De Kiem 04 2023

Page 1

Erkenningsnummer P702012

Afgiftekantoor Gent X

ZONDER MEER

DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN DE KIEM VZW - JG. 30 NR. 4 OKTOBER, NOVEMBER, DECEMBER 2023


Voorwoord

CLIËNTEN MET KINDEREN 27 jaar geleden had ik, samen met wijlen professor Eric Broekaert, een afspraak met de toenmalige directeur-generaal van Kind & Gezin. We trokken naar Brussel met een zeer concreet voorstel. Als eerste in België wilden we verslaafde vrouwen samen met hun kind opnemen. We hadden immers vastgesteld dat verslaafde mama’s vaak weigerden om in opname te komen omdat er niemand was die zo lang voor hun kind kon zorgen of omdat ze vreesden dat hun kind zou worden geplaatst en afgenomen. Op de studiedag naar aanleiding van 20 jaar De Kiem (november 1996) kon ik aankondigen dat we met een nieuw project gingen starten. De Tipi afdeling van De Kiem was geboren! Gedurende 5 jaar betaalde Kind & Gezin voor dit succesvolle project. Daarna begon de discussie over de continuering. Kind & Gezin was enkel bevoegd voor de kinderen, het RIZIV voor de volwassen verslaafde vrouwen. Uiteindelijk werd beslist dat de Tipi-werking van De Kiem structureel kon worden verankerd binnen de erkenning als revalidatiecentrum voor mensen met een middelenafhankelijkheid. De moeder- (of vader-) en kind-werking van De Kiem kreeg navolging in de Waalse Therapeutische Gemeenschap Trempoline en Adic in Antwerpen startte met een ontwenningsprogramma waar vrouwen met een middelenafhankelijkheid samen met hun kind kunnen verblijven. Met Adic werken we zeer nauw samen. Moeders of vaders met een afhankelijkheidsprobleem en hun kinderen blijven ook vandaag binnen De Kiem bovenaan de agenda staan. In oktober stuurden we 2 medewerkers van De Kiem op leerbezoek naar Ashleigh House in Dublin. Dat is de vrouwen TG van Coolmine House waar ook moeders met kinderen samen worden opgenomen. We blijven op zoek gaan

naar nieuwe inspiratie om onze werking actueel te houden. Op dit moment lopen er in de ambulante centra van De Kiem 2 projecten waarin we de zorg voor de gezinssituatie van drugs gebruikende ouders ondersteunen. 1 project kunnen we realiseren met de steun van de stad Geraardsbergen. Het andere betreft het realiseren van een ondersteuningsnetwerk voor ouders met een middelenafhankelijkheid. Opnieuw zitten we hier in een situatie met projectmiddelen en een grote onzekerheid of we hier in de toekomst mee verder kunnen. Ongeveer 40% van alle cliënten die De Kiem jaarlijks begeleidt, zowel ambulant als residentieel, heeft één of meerdere kinderen. Dat is ook zo in andere gespecialiseerde centra voor drugverslaafden. Met de verschillende moeder en kind programma’s werken we zowel aan het welzijn van de moeder of vader als aan het welzijn van de betrokken kinderen. Voor mij is het zonneklaar dat eigenlijk elk ambulant centrum voor mensen met een middelenafhankelijkheid een bijkomende expliciete opdracht, en uiteraard ook de bijhorende middelen, zou moeten krijgen om een ondersteuning uit te werken voor alle cliënten die kinderen hebben. Het zijn de centra die werken rond de verslaving die contact hebben met deze doelgroep. Het is het meest eenvoudig om vanuit die therapeutische relatie ook de nodige zorg voor de aanwezige kinderen op te nemen. Nu nog de bevoegde Minister overtuigen.

van de initiatieven die in dit kader werd uitgewerkt betreft een jobbeurs voor deze specifieke doelgroep. In dit tijdschrift interviewen we nog twee mama’s die in de Tipi verblijven. Stijn is, na drie passages in De Kiem, mentaal sterk gegroeid en op het goeie pad. De mama van Cas beschrijft wat het voor haar als moeder betekende om haar zoon in De Kiem opgenomen te zien. Het is duidelijk dat we verwachten dat ook de ouders en de familie van de opgenomen bewoner participeren aan het programma. Dat is ook voor hen een bijzonder leerrijke, soms moeilijke en confronterende periode. Maar o zo mooi om te lezen dat al die inspanningen tot verandering hebben geleid. Zal ik het nog eens schrijven? Ik ben trots op De Kiem als organisatie en op alle medewerkers die zich dagelijks hard inzetten om de vele cliënten die bij ons aankloppen te helpen. Maar ik ben evenzeer trots op elke cliënt die de stap zet om iets aan zijn verslaving te doen en ook op de ouders en familieleden die blijvend hun kind, broer of zus ondersteunen in dit soms jarenlang traject om tot herstel en verbinding te komen. Ik wens iedereen prettige en verbonden eindejaarsfeesten.

Naast het werken rond gezinnen zijn we met De Kiem de voorbije jaren ook intensief betrokken bij enkele projecten rond tewerkstelling voor jongeren die moeilijk aan werk geraken. De doelgroep van De Kiem hoort hier uiteraard ook bij. Dit zijn projecten met de steun van Europese middelen. Een Dirk Vandevelde Directeur

2

DE KIEM


Werkbezoek

We konden twee dagen mee draaien in Ashleigh House, een deel van TC Coolmine in Dubin, een TG enkel voor vrouwen met of zonder kinderen. De mannen verblijven in een andere TG op een aparte locatie. Toen wij er waren, waren er 17 vrouwen in de groep en zes kinderen. Het programma in Coolmine is iets korter dan bij ons. Er is geen onthaalafdeling, het residentiële programma duurt zes maanden, erna gaan de bewoners acht weken naar ‘Step Down’ (een halfweghuis waar mannen en vrouwen wel samen wonen). Hun ambulante fase noemt ‘After Care’ en duurt twee maanden. De ontvangst was warm, zeker nadat we onze eerste bus gemist hadden. Toen we aankwamen konden we onmiddellijk aan tafel gaan, want er waren net ‘snacks’, een kleine extra maaltijd tussen ontbijt en middagmaal, die er ook os om 20u ‘s avonds. We konden op die manier meteen kennismaken met de vrouwen en korte babbeltjes doen. Na de ‘snacks’ stonden er twee sessies gepland: één sessie Parents under Pressure (PUP) en één sessie over attachment met de focus op partnerrelaties. Er was één van de vrouwen die het niet zag zitten dat we aansloten bij het PUP programma, dus we sloten aan bij de sessie over attachment. Het viel ons op dat de sessie heel interactief was. De focus werd vooral gelegd op wat de vrouwen wilden delen, wat ze door de veilige sfeer in huis ook heel open deden. Op het domein van Ashleigh House is er ook een interne crèche waar de kinderen van de vrouwen uit het programma worden opgevangen. Het gebouw is over het algemeen wat verouderd, maar je merkt dat er heel veel aandacht geschonken werd aan de crèche, die heel gezellig en kindvriendelijk is. De crèche wordt opengehouden door externe opvangdames en is verdeeld in 2 groepen: baby’s en peuters. Kinderen die naar school gaan, kunnen niet met hun mama in opname. Over de middag gaat de crèche dicht en dan

