Flowzine, juni 2016

Page 1

FLOWZINE UITGAVE NUMMER 8 EDITIE JUNI 2016

HET MAGAZINE VAN STUDIEVERENIGING FLOW

EMILE AARTS RECTOR MAGNIFICUS VAN TILBURG UNIVERSITY.

BOBMAIL E-MAILMARKETINGBEDRIJF MET FLOW’ERS.

RIK WASSENS WEBREDACTEUR BIJ AVROTROS.


Inhoudsopgave 3

Interview met Rik Wassens

Verslag van de studiereis naar Madrid

11

Interview met Emile Aarts

2 Voorwoord 2 Bestuurscolumn 7 Wereldwijd studeren 9 Studiereis Madrid

1

9

19

Nick Tammel en Anne Derksen van Bobmail

16 Ode aan het treinjongetje 17 Opiniestuk Iris Wijers 23 Donald Trump 26 Horeca op de campus


Voorwoord

Bestuurscolumn

Elke medaille heeft een keerzijde, maar aan de gouden medaille van de student lijken alleen maar positieve aspecten te hangen. Vooral studenten Communicatie-en Informatiewetenschappen hebben niks te klagen. We krijgen de mogelijkheid te studeren, volgen geen bijster ingewikkelde vakken en met een beetje gevoel voor plannen kunnen we een groot gedeelte van het studiejaar lekker achteroverleunen. Achteroverleunen, in de volksmond van de student ook wel bier drinken genoemd. In plaats van te steunen en kreunen over deadlines, tentamens en presentaties moeten we met zijn allen maar eens beseffen hoe goed we het hebben. De wereld ligt aan onze voeten, we doen waar we zin in hebben en als het goed is lopen we over een aantal jaar de campus af met een mooi diploma in onze zak. We pakken terrasjes, slapen uit, winkelen en drinken onze studiefinanciering weg, reizen gratis naar het strand van Scheveningen en volgen links en rechts een keer een college.

“Kunt u erom lachen?” De kaken van prins Constantijn verstrakken. Er is net een van de welbekende sketches van ‘Willy’ uitgezonden en de prins doet zijn best zo neutraal mogelijk te blijven. Dat blijkt lastig. De uitzending wordt vervolgd met nog wat fragmenten van onze lomp afgeschilderde koning. Matthijs van Nieuwkerk ligt inmiddels minstens net zo in een deuk om de verkrampingen van de prins als om de fragmenten zelf.

Geniet van je tijd als student, want voordat je het weet is het voorbij. Zit je dan met je diploma. Bachelor en Master zijn binnengetikt, wat nu? Reizen? Stage lopen? Een baan zoeken? Lees in deze Flowzine een aantal ervaringen van studenten die het werkende leven ingestapt zijn, en besef hoe gelukkig we ons mogen prijzen dat we onze onbekommerde studentenleventjes nog even voort mogen zetten. Tom Grosfeld

Colofon: Wat: Flowzine 8e editie | juni 2016 Wie: Studievereniging Flow Kamer: Esplanade building 204 Adres: Postbus 90153 5000 LE Tilburg E-Mail: info@svflow.nl

Vind ons op: Twitter, Facebook, YouTube & LinkedIn. Dit nummer is gemaakt door: Donny Batenburg (bestuursbuddy), Tom Grosfeld (commissaris), Robin Janssens, Jessica Lambregts, Anneloes Meijer, Lloyd Peters, Iris Wijers

Het koningshuis staat strak van de mediatraining. Neem een Amalia op Koningsdag. Op de vraag wat zij het leukste vond krijgt de interviewster een keurig Wassenaars “Daar kan ik niet nog niet over oordelen, want ik heb nog niet alles gezien” als antwoord. Hoe vaak zou ze dat zinnetje al opgedreund moeten hebben voordat het er zo soepel uit kwam? Ook Ariane had goed gestudeerd en vond “alles” leuk. Nee, geef me dan maar Alexia, die tenminste een voorkeur voor de optocht durfde uit te spreken. Daar zal ze achter de schermen wel strafwerk voor hebben gekregen. Maar deze zelfde mensen van het koningshuis zijn ook gewoon, inderdaad, mensen. En WillemAlexander is misschien nog wel het meest mens van iedereen. Van kwajongen die naar de pers roept dat ze moeten oprotten tot Prins Pils in zijn studententijd. Maar helaas heeft de mediatraining ook hem de goed geknoopte das omgedaan en is hij nu een beschaafde koning. Dat maakt de sketches van LuckyTV misschien ook zo populair: was onze koning maar echt zoals Willy, was hij maar meer mens, meer volks. Een echte afschildering van de gemiddelde Nederlander, is dat niet wat een koning hoort te zijn? Stiekem hoop ik daarom dat de prinsesjes stuk voor stuk tijdens hun puberteit uit de strakke band van mediatraining springen. Niet meer die gemiddeldheid, die keurigheid. Amalia die met een zwartgeverfde lok voor haar ogen een tatoeage bij zichzelf zet, omdat “niemand haar begrijpt” en “dit écht geen fase is mam”. Alexia die erachter komt dat ze toch liever als Alex door het leven gaat, wegloopt van huis en zich in een achterbuurt in Thailand laat ombouwen. En Ariane, die besluit één te worden met de natuur, bomen knuffelt en zich alleen nog poedelnaakt op Villa Eikenhorst, en daarbuiten, begeeft. Gewoon dingen die normale mensen doen, dus. ‘Noemt u hem wel eens Willy?’ wordt Constantijn nog gevraagd. Met nog een lichte spanning op de kaken geeft hij een ontkennend antwoord. Jammer. Het waren bijna mensen. Evi van der Weegen

2


Tekst: Robin Janssens

Interview met Rik Wassens Webredacteur bij AVROTROS

Rik Wassens is een oud-lid van Flow, waar zijn erfenis nog altijd zichtbaar is. Hij heeft namelijk de mailings bedacht en gemaakt die we tot vandaag de dag nog ontvangen, en het nieuwe logo geïmplementeerd. Daarnaast organiseerde hij in 2009-2010 de studiereis naar Istanbul, was hij in 2010-2011 vice-voorzitter, en organiseerde hij het tweede lustrum van Flow. Nu hij in het bezit is van een baan en een salarisstrookje, sprak ik deze veteraan over het leven na de studie.

Je hebt je Master bijna afgerond, maar werkt inmiddels wel al een tijdje. Kun je in het kort uitleggen wat je voor werk doet? Ik werk bij AVROTROS als webredacteur voor de TV-programma’s Radar en Opgelicht?! Naast het gebruikelijke redactiewerk - artikelen schrijven, social media, nieuwsbrieven etc. - vertegenwoordigen mijn collega’s en ik het TV-programma online. We reageren op kijkersvragen, moderen het forum (100.000 leden!) en zorgen dat het programma via alle online kanalen van de NPO terug te kijken is. Radar en Opgelicht?! zijn programma’s die gevoed worden door de kijkers: zij signaleren problemen waar wij dan uitzendingen omheen maken. Dat gaat natuurlijk steeds vaker online, en wij als internetredactie zorgen ervoor dat dit in goede banen loopt. Daarnaast experimenteren we met allerlei nieuwe tools om er voor te zorgen dat mensen ook buiten het TV-seizoen verbonden blijven met het programma. Zo praten we sinds kort na de uitzending door via Facebook Live en vindt deze zomer het tweede Radar Extra

3 3

College plaats: een soort minisymposium, waar vorige keer 250 man op af kwamen. Uiteraard zenden we ook dit uit via livestreams.

gepraat met de projectleider van Radar die mij twee weken later opbelde met een aanbod voor een half jaar. Dat half jaar werd een jaar en hier zijn we!

Radar en Opgelicht?! hebben allebei een app die we continue aan het uitbouwen zijn, waardoor ik veel contact heb met zowel interne als externe ontwikkelaars. Ik doe ook wat marketing met behavioral targeting voor RADAR+ (een tijdschrift verbonden met Radar) en Kunst & Cultuur Magazine en ik analyseer gedrag van bezoekers van onze sites. Dat waren er vorig jaar 15.1 miljoen, dus er valt genoeg te analyseren!

