Mechatronica&Machinebouw 6 | 6 november 2020 | Precisietechnologie

Page 1

06/11/2020 - 18/12/2020

6

1

Eindhovense wtb-faculteit onder druk Met taalbarrière wil TUE nieuwe numerus fixus voorkomen

Vermogenselektronica geen vak apart Nauwkeurige vermogenselektronica bepaalt vaak kwaliteit mechatronica

QUADIENT VERDUBBELT INPAKSNELHEID IN NO-TIME MECHATRONICA+MACHINEBOUW 1


Kruisrollenlagers Kruisrollenlagers kunnen grote momenten en belastingen opnemen in radiale en axiale richting. Zij stellen de constructeur in staat om compact te ontwerpen met een grote stijfheid en nauwkeurigheid in vergelijking met kegellagers of hoekcontactlagers. kruisrollenlagers zijn leverbaar van 20 tot 800mm asdiameter in diverse uitvoeringen en worden o.a. toegepast in industriĂŤle robots, bewerkingsmachines en medische apparatuur.

www.ikont.co.jp/eg/ nte@ikonet.co.jp


COLUMN REDACTIONEEL

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

Alexander Pil is hoofdredacteur van Mechatronica&Machinebouw

Doodzonde

D

e opleiding Mechanical Engineering aan de TU Eindhoven barst uit zijn voegen. Dit jaar zijn er bijna vierhonderd eerstejaars studenten begonnen. Een zegen zou je zeggen, want de hightechindustrie staat te springen om vers mechatronicatalent, zelfs in crisistijd. Maar het tegendeel is waar: de universiteit kan de toestroom slechts ternauwernood verwerken. ‘Een hernieuwd hoog aantal instromers voor het collegejaar 2021-2022 móet voorkomen worden’, aldus opleidingsdirecteur Hans Kuerten in Cursor. Critici hadden de nijpende situatie al zien aankomen. Vorig jaar besloot de universiteit de numerus fixus bij werktuigbouwkunde juist weer af te schaffen. De jaren daarvoor verdubbelde de instroom, maar bleef de overheidssteun achter. Daardoor had de TUE niet de middelen om uit te breiden met extra personeel en de benodigde faciliteiten. De kwaliteit van het onderwijs kwam in gevaar, met een studentenstop als uiterste redmiddel. Omdat er in de rijksbegroting meer budget vrijkwam, kon de universiteit gelukkig een streep zetten door de numerus fixus. Daardoor was er dit collegejaar ruimte voor meer inschrijvingen. En nieuwe studenten hebben die mogelijkheid met beide handen aangegrepen. Het aantal van bijna vierhonderd eerstejaars zet de Eindhovense capaciteiten onder hoogspanning. De eerste praktische oplossingen hebben al vorm gevat. Zo is er extra geld vrijgemaakt voor meer studentassistenten. Leuk, maar die kun je niet zomaar van de straat trekken. Daarnaast is de faculteit op zoek naar nieuwe docenten, nadrukkelijk van buiten de reguliere academische kringen. Dat wordt helemaal een uitdaging, want je kunt niet iedereen pardoes voor de klas zetten. Bovendien zijn er binnen de universiteit geen doorgroeimogelijkheden voor niet-academische docenten. De TUE denkt daarom aan een samenwerking met hogescholen zodat deze docenten over een paar jaar kunnen overstappen. Ironisch genoeg heeft het coronavirus hier één positief effect: alle hoorcolleges verlopen immers digitaal. Op de campus vinden alleen nog praktijkuren plaats. Met de 1,5m-regels moet de opleiding alle zeilen bijzetten om voor alle eerstejaars voldoende labtijd te reserveren. Hoe nu verder? De universiteitsraad besloot dat het te laat – en administratief te uitdagend – is om voor het volgende collegejaar een nieuwe numerus fixus in te stellen. Ze koos voor een ‘tijdelijke noodoplossing’. Het idee is dat nieuwe studenten vanaf volgend jaar Nederlands moeten

spreken, tenminste op NT2-niveau, dat ook wordt gevraagd bij het inburgeringsexamen. Uit de officiële telling begin oktober zaten er tussen de 384 eerstejaars namelijk 111 buitenlandse studenten: 74 uit – wat dan heet – de Europese Economische Ruimte en 37 van daarbuiten. Met de taalbarrière hoopt de universiteitsraad de toestroom in te dammen, zonder dat het ten koste gaat van Nederlandse gegadigden. De ervaring leert namelijk dat studenten uit eigen land bepaald niet happig zijn op opleidingen met een numerus fixus. In de jaren dat de TUE selecteerde aan de poort, zag ze een terugloop in het aantal Nederlandse inschrijvingen. Daardoor werd het aandeel buitenlandse studenten juist extra groot. En hoewel ze in Eindhoven graag internationaal aan de weg timmeren, was dat niet helemaal de bedoeling. Zo’n taaleis is overigens niet zo onorthodox als je op het eerste gezicht zou denken. In Eindhoven is het pas het tweede jaar dat bachelorstudenten vanaf het begin in het Engels les krijgen. In Delft is werktuigbouwkunde zelfs gewoon een Nederlandstalige opleiding. Desgevraagd vertelt de woordvoerster van de TU Delft dat ze daar niet worstelen met een te grote toeloop wtb’ers. Dit jaar zag de Delftse universiteit een kleine stijging van 650 naar 670 eerstejaars. Beduidend meer dan in Eindhoven dus. Dat betekent vanzelfsprekend grote collegezalen en massaal onderwijs. De TU Delft ondervond enkele jaren geleden de nodige groeistuipen en moest ook een numerus fixus invoeren. Inmiddels is de opleiding opgeschaald, onder meer met twee nieuwe onderwijsgebouwen (waarvan een in aanbouw). In Eindhoven proberen ze in de tussentijd coûte que coûte een numerus fixus te voorkomen. Het plan is nu om met ingang van het collegejaar 2022-2023 te starten met een dubbele track: één volledig Nederlandstalig zonder studentenstop, en één Engelstalige waarvoor zich wel maar een beperkt aantal studenten kan inschrijven. Het is te hopen dat de Eindhovense NT2-voorwaarde en de daaropvolgende numerus fixus voor anderstaligen geen al te hoge horde vormen voor buitenlandse toppers. Natuurlijk, de echt gemotiveerde kandidaten zal het best lukken om dit collegejaar hun Nederlands op te poetsen. En hoewel een aanzienlijk deel internationale studenten met een diploma in hun achterzak weer terugkeert naar hun vaderland, blijft ook een behoorlijk contingent hangen. Het zou doodzonde zijn als de Nederlandse hightech dit zeer begeerde talent misloopt.

Met een taalbarrière hoopt de universiteit de toestroom in te dammen

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 6

3


Robotica. Hoe een idee de wereld in beweging zet. Robots zijn al lang geen toekomstmuziek meer. Maar het bedenken en samenstellen van robotsystemen vraagt wel om vooruitkijken. Om scherp inzicht en slim anticiperen. Dat is precies hoe we bij ABI DENKEN. Dankzij onze eigen productielijn KUNNEN wij inspelen op de meest gecompliceerde vragen. Onze engineers DOEN niets anders dan geavanceerde, geĂŻntegreerde robotsystemen ontwikkelen. Zodat u vooruit komt. Welkom in de wereld van ABI.

ROBOTICS - AANDRIJVINGEN - MOTION CONTROL

www.abi.nl


10 Nieuws

Quadient op weg naar top met verbeterde inpakmachine

Door veel hergebruik en een paar slimme innovaties ligt de snelheid van Quadients nieuwe inpakmonster ruim twee keer zo hoog.

14

Interview

Systeemarchitect moet begrijpen hoe je waarde genereert, binnen tijd en binnen budget

Als projectmanager, systeemarchitect en crisismanager in de hightech heeft Luud Engels de reputatie geen blad voor de mond te nemen.

INHOUD OPINIE 3 7 9

Doodzonde – Alexander Pil Van reshoring naar productiesoevereiniteit – Anton Duisterwinkel Draaien aan de knoppen – Bram Nauta

NIEUWS

6 Kort nieuws 10 Quadient op weg naar top met verbeterde inpakmachine

INTERVIEW

14 Systeemarchitect moet begrijpen hoe je waarde genereert, binnen tijd en binnen budget 34 Je moet leren presenteren 39 Opleiding sleutel tot superieure chipkennis bij NXP

THEMA

20 Topologie-optimalisatie en 3d-printing brengen waferstage naar hoger plan 24 Vermogenselektronica geen vak apart 26 Sentech vergroot knowhow met sensorfusie-experiment

ACHTERGROND OVER INDUSTRIËLE AUTOMATISERING 29 Productie kan veel efficiënter als software meer mag doen

ACHTERGROND OVER KWALITEIT 32 Razendsnelle kwaliteitscontroles dankzij ai en 3d-röntgenscanner

20 Thema

Topologieoptimalisatie en 3d-printing brengen waferstage naar hoger plan Binnen het Imsys-3Dpartnerschap ontwikkelen enkele belangrijke spelers in de hightech samen aan de volgende generatie hoogwaardige motionplatforms.

6

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

EN VERDER

37 Productnieuws 42 Fedactueel 47 Colofon


+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

NIEUWS

VDL neemt Jansen Poultry Equipment over

Onderwaterrobot Tennet begraaft zeekabels 5,5 meter diep

VDL heeft zijn positie in de agrarische sector versterkt. Het Eindhovense industrieconcern heeft Jansen Poultry Equipment ingelijfd. Dat Barneveldse familiebedrijf is een van ’s werelds grootste producenten van hoogwaardige pluim-

Tennet bouwt ten noorden van de Maasvlakte het ‘Net op zee Hollandse Kust (zuid)’ voor het aansluiten van nieuwe windparken. Daarvoor moeten vier kabels in de Noordzeebodem worden ingegraven. Voor de eerste tien kilometer van het kabeltracé op zee moeten die kabels 5,5 meter de bodem in om de drukbevaren Rotterdamse Maasmond over te steken. Vervolgens is het nog 42 kilometer naar het Hollandse kust-windgebied. Van Oord heeft speciaal voor deze operatie de Deep Dig-It ontwikkeld, een gigantische, op afstand aangestuurde onderwatergraafmachine. Deze rijdt onbemand over de zeebodem en trekt een diepe sleuf voor de kabels door de zeebodem vloeibaar te maken. De machine legt de kabels tegelijkertijd

veesystemen voor de leg-, vermeerderings- en vleeskuikensector. Het telt ongeveer 125 medewerkers en boekte in 2019 een jaaromzet van ruim 50 miljoen euro. Jansen is specialist in de ontwikkeling en productie van systemen voor de pluimveesector: van huisvestingssystemen, eiertransportsystemen, ontladingssystemen, luchtwassers, warmtewisselaars tot mestdroogsystemen. Deze oplossingen worden van ontwerp tot eindproduct – inclusief service en onderhoud – in eigen beheer geproduceerd.

Daan Kersten aan de slag bij Technobis Technobis heeft Daan Kersten aangesteld als ceo. Kersten, de medeoprichter en voormalig directeur van Additive Industries, krijgt de taak om de geïntegreerde fotonica-activiteiten van het Alkmaarse bedrijf uit te bouwen en op mondiaal niveau te brengen. Hij vervangt Daan Koppen de Neve, die het roer overnam toen private equity-fonds Active Capital Company (ACC) vorig jaar een meerderheidsbelang in Technobis verwierf. Kort daarna werd een kapitaalinjectie van 7 miljoen euro aangekondigd om de activiteiten op het gebied van fotonische detectie op te schalen. ‘De fotonica-industrie lijkt op de additive manufacturing-markt toen ik Additive Industries oprichtte: de technologie is bijna volwassen en klaar voor industriële toepassingen’, aldus Kersten. Hij verliet Additive Industries eind juni en verkocht zijn belang in het bedrijf aan aandeelhouder Highlands Beheer.

6

in de sleuf en maakt deze vervolgens weer dicht. De nieuwe trencher is een van de allergrootste en meest krachtige in zijn soort. Hij weegt 125 duizend kilo, is ruim zeventien meter lang, meer dan acht meter hoog en elf meter breed. De Deep Dig-It heeft een enorm vermogen, vergelijkbaar met twee Leopard-tanks (2500 pk) en kan daarmee de kabels tot meer dan 5,5 meter diepte begraven in zeer harde grond.

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 6


COLUMN

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

Van reshoring naar productiesoevereiniteit

E

en van de vele gevolgen van de coronacrisis is dat het thema ‘reshoring’ weer hoog op de agenda komt. Ik hoor regelmatig mensen uit de industrie roepen: ‘Niet doen!’ Alles wat ook maar riekt naar protectionisme, zal lei­ den tot tegenmaatregelen die onze industrie meer schaden dan andersom, is de gedachte. We exporteren nu eenmaal meer dan we importeren. Grote bedrijven hebben – naar aanleiding van geopolitieke ontwikkelingen – hun toelever­ ketens gestructureerd per continent en kunnen waar nodig snel schakelen met hun inkoopmacht. En laten we realistisch zijn: voor grootschalige reshoring ontbreekt het in Nederland aan personeel, ruimte en investeringsmiddelen voor kosten­ effectieve, dus volledig gedigitaliseerde productie. Daar is geen speld tussen te krijgen voor de grote oem’s, maar voor de vele midcap’s en mkb’s in Nederland liggen de zaken genuanceerder. Voor velen was de coronacrisis een wake­upcall. Toen China dit voorjaar niet meer kon leve­ ren, moesten we in Europa op zoek naar alternatieven. Die blijken wel degelijk te bestaan, en nog goed en betaalbaar ook! Sommige bedrijven kopen nu standaard een deel van hun voorraad in Europa om te borgen dat de Europese toe­ leveranciers blijven bestaan. Dit moeten ondernemers natuurlijk zelf doen. Maar de overheid kan mkb’ers, startups en investeerders bewust maken van de kansen voor, en strategische voordelen van, productie in de EU. Het automatisme om gedachteloos naar China te rennen voor productie moet eruit. Dat kan de over­ heid doen zonder protectionistisch te worden. Wat de Nederlandse, of liever de Europese, overheid voor­ al ook moet doen, is de eigen inkoopkracht slimmer inzet­ ten. Een voorbeeld. In bijna alle datacenters in Nederland zit apparatuur van Huawei die de verbinding naar andere datacenters verzorgen. Door de grote interne markt in China kan het bedrijf daar snel innoveren en efficiënt produceren. Daarna kan het bedrijf de wereldmarkt veroveren met goede en betaalbare producten. Het risico op datalek naar China door dergelijke producten is net zo groot als met 5g – of groter. Een artikel in Trouw signaleerde dat probleem deze zomer, en riep vervolgens op om in Europa dergelijke syste­ men te ontwikkelen. Maar we máken ze al! Technolution in Gouda ontwerpt en bouwt netwerkapparatuur op het hoogste beveiligings­ niveau voor de Nederlandse defensie. Maar het kan nooit

Anton Duisterwinkel is senior businessdeveloper bij de Zuid-Hollandse ontwikkelingsmaatschappij Innovationquarter. concurreren met Huawei buiten de defensiemarkt, om­ dat de Europese civiele markt volledig versnipperd is. Een Europese opdracht om voor alle datacenters in de EU beveiligde netwerkapparatuur te maken, zou van een be­ drijf als Technolution ineens een wereldspeler maken – met betaalbaar, hoogwaardige én veilige producten. Overheid: gebruik je inkoopkracht. Die netwerkapparatuur is een voorbeeld van een kritiek product. Kritieke goederen zijn niet alleen medische spullen in tijden van corona, maar alle zaken die we nodig hebben voor onze veiligheid en voorbestaan. Denk naast veilige communicatietechnologie ook aan water­, voedsel­ en ener­ gievoorziening, deltatechnologie en (je durft het bijna niet te noemen) defensietechnologie. Wat kritiek wordt in geval van een crisis, valt nauwelijks te voorspellen – en zal vaak net wat anders zijn dan je eerder dacht. Wat hebben we nodig als de Russen de gasleidingen dichtzetten, de zeespiegel snel stijgt, bij extreme droogte of regen­ val, bij een ebola­pandemie of als op een zonnige, winderige dag het elektriciteits­ netwerk instort? Het is ondoenlijk dat allemaal op voorraad te hebben. En als de Chinezen het zelf nodig hebben, staan wij achteraan in de rij – als ze al willen leveren. Wat we nodig hebben, is niet reshoring van een zooi willekeurige producten, maar gerich­ te investeringen in productiesoevereiniteit: zelf in staat zijn om kritieke goederen snel en efficiënt te produceren. Om productiesoevereiniteit te bereiken, moeten we als land (1) zorgen dat we zelf de grondstoffen in huis hebben. Ons eigen afval is daarvoor vaak al een mooie bron: recycling is the name of the game. (2) Zorgen dat we voldoende her­ nieuwbare energie onafhankelijk van netwerken en derden kunnen opwekken voor recycling en productie. (3) Een uiterst flexibel en efficiënt (dus digitaal) productienetwerk opzetten waarin we snel (bijna) alle denkbare producten zelf kunnen maken. Dat laatste is ook in ‘vredestijd’ zeer waardevol om­ dat het startups en bedrijven met nieuwe producten helpt hun time­to­market te verkorten – een van de belangrijkste succesfactoren van innovatie. Het Smart Industry­programma biedt een prachtige op­ stap. Zowel uit het oogpunt van productiesoevereiniteit als uit het oogpunt van verdienvermogen is het een no­brainer voor de overheid om daarin te investeren. Om te beginnen maar eens een factor 10 meer dan nu.

