Flowzine, januari 2016

Page 1

FLOWZINE UITGAVE NUMMER 7 EDITIE WINTER 2016

HET MAGAZINE VAN STUDIEVERENIGING FLOW

INTERVIEW MET SCHAAFSMA GENADELOOS EN GERESPECTEERD.

FLOWCRIBS HET LEVEN IS GOED IN THE GOATHOUSE.

HUMANS OF FLOW FOTO’S ZEGGEN MEER DAN 1000 WOORDEN.


Inhoudsopgave 11

7

Flowcribs: the Goathouse

Interview met Juliette Schaafsma

16

Column van Iskander de Lange 2 Voorwoord 3 Interview: Sophie van Geel 6 Veiling Serious Request 10 Opinie: Blackboard 19 Familiedag

1

17

Interview met Sebastiaan Brouwers 19 Column: De Zever-Student 21 Humans of Flow 23 Studentenfracties 25 Column: Carnaval 26 InFlowgraphic


Voorwoord Om te beginnen: het lezen van deze Flowzine is geheel op eigen risico en wij zijn niet aansprakelijk voor eventuele overenthousiaste gedachtes en uitspraken na het lezen van dit blad. Want inderdaad mensen, wij zijn trots op de wintereditie van de Flowzine. Eén zwaluw maakt nog geen zomer, maar deze Flowzine laat de donkere wolken van februari toch mooi eventjes verdwijnen. Heel eventjes dan. Neem gerust je tijd bij het lezen van de Flowzine. Het is geen spannende roman die je in één lange trek uit hoeft te lezen; je kunt gerust even pauzeren tussen de artikelen door. Lees een artikeltje tijdens het ontbijt, een interviewtje tussen het studeren door en check voor het slapen gaan nog een gevatte column. Onthoud lieve mensen, het lezen van de Flowzine is geen sprint, maar een marathon waar je best een paar dagen voor mag uittrekken. Welnu, de totstandkoming van dit blad. Allereerst wil ik even mijn hart luchten: het was een zware bevalling. Afwegingen, knopen doorhakken, knopen dusdanig vastknopen dat ze niet meer door te hakken zijn, tegenslagen en veel, heel veel overleg. Het leven van een inFlow-commissaris gaat niet altijd over rozen, maar gelukkig heb ik een krachtige commissie achter mij staan die mij met alle liefde heeft voorzien van één bos rode rozen per twee weken. Ook fungeerde zij als rots in de branding en hebben ze met uiterste inspanningen ervoor gezorgd dat de Flowzine wintereditie op dit moment in jouw bezit is. Vlotte pennen, creatieve ideeën en kritische blikken van mijn commissie, gepaard met meedogenloos leiderschap van mijzelf en mijn trouwe kompaan Donny Batenburg, hebben een eindresultaat opgeleverd waar wij stiekem wel een beetje trots op zijn. We hopen dat onze lezers deze mening delen en wensen je dan ook veel leesplezier. Tom Grosfeld

Colofon: Wat: Flowzine 7e editie | 01 februari 2016 Wie: Studievereniging Flow Kamer: Esplanade building 204 Adres: Postbus 90153 5000 LE Tilburg E-Mail: Info@svflow.nl

Vind ons op: Twitter, Facebook, YouTube & LinkedIn. Dit nummer is gemaakt door: Donny Batenburg (bestuursbuddy), Tom Grosfeld (commissaris), Robin Janssens, Jessica Lambregts, Anneloes Meijer, Lloyd Peters, Iris Wijers

Zesjesstudenten De zesjesstudenten zijn buiten de boot aan het vallen nu er steeds meer masteropleidingen hun deuren voor deze studenten sluiten. Masteropleidingen selecteren strenger, eisen vaak een zeven gemiddeld of laten je een toelatingstoets doen. Het zijn enerverende tijden voor de zesjesstudenten, die constant in de greep worden gehouden door gevoelens van angst, spanning en depressie. Studenten die wel een zeven gemiddeld staan krijgen iets meer ademruimte, maar voelen toch de druk om te presteren toenemen. De ene dag sta je een zeven gemiddeld, maar na een mindere tentamenperiode kan dat je mooie zeventje zo veranderen in een asgrauwe zes. Wie dacht veilig te zijn in de zesjescultuur, moet nog maar eens flink achter zijn of haar oren krabben en misschien toch nog dat studieboek een keertje openslaan. De steeds strenger wordende eisen omtrent het volgen van een master zijn natuurlijk niet in goede aarde gevallen bij veel studenten. Studenten spreken van een onrechtvaardige situatie en pleiten voor een eerlijke behandeling van zesjesstudenten. “Het zijn wel gewoon mensen”- aldus een Flow-lid dat anoniem wenste te blijven. Om de zesjesstudenten tegemoet te komen, heeft de inFlow een actie in het leven geroepen. Om een vuist te maken tegen de onnodige en volstrekt belachelijke buitensluiting van een altijd zeer gewaardeerde groep studenten, voegen wij, de zeven-of-hoger-scorende-studenten, ons bij de zesjesstudenten. Stop met leren, verbrand je studieboeken, skip colleges, vermijd de universiteit en slaap structureel door je wekker heen. Voeg je bij de zesjesstudenten en scoor uit solidariteit maximaal een 6,0 voor je tentamens en papers. Bij voorbaat bedankt voor je medewerking.

2


3


Interview met Sophie van Geel Bedrijfsleider van Klein Café Van Horen Zeggen Dat onze studievereniging een hechte band heeft met Van Horen Zeggen, het kleine café op de Stadhuisstraat, moge duidelijk zijn. Al in de TOP-week krijgen nieuwe Flow’ers het VHZ-virus met de paplepel ingegoten. In de rest van hun studietijd staat VHZ te boek als dé stamkroeg. Vrijwel elke eerste woensdag van de maand is Flow welkom voor de maandelijkse borrel, het kroegcollege werd er laatst gegeven en bij meerdere activiteiten geldt de VHZ als ofwel het verzamelpunt, ofwel de locatie van de activiteit zelf. Maar wie is nu eigenlijk het brein achter dit mooie café? Welke BN’er heeft er een verleden en hoe zit dat precies? En wat vindt het VHZ-personeel nu eigenlijk van die gekke studenten van Flow? De hoogste tijd voor een interview met bedrijfsleidster Sophie van Geel!

Hoi Sophie! Om te beginnen: hoe ben je ooit in de horeca en bij VHZ terechtgekomen? Ik ben vijf jaar geleden begonnen met barvrouw te zijn als bijbaantje, naast mijn studie. Dat was toen gewoon twee avonden in de week. Toen ik bijna afstudeerde viel Jurgen Leijten weg bij de VHZ en dat was de oude bedrijfsleider. Toen vroegen ze aan mij of ik dat niet zou willen doen, bedrijfsleider zijn. Mijn eerste antwoord was dat ik nog aan het studeren was en eerst rustig af wilde studeren, dus toen heb ik daar nog even mee gewacht. Maar toen het uiteindelijk zover was, heb ik toch besloten om ja te zeggen en dit een paar jaar te gaan doen! In ieder geval zolang ik het leuk vind, en ik vind het nog steeds leuk bij de VHZ! Wat maakt de VHZ dan zo’n leuk en gezellig café? Het leukste aan de VHZ vind ik dat het een erg divers café is. Als je naar een normale week bij Van Horen Zeggen kijkt, dan hebben we op de dinsdag een borrelachtige avond, op woensdag is er vaak een feest met studenten, zoals met jullie als Flow zijnde, maar ook vergaderingen, disputen en dat soort dingen, donderdag en vrijdag zijn er ook vaak borrels, maar op vrijdag kan er bij wijze van spreken ook weer één groot feest zijn, met allemaal gekke mensen die het weekend komen vieren. Heerlijk!

Als kroeg zijnde organiseren wij ook erg veel, buiten onze gewone avonden, zodat de avonden lekker divers blijven. Ik denk dat dat een goede zaak is en dat wij ons op die manier kunnen onderscheiden. Mooi! Wat mensen misschien niet weten, is dat jullie samen zijn met de Boekanier, toch? Ja, de Boekanier heeft dezelfde eigenaars als de VHZ, Marga en Lex. Lex heeft de Boekanier van zijn ouders gekocht en hij heeft later de VHZ erbij gehuurd. Toen Jurgen wegging zei Lex dat het allemaal wel erg veel werd en toen is Marga als zakenpartner erbij gekomen. De VHZ en de Boekanier zijn wel heel andere kroegen, maar functioneren dus onder dezelfde eigenaars. Wat doe je als bedrijfsleidster precies voor werkzaamheden bij de VHZ? Ik heb een aantal momenten dat ik gewoon op kantoor zit. Dan moet je denken aan personeelsplanning, contacten en afspraken met leveranciers, afspraken die ons helpen bij grote evenementen, voorbereidingen voor de kermis, carnaval, de TOP-week, bestellingen en dat soort zaken. Daarnaast ben je als bedrijfsleider ook wel een beetje het gezicht van Van Horen Zeggen, dus ik ben ook nog best wel veel op de vloer. Ik werk nog steeds mijn eigen avond als barvrouw. Ik doe dus best wel veel. Eigenlijk probeer

ik betrokken te zijn bij alles wat bij een kroeg komt kijken. En de TOP-week, de kermis en carnaval zijn eigenlijk wel de grootste activiteiten, toch? Ja, de TOP-week, kermis en carnaval zijn voor ons wel de grootste drie peilers. Carnaval komt er weer aan, dus daar ben ik dan weer lekker druk mee! Maar wel erg tof om te doen hoor! Dat is inderdaad niet niks! Hoeveel tijd ben je wekelijks ongeveer kwijt aan VHZ-gerelateerde zaken? Uh, ik denk over een heel jaar bekeken gemiddeld vijftig uur per week, ongeveer. Maar met de kermis maak je bijvoorbeeld honderd uren in een week en dan zijn er ook weer genoeg rustigere weken waar je minder uren maakt. Met Kerst waren we bijvoorbeeld dicht op eerste kerstdag. Dat heft elkaar dus wel een beetje op. En wat doe je graag als je niet bezig bent met VHZ-dingen? Ik vind het buiten de VHZ om ook best wel leuk om te drinken, dus als ik vrij ben spreek ik vaak met vriendinnen af en borrel ik ook genoeg. Uit eten gaan vind ik heel leuk en ik kickboks twee keer in de week. Eigenlijk wel een beetje een Bourgondisch leventje, haha. Veel werken in de kroeg, veel lekker eten en drinken en daarnaast een beetje sporten. Mij hoor je niet klagen!