Hoe wist je dat je dit graag wilde doen? Radar is online echt gigantisch; het is de grootste programmasite van de hele publieke omroep. Dat geeft natuurlijk een mooie bron aan data om mee te werken. Radars journalistiek tref je niet elders op TV aan; de kijker staat te allen tijde centraal. We wijzen niet alleen

Hoe ben je tijdens je studie zo snel bij Radar terechtgekomen? Ik solliciteerde in eerste instantie voor een traineeship van een jaar bij de NPO; je werd dan twee keer zes maanden bij verschillende programma’s van verschillende omroepen geplaatst. Je moest meerdere pitches doen en in groepsverband een nieuw programma bedenken. Uiteindelijk viel ik in de laatste ronde af, maar had ik wel

Rik Wassens tijdens zijn bestuursjaar.


met het vingertje, maar willen ook bijdragen aan de oplossing. Daarnaast is het lekker eigenzinnig en hoeft het niet veel verantwoording af te leggen: als wij twee uitzendingen willen maken over tankpassen van Shell, of over de arbeidsongeschiktheidsverzekering voor ZZP’ers - kleine doelgroepen, dus minder kijkers - gebeurt dat gewoon. Wat is het meest uitdagende of leuke aan je werk? Het leukste aan mijn werk is het contact met kijkers. Als er 2 miljoen mensen gekeken hebben zegt dat niets; het wordt pas echt als je een keer belt met de mensen achter de berichtjes. Of als je bij de kapper zit en vertelt dat je bij Radar werkt en dat de kapster vervolgens zegt dat ze het echt niet eens was met de uitzending over haarproducten - de uitzending had haar beroepseer gekrenkt en ik vreesde voor een opzettelijk verpest kapsel - maar dat ze wel laatst een e-mail had gestuurd omdat haar vakantie in het water gevallen was. En zijn er ook mindere aspecten? Binnen de TV (zeker bij de grotere programma’s)

ligt de nadruk nog erg op dat ene publicatiemoment. Ik hoef zelfs in Hilversum niemand er van te overtuigen dat traditioneel, linear TV-kijken een aflopende zaak is, maar naar die kennis wordt niet gehandeld. De NPO zet de kaders waar binnen de omroepen moeten opereren, en daar is niemand van de omroepen het eigenlijk mee eens. Zo is de beeldkwaliteit van Uitzending Gemist iets waar je je vijf jaar geleden eigenlijk al voor had moeten schamen. Maar dat veranderen is een ingewikkelde kwestie met uitzendrechten, waar de nadruk weer ligt op het uitzenden op TV en niet online. Een programma als Jan Rijdt Rond doet het online op social media geweldig, maar helaas weet de TVkijker het niet op dat ene tijdstip te vinden en dan wordt het maar van de buis gehaald. Die focus verleggen is een politiek en stroperig proces. De hele NPO ligt onder het vergrootglas van de publieke opinie en niemand durft

een risico te nemen. En zo word je ingehaald door de tijdsgeest en boet je aan relevantie in. Tijdens je studie was je ook al erg actief, onder andere als redactielid bij Univers. Hoe was deze ervaring en wat heb je eraan gehad voor je verdere loopbaan? Dat was een erg toffe tijd! De hoofdredactie liet ons vrij om te schrijven over wat we maar wilden en dat deden we dan ook. Ik heb in die periode geleerd helder te schrijven en argumenten te structureren, maar ook (kritische) interviews afnemen en vol te houden in een onderwerp. Zo belde ik een zomer lang elke maandag zes hoogleraren op die een kritische nota hadden geschreven, maar daar geen van mijn vragen over wilde beantwoorden. ‘Ben je daar weer Rik? Ik ga vandaag weer niks zeggen. Tot volgende week!’. Ik heb Pechtold geïnterviewd, haalde De Telegraaf, op het laatst wapperde bijna alle universiteitsraadsleden met een artikel van mij

“We wijzen niet alleen met het vingertje, maar willen ook bijdragen aan de oplossing.”

4


“Document Design Theory leerde me echt anders over teksten te denken, net als alles van de Grote Renkema.”

en kreeg de bestuursvoorzitter van de universiteit het bijna heet onder de voeten. Het mooiste moment vond ik de interviews met voormalige rector magnificus Eijlander over zijn voortijdige aftreden - helaas - dankzij voortschrijdende Parkinson. Op zijn afscheidsborrel bedankte zijn vrouw me voor de portrettering van haar man en dat zal me altijd bij blijven. Ik ontwikkelde daar lef, netwerken en een gevoel voor het verhaal - onmisbaar in de journalistiek. Heb je het gevoel dat je veel aan je studie gehad hebt? Met communicatie leer je geen vak, dus nee, niet echt. Waar ik het meest aan heb zijn de practica, als Python. Document Design Theory - hoewel zwaar - leerde me echt anders over teksten te denken, net als alles van de Grote Renkema. Heb je als afsluiter een leuke anekdote over een interessant project waaraan je gewerkt hebt? We hadden net een item over e-bikes

5

uitgezonden toen ik via de Radar-app een foto ontving van een totaal afgebrande keuken. Bij de foto zat een dijk van een verhaal: mevrouw laadde haar e-bike altijd in de bijkeuken op, want het was beter als de accu op kamertemperatuur bleef, zo had de dealer haar verzekerd. Als de batterij vol was, zou de lader vanzelf uitschakelen om verspilling te beperken en - belangrijker - oververhitting van de accu te voorkomen. Kon niet fout gaan. De foto sprak dat laatste overduidelijk tegen, maar het verhaal ging verder. De brandweer had de keukenbrand geblust en de oorzaak van de brand inderdaad herleid tot de accu van de e-bike. Mevrouw ging naar de dealer maar kreeg daar nul op rekest: de garantie op de accu was verlopen dus ze kon fluiten naar compensatie. Klantvriendelijk! Dit had alle ingrediënten om een topverhaal te worden - het was praktisch al af! Sommige verhalen schrijven zichzelf en dit was één van die zeldzame pareltjes. Althans dat dacht ik, voordat

ik de mevrouw in kwestie opbelde. Want al snel in het gesprek werd het al heftige verhaal over de keukenbrand aangedikt tot mythische proporties. Mevrouw had zeven katten, waarvan er drie direct gestorven waren door de rook, twee konden gelukkig nog gereanimeerd worden door de toegesnelde dierenambulance. De overige beestjes werden nog vermist. Katten gereanimeerd door de dierenambulance? Ik zie het verhaal voor mijn ogen door mijn vingers glippen. ‘Goh, wat erg,’ prevel ik beduusd. ‘Maar dat is nog niet eens het ergste’, roept de vrouw uit, ‘het ergste was dat ook mijn papegaai die sprak met de stem van mijn recentelijk gestorven man ook overleden is in de brand. De dierenambulance wist niet hoe ze hem moesten reanimeren’. Weer een illusie armer, vraag ik naar iets van documentatie dat dit kan bevestigen. ‘O ja, ik zal je het rapport van de brandweer wel e-mailen!’ Die documenten heb ik nooit ontvangen.


Tekst: Iris Wijers

Je bent er (bijna?) Iris maakt kennis met de meest bijzondere slogans van Nederlandse steden Laatst reed ik Tilburg in, en werd ik gepresenteerd met de tekst: “Tilburg, je bent er.” Niet de slechtste slogan die ik ooit gezien heb, maar ook niet direct te meest pakkende. ‘Tilburg, je bent er’ klinkt alsof Tilburg blijkbaar zo’n levenloze stad is dat een bord je moet gaan vertellen dat je er toch echt al wél bent (en niet nog ergens in een of ander dood dorp rijdt). Dit deed me denken aan een artikel dat ik las in een oude uitgave van Onze Taal (nummer 1, januari 2012) over slogans voor dorpen, steden en gemeenten. Voor veel gemeentes en dorpen lijkt het verzinnen van een slogan de eerste stap in het charmeoffensief dat ‘Citymarketing’ heet. Soms gaat dat goed. Soms wat minder. Ik ging vele lijstjes op internet af die zich uitten over de soms flauwe, soms regelrecht ongemakkelijke slogans, en heb voor jullie een selectie gemaakt. Geniet ervan. Disclaimer: Sommige slogans zijn mogelijk inmiddels veranderd, maar ze zijn te slecht om ze niet te tonen.

Hattem

Oss

Van Hattem Welkom

Dat is... Oss

Van Hattem gefeliciteerd met deze prachtige slogan.

Vlagtwedde De op één na mooiste gemeente Je moet ten slotte niet naast je schoenen gaan lopen.

Hoogeveen Met een hoofdletter H Het is maar dat jullie het weten

Vlissingen Vlissingen, stad aan zee Ze zeggen wel waar het op staat, die Zeeuwen.

Tja. Geen speld tussen te krijgen.

Harlingen Harlingen heeft wad Wad dan?

Heusden Dromen, doen, Heusden Als ik ooit nog moet uitleggen wat een anticlimax is…

Onderbanken BewOnderbanken Woordgrappen worden niet Onderbanken of stoelen geschoven

6 6


Tekst: Jessica Lambregts

Wereldwijd studeren Studeren is duur. Dat is in Nederland tegenwoordig wel bekend. Zeker zonder de studiefinanciering. Maar hoe slecht hebben we het eigenlijk in ons koude kikkerlandje? Kost studeren overal even veel, of mogen we onszelf gelukkig prijzen dat veel mensen het nog kunnen betalen tegenwoordig. Let’s take a look!

Land Gemiddelde kosten studie

Gemiddeld inkomen

Japan 11.865 36.900 Mexico 5.077 15.600 Duitsland 832 35.396 USA 12.362 45.203 Australië 6.858 38.695 Canada 5.326 38.695 Groot Brittanië 4.715 33.443 Nieuw Zeeland 2.781 26.933 Nederland 2.787 38.259 Finland 1.109 32.997 Zweden 535 37.367 Frankrijk 522 32.169 Denemarken 532 34.157 Noorwegen 532 49.850

7


Landen met gratis vervolgeducatie:

SCHOTLAND SPANJE

FINLAND NOORWEGEN TURKIJE MAROKKO EGYPTE KENIA

ARGENTINIË

URUGUAY

Gratis studeren? Hoe doen ze dat dan, dat gratis studeren? Waar komt uiteindelijk dan dat geld vandaan?

DEEP SPRINGS COLLEGE Opgericht in 1917, met een totaal van 26 studenten, is Deep Springs College een univeristeit die studenten gratis laat studeren. De studenten zijn verplicht iedere week minimaal 20 uur te werken op de boerderij die hoort bij het terrein. Werkzaamheden die ze verrichten zijn onder andere koken, het terrein schoonhouden en koeien hoeden.

