we op de universiteit systeemengineeringcursussen wilden organiseren, werd duidelijk dat we niet de middelen en de mankracht hadden om alle noodzakelijke opleiding in huis te doen’, legt Heuberger uit. ‘Toen hebben we contact gezocht met High Tech Institute voor hulp bij het ge-

43


SOFT SKILLS & LEADERSHIP How to be successful in the Dutch high tech work culture 13 January 2021 (1 day)

Leadership skills for architects and other technical leaders

Starts 25 January 2021 (2 times 2 days, incl. 2 evening sessions)

Time management in innovation

Starts 4 February 2021 (1,5 day incl. coaching)

Effective communication skills for technology professionals – part 1

Starts 22 February 2021 (3 days + 1 evening)

New

Neurodiversity @work: coping with autistic characteristics in the technical world 25 February 2021 (1 half day)

Present your technical story 15 April 2021 (1 day)

Consultative selling for technology professionals 15 & 16 April 2021 (2 consecutive days)

Benefit from autism in your R&D team 20 April 2021 (1 day)

Creative thinking – full course

18 & 19 May 2021 (2 consecutive days)

Effective communication skills for technology professionals – part 2

Starts 31 May 2021 (3 days + 1 evening)

ELECTRONICS

Modern optics for optical designers – Part 1

Starts 22 January 2021 (15 weekly morning sessions)

Modern optics for optical designers – Part 2

Expected September 2021 (15 weekly morning sessions)

Applied optics

Starts 1 November 2021 (15 weekly afternoons)

SOFTWARE Object-oriented analysis & design – fast track Starts 8 February 2021 (4 consecutive days)

Object-oriented analysis & design – blended learning

Starts 15 March 2021 (4 days virtual class + hands-on supervision)

Introduction to deep learning 25 March 2021 (1 day)

Good software architecture

Starts 30 March 2021 (2 x 2 consecutive days)

Modern C++

Starts 7 April 2021 (4 days in 2 weeks)

Secure coding in C and C++

12 – 14 April 2021 (3 consecutive days)

Software engineering for non-software engineers Starts 15 April 2021 (2 evening sessions)

SYSTEMS System architect(ing) in Eindhoven

Starts 1 March 2021 (5 consecutive days)

Design of analog electronics – analog IC design

Introduction to SysML

Design of analog electronics – analog electronics 1

Introduction to deep learning

Solid State generated RF & applications

Design for manufacturing

Power integrity for product designers

System architect(ing) in Zwolle

Electronics cooling thermal design

System modelling with SysML

Advanced thermal management of electronics

Value-cost ratio improvement by value engineering

Starts 1 February 2021 (11 days in 18 weeks) Starts 1 March 2021 (9 days in 16 weeks) 3 – 5 March 2021 (3 consecutive days)

Starts 17 May 2021 (2 consecutive days)

31 May – 2 June 2021 (3 consecutive days)

Online

OPTICS

4 March 2021 (1 day)

25 March 2021 (1 day)

Starts 8 April 2021 (3 days + assurance session) Starts 12 April 2021 (5 consecutive days) 12 – 15 April 2021 (4 consecutive days)

28 June – 1 July 2021 (4 consecutive afternoons)

20 & 21 May 2021 (2 consecutive days)

MECHATRONICS

27 – 28 May 2021 (2 consecutive days)

System requirements engineering improvement

Mechatronics system design – part 1 12 – 16 April 2021 (5 consecutive days)

Motion control tuning

Starts 14 June 2021 (5 consecutive days)

Advanced feedforward and learning control Starts 23 June 2021 (3 consecutive days)

Actuation and power electronics

Starts 29 June 2021 (3 consecutive days)