4


Wat vind je van de relatie tussen Flow en de VHZ en dat wij maandelijks de tent hier een beetje op z’n kop komen zetten? Laat ik vooropstellen dat de VHZ heel erg blij is met Flow! Wij moeten het daar natuurlijk een beetje van hebben; wij doen veel aan vaste klantenbinding. Daarnaast regelt Flow het altijd wel goed. Niet alleen met feesten en borrels, wat superleuk is, maar we hebben ook veel aan elkaar tijdens de TOPweek. Dan hebben we toch wel altijd een stuk of vijf groepjes van Flow. Het is denk ik allemaal een win-win-situatie voor ons beiden: jullie hebben je vaste stamkroeg en wij kunnen Flow inzetten met evenementen als de TOP-week. Wij zijn erg blij met studieverenging Flow. En jullie hopelijk ook met ons!

onderhouden! Dan even een blik op de toekomst. Hoe zie je de toekomst van de VHZ voor je? Groots! We hebben echt heel veel plannen, en we merken ook dat het elk jaar weer beter gaat. We zijn nu heel veel bezig met evenementjes te organiseren, zoals de speciaalbier-middag die heel goed loopt. We zijn pas begonnen met een DJ-avond met thema’s waarin dan de hele avond gedraaid worden. Zo hadden we laatst het thema Guilty Pleasures. We hebben natuurlijk ook nog Van Horen Zingen, een avond vol met bandjes. Mark Meeuwis, de broer van Guus, helpt ons onder andere met het uitzoeken van goede bandjes voor deze avonden.

kroeg een tijdje van Mark Meeuwis, de broer van Guus. Guus Meeuwis werkte er toentertijd ook gewoon voor z’n broer en hij kwam hier toen graag. Voor de gebroeders Meeuwis is dit dus gewoon een thuisfront geweest, ook in de tijd dat Guus bekender werd. Hij voelt zich in de VHZ gewoon nog thuis en hij komt hier nog graag een biertje drinken. De mensen die hier komen vinden het meestal niet raar als hij binnenloopt, dus dit voelt een beetje als een woonkamer en hij kan hier gewoon rustig een biertje komen drinken zonder dat mensen daar gek van opkijken. Hij is hier in ieder geval nog regelmatig te vinden. Hoe zie je je eigen toekomst voor je? Blijf je nog even bij VHZ? Nou, dat ga ik sowieso nog een

‘‘Eigenlijk wel een beetje een Bourgondisch leventje, haha. Veel werken in de kroeg, veel lekker eten en drinken en daarnaast een beetje sporten. Mij hoor je niet klagen!’’ O jazeker! Is het trouwens zwaar om niet in een 9 tot 5 ritme te werken? Nee joh, ik vind dat juist megafijn! Ik ben echt helemaal geen ochtendmens, ik haat ochtenden. Ik heb altijd moeite gehad met ochtenden, ook toen ik nog studeerde, dus ik vind het juist fijn zo! Natuurlijk is het even wennen als je eraan begint, maar als je er eenmaal in zit is het eigenlijk net een 9-5 ritme, maar dan iets later. Dan is 9-5 eigenlijk een beetje omgedraaid, haha. Maar is dat niet gek als je vrienden hebt die niet in de horeca werken? Ja, dat klopt wel, maar ik heb elke week wel een vrije dag. Die gebruik ik dan om mijn sociale contacten te

5

Je merkt in ieder geval dat je tegenwoordig in de Horeca heel veel nieuws moet blijven proberen, en dat je vooral moet opvallen via Social Media en mensen moet enthousiasmeren voor evenementen. Daardoor zien mensen die normaal misschien niet zouden komen je zaak ook. Wie weet komen die terug voor een borreltje als ze de volgende keer in de stad zijn! Dus ja, ik zie de toekomst van VHZ graag tegemoet, dat gaat wel goed komen! Je noemde Mark Meeuwis al even. Kun je uitleggen hoe dat precies zit met Guus Meeuwis, voor de mensen die dit nog niet weten? Afgelopen dinsdag bestond VHZ 10 jaar, maar daarvoor was deze

aantal jaar volhouden! Ik ben in juni pas begonnen als bedrijfsleider, dus ik ben hier nog wel even. Ik hoop van Marga en Lex nog een heleboel te kunnen leren. Ooit hoop ik misschien iets voor mezelf te beginnen of wat anders te gaan doen, maar voorlopig ligt mijn hart absoluut nog bij Van Horen Zeggen. Ik wil hier nog niet weg en ik ben hier nog niet klaar! Dat was ‘m wel zo’n beetje. Heel erg bedankt voor je tijd! Is er nog iets wat je graag aan de Flow’ers kwijt wilt? Tot 3 februari, dan is de volgende Flowborrel! Zie de eerste borrel van 2016 maar als een opwarmertje voor carnaval. Geen smoesjes, allemaal komen!


Veiling Serious Request Ook dit jaar bracht Flow een groot bedrag naar het Glazen Huis Op woensdagmiddag 2 december was de cultuurtuin een plek voor Flow’ers om goed te doen en karmapunten binnen te halen. Een hamster, kerstboom, partypakketten en nog veel meer moesten ervoor zorgen dat de Promocommissie met een vette cheque naar Heerlen kon gaan. Op 22 december konden ze deze overhandigen aan de dj’s van 3FM. De grote hitters waren het achtgangendiner en de bier- en wijnproeverij. Samen brachten zij bijna de helft van de totale opbrengst van 1100 euro. Leuk en aardig natuurlijk dat Flow 3FM kon helpen, maar waar gaat het geld eigenlijk heen? Voor de mensen die het niet weten, zullen wij het even uitleggen. Het geld wordt gebruikt om kinderen te helpen in landen zoals Syrië, Zuid-Soedan, de Centraal Afrikaanse Republiek en de Democratische Republiek Congo. We kunnen ons allemaal voorstellen dat de oorlog in deze landen niet het onderwijs bevordert. Integendeel, in tijden van oorlog zijn onderwijs maar ook gezondheid en veiligheid niet zeker. Dus wat doet het Rode Kruis dan? Het Rode Kruis zorgt voornamelijk voor ondersteuning van de persoonlijke ontwikkeling van de kinderen en scholing. Ze verzorgen lesmaterialen en trainingen die ze vaardigheden leren zoals Engels, Arabisch, wiskunde en ICT-lessen die ze kunnen gebruiken bij vervolgopleidingen of op de arbeidsmarkt. Daarnaast krijgen de kinderen hulp in de vorm van traumaverwerking. Dit kan met sessies bij een psycholoog activiteiten in spelvorm. Ook al zitten de dj’s niet meer opgesloten in het Glazen Huis, donaties kunnen nog steeds worden overgemaakt naar het Rode Kruis. Keep Them Going!

6


Flowcribs: Goathouse Het is weer tijd voor een nieuwe “Flow Cribs”! Waar onze collega’s van MTV Cribs het moeten doen met enorme villa’s, ellenlange opritten met minstens vijf sportwagens en schitterende tuinen met vaak een aanvullend basketbalveld, mogen wij op bezoek bij stinkende studentenhuizen, rommelige woonkamers en tuinen die het natuurlijke habitat van Tarzan naar het Tilburgse helikopterzicht halen. Heerlijk! Vandaag zijn we te gast bij Jacco, Gilles, Bart en Stijn. Three and a Half Men, zo luidt de naam van hun WiFi (het wachtwoord kan ik niet prijsgeven, excuses). Het spreekt boekdelen. In dit huis wonen vier vrienden, maa tjes sinds hun eerste jaar, die absoluut niet terugdeinzen voor een dolletje. In de Amerikaanse sitcom “Two and a Half Men” is de dikke, onnozele Jake de titulaire halve man. Wie de halve man in deze Flow Crib is? Lijkt hij op Jake, of is deze halve Flow’er gewoon het slachtoffer van een flauw grapje? Lees snel verder!

The Goathouse Een andere serie diende als inspiratiebron voor de naam van hun Flowcrib: The Goat House. Gebaseerd op het studentenhuis uit de populaire serie “Blue Mountain State”, waarin het Amerikaanse studentenleven in de spotlight staat. In The Goat House worden regelmatig grote feesten gegeven. Het soort feestjes waarop alles helemaal kapotstuk gaat en waarvan we eigenlijk niet willen dat onze ouders er ooit iets van te horen krijgen. Dan heb ik het helaas wel over The Goat House in de Amerikaanse comedyserie, en niet over The Goat House dat zich in Tilburg bevindt. Want hoe leuk het studentenhuisje aan de Akkerstraat en haar bewoners ook zijn; erg grote feesten

der soort escalatie; dan staat namelijk het nieuwe seizoen van Game of Thrones traditiegetrouw weer voor de deur. Wekenlang wordt dit door een select gezelschap gevolgd in de woonkamer van de vier heren. Vol spanning wordt de maandagavond afgeteld, want dan mag er in The Goat House weer bier gedronken worden onder het genot van middeleeuwse gekkigheid in Westeros en omstreken. Want welkom ben je altijd, zeker als het om bier en televisieseries gaat. Naast televisieseries spelen games een belangrijke rol in het leven van de Three and a Half Men. Onder de TV staat naast de Wii U een trotse PS4 te shinen, alsof de twee spelconsoles een strijd voeren om wie er vandaag weer bespeeld gaat worden. Soms wordt de aandacht

Rond een uurtje of acht gooide ik m’n fiets op de stoep van de Akkerstraat en belde ik aan op nummer 120. Ik moet eerlijk bekennen dat ik erg lang niet in The Goat House geweest was en dat ik enigszins twijfelde over het huisnummer. Maar gelukkig, de grote vriendelijke Belg (Gilles, red.) deed de deur open en verwelkomde me met een warme handdruk. In deze Flowcrib voel je je altijd welkom! Het verbaasde me enigszins hoe netjes de woonkamer was. Voor een studenten-huis dat de naam The Goat House draagt, bedoel ik dan. De laatste keer dat ik hier was, was het een stuk moeilijker om je een weg naar de zitplekken te banen. Zelfs Stijns jas lag nu niet op de bank (zie kader), maar dat was niet zo’n prestatie aangezien die niet

‘‘Onder de TV staat naast de Wii U een trotse PS4 te shinen, alsof de twee spelconsoles een strijd voeren om wie er vandaag weer bespeeld gaat worden.’’ kunnen in zo’n rijtjeshuis, omringd door brave Tilburgse bevolking, niet gegeven worden. Verder dan een uit de hand gelopen Singstarsessie komt het zelden. En hoe mooi Singstar-escalatie ook is; het is geen Goat House-party zoals we uit Blue Mountain State gewend zijn. In april is The Goat House overi7 gens het schouwspel van een an-

eerlijk verdeeld, maar ik ben bang dat de PS4 deze strijd meestal zal winnen. En dat zullen Mario en consorten niet zo leuk vinden. Ach, dan moeten ze me maar niet alle hoeken van de racebanen in Mario Kart laten zien… (Ja, de laatste keer werd ik zelfs keihard ingehaald door prinses Peach. Geen commentaar.)