COLLEGE OF THE OZARKS Ozarks is een privé universiteit, opgericht in 1906. De studenten betalen geen collegegeld, zolang zij minimaal 15 uur per week werken in één van de vele programma’s op de campus, zoals het museum, de kliniek of de boerderij. Dit alles bij elkaar zou anders meer dan 18.000 Euro aan collegegeld kosten.

8


Tekst: Anneloes Meijer

Studiereis Madrid Zoals ieder jaar het geval is, ging een vrolijke groep Flow’ers in de meivakantie op studiereis. In de nacht van donderdag 28 april op vrijdag 29 april verzamelde een slaperige doch enthousiaste groep van 28 studenten zich om 4:45 uur bij de universiteit. Van daaruit vertrokken zij met de bus richting Brussel Charleroi, om op het vliegtuig naar Madrid te stappen.

Dag 1 - Na aankomst in het zonnige Madrid vertrok de groep per bus richting het hostel. Gesetteld en wel werd er hierna, onder leiding van een vrolijke gids, een stadswandeling ondernomen. De belangrijkste gebouwen van Madrid werden vluchtig bezichtigd, evenals het Buen Retiro Park en Plaza Puerta del Sol. Na het verkennen van de stad werd er een bezoek gebracht aan de Sant’Egidio gemeenschap. Deze christelijke beweging opereert wereldwijd en zet zich in voor de armen. Hierna was het tijd om de maagjes te vullen met heerlijke Spaanse gerechten. Een goede bodem leggen bleek verstandig, want die avond zat de sfeer er goed in bij de plaatselijke karaokebar. Dag 2 - Om 10:30 uur werd er voor het hostel verzameld, en ging de groep te voet op weg richting het Koninklijk Theater van Madrid; Teatro Real. In dit prachtige theater met een geweldige akoestiek kregen de Flow’ers een uitgebreide rondleiding. Hierna werd een bezoek gebracht aan één van de grootste kunstmusea ter wereld: het Prado. Meesterwerken van onder andere Rembrandt en de Vlaamse Rubens prijken hier aan de muren, samen met werken van Goya, Velázquez en Titian. De collectie is gebaseerd op de vroegere Spaanse Koninklijke collectie. Na het avondeten werd het tijd om het nachtleven van Madrid te verkennen, door middel van een heuse kroegentocht. Tot in de vroege uurtjes werd er in 3 kroegen en 1 club gedanst en gefeest. Dag 3 - Op zondag vertrok de groep om 10:30 uur richting Plaza de la Cruz verde, van waaruit een spannende kerkentocht begon. Als deelnemers van Wie is de Mol? probeerden de Flow’ers met hun buddygroepje foto’s uit de verschillende kerken zo goed mogelijk na te maken. Aangezien het zondag was zat menig kerk vol voor de wekelijkse mis, wat toch wel bijzonder was om mee te maken. Na de kerkentocht was het tijd voor wat ontspanning. Met een muziekje, drankje en het heerlijke zonnetje heeft de groep zich neergevlijd in het Buen Retiro Park voor een middagje welverdiende rust. Ook is er nog kort een bezoek gebracht aan het Station Atocha. De dag werd smakelijk afgesloten in het Hard Rock Café van Madrid. Dag 4 - Om 10:00 uur ging de groep op weg naar het Koninklijk paleis van Madrid: Palacio Real. Dit paleis is het grootste van de wereld, met maar liefst 3.418 kamers en 135.000 vierkante meter aan oppervlakte. Deze dag was het ook de Dag van de Arbeid in Spanje, en marcheerden er grote groepen soldaten door de straten. ’s Middags was het tijd voor de eerste secret activity: het stadion van Real Madrid! Het stadion bevat ook een museum dat is toegewijd aan de voetbalclub, waar de Flow’ers zich goed hebben vermaakt. Direct na het bezoek aan het stadion ging de groep richting de tweede secret activity: een kabelbaan! Boven werd er even een lekker ijsje gegeten, alvorens terug naar beneden te gaan. Na deze tocht was het tijd om goed te eten, want ’s avonds stond er nog een bezoek aan een club te wachten. Hier was het erg gezellig, en heeft menig Flow’er elkaar iets beter leren kennen. In één woord: escalacion!

9


Dag 5 - Aangezien dit een studiereis was, is de groep dinsdagochtend om 9:30 uur op pad gegaan richting Universidad Autonoma. Hier kreeg de groep een rondleiding van een erg leuke dame en heer die beide studeren aan de universiteit. Vergeleken met deze universiteit is de UvT maar een klein schooltje. Voor een goede maaltijd hoef je de campus ook zeker niet te verlaten, en daar hebben de Flow’ers gebruik van gemaakt, alvorens te vertrekken richting het bedrijf Social Mood. Bij dit marketing- en communicatiebedrijf gingen dingen er net even iets anders aan toe; er was sprake van een erg flexibele werksfeer, een jonge bedrijfsleider en 15 werknemers uit allerlei landen. ‘s Avonds kreeg de groep een indrukwekkende flamencoshow te zien. Hierna was het wederom tijd voor een drankje. Dag 6 - Op woensdag stonden er twee universiteitsbezoeken op de planning. Allereerst was Carlos III aan de beurt. Deze universiteit staat in de top 150 van de beste universiteiten ter wereld. Aan deze universiteit studeren ook erg veel buitenlandse leerlingen. De tweede universiteit was Camilo José Cela. Dit is een privé universiteit, die pas in 2000 is opgericht. Op de campus bevinden zich onder andere een manage, sportvelden en een radio- en opnamestudio. Als afsluiter werd er op deze laatste avond gezamenlijk tapas gegeten in een gezellig restaurant. Daarna was er tijd om de wedstrijd tussen Real Madrid en Manchester City te kijken (Real heeft gewonnen!). Om een geslaagde studiereis te vieren werd er de laatste avond een kleine kroegentocht ondernomen in een feestvierend Madrid, waarbij de emoties hoog opliepen. Dag 7 - De dag van vertrek uit het mooie Madrid. Al om 10:00 uur moest er uitgecheckt zijn uit het hotel, en vanaf dat moment was er ruimte voor vrije tijd. Een groot deel van de groep heeft lekker in het Buen Retiro Park gelegen, een ander deel is de stad zelf nog ingegaan. Met souvenirtjes voor het thuisfront op zak werd het langzamerhand toch echt tijd de studiereis tot een eind te brengen. Per bus vertrok de groep richting het vliegveld van Madrid, hetgeen op zich al een avontuur was. In een regenachtig Madrid stapten zij daarna in het vliegtuig. Vanaf Brussels was het nog een aardig stukje rijden naar de universiteit, maar deze tijd werd goed gebruikt om enige slaap in te halen, en later om er nog één keer een feestje van te bouwen.

10


‘‘Achteraf kan ik zeggen dat het contact met de studenten hier het meest geweldige is wat ik in dit jaar ben tegengekomen.’’ 11


Interview: Donny Batenburg & Robin Janssens Tekst: Robin Janssens

Emile Aarts Een interview met de Rector Magnificus van Tilburg University Emile Aarts is sinds het huidige collegejaar de trotse Rector Magnificus van Tilburg University, een universiteit die vooral gericht is op maatschappelijke studies als psychologie, rechten en communicatie. Onze rector komt echter uit een heel ander vakgebied, aangezien hij hiervoor werkzaam was bij Philips en als decaan en (deeltijd)hoogleraar wiskunde en informatica op de TU van Eindhoven. Aarts studeerde Natuurkunde in Nijmegen en promoveerde in Groningen op wis- en natuurkunde. Ook deed hij onderzoek op het gebied van Data Science en Social Innovation Technologies. Nu zijn eerste jaar als Rector Magnificus er bijna op zit, was het de hoogste tijd dat de inFlowcommissie een bezoekje bracht aan de rector, om hem enkele vragen te stellen over zijn ervaringen op Tilburg University, het rectorschap, en wat de Data Science-track voor onze opleiding gaat betekenen.