Het automatisme om naar China te rennen voor productie moet eruit

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 6

7


Ontdek onze digitale oplossingen

getdigitalnow.com


COLUMN

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

Draaien aan de knoppen

I

k vind het ongelooflijk hoe politici en bestuurders zelfs de meest basale technische en wiskundige inzichten missen. Ze gebruiken de term ‘exponentiële groei’ in relatie tot de virusuitbraak maar hebben waarschijnlijk geen idee wat het betekent. Voor hen betekent het wellicht: zo veel groei dat ik misschien niet word herkozen. Maar zelfs een student die op straat in Delft werd geïnterviewd, zei op de landelijke tv: ‘Ik ben een technische student, dus ik weet wat exponentiële groei betekent: als je iets uitzet met een logaritmische x-as en een logaritmische y-as, en je krijgt een rechte lijn, dan is het exponentieel!’ De journalist, die nog minder wist wat exponentiële groei is, knikte geïnteresseerd: ‘Hmm, aha, dat is logisch.’ Wij als ingenieurs begrijpen exponentiële groei natuurlijk wel. Het is een eigenschap van een zeer eenvoudig lineair eerste-orde-systeem. Eerstejaarsstof. In de praktijk zijn systemen zoals de virusuitbraak complexer dan alleen de eerste orde: het systeem krijgt feedback in de vorm van maatregelen die zijn genomen om het virus te onderdrukken en die een aanzienlijke vertraging hebben, onder meer door de incubatietijd. We weten allemaal dat controlesystemen met een vertraging heel moeilijk stabiel te maken zijn. Stel je eens voor dat je onder de douche staat en aan de knoppen draait om de watertemperatuur te regelen. Als de doucheslang honderd meter lang was, zou je heel voorzichtig moeten zijn. Maar de mislukkingen die we zien bij het beheer van deze crisis zouden zich ook voordoen als het coronasysteem niet zo complex was als het is. Zelfs als het virus zich niet exponentieel verspreidde, zouden de genomen maatregelen nog steeds mislukken. Laten we eens kijken. Bij het begin van de epidemie lag de focus op groepsimmuniteit. De veronderstelling was dat wanneer een grote meerderheid van de mensen het virus zou hebben opgelopen, de samenleving als geheel zou worden beschermd. Omdat een zeer optimistische fractie van slechts 0,5 procent (1 op 200) van de geïnfecteerden echt ziek werd en op

Bram Nauta is hoogleraar ic-design aan de Universiteit Twente.

de intensive care belandde, hoefden we er alleen voor te zorgen dat onze ic-capaciteit van tweeduizend bedden niet zou worden overschreden. Tijd voor een simpele berekening. Stel dat elk slachtoffer ongeveer 20 dagen op de intensive care blijft, dan is er een maximale instroom van 2000/20 = 100 mensen per dag. Met de eerder genoemde aanname van 0,5 procent betekent dit dat 200x100 = 20.000 besmettingen per dag het maximum is dat we aankunnen. Merk op dat dit een vast getal is: groei is niet toegestaan. Als we dit zouden kunnen doen, zou het 17.000.000/20.000 = 850 dagen duren voordat alle 17 miljoen Nederlanders op een gecontroleerde manier besmet zijn. Dat is 2,3 jaar. Een andere eenvoudige berekening is de schatting van het aantal tests dat we per dag nodig hebben. Meer testen betekent minder vertraging in het controlesysteem, dus dit is cruciaal. Op het moment van schrijven was het officiële doel 30.000 tests per dag. Dit klinkt misschien als veel, maar het is ordes van grootte verwijderd van wat we nodig hebben. Als we elke inwoner van Nederland willen testen, dan zou dat met 30.000 per dag 17.000.000/30.000 = 567 dagen kosten. Dat betekent: elke bewoner mag maar één keer per 1,5 jaar worden getest. Over vertraging gesproken! Dus ik ben bang dat we nog wel een tijdje aan dit virus vastzitten. Fundamenteel wiskundig en technologisch inzicht blijkt belangrijk te zijn bij het omgaan met deze moeilijke tijden. Het zou goed zijn als degenen die aan de knoppen van onze samenleving draaien over deze inzichten zouden beschikken. Het goede nieuws is dat er mensen zijn die complexe controlesystemen begrijpen en exponentiële groei beheersen. Dat zijn wij! We hebben computers, communicatiemiddelen, internet, smartphones, tablets, webcams en nog veel meer gemaakt. Bijna alles kan nu online worden gedaan. Stel je voor dat dit virus dertig jaar eerder was gekomen, hoe zouden we het dan hebben overleefd? Zonder de voortdurende exponentiële groei via de wet van Moore, zouden we in paniek faxen naar elkaar sturen!

Ik ben bang dat we nog wel een tijdje aan dit virus vastzitten

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 6

9


+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

NIEUWS

Quadient op weg naar top met verbeterde inpakmachine Na de succesvolle lancering van de CVP Impack een paar jaar geleden sleutelde Quadient onverdroten verder aan de technologie voor zijn geautomatiseerde inpakmachines. Veel modules konden de engineers uit Drachten hergebruiken, maar door enkele aanpassingen en een paar slimme innovaties ligt de inpaksnelheid van de nieuwe CVP Everest met meer dan duizend pakketjes per uur ruim twee keer zo hoog. Alexander Pil

E

en paar jaar geleden startte Quadient (voorheen Neopost) met een nieuwe businesslijn. Het Franse bedrijf, met een grote ontwikkel- en productiesite in Drachten, is gespecialiseerd in zogeheten couverteersystemen. Dat zijn machines die in sneltreinvaart enveloppen vullen. Met het alsmaar groeiende aandeel digitale communicatie is dat een afnemende markt. ‘Hoewel we er zeker nog twintig jaar mee vooruit kunnen, hoor’, verzekert Melle Jonker, systeemarchitect bij Quadient. Naast die corebusiness ging het bedrijf op zoek naar andere terreinen binnen de postmarkt waar het zich met zijn r&d-activiteiten kan onderscheiden. In 2013 mondde die zoektocht uit in de CVP Impack, een machine die op maat gesneden karton nauwkeurig om een bestelling vouwt. Met het systeem pakte Quadient de frustratie van zijn eigen engineers aan dat hun internetbestellingen in een veel te grote doos werden afgeleverd. Ervaringen bij launching customer Ingram Micro, dat voor onder meer Bol.com de verpakking en verzending van veel pakketjes

10

verzorgt, lieten zien dat de CVP Impack tot vijftien keer sneller goederen inpakt dan je met de hand kunt doen en de volumebesparing vijftig procent bedraagt. Dat maakt de machine financieel erg aantrekkelijk; inmiddels staan er CVP Impacks in meer dan tien landen. Er was echter geen tijd om vergenoegd achterover te leunen. ‘We zagen dat onze

grootste concurrent ons inhaalde voor wat betreft de snelheid’, vertelt Jonker. ‘En er kwamen wat kleinere spelers aan die nog niet op het goede niveau zitten, maar er wel tegenaan schurken.’

Kleinere pakketjes

In 2017 startte Quadient met de ontwikkeling van de CVP Everest. De grote

De dozen worden nauwkeurig op maat gesneden en om de bestelling gevouwen. Eerst in een tray, later komt er een deksel op.

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 6


Quadient gebruikt in de Everest geen tape, alleen lijm. Zo kan het de snelheid verhogen. broer van de CVP Impack kreeg twee belangrijke eisen mee: de snelheid moest ruim worden verdubbeld naar duizend pakketjes per uur, en het systeem moest geschikt zijn voor kleinere verzendingen. ‘Ook dat laatste was een belangrijk aandachtspunt’, aldus Jonker, die samen met Fokke de Boer de technische projectleiding van de Everest vormde. De CVP Impack kan dozen tot tien centimeter hoogte verwerken. Uit de markt kreeg Quadient signalen dat het kleiner moest. Onder meer door extra rollertjes in het systeem op te nemen, en daarmee onderlinge afstanden te verkleinen, zijn de engineers uit Drachten erin geslaagd om de Everest geschikt te maken voor producten tot vijf centimeter. Nog kleiner hoeft niet omdat die bestellingen vaak gewoon door de brievenbus passen. Medio vorig jaar introduceerde Quadient de Everest, met een pieksnelheid van elfhonderd pakketjes per uur. ‘Dat tempo is alleen nodig tijdens topdrukte’, zegt Jonker. Bij het Franse e-commercebedrijf Cdiscount staat het eerste exemplaar. ‘Soms draaien die op de maximale snelheid, maar er zijn ook momenten dat er slechts één operator nodig is om de stroom te verwerken.’ Sowieso is dat onderdeel van het proces de echte bottleneck. ‘Duizend pakketjes per uur betekent immers dat de operators elke 3,6 seconden een nieuwe verzending moeten invoeren’, rekent Jonker voor. ‘Je kunt je voorstellen dat dat uitdagend is.’ Logischerwijs denkt Quadient achter de schermen al na over een geautomatiseerde oplossing voor dit probleem. Voorlopig houdt Quadient het op een dual stage-invoer. Bij de Everest – en inmiddels ook bij de Impack – kunnen twee operators tegelijk producten op een band leggen en de machine vullen. Tussen die twee aanvoerkanalen switcht een band heen en weer om de producten op

te halen. ‘Je moet daar goed op de snelheid letten want als je te hard van links naar rechts schiet, vallen productstapels geheid om’, waarschuwt Jonker. ‘We hebben er daarom voor gekozen om de band extra breed te maken. Bij verreweg het grootste deel van de gevallen kun je een nieuw product op de band trekken terwijl de vorige net de machinelijn in schuift.’ Om de output van duizend pakketten per uur te halen, hebben de beide operators nu twee keer zo veel tijd gekregen om een nieuwe verzending op de band te leggen, namelijk 7,2 seconden. Een ander onderscheidend kenmerk is dat Quadient zorgdraagt voor een soepele overgang van het gesneden, platte karton dat van onder uit de machine komt en de aanvoer van de producten. ‘We doen dat met een mesovergang, een heel dunne roller, waardoor het product minder dan vijf millimeter valt’, legt Jonker uit. ‘Het uitgangspunt in het design was dat we een fles wijn rechtop over de band zouden kunnen laten lopen en dat die niet zou omvallen. Dat lukt vrijwel altijd. Ook voor een stapel producten is dat natuurlijk interessant. Die mag bij die overgang niet instorten.’

Hergebruik

Om de nieuwe machine snel op de markt te krijgen, hergebruikte Quadient voor de Everest grote delen uit de CVP Impack. ‘De 3d-scanner, de buffer, de conveyor en de kartonaanvoertracks hebben we gekopieerd’, vertelt Jonker. ‘Die kunnen we dus in grotere aantallen, dus efficiënter, produceren.’ Ook de vouwunit is grotendeels hergebruikt, hoewel hij wel een stukje sneller is. ‘Het compromis dat we hebben gemaakt, is dat de Everest een grotere footprint heeft dan de CVP Impack. Dat was het gevolg van onze focus op hergebruik en time-to-market’, legt Jonker uit.

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 6

Uiteraard zijn er ook grote verschillen. Het meest opvallende is dat de doos in tweeën is gedeeld. De CVP Impack vouwt een lange strook karton om de verzending, maar de Everest maakt eerst alleen de onderste tray en voegt er later een deksel aan toe. Het voordeel is dat de plano’s beduidend kleiner zijn en dat de delen in parallel kunnen worden gemaakt. De ontkoppeling van de twee vouwstappen biedt ook commercieel interessante mogelijkheden. In de overgang van de ene naar de andere lijn kun je immers prima een station inbouwen om wat aan de bestelling toe te voegen. Denk aan pakbon, een brochure of zelfs een gadget. Ook geeft het gebruikers meer vrijheid in hoe ze de machine opstellen in hun productielijn. Voor de kop die de deksel vouwt, riep Quadient de hulp in van de Duitse specialist Bedo Verpackungstechnik. Het deksel bestaat uit een kartonnen kruis waarvan de flappen aan de onderkant worden voorzien van lijm waarna ze om het onderste deel van de doos worden gevouwen. ‘De grootste uitdaging is om te bepalen waar je moet drukken om voor een goede hechting te zorgen’, heeft Jonker ervaren. ‘Bedo heeft de koppen ontwikkeld op basis van onze requirements. Om de snelheid hoog genoeg te houden, is elke Everest-machine uitgerust met twee van die koppen, die om en om een deksel plaatsen.’

Lijmen

Quadient gebruikt in de Everest geen tape, alleen nog lijm. ‘Tape kun je slechts met een beperkte snelheid afrollen’, weet Jonker. ‘Omdat we nu dus twee delen apart van elkaar maken, zouden we anders twee keer die bottleneck hebben gehad.’ Lijm dus, maar daar hadden de engineers bij Quadient nog geen ervaring

11


Providing solutions for tomorrow’s technologies www.hittech.com

ASSEMBLY

DEVELOPMENT

MANUFACTURING

MATERIALS

De toekomst is dichterbij dan je denkt Je wilt vooroplopen als bedrijf, maar hoe? Daarvoor heb je specialisten nodig die meedenken op elk vlak. Creativiteit, toewijding en een heleboel knowhow: NTS helpt klanten aan de beste oplossing voor hun specifieke vraag. Wij zijn gespecialiseerd in het ontwikkelen, maken en assembleren van (opto)-mechatronische systemen, mechanische modules en kritische componenten. Onze expertises? Precisie en wendbaarheid. Van eerste ontwerp, naar prototype tot assemblage: onze veelzijdige ondersteuning helpt klanten om producten sneller te realiseren. NTS excelleert in het oplossen van complexe vraagstukken. Wij bedenken en realiseren precies die toepassing waar onze klant naar zoekt. Met onze veelzijdige kennis en ervaring versnellen we technologische innovaties. De technologie van de toekomst? NTS brengt je dichterbij.

nts-group.nl/careers

12

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 6

Onze (opto-)mechatronische systemen en mechanische modules dragen bij aan toekomstige technologieĂŤn


+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

NIEUWS

Quadient heeft inmiddels twee Everest-systemen uitgeleverd. Een derde wordt deze maand geïnstalleerd in Denemarken. mee. ‘Door veel te experimenteren, hebben we die kennis opgebouwd’, vertelt Jonker. De ontwikkelaars hebben heel wat lijmsoorten geprobeerd om te kijken welke het beste resultaat geeft. ‘Als je duizend dozen per uur wilt dichtplakken, heb je maar een paar seconden om de lijm aan te brengen en dan moet het vast zitten. Je wilt voorkomen dat je de doos nog een tijdje moet vasthouden tot de lijm voldoende hecht.’ Met hulp van externe partners en specialisten heeft Quadient de juiste lijm en aanbrengmethode gevonden. ‘Het levert een mooie, stevige doos op. Voor de zekerheid zetten we geplakte dozen nog wel even in een rekje om wat extra afkoeltijd te winnen.’ Bijkomend voordeel van lijm is dat het on-the-fly kan worden bijgevuld. Ook voor een nieuwe pallet karton hoeft de machine niet te worden stilgezet. Quadient heeft een labelprinter gekozen met een capaciteit van vierduizend labels. ‘Op de maximale snelheid kun je daar dus vier uur mee vooruit. Omdat gebruikers zelden zo lang zo veel producten verwerken, is dat prima’, aldus Jonker.

Branding

Nieuw voor de Everest is dat gebruikers de machine met drie verschillende kartonbreedtes kunnen voeren. Dat is een direct gevolg van de keuze om kleinere producten op de machine toe te laten. Bij een standaard kartonbreedte zou dat immers meer kartonafval opleveren, en

daarmee een van de belangrijkste winstpunten van de inpakmachine tenietdoen. In de Everest heeft de software dus de keuze voor een smalle strook bij kleine producten, een standaard strook voor het grootste deel van de stroom en een brede voor de grotere pakketten. Aan deze verbetering zit ook weer een commerciële kant. Een bedrijf als Ingram Micro verpakt verzendingen voor meerdere klanten. Ze kunnen de verschillende invoerkanalen dus ook inzetten voor branding. Op de ene track karton voor Bol.com, op de tweede voor De Bijenkorf en op de derde voor HP. Die optie is zo interessant dat Quadient deze module inmiddels ook aanbiedt bij de CVP Impack.

Eigen visualisator

Voor de aandrijftechnologie is Quadient overgestapt op producten van Beckhoff ‘omdat de leverancier die we eerst hadden achter begon te lopen’, verklaart Jonker. ‘Beckhoff heeft een prima ontwikkelomgeving en we konden alle vijfentachtig servomotoren aan één plc hangen.’ Ook is Jonker erg gecharmeerd van de One Cable Technology van Beckhoff. ‘De oude aanbieder leverde alleen motoren met twee kabels, waardoor we dubbel zo veel tijd kwijt waren tijdens de montage.’ En ten slotte konden de engineers in Drachten het standaard Ethercat-protocol gebruiken om eenvoudig onderdelen van andere partijen te koppelen.

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 6

Ook in de softwareontwikkeling bood Beckhoff meerwaarde. De soft-plc’s van het Duitse bedrijf kunnen in een Windows-omgeving draaien. ‘Dan heb je dus een realtime plc op je bureaublad en dat biedt legio mogelijkheden om te simuleren’, zegt Jonker, die zelf een groot deel van de besturingssoftware van de CVP Impack bouwde. ‘We declareren alle servo’s als virtueel. Als je zo’n servo een setpoint meegeeft, geeft hij een milliseconde later de boodschap terug dat hij op dat setpoint is, net zoals een echte servo zou reageren.’ Elke twintig milliseconden worden alle setpoints naar een zelf ontwikkelde visualisator gestuurd die de situatie direct in beeld brengt. ‘Toen we met de ontwikkeling van de CVP Impack begonnen, waren er nog geen simulatie- of digital twin-platforms op de markt die aan onze wensen voldeden. Dus hebben we zelf wat opgezet in Qt’, vertelt Jonker. ‘Zo ingewikkeld is dat allemaal niet.’ Het eigen platform wordt veelvuldig gebruikt. Het geeft de zes software-engineers de mogelijkheid om hun programmatuur te schrijven en te testen zonder dat er ook maar iets fysiek is gebouwd. Jonker: ‘Zo hebben we heel veel simulaties kunnen draaien om te beoordelen hoe we het snelste systeem zouden krijgen. Bijvoorbeeld hoe lang de baan van de vouwunit moest zijn. Die moet immers weer terug voor de volgende doos, dus je moet daar op zoek naar een optimale lengte. Dat kun je wellicht theoretisch bepalen, maar we hebben dat vooral proefondervindelijk gesimuleerd.’

Nieuwe fabriek

Quadient heeft hoge verwachtingen van zijn nieuwste inpakmachine. Na de eerst installatie bij Cdiscount nam het Britse internetwarenhuis The White Company deze zomer ook een Everest in gebruik. En de derde machine wordt deze maand in Denemarken geïnstalleerd. De uitbreiding naar deze nieuwe markt legt Quadient sowieso geen windeieren. Vlakbij de oude site in Drachten heeft het bedrijf een nieuw productiecomplex geopend, dat speciaal is ingericht op de fabricage van systemen – goed voor zo’n veertig nieuwe arbeidsplaatsen.