OP BEZOEK IN ASHLEIGH HOUSE… gaan de kinderen eten in de groep bij de mama’s. Dit maakte het heel druk en een beetje chaotisch. Het was voor ons niet altijd duidelijk welk kindje bij welke mama hoorde omdat er meerdere vrouwen zich ontfermden over de kinderen. Het principe van ‘It takes a village to raise a child’ kwam hier wel heel duidelijk naar voor. Na de middag kregen we uitleg over de PUP-sessies door begeleidster Leah. De inhoud van het programma komt overeen met ons Tipi- aanbod, alleen is het daar in een handig werkboek gestoken waardoor het voor de ouders overzichtelijker is. Ouders krijgen zo ook de regie meer in handen. Iets waar we over kunnen nadenken hoe we dit kunnen vertalen naar onze Tipi-werking. Na het volgen van dit PUP-programma krijgen de ouders een certificaat. Dit certificaat kan een hulp zijn bij bijvoorbeeld rechtszaken. Tijdens de rondleiding op de tweede dag viel op dat de kamers ruim zijn en gezellig ingericht. De vrouwen slapen met 2 of 3 in één kamer, in enkele bedden (dus geen stapelbedden) en de bewonerscoördinator krijgt een kamer apart. Ze volgen er een zes weken structuur. Dit wil zeggen dat elke zes weken de structuur volledig verandert en dat je als bewoner dan gedurende die periode dezelfde rol krijgt toegewezen. De bewoners onderaan de structuur zijn niet onderverdeeld in

verschillende ploegen, maar worden iedere dag ingezet waar nodig. Verder heb je wel een Coördinator (head of house), twee PK’s (expeditors, verantwoordelijk voor praktische zaken) en afdelingshoofden (department heads). De wegwijzers hangen uit over alle gangen en lokalen binnen de TG. Dit was wel fijn om te zien, want zo wordt je er elke keer mee geconfronteerd. Het waarheidsprincipe werd daar ook gebruikt. Wat ons opviel, was dat er veel minder wordt gewerkt in structuur. Enkel in de voormiddag werd een uurtje ‘Werken In Structuur’ georganiseerd. Voor en na het middagmaal worden er elke dag groepen van 2u georganiseerd. Het is ook een veel korter programma (zes maanden) en dus nemen die groepen meer ruimte in. Alle vrouwen waren moeder, maar op dat moment waren er vijf vrouwen die hun kinderen bij zich hebben (zes kinderen in totaal). Zij hebben een kamer apart samen met hun kind (geen appartement zoals de tipi’s). Ze delen een badkamer en hebben een kleine keuken, maar er wordt niet gekookt in hun kamer. Veel momenten zijn met de mama’s en kinderen in groep, zoals het eten of de ontspanning. Er zijn wel enkele ruimtes apart om tot rust te komen samen met je kind. We waren onder de indruk van de wellness

3


Werkbezoek

room. Deze ruimte was heel gezellig ingericht en ademde een Scandinavische sfeer uit, ze wordt ook gebruikt om yoga en andere sessies in te geven. Ze werd geschonken door een ex bewoonster die Ashleigh House in haar testament had gezet. Dit is zeker ook iets wat een meerwaarde zou kunnen zijn in de TG in Gavere. Los van het gebouw, een gezellige plek om even tot rust te kunnen komen. De kinderen die niet bij hun mama in Ashleigh House verblijven, kunnen wel op bezoek komen en eventueel overnachten als er een ouder-kind kamer vrij is en mits het kind niet ouder is dan twaalf jaar. De tweede dag werden alle groepen door externen gegeven. Dit is ook iets wat we kunnen meenemen naar De Kiem. Er zit heel veel expertise in België en daar moeten we misschien wat meer gebruik van durven maken. In de voormiddag ging het over mental health. Er was een externe dienst van het drugbeleid in Dublin die onderzoek rond dit thema wou doen met de vrouwen. De eerste sessie was heel laagdrempelig en vrijblijvend. De vrouwen wisselden vooral ervaringen uit over welke diagnose ze in het verleden gekregen hadden en hoe er toen mee omgegaan werd. Ze schrokken ervan dat er zoveel waren met een psychische diagnose. In verdere sessies zouden concretere afspraken gemaakt worden. In de namiddag stonden er drie dingen op het programma: een drama- sessie,

4

DE KIEM

een ouder-kind activiteit en de teamvergadering De drama-sessie werd opnieuw door dezelfde externe dienst gegeven als in de voormiddag. Zij wilden met de vrouwen een filmpje maken over een specifiek thema rond gezondheidszorg. Vorige keer was het over de toegankelijkheid ervan gegaan. Dit keer wilden ze het graag hebben over mentale gezondheid. Het laatste half uurtje waren het effectief oefeningen om de creativiteit en het lichaam wat los te maken. Bij de ouder-kind activiteit was er een externe kunstleerkracht die de sessie kwam geven. Het viel al vrij snel op dat de focus daar lag op het creëren van een product en niet op de interacties tussen ouder en kind. In de Tipi werken we meer vanuit de Kindreflex en focussen we ons meer op de interacties tussen ouders en kinderen bij het organiseren van ouder-kind activiteiten. Het afscheid was opvallend emotioneel en opnieuw heel warm. De vrouwen hebben ons voor die twee dagen echt heel hartelijk en open ontvangen.

Zowel in de groepen als in kleine gesprekken tussendoor werd duidelijk dat ze heel open met ons durfden communiceren, waardoor we toch heel wat opgestoken hebben. De interactievere groepen, het gebruik maken van externe diensten, de structuur van het PUP-programma, de aparte welnessruimte, … Het zijn allemaal zaken waarover we in onze TG kunnen discussiëren en waarvoor we onze collega’s kunnen warm maken. Over andere zaken zijn we gesterkt in onze eigen visie, zoals de kinderen zo weinig mogelijk in de grote TG groep te brengen, het gebruik van de Kindreflex en toch ook de gemengde TG. Hoewel een gescheiden TG ook zijn voordelen heeft, denken we dat een groep van zowel mannen als vrouwen extra mogelijkheden met zich mee brengt om te groeien. Al bij al een hele fijne en leerrijke ervaring! Karen Reyniers, TG-begeleidster en Isolde Vandenberghe, Tipi-begeleidster

“Mede gefinancierd door de Europese Unie. De hier geuite ideeën en meningen komen echter uitsluitend voor rekening van de auteur(s) en geven niet noodzakelijkerwijs die van de Europese Unie weer. De Europese Unie kan hier niet voor aansprakelijk worden gesteld.”