Een rondleiding

thuis was. Geen idee of Gilles speciaal voor mij had opgeruimd, maar chapeau. De illusie van een opgeruimd huis was overigens al snel voorbij, toen ik naar de wc moest. Om de wc in The Goat House te bereiken, moet men zich eerst een weg door de keuken banen. En daar stond één van de grootste bergen afwas die ooit in het Tilburgse is aanschouwd. Als er binnenkort nog


taakstraffen moeten worden uitgedeeld, kan de politie hier enkele criminelen kwijt. Laat ze maar een paar uurtjes per week afwassen in The Goat House, dan voorspel ik dat ze nooit meer iets uitspoken. Ik weet in ieder geval dat ik huilend zou wegrennen van deze berg borden en bestek. Vervolgens stelde ik mijn bezoek aan het kleinste kamertje nog even uit, om een blik te werpen op de tuin. Ook voor de tuin moet ik de heren een groot compliment geven. Toegegeven, de prijs voor mooiste tuin van Tilburg zal deze tuin nooit winnen, maar als ik de huidige toestand vergelijk met de eerste keer dat ik deze Flowcrib

betrad, valt het allemaal reuze mee. De jungle, zoals de tuin toen gerust genoemd mocht worden, was het schouwtoneel van vele legendes, want niemand wist wat zich achterin zou bevinden. Freek Vonk, die pauper van National Geographic die zo geilt op slangen, zou zijn geluk niet hebben opgekund in deze tuin.

maar het is goed om te weten dat er in een studentenhuis ook nog plaats voor privacy is. Nadat ik het hele huis had doorlopen, plofte ik weer naast Gilles op de bank. Tijd om te gamen. Al die tijd stonden de PS4 en de Wii U gebroederlijk naast elkaar, maar nu

‘‘De illusie van een opgeruimd huis was overigens al snel voorbij, toen ik naar de wc moest.’’ Maar als er al nieuwe slangensoorten te vinden waren aan de Akkerstraat, zijn die nu allemaal uitgestorven. Inmiddels hebben de heren hun tuin grondig aangepakt. Ik was er zelf niet bij, maar ik kan me voorstellen dat er kapmessen en graafmachines aan te pas zijn gekomen. Maar het doel heiligt de middelen, en inmiddels kun je gewoon zien wat zich aan het einde van de tuin bevindt: een wasrekje. Een aardige anticlimax, na al die verhalen en legendes. Als je via de keuken en de woonkamer richting de gang loopt, vind je de trap die naar boven leidt. Geen paniek, ik zal niet in detail de kamers van de jongens en de kleuren van hun boxershorts prijsgeven, maar het is de moeite waard om te zien hoe de Three and a Half Men allen hun eigen plekje hebben. Meestal zitten ze in de woonkamer,

barstte de strijd los. En hoewel er eerst een beetje geschoten werd op de PS4, verplaatsten we onze aandacht al snel naar de Wii U en Mario. Ik dacht namelijk dat ik beter was in Mario Kart. Met een pijnlijk moment van zelfreflectie en een voorbij scheurende prinses Peach tot gevolg. Verslagen worden is nooit leuk, maar van een goede racer als Gilles kan ik het wel hebben. Van een roze prinses die genoemd is naar een fruitsoort niet echt… Na een gezellige avond verlaat ik de Akkerstraat weer. The Goat House is een fijne Flowcrib waar je in principe altijd welkom bent. En waar onze collega’s van MTV op het laatste nog de oprit en vijf Porsches zouden moeten bezichtigen, mocht ik gewoon lekker rondsjezen in een kart. Het leven van een Flowzine-reporter is soms zo slecht nog niet. 8


De bewoners: Three and a half men

1...

Gilles van den Eede is de grote vriendelijke reus van het gezelschap. Op Facebook heet hij trouwens Jim, om verwarring te zaaien. Deze Vlaming is afkomstig uit Leuven en een echte levensgenieter, zoals zijn Whatsappstatus (“Ik besta graag”) al prijsgeeft. Gilles wil bijna altijd eten en gaat volgens zijn huisgenoten op de meest random momenten onder de douche. Als om drie uur ’s nachts de douche wordt aangeslingerd hoeft men in The Goat House in ieder geval niet te schrikken; dan is het Gilles die even een stortbad (Vlaams voor douche) nodig heeft. Zijn Mario-kart skills zijn ongeëvenaard in huis.

2...

Jacco Tiggelman is de onrustige van het gezelschap. Deze man moet altijd iets doen en kan maar moeilijk stilzitten. “Jack”, zoals hij ook wel liefkozend genoemd wordt, is afkomstig uit het Zeeuwse Dirksland, gelegen op het eiland Goeree-Overflakkee. Met zijn ruige baard en flinke bos krullen wordt hij veelvuldig vergeleken met Marcel Veenendaal, de zanger van Di-Rect. Jacco wil in de zomer eigenlijk altijd wel “een balletje trappen” en is altijd als eerste wakker in The Goat House. Maar als hij een weekje gezond gaat doen stopt dit optimistische streven meestal al na 2 dagen. Ach, het gaat om het idee.

Onze partners:

9

3...

Bart de Vries is, net als Jacco, een eilandbewoner. Bart komt van verre; deze beste man is afkomstig uit het dorpje Oudeschild, gelegen op Waddeneiland Texel. Een weekendje terug naar zijn ouders moet voelen als een vakantie, met een lange reis die eindigt per boot. Bart is de grondlegger van veel memorabele uitspraken. Zo voelt hij zich vaak “als een kip in augustus”, wat dat ook moge betekenen. Johan Cruijff zou trots zijn. Desondanks is de meest gehoorde uitspraak van Bart in The Goat House “Stijn, hang je jas nou eens op!”. Ja, deze Texelaar houdt van een goedgevulde kapstok.

... and a half

Stijn Geraats houdt iets minder van een goedgevulde kapstok. Deze vrolijke Limburger vindt dat de bank ook prima dienst kan doen als opbergplek voor jassen, tot groot ongenoegen van huisgenoot Bart.. “Ik ben niet klein!” is een veelgehoorde Stijnse uitspraak in dit huis, maar desondanks is Stijn van mening dat hij absoluut niet snel op de kast te krijgen is. En waarom Stijn de halve man is? Flow’ers die zijn opvallende lachje wel eens gehoord hebben, weten dat Stijn nogal vrouwelijk kan zijn. En laten we eerlijk wezen, hij lijkt wel een héél klein beetje op Jake uit Two and a Half Men.


Opinie: Blackboard Of je nu eerstejaarsstudent, masterstudent of professor aan onze geliefde universiteit bent: er is één verwarrend ding waar we geen van allen aan kunnen ontsnappen: het prisma-gebouw. Een ander ding waar je zelfs niet aan kunt ontsnappen als je besluit te vluchten voor het prisma-gebouw naar een andere universiteit, is Blackboard. Een programma dat mogelijkerwijs net zo nodeloos ingewikkeld is als onze geliefde campusdoolhof. Ik ga, net als naar verwachting alle studenten in de universiteit, om met Blackboard op dezelfde manier als ik omga met het Prisma gebouw: ik blijf bij wat ik ken en begeef me niet onnodig op onbekende routes om verdwalen te voorkomen. Toch besloot ik, in de geest van het onderzoek, mij eens te verdiepen in de donkere kant van Blackboard om voor eens en altijd bloot te leggen waarom we dit programma nou eigenlijk gebruiken en hoeveel functies er precies verloren gaan in ons beperkte gebruik van deze software. Van de site van Blackboard werd ik niet veel wijzer. Ik heb ervan opgestoken dat Blackboard verschillende platformen aanbiedt, te weten Blackboard Learn, Collaborate, Connect, Mobile en Analytics. De precieze details voor elk platform zal ik je besparen, maar ik ben er van uit gegaan dat wij Blackboard learn gebruiken.