Experimental techniques in mechatronics Starts 5 July 2021 (3 consecutive days)

hightechinstitute.nl


INTERVIEW MET PETER HEUBERGER & RISKE MEIJER

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

ven van trainingen. Ze zitten niet alleen in de buurt, maar hun uitgebreide pool van ervaren ingenieurs en experts uit de industrie vormde een interessante aanvulling op ons doel om onze trainees zo dicht mogelijk bij de industrie te krijgen.’ ‘Na een eerste introductieweek laten we de trainees meteen deelnemen aan de cursus ‘System thinking’. Dit is voor veel van de stagiaires hun eerste contact en kennismaking met de industrie, haar eisen en uitdagingen, en de specifieke methodologieën voor systeemengineering’, zegt Heuberger. Na die start besteden de trainees de volgende periodes aan het aanscherpen van de methoden en vaardigheden die ze hebben geleerd, terwijl ze hun eigen systeemengineeringbenadering trainen. ‘Hiervoor gaan we aan de slag met verschillende voorbeeldprojecten van industriële partners zoals ASML, Daf, Philips en Punch Powertrain, waar trainees verschillende rollen vervullen, variërend van projectmanager en teamleider tot communicatie-, configuratie- of testmanager. Deze oefenprojecten voegen meer praktische handvatten toe aan de training en geven cursisten een beter begrip van het grotere geheel naarmate ze een nieuw perspectief krijgen op de essentie van hun werk.’

Bewustzijn

Aan het eind van hun eerste jaar volgen de mechatronica- en automotive-pdeng’ers opnieuw een training van High Tech Institute: ‘Mechatronics system design’. ‘Dit is echt een hoogtepunt voor onze trainees, vooral voor degenen die geïnteresseerd zijn in mechatronica. In dit stadium leren ze onder meer over geavanceerde regeltechniek van Mechatronics Academy-experts zoals Adrian Rankers’, zegt Heuberger. ‘Iets dat hen echt bij lijkt te blijven, is dat je niet altijd zeer geavanceerde regeltechniek nodig hebt. Je moet de klus klaren. Als je een probleem slim bekijkt, is de meest elementaire regeltechniek soms het beste. Maar dit is natuurlijk afhankelijk van de besturingstoepassing of de hardware-instellingen. Dit is het punt waarop alle puzzelstukjes samenkomen en ze echt het grote plaatje zien.’

Riske Meijer: ‘Je moet verder kijken dan één taak en één oplossing, en de opdracht als geheel bezien. Dat is wat er nodig is om een succesvolle systeemarchitect in de industrie te worden.’

‘Precies dat is een van de belangrijkste aspecten van de training: het opgedane bewustzijn en perspectief’, stelt Riske Meijer, de nieuwe directeur van de twee pdeng-tracks. ‘Het besef dat wanneer je met een opdracht begint, je verder dan één taak en één oplossing moet kijken, naar de opdracht als geheel. Dat is wat er nodig is om een succesvolle systeemarchitect in de industrie te worden.’

Leiderschap

Heuberger en Meijer zeggen het gelijk: het pdeng-programma aan de TU Eindhoven levert geen systeemarchitecten, eerder systeemingenieurs. Er is immers

TUE’s pdeng-programma’s

De PDEng-programma’s van de TU Eindhoven bieden samenwerkingsmogelijkheden tussen bedrijven en de ingenieurs van morgen. De programma’s zijn continu op zoek naar industriële partners om zowel individuele als teamopdrachten te bieden die hun trainees kunnen uitvoeren.

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 7

een groot verschil tussen leiding geven aan groepen van drie tot vijf personen op de universiteit of aan dertig tot vijftig engineers in een bedrijf. Om op het niveau van een echte systeemarchitect te komen, is ongeveer twintig jaar ervaring en ontwikkeling in de branche nodig. Door jonge ingenieurs echter verbeterde tools en echte, praktische industriële ervaring te geven, biedt de TUE hun een voorsprong. Natuurlijk worden niet alle cursisten systeemarchitecten, omdat iedereen anders in elkaar steekt. Velen van hen vinden hun plaats in andere leiderschapsrollen zoals projectmanager, personeelsmanager of technical lead. ‘Industriële partners hebben een beroep op ons gedaan om ingenieurs op te leiden die verder gaan dan het masterniveau. Ze zijn op zoek naar jong talent dat zich kan ontwikkelen als teamleiders en in andere leiderschapsrollen om de industrie vooruit te helpen’, stelt Heuberger. ‘Dus dat is wat we willen doen; we beantwoorden de roep van de industrie en bereiden toekomstige ingenieurs, teamleiders, projectmanagers en systeemarchitecten voor om in die behoeftes te voorzien.’