Ecett Networks Knowledge exchange is knowledge creation


AC Geraardsbergen

EXTRA ONDERSTEUNING VOOR DRUGGEBRUIKENDE OUDERS Met financiële steun van de stad Geraardsbergen kan De Kiem sinds juni 2020 een medewerker (halftijds) tewerkstellen om druggebruikende ouders extra te ondersteunen.

De centrale doelstelling van deze ‘verruiming’ van de reguliere begeleiding is om een betere omkadering te voorzien voor de ouder(s) en de kind(eren) door organisatie-overschrijdend te werken en op die manier de alertheid en de expertise bij een ruimer netwerk van hulpverleners te bevorderen. De begeleiding dient expliciet op twee aanvullende niveaus te werken: op cliëntniveau en op netwerkniveau. Via intensief casusgericht werken (het begeleiden van de druggebruikende ouders) heeft de begeleider de taak om in samenspraak met de cliënt een netwerk van organisaties uit te bouwen die én de ondersteuning van de ouders op zich neemt én de veiligheid (in enge en brede zin) van de kind(eren) kan waarborgen. Onderstaande tabel geeft een overzicht van het aantal aanmeldingen en

nieuw opgestarte behandelingen in het ambulant centrum te Geraardsbergen. Een deel daarvan betreft gezinnen met 1 of meerdere kinderen beneden de leeftijd van 12 jaar. De meeste van deze gezinnen staan dagelijks zelf in voor de opvoeding van hun kinderen. Soms is het kind (tijdelijk) geplaatst in een instelling of in een pleeggezin; ook bij deze gezinnen hebben we aandacht voor hun ouderrol en zijn we aanwezig (waar nodig) op overlegmomenten met externe diensten rond het kind.

chronische en complexe problematiek. Om de veiligheid van de kinderen zo goed als mogelijk te waarborgen en tegelijk de ouders te ondersteunen in hun opvoedingstaak, is de afstemming en coördinatie van zorgtrajecten en externe diensten van groot belang. We hebben tijdens de duurtijd van het project reeds contact gehad met verschillende soorten diensten i.f.v. de lopende zorgtrajecten : JAC, Kind en Gezin, school, CLB, psychologe OCMW, Huis van het kind, OCJ, Parket, JRB, CAW, huisarts, psychiater, OCMW, CKG, Werf zorggarantie, VK, Ziekenhuis (gynaecoloog/materniteit), thuisbegeleidingsdienst, pleeggezinnendienst, justitieassistent, Familiezorg en Casemanagement UZ.

Slechts een klein deel van de gezinnen met kinderen stroomt door naar het specifiek ‘verruimde’ behandelingsaanbod. We richten ons specifiek naar die gezinnen waar “de nood het hoogst” is en waar de kinderen jonger zijn dan 12 jaar. We merken op dat we, binnen de lopende dossiers, vooral langdurige trajecten aangaan met de gezinnen, dit omwille van de

Sandra Brants, ambulant begeleider AC Geraardsbergen

Aanmeldingen Nieuwe Gezinnen met kinderen Actieve dossiers behandelingen onder 12 jaar met verruimd behandelaanbod 2020 (sinds 1/6)

18

13

10

2021

125

80

30

20

2022

134

89

40

27

2023 (tem nov.)

147

67

38

16

5


Interview

OP EN TOP MAMA... De Tipi is een plek waar alleenstaande ouders die het TG programma volgen samen met hun kind in een veilige omgeving kunnen verblijven. We gingen in gesprek met S en A die op dit moment in de Tipi verblijven.

S heeft twee kindjes, een zoontje van twee jaar en een dochtertje van zeven maanden. Voor S is het de tweede keer dat ze in De Kiem is, ze heeft haar eerste programma na een aantal maanden beëindigd. In februari gaat ze naar het halfweghuis. A heeft een dochtertje van drie jaar, ze heeft haar ieder weekend bij zich in de T ipi en de helft van de vakanties. In de week is haar dochter bij de papa. Ook A gaat in februari over naar het halfweghuis. We vroegen hen naar hun ervaringen met hun verblijf in de Tipi en hoe zij naar ouderschap kijken. Wanneer hebben jullie de 1e maal over de Tipi gehoord? S: Voor mij was de eerste keer vorig jaar in februari toen ik in het ziekenhuis was met Adam. Ik was hervallen en wou in opname komen. De maatschappelijk werkster daar heeft me toen verteld over de ouder kind-unit de Tipi. Het was de eerste keer dat ik hoorde dat zoiets bestond. A: Toen ik vier maanden zwanger was van Femke. Ik had geen toekomstperspectief met de papa. Ik ben toen met mijn mama naar de huisdokter gegaan om te vragen wat mijn opties waren. Niet alleen daarvoor trouwens, maar ook omdat ik niet kon stoppen met mijn gebruik. Toen was mijn verslaving veel groter dan toen Femke geboren was. De huisarts heeft mij toen over De Kiem verteld, maar ik dacht toen dat ik wel alleen van mijn verslaving kon afkomen. Ik ben toen terug gegaan naar de papa omdat ik een vader wou voor Femke. Ik ben zelf zonder vader

6

DE KIEM

opgegroeid, dus vond ik dat wel belangrijk. Ik heb wel spijt dat ik toen niet voor De Kiem gekozen heb, het kon er helemaal anders hebben uitgezien, maar blijkbaar was ik er toen nog niet aan toe. Hoe is jullie traject om naar de Tipi te komen verlopen? S: De eerste keer ging het supervlot, in twee weken tijd was alles in orde. De tweede keer woonde ik even bij mijn mama met mijn zoontje, maar ik zag het niet zitten om daar nog lang te blijven. Ik heb toen de optie gehad om twee weken naar Adic te gaan om daarna naar De Kiem te kunnen komen. Sinds 10 januari ben ik hier terug. A: Ik heb lang moeten wachten eer ik eindelijk een antwoord kreeg of ik wel naar hier kon komen, omdat Femke enkel in het weekend bij mij ging zijn. Ik had al beslist dat ik zonder Femke niet zou komen. Ik heb in Adic kunnen overbruggen en kreeg toen het antwoord dat ik kon komen met Femke mee. Hoe is het leven in de Tipi? Hoe zien de dagen er uit? Hoe zagen de dagen voor je opname eruit? Wat vind je nu de voor -en nadelen? S: We maken een weekschema waarin staat hoe we onze tijd met de kindjes invullen. De dagen hier zijn praktisch iedere dag hetzelfde. Van maandag tot vrijdag ben ik in de therapeutische gemeenschap en vanaf 17 uur ga ik de kindjes halen naar de opvang en ben ik daarna in de Tipi. In het weekend zijn we vrij om onze tijd in te vullen met activiteiten. Ik vind het goed dat er zoveel structuur en regelmaat in onze dagen zit, dat brengt rust zowel voor mezelf als voor de kindjes.