13


INTERVIEW MET LUUD ENGELS

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

Systeemarchitect moet begrijpen hoe je waarde genereert, binnen tijd en binnen budget Als projectmanager, systeemarchitect en crisismanager in de hightechindustrie heeft Luud Engels de reputatie dat hij geen blad voor de mond neemt. Naast zijn advieswerk is hij sinds vorig jaar ook trainer systeemarchitectuur bij High Tech Institute. Een (hernieuwd) kennismakingsgesprek met de nadruk op duidelijk communiceren in complexe ontwikkelomgevingen. René Raaijmakers

K

om bij Luud Engels niet aan met de opmerking dat we in de Nederlandse hightech zo open en goed communiceren. Hij laat zelfs enkele krachttermen vallen om duide­ lijk te maken dat het hypocriet is om dat te geloven. ‘Hier in Brabant zijn we helemaal niet zo open. Ga maar eens luisteren bij koffieautomaten. Wij pra­ ten niet met jou, we praten over jou.’ Wat direct communiceren – of beter: confronteren – betreft, heeft Engels een zekere reputatie. Alweer even geleden mocht hij na enkele maanden zijn biezen pakken nadat hij zich – vol­ gens zijn opdrachtgever – in te sterke bewoordingen had uitgedrukt wat er mis was binnen het bedrijf. ‘Ik ben er heilig van overtuigd dat alles kan wor­ den gezegd op het goede moment. In een team of tussen twee personen. Dat doen we niet. Maar ik blink er zelf blijkbaar ook niet zo in uit, want ik zeg af en toe iets zo duidelijk dat ze zeggen: sodemieter nu maar op.’ Zijn waardering voor feitelijk en hel­ der communiceren komt voort uit zijn jarenlange ervaring als projectmanager, systeemarchitect, crisismanager en als lid van het managementteam bij ingenieursbureau TMC. Zijn advies over communicatie in ontwikkelomgevingen:

14

‘Maak het feitelijk. Spreek uit wat er aan de hand is. Dat mag best persoonlijk zijn. Je kunt zeggen: dat blauwe hemd van jou stoort mij. Maar aan state­ ments als ‘Microsoft is niets en Apple is alles’ heb je niks. Maak het feitelijk: gaan we objectgeoriënteerd of proces­ gericht werken? Gaan we het in glas of in titanium maken? Wat zijn de voor­ delen? Wat de nadelen? Een top vijf van belangrijkste criteria is voldoende, niet honderdduizend. Als we het hebben over glassoorten, dan hoef ik niet de hele

historie van de glasblazerij te weten, ik wil gewoon de vijf dominante criteria, in getallen, niet in plussen en minnen. Als je weet wat de dominante parame­ ters zijn, weet je ook hoe we deze gaan meten en kunnen we het eens worden over de eerste ontwikkelstappen om de metingen mogelijk te maken.’ Engels onderstreept dat er in de ontwikkeling van hightech systemen meerdere wegen naar Rome leiden en dat het belangrijk is om vast te hou­ den aan een keuze als die eenmaal is

De wetten van Luud Engels • Over balans tech en geld in hightech oem’s Als de financiële mensen het overnemen, dan raakt het engineersbelang ondergeschikt. Als de engineers de lead nemen, dan gaat het financieel kapot. • Over crisismanagement De opdrachtgever die vraagt om een crisis te bezweren, is voor de helft veroorzaker dan wel onderdeel van de betreffende crisis • Over de crisismanager Ik geloof heilig in de kracht van de buitenstaander • Over communicatie en samenwerken in de hightech We praten langs elkaar heen: de een praat in newtons per vierkante meter, de andere in bits per seconde • Over vastgelopen ontwikkelprojecten Een crisis gaat niet weg door mensen weg te sturen die de vinger op de zere plek leggen

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 6


gemaakt. ‘Zorg dat het hele team in elk geval op dezelfde weg zit, in plaats van eindeloos te zoeken naar de enige juiste weg. Die is er per definitie niet.’ Soms gaat het met eenvoudige zaken al fout. ‘Ik kreeg na een gesprek met een klant ooit het gespreksverslag in plat Brabants. We waren het immers eens

met de klant. Ik vroeg of de klant de tekst had goedgekeurd. Nee natuurlijk. Dus heb ik erop aangedrongen om een en ander in het Engels op te schrijven zodat het later in het ontwikkelteam kon worden gebruikt, aan de klant voor te leggen en hem akkoord te vragen – het gaat immers vaak over verreikende

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 6

beslissingen – maar dat bleek toch moeilijk op te brengen.’

Letter van de wet

Engels’ uitgebreide technische loopbaan begon met een studie elektrotechniek, waarna hij aan boord stapte bij Sattcontrol, een Zweedse speler in

15


INTERVIEW MET LUUD ENGELS

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

de industriële automatisering. Hij pro­ grammeerde plc’s voor eiersorteer­ machines, melkfabrieken en geauto­ matiseerde magazijnen. Later stapte hij over op Fortran voor PDP­ en Vax­mini­ computers. Het leuke van technische software, zegt Engels, is dat je iets in beweging zet. Hij merkt op dat ‘de rest van programmerend Nederland’ vaak neerbuigend doet over plc­omgevingen. Engels: ‘Ik zou mensen willen adviseren: probeer het eens een keer.’ Na vijf jaar maakte hij de overstap naar Cap Volmac (later Cap Gemini), waar hij projecten deed. Engels werkte vooral in de techniek, maar Caps kernactiviteit was de zakelijke automatisering. ‘Daardoor leerde ik oneindig veel over hoe je volgens de letter van de wet computersystemen en software moet ontwikkelen.’ Hij startte voor Cap bij ASML, werkte aan snelwegsignalering bij Rijks­ waterstaat en kreeg meer leiding­ gevende rollen. Ook kwamen er audits bij. Hij schat dat hij zo’n twintig projec­ ten heeft beoordeeld. ‘Je weet na een dag rondlopen wat er aan de hand is en waar het project fout is gelopen’, zegt Engels. Met een glimlach: ‘En zeker niet omdat ik zo slim ben, of zo veel gezien heb, maar vooral omdat ik buitenstaander was.’ Daar gelooft hij heilig in: in de kracht van de buitenstaander. ‘Je komt in bedrijven waar het helemaal is misge­

lopen en dan mag je een rondje maken en vijf tot tien mensen spreken. Die hebben allemaal een mening over het project in crisis. Je krijgt het hele ver­ haal te horen. Mensen willen hun ei kwijt. Je hoort wat er fout is en vooral: wat anderen niet mogen zeggen.’

De koppige eigengereide technicus

Dan komt hij op de zwakke plek van technici – een koppige, eigengereide groep waartoe hij ook zichzelf rekent. ‘Wij zijn engineers hè, wij hebben gelijk. Zo denken wij: ‘Ik ben elektrotechnicus en ik heb berekend dat er 5 volt uit de berekening komt. Als jij dat niet snapt, dan reken ik het nog een keer voor je uit, maar het blijft 5 volt. Jij bent gek, niet ik.’ Terwijl het in projecten vooral om effec­ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

Het begrip systeem­ architect is aan inflatie onderhevig + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

tief samenwerken gaat. Dat is moeilijk. De een praat in newtons per vierkante meter, de ander in bits per seconde. De hightech is een grote toren van Babel. Dat begint bij requirements en gaat door tot design en integratie en test.

Evenzogoed: als ik zelf een project doe en er komt een buitenstaander binnen, dan schiet hij of zij daar ook gaten in.’ Engels komt het liefst binnen als de crisis het diepst is. Een voorbeeld was het Fusion­project, eind jaren negentig bij Philips Medical Sys­ tems. Fusion had de ambitieuze doel­ stelling om bij Philips met één plat­ form de mechanische, elektrische en softwareconstructie voor medische diagnostische systemen af te dekken. Kostenbesparing door hergebruik zou de omvangrijke operatie rechtvaardig­ den. ‘De directeur schetste zijn pro­ bleem simpel: elke maand kwamen er dertig nieuwe ontwikkelaars bij en elke maand kwamen ze hem vertellen dat het project nog twee maanden uitliep.’ Hij komt weer op de kracht van de bui­ tenstaander. ‘Die mag iets zeggen. Hoe dieper de crisis, hoe meer ontvankelijk we zijn voor de boodschap. Meestal hebben er al mensen naar gekeken. Die legden vingers op zere plekken waar niet naar gewezen mocht worden en konden hun biezen pakken. Of ik de zittende project­ leider wilde vervangen, want die kreeg de vertraging ook niet weggewerkt. Maar een crisis gaat niet weg door mensen weg te sturen die de vinger op de zere plek leggen en ik ben de zittende project­ leider gaan helpen en samen hebben we ‘crisis contained’ behaald door de scope aan te passen en met early feedback te

Trusting in experience. Benefitting from innovation. Advancing sensor technology. Optimale oplossingen, afgestemd op uw behoeften: Ervaar state-of-the-art technologieën en innovaties met industriële sensoren en systemen van Pepperl+Fuchs – het maakt de weg vrij naar volledig gekoppelde productieprocessen voor de toepassingen van de toekomst. www.pepperl-fuchs.com

16

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 6


+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

gaan werken. Een van mijn wetten is: als je een opdracht krijgt van iemand om een crisis te bezweren, dan ligt de helft van de schuld bij degene die jou die opdracht geeft. Die is de oorzaak of draagt daar voor een belangrijk deel aan bij.’

Is het tunnelvisie?

‘Let op: je hebt het over zeer bekwame mensen met heel relevante argumenten en met honderd kilo verstand van zaken. Maar gaandeweg is de oplossing of werkwijze in verschillende silo’s onder­ gebracht. Heel bekwame mensen slijten paden uit waardoor loopgraven ontstaan die zo diep zijn dat je er nog net een beetje bovenuit kunt kijken. Ieder heeft zijn loopgraaf en verdedigt die hard­ nekkig. Dan hoor je geluiden als: ‘Dit is niet bespreekbaar!’ Als je dat hoort, dan heb je meestal iets te pakken waarop het fout is gegaan en waar dan ook mogelijk een begin van de oplossing ligt.’

Waar zit de oplossing?

‘De eerste wet van crisismanagement is: inperken. Bij Fusion betekende dat: geen dertig mensen per maand erbij maar twintig mensen per maand minder. Scope verkleinen. De diepere oorzaak – mijn mening – was pure zelfoverschatting. Het platformidee voor software alleen is al een forse uitdaging, maar nu ook een platform voor de mechanica en elektronica en dat voor alle diagnostische producten

is te veel in één keer. Het is al moeilijk genoeg om elektronica, software en mechanica samen voor een enkel sys­ teem te ontwikkelen, maar om in één project één platform voor verschillende productlijnen te ontwikkelen, is op zijn minst naïef. Bij Philips Medical moes­ ten ze destijds ook nog samenwerken met ontwikkelaars in Bangalore en ze wilden tegelijk van CCM level 2 naar level 3. Dat was een inkopper; dat moest meteen stoppen. Je gaat bij een project in crisis niet ook nog eens een verbeterslag doorvoeren.’ ‘Vaak is het zo dat de technici allang weten waarop het fout gaat en de bestuurders ook. Beiden hebben gelijk, maar ze vinden elkaar niet in de oplos­ singsrichting. Heel veel later overigens nog een klus gedaan bij Philips DPS waar ik gezien heb dat Philips forse verbeteringen heeft doorgevoerd. Al­ leen vingers op zere plekken leggen mocht nog steeds niet helaas.’

Hoe moet het wel?

Klein beginnen, zegt Engels. ‘Je moet vroege feedback hebben, bij voorkeur een launching customer. Later heb ik het Martin van den Brink bij ASML vele malen horen uitleggen: schroef het eens in elkaar, laat zien dat het werkt. Dan daagde hij mensen uit door te roepen: ‘Die fysica van jou, die werkt niet.’ In die vroegtijdige integratie, daar zit ont­ zettend veel in. Veel later zijn ze dat

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 6

Scrum, Agile en rapid development gaan noemen. Elke keer weer die terugkoppe­ ling, vroegtijdig bouwen. Elke zes weken een oplevering, maar wel iets werkends leveren. Zo niet, dan ga je niet verder en dan heb je geleerd waarom het faalt. Dan maar te laat. Wat je zeker niet moet doen, is meer mensen aannemen.’ ‘Als technici roepen dat ze tijd nodig hebben om iets te gaan onderzoeken, dan moet je op je hoede zijn. Dat op waarde schatten of afstraffen, daar is Van den Brink ook meester in.’ Een andere noodzaak: ‘Mensen eige­ naar maken van een probleem. Zeker in omgevingen met complexe ontwik­ kelingen, waar ook nog wat moet wor­ den uitgevonden, voelt iedereen zich meester over zijn idee, zijn inzicht. Wij Nederlanders zijn er ook nog eens erg goed in om elke gelegenheid aan te grijpen om daar heel breed over te ver­ tellen. Maar je wilt een volgende stap kunnen zetten. Dat is het enige waar­ bij een project is gebaat. Als je dus met dertig mensen in een kamer zit en de problemen komen op tafel, dan moet de projectmanager, de crisismanager of de systeemarchitect voor elk probleem een verantwoordelijke aanwijzen. Daar hoort ook een deadline en een keiharde beslissing bij.’ Engels zegt dat het bij ASML in de cultuur zit, maar dat ze er daar in het verleden ook weleens zijn door­ geschoten. ‘Alles krijgt daar een owner. Dat heet daar projectleider. McKinsey heeft bij ASML ooit een analyse gedaan naar projectleiders en de gemiddelde projectgrootte. Waar kwamen ze op uit? Op elk project zaten gemiddeld 1,2 mensen, inclusief de projectleider! Dan loop je het risico dat je mensen gaan strijden om beschikbare resources en de inhoudelijke voortgang naar de achtergrond verdwijnt.’ In kleinere ontwikkelprojecten met tien tot twintig ontwikkelaars kan één per­ soon zowel de rol van productmanager als systeemarchitect pakken. Bij grotere projecten met vele tientallen of honder­ den ontwikkelaars en tien tot honderden leveranciers is het zaak om op te split­ sen. Engels heeft ervaring met beide rollen. ‘De productmanager definieert het product dat straks in de markt goed zal presteren. Hij stelt budget beschik­

17


Hoe gehorig is dit ontwerp?

Weergave van het geluidsniveau en de mechanische spanning.

Het bouwen van stillere transmissiesystemen begint met het ontwerpen van stillere versnellingsbakken. Geluids-, trillings- en hardheidstests (NVH) vormen een belangrijk onderdeel van het proces, maar u bent niet beperkt tot het uitvoeren van fysieke experimenten. Om de ontwerpen van de versnellingsbak ruim voor de productiefase te verbeteren, kunt u vibro-akoestische analyses uitvoeren met behulp van simulatiesoftware. De COMSOL MultiphysicsÂŽ-software wordt gebruikt voor het simuleren van ontwerpen, apparaten en processen op alle gebieden van engineering, productie en wetenschappelijk onderzoek. Ontdek hoe je het kunt toepassen op het modelleren van trillingen en geluid van versnellingsbakken. comsol.blog/NVH-simulation


INTERVIEW MET LUUD ENGELS

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

baar – vaak te weinig – en onderhandelt met de systeemarchitect of het voor dat geld in die tijd valt te maken. Het is een balanceeract. Bij volwassen producten werkt het anders, maar bij een eerste ontwikkeling wil je zo snel mogelijk een proof of concept. Of in elk geval een bevestiging dat je ideeën kloppen en je op het goede spoor zit. De productmanager stelt dus harde deadlines en daarmee moet een systeemarchitect aan de slag.’ ‘De productmanager moet definiëren welk vraagstuk de systeemarchitect nog moet oplossen en met wie. Samen bespreek je de ins en outs, weeg je de benefits en concerns, voor- en nadelen en dan roept de projectmanager tegen de systeemarchitect: eind volgende week nemen we een besluit! Dat aanjagen, een format verzinnen, mensen betrekken om tot gekwantificeerde uitspraken te komen waarmee je ook echt een afweging kunt maken, daar draait het om.’

In hoeverre moet de systeemarchitect net als de productmanager direct met klanten praten?

‘In de hightech staat dat buiten kijf. Daar trekken productmanager en systeemarchitect samen op. Dat moet. De ene heeft meer businessfocus, de andere kijkt naar de technologie en of het realiseerbaar is. Het zijn twee kanten van dezelfde medaille. En waar deze samenwerking tussen productmanager en systeemarchitect steeds meer gemeengoed wordt, zie ik nog best wel systeemarchitecten die de nodige afstemming met de projectmanager of operationeel management bagatelliseren. Je loopt dan het risico dat een oplossing die perfect aansluit bij de marktbehoefte uiteindelijk strandt in de realisatiefase.’

Een systeemarchitect heeft grote impact op de productontwikkeling, maar toch vaak een weinig zichtbare rol.

‘Het is een ervaren technicus, maar zijn waarde zit vooral in zijn kijk op de business. Negenennegentig van de honderd keer kent de systeemarchitect de markt waarin zijn product of systeem gaat landen door en door. Dat is nodig om de markt- en producteisen te vertalen

naar de systeemeisen en om vervolgens op hoofdlijnen het ontwerp te maken.’ Er is nogal wat ervaring voor nodig om dat niveau te bereiken. Engels constateert tegelijkertijd dan ook dat het begrip systeemarchitect aan inflatie onderhevig is. ‘Tegenwoordig heet alles architect. Een softwarearchitect is meestal een senior softwareontwikkelaar, requirements engineer of iemand die de leiding heeft over de engineering. En waar ik niets ten nadele van zo’n lead engineer zou willen zeggen, is het verschil met de systeemarchitect dat die laatste de business moet kennen, moet begrijpen hoe er waarde wordt gegenereerd en dus snapt waarom het binnen deze tijd en dat geld moet gebeuren.’

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 6

‘Dat is ook zo in de bouw. Jouw architect vraagt wat je met je toekomstige huis gaat doen en past daar zijn ontwerp op aan. Ga je veel koken of wil je vooral wijn drinken? Daarom heeft Martin van den Brink het ook zo goed gedaan bij ASML. Hij gaat naar klanten en legt uit wat voor lithosystemen ze nodig hebben. Hij kent de markt als geen ander, sterker, hij dicteert de markt. Dat betekent dat hij de doelen, de timing in de business van chipfabrikanten als geen ander begrijpt. Hoe hun productieprocessen eruitzien. Als ze het hebben over critical dimension en overlay, dan kan hij uitleggen dat zijn machine dat ook kan en bovendien onderbouwen waarom.’