D

e secretaresse glimlacht vriendelijk naar ons. Of we iets te drinken lusten, en of we nog eventjes willen wachten. Meneer Aarts zit namelijk nog in een afspraak. Het was te verwachten; de agenda van een Rector Magnificus is goed gevuld. Des te meer bewijst onze afspraak met Emile Aarts dat hij graag tijd vrij maakt voor studenten. Hij vindt het leuk om contact met ze te hebben en hij praat graag over zijn plannen en de universiteit. Al snel doe ik wat vrijwel iedereen in een wachtkamer doet: ik grijp naar het dichtstbijzijnde leesvoer. Het tafeltje tussen ons in bevat een stapel boekjes, met de naam “Traditional Values: Towards a New Identity”. Ik begin te bladeren, en zie al snel dat het boekje de visie van Emile Aarts vertolkt. Het toont aan hoe belangrijk Rector Aarts continuïteit in zijn boodschap vindt. Hij heeft een plan, en dat wil hij zo duidelijk mogelijk de wereld in helpen. Tijd om het boekje door te lezen heb ik echter niet, want al snel stapt Emile

Aarts zijn kamertje uit. Hij verontschuldigt zich voor het wachten en schudt ons vriendelijk de hand. Maar nog voordat we onze vragen erbij kunnen pakken, is de enthousiaste Rector ons voor. Hij bevestigt zijn imago – zijn enthousiasme voor het contact met studenten – door de eerste vraag voor zijn rekening te nemen: hij wil weten welke studie we doen, en waarom we geïnteresseerd zijn in een gesprek met hem. Nadat we met trots over het Flowzine hebben verteld, biedt hij ons hetzelfde boekje uit de wachtkamer aan, zodat we precies weten wat hij van plan is met de Universiteit en wat zijn visie is. Dan kan het interview eindelijk beginnen. Here we go! Hoe is uw eerste jaar op Tilburg University bevallen? “Heel goed! Ik vind Tilburg University een geweldige universiteit. Ik heb het naar mijn zin en ik vind de mensen hier top. Het is wel een grote stap voor me geweest; ik ben immers een bètastudent en ik heb lang in het bedrijfsleven gezeten voordat ik op de Technische Universiteit van Eindhoven ging werken. De volgende stap – naar de Universiteit van Tilburg – is heel groot geweest. Dat

heeft voornamelijk met het profiel van de mensen te maken, en het profiel van de universiteit. Ik vertel wel eens de volgende anekdote: toen ik weg ging uit Eindhoven, zag ik een billboard over een solarcar – een auto op zonne-energie – die door de universiteit was ontwikkeld. De auto had een record gebroken in Australië. Een half uur later kwam ik in Tilburg aan, en las ik op de borden ‘Moet Nederland meedoen met het bombarderen van Irak?’ Dat geeft aan hoe zo’n Universiteit zichzelf ziet; in Eindhoven draait het altijd heel erg om technologie en vooruitgang op technologisch gebied, terwijl in Tilburg erg veel discussies worden gevoerd die te maken hebben met de samenleving. Wat vinden we ergens van, en wat moeten we daarmee of daartegen doen? Een goed voorbeeld is een groot evenement dat we eind mei organiseren, waar gesproken wordt over de terreuraanslagen in Parijs en Brussel. Dat soort onderwerpen verschillen heel erg met de wereld waar ik vandaan kom! Het eerste jaar is dus erg goed bevallen, maar ik merk wel dat ik in een andere omgeving terechtgekomen ben.”

12


‘‘De discussies met jullie, de debatten die ik heb, het medezeggenschap en de twee fracties... Het is echt een traktatie!’’

Die denkwijze van Tilburg University wordt geïllustreerd in het motto: “Understanding Society”. U spreekt zelf van “Advancing Society”. “Ja, daar worstel ik heel erg mee. Ik vind ‘Understanding Society’ een geweldig motto, maar stel dat we daar 100% succesvol in zouden zijn en we de samenleving helemaal doorgronden, maar er helemaal niets mee doen… Dan heb ik het gevoel dat we tekortschieten. Daarom vraag ik vaak aan studenten: ‘Vind je het genoeg als je het allemaal begrijpt? Of voel je toch een beetje de verantwoordelijkheid om er vervolgens iets mee te doen?’ En geloof me, ik hoor geen enkele collegastudent van jullie zeggen dat het voldoende is om iets te weten of te begrijpen. Bijna iedereen wil die kennis daadwerkelijk toepassen. Persoonlijk loop ik daar erg voor warm; de manier waarop studenten hun kennis en hun vaardigheden gebruiken om invulling te geven aan de maatschappij.” Dat contact met studenten is iets wat u heel belangrijk vindt.

13

“Absoluut. Ik moet eerlijk zeggen dat ik toen ik hier naartoe kwam een beetje schrik had voor jullie als studenten, aangezien ik uit het bedrijfsleven kom en eigenlijk een harde wetenschapper ben. Kon ik wel contact krijgen met de studenten? Heb ik ze iets te bieden? Achteraf kan ik zeggen dat het contact met de studenten hier het meest geweldige is wat ik in dit jaar ben tegengekomen. De discussies met jullie, de debatten die ik heb, het medezeggenschap en de twee fracties… Het is echt een traktatie! En dat komt vooral doordat de gesprekken die ik met jullie heb ook heel leuke gesprekken zijn, die ergens over gaan. Dan wordt er weer een debat georganiseerd, en dan moeten ze mij na anderhalf uur van het podium dragen. Dat vind ik echt geweldig. Die gesprekken zijn meestal van erg hoog niveau. Jullie betrokkenheid bij de maatschappij en jullie zelfreflectie zijn erg goede eigenschappen, die mij veel hoop geven. Tilburg University is

een hoopvolle universiteit, en ik ben erg positief.” Wat is dan de volgende stap voor deze hoopvolle universiteit? “We willen graag groeien van 12.000 naar 15.000 studenten, en ik denk dat die 3.000 studenten niet uit Nederland gaan komen. We willen Tilburg University dus internationaal meer op de kaart zetten. Dan moeten we onszelf de vraag stellen: ‘Waarom kom je als buitenlandse student naar Nederland, en dan met name naar Tilburg?’ Ik denk dat we niet goed bezig zijn geweest, en veel te lang veel te weinig waarde hebben gehecht aan het hele spel van de rankings. Als je een groeistrategie wil realiseren, wil je een magneet voor talent zijn. Gelukkig zijn er heel veel talenten in de wereld. Maar hoe lok je die naar een universiteit? Dat begint met een profiel; studenten kijken naar wat een universiteit hen kan bieden! Uiteraard kijken talenten ook naar de rankings. En dat kan bij Tilburg University nog een stuk beter.


ongeveer 15 pk. Als je die cilinders goed kunt afstemmen, haal je misschien wel 250 pk. Dat is een groot verschil! Het is wel mooi dat je zoiets samen kunt bereiken, maar dan moet je zoiets ook samen doen. Een goed voorbeeld daarvan is het Data Science-gebeuren.”

Er zijn wel takken van sport – zoals economie, marketing, en psychologie – waar we goed op presteren, maar ik wil dat we meer de focus gaan leggen op de rankings. Zo word je aantrekkelijker voor talent! U noemde Tilburg University ‘een schone slaapster die wakker gekust moet worden.’ Heeft dat daarmee te maken? “Dat was een beetje een sukkelige metafoor, maar die meen ik wel echt! Tilburg University heeft zó veel denkkracht in huis, met al die besturen – SAM, Front, maar ook studie- en studentenvereniging – daar word ik spontaan vrolijk van. Als we elkaar scherp kunnen maken en ons profiel opbouwen, kunnen we heel sterk voor de dag komen. Ik heb wel een beetje schrik voor het feit dat we het lastig vinden om dingen samen te doen. Je moet een universiteit een beetje zien als een achtcilinder motor, waarvan iedere cilinder vuurt als die daar zin in heeft. Dan heb je

Kunt u iets meer vertellen over de Data Scienceprojecten en wat die betekenen voor onze studie, CIW? “Dat hebben we ingezet samen met onze vrienden uit Eindhoven en de stad Den Bosch. Dat is een uniek project. We krijgen zelfs vragen van andere steden, om daar vergelijkbare dingen te komen doen! Voor CIW, en dan verklap ik al een klein beetje, heeft het Data Scienceproject te maken met de digitalisering van deze wereld. Dat is een heel belangrijke ontwikkeling. In de geschie-

denis van de mensheid zijn we een paar keer met zaken geconfronteerd die onze totale identiteit veranderden. Bijvoorbeeld het besef dat wij niet het centrum van het heelal vormen. Of neem Darwin, die ons liet zien dat wij net als andere dieren gewoon zijn voortgekomen uit voorouders. Dat waren schokkende realisaties. Het grappige is dat we nu weer zoiets meemaken: wij creëren door middel van de digitalisering een nalatenschap dat slimmer is dan wijzelf. Jullie studie gaat een heel belangrijke rol in deze ontwikkeling spelen!” Hoe wilt u dit verwezenlijken? “Ik wil dat technologie en ICT een belangrijkere rol gaan spelen op deze universiteit. Vanuit Humanities zou ik een pleidooi willen maken om de e-Humanities en de Digital Society veel meer aandacht te geven. Jullie faculteit heeft dus een enorme verantwoordelijkheid om dit te verwezenlijken. Een groot project dat ik voor me zie, is de zogenaamde Digitale Campus. We hebben een geweldige campus; laten we die digitaal maken! Dan kun je die campus op andere manieren gebruiken. Op die manier kun je het netwerk van Tilburg University veel groter maken! We streven dus naar meer internationalisering, de grotere rol van digitalisering en een digitale campus. Dat zou ik heel mooi vinden!”

Wat is Data Science? Data Science is, simpel gezegd, wetenschappelijk onderzoek gebaseerd op data. Er wordt vandaag de dag een onvoorstelbaar grote hoeveelheid aan data gegenereerd. Het is natuurlijk zonde als daar niets mee gedaan wordt. Het uiteindelijke doel van Data Science is dus niet het verzamelen van meer data, maar om data in waarde om te zetten. Het Data Science traject leert je om trends te spotten voor bedrijven, overheden of non-profit organisaties. Je beantwoordt vragen als ‘waarom is iets gebeurd?’ en ‘wat zal er gebeuren?’ Is dit iets voor jou? Op de site van de universiteit vind je meer informatie over dit traject!

