TANK Januari 2020

Page 1

EENZAAMHEID

ERASMUS HET IS EXTREEM MOEILIJK OM IN NEPAL EEN UNIVERSITEIT BINNEN TE GERAKEN

CONNER ROUSSEAU (SP.A) “TOM VAN GRIEKEN (VB) KREEG APPLAUS EN DAT INTRIGEERDE ME”

Januari 2020


EDITO

Ploegen door Arno Meijnen

De opleiding journalistiek op de Arteveldehogeschool is goed te vergelijken met mest. Goede mest is de basis voor groei en nieuw leven. Je kunt er van alles mee doen, hoewel het niet altijd meteen duidelijk is wat. Wees voorzichtig met te veel mest, de bodem zal vergiftigen. Het vormt bij uitstek de omgeving voor de muckrakers van de toekomst. Vele studenten geraken gefrustreerd door strenge deadlines, twijfelachtige opdrachten, falende communicatie en scheefgelopen administratie. Je zou bijna vermoeden dat de directie ons wil klaarstomen voor de wijde wereld. Je zou zelfs kunnen zeggen dat we worden opgeleid om onze plan te trekken. Ploegen door al dat puin vormt vele wegen. Elke student bepaalt zijn of haar eigen weg en daarin zit de kracht van het geheel. Het leger studenten journalistiek is divers. En nu hebben we het over diversiteit aan meningen en interesses. Die diversiteit is kerngezond. Een van die wegen leidt naar de redactie van TANK. We hebben ons gevestigd op een stukje zeer vruchtbare grond. TANK is de kiem die ontspruit uit de samenwerking van gedreven jonge (en ook wat oudere) nieuwsgierigaards. De reporters van de toekomst vinden er hun platform om hun vaardigheden toe te passen en uit te diepen. Ook om bij te leren, om te vallen en om op te staan. Gezondheid, cultuur, sport, politiek, het leven van een student en meer. We roepen medeleven op, we geven commentaar, analyseren de filmwereld en nemen een kijkje in het brein van de jongste partijvoorzitter ooit. Het resultaat van al dat ploegen lees je op de volgende pagina’s.

2

8


4

Inhoud 4

Politiek

8

Gezondheid

10

Gent

12

Eenzaamheid

16

Erasmus

18

Film

Conner Rousseau (sp.a) over Instagram en saaie debatten

Studente journalsitiek Noémi Baert: “Zonder zware pijnstillers kom ik de dag niet meer door”

Rabottorens, het einde van een tijdperk

“Een kind zou mij een doel geven, maar zou de eenzaamheid niet oplossen”

“Vodka is helemaal niet populair onder Russische studenten”

Neem het van TANK aan, A24 is de beste indie-filmstudio van 2020

16 3


INTERVIEW

Conner Rousseau: van woordvoerder naar fractieleider naar voorzitter

“Mijn Instagram screenshotten, losers maken daar een sport van” Zevenentwintig levensjaren jong en sinds kort jongste partijvoorzitter ooit. Conner Rousseau is het nieuwe goudhaantje bij de Vlaamse socialisten. De partij is op zoek naar zichzelf en de meeste leden vertrouwen op Rousseau om het schip de juiste richting in te sturen. (Dit interview werd afgenomen op 22/11/2019) door Sten Maelfeyt

We spreken af aan het hoofdkwartier van sp.a in Brussel, twee weken na de voorzittersverkiezingen van 2019. Rousseau komt met het openbaar vervoer, zijn stiptheid heeft hij dus zelf niet in de hand. Na een uur wachten arriveert hij, met de rugzak losjes over de schouder. Hij verontschuldigt zich meermaals. Met zijn ontbijt voor zijn neus, stoomt hij zich klaar voor een spervuur aan vragen. U bent sinds kort partijvoorzitter, een jaar geleden was u niet zo bekend. Hoe voelt dat als 26-jarige?

4

Conner Rousseau: “Het is soms heel raar. Vorige week zat ik op de trein en er zat een meisje tegenover mij. Ik zie haar zo doen (gebaart dat iemand stiekem een foto neemt). Ik heb haar gezegd dat ze een foto mocht vragen als ze dat wou. Ze antwoordde dat haar vriendin niet geloofde dat ik tegenover haar zat.” “Het is heel leuk dat ik herkend word, zeker als er op een positieve manier mee wordt omgegaan. Mensen willen geassocieerd worden met mij en dat is voor mijn partij superbelangrijk. Het is heel lang geleden dat dat nog

is gebeurd. Voor mij is het nog altijd wennen als mensen een foto vragen. Je vraagt je dan af wat ze met die foto gaan doen. Maar als de mensen vriendelijk zijn, ben ik dat ook.” Is dat iets dat u al lang wou, partijvoorzitterschap en bekend zijn? Rousseau: “Fame comes with a price, alles wat je doet wordt keihard bekeken. Er zijn losers die er een sport van maken om wat ik op Instagram zet te screenshotten. Dan zwieren ze het op Twitter en halen ze de boodschap volledig uit de context. Ze proberen zo een →


© sp.a


ander beeld van mij te vormen. Dat is het grote nadeel. Ik moet ook niet spreken op Instagram zoals ik dat doe op Twitter, dan wil niemand mij nog volgen. Twitter is serieuzer, geleerder.” “Of ik ooit voorzitter wou worden? Ja, ik heb er als kind altijd aan gedacht om zo hoog mogelijk in de politiek te geraken. Ik had wel niet verwacht hier nu al te staan, dat plan je niet.” Hoe keek u zelf naar de politiek als tiener? Rousseau: “Ik kom uit een politiek nest en ben altijd heel hard gebeten geweest door politiek. Ik ben daar echt door geobsedeerd, dat klinkt misschien wat negatief. U had een uitgesproken mening, zorgde dat voor problemen in uw vriendengroep? Rousseau: “Nee. Ik heb op een college gezeten waar ik een van de weinige was met een rode stempel. In mijn vriendengroep zitten weinig mensen met dezelfde overtuiging als ik. Maar ik vond dat goed. Ik doe aan politiek om mensen te overtuigen, niet om in een omgeving te zitten waar iedereen mijn mening deelt. Dat is net de schoonheid van politiek: je mag andere ideeën hebben.” “Ik won geen schooldebatten door te spreken zoals sp.a twintig jaar geleden sprak, maar door te spreken zoals ik tegen mijn vrienden spreek. De meerderheid van mijn vrienden heeft gestudeerd, maar is totaal niet