A: De voordelen hier zijn dat we hier ons eigen appartementje hebben. We hebben hier alles wat we moeten hebben, een eigen keuken, een ligbad, … we hebben hier veel plaats. Wie kan er zeggen dat ze zo’n mooie speeltuin in de tuin hebben staan? De structuur hier is ook een voordeel. Ik heb veel aan het weekschema, dat is iets wat ik wel wil meenemen, mijn daginvulling is hier veel beter. Vroeger deed ik mijn huishouden wel, maar als dat gedaan was, dan speelde ik de rest van de dag spelletjes op mijn gsm tot ik mijn dochter terug moest gaan halen. De struc-


Interview

tuur en daginvuling die we hier leren is ook iets om mee te nemen naar buiten. Ik vind het ook een voordeel dat er hier altijd iemand is. Ik heb veel aan S als ik het moeilijk heb of ik kan altijd iemand van de begeleiding bellen. Ik vind het wel lastig dat we alles moeten doorbellen als er iets van ons weekschema verandert. Er staat bijvoorbeeld dat ik ga wandelen met mijn dochter, maar bij slecht weer beslis ik dan om dat niet te doen. Ik bel dat niet altijd door, ik denk dan ze zullen het wel zien dat ik mij niet kom afmelden.

Eigenlijk zou ik dat moeten doen, maar dat vind ik lastig. S: Ik volg A, ik vind dat ook lastig. Met kleine kinderen is het ook heel moeilijk om een dagschema te volgen, ze slapen dan eens langer of we eten dan eens vroeger. Ik bel dat ook niet altijd door, de spontaniteit geraakt er zo af. In welke context ben je zelf opgegroeid? Heb je zelf een verslaafde ouder gehad? S: Ik heb eigenlijk wel een warme thuis gehad. Achteraf heb ik wel gezien dat

mijn papa ook een alcoholprobleem had en dat mijn mama kampte met psychische problemen. Als kind heb ik daar niet veel van opgemerkt. Ik voelde wel die spanning, maar wist niet van waar die kwam. Mijn mama was huisvrouw en was dus altijd thuis als we van school kwamen. Praten over gevoelens gebeurde bijna nooit. Ik herinner me dat we veel aan tafel zaten en dat het muisstil was, dat mijn mama aan het wenen was maar dat niemand iets durfde vragen. Voor mijn mama was het ook nooit goed genoeg. Het moest altijd beter, ze was nooit tevreden.

7

u


Interview

A: Ik ben enig kind en woonde samen met mijn mama. Ik heb geen papa gekend. Bij ons in de familie zijn er geen verslavingsproblemen. Ik heb ook altijd een goede band gehad met mijn mama. Als kind ben ik wel heel vaak verhuisd omdat mijn mama vaak een andere partner had waar we bij gingen wonen. Ik mocht niet zoveel bij andere kindjes gaan spelen of naar verjaardagsfeestjes gaan. Ik denk dat het daardoor is dat ik nogal moeilijk sociale contacten kan leggen. Wat had je verwacht van de Tipi en worden je verwachtingen ingevuld? S: Ik had nog nooit een opname gedaan hiervoor, dus ik wist echt niet wat ik kon verwachten. Ik had nog nooit van een TG gehoord, laat staan van de Tipi. Ik moet zeggen dat het wel mijn verwachtingen oversteeg. In de onthaalafdeling, op de ouder-kind-kamer, dacht ik “Wauw een kamer voor mij en mijn zoontje apart, hoe leuk”. En dan in de Tipi, een plekje voor ons alleen, met de rust en de ondersteuning die we hier nodig hebben, dat had ik op voorhand niet kunnen denken. A: Ik had ook geen verwachtingen. Ik had al eerder opnames in de psychiatrie gedaan, maar dat was voor ik zwanger was. Ik was aangenaam verrast van de Tipi-studio’s. Alles is er wat er moet zijn en het is er gezellig. De ouder-kind kamer in onthaal vond ik te koud en de kamer was ook niet zo gezellig ingericht, maar ze gaan er wel veranderingen in brengen hebben ze mij gezegd. Hoe ervaar je het ouderschap voor en na je opname? S: Adam was drie maanden toen ik hier toe kwam. Ik had niet echt een band met hem. Omdat hij prematuur was, had ik schrik om die band aan te gaan, uit schuldgevoel en ook omdat ik schrik had dat er nog iets ging gebeuren met hem, dat hij het niet zou overleven. De maanden thuis was ik gewoon aan het zorgen voor ‘de baby’. Ik zag het meer als een taak om hem eten te geven en te wassen. Mijn ex zei ook “je bent een slechte mama, je bent de naam van moeder niet waard”. Ik

8

DE KIEM

geloofde ook zelf dat ik het niet goed deed. Toen ik hier kwam, is het ouder-gevoel bij mij gegroeid. Ik leerde genieten van mijn zoontje en dat er ook meer was dan eten, wassen en hem in zijn bedje leggen. Ik heb hier echt die band kunnen aangaan met hem. Ik ben heel dankbaar dat dit hier tot ontplooiing gekomen is. A: Voor mij is dat een moeilijke vraag omdat ik mijn dochter voor mijn opname iedere dag zag en ik haar nu enkel in het weekend bij mij heb. Ze gaat naar school waar de papa woont, daardoor is ze in de week bij hem. De tijd die we vroeger samen hadden vulde ik ook in met activiteiten, net zoals ik nu doe. Het grote verschil is dat ik nu een sterkere mama ben die steviger in haar schoenen staat. Mijn dochter heeft ook veel ruzie en geweld gezien. Ze heeft mij ook af en toe eens onder invloed gezien. Dat zal ongetwijfeld een impact gehad hebben op haar. Ik ben hier om aan mezelf te werken en om een sterkere mama voor haar te kunnen zijn, om haar na mijn programma langer bij mij te kunnen hebben. Wat neem je mee na je verblijf, welke winst haal je hieruit? S: Mijn leven zou er helemaal anders uitzien mocht ik hier niet geweest zijn. Het zou mij niet gelukt zijn zonder hulp, ik zou nog steeds aan het drinken zijn. Ik zou de kindjes niet bij mij gehad hebben denk ik. Ik haal hier heel veel winst uit, iedere dag heb ik mijn kindjes zo dicht bij mij. De luxe die we hier hebben van een eigen appartement waarin we in alle rust en veiligheid dichter bij onze kindjes kunnen komen, dat vind je hier buiten niet. Ik ben op en top mama nu. Ik heb lang geen kinderen gewild, maar nu ben ik de mama die ik wou zijn. Ik hoop dat

ik later ook die mama zal kunnen zijn, als ik mijn eigen stekje heb. A: Die structuur en regelmaat neem ik mee. Ik neem eigenlijk heel veel mee, te veel om op te noemen. Is er nog iets wat je zou willen zeggen tegen ouders die nu in een context van middelengebruik zitten? Of wat zou je willen zeggen tegen jezelf zoveel tijd geleden? S: Had ik geweten toen ik zwanger was van mijn zoontje, dat de Tipi bestond, dan zou ik tegen mezelf gezegd hebben “Ga daar zo snel mogelijk heen”. Nu vind ik het zo jammer dat ik toen niet op zoek ben gegaan naar een oplossing. Ik ging ervan uit dat ik het zelf moest oplossen. Mocht ik de tijd kunnen terugkeren en mezelf dan zien, ik was veel eerder gekomen. Het is jammer dat zo weinig mensen het bestaan van de Tipi kennen. Er doen ook heel veel cowboyverhalen de ronde, mensen zijn daar soms door afgeschrikt. A: Bij mij was het de structuur die mij afschrikte; afdelingshoofd of assistent worden, oei, dat durf ik niet. Ik was hier veel te onzeker voor. Maar ondertussen ben ik hier veel in gegroeid en schrikt mij dit niet meer af. Ik doe het zelfs graag. A: Ik zou zeggen aan andere ouders “Gewoon doen!”. Je haalt er zoveel uit voor jezelf op alle gebieden. Ik ben niet meer de persoon die ik was een jaar geleden. Niet twijfelen, zet je schaamte en je koppigheid opzij en gewoon gaan! Doortje Havermaet en Isolde Vandenberghe, Tipi-begeleiders