14


Waarom past Data Science zo goed bij de driehoek Tilburg-Eindhoven-Den Bosch? ‘‘Toen ik in Eindhoven bij Philips weg ging, zag ik dat de explosie van data een uniek iets zou gaan worden. In de discussies met bedrijven kwamen we erachter dat bedrijven vroegen om iets wat wij in Eindhoven niet hadden. Dat had te maken met de juridische kant, marketing en dus met zaken die in Tilburg wel gigantisch goed ontwikkeld waren. In die tijd was ik decaan in Eindhoven. Vanaf dat moment zijn we verbindingen gaan maken met de universiteit van Tilburg. Vervolgens zagen we dat er nog een derde behoefte ontstond: Data Science and Entrepreneurship. Die taak gaat Den Bosch vervullen, met een eigen Master-opleiding in entrepreneurship, naast engineering in Eindhoven en business and society in Tilburg. De drie steden vullen elkaar dus heel goed aan. Als dit up and running is komen er 2000 studenten op af, verdeeld over de drie steden. Dat kent zijn weerga niet qua focus, scherpte en snelheid!” Dat zijn mooie dingen om aan te werken! “Absoluut! Het kost erg veel moeite, maar ik werk heel graag aan dit soort projecten!” Dan nog even over uw functie als Rec-

15

tor Magnificus. Vaak wordt een rector gezien als de ambassadeur van een universiteit naar buiten toe. Is dat echt wat u doet, en zo ja: hoe? “Je wordt inderdaad wel als het boegbeeld gezien, maar we hebben een tweekoppige leiding hier. Ik heb voornamelijk onderwijs en onderzoek in mijn takenpakket, en collega Koen Becking heeft ook een aantal dingen in zijn portefeuille. Het contact met de buitenwereld is daar afhankelijk van. Wij delen dit dus op, afhankelijk van het onderwerp. En ik moet zeggen: die samenwerking werkt heel goed!” Wat voor student was u vroeger? “Ik denk dat ik betrekkelijk serieus was, ik deed een aantal studies parallel. Zo deed ik wiskunde, natuurkunde en filosofie, maar dat kon je in Nijmegen heel goed mengen. Ik heb uiteindelijk

gekozen voor theoretische natuurkunde, daar zag ik de uitdaging. Dit heb ik wel nominaal, binnen vijf jaar, gedaan. Ik vond studeren een tijdelijk iets, en ik wilde graag naar het vervolgtraject: onderzoek doen. Na mijn promotie ben ik eigenlijk al snel terechtgekomen bij Philips. Dat vond ik geweldig; daar kwam ik in aanraking met die drang naar vernieuwing en innovatie.” En dat past bij u? “Als iemand mij vraagt wat voor soort rector ik ben, word ik inderdaad graag gezien als een ondernemende rector. Ik wil vernieuwend en innovatief zijn! Wij zijn in ieder geval benieuwd naar de vernieuwingen en innovaties op de universiteit. Bedankt voor uw antwoorden en uw tijd!


Tekst: Robin Janssens

Column Ode aan het treinjongetje

Zijn stekelige kuifje stuitert op en neer terwijl hij door de tweede klas huppelt. Bij één van de bankjes stopt het jongetje met huppelen en kijkt hij naar de grotere jongen die daar zit te lezen. Ik doe mijn best om het jongetje te negeren. Op een gegeven moment scheur ik mijn blik echter los van mijn boek en kijk ik het jongetje aan. Het jongetje schrikt, kijkt ongemakkelijk naar de tas die op de stoel naast me staat, en huppelt dan door.

Op het moment dat ik mijn boek weer wil pakken en het krachtveld opnieuw wil opwerpen, loopt de conductrice de coupé binnen. Zul je altijd zien, denk ik zuchtend. Het jongetje zucht niet en geeft vrolijk twee kaartjes aan de conductrice. “Voor mij en oma!” roept hij. De conductrice reageert met een glimlach: “Mag jij vandaag met de trein?” Het jongetje knikt verlegen en oma aait lachend over zijn hoofd.

Ja, ik hoor bij de met uitsterven bedreigde mensensoort die nog daadwerkelijk leest in de trein. En ja, ik ben ook lid van een minder zeldzame soort: het studentenras dat een tas op de stoel zet, zodat niemand kan gaan zitten. Ik ben zelfs zo iemand die zich heel goed kan concentreren in de trein, zonder op anderen te letten. Alsof er een soort krachtveld rond mij en mijn boek ontstaat. Maar dit jongetje grijpt onverwacht mijn aandacht, en ik leg mijn boek neer.

Het jongetje blijft ook na vertrek van Eindhoven Centraal vrolijk naar buiten wijzen, alsof hij de wereld voorleest aan zijn oma. Zelf lees ik niet meer. Ik berg mijn boek op en kijk ook naar buiten, naar alles wat het jongetje aanwijst. Bomen, koeien, dorpjes… Alles lijkt zo normaal, maar het jongetje vindt het geweldig.

De vrolijke manier waarop hij op een maandag door de trein huppelt. De onschuldige, doch geïnteresseerde blik die ik ontvang voordat hij doorloopt naar zijn oma, een vierzitsbank verderop. En hoe hij daar arriveert, met een veel te vrolijk vingertje richting een ander perron, waar net een intercity aankomt: “Kijk oma, nog een trein!” Het is een enthousiasme dat ik niet eerder heb ervaren op deze maandag. Een zeldzame zin in het leven, uitzonderlijk op Eindhoven Centraal.

Terwijl ik naar buiten kijk, spookt de zin “Mag jij met de trein?” door mijn hoofd. Ik werd wakker met het vooruitzicht dat ik met de trein moet. Het jongetje mag met de trein. Een wereld van verschil. Laten we, als ode aan het treinjongetje, eens op deze manier naar de wereld kijken. Kijk eens door het raam en bedenk hoe leuk al die doodnormale dingen zijn. Want eigenlijk is de wereld best mooi. En eigenlijk willen we allemaal zo zijn, zoals dat jongetje in die trein.

16


Tekst: Iris Wijers

Opinie: Waar staan we voor (of achter)? PSV is landskampioen en in Eindhoven staan we dan natuurlijk met z’n allen voor PSV. Nou ja, sommigen van ons dan, want een deel van ons staat ook achter PSV. Of dat beter is weet ik niet, maar ik weet wel dat er naast de mensen die voor/achter PSV staan, zijn er ook mensen die gewoon voor PSV zijn. Dit vind ik altijd een soort extentiële uitdrukking: “Ik ben voor PSV” wordt in mijn ogen uitgesproken met een blik op nergens en een diepe zucht van de voetbalsupporter die zijn roeping in het leven heeft gevonden “Ik ben achter PSV.” Kan dan weer niet. Dat kan alleen als je verdwaald bent in Eindhoven en via de telefoon uit probeert te leggen dat je net achter het PSV station langs loopt. “Ik ben PSV” heb ik nog niet gehoord, maar als het gaat om belangrijkere kwesties dan een voetbaltoernooi (even een pauze voor de schrik: er zijn belangrijkere dingen dan een voetbaltoernooi): is het wel geaccepteerd. Niemand kijkt meer gek op van T-shirts met “Je suis Charlie.” en “Je suis Paris.” erop. Dit is de overtreffende trap van het ergens voor/achter staan: je bent de betreffende stad/organisatie/persoon. Vraag blijft wanneer je nu ergens voor/achter staat, wanneer je ergens voor bent en wanneer je iets bent. Over de etymologie van de uitdrukking ‘ergens voor staan’ is weinig te vinden op het internet, maar wel over de herkomst van de uitdrukking van ‘Pal staan ergens voor’. Volgens Genootschap Onze Taal komt deze uitdrukking van de uitdrukking ‘te palle staan’. Als een rad of spil vastgezet werd aan een paal zodat het niet kon draaien, werd gezegd dat het ‘te palle stond’. Vanuit deze betekenis evolueerde de uitdrukking ‘ergens pal voor staan’. (niet te verwarren met ‘voor

17

paal staan.) Hier eindigt de historische grondslag die ik kon vinden over de steunbetuigings-termen, en begint de wilde speculatie, dus zet je maar schrap voor het hier volgende pseudowetenschappelijk geneuzel. De etymologische afkomst van de uitdrukking ‘ergens voor staan’ kon ik online weliswaar niet vinden, maar is het mogelijk dat deze uitdrukking is afgeleid van de uitdrukking ‘pal staan ergens voor’. ‘Pal’ is hierin geëvolueerd van zelfstandig naamwoord tot bijvoeglijk naamwoord (als in ‘ze staat er pal tegenover’) en zoals we weten, mogen bijvoeglijke naamwoorden worden weggelaten. Wat blijft over: de uitdrukking ‘ergens voor staan’. En als je ergens voor staat, kun je ook ergens achter staan. Vraag blijft wanneer wij ergens voor staan en wanneer erachter. Laten we het PSV voorbeeld even achterwegen laten en overgaan op een andere kwestie die mij dermate meer interesseert dan voetbal: gelijke rechten voor vrouwen. Je kunt zowel ‘voor’ als ‘achter’ gelijke rechten voor vrouwen staan. Er zijn echter ook kwesties waar je alleen voor, of alleen achter kunt staan: “Ik sta voor het associatieverdrag met Oekraïne” klinkt niet. “Ik sta achter het associatieverdrag met Oekraïne wel.” Waarom deze verschillen? Na zorgvuldig nadenken over het gebruik van staan voor/achter, heb ik het antwoord. Ik zal het illustreren aan de hand van het voorbeeld van de vrouwenrechten. De persoon die ‘staat voor vrouwenrechten’ is de dolle miena die haar BH in de lucht slingert.