met politiek bezig. Er zitten handels- en burgerlijke ingenieurs tussen die niet weten wat een fractieleider is. Je kunt daar niet zomaar spreken zoals je intern spreekt. Ik ben zo nieuw in de politiek dat ik nog niet verweven ben met een of ander mechanisme waarin ik alles op een bepaalde manier moet uitleggen. Dat is mijn voordeel als jonge persoon. Sinds ik voorzitter ben, heb ik het gevoel dat ik elke dag saaier word. Daar moet ik voor oppassen. Door me te omringen met mensen die het oneens zijn met mij, worden mijn eigen gedachten aangescherpt. Die mensen kunnen het nog altijd eens met je worden.” Er is een tamelijk apolitieke sfeer bij jongeren, hoe zou u jongeren terug betrekken? Rousseau: “Mensen zijn constant met politiek bezig. Of je er nu voor of tegen bent, wat de jongeren gedaan hebben rond het klimaat toont dat de mensen voor zichzelf opkomen en dingen willen doen. Tot voor kort organiseerde ik kampen samen met honderden vrijwilligers. In die organisatie bieden jongens en meisjes van 16 tot 25 jaar vakanties aan aan kinderen in instellingen die nooit op reis gaan. Ze doen niet echt aan politiek, maar ze nemen wel een maatschappelijk engagement waarin de politiek een belangrijke rol kan spelen.” “Als de besparingen doorgaan zoals ze gepland

zijn, zullen onze kampen verdwijnen. Ik vind dat elk kind recht heeft op vakantie. Als die gasten me dan sturen: ‘Wtf, die Jambon gaat onze kampen kapot maken of wat?!’, dan zijn die jongeren bezig met politiek, maar het voelt niet zo aan voor hen.” “Ik vrees dat heel wat mensen apolitiek aan het worden zijn, omdat de politiek de laatste vijf à tien jaar niet met echte oplossingen komt. Er moet op een positieve manier oplossingen geboden worden. Dat is ook belangrijk voor sp.a. Iedereen kan negatief zijn. Je moet niet gestudeerd hebben om de problemen in onze samenleving te zien. Het is hoe je ermee omgaat dat telt.” Instagram is een middel dat u gebruikt om die jongeren te betrekken, waarvoor gebruikt u de app nog? Rousseau: “Ik gebruik de app meestal als ik uitga, maar dat gebeurt niet meer zo vaak. Soms vind ik dat mensen overdreven veel belang hechten aan Instagram. De filmpjes of woorden staan er maar 24 uur op. Dat is heel vergankelijk. Sommigen zeggen dat een voorzitter mensen niet moet aanspreken met ‘matekes’. Maar ik maak een leven toch niet beter of slechter door een positief woord te gebruiken? Ik voel dat als je groter wordt, er een bepaald kader is waarbinnen je verondersteld wordt te ageren. Daar trek ik me niet te veel van aan. Moet ik dan een kostuum aandoen, om-

dat ik in het parlement zit? De mensen hebben daar niet voor gestemd.” “Toen ik woordvoerder was van John Crombez (sp.a), ging ik mee naar een voorzittersdebat. Het was echt retesaai, iedereen wist op voorhand wat er gezegd zou worden. Op een bepaald moment zei Tom Van Grieken (Vlaams Belang), en ik heb nog geen enkele voorzitter dat weten te zeggen: “What the fuck is dat hier voor crap?” Hij kreeg applaus en dat intrigeerde me. Achteraf heb ik aan mensen gevraagd waarom ze applaudisseerden. Ze vertelden me dat er eindelijk iemand zei wat zij dachten, ook al waren ze het niet eens met zijn standpunten. Ik denk dat de politiek een wereld is die zodanig in zichzelf zit en met zichzelf bezig is, dat ze soms vergeet dat de gewone mensen ook gewoon praten. Er wordt veel geadverteerd op sociale media, hoe kijkt u naar die manier van politiek voeren? Rousseau: “Ik denk dat er maatregelen moeten komen tegen fake news. Er is in de verkiezingstijd een plafond voor hoeveel geld je in advertenties mag steken. Dat is goed. Zo heeft iedereen een gelijk aantal middelen dat ze kunnen inzetten. Ik zeg niet dat ik het nooit zal doen, maar ik gebruik Instagram niet om te adverteren. Mijn stories ga ik niet promoten, dat is iets persoonlijks.” “Als je wil dat mensen je boodschap zien, moet je de

“Toen ik woordvoerder was van John Crombez, ging ik mee naar een voorzittersdebat. Het was echt retesaai, iedereen wist op voorhand wat er gezegd zou worden” 6


Bio Conner Rousseau ✴ Geboren in 1992

✴ Studeerde Rechten aan Universiteit Gent ✴ Gewezen communicatie-adviseur voor achtereenvolgens Vlaams minister Freya Van den Bossche en sp.a-voorzitter John Crombez ✴ Na parlementsverkiezingen 2019: Fractieleider sp.a in Vlaams Parlement ✴ Na voorzittersverkiezingen sp.a 2019: Partijvoorzitter sp.a klassieke media gebruiken. Ik vind bijvoorbeeld dat elk kind recht heeft op een beugel. Dat is momenteel niet het geval. Je moet de helft van de kosten zelf betalen. Voor sommige mensen zijn die honderden euro’s gewoon te veel. Als ik wil dat mensen weten dat ik vind dat elk kind een beugel verdient, kan ik dat promoten via Instagram of Facebook. Zeggen dat iemand een beugel nodig heeft, schaadt niemand. Als iemand zegt dat honderd Marokkanen een buschauffeur in elkaar hebben geslagen, is dat wel schadelijk. Dat is het verschil, er moet een bepaald reglement zijn voor advertenties.” Hoeveel tijd spendeer je ongeveer op je gsm? Leg je je gsm weg wanneer je bij vrienden bent? Rousseau: (kijkt op zijn gsm) “Een goede zes à zeven uur

per dag. Mijn gsm wegleggen, lukt nog nauwelijks. Ik krijg daar ook opmerkingen over. Ik probeer hem wel weg te leggen. Vorige week was ik jarig en ben ik met een paar mensen gaan eten. Toen heb ik mijn gsm op vliegtuigmodus gezet voor een half uur.” Is dat niet belastend voor een vriendengroep? Rousseau: “Ik zie mijn vrienden momenteel bijna nooit. Ze hebben daar niet zoveel last van. Vanavond heb ik een verjaardagsfeest met een man of zeventig. Ik heb iets afgehuurd. Daar ga ik de meeste van mijn vrienden wel zien. Er is niemand van het werk of de politiek, alleen mijn vrienden. Ik heb hen gevraagd om niet te veel op sociale media te zetten, ik ga me niet inhouden vanavond. Ik denk niet dat ik mijn gsm veel vast zal hebben.” Als 26-jarige zijn vrienden

