50/03 Spelregelvra g en

A. Tijdens een wedstrijd ziet een verdediger die de bal wil koppen dat hij er waarschijnlijk niet bij kan en steunt dan vervolgens op een teamgenoot om vervolgens de bal uit het doel te koppen en voorkomt daarmee dat er gescoord wordt. Wat zal de scheidsrechter volgens de regels moeten doen als hij hier fluit voor onsportief gedrag?

A. Hij fluit af, toont de overtreder een rode kaart voor onsportief gedrag en hervat het spel met een strafschop.

B. Hij fluit af, toont de overtreder een rode kaart en hervat het spel met een scheidsrechtersbal in dit geval voor de doelverdediger.

C. Hij fluit af, toont de overtreder een rode kaart en hervat het spel met een indirecte vrije schop op de lijn van het doelgebied evenwijdig aan de doellijn zo dicht mogelijk bij de plaats van de overtreding.

D. Hij laat doorspelen, want het steunen op een teamgenoot is niet strafbaar.

Bij het nemen van een hoekschop staat een speler van de tegenpartij niet op de vereiste afstand. De hoekschopnemer schiet de bal toch en de bal wordt door de doelverdediger onderschept. De scheidsrechter beslist:

A. Overnemen van de hoekschop en een waarschuwing voor de verdediger door het tonen van de gele kaart.

B. Overnemen van de hoekschop.

C. Vrije trap voor de tegenpartij, omdat de hoekschopnemer had moeten wachten totdat de scheidsrechter ervoor gezorgd had dat de speler op de vereiste afstand ging staan.

D. Indirecte vrije schop voor de hoekschopnemer op de plaats waar de te dichtbij staande speler stond.

Een verdediger speelt een directe vrije schop van buiten zijn eigen strafschopgebied terug naar zijn doelman. De doelverdediger let niet op en de bal verdwijnt achter hem in het doel. Wat moet de scheidsrechter beslissen?

A. Hij kent een hoekschop toe.

B. Hij laat de directe vrije schop overnemen.

C. Hij kent een doelpunt toe en laat hervatten met een aftrap na geldig doelpunt.

D. Hij kent een doelschop toe.

In het strafschopgebied van de tegenpartij staat een aanvaller op het moment van spelen in buitenspelpositie en beïnvloedt het spel als hij vervolgens een duel aangaat met de verdediger. De aanvaller wil de bal koppen, maar dit wordt vervolgens verhinderd doordat de verdediger daarna een overtreding begaat door zijn tegenstander vast te houden. Hoe moet de scheidsrechter nu handelen?

A. Hij hervat het spel met een indirecte vrije schop voor strafbaar buitenspel, omdat het moment van beïnvloeden er eerder was dan het vasthouden.

B. De scheidsrechter moet de ernstigste overtreding bestraffen en kent dan ook een strafschop toe.

C. De scheidsrechter hervat het spel met een scheidsrechtersbal, omdat zowel het buitenspel als het vasthouden bijna gelijktijdig plaatsvinden.

D. Hij hervat het spel met een scheidsrechtersbal, omdat beide overtredingen even ernstig zijn.

Welke van de volgende overtredingen door een speler moet, terwijl de bal in het spel is, bestraft worden met een directe vrije schop of strafschop?

A. Van buiten het speelveld een voorwerp gooien (niet raak) naar een tegenstander die binnen het speelveld staat.

B. Een tegenstander beledigen.

C. Een tegenstander in diens loop belemmeren.

D. Een tegenstander discrimineren.