45


EVENT SERVICES Not having real-life events doesn’t mean you can’t stay in touch with your (potential) clients. Hire Bits&Chips to organize your (online) event or webinar. We have our own film studio for recordings and livestreaming, and offer several tools for virtual networking and webinars. We can also arrange the promotion to make sure your event becomes a success. Contact us via events@techwatch.nl for more information.

bits-chips.nl/events


Colofon

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

VOLGENDE JA AR IN

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

Mechatronica&Machinebouw is een onafhankelijk nieuwsmagazine voor mensen die werken aan slimme producten en machines. Mechatronica&Machinebouw is een publicatie van Techwatch bv in Nijmegen.

Transistorweg 7H – 6534 AT Nijmegen – tel +31 24 3503532 – info@techwatch.nl – techwatch.nl Redactie Alexander Pil – hoofdredacteur – tel +31 24 3504580 – alexander@techwatch.nl René Raaijmakers – redacteur – tel +31 24 3503065 – rene@techwatch.nl Nieke Roos – redacteur – tel +31 24 3503534 – nieke@techwatch.nl Paul van Gerven – redacteur – tel +31 24 3505028 – paul@techwatch.nl Collin Arocho – redacteur – tel +31 24 3503533 - collin@techwatch.nl Vormgeving Justin López – grafisch ontwerper en illustrator – tel +31 24 3503532 – justin@techwatch.nl Sales, marketing en events Kim Huijing – hoofd marketing en verkoop – tel +31 24 3505195 – kim@techwatch.nl Marjolein Vissers – eventmanager – tel +31 24 3505544 – marjolein@techwatch.nl Mariska van Hoeven – marketing- en salesmedewerker – tel +31 24 3505544 – mariska@techwatch.nl Bo van Gaal – sales- en eventsmedewerker - tel +31 24 3505544 - bo@techwatch.nl Trainingen Linda van Hoeij – manager trainingen – tel +31 85 4013600 – linda.van.hoeij@hightechinstitute.nl Petry Janssen – marketing- en salesmedewerker – tel +31 85 4013601 – petry.janssen@hightechinstitute.nl Financiële administratie Mathilde van Hulzen – finance – tel +31 24 3503532 – invoices@techwatch.nl Mede mogelijk gemaakt door Ilse de Boer, Femke Veldhuis Externe auteurs Fabian Bause, Michiel Beijen, Marijke Bergman, Kees van Dijk, Jaco Friedrich, Ruud Hesselink, Angelo Hulshout, Elsbeth de Joode, David Kemps, Rainer Mümmler, Jan Peters, Peter Rutgers, Heico Sandee Uitgever René Raaijmakers – tel +31 24 3503065 – rene@techwatch.nl ISSN 2213-8498 Verantwoordelijk uitgever voor België René Raaijmakers Biesheuvelstraat 1 2370 Arendonk, België Drukkerij Vellendrukkerij BDU Barneveld Mechatronica&Machinebouw-lidmaatschap U kunt Mechatronica&Machinebouw gratis ontvangen op adressen in Nederland en België. Voor bedrijven is er het businesslidmaatschap, à 159 euro per jaar. Hiervoor ontvangen ze twee exemplaren van het magazine op het bedrijfsadres, en voor elk Mechatronica&machinebouw-event twee kortingscodes. Aanvragen via mechatronicamachinebouw.nl/lidmaatschap of info@techwatch.nl. Losse nummers kunt u aanvragen via info@techwatch.nl.