19


THEMA PRECISIETECHNOLOGIE

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

Topologie-optimalisatie en 3d-printing brengen waferstage naar hoger plan In de wereld van high-end machineontwikkeling staat Nederland nadrukkelijk op de voorgrond – met name op het gebied van apparatuur voor chipproductie. Om de steeds veranderende eisen en verwachtingen van de consument voor te blijven, werken enkele belangrijke spelers in de Nederlandse hightech samen binnen het publiek-private partnerschap Imsys-3D om de volgende generatie hoogwaardige motionsystemen te ontwikkelen. Collin Arocho

A

ls het om de wereld van silicium gaat, staan Nederlandse apparatenbouwers als ASML en ASMI wereldwijd aan de top. Om hun concurrentievoordeel te behouden bij de productie van ultramoderne machines moeten bedrijven als deze een balans zoeken tussen de huidige behoeftes van hun klanten en ontwikkelingen voor de toekomst. Dankzij de publiek-private Imsys-3D-samenwerking krijgen ma-

kers van hightechapparatuur een boost bij hun innovaties voor de toekomst: de deelnemers gebruiken de allernieuwste technologieën en methodes om de volgende generatie high-performance motionsystemen te bouwen. Voor ontwerpers van hightech apparatuur zijn krachtige bewegingssystemen een essentieel stuk van de puzzel. Om aan toekomstige prestatiedoelstellingen en time-to-market-

eisen te voldoen, hebben ze echter hard nieuwe optimalisatiemethodes nodig. Dat is het werkgebied van het Imsys-3D-projectteam, dat bestaat uit ASML, de Technische Universiteit Delft, mechatronica- en motion controlspecialist MI-Partners, 3d-printerfabrikant Additive Industries en softwarebedrijf Infinite Simulation Systems. ‘Het doel voor dit project is om automatisch nieuwe ontwerpen voor een waferstage te genereren’, legt TU Delft-promovendus Arnoud Delissen uit. ‘Door unieke algoritmes te gebruiken, kunnen computers de optimale vorm en dynamische eigenschappen ontwerpen, die vervolgens kunnen worden ge-3d-print. Dat biedt een ongekende efficiëntie waarop industriële partners hun volgende generatie machines kunnen baseren.’

Precisie

Beeld: Imsys-3D

In het chipproductieproces is de waferstage een cruciale positioneringsmodule. Wanneer de grote schijf silicium klaar is om te worden bedrukt met een

20

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 6

De ontworpen waferstagegeometrie van onderaf gezien, gegenereerd door topologieoptimalisatie. Magneten voor bediening worden later in de hoeken en de vierkante vakken toegevoegd. De ronde gaatjes zijn toegevoegd om metaalpoeder na het drukproces uit een interne holte te kunnen verwijderen.


Foto: MI-Partners

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

Het eindproduct in actie: de geprinte geoptimaliseerde stage, magnetisch zwevend in zijn opstelling bij MI-Partners. chippatroon, door middel van litho­ grafie, wordt het silicium door een robot op het magnetisch zwevende platform geplaatst. Dat platform beweegt zeer precies onder een bundel van extreem ultraviolet licht waarbij alleen specifie­ ke delen van het silicium worden bloot­ gesteld om zo patronen te creëren. ‘De nauwkeurigheid en snelheid van deze beweging zijn cruciaal voor de productiviteit, maar snelle bewegingen veroorzaken gemakkelijk mechanische trillingen die de nauwkeurigheid van het lithografieproces tenietdoen’, zegt Matthijs Langelaar, universitair hoofd­ docent aan de TU Delft. ‘Je kunt dat niet even snel oplossen door de chuck stijver te maken, omdat meer massa ook tot hogere krachten leidt.’ Om dit probleem op te lossen en de trillingen in razendsnelle waferstages te beperken, zijn er teams van ingenieurs nodig die dynamische optimalisatie­ analyses uitvoeren – een realtime test­ en evaluatieproces van het mechanische

ontwerp – om te bepalen hoe de bewe­ gingen het beste en meest nauwkeurig kunnen worden verwezenlijkt. Het Im­ sys­3D­consortium wil deze procedure automatiseren en verbeteren. ‘Momenteel is het een iteratief pro­ ces waarbij de mechanisch ontwerpers een design maken en dit voor analyse doorgeven aan dynamica­ingenieurs. Vervolgens gaat het systeem naar een controletechnicus om te bepalen wat voor soort bandbreedte we uit de machine kunnen halen’, weet Dick Laro, systeemarchitect bij MI­Part­ ners. ‘Enkele jaren geleden begonnen we te onderzoeken hoe we dit efficiën­ ter konden maken. We wilden de drie afzonderlijke stappen combineren en integreren, als onderdeel van een nieuw geïntegreerd optimalisatieproces.’ ‘Deze geïntegreerde manier van wer­ ken kan de doorlooptijd van een stage­ ontwerp verkorten van enkele weken tot één dag en tegelijkertijd superieure prestaties leveren’, voegt Delissen toe.

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 6

Topologieoptimalisatie

Na jaren van planning, onderzoek en ontwikkeling kwamen de samenwerken­ de partijen dicht bij hun doelen, althans in simulatie. Twee jaar geleden voegde Additive Industries zich bij de coalitie. Het Eindhovense bedrijf bracht zijn state­of­the­art 3d­printmogelijkheden voor metalen in. Als eenheid concen­ treerde het consortium het ontwerpwerk op topologieoptimalisatie, ook bekend als generatief ontwerp. Met een 3d­ model als uitgangspunt analyseerden ze waar ze lagen overtollig materiaal kon­ den wegschrapen om een ultra­efficiënt ontwerp te realiseren dat toch voldoet aan de eisen voor wat betreft afmetin­ gen, gewicht en functionaliteit. Bij het ontwerpen van hun eerste demonstrator hielden de Imsys­3D­ engineers zich aan een reeks strikte parameters van een van hun industriële partners. De nieuwe chuck moest een specifieke vorm hebben, ongeveer acht kilogram wegen en afmetingen hebben

21


Hey engineer, no worries... Our sensor knowledge is yours! Let’s work together on your integration projects.

sentech.nl/integration


THEMA PRECISIETECHNOLOGIE

Beeld: Imsys-3D

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

Voor- en achteraanzicht van twee chucks geprint met de Metalfab1 van Additive Industries. Na scheiding van de bouwplaat en nabewerking van de magneetinterfaces is de stage klaar voor gebruik in een motionsysteem. van 400 bij 400 bij 50 mm – een zeer groot volume in de metaal­3d­print­ wereld. ‘Dit is een echt voordeel van ons systeem en van metaalprinttechno­ logie: de volledige vrijheid van vorm en ontwerp – waardoor het algoritme in een bredere ruimte kan optimaliseren’, benadrukt Harry Kleijnen van Additive Industries. ‘We hebben structuren geprint die je eenvoudigweg niet kunt maken met andere fabricagetechno­ logieën die momenteel beschikbaar zijn. Dit levert een belangrijke bijdrage aan het unieke karakter van dit project en aan de toekomst ervan.’ Laro vult aan: ‘Door gebruik te ma­ ken van deze methodologieën voor topologieoptimalisatie konden we de flexibiliteit van additive manufactu­ ring volledig benutten. Zoals Harry be­ schreef, geeft het je veel vrijheid, die je simpelweg niet hebt bij conventionele verspaning. Door dit toe te passen, zijn we in staat geweest om de prestaties van de stage aanzienlijk te verbeteren, wat belangrijk is omdat het voor de menselijke geest bijna onmogelijk is om de structuur te bedenken die nu uit het algoritme is gerold.’

In één keer goed

Hoewel veel ontwikkelprojecten jaren van vallen en opstaan vergen, heeft het Imsys­3D­projectteam in relatief

korte tijd grote sprongen gemaakt. Ondanks dat de deelnemers verschil­ lende uitdagingen zijn tegengekomen, variërend van veranderende eisen aan de dimensies van de stage tot de pure rekenproblematiek die wordt veroor­ zaakt door de beperkingen van de he­ dendaagse technologie, heeft de groep al succes geboekt. Met input van alle partijen is het ontwerp naar Additive Industries gestuurd en werd de eerste proefafdruk voorbereid. ‘Bij het ingaan van deze laatste ontwerpfase hebben we de plannen herzien, zodat ons team de specifieke beperkingen van additive manufactu­ ring, zoals maximale hellingshoeken

Imsys-3D

Als onderdeel van het Im­ sys­3D­project hebben de Tech­ nische Universiteit Delft, MI­Part­ ners en Additive Industries hun krachten gebundeld, samen met ASML en Infinite Simulation Sys­ tems, om een 3d­geprinte wafer­ stage van de volgende generatie te creëren. Het project wordt mede gefinancierd door Holland High Tech, Topsector HTSM, en NWO met een publiek­private samenwerkingssubsidie voor on­ derzoek en innovatie.

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 6

van oppervlakken, in het algoritme kon integreren. Daarna was het klaar voor gebruik’, vertelt Kleijnen. ‘Toen was het ontwerp helemaal geschikt om te prin­ ten. We hebben twee delen geprint, wat in totaal ongeveer tien dagen kostte – vijf dagen per onderdeel. We hadden dit in de helft van de tijd kunnen doen, maar we hebben ervoor gekozen om voor deze eerste druk extra veiligheids­ marges in te bouwen. Uiteindelijk bleek de nieuw gedrukte waferstage gelijk goed – een grote stap voorwaarts.’ Nu gaat de chuck van een aluminium­ legering – die vóór de nabewerking zo’n 8,5 kilo weegt – naar MI­Partners om in de machine te worden geïntegreerd en getest. De verwachtingen van de groep zijn dat deze gedrukte wafer­ stage twee keer zo goed presteert als zijn voorgangers, trillingen beperkt en precisie en nauwkeurigheid garandeert. ‘Ons doel is om binnen een jaar een volledig geautomatiseerd ontwerp­ proces te hebben’, zegt Langelaar. ‘MI­Partners gaat de chuck volledig integreren met de motioncontrollers om de levensvatbaarheid en potentiële voordelen aan industriële geïnteres­ seerden te tonen. We denken dat dit uit­ eindelijk een ongeëvenaarde efficiëntie zal bieden voor chipfabrikanten, wat betekent dat geavanceerde technologie betaalbaarder kan worden voor eind­ gebruikers en consumenten.’

23


THEMA PRECISIETECHNOLOGIE

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

Vermogenselektronica geen vak apart Elektromechanische actuatoren, aangedreven door zeer efficiënte en nauwkeurige vermogens­ elektronica, zijn de werkpaarden van de hightechindustrie. Ze bepalen de prestaties en kwaliteit van veel mechatronische systemen. Mechatronica&Machinebouw sprak met Jeroen van Duivenbode, specialist in vermogenselektronica bij ASML, fellow aan de TU Eindhoven en docent bij High Tech Institute. Alexander Pil

H

ij moet even nadenken, maar dan knikt hij bevestigend: ‘Ja, er zijn producten die ik heb ontwikkeld, die nog altijd rondjes om de aarde draaien.’ Want Jeroen van Duivenbode mag inmiddels dan bijna een kwart eeuw bij ASML werken, zijn roots liggen in de ruimtevaart. Een achtergrond waardoor hij in de halfgeleiderwereld soms tot interessante, andere inzichten komt. Na zijn studie vermogenselektronica aan de TU Delft belandde Van Duivenbode bij het toenmalige Alcatel Espace in Toulouse – nu onderdeel van Thales Alenia. ‘Ik ontwikkelde er vermogensomzetters voor de instrumenten aan boord van satellieten’, vertelt hij. ‘Dat ging dan meestal om radio-ontvangers en -zenders die moesten worden gevoed vanuit het boordnet van batterijen en de zonnepanelen. De andere kant van mijn werk daar draaide om simulatiemodellen. Ik heb veel gerekend aan vermogenssystemen van satellieten en ruimtestations. Tegenwoordig heb je daar allerlei tooltjes voor, maar in die tijd – eind jaren tachtig, begin jaren negentig – was er helemaal niets.’ Na vijf jaar in Frankrijk maakte Van Duivenbode de overstap naar Noorwegen, naar Norspace, ook een specialist in ruimte-elektronica. ‘Daar bouwden we onder meer surface acoustic wave-filters, kleine filters op basis van een kwartskristalletje waarmee je heel mooie bandpassfilters kunt maken. We hadden ook systemen in de Ariane 5-raket. Het was wel even spannend

24

Jeroen van Duivenbode: ‘Het aardige van vermogenselektronica is dat het alle subvakken van de elektrotechniek bevat.’ toen de eerste testvlucht mislukte. Gelukkig lag het niet aan ons maar was er een softwarefout gemaakt. Achteraf zijn onze units in de moerassen van Frans-Guyana teruggevonden, en die deden het nog gewoon, terwijl ze van vier kilometer hoogte naar beneden waren gevallen.’

Kosmische straling

Terug in Nederland vindt Van Duivenbode emplooi bij ASML. Daar is hij intussen uitgegroeid tot een van de go-to guys voor vermogenselektronica. Een vakgebied dat zeker geen bijzaak is voor de Veldhovense wafermachines. Alle bewegingen van bijvoorbeeld de waferstage en de reticle-stage gaan gepaard met flinke vermogens, terwijl de marges bijzonder klein zijn. ‘In het totale foutenbudget van het design

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 6

hebben wij een paar procent. Dat vertaalt zich in de eis dat we ongeveer een tiende van een atoom speling hebben’, weet Van Duivenbode. ‘We moeten verder kijken dan alleen de stroom en spanning maar ook doorrekenen en simuleren hoe onze fouten doorsijpelen naar de uiteindelijke systeemfout.’ Zoals heel ASML wordt ook het werk van Van Duivenbode gedicteerd door de wet van Moore. ‘Daarnaast is productiviteit een belangrijke parameter van de ASML-machines. Sneller scannen betekent sneller bewegen en daarmee dus ook meer vermogen.’ En flink meer vermogen ook, want de relatie tussen de productiviteit en piekvermogen verhoudt zich tot de derde macht: een verdubbeling van de productiviteit betekent een verachtvoudiging van het vermogen. ‘We hebben al een paar van dat soort verdubbelingen meegemaakt. Waar de elektronica om de bewegingen te realiseren vroeger in een schoenendoos paste, staat er nu vele kubieke meters vermogenselektronica naast elke machine.’ Omdat de foutmarge zo klein zijn, kan ook de kleinste verstoring roet in het eten gooien. ‘Op een gegeven moment sleutelden we aan een nieuwe generatie versterkers. We hadden de spanning een beetje opgekrikt en knepen de mosfets wat meer uit’, herinnert Van Duivenbode zich. ‘Binnen twee weken was een flink aantal van die mosfets al kapot. We elimineerden alles, van emc tot systeemfouten, maar alles was oké. Er bleef slechts één optie over: kosmische straling.’


De hoeveelheid vermogenselektronica die de stagebewegingen in een ASML-machine realiseert, is uitgegroeid van een schoenendoos tot vele kubieke meters.

In zijn eerdere functies was dat aan de orde van de dag, maar in zijn nieuwe wereld had Van Duivenbode het nodige missiewerk te doen. ‘Niemand wilde het geloven. We hebben daarom een testop­ stelling gemaakt met duizenden tran­ sistoren. In het lab gingen meerdere per week stuk. Daarna hebben we dezelfde opstelling in de Gemeentegrot in Valken­ burg gezet, onder meters aarde en kalk­ steen. Na acht weken was er nog geen enkele transistor uitgevallen. Sinds die tijd is in de industrie bekend dat je niet alleen bij grote chips op kosmische stra­ ling moet letten, maar dat het effect ook speelt bij kleine mosfetjes.’

Niet op zichzelf

Naast zijn werk bij ASML is Van Duiven­ bode verbonden aan de TU Eindhoven, als fellow bij Elektrotechniek, uiteraard op het gebied van vermogenselektroni­ ca. Ook is hij sinds een paar jaar docent bij de training ‘Actuation and power electronics’ van High Tech Institute. ‘Die cursus is interessant voor iedereen die betrokken is bij nauwkeurige oplossin­ gen. En dat hoeft echt niet om nano­ meters te gaan zoals bij ASML’, verzekert Van Duivenbode. ‘Op micrometerniveau is het zeker ook interessant om te kijken hoe je vermogenselektronica inpast in je mechatronische systeem. En zelfs als je het hebt over iets ‘lomps’ als de aandrij­ ving van een auto, moet dat nog steeds stabiel en betrouwbaar gebeuren.’ ‘Vermogenselektronica is een vak dat niet op zichzelf staat’, gaat hij verder. ‘Het staat altijd in dienst van

het systeem. Niemand komt met de vraag om een schakeling te maken die een paar kilowatt kan produceren. Dat is niet interessant. Het gaat om het geheel en dat is precies waarop de training de focus legt.’ ‘Het aardige is dat vermogenselek­ tronica alle subvakken van de elektro­ techniek bevat. Behalve alle standaard bouwstenen voor vermogenselektronica – mosfets, diodes, spoelen, et cetera – werk je ook met analoge elektronica om nauwkeurig te meten, en uiteraard met digitale technologieën en VDHL. Elektromagnetische compatibiliteit is een thema omdat de hoge spanningen en stromingen waarmee je werkt storin­ gen in de kaart spelen. EMC moet je dus snappen, net als thermisch design om­ dat de componenten snel warm worden. Die hitte moet je zien kwijt te raken.’ Dat kan met een koellichaam, maar ‘je moet uitkijken voor de capacitieve koppeling naar de koelplaat’. En dan is er de betrouwbaarheid. ‘Bij die hoge vermogens staat de elektro­ nica te piepen en te kraken. De printjes moeten hard werken, dus je bent gevoeliger voor fouten’, aldus Van Dui­ venbode. ‘Je moet dus verstand hebben van reliability en levensduurtests.’

Supergeleiding

Van Duivenbode geeft de training samen met TUE­professor Elena Lomonova en Coen Custers van Philips Innovation Ser­ vices. Naast vermogenselektronica en het rekenen aan magnetische circuits – delen die Van Duivenbode voor zijn reke­

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 6

ning neemt – gaat de cursus ook speci­ fiek over actuatoren. Lineaire en planaire Lorentz­actuatoren, piëzo­actuatoren, ze passeren allemaal de revue. Relatief nieuw en veelbelovend zijn de zoge­ naamde reluctantiemotoren. ‘Dat is een variant waarbij je een stroompje laat lopen door een spoel en daarmee een stuk weekijzer aantrekt’, legt Van Duivenbode uit. ‘Reluctantie­ motoren halen een zeer hoge kracht­ dichtheid. Het nadeel is dat die krach­ ten zeer niet­lineair zijn en dat zo’n motor alleen een aantrekkende kracht kan genereren. Op de universiteit in de groep van Elena Lomonova doen ze veel onderzoek om een oplossing te vinden voor die niet­lineariteit. Als die is gevonden, maakt de hoge kracht­ dichtheid ze heel interessant voor veel toepassingen.’ Een andere opkomende technologie is supergeleiding. ‘Dat zit bijvoorbeeld al in mri­scanners. Ook is er een Nederlandse test geweest met supergeleidende hoogspanningskabels. Dat experiment was een succes, het principe werkte, maar daar is het bij gebleven’, weet Van Duivenbode. ‘Ook de eerste windmolen met supergeleidende magneten is al gebouwd. Die magneten zaten in de rotor en het hele supergeleidende systeem moest dus mee draaien met de wieken. Dat vind ik best knap. De volgende stap is om het economisch haalbaar te ma­ ken; iemand moet de eerste stap zetten en er geld in steken.’ Zo ver is het nog niet. Daarom blijft supergeleiding in de training voorlopig nog exoot.