Volgens de website van Blackboard biedt het een groot aantal nuttige functies, de meest opvallende daarvan ‘Actieve samenwerking’. Jawel, Blackboard biedt de mogelijkheid tot het maken van wiki’s, het schrijven van blogs en het voeren van intellectuele discussies. Leuke tools, behalve dat ik bij een grove 90% van mijn vakken bij al deze opties een zielig ‘no items available’ tegenkom. Misschien wel de leukste ongebruikte functie vind ik persoonlijk de ‘contact’ functie, te vinden onder ‘tools’. Hier kun je een heus academisch sociaal netwerk opbouwen. Als iemand mij wil toevoegen in zijn

Blackboard netwerk, kun je me altijd een friend request sturen. Dit is pure bluf, aangezien ik geen flauw idee heb hoe ik mijn sociale netwerk via Blackboard zou kunnen opbouwen. Ten slotte prijst Blackboard zich ook aan met een ‘gebruisvriendelijke interface’. No comment. Blackboard heeft nog tal meer functies waar metaforisch zoveel spinnenwebben op zitten dat het een wonder is dat er überhaupt nog bugs in het programma zitten. (excuses voor deze bijzonder slechte grap). Eén van mijn favoriete functies die ik tegenkwam tijdens mijn exploratieve speurtocht was de ‘achievements’ functie. Ik ken dergelijke functies, maar ze gaan dan meestal gepaard met een spelcomputer en het doodschieten van een N aantal nazi’s/indianen/robotische vogels. Ik vraag me af hoe academische Blackboard Achievements eruit zien: ‘alle colleges bijgewoond’, ‘geen enkele onvoldoende gehaald’, ‘alle deadlines gehaald?’. Ach, je moet iets doen om de gamergeneratie te motiveren zullen we maar zeggen. Ik heb te weinig woorden om alle ongebruikte functies van Blackboard te bespreken, dus hiervoor verwijs ik je naar de Blackboard site, de ‘Tools’ functie bij een vak en de algemene ‘Blackboard Tools’. In plaats daarvan zal ik ook nog wat woorden vuil maken aan de kleine fractie van Blackboard functies die wél gebruikt worden, want die werken dan in ieder geval wel goed, toch? Nee. “Webmail Notifier is facing some problems at the moment. We are working on it! Google Mail is functioning normal.” Deze tekst staat, zo schat ik, al drie maanden bovenaan blackboard. Nu ben ik niet bijzonder snel werk gewend van enig computerdepartement ergens in de wereld ooit, maar ik had toch gehoopt dat één van de drie functies van blackboard die ik daadwerkelijk handig vindt, enigszins bruikbaar zou blijven. Toch zou ik beter moeten weten, want met enige regelmaat moet ik Blackboard meerdere keren refreshen voordat het me mijn rooster wil tonen en ik ben altijd weer verward over het process van enrollen en inschrijven in vakken. Eigenlijk het enige wat ik wél praktisch vind is dat je via Blackboard assignment kunt inleveren, maar omdat ik dezelfde assignment vaak alsnog moet uitprinten en in hardcopy moet inleveren, voelt dat ook weer een beetje nutteloos. Het Prisma gebouw wordt afgebroken. Ik doe graag een suggestie voor de volgende verbouwing op de universiteit, maar aangezien het repareren van de mailnotifieer al maanden duurt, heb ik er weinig 10 vertrouwen in.


11

‘‘Ik ben denk ik meer een handhaver. Ik stel regels en ik kom ze na.’’


Interview met J. Schaafsma Universitair hoofddocent CIW Juliette Schaafsma is onderzoekster, docent en hoofdrolspeler in de vele nachtmerries die nietsvermoedende eerstejaars CIW-studenten wakker houden na hun eerste college CIO. Met haar strenge aanpak en meedogenloze zero tolerance beleid houdt deze spraakmakende docent de gemoederen flink bezig. Waar eerstejaars vaak in een donker hoekje wegduiken als zij de naam ´Schaafsma´ horen, zijn oudejaars studenten vaak meer dan lovend over deze vrouw. Ze eist aandacht en concentratie en je gedachtes laten afdwalen naar een subtropische zonvakantie kun je beter tijdens een ander college doen. Wie is toch die strenge docent door wie menig nekharen overeind gaan staan bij het horen van haar naam? Een kijkje in het leven van Juliette Schaafsma, de meest besproken en beruchtste docent van CIW.

Al een kwartier lang stond ik zwetend voor het lokaaltje van J. Schaafsma te wachten. Mijn haar zit meer dan redelijk, ik heb niets tussen mijn tanden zitten en mijn adem heeft nog geen slachtoffers gemaakt. Na een zenuwslopend kwartier, dat wel een eeuwigheid leek te duren, werd ik binnengevraagd door J. Schaafsma. Schoorvoetend stapte ik haar territorium binnen en het point of no return was bereikt. Mijn zwetende handjes werden gelukkig snel gedroogd door een warm onthaal en een stralende J. Schaafsma, die de indruk wekte klaar te zijn voor een leuk en interessant interview. Here we go. U heeft een, laten we zeggen afwijkende manier van lesgeven. Wat onderscheidt u van de rest van de docenten van CIW? Ik ben streng. Ik denk dat ik veel structuur bied in vergelijking met andere docenten. Ik ben verder erg duidelijk in wat ik niet wil en in wat ik wel wil. Ik ben denk ik meer een handhaver. Ik stel regels en ik kom ze na. Dit betekent dus dat als ik zeg dat studenten niet te laat mogen binnenkomen, ze ook echt niet te laat mogen binnenkomen. Ik ga dan niet zeggen tijdens het 3e college “nou vooruit kom nog maar snel binnen”. Dat doe ik niet. Ik heb meer regels dan anderen en ik handhaaf ze ook. Daarnaast denk ik dat ik een andere invulling geef aan mijn colleges dan andere docenten. Ik vind aandacht bij-

voorbeeld heel erg belangrijk in de collegezaal. Ik wil contact hebben met studenten. Als ze achter hun laptop of mobiel zitten krijg ik dat contact niet, waardoor ik niet goed zie of mijn boodschap overkomt. Dit zorgt voor een compleet andere dynamiek in de collegezaal. Dus ik wil een sfeer creëren waar rust en aandacht is, iedereen er met zijn of haar hoofd bij is en ik mijn verhaal kan doen, zodat studenten eenvoudig een vraag kunnen stellen of een opmerking kunnen plaatsen. Ik hecht veel waarde aan die interactie in de zaal. Als groep zijn we één geheel en iedereen is erbij. De randvoorwaarden zijn dat er aandacht en concentratie is en dat we allemaal bezig zijn met een bepaald onderwerp. Als gevolg hiervan verbiedt u bijvoorbeeld laptops in de collegezaal. Waarom kiest u voor deze aanpak? Sommige docenten kan het niets schelen wat studenten doen. Mij kan het wél schelen wat de studenten doen. Ik ben streng, maar ik geef wel om wat ik doe. Ik kan wel lelijke dingen tegen studenten zeggen, maar dat komt omdat ik er iets om geef. Je komt hier om iets te leren en dat is een voorrecht. Ik wil dus een optimaal leerklimaat voor studenten ontwikkelen, wat als gevolg heeft dat ik soms vrij duidelijk ben in wat ik eis. Ik zou geen college kunnen geven waarin ik gewoon mijn verhaal afsteek terwijl het me niets kan schelen wat de studenten ermee

doen. Ik wil ook graag dat studenten mijn vak halen. Ik ga het echter niet makkelijker maken. Dit is het niveau, dit is wat je krijgt. U vindt dus niet dat de lat te hoog ligt bij CIO? Nee. CIO is toch het enige vak waar studenten in zo’n grote getalen problemen mee hebben. Op de universiteit worden bepaalde dingen van je verwacht. Ik vind het ook een soort respect naar de student toe. Jij wilt naar de universiteit en je wilt een bepaald niveau halen. Daarvoor is CIO. Het is het niveau wat je van de universiteit mag verwachten. Er is niet zoiets als ‘te hoog’ op de uni. Hier zeggen studenten vaak ‘het is te moeilijk’. Dat bestaat niet. Het is complex. Heel complex. Te moeilijk bestaat niet. Iets anders dan, uw manier van lesgeven. Is dat een soort rol die u aanneemt? Of is het echt uw natuurlijke manier van lesgeven? Ik vrees dat het mijn natuurlijke aard is. Ik denk dat ik strenger oog dan dat ik ben. Studenten denken vaak ‘oef, dat is een heel eng mens’, maar het valt best mee. Ik denk niet dat je kunt lesgeven op een manier die helemaal niet bij je past. Ik kan van mezelf wel streng en duidelijk zijn. ‘Dit is onacceptabel, zo gaan we het niet doen’, dat past denk ik wel bij de aard van het beestje. Het is geen rol die ik aanneem, 12


ik meen het. Als ik pissig ben, kan ik dat heel erg menen. Er bestaat natuurlijk wel een verschil tussen CIO en bijvoorbeeld scriptiegroepen. Eén op één contact is veel persoonlijker, waardoor je meer aandacht hebt voor de student. CIO is te groot daarvoor. Ik wil heel graag investeren in studenten en dat komt waarschijnlijk beter tot recht in een één op één relatie dan bij CIO. Niet in het interview zetten dat ik aardig ben hè, moet ook nog aan de volgende jaren denken!

vinden. Ik weet ook dat veel studenten het ook wel erg waarderen. Veel eerstejaarsstudenten hebben nachtmerries als het over CIO gaat, terwijl ze daarna die angst omzetten in een waardering voor u als docent. Valt u dat ook op? Dat valt me wel op ja. Ik snap dat het best intimiderend kan zijn in het eerste jaar. Ik geef met heel veel plezier college, maar mijn primaire motivatie is niet dat studenten me aardig vinden. Ik vind het leuk als

“Als ik pissig ben, kan ik dat heel erg menen” Ik beloof dat dat niet in het interview komt, maakt u zich maar geen zorgen. Die orde die u zo gemakkelijk creëert en handhaaft tijdens uw colleges, komt dat van nature? Die natuurlijke kracht om de zaal stil te krijgen. Daar heb ik nooit moeite voor hoeven doen. Het is niet aangeleerd en het was er al vanaf het begin. Ik wil dat het stil is. Als je als docent twijfelt, zelf niet helemaal weet wat je wilt, de orde toch weer niet zo heel belangrijk vindt, dan voelen studenten dat. Ze voelen hoe jij als docent voor de groep staat. Ik zou dat zelf ook hebben. Je merkt als iemand onzeker is, er niet bij is, of niet precies weet wat hij wilt, je voelt dat gewoon. Je voelt als student dat er dan ruimte ontstaat. Ik wil echt oprecht dat het stil is. Ik krijg energie van studenten die meedoen en geïnteresseerd zijn. Innerlijke overtuiging. Echt willen dat het stil is. Dat is het. U bent met afstand de meest bekende docent van CIW. Bent u daar stiekem niet een beetje trots op? Is dat zo? Gelach wisselt zich af met licht gebloos. Bekende noem je dat. Of meest beruchte? Is dat echt zo? De meest bekende? Het is duidelijk dat Schaafsma wat overdonderd is door dit compliment. Ik vang dingen op, maar ik krijg dat niet zo mee. Ik weet wel dat ze me streng vinden en 13 ik weet dat ze het vak moeilijk

ze me goed vinden en waarderen wat ik doe, maar ik hoef niet aardig gevonden te worden. Ik wil wel dat studenten zeggen: ‘ik heb er wat van geleerd en deze docent was wel oprecht geïnteresseerd in hoe we het doen’. Dat ik een zekere reputatie heb of berucht ben vind ik eigenlijk wel grappig. Goede mop. Maar het is nooit mijn doel geweest. We gaan het hebben over het onderwijs van nu. Wat vindt u van langstudeerders en de prestatiedruk die veel studenten ervaren? Ik vind het jammer dat studenten in zo’n keurslijf worden gestopt. Alles moet tegenwoordig snel. Ik vind dat een studie ook een manier is om