Mechatronica&Machinebouw in 2021

Hieronder de themalijst voor volgend jaar. Het lukt niet om het brede vakgebied af te dekken in acht edities. Als er onderwerpen zijn die we in 2021 zeker ook moeten belichten, stuur dan een mail aan Alexander Pil (alexander@techwatch.nl). We maken er graag een deelthema van in een van de edities. Editie

Thema’s

Datum uitgave

1

Industrieel 5G

12 februari

2

Agro & food

19 maart

3

Softwareontwikkeling

23 april

4

Machineveiligheid

4 juni

5

Optomechatronica

2 juli

6

Industriële automatisering

17 september

7

Precisietechnologie

5 november

8

Robotica

17 december

Denkt u een interessante bijdrage te kunnen leveren aan een van deze specials? Of heeft u input over andere relevante onderwerpen? Stuur dan een mail naar Alexander Pil (alexander@techwatch.nl). Sluiten de onderwerpen aan bij uw marketingplannen? Neem dan contact op met onze salesafdeling via sales@techwatch.nl. + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

Mechatronica&Machinebouw-lidmaatschap Premium U kunt ook Premium-lid worden van Mechatronica&Machinebouw. Dat kost 59 euro per jaar. Dan ontvangt u niet alleen het magazine, maar krijgt u ook een forse korting op toegang tot alle Mechatronica&Machinebouw-evenementen georganiseerd door Techwatch bv. Aanvragen van een Premium-lidmaatschap gaat via mechatronicamachinebouw.nl/lidmaatschap of info@techwatch.nl. Mechatronica&Machinebouw-lidmaatschappen kunnen op elk gewenst moment ingaan voor de periode van een jaar. Opzeggen tot uiterlijk één maand voor het verstrijken van de lidmaatschapsperiode. Klachten over bezorging Heeft u Mechatronica&Machinebouw niet of te laat ontvangen of heeft u andere opmerkingen over de bezorging? Laat het ons weten. Stuur een e-mail naar info@techwatch.nl. Adverteren Advertentietarieven staan vermeld op mechatronicamachinebouw.nl. Wanneer u op de hoogte gehouden wilt worden van komende thema’s en specials of voor het reserveren van advertenties, neem contact op met de afdeling sales, sales@techwatch.nl, tel +31 24 3505544. Verschijningsdata 2021 12 februari, 19 maart, 23 april, 4 juni, 2 juli, 17 september, 5 november, 17 december Copyright Alle rechten voorbehouden. (c) 2020 Techwatch bv. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Disclaimer Uitgever en redactie betrachten uiterste zorgvuldigheid bij het maken, samenstellen en verspreiden van de informatie in Mechatronica&Machinebouw, maar kunnen op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Uitgever en redactie aanvaarden geen aansprakelijkheid voor schade die zou kunnen ontstaan als gevolg van de publicatie van informatie in Mechatronica&Machinebouw. Columnisten en externe medewerkers schrijven op persoonlijke titel. Reacties van lezers vallen buiten de verantwoordelijkheid van uitgever en redactie. Uitgever en redactie aanvaarden geen aansprakelijkheid met betrekking tot de inhoud en ondertekening van reacties van lezers. De redactie behoudt zich het recht voor reacties niet of gedeeltelijk te plaatsen of te bewerken. Fotografie Productfoto’s zijn van fabrikanten, overige foto’s zijn van Techwatch bv (c), tenzij anders vermeld. Foto voorpagina Beeld: Bart van Overbeeke

techwatch.nl

Editie 1 | 12 februari | Industrieel 5G

Smart Industry brengt sterk geautomatiseerde productieprocessen met zich mee en 5g zal daarin een centrale rol spelen. Zonder twijfel heeft 5g grote impact op de Nederlandse hightechindustrie. De volgende generatie draadloze communicatie verlegt de grenzen vanuit milieuoogpunt, vermindert het gebruik van materialen en energie, en helpt productietijden te beheren. + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

m echatronicama chin ebouw.nl


CONTENT SERVICES Content is key • Do you want to stand out? • Are you too busy to generate content? • Do you want to share your technical success stories? Our tech writers can help you cut costs and save time with in-depth technical texts, from blogs and newsletter texts to background articles and case studies. We write in both Dutch and English (native). You will receive full ownership of the text and you can choose how to distribute it. We’re already creating content for a number of customers, including High Tech Software Cluster, Holland High Tech, NLR, Photondelta, Salland Engineering and Unit040. For publication in Bits&Chips, we offer a reduced publication fee. Contact us via sales@techwatch.nl for more information.

bits-chips.nl/content-services


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.