? ? ? ? ? ? De persoon die staat ‘achter vrouwenrechten’ is haar man die het weliswaar met haar eens is, maar liever zijn ondergoed aan houdt. Ander voorbeeld: de persoon die staat voor meer inspraak van studenten staat op de campus studenten aan te spreken om te stemmen. De persoon die staat achter meer inspraak voor studenten, stemt bij de eerste de beste persoon omdat hij het er wel mee eens is. Ergens voor staan is actief, vermoeiend en vergt daadwerkelijke inzet. Ergens achter staan kun je doen zonder daadwerkelijk actie te ondernemen. Nu we het antwoord op de eerste vraag hebben gevonden, blijft de vraag: wanneer sta je ergens voor, en wanneer ben je ergens voor? Om deze vraag te beantwoorden is het belangrijk je één ding te realiseren: het tegenovergestelde van de uitspraak ‘Ik ben voor gelijke vrouwenrechten’, is de uitspraak ‘ik ben tegen gelijke vrouwenrechten’. Waar het antoniem van voor bij onze eerdere ‘sta-voorbeelden’ nog ‘achter’ was, is het nu ‘tegen’ geworden. Deze voor-tegen tegenstelling vinden we terug de politiek: bent u voor of tegen het associatieverdrag met Oekraïne? Bent u voor of tegen het verbieden van gebleekt haar? Ergens voor zijn suggereert automatisch dat er ook mensen tegen zijn en dat er mogelijk een stemming zal gaan plaatsvinden. Neem de volgende zinnen: waar wordt het p-gebouw waarschijnlijk afgebroken, en waar wordt erover gestemd?

afgebroken en dat de spreker het daar mee eens is, maar daar verder weinig tegen zou kunnen beginnen als hij dat niet was. (Neem de tegengestelde vorm: ‘Ik sta niet achter het afbreken van het p-gebouw’ klinkt niet alsof de spreker nog invloed heeft’). Samengevat: we staan ergens voor als het nog moet gebeuren. We staan voor een initiatief. We staan achter iets wat eigenlijk toch al gaat gebeuren: we staan achter een beslissing. Ten slotte zijn we ergens voor als er nog een discussie gaande is, en we ons eigen standpunt willen verdedigen. Dan is er ten slotte nog de identificatie-vorm van steunbetuiging. Kennedy beroepte zich al op deze vorm van steun toen hij ze woorden: Ich bin ein Berliner uit sprak. De voorbeelden van deze vorm van steunbetuiging zijn beperkt en deze vorm van steunbetuiging kan dan ook beperkt worden ingezet zonder rare blikken op te leveren. De ‘Ik ben X’ vorm van steunbetuiging is alleen geaccepteerd als het gaat om het uiten van steun voor een entiteit en niet voor een initiatief of discussie. Waar de ‘ik sta voor/achter’ en de ‘ik ben voor’ het talige equivalent zijn van ergens met een spandoek staan of een hokje aanvinken, is de ‘Ik ben’ vorm een talige uiting van een hand op de schouder en een hart onder de riem. Het geeft een antwoord op de vragen van waarom? Waarom ben je zo betrokken bij de terreuraanslagen in Parijs? Logisch: je bent immers zelf Parijs.

“Ik ben tenslotte zelf de democratie.”

Versie 1. Ik ben voor het afbreken van het p-gebouw. Versie 2. Ik sta voor het afbreken van het p-gebouw. Versie 3. Ik sta achter het afbreken van het p-gebouw. Versie 1 suggereert een discussie over het wel of niet afbreken van het p-gebouw. De spreker is voor het afbreken van het p-gebouw, maar er is nog discussie gaande of het pgebouw zal worden afgebroken. Versie 2 suggereert dat de spreker zich bijzonder aan het inzetten is voor het afbreken van het p-gebouw, maar er momenteel nog niets gepland is. Versie 3 suggereert ten slotte dat het p-gebouw wordt

De vele manieren waarop wij onze steun uiten, al is het voor initiatieven, al is het voor mensen of steden, geeft aan dat we hebben geleerd om onze principes te uiten en ons betrokken te voelen bij onze medemensen. In ons land van democratie en vrijheid mogen wij onze meningen, onze steun en onze principes uiten. Daar sta ik voor, en achter. Daar ben ik voor. Ik ben tenslotte zelf de democratie.

18


Tekst: Tom Grosfeld

Bobmail Een interview met oud-Flow’ers Nick Tammel en Anne Derksen Voor de mensen die nog in de ontkenningsfase zitten: aan alles komt een einde, ook aan studeren. Nick Tammel en Anne Derksen, beide oud-CIW’ers, weten er alles van. Zij ruilden hun onbezorgde studentenleventjes in voor een werkzaam bestaan, waar lange dagen, vroege ochtenden en vermoeide weekenden hoogtij vieren. De arbeidsmarkt, het doet wat met de mens. Maar is het allemaal zo erg als sommige van ons zich misschien voorstellen? Een kijkje achter de schermen bij Bobmail, een e-mailmarketing bureau in Tilburg, waar Nick en Anne na hun studie aan het werk zijn gegaan.

Om meteen wat duidelijkheid voor onze lezers te schetsen, wat is Bobmail voor een bedrijf? Nick: Even in het kort: Bobmail is een e-mailmarketing bureau. Wij hebben een eigen e-mailmarketing software en met deze software kunnen bedrijven digitale nieuwsbrieven versturen. Maar dat niet alleen, Bobmail helpt klanten namelijk bij het ontwikkelen van hun e-mailmarketing campagnes. Door middel van die campagnes proberen wij ze te laten groeien in hun business. Anne: Onze klanten bestaan voornamelijk uit MKB-ers, dat zijn vaak mensen die zelf ondernemen en de wat kleinere bedrijven. Wij richten ons dus niet per se op grote bedrijven als Philips en KLM, maar juist op de kleinere ondernemingen die zelf geen e-mailmarketing kennis in huis hebben. Die kennis bieden wij ze waardoor ze op dat vlak kunnen ontwikkelen. Ondersteunen jullie deze bedrijven met enkel een digitale nieuwsbrief of komen daar ook nog andere zaken bij? Anne: Natuurlijk bestaat een groot deel uit maandelijkse nieuwsbrieven, maar we werken ook veel met cam-

19

pagnes: een geautomatiseerde reeks van nieuwsbrieven die de klant kan inzetten. Dit houdt in dat een bedrijf iemand toevoegt aan een campagnegroep en vervolgens ontvangt de klant of relatie een aantal nieuwsbrieven op maat gedefinieerde momenten. Denk bijvoorbeeld aan een after sales traject, waarbij de klant een aantal nieuwsbrieven krijgt vanaf het moment dat ze iets gekocht hebben. Zo zijn er nog veel meer voorbeelden. Nick: We proberen onze klanten ook echt verder te laten gaan in dit proces, want pas dan wordt zijn marketing echt heel erg effectief. We organiseren om te beginnen met iedere klant een brainstorm van twee uur en dan proberen we te achterhalen met welk probleem de klant precies zit. Dat kan erg divers zijn. De klant groeit bijvoorbeeld heel erg, krijgt er veel personeel bij en wil dat personeel beter binden bij het bedrijf. Daar bedenken wij dan slimme campagnes voor. Een ander voorbeeld: Een schoonmaakbedrijf wilde graag zijn klanten tevreden houden, dus werd iedere klant nagebeld waar schoongemaakt was. Je kunt je voorstellen dat als je een paar honderd klanten hebt, dat eigenlijk niet te doen is. Hierdoor liet het bedrijf

eigenlijk helemaal niets van zich horen en peilde het al helemaal geen klanttevredenheid. Daar bedenken wij dan een slimme campagne voor, hoe we met behulp van e-mailmarketing toch die klanttevredenheid kunnen meten. Het gaat dus eigenlijk veel verder dan de maandelijkse nieuwsbrieven. Het is een stukje enquête, klanttevredenheidonderzoek, geautomatiseerde campagnes, maar ook landingspagina’s. We doen dus eigenlijk alles om die emailmarketing heen. E-mailmarketing moet je echt zien als de motor van het proces om de problemen op te lossen. Waarmee onderscheidt Bobmail zich van andere e-mailmarketing bedrijven? Nick: Waar we ons in onderscheiden is het meedenken met de klant en het ontwikkelen van een slimme strategie. Veel ondernemers komen niet verder dan af en toe een keer een nieuwsbriefje versturen als het lekker weer is buiten of als ze weer iets willen verkopen. Wij gaan veel verder daarin. Vanuit een bepaald probleem, of vanuit een bepaalde strategie die we dan voor dat bedrijf bedenken.