25


THEMA PRECISIETECHNOLOGIE

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

Sentech vergroot knowhow met sensorfusie-experiment Sentech profileert zich als sensorspecialist. Het is dus aan zijn stand verplicht om alles te weten over sensortechnologie, en vooral de toepassing daarvan. Die knowhow gaat verder dan alleen weten wanneer je welke sensor moet toepassen. Om klanten in de nabije toekomst een nog betere oplossing te kunnen bieden, onderzocht Sentech de fusie van ultrasoon- en radarsensoren. Met succes. Alexander Pil

N

auwkeurige afstandsmetingen in de hightechindustrie worden regelmatig uitgevoerd met encoders. Er zijn echter legio toepassingen waarin encoders niet de ideale oplossing zijn. Denk aan het meten van de afstand tussen twee auto’s of agv’s, of tussen de sproeiarm en een gewas. In een auto kun je prima met lidar-technologie uit de voeten, maar daar hangt wel een flink prijskaartje aan. Alternatieve oplossingen zijn dopplerradarsensoren of ultrasoonsensoren. Beide hebben hun eigen voor- en nadelen. ‘Ultrasoonsensoren zijn relatief goedkoop en erg goed als het gaat om laagdynamische bewegingen’, weet David Reuijl, r&d-engineer bij sensorintegrator Sentech. ‘In die situaties halen ze een hoge resolutie en nauwkeurigheid. Ultrasoontechnologie is gebaseerd op geluidsgolven en die hebben nu eenmaal een beperkte snelheid. Dat is een fysische limiet waar je niets aan kunt doen.’ In hoogdynamische systemen schieten ultrasoonsensoren daarom snel tekort. ‘Als het sneller moet dan een paar hertz, zijn ze niet geschikt.’ Dopplerradarsensoren zijn weliswaar een stukje duurder dan hun ultrasone neefjes, maar nog alleszins betaalbaar. Ze meten wel snelheid, en geen afstand, dus moet er sowieso nog een integratieslag overheen. ‘In potentie halen deze sensoren een veel hogere meetfrequentie, maar daar zie je in de praktijk weinig van terug omdat ze generiek zijn ontwor-

26

pen en dus niet zijn toegespitst op het meten van afstanden’, weet Reuijl. Een combinatie van deze relatief goedkope sensortypes zou weleens een kwalitatief goede afstandsmeting kunnen opleveren. ‘Het idee was dat als we de signalen uit beide sensoren zouden samenbrengen, we een veel betere meting zouden krijgen dan elk type afzonderlijk zou kunnen leveren’, verduidelijkt Reuijl. ‘En dat voor een beduidend lagere prijs als die van geavanceerde oplossingen, zoals encoders of lidar.’ Met sensorfusie op dit niveau had Sentech echter geen hands-on ervaring. Het bedrijf zette daarom een WBSO-gefinancierd onderzoeksproject op. ‘Omdat we inschatten dat we onze klanten daarmee in de toekomst wel een betere oplossing kunnen leveren, zijn we dit traject gestart’, vertelt Reuijl. ‘En ik moet zeggen: ik ben erg tevreden over het resultaat.’

Conditioneren

Om te beginnen, moest Reuijl de juiste sensoren selecteren. Hij begon met de ultrasoonsensor. ‘Daarbij moesten we letten op het bereik, de communicatieinterface, de beschikbaarheid en natuurlijk de kosten’, somt hij op. ‘Het bereik van een ultrasoonsensor is beduidend kleiner dan van een radarsensor. Dus het was van belang er een te kiezen die de fusie zo min mogelijk zou beperken.’ Timing is essentieel als je twee signalen wilt combineren. Het heeft immers geen zin om ze bij elkaar op te tellen als

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 6

ze niet in de pas lopen. ‘Cruciaal is om in de communicatie het tijdverlies te minimaliseren, wat inhoudt dat de interface analoog of synchroon digitaal moet zijn. SPI of IIC dus’, weet Reuijl. Uiteindelijk bleek een ultrasone afstandssensor van het Britse Devantech het beste aan alle wensen te voldoen. ‘Deze sensor neemt voor ons veel werk uit handen aangezien de snelheidsberekening gebeurt op basis van de timeof-flight van de geluidsgolven waardoor we minder signaalverwerking hoeven te doen’, onderbouwt Reuijl de keuze. Voor de radarsensor vond Sentech geen variant op de markt die voldeed aan de wensen voor een hoge meetfrequentie en ingebouwde digitale signaalverwerking (dsp). Reuijl besloot daarom een analoge radarsensor te gebruiken – een dopplerradarsensor van B&B Thermo-Technik – en die zelf op te werken. Die ingebouwde signaalverwerking is nodig vanwege de timing. Als je de signalen van beide sensoren zou binnenhalen in een niet-realtime besturingssysteem zoals Windows of Linux, dan is het heel lastig om ze goed synchroon te laten lopen. ‘Je hebt een vaste sampletijd nodig, een vaste tik’, legt Reuijl uit. ‘Daardoor kwamen we al snel uit op een embedded platform, zodat we de signaalverwerking realtime en dichtbij de bron kunnen uitvoeren.’ Voordat hij de analoge signalen uit de radarsensor kon gebruiken, moest Reuijl ze conditioneren. ‘De signalen zijn te zwak, hebben een relatief grote


+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

dc-gain, en moeten high-pass worden gefilterd om problemen met aliasing te voorkomen. Hiervoor hebben we een bandpassfilter ontwikkeld met instelbare gain en instelbare dc-offset.’ Vervolgens moesten de signalen worden geconverteerd naar het frequentiedomein. Een fast-fouriertransformatie dus. ‘De Arm Cortex-microcontroller op het ontwikkelbordje heeft in zijn bibliotheek een module voor fft, maar het blijft een rekenintensieve taak. Hoe nauwkeuriger je wilt zijn, hoe groter de array van samples moet zijn en hoe langer de berekening duurt. Daar hebben we dus een afweging moeten maken. In toekomstige praktijkapplicaties zal die wellicht anders uitvallen, maar nu hebben we de keuze gemaakt voor een snelheidsresolutie van ongeveer 0,2 km/u en een meetfrequentie van 1 kHz. Dat is twintig keer sneller dan de snelste digitale radarsensor die we op de markt konden vinden.’

Complementairfilter

Nadat Reuijl de signalen van beide sensoren volledig had geprepareerd, was het tijd om ze daadwerkelijk samen te voegen. Hij selecteerde een apart fusieplatform, met naar eigen zeggen een overkill aan rekenkracht en periferieën. ‘Omdat we verwachten in de toekomst meer gebruik te zullen maken van dit platform’, aldus Reuijl.

De keuze viel op een ontwikkelbordje van STMicroelectronics op basis van een Cortex M7-microcontroller. Met dit fusieplatform haalde Sentech de sensordata binnen via een synchrone IIC-interface om snelheid en constante sampletijd te garanderen. Om de signalen te combineren, gebruikte Reuijl een zogeheten complementairfilter. ‘Het voordeel van zo’n filter is dat je niet een batterij aan sensoren nodig hebt om een goede output te krijgen’, legt hij uit. ‘Bovendien ben je met een complementairfilter niet gebonden aan sensoren die dezelfde fysische grootheid meten, want hij kan ook overweg met afgeleiden. Dat is belangrijk omdat we de positiemeting van de ultrasoonsensor proberen te verbeteren met de snelheidsmeting van de radarsensor.’ Een Kalman-filter was ook een optie geweest, maar die is lastiger te implementeren en biedt extra functionaliteit die in dit geval niet werd gevraagd. Om meetpunten te vinden tussen de stappen in het ultrasoonsignaal moest het radarsignaal numeriek worden geïntegreerd. Omdat zich anders inherente integratiefouten zouden opbouwen, heeft Reuijl een high-passfilter in de schakeling opgenomen. In dat frequentiegebied presteert de radarsensor het best. Het ultrasoonsignaal is juist extra goed op lage frequenties, dus daar is een low-passfilter opgenomen.

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 6

Verbeteringen

Het resultaat van al dit werk is dat het Sentech inderdaad gelukt is om de zwakke plekken van de ultrasoonsensor aan te vullen met de output van de radarsensor. In de demo-opstelling ligt de samplesnelheid ongeveer zeventig keer hoger dan wanneer je alleen de ultrasoonsensor zou gebruiken. Hierdoor is ook de resolutie van de afstandsmeting verbeterd. ‘Daarbij moet ik wel opmerken dat dat niet voor alle frequenties geldt’, benadrukt Reuijl. ‘Als je een statische meting doet, en er dus geen beweging is, levert de radarsensor geen meerwaarde. Dan heeft de fusie geen zin en moet je op zoek naar een andere oplossing.’ ‘We hebben nu voor een zeer goedkope ultrasoonsensor gekozen, die een resolutie heeft van een centimeter. De fusie met de radarsensor heeft dat verbeterd naar ordegrootte millimeter’, vertelt Reuijl. ‘Dit onderzoeksproject hebben we gedaan om ervaring op te doen. Als we straks een opdracht krijgen waarvoor fusie tussen ultrasoon en radar een geschikte oplossing is, dan maken we op basis van de requirements opnieuw keuzes over welke sensoren we nodig hebben, hoe we de filtering configureren, hoe we de fft opzetten, enzovoorts. Volgens mij is de exercitie in elk geval erg interessant voor motioncontrolapplicaties waar lidar-sensoren of encoders niet passen.’

27


ALL SHAPES. ALL SIZES. ALL COLORS. www.br-automation.com/PowerPanel

< < < < <

PLC + HMI = Power Panel C-Series Pure HMI = Power Panel T-Series For I/O, drives and safety POWERLINK | Ethernet | USB | CAN | RS232 | RS485 4.3" | 5.7" | 7" | 10.1"


ACHTERGROND OVER I N D U ST R I Ë L E AUTO M AT I S E R I N G + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

Productie kan veel efficiënter als software meer mag doen Angelo Hulshout heeft een ambitieus plan om fabrieken efficiënter te maken met behulp van Smart Industry-technologieën als het internet of things, cloud en machine learning. In Mechatronica&Machinebouw rapporteert hij over de voortgang van zijn inspanningen. Angelo Hulshout

in de controlekamer genereert. Meestal komen we daar wel uit met de engineering-expertise van de machinebouwer. Gewapend met een spreadsheet (in Excel kan alles!) bekijken we wat de specificaties van de machine zijn, wat we werkelijk halen en aan welke knoppen we nog kunnen draaien om er iets aan te veranderen.

Normaal gesproken lossen we het probleem van de week ook wel op, maar stiekem is de verantwoordelijke engineer hier best veel tijd mee kwijt, en de gebruiker van de machine een serieuze hoeveelheid geld. Wie weleens bij ASML is geweest, weet dat elke engineer daar ervan doordrongen is dat een uur stilstand van een machine de klant kapitalen kost aan

Foto: Photos Hobby op Unsplash

E

lke machinebouwer die levert aan de maakindustrie loopt er op enig moment tegenaan. In de fabriek worden zijn producten onderdeel van een productieketen en het bijbehorende proces, en voor dat proces is het nooit goed genoeg. Elke week, misschien wel elke dag, is er weer iets dat sneller moet, efficiënter moet of minder alarmen

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 6

29


CONTENT SERVICES Content is key • Do you want to stand out? • Are you too busy to generate content? • Do you want to share your technical success stories? Our tech writers can help you cut costs and save time with in-depth technical texts, from blogs and newsletter texts to background articles and case studies. We write in both Dutch and English (native) and we charge per hour. You will receive full ownership of the text and you can choose how to distribute it. For publication in Mechatronica&Machinebouw or Bits&Chips, we offer a reduced publication fee. Contact us via sales@techwatch.nl for more information.

bits-chips.nl/content-services


ACHTERGROND OVER I N D U ST R I Ë L E AUTO M AT I S E R I N G + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

productieverlies – van tien jaar ge­ leden herinner ik me een bedrag van 100.000 dollar; tegenwoordig is het vast vele malen meer.

Machines in processen

Met een productiestraat waarin ma­ chines van verschillende leveranciers de verschillende stappen van een productieproces voor hun rekening nemen, is het ook niet ondenkbaar dat het juist in de overdracht tussen die systemen misgaat. Bij de inbe­ drijfstelling van zo’n straat stemmen we alles op elkaar af, en dan gaat het proces draaien. Vaak probleem­ loos, na wat initiële correcties, maar er komt een moment dat het toch weer spaak loopt. Geen enkel pro­ ductieproces is namelijk gehouwen in steen. Elke producent past zijn proces continu aan, om het te ver­ snellen, om andere producten aan te kunnen of om flexibeler te zijn. Een voorbeeld uit de mengvoer­ industrie: op basis van de receptuur van de fabrikant was doorgere­ kend hoe de productiestraat eruit zou moeten zien. Na enkele jaren bouwen en de start van productie bleek dat enkele stappen flink on­ der de verwachte doorvoersnel­ heid draaiden. De reden bleek heel eenvoudig: door wijzigingen in de receptuur en de batchgrootte wer­ den sommige doseersystemen veel zwaarder belast dan volgens de ori­ ginele specificaties. Vervolgens begint dan, meestal dus gewapend met een Excel­sheet, het doorrekenen, opnieuw afstellen, discussiëren over wel of niet op­ nieuw aanpassen van de receptuur, enzovoorts. Uiteindelijk komt er een oplossing uit, maar in de tussentijd leidt de overbelasting wel tot vertra­ ging in de productie, en dat kost geld.

Van genezen naar voorkomen

Kunnen we dit soort dingen voorko­ men? Op de manier zoals we altijd gewerkt hebben niet, maar wel als we beter gebruikmaken van twee componenten uit de mechatronica die nu nog te vaak de ‘sluitpost’ zijn: software en data.

Als softwareman in hart en nieren zie ik al jaren dat bij veel machine­ bouwers (de hele grote incluis) soft­ ware vaak wordt beschouwd als de laatste stap, waarin de tekortkomin­ gen van de hardware worden onder­ vangen. Op zich prima, want door­ dat software die flexibiliteit biedt, kun je sommige problemen relatief goedkoop oplossen, zonder letter­ lijk terug naar de tekentafel van de mechanisch ontwerper te moeten. Maar in een goed mechatronisch systeem kan en moet software een veel grotere rol spelen. Heel veel machines zitten boor­ devol sensoren, die temperatuur, snelheid, contaminatie en nog veel meer meten. Die metingen worden gebruikt als input voor actuatoren, om die correct te laten werken en ze waar nodig bij te sturen, zoals dat in mechatronica hoort. Dezelfde infor­ matie, in de vorm van data, kunnen we ook aan een softwaresysteem voeren, zodat we het kunnen ge­ bruiken voor analyse. Dat gebeurt bijvoorbeeld in de moderne digital twin­omgevingen, waar echte sensordata uit produc­ tie wordt gebruikt om een virtuele kopie van een systeem te besturen. Hiermee kunnen we een machine of productiestraat virtueel testen op de effecten van aanpassingen zo­ als een wijziging in de receptuur. Zo helpen software en data problemen voorkomen in plaats van genezen.

Voorspellen en aanpassen

We kunnen daarin nog een stap verder gaan, door de sensordata te verzamelen en er statistische en andere analyses op uit te voeren. Daarmee kunnen we wellicht niet de impact van die receptuuraan­ passing voorkomen, maar als we genoeg data hebben, kunnen we wel voorspellen bij welke belasting machines ongewenst gedrag gaan vertonen. Helemaal als we daaraan data koppelen die in veel fabrieken aanwezig is in de software die het totale fabrieksproces bestuurt – de mes­software (manufacturing execution system). Door die koppeling kun­ nen we simulatiemodellen maken

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 6

van aanpassingen in het productie­ proces, bijvoorbeeld batchgroottes of aantallen grondstoffen. Die voor­ spellingen kunnen we dan gebruiken om de aanpassing in de fabriek eer­ der in gang te zetten – proactief in plaats van reactief. Nog een stap verder zouden we zelfs zo ver kunnen gaan dat we technieken als machine learning inzetten. Hiermee kunnen de voor­ spelde bottlenecks wellicht automa­ tisch worden omgezet in aanpassin­ gen van machineconfiguraties in de productiestraat. Door die vervolgens door te voeren, wordt het proces van aanpassen een stuk simpeler en kan de Excel­sheet wellicht de deur uit.

Groter plan

Waarom doen we dit dan nog niet? Het antwoord is heel eenvoudig, en tweeledig. Enerzijds kunnen we dit alleen succesvol doen als we soft­ ware niet meer beschouwen als sluitpost. Dit gebeurt al meer en meer, maar ik zie dat veel machine­ bouwers hier nog stappen moe­ ten maken. Anderzijds zijn er, zeker in segmenten waar productie nog minder hightech is, veel machines in gebruik waarin de voorzieningen om data te verzamelen ontbreken, evenals de mogelijkheden om zon­ der fysieke tussenkomst van men­ sen de configuratie aan te passen. Dit zijn twee onderdelen van een groter plan waar ik mee bezig ben. Ik ben ervan overtuigd dat het met Smart Industry­technologieën als het internet of things (iot), cloud en machine learning mogelijk is om de productie efficiënter te maken. Daar­ voor is het niet nodig om hele fabrie­ ken opnieuw in te richten, alleen om de machines en de mes­software te ontsluiten, zodat data in en uit kan stromen en de mogelijkheid ontstaat om daar de juiste dingen mee te doen. Hoe ik dat denk te gaan reali­ seren en hoe het uiteindelijk gereali­ seerd gaat worden, is onderwerp van een serie vervolgartikelen in dit blad. Angelo Hulshout is onafhankelijke software-expert, lid van het Brainport High Tech Software Cluster.