toch belangrijk? Rousseau: “Ik ben sowieso al vrij afwezig de laatste twee jaar. Ik ben al woordvoerder en directeur communicatie geweest. Vorig jaar heb ik een campagne gehad en nu heb ik met de voorzittersverkiezing ook een drukke campagne achter de rug. Ik ben het al gewoon geworden dat ze me weinig zien.” U ziet er altijd piekfijn uit, spendeert u veel tijd voor de spiegel? Rousseau: “Ik spendeer heel weinig tijd voor de spiegel, maar ben wel veel bezig met mijn uiterlijk. Dat geef ik toe. Ik vind niet dat ik er altijd piekfijn uitzie. Ik heb eergisteren op Instagram de vraag gekregen om voor een magazine mijn skincareroutine te delen. Ik gebruik een crème. (kijkt in rugzak en haalt er een flesje uit) En ik heb dit gekocht toen ik voorzitter werd: anti-fatigue boost gel. Voilà, bij deze mijn skincare-geheim. Dat is het. Voor de rest was ik mij gewoon elke dag zoals hopelijk iedereen.” Heeft u nog een Instagram account dat u kan aanraden? Rousseau: (antwoordt direct) “Cardi B! Sowieso. Daar heb ik deze ochtend naar gekeken. Er zit strategie achter, nothing is what it seems in Amerika. Maar ze beheert haar account zelf. Ik volgde haar al voor Bodak Yellow uitkwam. Ze maakt politieke statements en is voor de Democraten in Amerika. Je

zou dat totaal niet verwachten, ik vind dat heel sterk. Haar verhaal is ook bijzonder. Ze was een stripteuse die meedeed met een soort realityshow die vergelijkbaar is met Temptation Island. Daar heeft ze met haar schoenen op andere vrouwen geslagen in een live-uitzending. Ze was echt zot, maar dat was gespeeld. En dan is ze beginnen te rappen. Ze komt uit een heel arm gezin. Op een bepaald moment kreeg ze commentaar dat stripteuse zijn vulgair is. Toen heeft ze een filmpje opgenomen van zichzelf in de auto. Je zag dat het niet voorbereid was, de zinnen sloegen nergens op. Maar op een bepaald moment begint ze een statement te maken. ‘Dat is wel gemakkelijk he. Ik moest mijn huur kunnen betalen en eten en kleren kunnen kopen. Ik heb geen diploma.’ Dan begint ze heel hard te schelden. Ik vind het ook altijd grappig als mensen verbaal prikkelend zijn. Maar toen besefte ik dat ze wel gelijk heeft. Het is gemakkelijk voor journalisten uit een goed milieu, die goed kunnen studeren om te zeggen dat striptease vulgair is. Voor sommige mensen is dat geen keuze. Dat filmpje heeft ze ondertussen van het internet gehaald. Nu overdrijft ze wat, ze maakt een karikatuur van zichzelf. Verder volg ik heel veel van die best memes-pagina’s, omdat dat altijd heel grappig is.”

“Ik ben zo nieuw in de politiek dat ik nog niet verweven ben met een of ander mechanisme waarin ik alles op een bepaalde manier moet uitleggen” 7


GEZONDHEID

zware pijnstillers en mijn zuurstof kom ik de dag niet meer door.”

Studente journalistiek wacht al drie jaar op nieuwe longen

“Mijn ziekte heeft me geleerd om anders naar het leven te kijken” Wat als je onbezonnen kinderjaren van je zijn afgenomen? En wat als je nooit een zorgeloze puber bent geweest? Bij Noémi Baert (19) werd twaalf jaar geleden een hartlongziekte vastgesteld, waardoor ze verplicht werd om snel volwassen te worden. Tekst en foto’s door Laurane Berkein

Noémi: “Toen ik drie jaar was, heb ik een ernstig auto-ongeluk meegemaakt. Na een zware operatie lag ik drie weken in coma. Daar heb ik longfibrose aan overgehouden. Dat wil zeggen dat er littekenweefsel in mijn longen gevormd is, waardoor die onvoldoende zuurstof opnemen. Vier jaar later stelden de artsen vast dat ik nog een bijkomende hartlongziekte heb: pulmonale hypertensie. De druk in de bloedvaten van mijn longen is te hoog, wat zorgt voor een vernauwing van die bloedvaten. Daardoor moet mijn hart meer moeite doen om het bloed doorheen mijn longen te pompen. De combinatie van mijn ziektes zorgt ervoor dat ik al drie jaar wacht op nieuwe longen.” “Als kind besefte ik de gevolgen van mijn longziekte nog niet goed. Ik had blauwe lippen, pijn aan mijn borstkas en last van hartkloppingen, maar dat aanvaardde ik. Maar op een bepaald moment moest ik stoppen met dansen, omdat ik flauwviel door de in-

8

spanning. De trap nemen werd steeds lastiger. Toen had ik pas door hoe ingrijpend mijn aandoening is.” “Sinds 2015 ben in continu afhankelijk van extra zuurstof. Daarom heb ik altijd mijn toestel bij mij dat mij van zuurstof voorziet. Daardoor ziet iedereen nu aan mij dat ik ziek ben. De zuurstofwaarde in mijn bloed is te laag, omdat mijn longen de hoeveelheid zuurstof die mijn lichaam nodig heeft niet meer kunnen produceren. Zonder

Eeuwig positief bestaat niet

Noémi: “Van het vierde tot het zesde middelbaar heb ik thuisonderwijs gevolgd. Mijn medische toestand liet mij niet toe om nog naar school te gaan. Sinds dit jaar studeer ik journalistiek aan de Arteveldehogeschool in Gent. Hoewel de dokters liever hebben dat ik niet naar de les ga, heb ik ervoor gekozen om sommige vakken toch op school te volgen. Ik heb nood aan sociaal contact.” “Natuurlijk heb ik op de eerste lesdag niet kunnen verbergen dat ik ziek ben. Buitenstaanders zien eerst de ziekte, daarna pas de mens. Maar mijn klas gaat er goed mee om. Ik weet dat er altijd iemand zal zijn om mij te helpen als ik mij niet goed voel. Dat is een groot verschil met het middelbaar.” “Mijn aandoening heeft ervoor gezorgd dat ik heel gesloten ben. Ik ben lang gepest geweest in de lagere school, waardoor ik perfect weet hoe ik een masker op moet zetten. Dat is zelfbescherming. Alle vooroordelen hebben ervoor gezorgd dat ik een hoge muur rond mijzelf heb gebouwd. Vaak lopen mensen in een boog om mij heen omdat ik er anders uitzie.” “Hoewel ik nu positief in het leven sta, heb ik ook dieptepunten gekend en gedacht dat het voor mij allemaal niet meer hoefde. Mensen die beweren dat ze eeuwig positief zijn, liegen zichzelf voor. Ik ben het vaak echt beu geweest, maar dan gaf ik mijzelf de tijd om op adem te komen en ging ik door. (lacht)”