Pondo

PERINATALE ONDERSTEUNING VOOR DRUGGEBRUIKENDE ZWANGERE OUDERS Het Perinataal Ondersteuningsnetwerk voor Druggebruikende Ouders, kortweg PONDO, is een project dat zich richt op het bieden van ondersteuning aan deze ouders door het bevorderen van de gezondheid en het welzijn van zowel de ouders als het ongeboren kind.

De perinatale periode is een belangrijk onderdeel binnen de eerste 1000 dagen in het leven van een kind en een belangrijke fase voor de zwangere vrouw. Als ouder wil men graag het beste voor zijn/haar kind en wil men een zo goed mogelijke ouder kunnen zijn. Voor ouders die te maken hebben met druggebruik, brengt deze periode unieke uitdagingen met zich mee en zijn er ook kansen die kunnen genomen worden om in te zetten op ondersteuning. Eind 2022 werden er vanuit de Vlaamse Overheid middelen vrijgemaakt voor één werkjaar om het PONDO-project dat sinds 2014 in Vlaams Brabant bestaat uit te rollen over iedere provincie in Vlaanderen. Dit project werd ingediend door Perinet, het vroegere VENPMG (Vlaams Expertise Netwerk Perinatale Mentale Gezondheid) omwille van de good practice ervaringen in Vlaams Brabant. Daar is PONDO ontstaan vanuit de erkenning van de complexe problemen waarmee ouders met een geschiedenis van druggebruik tijdens de perinatale periode worden geconfronteerd. Het netwerk is opgezet met als doel deze ouders te ondersteunen bij het aangaan van de uitdagingen die gepaard gaan met zwangerschap, bevalling en ouderschap. PONDO streeft er naar om de negatieve effecten van druggebruik op de gezondheid van moeder en kind te verkleinen, samen met ouders te kijken naar verantwoord ouderschap en een veilige omgeving te creëren waarin ouders de nodige hulp en begeleiding kunnen ontvangen zodat een mogelijkse uithuisplaatsing bij de bevalling kan vermeden worden.

In Oost-Vlaanderen is er een PONDO netwerk in de regio Gent en Ronse gevormd en van start gegaan. Dit resulteerde in een samenwerkingsverband tussen De Kiem, Kind en Gezin, de CKG’s Kinderkasteeltje, Sloeberhof en Glorieux, het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling (VK), UZ Gent en AZ Glorieux Ronse, het MSOC Gent en Vonk. De leden van het PONDO netwerk hebben geen rechtstreekse hulpverleningsband met het gezin en spreken vanuit een neutrale positie elk vanuit hun eigen expertise. Na aanmelding kan men besluiten om een Pondo-tafel te organiseren met de vaste partners in het netwerk samen met de ouders en eventueel de verwijzer of een steunfiguur. Tijdens een Pondo-tafel streven we er naar om ouders te informeren over de impact van druggebruik tijdens de perinatale periode, kijken we welke krachten er zijn of wat reeds goed loopt en welke bezorgdheden we hebben over tal van levensdomeinen. Van hieruit gaan we na waar we kunnen op inzetten om de kansen van het gezin te maximaliseren. We maken een plan op waarin we inzetten op netwerkvorming, medische ondersteuning, screening, psychosociale begeleiding met betrekking tot verslaving of residentiële opname, ondersteuning met betrekking tot ouderschap enz.. Wanneer deze minimale verwachtingen onvoldoende toereikend blijken komen alle betrokken partijen opnieuw samen om in te zetten op andere zaken die niet weerhouden werden in de eerste bijeenkomst wat dan resulteert in een

plan B. Indien dit nog steeds onvoldoende blijkt en de bezorgdheden met betrekking tot de veiligheid van het ongeboren kind aanhouden kan vanuit het PONDO netwerk besloten worden dat er een melding dient te gebeuren bij het Vertrouwenscentrum Kindermishandeling (VK) of het parket. We vinden het belangrijk dat ouders een stem hebben en een kans krijgen en hierbij ook het perspectief van het kind binnenbrengen. Dit vraagt om open en duidelijke communicatie van alle betrokken partijen. De eerste reacties van de ouders die deelnamen aan een Pondo-tafel in Gent zijn positief. Ze geven aan dat ze naast de vele zenuwen en stress voor deze bijeenkomst toch ook duidelijk weten waaraan ze zich kunnen verwachten, dat ze aan de slag willen gaan met de adviezen en met meer duidelijkheid en rust naar huis gaan. De betrokken partners van PONDO zijn blij met dit project. Het samenbrengen van meerdere perspectieven is een meerwaarde en ook een welgekomen ondersteuning. 2023 loopt bijna op zijn einde en het eerste werkjaar zit er bijna op voor dit project in Oost-Vlaanderen. Er werd veel geïnvesteerd in het vormen en opleiden van deze twee netwerken. Hopelijk kan er een vervolg komen voor 2024 en wie weet is er ook ruimte voor verdere uitbreiding. Evy Storme Ambulant begeleider AC Ronse PONDO coördinator Oost-vlaanderen

9


EWODOR

DE ROL VAN GEMEENSCHAPPEN BIJ HET BEVORDEREN VAN VERSLAVINGSHERSTEL Coolmine Therapeutic Community, Trinity College Dublin en EWODOR hadden dit jaar de eer om op 23 en 24 oktober in Dublin het EWODOR congres te organiseren. Wij waren er bij.