31


ACHTERGROND OVER KWA L I T E I T

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

Razendsnelle kwaliteitscontroles dankzij ai en 3d-röntgenscanner Terwijl onderdelen alsmaar complexer worden, evolueren de inspectiemogelijkheden van productiebedrijven voor kwaliteitscontroles niet mee. Zero defect manufacturers zien hun marges smelten als sneeuw voor de zon terwijl ze steeds meer investeren in tijd en mankracht om de kwaliteit voor hun cliënteel te waarborgen. De Vlaamse startup Deltaray heeft daarom een versnelde 3d-scantechnologie ontwikkeld op basis van röntgenstralen die kwaliteitscontroles op of naast productielijnen mogelijk maakt. Deze innovatieve ai-oplossing is honderd keer sneller dan alternatieven waardoor de inspectie kan gebeuren in realtime en aan productiesnelheid. Walter Nackaerts

K

waliteitscontroles zorgen ervoor dat de onderdelen die bij productiebedrijven van de band rollen geen gebreken vertonen en voldoen aan de behoeftes van de klant. Gebeurt dit niet of verkeerd, kan het product de gebruiker in gevaar brengen en voor de fabrikanten enorme kosten veroorzaken door bijvoorbeeld terugroepacties. Deze kwaliteitscontroles creëren in sectoren zoals de automobielindustrie en de medische en farmawereld steeds meer uitdagingen. In de automobielindustrie is zero defect manufacturing een must aangezien terugroepacties koste wat het kost moeten worden vermeden. Die werkwijze vereist evenwel een grote investering in tijd en mankracht. Fabrikanten kunnen het aantal steekproeven verhogen, maar deze werkwijze biedt geen oplossing om 100 procent inspectie te bereiken. Ook in de medische en farmasector

32

ontbreekt de technologie om op een snelle en efficiënte manier inspecties uit te voeren. Hier wordt 100 procent controle uitgevoerd door te opteren voor volledig menselijke inspectie, een noodzakelijke maar geen duurzame oplossing. Productrecalls zijn ook hier nog steeds realiteit. Een alternatief is ct-technologie (computed tomography), maar het probleem is dat deze methode niet geschikt is voor automatisering op de productievloer. De technologie vertrekt bovendien van een groot aantal röntgenbeelden die nodig zijn voor de digitale reconstructie van het gescande onderdeel, vooraleer het kan worden geïnspecteerd op defecten of anomalieën. De verwerkingssnelheid is hierdoor traag. Het versnellen van dit proces gaat ten koste van de resolutie en is daarom niet optimaal voor industrieel gebruik. Bovendien is de integratie in een productielijn zeer complex.

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 6

Productiesnelheid

Om die redenen ontwikkelde de Vlaamse startup Deltaray een nieuwe scantechnologie die inline en in realtime in het productieproces wordt geïntegreerd en zo fabrikanten van kritieke onderdelen toelaat om alle onderdelen op of naast de productielijn sneller dan ooit te controleren. Met behulp van artificiële intelligentie is het mogelijk om tot honderd keer sneller onderdelen te inspecteren dan andere ct-gebaseerde inspectiesystemen. De snelheid kan bovendien verder worden verhoogd door meerdere scans in parallel te maken, wat kwaliteitscontroles aan productiesnelheid mogelijk maakt. De startup, die ontstaan is uit een project van Imec en Vision Lab, een onderzoekslab van de Universiteit Antwerpen, combineert 3d-technologie met röntgenstralen om een gedetailleerd driedimensionaal beeld te genereren van zowel de binnen-


+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

Met zijn versnelde ai-technologie levert Deltaray 100 procent kwaliteitsgarantie en een maximale traceerbaarheid zowel op proces- als productniveau. als buitenkant van het onderdeel. Als basis voor de vergelijking starten we vanaf het cad-bestand van de klant, de modeltekening van het onderdeel, als kwaliteitsstandaard voor inspectie. Met behulp van artificiële intelligentie worden in eerste instantie de ideale scans bepaald om de mogelijke defecten optimaal te kunnen vaststellen. Vervolgens nemen we een aantal beelden onder dezelfde posities om de analyse effectief uit te voeren.

Automatisering

Een nieuwe meettechnologie ontwikkelen is één zaak, het ook in een werkend concept op de markt brengen is minstens even belangrijk. Daarom sloeg Deltaray de handen in elkaar met Averna, dat over veel expertise beschikt bij dit type automatisatieprojecten. Terwijl Deltaray beschikt over de meettechnologie, heeft Averna de expertise om die innovatietechniek in een geautomatiseerd concept te gieten en te voldoen aan alle vereisten om te werken in een productieomgeving. Door middel van gerobotiseerde manipulatie van de onderdelen en

volledig geautomatiseerde workflows verloopt de inspectie bovendien van a tot z zonder de nood aan menselijke tussenkomst. De operator kan uiteraard voortdurend de belangrijke zaken monitoren en bijsturen waar nodig. Het systeem genereert ook de nodige data van de resultaten van de inspectie voor elk product. Deze data kunnen worden gebruikt voor verdere analyse van de kwaliteit van het product, als input voor auditrapporten en voor de evaluatie en het verloop van het productieproces zelf. Het is een open systeem, zodat het compatibel is met bestaande productiemonitoring- en managementsystemen. Zo wordt de volledige integratie in een productielijn een feit.

Kwaliteitsinspectie 4.0

Met zijn versnelde ai-technologie levert Deltaray 100 procent kwaliteitsgarantie en een maximale traceerbaarheid zowel op procesals productniveau. Zo wil het voor producenten van kritieke onderdelen de poort openen naar kwaliteitsinspectie 4.0. Het hanteert een build to order-strategie en produ-

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 6

ceert, installeert en levert het onderhoud ter plaatse. Hoewel het systeem van Deltaray nog niet op de markt is, zijn er toch al een twintigtal bedrijven geinteresseerd in de technologie. De ambitie is om eerst op Europa te focussen. Vooral in Oost-Europa is er een grote markt voor deze toepassingen. Daarnaast zijn er ook contacten met lokale bedrijven. Tegen 2022 of 2023 wil Deltaray het systeem ook in de Verenigde Staten, Canada en Azië lanceren. Het is de ambitie van de startup om midden 2021 een eerste toestel bij een klant operationeel te hebben. Walter Nackaerts is business director bij Deltaray. Het bedrijf zelf wordt ondersteund door de Universiteit Antwerpen en Imec. Istart. Het werd recent geselecteerd door Taftie, het Europese netwerk van innovatieagentschappen, als Belgisch finalist voor het Euroquity Investor Event 2020. Ook werd het genomineerd door Trends als een van de vijf meest beloftevolle Belgische startups die nieuwe technologie ontwikkelen voor de industrie.

33


INTERVIEW MET MARK ROBINSON

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

Je moet leren presenteren

Haal de laatste presentatie die je hebt bijgewoond nog eens voor de geest. Waar ging het over? Hoe heb je je gevoeld? Was je geïnspireerd? Als je een hightech professional bent, zijn de respectievelijke antwoorden waarschijnlijk: weet niet, verveeld en allerminst. Mark Robinson, via TMC senior softwareadviseur bij ASML, wil daar verandering in brengen. Jessica Vermeer

M

ark Robinson is geen natuurlijke spreker. ‘Ik was doodsbang om voor een groep te staan. Ik haatte het.’ Dat veranderde toen hij de cursus ‘Verbaal meesterschap’ volgde, gegeven door Remco Claassen. ‘Remco kon dagen achtereen, van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat, onze aandacht vasthouden.’ In die cursus leerde hij alle technieken van Claassen. Het was een eyeopener voor Robinson. ‘Tien jaar lang paste ik alle tech-

nieken toe om de aandacht van mensen vast te houden en mijn presentaties werden steeds beter’, herinnert hij zich. Ondertussen zag hij hoe zijn technische medewerkers echt worstelden met spreken. ‘Niet dat ze het moeilijk vonden, alleen dat de presentaties vaak zo saai waren.’

Leesclub

Waarom zijn de meeste presentaties eigenlijk zo geestdodend saai? Robinson

bereikte zijn kookpunt in 2013. Hij had net een lezing bijgewoond van een zeer senior technisch manager. De manager had voor een volle zaal gestaan. Zijn slides stonden vol tekst en hij las die tekst letterlijk voor aan de mensen. Robinson was verbijsterd. ‘Deze technische mensen zijn superslim. Ze willen niet dat mensen hen voorlezen, ze kunnen het zelf ook wel lezen. Dus wat is de meerwaarde van de presentator? Niks.’

jouw specialist in voedingen

Best in class DIN-rail power supplies

Power supply CP20.248 • 1-fase

| 480W | 24VDC | 20A

• Display • 95,6%

voor diagnostiek

efficiëntie

• DC-OK

en alarm contact

• Remote

ON/OFF

• Super

compact: slechts 48mm breed

Solutions by Knowledge www.elipse.eu info@elipse.eu TEL +32 (0)3 354 51 80

34

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 6


Foto: Mark Robinson

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

Mark Robinson: ‘Als je over een onderwerp goed kunt presenteren, word je gezien als de expert op dat onderwerp.’ Toen Robinson langs de receptie van het bedrijf liep, kreeg hij plotseling een idee. ‘Ik bedacht een manier om het probleem onder de aandacht te brengen’, vertelt hij. Hij besloot een van de beste toespraken van de twintigste eeuw te houden en deze te gieten in het technische Powerpoint-formaat. ‘Ik wilde laten zien hoe belachelijk het was: hoe je een bericht volledig kunt vernietigen door het op een slechte manier te presenteren.’ Precies vijftig jaar na de dag dat Martin Luther King zijn beroemde ‘I have a dream’-speech had gegeven, hield Robinson zijn versie via Powerpoint bij TMC. De avond was een succes en hij verzorgde verschillende soortgelijke lezingen, bij zijn toenmalige klant, ASML, die uiteindelijk uitmondde in een presentatie op TEDX Eindhoven in 2016. Na het zien van de TEDX-talk, vroegen mensen aan Robinson om hen te trainen. ‘Dus ben ik begonnen met het geven van workshops’, legt hij uit. ‘Eerst ’s avonds en daarna als workshop van een hele dag. TMC ondersteunde dit ondernemersgedrag volledig, ook toen ik het later deed onder mijn eigen naam: Mark Robinson Training.’

Vast in een hokje

Die workshops waren populair. ‘De gemiddelde score ging van een 9 in het

begin naar een 9,5’, zegt Robinson. Er was slechts één veelvuldig kritiekpunt: waar is de folder? Kun je een boek aanbevelen? Dat kon hij niet. ‘Dus besloot ik er een te schrijven.’ Hij begon met schrijven in september 2019 en afgelopen juni werd zijn boek ‘Speak inspire empower – how to give persuasive presentations to boost your confidence and career’ gepubliceerd. Robinson: ‘Ik heb al veel lovende recensies van mijn boek gehad. Iemand zei dat het net een TED-talk in boekvorm was. Een ander zei dat het was alsof hij een complete workshop kreeg, vanwege alle praktische oefeningen die ik de lezers geef.’ Het lijkt misschien vreemd, een software-engineer die een boek over presenteren publiceert. Maar Robinson houdt niet van dergelijke labels. ‘Mensen kunnen heel gemakkelijk een label op je plakken. Ik ben bijvoorbeeld een software-engineer. Maar dat is niet mijn kern. Laat jezelf niet vastlopen in het hokje van iemand anders: wees wie je bedoeld bent te zijn. Laat je niet beperken door de verwachtingen van anderen.’ ‘Als je over een onderwerp goed kunt presenteren, word je gezien als de expert op dat onderwerp. Dat is goed voor je zelfvertrouwen, waar elk aspect van je leven van profiteert, zowel per-

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 6

soonlijk als professioneel. Mijn boek leert je niet alleen goed te presenteren, maar ook hoe je overtuigend kunt spreken. Dus iedereen zou het moeten lezen’, lacht Robinson.

Positieve feedback

Zelfvertrouwen is de sleutel, vooral bij presenteren. Dat is de magie van zijn workshops, zegt Robinson. ‘Tijdens mijn workshops geeft iedereen alleen maar positieve feedback. Ze vinden het in het begin moeilijk om te ontvangen, maar tegen het einde is de sfeer geweldig. De deelnemers zweven van de grond.’ Maar hoe kunnen we leren met alleen maar positieve feedback? ‘Het is een krachtige techniek’, verzekert Robinson. ‘Terwijl je positieve feedback geeft, leer je jezelf wat geweldig is. Bovendien is 90 procent van het houden van een goede toespraak vertrouwen. 9 procent zijn de technieken die ik mensen aan de hand doe en slechts 1 procent zijn de kleine details. Dus waarom zou je je concentreren op die 1 procent?’ Robinson is er dan ook van overtuigd dat iedereen kan leren wat hij heeft geleerd. ‘Als een verlegen, nerdy kerel zoals ik een TEDX-lezing kan houden en een boek over dit onderwerp kan schrijven, kan jij dat ook. Wat houd je tegen?’

35


Topliteratuur voor de hightech

The prestigious book Vacuum Science and Technology (2016) written by three Dutch vacuum specialists is a must-have for everyone working in vacuum-based research, instrumentation, development, production or business.

FAULHABER Aandrijfsystemen

Het DNA van de volgende generatie toepassingen Onze hoogontwikkelde elektrische microaandrijvingen zijn componenten voor mensen met een visie. faulhaber.com

WE CREATE MOTION

techwatchbooks.nl 36 dff_200157_anz_dna_90x263_nl.indd 1

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 6 02.09.20 09:45


B&R vereenvoudigt ontwikkeling pick-and-place-applicaties Krachtige acceleratie, zachte demping met Festo

Een krachtige aandrijving vraagt om demping die de levensduur van machines verlengt. Festo speelt in op deze behoefte door de compacte aandrijvingen ADN-S uit te rusten met de pneumatische eindpositiedemping PPS. Het ontwerp minimaliseert de impact in de eindposities en verbetert tegelijkertijd de betrouwbaarheid dankzij de zelfinstellende demping. De kleine afmetingen zijn ideaal voor de elektronica-industrie en de montage van kleine onderdelen. De ADN-S-serie is geoptimaliseerd in termen van inbouwruimte. De compacte cilinders zijn ontworpen voor simpele druk- en vasthoud-functies. Met name de kleine formaten met diameters van 6 en 10 mm zijn geschikt voor de elektronica-industrie en bij de assemblage van kleine onderdelen, bijvoorbeeld voor microbewegingen voor het testen van bedieningsknoppen, toetsenborden en dergelijke. De zelfinstellende eindpositiedemping vermindert trillingen en maakt zo hoge snelheden en korte machinecycli mogelijk. De ADN-S met PPS reduceert kosten en fouten. De zelfinstellende pneumatische demping van de ADN-S hoeft nooit te worden aangepast, waardoor foutoorzaken zoals foutieve afstellingen of onbedoelde aanpassingen niet langer aan de orde zijn. De PPS-demping zet energie efficiënt om en remt effectief ladingen af. Ze past zich perfect aan de belasting en snelheid aan, zelfs wanneer deze veranderen. Het verschil met de ADN-cilinder is dat de ADN-S veel korter is. Dit wordt mogelijk gemaakt door de flexibele automatisering waarmee de compacte cilinder is vervaardigd. Dit ondersteunt de trend naar kleinere, lichtere machines die minder ruimte innemen, wat weer een positief effect kan hebben op de transportkosten.

Een kant-en-klare softwareoplossing van B&R helpt oem’s om pick-and-placeapplicaties aanzienlijk sneller te implementeren. Het systeem bestuurt niet alleen de robot zelf, maar zorgt ook voor de coördinatie met andere assen, transportbanden of banen. Mapp Pick & Place geeft gebruikers maximale vrijheid om de vereisten van hun proces op te lossen met behulp van een willekeurig aantal delta-, knikarm- of scara-robots. De software stelt ontwikkelaars ook in staat om hun proces automatisch op verschillende manieren te optimaliseren. Ze kunnen kiezen of de bewegingsprofielen prioriteit moeten geven aan de kortste pickduur, fifo of energieoptimalisatie. Als onderdeel van het Mapp Technology-softwareraamwerk wordt Mapp Pick & Place automatisch gekoppeld aan alle andere Mapp-componenten. Het resultaat is dat er slechts een paar klikken nodig zijn om de coördinatie met andere bewegingsassen, B&R-machinevisioncomponenten of webgebaseerde Mapp View HMI-applicaties tot stand te brengen. De handmatige programmering die dit normaal gesproken zou vereisen, is grotendeels geëlimineerd.

Veilige laserscanner Pilz ook verticaal te gebruiken De veiligheidslaserscanner Psenscan is nu ook geschikt voor de beveiliging van de gebieden die verticale toepassingen nodig hebben, zoals toegangsbescherming. Bovendien kunnen Psenscan-applicaties door middel van geïntegreerde muting-ingangen flexibeler worden gemaakt, wat uitvaltijden minimaliseert en de winstgevendheid verhoogt. De reactietijd is verkort tot 62 ms. Met de Light-, Master- en Slave-varianten kunnen maximaal zeventig schakelbare configuraties worden gedefinieerd en kunnen maximaal drie afzonderlijke zones tegelijkertijd worden bewaakt. Met Ros-pakketten ondersteunt de Psenscan naast de productieve ruimtebewaking ook het dynamisch navigeren van bestuurderloze transportsystemen. Toepassingen met de veiligheidslaserscanner kunnen flexibel aan klantspecifieke taken worden aangepast. Door de eenvoudige overdracht van onbewerkte scannergegevens (meetgegevens) kunnen bovendien ook andere toepassingen in de robotica worden gerealiseerd. Ros-pakketten van Pilz voldoen aan de industriële eisen van het Ros Industrial Consortium en worden volgens de ontwikkelnormen van Pilz ontwikkeld en getest. Zo kunnen nieuwe softwarefeatures snel worden geïmplementeerd.

Modulair Compact PCI Serial-platform Elma De robuuste embedded Elos-systemen van Elma zijn speciaal ontworpen voor automatisering in automotive-, industriële en spoortoepassingen. Ze bieden geavanceerde emc-afscherming en een verscheidenheid aan opties. Het gunstig geprijsde Compact PCI Serial-systeemplatform is gebaseerd op modulaire bouwblokken en dat maakt dit systeem zeer flexibel. De behuizing biedt plaats aan drie 100 bij 160 mm kaarten. Er zijn verschillende basisuitvoeringen: compleet gesloten, met koelvinnen of met additionele ventilatoren. Er zijn verschillende cpu-kaarten en een breed scala aan periferieborden beschikbaar. Elma configureert de systeembehuizing naar behoefte en kan met een thermische simulatie het gedrag verifiëren.