Orgaandonatie redt levens

Noémi: “Wanneer ik nieuwe longen heb, zal ik minder ziek zijn, maar ik zal nooit genezen. Ook dan zal ik nog elke dag medicatie moeten nemen en zal ik altijd vatbaarder blijven voor ziektes. Getransplanteerde longen

“In Europa transplanteren ze maar twee keer. Daarna is het gedaan, maar so be it”


“Mensen zien eerste de ziekte, dan pas de persoon”

gaan niet levenslang mee. Met nieuwe longen kan ik tien tot twintig jaar verder en in Europa transplanteren ze maar twee keer. Daarna is het gedaan, maar so be it. Ik ben niet bang voor de transplantatie.” “Hoe ik zou reageren op het nieuws dat ze een donor hebben gevonden? Ik zie mezelf in het ziekenhuis nog vlug schooltaken afwerken in plaats van mij voor te bereiden op de transplantatie. (lacht) Ik weet dat het een intensieve operatie is, maar ik blijf er rustig onder. Er is een kans dat ik de ingreep niet overleef, maar dan is dat zo. Ik heb mij opgegeven als orgaandonor, zodat ik andere mensen hun leven kan redden met mijn organen. Dat vind ik heel belangrijk. Elk jaar sterven er mensen omdat ze niet op tijd een nieuw orgaan krijgen. Waarom zou je als je sterft, je laatste stukje leven niet aan iemand anders schenken?” “Mijn hartlongaandoening heeft me verplicht om snel volwassen te worden en anders naar het leven te kijken. Als het regent, kan ik daar heel gelukkig van worden. In België vinden we regen soms vervelend. Ik denk dan aan de mensen in andere landen die regendansen doen, omdat ze er zo naar verlangen. Onweer kan mijn humeur niet verpesten.” “Als ze mij zouden vragen of ik mijn leven opnieuw zou willen doen zonder ziekte? Ik zou het jammer vinden om de wijsheden die mijn ziekte mij heeft bijgebracht niet meer te hebben. Ik zou iemand anders zijn. Mijn ziekte is dan misschien wel mijn zwakte, tegelijkertijd is ze ook mijn sterkte. Ze heeft mij gevormd tot wie ik ben.”

Noémi Baert: “Zonder zware pijnstillers kom ik de dag niet meer door”

Noémi Baert: “Als ik sterf, red ik andere mensen hun leven met mijn organen”

9


“The end of an era�, dat staat in graffiti geschreven op de top van de Rabottoren in Gent. Het iconisch uitzicht vanop de toren zal vanaf volgend jaar tot de geschiedenis van de stad behoren. De vergunning is rond om de laatste van de drie woonblokken in het voorjaar van 2020 met de grond gelijk te maken. Het gebouw zal plaats maken voor nieuwe, lagere appartementen. De toren was vooral populair bij studenten om rustig van het uitzicht te genieten en ongestoord een drankje te drinken. Het gebeurde zelfs dat studenten afspraken op de top om er tijdens oudejaarsavond van het vuurwerk te genieten. tekst en foto door Yngwie Scheerlinck



COVER Een solitair leven

“Waar ik bang voor ben? Dat ik voor altijd alleen blijf”

“Eenzaamheid is pijnlijk wanneer men jong is, maar heerlijk wanneer men volwassen is”, zei Albert Einstein ooit. Maar waar ligt de grens tussen alleen zijn en eenzaamheid en wanneer wordt die overschreden? TANK-redactrice Charlotte Taelman ging op zoek naar antwoorden. Het werd een intens verhaal met een levensbepalende factor. Want geen mens is gemaakt om alleen te zijn. tekst en foto’s door Charlotte Taelman

12


“Ik durf het van de daken schreeuwen dat ik eenzaam ben” - Linde

Linde* (28) graaft zich steeds dieper in het midden van haar sofa, alsof ze elk moment kan wegzakken in de plooi van de kussens. Ja, haar sofa, want ze deelt hem met niemand. Bij het binnenkomen voel ik een intense warmte. Niet alleen door de verwarming die de ruimte vult, maar vooral door de gezelligheid en het warm onthaal. “Zet u”, zegt Linde. “Kies maar waar.” Al is het duidelijk dat ze een vast plekje heeft, want ik zie de afdruk van haar lichaam in de tweezit. In dat plekje duwt ze zich steeds dieper naar gelang ons gesprek vordert. De andere sofa’s zijn stroever, misschien niet meer nieuw, maar weinig aangeroerd. Die waarop ik ga zitten is gevuld met kussens. “Want dat is gezellig.” Ze wil dat iedereen zich hier thuis voelt. “Ik krijg graag mensen over de vloer. Op zulke momenten voel ik me minder alleen.” Achilles* is 87 jaar. Ook hij woont alleen. Toen ik hem de dag voordien kwam vragen of ik met hem kon praten, had hij me al bijna op de koffie gevraagd. “Kom binnen, kom binnen”, zei hij terwijl hij de deur al achter me dicht deed. Een beeldje van twee honden op de ladekast in de gang heet me welkom. Achilles nodigt me uit om de volgende dag terug te keren. “Kom wel niet te vroeg. Ik sta meestal op om acht uur, maar daarna lees ik de krant. Tegen de tijd dat ik me gewassen heb, is het al snel 10 uur.” Achilles neemt me mee naar de achterkant van zijn huis. Zijn mooie voorplaats is net zoals bij velen van zijn leeftijd de plaats waar niet wordt geleefd. Achilles leeft achteraan. Dichtbij zijn keuken en bij de tuin, want mocht het alle dagen zomer zijn, zou hij er altijd vertoeven. “Loop maar eens rond”, zegt hij. Aan de deur van de koelkast hangen kleurrijke magneten van Kaapverdië en andere warme bestemmingen. “Die van Kaapverdië is van vorig jaar.” Hij neemt plaats in zijn eenpersoonsfauteuil die uitkijkt op de televisie. Zijn troon, zoals hij die zelf noemt. “Dat is straf. Je gaat nog altijd op reis?”, flap ik eruit. Hij schrikt van mijn vraag en steekt zijn eerste sigaret op. Ik wil zijn levensverhaal kennen. Een man van zijn leeftijd kan vast een volledig boek volschrijven. En wat ik verwacht, krijg ik op een gouden plateautje geserveerd. Ik betrap er mezelf op hoe breed mijn glimlach wordt vanaf de eerste minuut dat hij begint te vertellen. Zijn leven als alleenstaande begint tien jaar geleden, wanneer zijn vrouw Nathalie* sterft aan kanker. Hoe hij de jaren nadien invult, daar mag iedereen een voorbeeld aan nemen. “De kluizenaar middenin de stad”, zo noemt hij zichzelf, loopt over van positivisme. Zowel bij Linde als bij Achilles speelt de radio op de achtergrond om de stilte te breken. Linde luistert naar Qmusic, Achilles verkiest Nostalgie. “Er staat altijd iets te spelen”, zegt Linde. “Ofwel de tv, ofwel de radio. Dan voel ik me minder alleen.” “Toen ik net alleen ging wonen, kwam iedereen geregeld bij me langs. Mijn huis was ‘the place to be’. Maar toen ik verhuisde naar een kleiner appartement aan de rand van de stad, werd het aantal bezoekjes geringer. Pas toen begon ik te beseffen dat ik eenzaam werd.” De stem van Linde begint te kraken. Dat onderwerp ligt gevoelig, merk ik. Maar Linde twijfelt niet en deelt haar verhaal. “Ook al was ik van in het begin alleen, ik voelde me niet eenzaam. Er kwam altijd wel iemand over de vloer. Ik wil mezelf niet opdringen aan mijn vrienden, maar ik zou het fijn vinden al ze vaker zouden langskomen. Ik mag nog twaalf katten en konijnen rond me hebben, ik ben en blijf eenzaam. Dat durf ik van de daken te schreeuwen.” →

