Suiker september 2012

Page 22

Wie Schrijft Die Blijft Wendy Stroobant Duivelsstrijd TURNHOUT - Wendy Stroobant heeft iets met vroeger. Haar jeugdromans spelen zich altijd af in de woelige tijden van enkele eeuwen geleden. Voor haar nieuwe roman is dat niet anders. We schrijven ergens begin van de 17de eeuw in de zuidelijke Nederlanden. Hoofdpersonage Dorothea wordt door haar oom, bisschop Hemelsoet, uit het weeshuis gehaald. Voor de buitenwereld is de bisschop een heilige, iemand die ontzag en bewondering oogst. Maar Dorothea weet wel beter: elke avond moet ze hem opsluiten in de kelder. Daar vecht hij tegen de duivel die bezit van hem neemt. Daarnaast is er Lieven, de zoon van de beul en veracht door de hele

stad. ’s Nachts gaat hij op zoek naar de weerwolf die al verschillende slachtoffers heeft gemaakt. De moorden lijken op die van vijftien jaar geleden toen de broer van Bisschop Hemelsoet als weerwolf ontmaskerd en geëxecuteerd werd. Op een van zijn nachtelijke omzwervingen botst hij op Dorothea. Als een bezetene klauwt ze zijn gezicht open, om de dag nadien om een kus te komen bedelen. Heeft zij iets met de moorden te maken? ‘Duivelsstrijd’ is een spannend gruwelmysterie met personages die tot de verbeelding spreken, een kunstje waarin Stroobant na 7 historische romans erg bedreven geworden is. Uitgegeven bij Davidsfonds - € 15,95

Koen Lievens De demonen van God

Aag Vernelen Mon en Pam

HERENTALS - Hoewel het nog maar pas is verschenen, is het debuut van Lievens, een autobiografie, al aan zijn tweede druk toe. Vooral in Nederland gaat het boek vlot van de hand. In De demonen van God rekent Lievens af met zijn helse verleden. Zijn vader leed aan godsdienstwaanzin en geselde zijn kinderen om de duivel weg te houden. Het dreef de auteur in de armen van een andere demon, de drankduivel. Een huiveringwekkend verhaal, maar een dat met de nodige humor wordt gebracht en dus niet op medelijden drijft. Uitgegeven bij Aspekt - € 14,95

HERENTALS - Mon de mol en Pam de eend zijn buren. Mon werkt als een paard en hij graaft gang na gang. Pam is een echte sloddervos. Haar spullen liggen verspreid over de wei en daar komt wel eens ruzie van. Maar nooit voor lang want Pam is Mons grootste fan. Ze bedenkt een leuke verrassing voor hem: een slaapmuts en een warme sprei. Eindelijk neemt Mon wat rust. Op een dag geraakt Pam niet meer door de gang van Mons huis. Ze moet op dieet voordat ze weer naar boven kan! Een lekker dik boek met korte verhalen over twee dieren met tegengestelde karakters die af en toe eens botsen, maar toch ook dikke vrienden zijn. Ideaal voor beginnende lezers. Uitgegeven bij De Eenhoorn - € 14,50

Geert De Kockere en Tineke Van Hemeldonck Bo kan alles / Bo is bang GIERLE / LILLE - Auteur Geert De Kockere richt zich na 2 boeken voor volwassenen terug op een jonger publiek en heeft daarvoor een nieuwe sparringpartner gevonden dicht bij huis. Samen met illustratrice Tineke Van Hemeldonck uit Lille bedacht hij een nieuw prentenboekfiguurtje. Het varkentje Bo, uiterlijk stoer maar innerlijk van koekenbrood, moet de harten van alle kleuters inpalmen. Daarvoor zetten de auteurs een heus Bo-offensief in. Behalve de prentenboeken is er immers ook de Bo-carroussel, een reeks workshops in scholen en bibliotheken met vertel- en knutselmomenten. De Bo-reeks maakt deel uit van de eerste lichting van Oogappel, het nieuwe kinderboekenfonds van WPG uitgevers. Uitgegeven bij Oogappel - € 14,95

Oog Voor Architectuur 1. Woon- en zorghuis Ten Kerselaere: ‘huisjes’, OSAR architecten 2. Woonzorgcentrum Stede Akkers: vier witte torens, OSAR architecten 3. Verzonken binnentuin in Stede Akkers

Architectuurcentrum Ar-Tur stuurt een jaar lang een reporter op pad. Als luis in de pels speurt hij de Kempen af naar opmerkelijke architectuur. De komende maanden krijgt u hier zijn verslag.