Genoeg over Bobmail. Laten we het over jullie hebben. Hoe zijn jullie bij Bobmail terechtgekomen? Nick: Ik had drie jaar bachelor gedaan, toen een bestuursjaar waardoor ik een halfjaar ben uitgelopen en daarna moest ik alleen nog mijn scriptie schrijven. Ik wilde daarom graag stage lopen en had me ingeschreven bij stagemotor. Al vrij snel werd ik, via twitter destijds, uitgenodigd voor een gesprek en de volgende dag was ik er al begonnen. Ik heb toen een halfjaar stage gelopen, mocht blijven en ben toen 2-3 dagen parttime gaan werken omdat ik mijn master nog af moest maken. Na die periode ben ik fulltime begonnen met werken en dat doe ik nu inmiddels een jaar. Anne: Bij mij liep het allemaal wat anders dan bij Nick. Ik was al afgestudeerd en begon rond te kijken: waar wil ik werken, welke vacatures zijn er, zijn er mensen in mijn omgeving die iets voor me weten? Toen werd ik plots gebeld door Nick, die vertelde dat er bij Bobmail een vacature vrijkwam en vroeg of ik niet wilde langskomen voor een gesprek. Hierna ging het allemaal in sneltreinvaart, een week later was alles rond! Mijn eerst inwerkdagen werden meteen gepland en ik kon meteen begin-

nen. Nu is er alweer een jaar voorbij. Hoe beleefden jullie de eerste dagen bij Bobmail? Konden jullie meteen jullie ding doen, of bestonden de eerste weken vooral uit aanpassen en je weg vinden binnen het bedrijf? Anne: Het is naar mijn mening het belangrijkste dat je het bedrijf leert kennen. Stap één is gewoon ontdekken van: wat doen we nou precies en wat is de sfeer binnen het bedrijf. Als je deze sfeer eenmaal kent en kunt overbrengen op klanten, kun je denk ik pas echt je ding doen.

dat je daarin mee kunt gaan, snel kunt switchen en snel kunt denken binnen een bedrijf. Het grote voordeel van de universiteit is in mijn ogen het denkniveau, waarmee we snel kunnen switchen en aanpassen. Kortom: een natuurlijk proces. Toch zijn veel studenten bang: ineens op zoek naar een baan, maar nog geen praktische vaardigheden bezitten. Is het geen probleem dat universiteit opgeleide mensen weinig tot geen praktijkervaring hebben?

“Misschien is dat wel de meest ontwikkelde en belangrijkste skill: Googlen!”

Nick: Het fijne is natuurlijk dat we van een universiteit afkomen. We leren niet per se heel concrete vaardigheden, maar kunnen deze vaardigheden wel heel gemakkelijk en snel eigen maken. Het belangrijkste is inderdaad dat je je kunt aanpassen in een bepaalde omgeving,

Anne: Veel bedrijven die aansluiten op CIW kijken niet zozeer naar wat je al kunt, maar of je past binnen het team. Ze weten dat we een bepaald denkvermogen hebben, snel kunnen schakelen en snel dingen aangeleerd krijgen. Daarnaast is het natuurlijk een groot voordeel dat je iemand nog helemaal kan kneden.

20


Nick Tammel Ik ben productmanager. Dat houdt in dat ik nadenk over hoe we onze software kunnen verbeteren. Enerzijds heb ik veel contact met onze klanten en beantwoord ik al hun vragen, ondersteun ze als ze ergens tegenaan lopen en achterhaal hun wensen met betrekking tot de software. Anderzijds heb ik contact met onze programmeur, die de software voor ons bouwt. Die software wordt eigenlijk constant verder uitgebouwd en dan ben ik degene die bepaalt wat er de komende periode doorgevoerd gaat worden binnen die software. Ik fungeer dus als een brug tussen de klant en de programmeur, een brug Toch alles wat op tussen twee compleet verschillende zijn er vast internet staat. werelden. dingen die Dat geeft je zo een jullie geleerd hebben tijdens de opleiding CIW die van nut zijn bij een bedrijf als Bobmail.

Anne: Ik denk dat we geleerd hebben om kritischer te kijken naar bepaalde zaken. Niet alles zomaar klakkeloos aannemen, maar kritisch de stappen en doorgevoerde ontwikkelingen bekijken: is dit de goede manier, moet het niet anders? Nick: Onze generatie is ook goed in snel informatie verwerken en zoeken. Misschien is dat wel de meest ontwikkelde en belangrijkste skill: Googlen! Veel klanten, en dan met name de oudere medemens, sturen ons vragen die wij binnen 30 seconden gevonden hebben op Google. Het lijkt vanzelfsprekend voor ons, maar dat is gewoon een hele waardevolle skill om te bezitten, want dat maakt je onafhankelijk van anderen. Op deze manier weet je eigenlijk

21

grote voorsprong op de oudere generatie, want die hebben alleen de kennis die in hun hoofd zit. Wat ongetwijfeld meer is dan er in mijn hoofd zit, maar ik beschik over de mogelijkheid om alles op te zoeken via internet, en dat te verwerken.

Hoe kunnen jullie eigenlijk blijven groeien bij Bobmail? In een groot bedrijf kun je natuurlijk steeds een hogere functie bekleden, maar bij een klein bedrijf als bobmail is die mogelijkheid er minder. Hoe doen jullie dat? Nick: Nou we moeten heel eerlijk zijn, op een gegeven moment is de max een keer bereikt bij Bobmail. Dan doen we een volgende stap. Zo simpel is het eigenlijk. Anne: Zo is het eigenlijk overal. Dat is niet alleen bij Bobmail, maar bij ieder bedrijf.

Nick: Het is ook typisch iets van onze generatie. Voorheen had je inderdaad dat je bij een organisatie heel lang kon blijven en dat je op kon klimmen totdat je manager was. Anno nu zie je dat werknemers veel sneller groeien tussen bedrijven, dus daarmee ook overstappen naar andere bedrijven. Dat gebeurt overal, niet alleen bij Bobmail. Dus: Bobmail is er ook op gericht om jonge, ambitieuze mensen aan te nemen, die in een relatief korte periode veel groeien en dan een volgende stap willen maken. Na deze periode moeten er weer nieuwe stagiaires en/of netafgestudeerden aangenomen worden. Is dat de trend? Nick: Ja ik denk het wel. Dat is heel lastig voor bedrijven, maar ieder bedrijf heeft hier natuurlijk last van. Dat is het verloop. Het is gewoon zaak om te zorgen dat er een nieuw iemand klaarstaat als er iemand vertrekt. Anne: Daarnaast zal elk bedrijf proberen om zijn werknemers die goed


Anne Derksen

functioneren zo lang mogelijk te behouden, want het is niet de bedoeling om ieder jaar iemand anders te zoeken. Maar ik denk dat iedere werknemer inderdaad weet dat het op een gegeven moment tijd is om afscheid te nemen van je werknemers, helemaal als je met zulke jonge mensen werkt die constant bezig zijn met hun ontwikkeling en eventueel een volgende stap. In het kader van persoonlijke groei: wat is jullie eindstation? Waar dromen jullie van? Anne: In ben er inmiddels achter dat ik graag richting de coaching en training wil gaan. Ik wil graag een beetje richting de coaching en training gaan. Ik weet nog niet hoe ik dat precies ga vormgeven, maar ik zou graag mensen willen begeleiden zodat ze het beste uit zichzelf kunnen halen. Op het gebied van persoonlijke ontwikkeling of juist in iets heel concreets, zoals marketing. Dat spreekt me heel erg aan. Dat is dan echt iets waar ik op de lange termijn heel erg goed in wil worden.

Ik ben projectmanager. Ik coรถrdineer de alledaagse en eenmalige projecten binnen Bobmail. Dit betekent dat mijn takenlijst er elke dag anders uit kan zien. De ene keer gevuld met een langlopend traject, zoals het onder de loep nemen, opstellen, vormgeven en implementeren van onze eigen klantcampagne. De andere keer vol met kleine projecten zoals het opstarten van een nieuwe klant of het ontwerpen en doorvoeren van een nieuwe e-mailhandtekening. Daarnaast ben ik ook verantwoordelijk voor onze eigen communicatie middels onze eigen nieuwsbrieven en voor de interne communicatie. Het is mijn taak om te zorgen dat er geen taken blijven Maar wie weet medeliggen. Erg gevarieerd dus! komt het eerder op werker mijn pad. een goede keuze voor Nick: Ik vind het erg leuk studenten die om met een team te werken en om communicatie studeren? aan een team leiding te geven. Dat is dus ongeveer wat ik voor ogen heb en Anne: Het meest waardevolle is denk waar ik terecht wil komen. Ik dacht alik de kans om te ontdekken waar je tijd dat ik een grote baas met veel geld goed in bent en wat je kunt. Bobmail zou willen worden, maar daar ben ik is een klein bedrijf dus je krijgt veel inmiddels van afgestapt. dingen te zien. Op deze manier leer je zoveel facetten van het bedrijf kennen, Anne: Dat kan nog steeds! dat is echt een groot voordeel. Je bent hier geen stagiaire die alleen koffie Nick: Dat kan ik inderdaad nog steeds, haalt, je krijgt echt de kans om jezelf te als ik er heel hard voor werk. Maar de ontwikkelen. offers die je ervoor moet maken zijn erg groot, en dan heb ik liever een Nick: In het algemeen is dit ook zo. mooi huisje met kinderen in plaats van Bijna iedere CIW-student twijfelt over grotendeels mijn tijd te spenderen in wat ze willen doen later. Daarom het buitenland. Het klinkt stom, maar je moet je gewoon stage lopen. Je komt gaat daar natuurlijk wel over nadenerachter wat je wel en niet wilt doen, ken. Wat wil ik nou eigenlijk met mijn dus stage lopen is gewoon altijd slim. leven? Het voordeel bij Bobmail is dat je erg veel verschillende dingen gaat zien, Als laatste: waarom is werken bij Bobwaardoor je makkelijk kunt afstrepen mail in de vorm van een stage of als wat je wilt, of niet wilt.