13


“Ik heb graag mensen over de vloer, maar ik heb daar altijd zo’n opkuis van. Het is een beetje dubbel” - Achilles

“Een kind zou mij een doel geven, maar zou de eenzaamheid niet oplossen” - Linde

“Je sais, je sais. Mais à la fin, je ne sais rien.” - Achilles

14

“Ik zal de radio misschien wat zachter zetten.” Achilles springt recht uit zijn troon. Mocht ik niet weten dat hij 87 is, dan zou ik hem meteen tien jaar jonger schatten. Zijn radio staat naast een klein eenpersoonstafeltje, met daaraan één stoel. “Je moet eens kijken wat voor ‘boekerij’ ik hier allemaal heb liggen.” Naast zijn leesbril en een asbak met daarin enkele peuken ligt de krant van vandaag en het tijdschrift Paris Match van vorige week. “Dat van deze week moet nog met de post bezorgd worden. Ik begin ‘s ochtends meteen te lezen.”

Onzekerheid

Lindes huis is volledig ingericht om gasten te ontvangen. “Mijn oma zei onlangs nog: ‘Hier kunnen toch nooit tien mensen komen eten?’, waarop ik haar onderbrak en haar erop wees dat ik nog het een en het ander kan verschuiven.” Aan Lindes ronde keukentafel staan vier stoelen en in haar woonkamer staat een lange tafel waaraan een zestal personen kunnen zitten. “Er kunnen gerust nog wat stoelen bij. Ik vind voor iedereen wel een plekje hier in huis”, overtuigt Linde. Ik ben mee in haar gedachtegang. Inderdaad, hier kunnen wel wat mensen binnen. Ze is trots op haar eigen stekje. Dat merk ik aan alles. Van het aantal stoelen rond haar tafels tot de handschgeschreven quotes aan de muren. Maar net zoals het clichébeeld ‘er is altijd de keerzijde van de medaille’ zegt, keert ook bij Linde die trotsheid in een sombere achterkant van het plaatje. “Onzekerheid speelt een te grote rol in mijn leven”, zegt Linde. “Al zeven jaar lang hop ik van interim naar interim. Als je afstudeert, verwacht je dat je heel je leven werkzekerheid zal hebben, maar die heb ik niet. Ik kamp met angststoornissen en het gebrek aan vast werk. Ik moet altijd hopen dat ik op het einde van de maand de lening van mijn huis kan afbetalen. Ik weet nooit wat de toekomst brengt en dat vind ik een vreselijke gedachte. Als ik iemand aan mijn zijde zou hebben, zou er al een stuk van die onzekerheid wegvallen.”

De kluizenaar

Achilles draait zijn fauteuil beetje bij beetje meer naar me toe. Mijn flater van daarnet over de magneten op zijn koelkast lijkt hij te zijn vergeten. Met zijn benen netjes over elkaar gekruist en een derde sigaret in de hand vertelt hij verder. Enkel een muur van rook staat tussen ons. “Mannelijke vrienden hoef ik niet te hebben. Die praten alleen maar over politiek of zware thema’s. Geef me maar vrouwelijk gezelschap.

Als ik op reis ga, is het ook altijd met een vriendin.” “Na de dood van Nathalie ben ik in een zwart gat gevallen. Tot aan de begrafenis gaat alles goed, maar dan kom je thuis en val je in een leegte. Ik heb veel steun gehad van een vriendin en haar vriend. Ik heb toen ook de buurvrouw leren kennen. Toen Nathalie nog leefde, kenden we niemand in de straat. De buurvrouw springt nu regelmatig eens binnen. Zij hebben me erbovenop geholpen. Maar ik blijf natuurlijk alleen.” Als Achilles over zijn vrouw Nathalie praat, kijkt hij steeds in de richting van de fauteuil waar ze vroeger zat. Het is alsof ze naast ons zit en even geboeid luistert als ik. Ze is er effectief een beetje bij. Haar foto staat naast de televisie. “Ik neem heel veel series en films op, aangezien ik al amper tijd heb om te lezen. Mijn dag is goed gevuld. Maar ‘s avonds tussen vijf uur en half zeven, word ik de televisie beu en begin ik te ijsberen. Dan loop ik eens tot aan het raam vooraan en terug. Heel af en toe ga ik naar buiten voor een kleine wandeling, of voor mijn boodschappen. Die doe ik in de winkel aan de overkant van de straat. Op café gaan, doe ik niet graag. Het liefst van al blijf 1ik thuis. Ik ben een kluizenaar middenin de stad.” “De vrouw met wie ik nu op reis ga, ken ik al van toen ze kind was. We zijn altijd contact blijven houden.” Terwijl Achilles het fotoalbum van zijn laatste reis naar Kaapverdië zoekt, speelt de jingle van Nostalgie op de achtergrond. “What a feeling.” Inderdaad, wat een gevoel zit er in dit huis. Hier wordt al tientallen jaren geleefd. Ik kijk rond. Naar de tegelvloer met blauwgrijs patroon en naar het koertje achter de keukendeur. Mijn blik kruist die van Nathalie. Achilles heeft zijn fotoalbum gevonden. Ik mag het inkijken. Even waan ik zijn zonnige vakantie in het allin resort op Kaapverdië. Bij iedere foto geeft hij kort een beetje uitleg. Nathalie kijkt met ons mee. “Ik ben in de verkeerde eeuw geboren. Tinder of eender welke datingapp of -website is niet aan mij besteed. Hoe leuk zou het zijn om op een ‘thé dansant’ op de dansvloer te worden gevraagd door een man?” Ik betrap mezelf erop dat ik me net zoals Linde dieper in de zetel graaf. Het kussenfort hoort bij de huiselijke sfeer en sluit zich rond mijn billen. Ze is erin geslaagd om gezelligheid te creëren. “Ik speeddate wel. Dat doe ik graag, maar het is moeilijk om effectief over te gaan naar een eerste date. Ik heb daar zoveel stress voor dat ik het soms gewoon zo laat.”