Vindt u praktijkervaring dan ook belangrijk? Zou de universiteit daar meer aandacht aan moeten besteden? Nee, daar is een universiteit niet voor. Als je praktijkervaring wilt, doe je een HBO opleiding. Veel academische vaardigheden zijn juist vaardigheden die in de praktijk heel hard nodig zijn: analyseren, complexe materie doorgronden, abstraheren, toegankelijk en in goed Nederlands formuleren, kritisch naar gegevens kijken, onderzoeksvragen opstellen en informatie beoordelen, dat zijn belangrijke vaardigheden. Iedereen roept steeds maar dat praktijkvaardigheden belangrijk zijn, maar wat zijn nou praktijkvaardigheden? En zijn dat nou echt de vaardigheden die het meest belangrijk zijn? Ik denk het niet. Kijk maar naar de arbeidsmarkt. Als een werkgever de keuze heeft tussen twee mensen die dezelfde opleiding gedaan hebben, waarvan een op HBO- en een op universitair niveau, dan kiest die werkgever voor degene met een WO opleiding. Het is een schijnzekerheid. Het klinkt lekker, maar het is een beetje een hippe term. Die academische vaardigheden, daar heb je pas wat aan in de praktijk. Naast een begenadigd docent, is Schaafsma ook succesvol in het onderzoeksveld. Tijd om te ontdekken wat de key to succes is als onder

“Dat ik een zekere reputatie heb of berucht ben, vind ik eigenlijk wel grappig. Goede mop. Maar het is nooit mijn doel geweest.” je te verbreden. Het past niet in de tijdsgeest van nu, maar gebruik je studie om je zoveel mogelijk te verbreden, volg zoveel mogelijk vakken, ook van andere faculteiten en doe er lekker vijf jaar over. Maar dat is niet de boodschap van nu, helaas. Het idee is: rendement en zo snel mogelijk afstuderen. Daar ben ik niet zo van onder de indruk.

zoekster. Wat heb je nodig om een succesvol onderzoekster te worden en te blijven? Intrinsieke motivatie. Natuurlijke nieuwsgierigheid naar de rest van de wereld. Geduld, concentratie en een vermogen tot aandacht. Daarnaast heb je veel abstractievermogen nodig. Je moet ook om kunnen gaan met complexiteit


en onzekerheid en met dingen die elkaar tegenspreken. Als je onderzoek doet, heb je allerlei ideeën over hoe de wereld in elkaar zit en negen van de tien keer heb je ongelijk. Je moet om kunnen gaan met falen. Dat is niet altijd even gemakkelijk. Onderzoekster zijn is

maakt ons werk erg druk. Het is heel dwingend. Je hebt gewoon dat college op dinsdag of donderdag en daar kom je niet onderuit. Dan maak je volle dagen. Werkt onderzoek doen verslavend? Oeh… Ik weet gewoon niet beter.

lezen, zelf mijn werktijden bepalen, naar het buitenland gaan, congressen bezoeken en er ook nog voor betaald krijgen. Heeft u ooit een andere droom gehad? Nee, ik had geen idee. Ja ik wilde

“Die academische vaardigheden, daar heb je pas wat aan in de praktijk.” een creatief beroep. Je bent constant bezig om iets te scheppen, net als een beeldhouwer. Je begint met een brok klei en denkt ‘wat ga ik hier van maken?’. Soms denk je heel lang, soms begin je weer opnieuw en nog eens en nog eens en uiteindelijk heb je iets. Dan verrast het je en denk je ‘dat is mooi, dat is leuk’. Het is een creatief proces met vallen en opstaan. Je weet nooit precies waar het gaat eindigen. Daar heb je bepaalde eigenschappen voor nodig en niet iedereen heeft die eigenschappen. Sommigen vinden dat saai, ik vind dat heel boeiend. Het is nooit hetzelfde, je bent heel autonoom en niemand zegt mij ‘jij moet onderzoek doen naar X’. Ik bepaal het. Ik het een idee, vind dat interessant en ga het uitvoeren. Het is een heel vrij beroep, dat erg veel discipline eist. Ervaar je prestatiedruk? Hoe ga je daarmee om? Ik denk dat veel onderzoekers dat ervaren, maar op een bepaalde manier ervaar ik dat niet. Ik denk dat het komt doordat ik enorm geïnteresseerd en intrinsiek gemotiveerd ben. Ik streef naar kwaliteit boven kwantiteit. Ik wil te allen tijde goed onderzoek doen. Dan maar een publicatie minder. We hebben hier gelukkig geen quota. Dat vind ik zo’n onzin. Dan ga je er namelijk vanuit dat onderzoek maakbaar is. Hoe zit het met de stress? Stress heb ik altijd wel. Ik geef vier cursussen, moet heel veel nakijken en er zijn tentamens en alles wat daar bij komt kijken. Dat is veel en dat is dus flink aanpoten. Onderwijs

Ik doe dit al zolang. Toen ik student was en als eerstejaars op de universiteit kwam kijken, leek onderzoek doen me het meest afschuwelijke wat een mens kon doen. Ik begreep daar niks van. Ik kon me er niets bij voorstellen. Ik vond het zo raar. Toen ging ik het zelf doen en merkte dat ik het al vrij snel interessant vond. Verslavend zou ik het niet willen noemen, maar het is wel een way of life. Je bent onderzoeker of je bent het niet. Je houdt ervan of niet. Wilde u altijd al onderzoek doen? Vanaf mijn derde jaar op de universiteit wist ik dat onderzoek wilde doen. Ik kreeg positieve feedback en vond het heel erg leuk. Het leek me leuk om te promoveren zodat ik altijd onderzoek kon doen. Fulltime, dat sprak me wel aan. Ik zou zelf onderzoek mogen doen, mogen

de wereld redden. Ik dacht dat ik ging leren hoe ik dat kan verwezenlijken en hoe ik de hongersnood zou kunnen laten verdwijnen. Ik wilde ontwikkelingslanden helpen en de wereld verbeteren. Ik deed antropologie en dacht: ‘wat is dit? Hier kan ik de wereld niet mee redden’.Toen dacht ik: ‘ Als ik de wereld niet kan redden dan kan ik de wereld misschien begrijpen’. Zo ben ik in het onderzoek gerold. Bent u nog veel bezig vanuit een ideaal om de wereld te verbeteren? U bent naar Afrika geweest, uw onderzoeksthema’s zijn bijna altijd thema’s die over een conflict gaan zoals verzoening en uitsluiting en u heeft bijvoorbeeld een symposium georganiseerd over de immigratie van de moslims in Europa. Ik heb niet meer het idee dat ik de

De vrouw van 2 miljoen Schaafsma heeft een enorm groot project binnengehaald van de EU. Het gaat om een beurs van, houd je vast, 2 miljoen euro. Dit zijn geen pietluttige bedragen voor interessante onderzoekjes, nee, dit is het echte werk. Schaafsma heeft net te horen gekregen dat ze deze beurs heeft binnengehaald en spreekt van een ‘major change’, die zeer onverwachts op haar pad komt. Het project zal vijf jaar tijd in beslag nemen en een groot gedeelte van haar tijd zal dan ook uitgaan naar dit enorme onderzoek. Andere koek, zullen we maar zeggen. Schaafsma heeft haar onderzoek aangevraagd bij de EU. Als een speld in een hooiberg werd haar onderzoek eruit gepikt en als ze begint te praten over deze prestatie wordt ze zo blij als een kind in een speelgoedwinkel. Het gaat hier om een project over verzoening. Wat is de rol van politieke excuses bij verzoening, op cross-cultureel gebied. Het project zal minstens vijftien verschillende landen met elkaar vergelijken. Het absolute hoogtepunt van de al zo glansrijke carrière van Schaafsma en wie weet wat ze nog meer in haar mars heeft in de toekomst… Wordt vervolgd!

14


wereld ga redden, maar onbewust komen die thema’s wel terug uit dat ideaal. Het is niet bewust, maar het zijn de thema’s die ik interessant vind. Niet met het idee om de wereld te redden, maar ik wil het wel begrijpen. Hoe heeft uw studententijd eruit gezien? Ik heb destijds gestudeerd in Leiden. Ik heb daar zes jaar gezeten en erg genoten van mijn tijd daar. In die tijd was er nog een andere structuur. Ik heb daar mijn propedeuse en doctoraal behaald. Ik ben in 1998

met je rugzak de wereld intrekken. Ik kan er echt niet bij dat studenten thuis blijven wonen. Ik vind het echt onbegrijpelijk. Misschien is het iets Brabants. In mijn studietijd zat echt iedereen op kamers. Thuis wonen kon gewoon niet. Soms hoor ik studenten zeggen: ‘ Ik kan dat niet inleveren want ik moet helemaal uit Limburg komen’ – Ja, dat is niet mijn probleem. Je kon ook hier wonen. Hup, het studentenleven in. Kortom: onbegrijpelijk. Waar ik woon? In Goirle. Wel op mezelf he, niet op kamers.