22 - SEPTEMBER 2012

Met zorg ontworpen “Hoe moet het eruit gaan zien?” Een vraag die zich bij elk nieuw te ontwerpen gebouw stelt. Aan het begin van de 19de eeuw was het nog simpel. Omdat er niets anders dan neoclassicisme als bouwstijl geoorloofd was, verschenen er catalogussen met plattegronden en aanzichten van alle mogelijke gebouwtypes: ziekenhuizen, markthallen, opera’s, enz. De functie deed er niet al te veel toe, zolang het geheel er maar symmetrisch en klassiek gedecoreerd uitzag. Na de modernistische storm van de jaren 20 die elke frivoliteit wou bannen, werd de glazen doos de nieuwe norm. Alles functioneel en volkomen ‘transparant’. Alsof iedereen zomaar je bankverrichtingen of televisiegedrag moest kunnen beloeren. Maar hoe moet een woon-en zorgcentrum eruitzien? Nu België stilaan een grijze zone wordt, valt er goud te rapen met het antwoord op die vraag. Het aantal wedstrijden met ouderlingenzorg als thema is niet meer bij te houden. Architecten dienen plots massaal vormen te verzinnen die plaats bieden aan het steeds toenemende aantal ou-

derlingen: in feite een vraagstuk omtrent efficiënte opslag nu moderne jongeren zelf niet meer voor hun moderne ouderen willen zorgen. Twee recente projecten in Heist-op-denBerg en Hoogstraten geven een nieuw gezicht aan bejaardenopvang. Het draait daarbij om meer dan vorm alleen want ouderlingenzorg groeide uit tot een economische tak waar computergestuurde hulp, farmaceutische cocktails en geriatrische wellness hand in hand gaan. Het bejaardentehuis versie 2.0 is kleinschalig georganiseerd, uitnodigend van karakter en gericht op de zelfstandige ontplooiing van de oudere. In Heist-op-den-Berg belichaamt Woon- en zorghuis Ten Kerselaere sinds 2006 die nieuwe visie. Kleine leefgroepen werden in ‘huizen’ ondergebracht met een eigen voordeur en georganiseerd rond een beschutte binnentuin. Via een achterdeur en een gang zijn ze gekoppeld aan de faciliteiten van het bestaande gebouw uit de jaren 70. De nieuwe volumes zien eruit als langgerekte, monopoly-achtige huisjes, bekleed met zwarte leien. Met hun lage gestalte passen ze perfect in

de omgeving en vormen zo een rustige schulp voor de bewoners. Overdreven aandacht lijken ze te mijden, zelfs al zijn ze iconisch en meteen herkenbaar. Door hun kalme opstelling en donkergrijze kleur kiezen ze bewust voor een rol op de achtergrond. Het contrast met het onlangs geopende Woonzorgcentrum Stede Akkers in Hoogstraten kon niet groter zijn: ‘majestueus’ is hier de juiste term. Tussen geklasseerde gebouwen en nieuwere zorgflats staat een stralend wit en strak rechthoekig complex bestaande uit vier rijzige torens. In tegenstelling tot het gebouw in Heist-op-den-Berg koos men er hier voor de woon- en leeffuncties verticaal te organiseren: twee volledig beglaasde verdiepingen kregen boven en onder een geslotener gedeelte met de slaapkamers van de bewoners. De spectaculaire, opengewerkte vloeren werden bovendien van ruime inpandige terrassen voorzien die uitzicht geven op de omgeving. Tussen de vier gedraaide torens werd, net als in Ten Kerselaere, een binnentuin ontworpen die de dienstenfuncties (kapper, cafetaria, dagcentrum en kantoren) met elkaar verbindt.

Alleen werd de patio hier ondergronds voorzien zodat bij een wandeling tot aan de torens deze ‘gezellige put’ zich plots verrassend aandient. Waar in Heist-op-den-Berg voor een bedeesde inplanting werd gekozen, claxonneert de stralende nieuwbouw in Hoogstraten stoer zijn aanwezigheid rond. Meteen denk je aan ‘boerenwoning’ versus ‘ivoren torens’, ware het niet dat de visies aan de basis van beide projecten op voorhand gedetailleerd werden uitgewerkt. Eerder dan aan de hand van een vooropgestelde vorm ontwikkelden ze zich rondom een combinatie van ruimtelijke, psychologische en neurologische inzichten. Met hedendaagse zeggingskracht bewijzen ze dan ook dat eindeloze gangen met kamertjes, verstopt achter tierlantijnfaçades, definitief tot het verleden behoren. Hun binnenkanten ontfermen zich over de ouderen, hun buitenkanten richten zich elk op hun manier naar stad en platteland. De ene franjeloos en kalm, de andere licht brutaal en manifest.

Tekst: Bjorn Houttekier


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.