Ik begrijp haar. Een lotgenoot die strest voor dates, denk ik. “Ik weet dat de man van mijn dromen niet ineens voor mijn deur zal staan. Ik moet er meer moeite in beginnen te steken.” Achilles heeft geen zussen, geen broers en geen kinderen. Hij heeft ook geen huisdieren, want dan kan hij niet meer op vakantie gaan. “Mijn schoonzus heeft wel kinderen. Die gingen af en toe mee op reis met Nathalie en mij. Zo zijn we eigenlijk nooit kinderloos geweest. Ze komen af en toe eens op bezoek. Ik heb graag dat ze over de vloer komen, maar niet altijd. Als iemand langskomt, moet ik koffiezetten en zorgen voor een koekje of taart. Na een halfuur zijn ze weg en dan zit ik met de opkuis. Ik ben eigenlijk graag alleen.” “Mijn grootste angst is dement worden. Ik durf steeds vaker iets te vergeten. Enkele van mijn kennissen zijn al gestorven, maar ik ben niet bang om dood te gaan. Als ik hier en nu van de trap donder, hoop ik wel dat het gepasseerd is, want ik heb het niet zo voor een woonzorgcentrum.” Achilles heeft zijn begrafenis al volledig uitgeschreven. Meer voorbereid kan je volgens mij niet zijn. Zo absurd, maar zo dicht tegen de realiteit. “Als ze mijn kist de kerk binnendragen, moet er een lied afspelen van de Franse zanger Jean Gabin. In het begin van het lied zegt hij ‘je sais, je sais’, en aan het einde zingt hij ‘je sais, je sais, mais à la fin je ne sais rien’. In feite wist ik gewoon van niets. En dat is waar.” Ik laat de Franse uitspraak bezinken. Jean Gabin heeft gelijk. In het begin van ons gesprek, vertelde ik aan Linde dat ik persoonlijke en diepe vragen zou stellen. Het was niet moeilijk om haar op de bodem van haar verhaal te krijgen. Haar water is ondiep. “Waar ik bang voor ben? Dat mijn situatie niet zal veranderen. Dat ik alleen blijf. Dat die onzekerheid eeuwig blijft voortduren.” De krak die ze al een vanaf het begin in haar stem draagt, wordt dieper en zwaarder. Ze slikt meerdere keren haar woorden door. Ze breekt en de tranen die ze al even vasthield, schuiven over haar wangen. “Sorry dat ik begin te wenen”, zegt ze. Maar ik merk dat ik het zelf moeilijk krijg. Haar verhaal komt bij me binnen. Voor mij hoeft ze zich niet sterk te houden. “Ik voel me soms wel als een last, maar ik voel me zeker niet overbodig.” Die woorden stellen me gerust. “Ik weet dat er altijd mensen zijn die me effectief zouden missen.” Lindes kat en konijn vullen de leegte die ze voelt niet op. Nu ze 28 is, is de keuze om een bewust alleenstaande moeder te worden reëel. “Het zou me

een doel geven in mijn leven om dat kind goed groot te brengen. Maar een kind is geen oplossing voor eenzaamheid.” Linde past geregeld op haar kleine zusje van zeven en op het zoontje van haar oudere zus. Haar oogappels. Ook met haar zus heeft ze een sterke band. Haar jongere broer woont samen met hun mama in de Ardennen. “Ze komen dit weekend nog naar hier. Daar kijk ik enorm naar uit. Het is cliché, maar mijn familie is het belangrijkste in mijn leven. Net als mijn oma en opa, bij wie ik ook heel vaak op bezoek ga. Nu mijn opa dement wordt, wil ik er zijn voor hem. Ik loop met het idee om een paar dagen in de week bij hen te gaan wonen om de zorg voor opa te delen. Zo help ik mijn oma en ben ik zelf minder eenzaam. Maar ik laat mijn huisje niet graag achter.”

Warm welkom, warmere tot ziens

Voor de ene is de grens tussen alleen zijn en eenzaamheid groter dan voor de andere. Voor Linde is er geen grens, de begrippen betekenen voor haar hetzelfde. “Mijn doel voor de volgende jaren is mijn leven omgooien. Ik ga op zoek naar een andere job die zekerheid biedt, zodat ik op het einde van de maand mijn lening kan afbetalen. Ik wil een job waar ik volledig achtersta. En als dat kan, graag met een man aan mijn zijde.” Wat ze zegt, hangt op in haar woonkamer: “Everything you want is on the other side of fear.” De quote rijgt haar leven volledig aan elkaar. Linde wil haar angststoornissen overwinnen, haar leven op de rails krijgen en een job vinden waar ze honderd procent kan achterstaan. Ik voel het doorzet-

tingsvermogen in haar stem, maar de onzekerheid blijft aanwezig. Alles zou een stuk vlotter gaan, als iemand haar zou motiveren. Een drijvende kracht die voor een keer niet uit zichzelf moet komen. Ik hoop oprecht dat haar eenzaamheid mag omslaan in een intens positief geluk. Dat is haar zo ongelofelijk hard gegund. Voor Achilles daarentegen zijn alleen zijn en eenzaamheid twee begrippen die niet met elkaar te verwarren zijn. Hij krijgt graag mensen over de vloer, maar hij geniet des te meer van alleen zijn. Met zijn krant, de Paris Match, zijn sigaretjes en af en toe vrouwelijk bezoek is de kluizenaar niet weg te krijgen uit zijn huis. “Van een ouderlingentehuis loop ik weg”, zegt hij nog. Achilles relativeert zijn leven en is de verpersoonlijking van optimisme. Op reizen staat geen leeftijd en op nieuwe dingen ontdekken al zeker niet. “De reden dat ik al zo oud mocht worden, is dat ik niet stres en makkelijk relativeer.” Ik denk dat een hoop mensen hieraan een voorbeeld mogen nemen. Sommigen zullen, als ik zijn recept voor oud worden mag geloven, nooit zo oud worden als hij. Of zo jong? Dat laat ik in het midden. Ik bedank Achilles voor zijn tijd en zeg dat ik zeker binnenspring met een printje van mijn artikel. Achilles haalt nog net de post uit zijn brievenbus. “Hier, de Paris Match. Nieuwe lectuur. Ik weet weer wat gedaan vandaag.” *Voor de privacy van Linde en Achilles werden beide achternamen niet vermeld en de naam van Achilles en zijn vrouw veranderd.