De European Working Group on Drugs Oriented Research (EWODOR) is een van de langst bestaande onderzoeksen herstelnetwerken in Europa en heeft een lange traditie in het samenbrengen van onderzoekers en praktijkmensen uit heel Europa en daarbuiten om recente inzichten en bevindingen rond verslavingsbehandeling en herstel uit te wisselen. EWODOR werd in 1983 opgericht door Eric Broekaert (Universiteit Gent, België), Vera Segraeus (Universiteit Uppsala, Zweden) en Charles Kaplan & Martien Kooyman (Erasmus Universiteit Rotterdam, Nederland) als de wetenschappelijke afdeling van de Europese Federatie van Therapeutische Gemeenschappen (EFTC). EWODOR-conferenties worden meestal georganiseerd in samenwerking tussen een behandelorganisatie en een plaatselijke universiteit. Het conferentiethema van dit jaar richtte zich op de rol van ondersteuning, verbondenheid en gemeenschappen bij het bevorderen van verslavingsherstel. Herstelkapitaal omvat de persoonlijke, sociale en gemeenschapsmiddelen en -activa die individuen helpen bij het initiëren en behouden van verslavingsherstel. Vaak overheerst een al te individualistische benadering van herstel, waarbij de relationele aard en de ecologische inbedding van herstelprocessen worden genegeerd. Het concept van ‘herstelklare gemeenschappen’ werd

10

DE KIEM

geïntroduceerd om relationeel herstel en expertise op het gebied van geleefde ervaringen (Lived Experiences) te bevorderen, waardoor de oprichting van alternatieve diensten, nieuwe netwerken en innovatieve methoden en beleidsmaatregelen worden gestimuleerd die duurzame hersteltrajecten en gemeenschappen ondersteunen. Enkele van deze ontwikkelingen en recente onderzoeksresultaten werden belicht tijdens het congres. Het congres ging van start met een officiële opening door Pauline Mc Keown, CEO van Coolmine Therapeutic Community Ireland, die ons allen van harte welkom heette. Tijdens het eerste plenaire deel werd door Paul Reid (Citizens Assembly on Drug Use, IR) het drugbeleid in Ierland toegelicht. Vervolgens werden we met veel enthousiasme door de ons gekende David Best (Centre for Addiction Recovery Research, University Leeds, UK) nogmaals ondergedompeld in het ‘ecological model of recovery’. Het plenaire deel werd afgesloten door Marie Jauffret-Roustide (School for Advanced Studies in Social Science, Parijs, FR) die ons inzage gaf in de complexe situatie van de drughulpverlening in Frankrijk.

Na de pauze waren er parallelle sessies voorzien waarbij het verbeteren van de toegankelijkheid van de verslavingszorg en ondersteunende diensten centraal stond. Ook de onderzoekers van het ‘EQUALITY Research¬Collective’ van HoGent waren aanwezig. EQUALITY tracht de sociale uit¬sluiting bij mensen in kwets¬bare leef¬situaties tegen te ¬gaan en de levens¬kwaliteit te bevorderen. Ze brachten een terugkoppe-


EWODOR

Karen Reyniers, Isolde Vandenberghe en Luca Littera

ling van de vier profielen van werken in de real-life context van mensen en hoe we de toegankelijkheid van professionele zorg kunnen verbeteren. Vervolgens kwam Boro Goic zijn visie over de Hulplijn in Montenegro toelichten en kregen we uitleg over het ‘trauma-geïnformeerd programma voor groepsherstel’ door Mary Healy Vernon. In de namiddag benadrukte Jo-Hanna Ivers (hoofddocent verslaving Trinity College Dublin, IR) het belang van het opbouwen van systemisch kapitaal in haar visie over geavanceerd verslavingsherstel in Ierland. Paul Sobey (Centrum voor Toegepast Onderzoek in mentale gezondheid en verslaving (CARMHA), Universiteit Vancouver, CA) sprak over schadebeperking en herstelgericht drugsbeleid in twee Canadese provincies. De situatie is moeilijk vergelijkbaar met Vlaanderen maar de tendens van substitutie en de complexiteit hiervan was herkenbaar. Prof. Wouter Vanderplasschen (UGent, BE) sprak over het bevorderen van verslavingsherstel door middel van behandeling, wederzijdse hulp en andere ondersteunende omgevingen, een synthese van de lessons learned omtrent internationale hersteltrajecten binnen het REC-PATH-project. Na een deugddoende pauze stonden er opnieuw parallelle sessies op het programma met als hoofdthema ‘Lifed Experiences’. Joanne O'Dwyer bracht toelichting over haar onderzoek

waarbij ze ervaringen verzamelde van mensen die een herstelproces hebben doorgemaakt zonder hierbij abstinent te zijn. Clara De Ruysscher (UGent, BE) sprak over het kwalitatief onderzoek naar de toegankelijkheid van geestelijke gezondheidszorg. Declan Murphy besprak het belang van herstelprogramma’s voor universiteitsstudenten. Tot slot kregen we het verhaal te horen van Peter Tomlinson die zijn persoonlijke ervaringen deelde en hoe bepaalde drugs en medicaties hem tegenwerkten of hielpen bij zijn herstel. Vermoeid maar tevreden sloten we de eerste dag af met een gezellige avond met onze collega’s van De Spiegel in Kessel-Lo. De tweede dag van het congres werd plenair ingeleid door Edward Dag (Verslavingspsychiatrie Universiteit Birmingham, VK) over het belang van behandeling en herstelsystemen. Justyna Klingemann (Instituut voor Psychiatrie en Neurologie Warschau, PL) stelde zich de vraag hoeveel behandeling een persoon nodig heeft om te herstellen en besprak de invloed van verandering in behandelsystemen. Dave Higham (oprichter en CEO Well Communities Lancaster, VK) bracht op dynamische en zeer persoonlijke wijze zijn visie over de kernvoorwaarden voor herstel en het belang van het creëren van herstel-bevorderende omgevingen. Wie reeds aanwezig was op het herstelcollege van de UGent had reeds kennis gemaakt met Dave.

In het tweede deel van de dag stond het thema effectieve benaderingen in therapeutische omgevingen centraal. Connie Pike reflecteerde over het veldwerk in een gespecialiseerd familie centrum. Chris Swerts, ook Equality-onderzoeker, bracht een interessant verhaal over zijn project rond ‘Discovery Colleges’ bij jongeren in Vlaanderen. Paulo Dias sprak over de terugvalpercentages na behandeling in therapeutische gemeenschappen. Wat mij betreft een eerder eenzijdig perspectief waarin voorbij werd gegaan aan de kwaliteit van leven als parameter voor herstel. Anita Harris sprak tenslotte over het 50-jarig bestaan van Coolmine Therapeutic Community. Het congres werd afgesloten door professor Jo-Hanna Ivers en professor Wouter Vanderplasschen. We blikken terug op een boeiende en leerrijke tweedaagse en werden alvast uitgenodigd voor het volgende EWODOR-congres in Bordeaux. Luca Littera, therapeutisch verantwoordelijke residentiële afdelingen De Kiem De referenties van de sprekers en hun presentaties kan je (binnenkort) terugvinden op https://www.coolmine.ie/ ewodor/

11


Jobbeurs

WARME WERKGEVERS GEZOCHT Op 26 oktober vond in de Stadsfeestzaal van het COC Ronse een bijzondere jobbeurs plaats met als doel om warme werkgevers in contact te brengen met werkzoekenden die een grote afstand tot de arbeidsmarkt ervaren.