Hij woont in het andere deel van het land. We zijn een erg modern koppel, haha! We zijn allebei erg druk. Mijn vriend is een zelfstandige dus we hebben erg veel controle over onze tijd. We hebben geen baas die onze tijden bepaalt en zegt wat we moeten doen. Ik hoef niet per se s’ ochtends om half acht achter mijn bureau te zitten, het kan ook negen uur of half elf worden. Geen haan die daar naar kraait, ik maak mijn uren toch wel. Dat hebben we allebei wel. We hebben gewoon erg veel respect voor de dingen die we doen. Als je dat begrijpt van elkaar

“Dat studenten hier niet op kamers zitten vind ik echt onbegrijpelijk. Ik begrijp er eerlijk waar helemaal niets van.” afgestudeerd en ben later naar Tilburg gekomen om onderzoek te doen. Bent u op kamers gegaan? Tuurlijk. Dat studenten hier niet op

Veel mensen zijn razend nieuwsgierig naar het leven van mevrouw Schaafsma buiten de universiteit. Welke hobby’s heeft u, naast onderzoek doen en lesgeven? Ik speel piano, maar wel heel slecht

The road to succes Juliette Schaafsma heeft zes jaar in Leiden gestudeerd waar ze in 1998 haar doctoraal titel behaalde. Het jaar daarop is zij komen overwaaien naar Tilburg en onderzoek gaan doen aan de toenmalige Faculteit der Letteren (nu Geesteswetenschappen). In 2000 is ze begonnen aan haar PhD, die ze in 2006 heeft behaald. Vanaf 2015 is Schaafsma universitair hoofddocent op Tilburg University. Naast het onderzoek doen en lesgeven is Schaafsma ook op andere terreinen actief. Zo begeleidt ze PhD-studenten, heeft ze boeken geschreven en samengesteld, is ze lid van tal van commissies en besturen, wordt ze uitgenodigd voor workshops en organiseert ze wetenschappelijke bijeenkomsten. kamers zitten, vind ik echt onbegrijpelijk. Ik begrijp er eerlijk waar helemaal niets van. Dat vinden ze dan misschien makkelijker. Ik vind dat ze erg praktisch ingesteld zijn en erg veel luxe en comfort gewend zijn. Ik denk: ga lekker op kamers en wees vrij. Je moet de wereld in. Studeren is een way of life, net als onderzoek. Je gaat op kamers en je laat je oude leventje achter. Dat is even moeilijk. Je moet zelf je was doen en zelf je potje koken, maar je moet onder moeders of vaders vleugels vandaan. Lekker op een oud kamertje gaan zitten met tochtige ramen en

15

moet ik toegeven. Als het kan zing ik graag, niet in speciale context, maar gewoon omdat ik het graag doe. Verder lees ik heel veel, wandel ik graag en houd ik heel erg van tuinieren. Ik ben heel graag buiten. Ook schilder en teken ik graag. Ik houd wel van creatieve dingen. Ik heb vorig jaar veel beelden gemaakt en nu schilder ik veel. Een beetje kladderen, heerlijk. Ik ben altijd wel bezig met van alles en nog wat. Heeft u een man of vriend? Ik heb al vijf jaar lang een vriend.

en je weet hoe dat werkt, is dat een soort natuurlijke harmonie. De natuurlijke harmonie tussen CIO en CIW-studenten is voor een deel van de studenten weggelegd, voor een ander deel helaas nog niet. Hoe haal je CIO? Heeft u enkele tips? Op tijd beginnen, de stof heel veel lezen en herlezen en goed in context plaatsen. Je moet voor jezelf formuleren: wat staat hier, wat leer ik hier en hoe zou ik dit aan een ander uitleggen. Kijk goed naar de leerdoelen, die staan er niet voor niets, die moet je sowieso kennen. Woon colleges bij, maak goede aantekeningen en toon inzet. CIO is een vak dat je met inzet haalt. Het is geen rocket science. Voor het paper is het belangrijk om taalgevoel te ontwikkelen. Taalgevoel ebt weg bij de meeste studenten. Ze lezen gewoon te weinig. Lees academische teksten en romans. Er worden nog te veel constructies fout opgeschreven, omdat studenten niet genoeg lezen om dat aan te voelen. Je moet voelen dat een bepaalde constructie niet past of dat een bepaalde combinatie niet past. Even iets anders: waar kunnen we u ‘s nachts voor wakker maken? Haha, liever niet. Ik slaap heel graag. Kun je me gewoon laten slapen alsjeblieft?


Column: #lifegoals Wanneer iemand tegen het einde van een levensfase aanhikt, is het naar het schijnt een must om terug te blikken op wat er allemaal in onze nietige leventjes is gebeurd. De balans wordt opgemaakt en op basis van het resultaat van die balans, worden er doelen, ook wel #lifegoals genoemd, gesteld voor onze volgende levensfase. Zo ook voor mij. Geloof het of niet, ik: I. de Lange BSc., oud-voorzitter van een niet nader te noemen vereniging, moet er aan geloven: het afstuderen komt maar dichterbij en dichterbij. Of ik er vrede mee heb? Géén idee. Toen ik 4,5 jaar geleden begon met studeren, had ik perfect ingecalculeerd dat ik maar eens voor de verandering goede punten ging halen, op exchange zou gaan naar NieuwZeeland (tot grote vreugde van moederlief, want die zou me dan sowieso opzoeken), en dat ik op het einde van mijn studie precies wist voor welke vacatures ik zou gaan solliciteren. “Kom maar op met dat studentenleven.”, was de alomvattende gedachte. Wat. Een. Grap. Nou, lieve past-me: het is net iets anders gelopen. De punten waren niet denderend, I. de Lange BSc is nog nooit in Nieuw-Zeeland geweest (laat staan op exchange), en nee, wat voor interessante baan ik over een jaar heb, is nog steeds de grote verrassing. Past-me: mijn welgemeende excuses. We hadden zulke goede plannen. Desalniettemin heeft het studentenleven mij wel enig wat plezier gebracht. Biertje hier, opengeslagen studieboekje daar, zo nu en dan werken bij het Kleine Café aan de haven Stadhuisstraat en af en toe een Flow-activiteitje meepakken. Deze waanzinnige combinatie geeft een mega-mix van ellende, plezier, (studie) schuld, katers, vrienden, tranen (van het lachen), lachen (om de ellende), maar bovenal opluchting. Opluchting omdat ik het op zich best leuk heb gehad. En het leuk ga hebben natuurlijk, want laten we niet vergeten dat

Tilburg University sowieso nog een half jaar met mij opgescheept zit. Dat brengt mij tot de #lifegoals die ik moet gaan vaststellen. Laten we voorop stellen dat het leven van een Masterstudent die verwacht dat hij over een half jaar afstudeert niet over rozen gaat. Sporadische gedachtes: “Moet ik nog stage gaan lopen?”, “Is mijn Curriculum Vitae wel uitgebreid genoeg na al die nevenactiviteiten?“, “Is deze hele studie wel mijn cup of tea?”, “Ben ik wel over een half jaar afgestudeerd?”. “I’ve got a blank space baby, and I won’t write your name.”. Het zijn vragen waar ik geen antwoorden op durf te geven. Dat brengt me terug naar de eerder gestelde vraag: “Heb ik er vrede mee?”. Nee, eigenlijk niet. Sommigen zien het wel, anderen komen er gaandeweg achter en het resterende gedeelte (o.a. I. de Lange BSc) hebben het te laat door: het studentenleven geeft jou de mogelijkheid om alles te doen waar je zin in hebt. Naast goede punten halen, op exchange gaan en een plan hebben welke baan je wilt hebben, zijn er ongelimiteerde mogelijkheden. Mogelijkheden die vaak worden tegengehouden omdat je onder andere niet bij wilt lenen, want dan heb je later een schuld (“oh nee!”). Incorrecte gedachte, maak juist gebruik van die onbegrensdheid (en DUO), want als er een les is die ik geleerd heb van “Jurk”, is het wel “vergeet je angst, je zult er later niets meer van begrijpen”. Enfin, over die baan. Mocht er een organisatie zijn die geïnteresseerd is in een I. de Lange MSc. (over een half jaar, hopelijk), ik ben best aardig en werk hard. Je kan mij vinden en contacteren op LinkedIn. Geschreven door: Iskander de Lange

16


Interview: Sebastiaan Brouwers Oud Flow’er en CIW’er over het leven na studeren Sebastiaan, oud lid van Flow en altijd actief betrokken geweest bij de vereniging. Deze jongeman is net afgestudeerd en is met een grote glimlach de grotemensenwereld binnengestapt. Een baan, een salarisstrookje en een gezond slaapritme, wat kan het leven toch mooi zijn, ook na het studeren. We spraken Sebastiaan over zijn eerste werkjaar.

Sebastiaan, wat heb je na je studie gedaan? In april 2014 was ik klaar met mijn scriptie. Toen ben ik niet meteen afgestudeerd, maar had ik al wel een aantal sollicitaties gehad. Ik wist dat ik iets in de online marketing wilde gaan doen, maar ik wist ook dat het best lastig zou worden. Ik besloot dus om naar een tussenoplossing te zoeken en heb die uiteindelijk gevonden in een masterclass. Dat was een programma van ongeveer twee maanden waarin je getraind wordt in online marketing en alle bijkomende aspecten. Dit zorgde ervoor dat mijn kennis in online marketing uitgebreid werd en ik zelf al het een en ander zelfstandig kon uitvoeren. Ik deed dit bij een bureau in Amersfoort. Dit bureau geeft adviezen aan grote bedrijven en hebben dus veel consultants in huis. Dit bedrijf heeft deze consultants tien mensen per masterclass laten trainen, die ze

Eind september ben ik zelf gaan solliciteren en na anderhalve maand kon ik kiezen uit twee bedrijven, Kras en De Jong Intra. Daar kon ik allebei starten en ik heb uiteindelijk gekozen voor Kras omdat zij iets verder waren in online marketing, naar mijn mening. Uiteindelijk is dat ook zo gebleken dus ik ben nog steeds erg blij met mijn keuze. Heb je dan het gevoel dat niet zo veel aan je studie gehad hebt? Of sloot het niet aan bij wat je wilde gaan doen uiteindelijk? Nou, je wordt niet echt opgeleid tot een beroep bij je studie en dat weet iedereen. Er is niemand tijdens mijn hele sollicitatietraject die heeft gezegd: “O, wauw heb jij een universitair diploma? Nee, dan wil ik jou!” . Daar geven mensen echt helemaal niets om. Voor die eerste baan zoekt iedereen gewoon 1 tot 3 jaar ervaring en als je die niet hebt

zoals simpele dingen als t-toetsen en dat je dingen betrouwbaar moet houden. Als je begint met werken ben je vaak wat meer uitvoerend en naarmate je wat beter wordt in dat uitvoerende deel zul je ook strategischere projecten gaan doen. Een heel stom voorbeeld: we hebben bijvoorbeeld heel veel acties en dan hebben we daarvoor banners. Intern is er enorm veel discussie over die banners: “Werkt dit plaatje nou beter, of dit plaatje”? als je niet oppast gaan ze daar uren over stuk, helemaal tot aan de directeur toe. Het is helemaal niet belangrijk wat jij mooi vindt, je moet gaan kijken wat beter werkt. Dus eerst moet je afspreken “oke, wanneer werkt het dan beter?” Bij online marketing zou ik zeggen als de doorklikratio hoger is. Dan moet je nagaan: “waardoor komt dat dan?” Wat is het verschil?