15


ERASMUS

Studeren in het buitenland

“Aan mijn universiteit moet je maar dertig procent halen om te slagen” Heb je je ooit al afgevraagd hoe het zou zijn om te studeren in een ander land? TANK praatte met drie studenten uit drie verschillende landen die momenteel op Erasmus zijn in België. Zij vertellen over de grootste verschillen met hun thuisland op vlak van studeren en uitgaan. tekst door Marie-Lien De Herdt

Niamh Abbott is een studente uit Ierland. Haar typische Ierse voornaam wordt uitgesproken als “Nief ”. Ze komt uit Galway - inderdaad van het nummer van Ed Sheeran, dat hoort ze wel vaker en studeert voor arts aan de universiteit van Limerick. In Ierland kun je binnen één module verschillende lessen volgen en vanaf het tweede jaar kies je één of twee hoofdvakken. Niamh koos voor Engels en psychologie.

Studeren

“In Ierland word je niet zo makkelijk toegelaten tot een universiteit. Het gaat er veel competitiever aan toe. Maar eens je je plek hebt verdiend, zijn de lessen veel gemakkelijker.” Aan Ierse universiteiten moet je minimum dertig procent halen om te slagen, terwijl dat in België vijftig procent is. Voor de meeste vakken moet je geen examens afleggen. De punten verdien je door essays te schrijven. “We worden verwend door het systeem, dat is zo Niamh Abbott : “In Ierse studentenclubs mag aangenaam”, zegt Niamh lachend. je niet eens praten over alcohol” - Foto: Niamh De lengte van de hoorcolleges in Abbot

16

België was voor haar de grootste shock. “In Ierland weten ze dat de studenten soms lui zijn en zich niet langer dan een uur kunnen concentreren. Hier duren de lessen soms drie uur!”

Uitgaan

Studentenclubs bestaan ook in Ierland, maar ze zien er een bétje anders uit. Ten eerste zijn ze veel groter. Ze tellen soms wel tweehonderd leden. De clubs zijn niet opgedeeld volgens opleiding, maar eerder volgens hobby (bijvoorbeeld een dansclub, een kayakclub, …). “Ook de drinkcultuur is helemaal anders binnen studentenclubs, omdat ze verbonden zijn met de universiteit”, vertelt Niamh. “Maar als je met vrienden op café gaat, drinkt iedereen halve liters bier of een pint. Als je minder drinkt, word je uitgelachen.” Uitgaan in Ierland gebeurt dan weer veel vroeger dan in België, omdat alle clubs moeten sluiten tegen half drie ‘s nachts. “De meeste mensen organiseren dan wel een afterparty.”


Sachin Bhattarai is geboren in Kathmandu, de hoofdstad van Nepal. Hij studeert landbouwwetenschappen aan de Tribhuwan Universiteit, de oudste universiteit in het land. Sachins Erasmusuitwisseling in Gent is zijn eerste reis naar Europa: “Ik had nooit verwacht dat de mensen hier zo vriendelijk zouden zijn.”

namelijk door de temperatuur,” klinkt het. Overdag is het tropisch warm, daarom hebben de studenten enkel ‘s ochtends of ‘s avonds les. Sachin klaagt wel een beetje over het feit dat ze niet eens een functionerende computerruimte hebben. “Nepal is een ontwikkelingsland en

het is moeilijk om als universiteit dezelfde faciliteiten te krijgen zoals hier in België.”

Uitgaan

“De studentenclubs in Nepal zijn helemaal anders dan in België. Op de universiteit hebben ze clubs per faculteit, maar ze organiseren nooit feestjes vanuit

Studeren

Het is extreem moeilijk om in Nepal een universiteit binnen te geraken. Er zijn jaarlijks 5000 kandidaten die dezelfde opleiding als Sachin willen volgen. Maar de universiteit kan maar zestig studenten toelaten. Het grootste verschil met België is het lessenrooster. “Wij hebben nooit meer dan twee lessen van 45 minuten op een dag. Dat komt voor-

die club. Ze zullen eerder activiteiten op touw zetten voor een goed doel”, vertel Sachin. Zijn studentenclub ging bijvoorbeeld boeren helpen om mensen bewuster te maken van onder andere de klimaatverandering. “Als ik iets leuks wil doen met vrienden, spreken we af op iemands kot om daar samen te koken en bier te drinken. Echt uitgaan in een club gebeurt amper, behalve misschien als je in een heel grote stad woont.”

“Wij hebben nooit meer dan twee lessen van 45 minuten op een dag” - Foto: Sachin Bhattarai

De Russische Ivan Kislenko studeert aan de prestigieuze Higher School of Economics in Moskou. Die universiteit wordt gefinancierd door de Russische staat, maar is toch heel Westers en liberaal. Het kleine Gent is een hele aanpassing voor Ivan in vergelijking met het studentenleven in de gigantische metropool Moskou.

Studeren

In Rusland zijn er twee soorten hoger onderwijs: je hebt gratis universiteiten en betalende universiteiten. Om aan een universiteit te starten, moet je slagen voor de staatsexamens. Het examen wiskunde en Russisch zijn verplicht, voor de rest mag je kiezen aan de hand van de richting die je wilt volgen. “Als je veel kan betalen, moet je niet per se goede punten hebben op die staatsexamens.” Het kost jaarlijks ongeIvan Kislenko : “Vodka is helemaal niet populair onder Russische studenten” - Foto: Ivan Kislenko

veer vijfduizend euro om aan de universiteit te studeren. Sommige programma’s kunnen dubbel zo duur zijn. Een studie duurt zes jaar, terwijl dat in België meestal tussen de drie en vijf jaar is.

Uitgaan

Moskou is enorm groot. Studenten komen van heel Rusland naar daar. Meestal hebben ze niet genoeg geld om te leven in Moskou. Het verschil in lonen is zo hoog dat ouders niet eens financieel kunnen helpen. Gelukkig zijn de koten bijna gratis, soms een euro per maand. Normaal moet je dan een kleine slaapkamer delen met twee andere studenten. “Ik vind zo’n koten wel leuk. Je moet gewoon aankloppen bij een paar mensen en je hebt ineens een feestje”, vertelt Ivan. “Als je iets meer geld hebt, kan je naar een goedkoop café gaan om dronken te worden. Vodka is helemaal niet populair onder Russische studenten, ze drinken voornamelijk bier.”