De lokale partnerschappen “Op Stap” uit Ronse en “JoWW” uit Oudenaarde sloegen hiervoor de handen in elkaar, samen met de VDAB, het OCMW, Stad Ronse en Stad Oudenaarde. “Op Stap” en “JoWW” zijn WSE-projecten (Werk Sociale Economie, het vroegere ESF) rond activering naar de arbeidsmarkt, en deze jobbeurs kan gezien worden als een mooi en geslaagd sluitstuk van beide projecten. Ongeveer 45 bedrijven uit verschillende sectoren namen deel aan dit event: retail, productie, horeca, zorg, transport, bouw, maatwerk en vrijwilligerswerk. Al deze werkgevers hebben een hart voor diversiteit en willen op zoek gaan naar het potentieel van elke kandidaat. De jobbeurs bood een unieke gelegenheid voor werkzoekenden met diverse achtergronden en uitdagingen om direct in contact te komen met potentiele werkgevers. Van de werkgevers werd gevraagd hun deuren te openen voor deze specifieke doelgroep die grote drempels ervaart in de zoektocht naar werk. De jobbeurs bood niet alleen een platform aan om het lokale aanbod te verkennen, maar bood tevens de mogelijkheid tot cv-checks en sollicitatietips. De deelnemers uit de projecten vonden ondersteuning bij de jobcoaches in hun contacten met potentiële werkgevers, wat als een grote meerwaarde werd ervaren en

12

DE KIEM

de jobbeurs naar een hoger niveau tilde. Er heerste een rustige en gemoedelijke sfeer. De respons op de jobbeurs was dan ook lovend. Dit zowel langs de kant van de werkzoekenden als langs de kant van de werkgevers. Dat de jobbeurs een succes was blijkt uit volgende cijfers:

- tussen 10u en 17u mochten we 550 bezoekers verwelkomen. - 188 werkzoekende vonden een tewerkstelling die bestond uit een vaste, tijdelijke of progressieve betrekking, waaronder ook stageplaatsen. - 32 werkzoekenden konden aan de slag op interim basis.


Jobbeurs Familie aan het

Het toont aan dat een dergelijk initiatief noodzakelijk is en zeker een meerwaarde heeft in een regio waar de werkloosheidcijfers hoog liggen.

Tania De Vos, WSE-medewerker JoWW-project Oudenaarde en ambulant begeleider AC Geraardsbergen

De jobbeurs in Ronse is een inspirerend voorbeeld van hoe aanklampend en drempelverlagend werken een grote betekenis heeft voor deze specifieke doelgroep.

Lotte Simons, WSE-medewerker Op stap Ronse en ambulant begeleider AC Ronse

13


Familie aan het woord

MEVROUW, DAT GAAT CAS ZELF REGELEN… Ongeveer twee jaar geleden besliste Cas om toch naar De Kiem te gaan. Hij had al verschillende opnames achter de rug en had zich steeds verzet tegen een opname in een therapeutische gemeenschap…

Ook ik was daar niet echt gelukkig mee. Zo ver weg, zo weinig contact, getimede telefoongesprekken en een lange tijd voor hij weer eens naar huis mocht…. Het eerste contact met de sociale dienst klonk als : “Mevrouw, dat gaat Cas zelf regelen…”. Huh, ik had toch altijd alles geregeld voor Cas! En dan die familiegesprekken die zouden komen. Ze leken als een onbeklimbare berg met in het geheugen het laatste gesprek bij de vorige opname dat geëindigd was in een fikse ruzie tussen Cas en de begeleidster. Niet echt iets om naar uit te kijken vond ik. Dat er iets moest gebeuren, daar was ik wel van overtuigd. Het was al zo dikwijls misgelopen en in mijn ogen kon het alleen maar erger worden. Ik geloofde er niet echt in, maar ik had de rust meer dan nodig. Na een eerste kennismakingsbezoek besloot Cas om het toch maar te proberen. Zijn opname moest door Corona een week uitgesteld worden naar een dag waarop ik geen verlof kon krijgen op mijn werk. Cas reed alleen met zijn wagen naar Gavere. Ik voelde mij daardoor nog wat slechter. Welke moeder laat haar kind alleen bij zo een belangrijke stap? De eerste maand mocht ik nog elke zaterdagnamiddag op bezoek en daarna één keer per maand op zondagnamiddag en één keer op maandagavond. Ik werk op maandagavond, maar kreeg gelukkig elke keer verlof als het bezoekavond was. Zo kon ik er elk bezoekmoment zijn. De verplaatsingen

14

DE KIEM

duurden langer dan het bezoek zelf… Ik zag vooruitgang. Elke bezoek zag Cas er beter uit dan de vorige keer. Dan kwam ergens begin maart het eerste familiegesprek. Met lood in mijn schoenen ben ik toen naar Gavere gereden. Het was geen gemakkelijk gesprek voor mij; niet het verloop ervan, maar de inhoud. Met tranen in mijn ogen ben ik naar huis gereden. Ik heb toch doorgebeten en in de volgende gesprekken hebben we (Cas en ik) geleerd dat we thuis niet gewoon waren van echt met elkaar te praten. Iedereen slikte alles maar door om de ander geen pijn te doen. Weten wat de ander voelt en denkt kan zoveel duidelijk maken. Spreken met mekaar zal voor ons altijd een aandachtspunt blijven. Nu Thijs nog, de broer van Cas. Hij haakte ergens onderweg af. Volgens Thijs was ik niet streng genoeg voor Cas. Thijs zat al enkele jaren op kot en had geen besef van hoe groot het probleem van Cas was. Thijs ging in het begin ook niet op bezoek en hem naar een familiegesprek krijgen was nog moeilijker dan er zelf naar toe gaan. Na maanden proberen is het dan toch gelukt. De inhoud van het gesprek ken ik niet, maar daarna is Thijs regelmatig mee op bezoek in De Kiem gegaan. Na de opname van Cas zijn ze samen drie weken door Indonesië getrokken. Thijs en Cas zijn nu de broers die ze moeten zijn. Doordat Cas weer sterk in het leven staat zijn wij hier opnieuw een gezin geworden, ook al zijn ze beiden zo

goed als het nest uitgevlogen. Over enkele weken gaan we samen, Thijs, Cas, hun vriendinnen en ik, op weekend. Mijn zonen hebben dat geregeld. Drie jaar geleden had ik hier niet van durven dromen, zelfs niet aan durven denken. Toen was mijn idee: dit komt nooit meer goed. Nu denk ik waar een wil is, is een weg. Vooral Cas heeft die wil getoond. Ik ben ongelooflijk fier op hem voor de weg die hij heeft afgelegd. En om helemaal positief af te sluiten: Cas studeert opnieuw en hij maakt deel uit van het roeiteam van de school waardoor hij het statuut van topsporter heeft. De mama van Cas


Bewoner Familie aan het woord

DERDE KEER, GOEDE KEER Mijn eerste kennismaking met De Kiem was niet bepaald een succes. Rond mijn 27ste levensjaar vond ik de moed om een langdurig en intens programma te doen zoals De Kiem. Daarvoor had ik al tal van kleinere opnames achter de rug, allemaal met beperkt succes.