22


Tekst: Lloyd Peters

Donald Trump Isn’t America great? Het grootste onverklaarbare politieke verschijnsel van 2016: Donald Trump keeps on winning and no one can stop him. Terwijl de race begon met 17 kandidaten, is er nu maar one man standing. Ondoordachte, racistische, seksistische, haatdragende opmerkingen zouden elke andere presidentskandidaat volledig onderuit halen, maar deze Don blijft overeind.

Al vanaf het begin is hij unstoppable. Maakt niet uit wat hij zegt of wat hij doet. Hij wil een muur bouwen op de grens tussen de Verenigde Staten en Mexico en dan moet Mexico er ook nog eens voor betalen. Vrouwen die abortus plegen moeten gestraft worden. Elf miljoen immigranten zonder papieren moeten uitgezet worden. Moslims moeten maar beter even niet toegelaten worden. Ze verliezen hun banen en productie aan China. Verscheidene ondernemingen, van steak tot aan een universiteit, zijn al failliet gegaan, maar zelf beweert hij wel negen miljard dollar waard te zijn. Zijn rallies resulteren in geweld. Het is moeilijk om hem serieus te nemen. Niet alleen om zijn haar, maar als de Paus je onchristelijk noemt, zit je in in de problemen. Inderdaad het is soms grappig wat hij tegen sommige mensen zegt, zoals zijn sneren naar Rosie O’Donnell en Megyn Kelly. Net zo grappig als Rutger Castricum die op Internationale Vrouwendag aan vrouwen vraagt of het niet juist goed is dat vrouwen een beetje onderdrukt worden. We doen de guilty laugh: We lachen wel, maar we weten beter. Moeten we het niet te serieus nemen? Hij kan makkelijk afgeschreven als clown, populist, reality tv-ster, iemand die puur uitspraken doet voor aandacht. Dus waarom werkt het? Waarom hebben 16 andere Republikeinen geen schijn van kans. Een mogelijke verklaring is dat hij inderdaad memorable is. Hij is door zijn jaren in the public eye al een personage en wat hij zegt wordt onthouden, waar of niet. Je weet niet meer wat 16 andere Republikeinen gezegd hebben, wel dat hij 10 miljard waard is. Je weet dat hij een muur wilt bouwen. Je onthoudt dat hij Mexicanen verkrachters genoemd heeft en dat hij geen Moslims meer wil toelaten in de VS.

23

En wie zijn de mensen die er voor vallen? Wie zijn de mensen die daadwerkelijk voor hem stemmen? Wie staan achter wat hij zegt? Nou, het zijn een grote groep witte working class mensen. De woede van deze groep is een resultaat van het lijden onder globalisatie, een economische crisis en immigranten die voor een laag loon werken. Het is de brandstof voor de campagne van Trump. Een groep mensen in een samenleving zijn boos en daar is een man die alles gaat oplossen door te generaliseren en zich te focussen op minderheden in de samenleving.


“Als outsider, nieuweling en zelfsponsor is Trump een underdog in de verkiezingen. And who doesn’t love an underdog?.”

Angst wordt gezaaid om zo bange mensen te creëren die beschermd moeten worden. Zo speel je in op het gevoel van rechten dat mensen voelen. Dit is natuurlijk een bekend fenomeen en eigenlijk niet moeilijk om te zien gebeuren. Dit gebeurt niet alleen in Amerika, maar overal in de wereld. Denk maar aan een zekere politicus hier in Nederland die criminaliteit denkt terug te dringen met een simpele oplossing: ‘Minder Marokkanen’. Donald Trump is zoals eerder genoemd jaren in the public eye. Jarenlang is hij een bekend zakenman. Bekend om zijn echtscheidingen, bekend om zijn personage, bekend om zijn tv-show The Celebrity Apprentice. Maar niet bekend als politiek figuur. Hoewel hij meerdere malen interesse heeft getoond in politieke kwesties en zijn mening heeft gedeeld, heeft hij zelfs

meerdere keren expliciet gezegd geen interesse te hebben in de positie van president. Sure, iemand kan van mening veranderen, want hier zijn we dan in 2016. In 2016 wordt ons Trumpje neergezet als outsider, beledigd en kapot gemaakt door media en de andere kandidaten voor de presidentsverkiezingen. Trump heeft er goed aan gedaan om zichzelf zo te presenteren, de frisse nieuwe binnenkomst in een groot politiek corrupt systeem waar mensen klaar mee zijn en zich door benadeeld voelen. Hij wordt namelijk niet gesponsord door grote bedrijven, waardoor hij niet beïnvloedt wordt en niet afhankelijk is van anderen. Als gevolg hiervan is hij vrijuit om te zeggen wat hij wil. Het beeld dat geschetst wordt is het volgende: De Republikeinse Partij wil hun territorium beschermen en het idee dat iemand die ze niet kunnen controleren de macht krijgt, is gevaarlijk. Als outsider, nieuweling en zelfsponsor is Trump een underdog in de verkiezingen. And who doesn’t love an underdog? Dit laatste punt wordt het sterkst gepresenteerd in zijn nieuwe imago change. In interviews met zijn gezin beschrijven zijn familie wordt het meerdere keren genoemd. Hij wordt door hun gepresenteerd als sterk en slim. Zijn familie speelt in de verkiezing de laatste tijd sowieso een grotere rol. Zo wordt de Don neergezet als echtgenoot, vader, grootvader: een familieman. Een quote van Ben Carson, voormalig Republikeinse presidentskandidaat maar nu Trump endorser geeft de gedachte of agenda weer: One of the ways I measure a person is looking at their children and how their children act. En deze kinderen gedragen zich goed. In tegenstelling tot de meeste bekende rijkeluiskindjes (denk Simple Life-achtige personages zoals Paris Hilton en Nicole Richie) staan ze niet rollend over straat na een avondje uit in de kranten en hebben ze geen grote drugs schandalen aan hun pantalon hangen.

24


Van de vijf kinderen (van drie vrouwen) zitten de oudste drie al in verschillende aftakkingen van papa’s emperium. Alledrie doen ze het prima, maar het kroonjuweel van de familie is zijn dochter, Ivanka. Zo beaamt ze een hoge positie in de Trump Organisatie en zorgt ze voor een paar van de grootste deals van het bedrijf, heeft haar eigen kleding imperium en voedt twee kinderen op met haar echtgenoot. Waar Donald Trump verhit en fil communiceert, is Ivanka kalm en gedisciplineerd. Waar Melania Trump, vrouw nummer drie, tekort komt in de campagne en zich liever met de opvoeding van het jongste kind bezighoudt in plaats van politiek is daar Ivanka, een soort tijdelijk vervangend echtgenoot at his service. Voor Trump, bestempeld als women basher, is het niet verkeerd om zijn dochter, zijn meest vertrouwde kameraad, naast hem te hebben staan. Volgens campaign insiders is Ivanka ook de enige die pappie lief van gedachten kan doen vertrouwen. Zo kan zij ook haarfijn alle missteps in ver-

Fractie Dante

25

zachtende woorden nader verklaren. Hij behandelt vrouwen gewoon hetzelfde als mannen. Hij houdt van alle mensen. Als mensen hem echt zouden kennen, zouden ze een heel ander persoon zien. Hij is heel erg gepassioneerd. Hij heeft zijn kinderen altijd geleerd zo hard mogelijk te werken. Good job Donald. Maar terug naar de basis. Deze man blijft onvoorspelbaar, racistisch, seksistisch en less then smart als het gaat om presidentiĂŤle uitspraken. Het is toch onvoorstelbaar dat deze man dadelijk een van de machtigste posities in de wereld in zal nemen. Het is toch onvoorstelbaar dat een volk, wat twee keer op Barack Obama stemt, zo erg de andere kant op kan gaan. En de wereld kijkt toe. China is niet het probleem. Illegale immigranten zijn niet het probleem. Moslims zijn niet het probleem. Donald Trump maakt Amerika niet great. Mensen die niet op Donald Trump stemmen maken Amerika great.

Jouw stem in de Faculteitsraad van Tilburg School of Humanities


Tekst: Anneloes Meijer

Ieder moment

Horeca op de campus

Je kunt vanaf 8:00 uur ’s ochtends tot 22:00 uur ’s avonds terecht op de campus voor een welverdiende snack of maaltijd

Voor ieder wat wils Bij de Mensa kun je terecht met iedere voorkeur, ook vegetarisch en halal.

Bakkie doen?

De keuze is reuze

Op de campus betaal je minstens 0,35 voor het zwarte goud (uit de automaat) tot maximaal 5,55 (Java Chip, Starbucks)

Je kunt wel 14 verschillende soorten tosti’s krijgen bij Top Croque

Honger? De campus bevat maar liefst 8 eetgelegenheden; Starbucks, Grand café Esplanade, Mensa, Top Croque, Döner Company, Top Croque Bakery, Lunchroom Cobbenhagen en Pepper!

26


Volgende Flowzine: Augustus 2016

Met medewerking van: Emile Aarts, Anne Derksen, Nick Tammel & Rik Wassens.

Flowzine wordt gemaakt door Studievereniging Flow


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.