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 6

37


Establish cohesion among all the different disciplines and departments Rather than sending a few team members to a relevant training, IMS reached out to High Tech Institute to develop its customized in-company edition of the System Architecting training, allowing the company to bring in a broad and diverse group of its team. “From mechanical to electrical and software engineers to the sales team, the goal was to get everyone on the same page, thinking at a system level.� Currently, the high-tech machine maker IMS is active in delivering machines used in the assembly process for the smart device and automotive sectors, in addition to next-generation headlights and sensors for cars. ims-nl.com hightechinstitute.nl/systems


INTERVIEW MET JOHAN KNOL (NXP)

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

Opleiding sleutel tot superieure chipkennis bij NXP Terwijl het elektronica- en halfgeleiderdomein steeds complexer wordt, moeten ingenieurs buiten hun comfortzones treden en nieuwe rollen op zich nemen om te voldoen aan de toenemende eisen van chipprestaties. Voor halfgeleidergigant NXP zijn het trainen van medewerkers en het verbreden van de kennisbasis essentieel om voorop te blijven lopen. Collin Arocho

A

l bijna 25 jaar weet Johan Knol precies waar hij wil zijn. In 1996, net na het afronden van zijn master in elektronica met een focus op analoog ontwerp en halfgeleiderverwerking aan de Universiteit Twente, zette hij zijn zinnen op een aanstelling bij de halfgeleidertak van Philips – tegenwoordig NXP. ‘Ik zag wat Philips in die tijd in de halfgeleiderindustrie bereikte en dat vond ik behoorlijk indrukwekkend. Maar zelfs toen was het voor mij zonneklaar dat de industrie een grote inhaalslag

nodig had, vooral in de wereld van analoge chips’, zegt Knol, manager failure analysis for security and connectivity bij NXP. ‘Ik zag Philips’ hypermoderne Mos-4fabriek in Nijmegen en ik was gelijk verkocht. Ik wist dat dit een plek was waar echte innovatie kon worden gerealiseerd, en daar wilde ik deel van uitmaken.’ In zijn 25 jaar bij het bedrijf heeft Knol verschillende functies bekleed. Eerst als devicefysicus, vervolgens als procesintegratie-ingenieur – werkend aan de verbetering van het algehele proces van

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 6

ontwikkeling tot productie – voordat hij koos voor de overstap naar de afdeling failure analysis (FA). ‘Ik heb voor foutanalyse gekozen omdat het alle kanten van NXP combineert. In wezen werken we in een state-of-the-art siliciumdebuglaboratorium, waar mijn groep verantwoordelijk is voor het identificeren van elektrische storingen in alle nieuwe producten die NXP lanceert en ervoor zorgt dat al onze producten voldoen aan de hoogste kwaliteitsnormen’, legt Knol uit. ‘We helpen de ontwerp-

39


ELECTRONICS Power integrity for product designers

17 & 18 November 2020 (2 consecutive days)

Online

System architect(ing) in Eindhoven

Advanced thermal management of electronics – Online

23 – 27 November 2020 (5 consecutive days)

Design of analog electronics – analog IC design

4 March 2021 (1 day)

Design of analog electronics – analog electronics 1

Starts 8 April 2021 (3 days + assurance session)

Solid State generated RF & applications NEW!

12 – 15 April 2021 (4 consecutive days)

8 – 11 December 2020 (4 morning sessions)

Starts 1 February 2021 (11 days in 18 weeks) Starts 1 March 2021 (9 days in 16 weeks)

New

SYSTEMS

3 – 5 March 2021 (3 consecutive days)

MECHATRONICS Actuation and power electronics

Introduction to SysML Design for manufacturing

Systems modelling with SysML

Value-cost ratio improvement by value engineering 20 & 21 May 2021 (2 consecutive days)

16 – 18 November 2020 (3 consecutive days)

SOFT SKILLS & LEADERSHIP

Passive damping for high tech systems

Creative thinking – short course

Dynamics and modelling

Consultative selling for technology professionals

Motion control tuning

How to be successful in the Dutch high tech work culture

Experimental techniques in mechatronics

Creative thinking – full course

Thermal effects in mechatronic systems

Benefit from autism in your R&D team

Mechatronics system design – part 1 12 – 16 April 2021 (5 consecutive days)

Effective communication skills for technology professionals – part 1

OPTICS

Leadership skills for architects and other technical leaders

17 – 19 November 2020 (3 consecutive days)

23 – 25 November 2020 (3 consecutive days) 23 – 27 November 2020 (5 consecutive days) 30 November – 2 December 2020 (3 consecutive days) 1 – 3 December 2020 (3 consecutive days)

12 November 2020 (1 day)

23 & 24 November 2020 (2 consecutive days + 1 evening) 24 November 2020 (1 day)

24 & 25 November 2020 (2 consecutive days) 3 December 2020 (1 day)

14 – 16 December 2020 (3 days + 1 evening)

Modern optics for optical designers – Part 1

Starts 8 March 2021 (2 times 2 days, incl. 2 evening sessions)

Modern optics for optical designers – Part 2

Starts 4 February 2021 (1,5 day incl. coaching)

Expected January 2021 (15 weekly morning sessions)

Time management in innovation

Expected January 2021 (15 weekly morning sessions)

Applied optics

Expected February 2021 (15 weekly afternoons)

SOFTWARE Design patterns and emergent architecture 9 – 12 November 2020 (4 consecutive days)

Speed, Data and Ecosystems

18 & 19 November 2020 (2 consecutive days)

Good software architecture

Starts 30 November 2020 (4 consecutive days)

Machine learning security

14 – 18 December 2020 (5 consecutive days)

Object-oriented analysis & design – fast track Starts 8 February 2021 (4 consecutive days)

Object-oriented analysis & design – blended learning Starts 15 March 2021 (4 days virtual class + hands-on supervision)

Introduction to deep learning 25 March 2021 (1 day)

Modern C++

Starts 7 April 2021 (4 days in 2 weeks)

Secure coding in C and C++

12 – 14 April 2021 (3 consecutive days)

hightechinstitute.nl


INTERVIEW MET JOHAN KNOL (NXP)

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

teams om problemen in de ontwerpen productieketen te identificeren. Daarvoor biedt NXP ons eersteklas apparatuur om alle analyseverzoeken af te handelen, van gemengde signaalverwerkingstechnologieën tot 16 nm, en met behulp van technieken zoals laserspanningstesten, laserfrequentiemapping en nanoprobing – we doen het allemaal.’

Evolutie

Een kenmerk van het siliciumdomein dat Knol in zijn 2,5 decennia in dienst is tegengekomen, is hoe snel de industrie lijkt te evolueren. Volgens hem moeten ingenieurs, althans op zijn afdeling, veel verder gaan dan hun aandachtsgebieden en hun begrip van de gehele productieketen van NXP verbreden, vooral omdat de complexiteit van chips blijft exploderen. Een essentieel hulpmiddel waarop hij vertrouwt om zijn team scherp te houden: training en persoonlijke ontwikkeling. ‘Bijna niemand komt van de universiteit, of van een andere afdeling, met een gedegen kennis van het hele vakgebied bij NXP. Als iemand ons team komt versterken, moeten ze minstens vier à vijf verschillende gebieden van de productieketen leren kennen’, schetst Knol. ‘Alleen met die kennis kun je het soort problemen oplossen dat we naar ons gestuurd krijgen – dat wil zeggen, een chip werkt niet, maar geen idee waarom. Doorgaans hebben nieuwe medewerkers een achtergrond in natuurkunde, scheikunde of elektronica, en misschien hebben ze zelfs ervaring met analoog of digitaal ontwerp, maar iemand inhuren met kennis op het gebied van mixed-signalontwerp én deze andere disciplines komt niet vaak voor.’ Voor Knol is het echter juist dit begrip van meerdere aspecten en disciplines dat zo cruciaal is voor het succes van NXP’s FA-lab, en waarom hij een groot voorstander is van training. ‘Ons competentieprogramma is primair gericht op het verbreden van de kennis van onze engineers. Ze moeten een brede kijk hebben op alles wat er komt kijken bij het maken van een chip.’

Digitale transitie

Een drijvende kracht die Knol en NXP hebben ervaren op het gebied van halfgeleiders is de overgang van analoge

naar digitale chips, of op zijn minst een combinatie van beide. ‘Bij NXP zijn we opgeschoven van echt analoog ontwerp naar steeds meer digitale inbedding – dus mixed-signal-ontwerpen – en het gaat belachelijk snel’, constateert Knol. ‘Zelfs producten die in het verleden, om goede redenen, 100 procent analoog waren, bevatten nu meer digitale kernen.’ Knol gebruikt het voorbeeld van NXP’s productlijn voor slimme antenneoplossingen voor 5g-toepassingen. Waar het bedrijf vroeger pure rf-transistors of ruisarme rf-versterkers leverde, is het nu begonnen met het inbedden van digitale inhoud in die productlijn. ‘Deze chips zijn nu veel complexer, en de ingenieurs die jarenlang het analoge ontwerp hebben geperfectioneerd, worden nu plotseling geconfronteerd met producten met digitale inhoud. Aanvankelijk wisten ze niet hoe ze daarmee moesten omgaan, hoe ze dat moesten interpreteren of zelfs maar moesten testen.’ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

‘We konden de inhoud van de cursus rechtstreeks met High Tech Institute afstemmen op onze behoeftes.’ Johan Knol (NXP)

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

Dat was het moment waarop de FA-afdeling van NXP contact opnam met High Tech Institute en een in-company sessie organiseerde van de training ‘Test and design-for-test for digital integrated circuits’. ‘Deze verschuiving naar digitaal zal niet verdwijnen, het zal alleen maar meer voorkomen. Als unit besloten we dat we nieuwe competenties op dit gebied moesten ontwikkelen en deze training was een perfecte gelegenheid’, benadrukt Knol. ‘We hebben voor High Tech Institute gekozen vanwege de onmiskenbare link met de hightechindustrie. Ze hebben een sterk begrip van het domein omdat de trainers uit de branche komen. Nog belangrijker: we konden rechtstreeks met hen samenwerken om de inhoud van de cursus af te stemmen op onze specifieke

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 6

behoeftes. Dat was de echte kracht die we in High Tech Institute zagen.’

Timemanagement

Het succes van elk technologiebedrijf hangt natuurlijk af van hoogopgeleide en zeer technische mensen. Soms kan echter ook voortkomen uit de zachte vaardigheden van werknemers – zoals goede communicatie, stakeholdermanagement en de beschikbare tijd op de meest efficiënte manieren gebruiken. Maar naarmate de complexiteit blijft toenemen en ingenieurs meer verantwoordelijkheid op zich nemen, kunnen die soft skills soms een uitdaging zijn. ‘We hebben veel knappe koppen bij NXP. Onze ingenieurs behoren tot de beste ter wereld. Maar bij de meest gespecialiseerde technische mensen ontbreekt het regelmatig aan soft skills’, heeft Knol ervaren. ‘Efficiëntie is de sleutel in een omgeving als deze, wat betekent dat je elke dag wordt uitgedaagd om meer te doen in je dagelijkse inspanningen.’ Dit kan lastig zijn wanneer je een evenwicht probeert te vinden tussen werk, vergaderingen, planning en de vele persoonlijkheden die op de werkplek rondlopen. Daarom heeft NXP een andere training van High Tech Institute omarmd: ‘Time management in innovation’. ‘We zagen dat mensen worstelden met timemanagement. Ik was zelf een van hen. Dus hebben we deze training gevolgd en er een standaardcursus van gemaakt voor onze mensen – wat betekent dat iedereen deze op een bepaald moment moet volgen. Uit persoonlijke ervaring kan ik zeggen dat deze training buitengewoon nuttig is’, zegt Knol. ‘Mensen kwamen terug van de cursus en hadden geleerd om een betere planning in hun werk te integreren, hoe ze het beste grenzen konden stellen en hoe ze de problemen waarmee ze worden geconfronteerd bij de communicatie met anderen kunnen aanpakken. Dus ja, dat is een andere standaardmodule geworden die we onze mensen aanbieden. Tijdmanagement, educatie, zelfreflectie, leiderschap nemen en werken in projectteams op wereldschaal. Dit is het soort cursussen dat voor ons erg belangrijk is geworden. Door te investeren in deze trainingen helpen we onze werknemers in hun persoonlijke ontwikkeling en dat maakt ons een sterkere afdeling binnen NXP.’

41


Voorwoord Arjan Coppens Regelmatig stellen we onszelf de vraag: hoe zal het allemaal verder gaan? Al voor de zomervakantie hoorden we verschillende berichten uit de markt. Tijdens ons Online Ledenevent waren er zelfs bedrijven die vertelden dat de coronacrisis nog nauwelijks invloed had gehad op hun omzet en bedrijfsactiviteiten. Maar wat we vooral veel hebben gehoord, is dat we niet naar klanten kunnen, de omzet niet konden realiseren en toch wel gebruik moesten maken van de NOW-regelingen. Nu is de vraag: hoe gaat het verder? Hoe zal de tweede helft van het jaar zich ontwikkelen? Veel vragen die ook wij bij FEDA niet allemaal kunnen beantwoorden. Wat wij wel voor onze leden en de branche kunnen doen: - Een vernieuwd, toegankelijk Business Intelligence Portal aanbieden. Zodat we scherp bij kunnen blijven bij de bedrijfskundige aansturing en tijdig trends én kansen signaleren; - Via de BI Portal zorgen we dat we vooruit kunnen kijken met behulp van de verwachtingen van banken en het CPB. Daarbij maken we gebruik van een dagelijkse update inzake de COVID-19-ontwikkelingen. - Een nieuwe FEDA Kennisbank op onze website, waarmee je snel antwoord op ondernemersvragen krijgt. Hier worden niet alleen coronazaken behandeld, maar ook zaken als bedrijfsvoering, bedrijfsverkoop of -aankoop, huisvesting, financiering , personeel, etc. Wat helaas buiten onze macht ligt, zijn de huidige ontwikkelingen van het COVID-19-virus. Gezien de huidige ontwikkelingen hebben we besloten dit jaar geen fysieke bijeenkomsten meer te organiseren. Daarmee is ook ons Executive Diner 2020 komen te vervallen voor dit jaar. Blijf gezond, wees innovatief en zo flexibel mogelijk om er nog een goed jaar van te maken. We zien jullie graag bij een van onze (online) events. Arjan Coppens Voorzitter FEDA

42

Studeren in coronatijd met de nieuwe technische leergangen van FEDA

Denken in mogelijkheden, niet in beperkingen. Dat geldt zeker voor de coronatijd waarin bepaalde ‘normale’ zaken opeens minder makkelijk mogelijk zijn. Om die reden gaat FEDA gewoon door met het schrijven en publiceren van nieuwe ‘Technische Leergangen’. De nieuwste aanwinsten zijn ‘Askoppelingen’ en de uitbreiding van ‘Hydrauliek’. Studeren en kennis vergaren kan immers altijd.

In plaats van een officiële fysieke overhandiging, werd de Technische Leergang ‘Askoppelingen’ afgelopen zomer tijdens een online ledenevent digitaal gelanceerd. Middels filmpjes op social meda was te zien welke partijen allemaal hebben meegewerkt. Rob van den Brink, auteur van deze Technische Leergang, geeft aan: “Het is een mooie, compacte uitgave geworden over een onderwerp dat van groot belang is om bijvoorbeeld uitlijnfouten bij roterende machines te voorkomen. Belangrijk, omdat goed uitgelijnde machines nu eenmaal minder energie verbruiken, minder trillingen en warmte produceren en minder snel

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 6

slijten wat de levensduur en total cost of ownership ten goede komt.” Hydrauliek Naast Askoppelingen is een van de eerste uitgaven van de serie Technische Leergangen opnieuw herzien en uitgebreid. Het gaat hier om de uitgave ‘Hydrauliek’ die sinds de eerste uitgave in 1989 al vijf maal herzien in herdruk is gegaan en nog onverminderd populair is. Rob van den Brink: “De zesde druk is inhoudelijk uitgebreid met 23 pagina’s terwijl het bijbehorende werkboek is gemoderniseerd en gedigitaliseerd. Hiermee vormen de Technische Leergang, het werkboek en het vragenboek nu één complete leerlijn voor het mbo.”


FEDA Next faciliteert in ketenaanpak In de afgelopen tijd hebben we regelmatig bericht over de voortgang van FEDA Next. De toekomstgerichte focus van onze branchevereniging waarmee we onze leden maximaal kunnen faciliteren in hún werkzaamheden binnen de aandrijf- en automatiseringsbranche. Dat betekent onder meer dat we de traditionele, techniekgerichte structuur omvormen naar een moderne ketengerichte aanpak. Noodzakelijk om in de huidige tijd succesvol te zijn. Waar bedrijven vroeger zelfstandig konden excelleren op hun technisch specialisme, is dit anno 2020 bijna niet meer mogelijk. De technologische ontwikkelingen gaan dermate snel, dat partijen en organisaties elkaar eenvoudig nodig hebben om de verschillende technieken te kunnen combineren tot een efficiëntie oplossing. Of deze nu eenmalig en klantspecifiek is of uiteindelijk leidt tot massaproductie. Kennis vergroten en inspireren Niet alle bedrijven gaan even eenvoudig mee in deze ontwikkelingen. Veelal staat een zekere ‘angst’ aan de basis om samen te werken. Een angst die echter vaak het gevolg is van een gebrek aan kennis en ervaring. FEDA Next is er dan ook onder andere op gericht om de kennis omtrent mogelijkheden bij bedrijven te vergroten en hen kennis te laten nemen van de ervaringen die reeds door anderen zijn opgedaan. André Braakman: “Hiervoor hebben we een drietal pijlers gedefinieerd waarmee we willen bereiken dat bedrijven minder gefocust zijn op hun eigen technologie maar meer de mogelijkheden leren zien – en pakken! – die er voor hén in de keten liggen.” Deze pijlers zijn: • Informeren en inspireren; • Vernieuwen en versterken; • Opleiden en ontdekken. Verenigen Gaat het om informeren en inspireren, dan maakt FEDA graag gebruik van de mogelijkheden die fysieke of online events bieden. André Braakman: “Hoe zeer de wereld ook verandert, leden geven nog steeds aan dat het lidmaatschap van FEDA een grote waarde heeft in het kader van netwerken. In de spreekwoordelijke wandelgang en op de achterkant van sigarendoosjes zijn al vaker de beste ideeën

ontstaan. In het kader van COVID-19 heeft FEDA uiteraard de mogelijkheden van online ‘geboost’ en de frequentie van onder meer webinars verder opgevoerd.” Social media Hiermee richt FEDA zich overigens niet alleen op haar eigen leden maar ook op de buitenwereld. Middels het online magazine FEDA Digitaal worden de laatste ontwikkelingen binnen en buiten FEDA gecommuniceerd (kijk maar eens op digitaal.feda.nl) en leden in de ‘spotlight’ gezet. Ook op social media zijn de afgelopen jaren mooie stappen gezet door het enthousiaste team dat FEDA ondersteunt. Met kennis van zaken hebben zij op onder meer op LinkedIn een serieuze community tot stand gebracht die zij regelmatig informeren en inspireren. Over FEDA zelf, maar ook over ontwikkelingen in het landschap van de aandrijf- en automatiseringsbranche met daarbij antwoordsuggesties op de vraag: wat moet en kun je ermee? Informatie die uiteraard ook uitgebreid op de eigen website is te vinden. Vernieuwen en versterken Het daadwerkelijk ondersteunen van leden om meer samen te werken en gezamenlijk te innoveren – in de hele keten van ontwerp tot logistiek en onderhoud – gebeurt via onder meer het goed gevulde en besloten ‘Business Intelligence Portal’. Dit portal geeft op een toegankelijke manier middels ‘big data’ scherp zicht op kansen en bedreigingen en is voor menig lid inmiddels het uitgangspunt voor het schrijven van toekomstplannen. Niet in de laatste plaats omdat de cijfers zich binnen het platform specifiek richten op de branche van de aandrijf- en automatiseringstechniek. André Braakman: “Zeker in een technologiegedreven branche als de aandrijftechniek, is het niet

altijd eenvoudig om ook ondernemer te zijn. Toch is dat in deze snelveranderende wereld nodig om als bedrijf te overleven. Dé reden dat we ons met onder meer het Business Intelligence-programma richten op de ondernemersgeest. We willen deze stimuleren om te kijken – maar vooral te zíen – wat er in de wereld gebeurt en hoe je daar als bedrijf iets positiefs mee kunt doen.” Opleiden en ontdekken Wat niet verandert, is de basiskennis die nodig is om überhaupt te werken met technieken en technologieën. Ook hierin voorziet FEDA Next met onder meer de stichting FEDAcademie en de uitgebreide lijn Technische Leergangen. Nu en straks Hoewel de officiële lancering van FEDA Next gepland staat voor 2021, wordt er al flink gebruikgemaakt van alle mogelijkheden en discussie gevoerd over de veranderende wereld. Houd de website in de gaten, volg ons op social media en nodig voor een volgend online event een collega, een stagiaire of een student uit deel te nemen. Ook zij zijn van harte welkom!

