


![]()



Lenin zei ooit dat het onmogelijk is om de koers van revoluties te voorspellen. Ze worden namelijk aangestuurd door hun eigen ondoorgrondelijke, mysterieuze wetten. Gelijk had hij, en niet alleen met betrekking tot zijn eigen revolutie. Ook de ineenstorting van de Sovjet-Unie in de vroege jaren negentig van de twintigste eeuw was een omwenteling met een onvoorzienbaar verloop. Het begon met de roep om verandering, om openheid. Mensen gingen de straat op. Miljoenen koesterden de hoop dat het Oosten weldra zoals het Westen zou zijn. Vrijheid zou men krijgen, maar ook – en misschien wel vooral – volle koelkasten, Duitse luxeauto’s en Amerikaanse jeans.
Het liep anders. Op 25 december 1991 werd de Sovjetvlag boven het Kremlin voor het laatst gestreken. Diezelfde avond plaatste de Amerikaanse journalist Serge Schmemann een In memoriam in de New York Times: “Ontsproten aan een utopische belofte en geboren tijdens de gewelddadige gebeurtenissen van de Oktoberrevolutie van 1917, blies de Unie haar laatste adem uit in de sombere duisternis van eind december. [Ze was] ontzagwekkend, zelfs in haar val.” Ontzagwekkend, ja. Maar de omwenteling was ook bedrieglijk en teleurstellend. De beloofde welvaart bleef uit. Corrupte bewindslieden en ondernemers verrijkten zich ten koste van het volk. De gemiddelde levensstandaard daalde sterk, terwijl de verworvenheden van het socialisme – gratis zorg, goedkope woonruimte, baanzekerheid – verdwenen. Geleidelijk maakten de dromen plaats voor honger en desillusie.
In mei 1992 reisde de Nijmeegse fotograaf Paul Breuker op uitnodiging van het fotocollectief ‘Fragment’ af naar Pskov, een middelgrote stad in West-Rusland, niet ver van de grens met Estland en Letland. Dit gebeurde in het kader van een culturele uitwisseling; Pskov en Nijmegen waren destijds immers zustersteden. In oktober van hetzelfde jaar keerde Paul terug met een tolk om bij de gaarkeuken portretten te maken. Op die plek legde Paul een unieke verzameling beelden vast. De gezichten van de geportretteerden lopen over van betekenis, van puurheid. We zien de ziel van het land. Een man die zijn been heeft verloren kijkt trots in de lens. Ik ben er nog, lijkt hij te zeggen. Een oude vrouw met een kleurige muts heeft zich opgemaakt, alsof ze ook nu nog, in deze zware tijden, haar schoonheid wil vieren. Paul heeft als fotograaf het zeldzame vermogen om voorbij te gaan aan façades en poses. Zijn portretten laten geen schijn zien, geen aftreksel van de realiteit. Ze tonen de mens in al zijn waarachtigheid. Zo ook in dit fotoboek. We zien buren, vriendinnen die elkaar omarmen, veteranen, koukleumen, oudjes. Maar bovenal zien we ménsen. Mensen die lachen, treuren, twijfelen, liefhebben en vrezen. Door de lens van Paul zien we onszelf. En dat is wat dit fotoboek tot een monument maakt.
Nijmegen, 6 mei 2024
Frank Nellen





































Colofon
Fotografie
Paul Breuker
Samenstelling en redactie
Paul Breuker, Luc Dinnissen
Voorwoord
Frank Nellen
Vormgeving
Luc Dinnissen
Drukwerk ISBN/EAN 978-90-814481-4-7
www.paulbreuker.nl