“Ik wist wel dat ik iets in online marketing wilde gaan doen, maar ik wist ook dat het best wel lastig zou worden.” daarna kunnen verkopen aan bedrijven. Voor grote bedrijven, zoals KPN, is dit interessant omdat ze dan niet zelf hoeven op te leiden, wat ze weer een hoop geld bespaart. Ik ben uiteindelijk door de selectieprocedure gekomen en mocht hiermee starten. Het had me niet meteen een baan opgeleverd, omdat ik, samen met zeven andere uit mijn masterclass, niet ‘verkocht’ was. Toch heb ik hier enorm veel aan gehad, omdat ik er veel van had geleerd en wat extra bagage had.

17

wordt het heel lastig, tenzij je stages hebt gedaan en het werk eigenlijk al kunt. Wat ik wel te danken heb aan mijn studie, is dat ik nu op mijn huidige werk anders naar dingen kijk. Door mijn studie ben ik gewend om anders te kijken naar zaken, iets abstracter, iets meer in concepten, minder in details en wat verder in de toekomst. Dat vind ik echt een grote plus aan een studie. Mijn werk, online marketing, is best veel met cijfertjes. Dus ik heb ook redelijk wat aan statistiek gehad,

Dat hier een mannetje opstaat en hier niet? Dat de kleuren verschillen? Je moet het gaat abstraheren en er moet een onderliggend patroon zijn, iets wat in alle gevallen zo is waardoor het beter werkt, want anders is het toeval. En heb je tijdens je studie ook heel veel dingen gedaan naast je studie? Heb je daar iets aan gehad? Wat voor soort dingen heb je gedaan? Wat voor mij wel goed was, was dat ik webcommissaris was.


Dus dat betekende dat ik wel met mijn neus in de boter zat een beetje. Die hele interface die kende ik al wel, maar het ermee werken leer je later pas. Ik was er wel al bekend mee, dat was heel fijn. Je pikt gewoon een hoop op en je weet de termen. Je weet wat CO is, je weet wat display advertising is, noem maar op. Ik heb een bijbaantje gehad bij een marketing communicatiebureau. Dat was niet heel bijzonder inhoudelijk, maar daar pikte ik wel hier en daar wat op. Dat zat in Breda, maar dat was een thuiswerkprincipe. Je kreeg een opdracht

en daar heb ik wel 1 euro per klik voor over”. Dan zijn er andere adverteerders, concurrentie van ons, en dan komt er een hele veiling die per zoekopdracht wordt uitgevoerd en daar wordt de volgorde bepaald. Dat gebeurt dagelijks voor ‘vakantie Curacao’ een paar honderd keer. En wij zien al die data. We zijn tachtig keer vertoond. We hebben dan gemiddeld de positie 2,8. Daar moeten wij dan wat mee. We zien

het aantal clicks en we kunnen meten hoeveel mensen ook daadwerkelijk geboekt hebben. Op deze manier bepalen we of we extra gaan betalen voor sommige clicks, of dat we eigenlijk niets extra’s kunnen missen op het moment. Als we deze advertentie beter maken, kunnen we er misschien meer uithalen zonder dat het ons meer gaat kosten. Dat is een beetje het spel dat we spelen. Er zijn verschillende opties.

“Door mijn studie ben ik gewend om anders te kijken naar zaken, iets abstracter, iets meer in concepten, minder in details en wat verder in de toekomst.” per mail en dus hoefde je nauwelijks naar Breda. Ik heb van alles gedaan: veel klusjes zoals webteksten schrijven, maar ook excelbestanden opschonen, dus echt klussen. Ik heb een project gehad dat ik mensen telefonisch moest interviewen en daar moest ik dan een testemonial van maken. De baan die je nu hebt, wat houdt dat vooral in? Het grootste deel van mijn tijd ben ik bezig met searchadvertising. Als je gaat zoeken in Google dan komen al die advertenties en sites naar voren. Als adverteerder bepaal je dat je op een zoekopdracht wilt adverteren. In mijn geval, bij een reisorganisatie, zoekt iemand op ‘vakantie Curacao’ en dan wil ik daar best op adverteren. Dus je maakt een advertentie, dan zeg je “op dat keyword wil ik adverteren

18


Je kunt namelijk meer bieden voor iemand die al op je site geweest is. Je kan op bepaalde tijdstippen van de dag je bod verhogen of juist verlagen om zo die optimale balans te vinden tussen wat je uitgeeft en wat je er uiteindelijk aan overhoudt. Daar ben ik mee bezig en dat doen we op hele grote schaal. Het is van belang dat we een goede afweging maken tussen de kosten en baten en dat deze dus goed in verhouding zijn. We hebben weleens 300 euro op een dag uitgegeven, zonder dat er een boeking uit kwam. Gelukkig is dat bij een groot bedrijf als Kras niet zo’n probleem. Dat is een belangrijk verschil met search adverti-

sing bij een groot bedrijf of bij een bureau. Bij een bureau heb je vaak kleine klanten en die kunnen maar 100 euro per dag uitgeven. Bij Kras brassen we er echt duizenden euro’s per dag doorheen. Hoe wist je dat dit leuk vond en hoe kwam je hierbij? Ik had erover gehoord tijdens mijn studie. Je hebt natuurlijk ook een aantal vakken waarin het onderwerp een beetje in voorkomt. Toch waren er wel meer dingen die ik interessant vond. Ik heb een tijdje gedacht dat ik teksten ging schrijven bijvoorbeeld. Ik heb alles een beetje verkend, maar uiteindelijk bleef

alleen online marketing over. Ik heb het heel lang ook niet geweten, maar naarmate je wat interesse in een onderwerp krijgt en je verdiept je erin dan wordt het natuurlijk steeds interessanter en concreter. Het was ook wel een rationele keuze. Ik wist dat bijvoorbeeld teksten schrijven heel erg moeilijk ging worden, terwijl er overal gevraagd werd naar online marketeers. Het is in die zin ook een tof beroep, omdat je je waarde heel concreet kan bewijzen. Dus ik kan uitrekenen hoeveel projecten ik gedaan heb en hoeveel extra omzet dat opgeleverd heeft. Als je met content bezig bent is dat veel moeilijker.

Familiedag Op vrijdag 11 maart 2016 is het weer familiedag bij flow! De kans om aan je ouders te laten zien wat je allemaal wel (of natuurlijk juist niet) doet op de universiteit hier in Tilburg! Er komen korte colleges van alle drie de verschillende stromingen, interactieve delen om met je ouders te doen en natuurlijk een kennismaking met Flow zelf. Is jou familie benieuwd naar de universiteit, maar ook naar de lesstof die je krijgt en de mensen waarmee je omgaat? Neem ze dan gezellig mee op 11 maart en maak er een mooie dag van!

Column: De Zever-Student Mijn moeder en ik houden een lijstje bij. Bovenaan het lijstje staat de ‘Waxinelichtjesgooier’, gevolgd door de ‘Damschreeuwer’ en ‘Hockeygluurder’. Het lijstje wordt afgesloten met de ‘Wasbakpoeper’. Andere entries in deze lijst zijn de ‘Plasdreiger’, ‘Terror-oehoe’, ‘Vaginabijter’ en ‘Fuckroeper’. Het gehele lijstje telt momenteel 19 termen die in de media gebruikt worden om diverse criminelen aan de duiden. Deze termen geven voor mij een prachtig staaltje inventiviteit in de Nederlandse taal aan, want hoe benoem je iemand wiens naam je niet mag noemen op zo’n manier dat iedereen weet over wie je het hebt? Nou, met termen als ‘Afpers-opa’ dus. De trend in de media-naamgeving is dat de handeling (misdaad) die de persoon verricht heeft duidelijk uit de naam blijkt. Vaak is dit een werkwoordsvorm van de misdaad, gevolgd door de –er uitgang. De damschreeuwer heeft op de dam geschreeuwd, de plasdreiger heeft gedreigd te plassen en de vaginabijter heeft… Juist. Enkele uitzonderingen hierop zijn de seksrabbijn en de haatsjeik, die behoren tot de groep namen waarin persoonlijke kenmerken worden opgenomen in de naam. In mijn observatie gebeurt dit in situaties waarin de misdaad te algemeen is om op 19 zichzelf duidelijk te zijn (zoals bij de hockey-

gluurder en afpersopa), of wanneer de persoonlijke kenmerken van de misdadige belangrijk zijn, zoals bij de terror-oehoe. Af en toe is er ook competitie tussen termen. De termen ‘journaalkaper’ en ‘NOS-indringer’ zijn momenteel beide in gebruik bij berichtgeving over die gek die toen avond Wie is de mol kijken heeft verstoord. Ook zijn de termen ‘waxinelichtjesgooier’ en ‘Waxinelichthoudergooier’ beide in gebruik als het gaat over de man die een terroristische aanslag op de gouden koets pleegde. Ikzelf ben een groot voorstander van de term ‘waxinelichthoudergooier’, aangezien de man duidelijk één ding gooide (en niet meerdere) en het een waxinelichtjeshouder was, en geen waxinelichtje. Deze termen worden vooralsnog alleen gebruikt voor misdadigers, maar ik denk dat de wereld er een stuk op vooruit zou gaan als we elkaar voortaan allemaal met dergelijke termen aan mochten duiden. Dat we WillemAlexander voortaan gewoon de ‘Klungelkoning’ mogen noemen en Geert Wilders de ‘Boerka-Banner’. Maar je moet niet te veel zeuren, want voor je het weet heet je zelf de ‘Zever-Student’ Geschreven door: Iris Wijers


20


Humans of Flow

Zomaar wat foto’s. ‘Wie zijn al die mensen?’ vraag je je misschien af. Geïnspireerd door de fotoserie ‘Humans of New York’, presenteren wij Humans of Flow. We spraken met 15 kleurrijke Flow’ers op de campus van de universiteit. Op deze manier geven we je een nieuwe blik op de leden van de vereniging, waar jij misschien zelf ook wel deel van uitmaakt. Wie weet herken je je eigen vrienden wel aan hun schoenen, of krijg je een totaal nieuwe persoon te zien waarvan je voorheen niet wist dat hij of zij ook lid is.