17


FILM

A24, Indie op z’n best 2020: hét moment om een balans op te maken van het afgelopen filmjaar. Wees gerust, dit wordt geen klassiek ‘top10-lijstje’. Enkele toppers van vorig jaar hebben namelijk iets gemeenschappelijk: ze zijn geproduceerd door A24. Tijd om het productiehuis onder de loep te nemen. door Laurens De Jaegher

Het valt op dat niet enkel de A24-films van 2019 zo goed zijn. Ook de vorige jaren leverde het productiehuis heel wat fantastisch materiaal af. Hereditary, The disaster artist, The killing of a sacred deer, Good time, The lobster, Ex-Machina, Locke: allemaal memorabele films uit hun koker. Wat in godsnaam maakt het productie-

18

Tom Hardy in ‘Locke’, een film uit 2013 die dit voorjaar in Vlaanderen ook op de planken wordt gebracht door acteurs Tom Vermeir en Koen De Graeve - Foto: Flickr; Global panorama, gelabeld voor hergebruik, foto werd bijgesneden huis zo geniaal? Waarom springen uitgerekend hun films er altijd bovenuit? Het antwoord daarop is onafhankelijkheid in combinatie met een scala aan voortreffelijke regisseurs.

Snelheid

A24 producet vooral onafhankelijke films, ook wel Indie (komt van independent) genoemd. Die hebben vaak een veel lager budget dan de traditionele blockbusters en ze krijgen geen steun van grote filmbedrijven. Er worden je vrij weinig regels van bovenaf opgelegd en je geniet als maker van een artistieke vrijheid waarvan de makers van bijvoorbeeld Fast & the Furious enkel kunnen dromen. Dat resulteert vaak in films met goede, originele verhalen en een eigen smoel. Waar bij blockbusters alles binnen de regels van het genre moet blijven, zijn er bij Indie am-

per krijtlijnen. Denk maar aan de film ‘Locke’, waarin we rasacteur Tom Hardy anderhalf uur volgen in een auto. Zulke films worden amper door grote bedrijven gemaakt. Ze voldoen niet aan wat de dag van vandaag gangbaar is: snelheid. In Locke zitten geen flitsende beelden of snelle achtervolgingen. Wat het dan wel is? Een prachtig drama dat zich langzaam maar zeker ontvouwt, met een spanning die heel langzaam wordt opgewekt. En eens de gaspedaal volledig is ingeduwd, krijgen we een prachtige, emotionele trip. Grote bedrijven wagen zich bijna nooit aan dat soort films. Voor hen is het té niche. Nochtans laten Indiemeesterwerkjes zeker en vast hun sporen na in het langetermijngeheugen van vele kijkers. Laat A24 nu hét bedrijf zijn die daar wél achter staat. Het heeft zich


geworpen op de nichemarkt van Arthouse/Indie en krijgen er Art met een grote A voor terug.

Kweekvijver

Naast het onafhankelijke aspect speelt ook de regie een sleutelrol in het succes van A24. Films die door hen geproducet worden hebben vaak meesterlijke regisseurs aan het stuur, van wie een aantal duidelijk kind aan huis is. Zo is er bijvoorbeeld Ari Aster, regisseur van de horrorsuccessen Hereditary en Midsommar. Met zijn lugubere pareltjes blaast hij horror een nieuw leven in. Die pareltjes focussen zich vooral op menselijke drama’s, die zo zwaar en onwerkelijk zijn dat het horrorverhalen worden. Ze laten zien waartoe mensen in staat zijn en hoe slecht ze kunnen zijn voor elkaar. Daar gaat het bij Aster over en daarin schuilt het wreedste aspect van horror. Weg dus met de klassieke geesten en spoken. Welkom aan de o zo kwaadaardige mens. Ook regisseur Robert Eggers weet wat horror is. Bij zijn films ‘The Witch’ en het recente ‘The Lighthouse’ werd A24 betrokken. Eggers

maakt eveneens allesbehalve klassieke horror en zet vaak de mens zelf centraal. Toeval of niet, zowel Aster als Eggers zijn beiden vrij jong en hebben elk nog maar twee films op hun palmares, telkens geproducet door A24. Het productiehuis blijkt dus een kweekvijver voor horrortalent. Iets wat we alleen maar kunnen toejuichen. En dan is er nog Yorgos Lanthimos, die voor zijn films ‘The lobster’ en ‘The killing of a sacred deer’ een samenwerking met A24 aanging. Lanthimos staat bekend om zijn zeer bevreemdende drama’s die je na het kijken nog wel even nablijven. Hij creëert in The Lobster bijvoorbeeld een parallel universum, waarin bepaalde aspecten van de maatschappij dramatisch worden uitvergroot. Ligt er in onze maatschappij een enorme sociale druk op singels? Wel, dan maakt Lanthimos een film over een wereld waar single zijn verboden is. Als je het toch alleen bent, transformeer je in een dier naar

keuze. Zo hebben zowat alle films uit zijn hand een vreemde premisse. Weet trouwens dat Aster, Eggers en Lanthimos maar een selectie zijn uit het arsenaal aan regisseurs die al samenwerkten met A24. Al die elementen zorgen er mee voor dat A24 tot het kruim der productiehuizen behoort, terwijl het nog maar bestaat sinds 2012. In die acht jaar tijd heeft het productiehuis vele filmharten sneller doen slaan en menig cinefiel weten overtuigen van hun kunnen. Ook de toekomst ziet er rooskleurig uit, met nog vele films vol fantastische en beklijvende verhalen op het programma. Laten we hopen dat A24 dat succesverhaal nog lang kan verderzetten, om zo in de verre toekomst misschien iedereen te overtuigen en te betoveren met de magie van Indie.

TANK-team Hoofdredactie Arno Meijnen Eindredactie Arno Meijnen Fien Van Liedekerke Redactie Laurane Berkein Marie-Lien De Herdt Laurens De Jaegher Sten Maelfeyt Frederike Moortgat Mara van den Dungen Yngwie Scheerlinck Charlotte Taelman Sandra Van den Hecke Vormgeving Arno Meijnen Illustrator Robin van Impe Contact tankredactie@gmail.com Website tankschrijft.be Facebook Twitter Insgtagram tankschrijft Financiering Arteveldehogeschool V.U.: Esther Van Tilburg

V.l.n.r.: Ari Aster, Robert Eggers & Yorgos Lanthimos - Fotomontage: Laurens De Jaegher

19


Alice Pirard: Zeven keer op rij Belgisch kampioen Mountainbike Marathon Lees het interview op tankschrijft.be

Š La Tramun Media


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.