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 6

43


Kuijpers: een echt familiebedrijf Inmiddels staat de vierde generatie aan het roer van Kuijpers uit Helmond. Een bedrijf dat ooit startte met gebouwgebonden installaties maar zich in de aparte businessunit ‘Industrie’ inmiddels ook richt op industriële automatisering, elektrotechniek & instrumentatie en procestechniek in productieomgevingen voor de voedingsmiddelenindustrie, farmacie en chemie. Binnen FEDA gaat het bedrijf op zoek naar partijen om mee samen te werken én om een rol van betekenis te kunnen spelen in het onderwijs. De grootste kracht van Kuijpers ligt in het feit dat ze een totaalpakket aanbiedt; van advies tot oplevering. Ron Verleun is commercieel manager en verantwoordelijk voor de businessunit Industrie in Midden- en Noord Nederland. Hij geeft aan: “Om te groeien in vooral het noorden van Nederland, willen we samenwerken in de keten. Het programma van FEDA, dat zich expliciet richt op de toekomst met relevante informatie en netwerkbijeenkomsten, kan daarbij prima ondersteunen. Daarnaast zijn we een interessant bedrijf dat FEDA kan ondersteunen bij het enthousiasmeren van jongeren – onze toekomstige werknemers – voor techniek.” Het moet klikken Frédéric Basso, directeur van Kuijpers is in februari dit jaar bij het bedrijf begonnen en gaat mee in de woorden van Verleun. “Een prachtbedrijf met een focus op langetermijnrelaties en het sámen werken aan oplossingen”, geeft hij aan. Belangrijke uitdagingen voor de toekomst ziet hij in digitaliseren en automatisering. “Op deze vlakken liggen de vragen en kunnen wij een rol van beteke-

nis spelen. Als je het dan over grote processen hebt, dan heb je het al snel over samenwerken en zie ik het lidmaatschap van een branchevereniging als FEDA als een grote meerwaarde.”

Nieuw lid: VHE “Er is altijd bedrijvigheid bij FEDA; dat doen ze goed” Onlangs heeft VHE zich als nieuw lid aangesloten bij FEDA. Eigenlijk kunnen we zeggen: wéér aangesloten, want de relatie tussen FEDA en VHE Industrial automation gaat verder terug dan menigeen vermoedt. Salesmanager Paul van der Krieken heeft er dan ook alle vertrouwen in dat hij bij de branchevereniging gaat vinden wat hij zoekt: een netwerk om mee samen te werken. VHE Industrial automation is voortgekomen uit Van Hout Aandrijf- en Besturingstechniek. Een bedrijf dat Georgii Kobold, SPN Schwaben Präzision Nördlingen en SIEB & MEYER in Nederland vertegenwoordigde en in die tijd al lid was van FEDA. Anno 2020 zijn deze vertegenwoordigingen nog steeds onder de vleugels van VHE en heeft het zich in de loop der jaren toegespitst op ‘customized motion control solutions’. Paul van der Krieken: “Naast aandrijfspecialist zijn we ook partner in industriële automatiseringsprojec-

44

ten met disciplines als engineering (hardware en software), paneelbouw en kabels. Tevens ontwerpen, assembleren en testen we prefab kabelsets en kabelbomen voor onder meer industriële machines en bedieningspanelen. Het door ons ontwikkelde digitale productieregistratiesysteem Zerox stelt ons een volledig track & trace-systeem ter beschikking waarin alle productiestappen en handelingen worden gemonitord.” Niemand kan het alleen Ondanks alle expertise en mogelijk-

MECHATRONICA+MACHINEBOUW 6

heden die VHE in eigen huis heeft, realiseert Van der Krieken zich maar al te goed dat bedrijven in deze tijd met elkaar moeten samenwerken. “Zeker in de regio Eindhoven waar hightech hoogtij viert”, geeft hij aan. “Met ons lidmaatschap van FEDA zoeken we dan ook nadrukkelijk naar aansluiting met andere lidbedrijven; variërend van groothandel en leverancier tot klant. En dat gaat zeker lukken. Bij FEDA is immers altijd bedrijvigheid; dat doen ze goed!”


De FEDA Business Intelligence Portal Benieuwd naar onze FEDA BI Portal? Neem eens een kijkje op www.feda.nl/bi. Daar leggen we je uit wat de portal allemaal te bieden heeft, geven we uitleg over onze bronnen, staan nieuwsberichten en kun je contact opnemen met onze BI-specialist Ilse Lagendijk. Extra uitleg over de nieuwe portal De vernieuwde portal is een stuk gebruiksvriendelijker en overzichtelijker. Maar ook dan is wat meer tekst en uitleg prettig. De portal is gevuld met meer informatie en er zijn uitgebreide mogelijkheden voor de weergave, het filteren en downloaden van de cijfers. Veel mogelijkheden dus! Daarom zijn we op dit moment bezig met het opnemen van how tovideo’s. Hierin neemt Ilse je steeds mee in een onderdeel van de BI Portal, laat zien waar je begeleidende informatie over de cijfers kan vinden en hoe je zelf met de data kunt spelen. De video’s verschijnen sinds oktober op de BI-pagina. Laatste Nederlandse trends De Nevi PMI van 52,5 in september was de grootste verbetering in de bedrijfsomstandigheden sinds februari. Na een recorddiepte van de Productie-index (33,3) in april kwam deze in augustus voor het eerst sinds februari uit boven de geenveranderingsgrens van 50 (54,7). Deze toename is mogelijk een gevolg van de verbetering van de vraag. In september was er opnieuw sprake van een toename van zowel de productieomvang als het aantal nieuwe orders. De productiestijging was de grootste sinds december 2018. Maar omdat de capaciteitsdruk gering was, verkleinden de bedrijven wederom hun personeelsbestanden.

Waar de industriële bedrijvigheid en het sentiment weer aantrekken, suggereren recente gegevens van Oxford Economics dat het herstel van de consumptie alweer aan het afvlakken is. Na een sterk herstel in het derde kwartaal wordt door toename van COVID-infecties een afname van de consumptie en bbp-groei verwacht voor het vierde kwartaal. Voor 2020 betekent dit een bbp-prognose van -4,8 procent. Binnen de Eurozone zal het herstel ongelijk zijn en wordt er een krimp van 7,8 procent voor het bbp verwacht. Ook afvlakking in Duitse industrie Waar de Duitse economie in september een up-swing liet zien, lijkt deze nu te zijn afgevlakt. De Productieindex steeg matig en de index van de inkomende bestellingen liet een daling zien van 100,1 naar 89,9.

kunnen gaan op jouw wensen, bieden wij jou als FEDA-lid een individuele FEDA BI Quickscan aan. Gebaseerd op jouw eigen data. Zodat je jouw besluitvorming niet puur op bestaande ervaring en gevoel baseert, maar ook met een feitelijke onderbouwing.

Belangrijke kansen signaleren voor jouw bedrijf specifiek Wil je weten hoe de markt zich ontwikkelt in jouw eigen branche en weten wat dit voor jouw bedrijf betekent? Om een laag dieper te gaan dan de BI Portal en specifiek in te

Contact met onze BI-specialist Wil je ook toegang tot de BI Portal, meer weten over de getoonde data, de FEDA BI Quickscan speciaal voor jouw organisatie laten uitvoeren of heb je andere vragen? Onze BI-specialist Ilse Lagendijk staat voor je klaar!

FEDA Actueel is een productie van FEDA feda.nl MECHATRONICA+MACHINEBOUW 6

45


EVENTS AS A SERVICE Not having real-life events doesn’t mean you can’t stay in touch with your (potential) clients. Hire Bits&Chips to organize your (online) event or webinar. We’ll arrange the registration and hosting and provide online promotion to make sure your event becomes a success. Contact us via events@techwatch.nl to receive more information about the possibilities and rates.

bits-chips.nl/events


Colofon

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

VOLGENDE KEER IN

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

Mechatronica&Machinebouw is een onafhankelijk nieuwsmagazine voor mensen die werken aan slimme producten en machines. Mechatronica&Machinebouw is een publicatie van Techwatch bv in Nijmegen.

Transistorweg 7H – 6534 AT Nijmegen – tel +31 24 3503532 – info@techwatch.nl – techwatch.nl Redactie Alexander Pil – hoofdredacteur – tel +31 24 3504580 – alexander@techwatch.nl René Raaijmakers – redacteur – tel +31 24 3503065 – rene@techwatch.nl Nieke Roos – redacteur – tel +31 24 3503534 – nieke@techwatch.nl Paul van Gerven – redacteur – tel +31 24 3505028 – paul@techwatch.nl Collin Arocho – redacteur – tel +31 24 3503533 - collin@techwatch.nl Jessica Vermeer – redacteur- tel +31 24 3503534 – jessica@techwatch.nl Vormgeving Justin López – grafisch ontwerper en illustrator – tel +31 24 3503532 – justin@techwatch.nl Sales, marketing en events Kim Huijing – hoofd marketing en verkoop – tel +31 24 3505195 – kim@techwatch.nl Marjolein Vissers – eventmanager – tel +31 24 3505544 – marjolein@techwatch.nl Mariska van Hoeven – marketing- en salesmedewerker – tel +31 24 3505544 – mariska@techwatch.nl Bo van Gaal – sales- en eventsmedewerker - tel +31 24 3505544 - bo@techwatch.nl Trainingen Linda van Hoeij – manager trainingen – tel +31 85 4013600 – linda.van.hoeij@hightechinstitute.nl Petry Janssen – marketing- en salesmedewerker – tel +31 85 4013601 – petry.janssen@hightechinstitute.nl Financiële administratie Mathilde van Hulzen – finance – tel +31 24 3503532 – invoices@techwatch.nl Mede mogelijk gemaakt door Ilse de Boer, Femke Veldhuis Externe auteurs Anton Duisterwinkel, Angelo Hulshout, Walter Nackaerts, Bram Nauta Uitgever René Raaijmakers – tel +31 24 3503065 – rene@techwatch.nl ISSN 2213-8498 Verantwoordelijk uitgever voor België René Raaijmakers Biesheuvelstraat 1 2370 Arendonk, België Drukkerij Vellendrukkerij BDU Barneveld Mechatronica&Machinebouw-lidmaatschap U kunt Mechatronica&Machinebouw gratis ontvangen op adressen in Nederland en België. Voor bedrijven is er het businesslidmaatschap, à 159 euro per jaar. Hiervoor ontvangen ze twee exemplaren van het magazine op het bedrijfsadres, en voor elk Mechatronica&machinebouw-event twee kortingscodes. Aanvragen via mechatronicamachinebouw.nl/lidmaatschap of info@techwatch.nl. Losse nummers kunt u aanvragen via info@techwatch.nl. Mechatronica&Machinebouw-lidmaatschap Premium U kunt ook Premium-lid worden van Mechatronica&Machinebouw. Dat kost 59 euro per jaar. Dan ontvangt u niet alleen het magazine, maar krijgt u ook een forse korting op toegang tot alle Mechatronica&Machinebouw-evenementen georganiseerd door Techwatch bv. Aanvragen van een Premium-lidmaatschap gaat via mechatronicamachinebouw.nl/lidmaatschap of info@techwatch.nl. Mechatronica&Machinebouw-lidmaatschappen kunnen op elk gewenst moment ingaan voor de periode van een jaar. Opzeggen tot uiterlijk één maand voor het verstrijken van de lidmaatschapsperiode. Klachten over bezorging Heeft u Mechatronica&Machinebouw niet of te laat ontvangen of heeft u andere opmerkingen over de bezorging? Laat het ons weten. Stuur een e-mail naar info@techwatch.nl.

Editie 7 | 18 december | Tech eye on 2020

Wat waren de trending topics en technologieën in 2020? En wat kunnen we verwachten van 2021? Een terugblik op de successen en teleurstellingen van het afgelopen jaar, en een kijkje in de hightech glazen bol voor 2021, en verder.

+ + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

Denkt u een interessante bijdrage te kunnen leveren aan deze specials? Of heeft u input over andere relevante onderwerpen? Stuur dan een mail naar Alexander Pil (alexander@techwatch.nl). Sluiten de onderwerpen aan bij uw marketingplannen? Neem dan contact op met onze salesafdeling via sales@techwatch.nl. + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + + +

Adverteren Advertentietarieven staan vermeld op mechatronicamachinebouw.nl. Wanneer u op de hoogte gehouden wilt worden van komende thema’s en specials of voor het reserveren van advertenties, neem contact op met de afdeling sales, sales@techwatch.nl, tel +31 24 3505544. Verschijningsdata 6 november, 18 december Copyright Alle rechten voorbehouden. (c) 2020 Techwatch bv. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Disclaimer Uitgever en redactie betrachten uiterste zorgvuldigheid bij het maken, samenstellen en verspreiden van de informatie in Mechatronica&Machinebouw, maar kunnen op geen enkele wijze instaan voor de juistheid of volledigheid van de informatie. Uitgever en redactie aanvaarden geen aansprakelijkheid voor schade die zou kunnen ontstaan als gevolg van de publicatie van informatie in Mechatronica&Machinebouw. Columnisten en externe medewerkers schrijven op persoonlijke titel. Reacties van lezers vallen buiten de verantwoordelijkheid van uitgever en redactie. Uitgever en redactie aanvaarden geen aansprakelijkheid met betrekking tot de inhoud en ondertekening van reacties van lezers. De redactie behoudt zich het recht voor reacties niet of gedeeltelijk te plaatsen of te bewerken. Fotografie Productfoto’s zijn van fabrikanten, overige foto’s zijn van Techwatch bv (c), tenzij anders vermeld. Foto voorpagina Beeld: Quadient

techwatch.nl

m echatronicama chin ebouw.nl


BITS&CHIPS

BENELUX R F

NOVEMBER

2020

CONFERENCE

ONLINE Gold sponsor

Silver sponsors

O p e n i ng ke y n o t e 09:00

Implementation challenges and opportunities in beyond-5G and 6G communication Ulf Gustavsson (Ericsson)

10:00

Break

5 G /6 G 10:15

5G and beyond – NXP’s contribution to the demand for bandwidth Marcel Geurts (NXP)

10:45

6G – Where do we (want to) go? Ulf Johannsen (Eindhoven University of Technology)

11:15

Break

M illi m e t e r- w ave

Sponsors

11:30

Vector gain based EVM estimation at mm-wave frequencies Luca Galatro (Vertigo)

12:00

CMOS mm-wave radars for smart IoT and cognitive sensing Jan Craninckx (Imec)

12:30

Break

A nt e n n a s 13:00

Simulating large antenna arrays Michel Arts (Astron)

13:30

Analysis of mutual coupling in antenna arrays using only the far-field data of an isolated element Tomislav Marinovic (KU Leuven)

14:00

Break

Advanced technologies 14:15

Antenna in package for mm-wave applications: how to reduce losses? Francesca Chiappini (CITC)

14:45

Designing RF circuits using TSMC technology in the new normal Kees Joosse (TSMC)

15:15

Break

Partners

Cl o s i ng ke y n o t e 15:30

Broadband circuits for high-speed optical transceivers Johan Bauwelinck (Ghent University)

Powered by

Subject to change

BENELUXRF.COM #BCRF


Articles inside

Fedactueel

12min
pages 42-46

Opleiding sleutel tot superieure chipkennis bij NXP

8min
pages 39-41

Razendsnelle kwaliteitscontroles dankzij ai en 3d-röntgenscanner

4min
pages 32-33

Productie kan veel efficiënter als software meer mag doen

6min
pages 29-31

Productnieuws

5min
pages 37-38

Je moet leren presenteren

4min
pages 34-36

Sentech vergroot knowhow met sensorfusie-experiment

6min
pages 26-28

Topologie-optimalisatie en 3d-printing brengen waferstage naar hoger plan

6min
pages 20-23

Van reshoring naar productiesoevereiniteit – Anton Duisterwinkel

3min
pages 7-8

Kort nieuws

2min
page 6

Vermogenselektronica geen vak apart

6min
pages 24-25

Quadient op weg naar top met verbeterde inpakmachine

11min
pages 10-13

Systeemarchitect moet begrijpen hoe je waarde genereert, binnen tijd en binnen budget

13min
pages 14-19

Draaien aan de knoppen – Bram Nauta

3min
page 9

Doodzonde – Alexander Pil

5min
pages 3-5
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.