Achteraf bekeken behoren die kleinere opnames ook wel tot mijn proces. Deze keer zou het mij lukken, tot ik na een maand naar huis gestuurd werd… Ik bleek niet begeleidbaar, daar snapte ik niks van. Daarvoor was De Kiem toch? Ik had gezworen nooit meer terug te keren… tot 2 jaar later. Opnieuw zette ik de stap. Ik stelde mij meer open en luisterde al eens sneller naar de begeleiding als er wat gezegd werd. Ik had het dus wel begrepen… Na een hobbelig parcours en het doorbreken van een paar hardnekkige patronen die ik door de jaren heen ontwikkeld had, kwam ik tot meer en meer inzicht in mezelf maar ook in anderen. Ik was in staat te reflecteren en werd me meer bewust van mijn gedrag ten opzichte van mezelf en anderen. Na 7 maanden liet ik mijn appartement los, de stok achter de deur was weg. Achteraf bekeken de beste beslissing tijdens mijn traject. Na een programma van exact 16 maanden, ronde ik af in het tussenhuis, klaar voor een nieuwe stap. Ik ben toen in Gent gaan wonen, wat voor mij een openbaring was. Ik kwam uit het prachtige West-Vlaanderen, waar de mensen door het spleetje van de gordijnen hun overbuurman nauwgezet in de gaten houden en gedetailleerd akte maken van zijn dagelijkse routine. Ik leerde een nieuwe stadsmentaliteit kennen, eentje die mij na het programma meer en meer zou gaan passen. De eerste avond in Gent, trakteerde ik mezelf op een goede pint. Ik had die wel verdiend, of niet soms? In mijn beleving nam ik het best wel

serieus, en dronk ik enkel in de weekends. Dit verliep goed gedurende een maand of drie. Op een katerachtige ochtend vertrok ik in ruzie van bij mijn vriendinnetje en ging vandaar rechtsreeks een stap verder. Sinds die misstap verdween gebruik niet meer uit mijn hoofd. Dagelijks struggelde ik met mijn demonen. Mijn thuissituatie werd onleefbaar, niet alleen voor mezelf maar ook voor mijn medehuisgenoten, gevangen in mijn eigen huis. Al snel besefte ik dat ik werk had laten liggen in De Kiem. Misschien was ik er op dat moment nog niet klaar voor? Ik had het gevoel en de gedachte dat het mij nooit zou lukken. Gelukkig bleef ik steun krijgen van mensen rondom mij, meer bepaald vooral van mijn vader. Hij bleef er staan, ondanks al mijn vallen en opstaan. Die steun, die niet zozeer uitgesproken werd maar zich vooral in daden toonde, heeft voor mij veel betekend.

naar het verleden en de gebeurtenissen die hierin een rol speelden, kon en mocht ik alle emoties die ik zolang onderdrukt had stap per stap terug toelaten. Voor mij was dit het begin van de verandering. Het heeft mij een breed inzicht gegeven in mezelf, waarmee ik nog steeds aan de slag ben. Na De Kiem stopt het voor mij niet. Ik blijf op zoek gaan naar manieren om te blijven groeien als persoon. Ik ben ondertussen iets meer dan 2 jaar clean en ben voor het eerst in mijn leven echt aan het leven. Ik durf zeggen dat De Kiem, de warmte en de mensen die er werken, ervoor gezorgd hebben dat ik mezelf heb terug gevonden, waarvoor ik ongelofelijk dankbaar ben. Stijn

Derde keer, goede keer? Het blijft een cliché, maar in mijn geval eentje met waarde. Ik was het zo beu, dat ik de spreuk vanuit De Kiem “Doe het gewoon” ter harte nam, en mij gewoon smeet in het programma. Ik begon mij minder en minder aan te trekken over wat anderen van mij zouden vinden, en legde de focus op mezelf. In de waardevolle sessies en gesprekken met de begeleiding, maar ook in de confrontaties met mijn medebewoners en lotgenoten, kwam ik meer en meer tot inzicht rond de essentie van mijn probleem die mij telkens terugbracht naar gebruik. Door te durven kijken

15


ERVAREN IN HERSTEL De Kiem biedt hulp aan personen die problemen ervaren door het gebruik van drugs en aan mensen uit hun omgeving. Het residentiële luik van het programma te Gavere omvat een onthaal­afdeling, een therapeutische gemeenschap (T.G.), een woonhuis voor moeders / vaders met kinderen en verschillende halfweghuizen. Het ambulante luik omvat ambulante centra te Gent, Ronse, Geraardsbergen, Ninove en Dendermonde een gevangeniswerking en vier regionale preventiediensten.

ZONDER MEER

Colofon

Adressen

Redactie

Contactadres voor opname of begeleiding

Contactadres voor Administratie – Directie

Ambulant Centrum Gent Kortrijksesteenweg 185, 9000 Gent Tel. 09/245.38.98 Fax 09/245.41.71 ambulant.gent@dekiem.be

Vluchtenboerstraat 7A 9890 Gavere Tel. 09/389.66.66 Fax 09/384.83.07 admin@dekiem.be

Ambulant Centrum Ronse Oswald Ponettestraat 31 9600 Ronse Tel. 055/21.87.00 ambulant.ronse@dekiem.be

Stages ambulante werkingen anne.dekkers@dekiem.be

Eindredactie en Directie Dirk Vandevelde

Fotografie

Dirk Calle, Jo Thienpont, Krista De planter

Vormgeving dotplus

Abonnement

Abonnementen kosten 15,- euro voor vier nummers, te storten op rekeningnummer BIC GEBABEBB / IBAN BE 270012 1652 3173 van v.z.w. De Kiem, 9890 Gavere. Voor giften vanaf 40,00 euro kan u een attest voor fiscale vrijstelling bekomen.

(sociale dienst, familiebegeleiding, stages)

(elke werkdag te bereiken van 8u30 tot 17u00)

Stages residentiële werkingen dirk.calle@dekiem.be

Ambulant Centrum Geraardsbergen Abdijstraat 2, 9500 Geraardsbergen Tel. 055/21.87.00 ambulant.geraardsbergen@dekiem.be Ambulant Centrum Ninove Brusselsesteenweg 3 9400 Ninove Tel. 054/33.31.65 ambulant.ninove@dekiem.be Ambulant Centrum Dendermonde Noordlaan 19 9200 Dendermonde Tel. 052/46.63.32 ambulant.dendermonde@dekiem.be

Inhoud 2 Voorwoord V.U. Dirk Vandevelde – Vluchtenboerstraat 7A, 9890 Gavere

Dirk Calle, Jo Thienpont, Dirk Vandevelde

3 Bezoek in Ashleigh House 5 AC Geraardsbergen 6 Tipi-interview 9 Pondo 10 EWODOR Conference 12 Jobbeurs 14 Familie aan het woord 15 Bewoner aan het woord


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.