Zal ik voor de foto mijn jas uitdoen? Of moet ik nog meer uittrekken?

Joe.

Don’t judge

Deze schoenen? Die komen uit Londen, zal je hier niet vinden!

Uh, het regent helemaal niet.

Een foto mag wel, als het maar niet te gek wordt.

21


Ik bewaar altijd eten voor mezelf in mijn hamsterwangen.

Mijn haar zit nu in ieder geval goed!

Mijn opa noemt Harry Potter altijd Paulus Potter.

Zet maar onder deze foto: Ik wil je kussen!

Sieraden heb ik altijd zat om.

Ik zal even iets interessants openzetten op de computer, lijkt het alsof ik bezig ben.

Soms vraag ik me af wat ik hier eigenlijk op de uni doe. Maar dan denk ik aan mijn lieve oros-clubje!

Ik heb maar vier uur geslapen.

Ik ervaar veel dingen zoals een achtbaan: in het begin durf ik niet, maar als ik eruit kom, wil ik nog een keer.

22


Machiel Hermans over Fractie Front Waarom heb je gekozen om in een studentenfractie plaats te nemen? Vanaf mijn eerste jaar ben ik actief geweest bij Magister JFT, de studievereniging van de juridische faculteit. Daar heb ik ook een bestuursjaar gedaan en veel geleerd. Toen ik in mijn derde jaar voorzitter werd van Vrijspraak, de facultaire medezeggenschapsfractie van Tilburg Law School, ben ik in aanraking gekomen met medezeggenschap onder studenten. Ik zag toen wat je als student kunt betekenen voor je medestudenten en dat sprak me heel erg aan. Als voorzitter kwam ik toen in contact met Front en SAM. Ik had in drie jaar mijn bachelor afgerond en wilde niet in vier jaar klaar zijn met studeren, dus een bestuursjaar leek mij een goede optie. Waarom ben je actief bij Front? Front heeft als motto ‘Going the extra mile’ en vindt het belangrijk dat studenten die een bijdrage leveren aan de universitaire gemeenschap ook wat extra aandacht verdienen. In die gedachtegang kan ik me heel erg vinden. Dat betekent natuurlijk niet dat wij ons niet focussen op de passieve student, maar de actieve student is erg belangrijk voor het voortbestaan van de universiteit. Ook haal je zo het meeste uit je studententijd en vergroot je bijvoorbeeld je kans op een baan later. Wat is jouw specifieke functie binnen Front? Mijn functie is Dagelijks Bestuurder. Dat betekent niet dat ik de enige binnen de fractie ben die fulltime bezig is met Front, maar ik houd me bezig met de dagelijkse gang van zaken van de universiteitsraad. Ik zit bijvoorbeeld wekelijks om tafel met het College van Bestuur, ben voorzitter van de commissie Financiën en Infrastructuur en lid van de commissie Onderwijs en Onderzoek. Mijn taak is om heel veel stukken te lezen, soms het archief in te duiken en vergaderingen goed voor te bereiden, zodat ik goed voorbereid op topniveau kan onderhandelen. Wat heb je tot nu toe geleerd? Het belangrijkste is wel onderhandelen en discussiëren op topniveau, zoals met het Stichtingsbestuur, waar mensen in zitten die CEO zijn geweest van topbedrijven zoals ING of KPMG. Het is in het begin heel erg 23 wennen om daarmee te praten, maar om op dat

niveau te onderhandelen is echt leerzaam. Verder wist ik wel goed wat ik kon verwachten bij Front, omdat ik al eerder gezien heb wat er allemaal bij een bestuursjaar bij Front komt kijken. Natuurlijk kun je je niet overal op voorbereiden, maar het is mer gelukkig positief bevallen en zelfs leuker dan ik had verwacht. Wat heeft Front dit jaar allemaal bereikt? We hebben drie pijlers: de actieve student, internationalisering en communicatie. Vanuit internationalisering zagen wij dat internationale studenten zich niet konden vinden in het aanbod van de Mensa. Daarom hebben we het initiatiefvoorstel ‘Food for al Tastes’ geschreven, wat heeft geleid tot magnetrons op de campus en uitbreiding van de vegetarische maaltijden en de Halal Corner. Onder het mom van de actieve student zijn we bezig geweest met het (financieel) aantrekkelijk maken van een bestuursjaar, de verplichte colleges laten verdwijnen en het aantal videocolleges te verhogen. Verder hebben we de onderbezetting en de te korte openingstijden van de Student Desk aangekaart en is er nu een pilot gaande met betrekking tot het openen van de universiteitsbibliotheek om 08.00 ’s ochtends in het weekend. Ook zijn we bezig met het harmoniseren van de onderwijs- en examenregelingen, omdat we zagen dat studenten aan verschillende faculteiten op sommige vlakken verschillende rechten hadden. Andere punten zijn het Engels-niveau van medewerkers, de buitenwerkplekken en niet te vergeten het Campuscafé, gelegen naast de Mensa waar een biertje slechts 1,25 kost! Ten slotte: wil je nog iets zeggen tegen alle Flow’ers? Mijn beeld van Flow is dat het een actieve vereniging is met studenten die zich graag inzetten voor de vereniging en hun medestudenten. Dat sluit goed aan bij onze visie. Wij vinden het belangrijk dat studenten meer uit hun studie halen dan het noodzakelijke en hopelijk daarmee ook nog iets bijdragen aan de ontwikkeling van de universiteit. Wij helpen studenten graag om die ‘extra mile’ te gaan en nemen daarin een pro-actieve houding aan. Verder ligt de keuze natuurlijk bij de student zelf en hopen dat studenten zien dat wij ze steunen. Mocht je een keer een idee, opmerking of klacht hebben, kom gerust langs, want wij luisteren graag naar je input!


Iris Wester over Fractie SAM Waarom heb je gekozen om in een studentenfractie plaats te nemen? Voor dit jaar heb ik een jaar faculteitsraad gedaan bij Tilburg Law School. Het beviel me heel goed om me met medezeggenschap bezig te houden en iets voor studenten te betekenen, al was dat natuurlijk nog op decentraal niveau. Vanuit daar ben ik echt in aanraking gekomen met fractie SAM. Ik kende SAM daarvoor al wel, maar als je zelf in de medezeggenschap zit, werk je toch wat actiever samen en ben je meer bezig met wat zij doen. Dat sprak mij echt heel erg aan. Ik heb toen gesproken met wat vorige fractieleden en daarna heb ik besloten om ook te solliciteren. Waarom ben je actief bij SAM? Wat ik goed vind aan SAM is dat één van hun kernzaken onderwijskwaliteit is. Ik vind dat dat voor de medezeggenschap en voor een studentfractie ook de primaire taak moet zijn. Daarnaast zijn we ook veel bezig met zichtbaarheid en bijvoorbeeld een feest organiseren: de Nacht der Professoren. Hiermee halen we geld op voor het goede doel (dit jaar voor Villa Pardoes), maar we proberen er altijd wel een koppeling met het onderwijs in te vinden. Verder vind ik het goed dat SAM inhoudelijk heel veel bereikt, veel initiatieven schrijft en goed signaleert waar studenten behoefte aan hebben. Ook wordt er goed gekeken naar de landelijke thema’s, zoals aansluiting op de arbeidsmarkt en mogelijkheden voor stages en studeren in het buitenland. Ik vind dat SAM zich goed bij haar primaire taak, onderwijskwaliteit, houdt en daar ook goed in is. Wat is jouw specifieke functie binnen SAM? Ik ben Voorzitter van fractie SAM, wat inhoudt dat ik intern met onze fractieleden de vergaderingen voorzit, dat ik zorg dat wat er in ons verkiezingsprogramma en beleid staat ook echt uitgevoerd wordt en dat ik kijk hoe de andere fractieleden het doen; of zij hun werk goed doen en zich ook goed op hun gemak voelen. Ik zorg eigenlijk dat er gedaan wordt wat er gedaan moet worden en neem waar nodig het voortouw. Wat heb je tot nu toe geleerd? Je leert ten eerste heel erg om samen te werken in een

groep. Samen met fractie SAM ben je verantwoordelijk. Het is belangrijk om overzicht te behouden en er één lijn in te vinden. Zo kun je als fractie een mening vormen en deze naar buiten brengen. We zetten dit jaar in op een meerjarenplan, waar ik erg veel van opgestoken heb. Je bent onder andere bezig met de toekomstvisie van SAM, een nieuwe website en het actiever gebruiken van social media. Verder heb ik geleerd om mezelf goed onder woorden te brengen en assertief en waar nodig brutaal te zijn, om zo dingen te kunnen bereiken. Wat heeft SAM dit jaar allemaal bereikt? We proberen ons te richten op drie peilers die in ons verkiezingsprogramma, beleid en visie terugkomen: onderwijskwaliteit, studentfaciliteiten en verbreding en verdieping van je studententijd. We hebben op basis daarvan dit jaar veel initiatieven geschreven en zijn daar nog steeds mee bezig. Iets wat bijvoorbeeld bijna gerealiseerd is, is de PDF-cijferlijst. Daarop kunnen studenten heel simpel hun cijferlijst downloaden, zonder dat ze daarvoor naar de Student Desk moeten. Het Zwijsengebouw is nu ook open in het weekend en we zijn heel erg aan het hameren op digitalisering. Verder zijn we bezig met digitaal toetsen, de implementatie van kleinschalig onderwijs en digitale hoorcolleges. Een voorbeeld van een concreet punt is de realisatie van een non-foodautomaat in de Coffee Corner van de bibliotheek is gekomen, waar studenten makkelijk even een marker of een usb-stick kunnen halen. Ook is pas bekend gemaakt dat het Montesquieu Builing en het Montesquieu Learning Center voor het komende half jaar van maandag tot en met vrijdag tot 22.00 uur open zijn. Ten slotte: wil je nog iets zeggen tegen alle Flow’ers? We vinden het heel belangrijk dat als je vragen, ideeën of klachten hebt, je altijd bij ons terecht kunt. We pakken dat op en koppelen het ook altijd weer terug. Dit kunnen kleine dingen zijn die we meteen voor je kunnen regelen, of grotere zaken zoals ideeën over arbeidsmarktoriëntatie. Ook organiseren we regelmatig een denktank, waarin studenten hun ideeën kwijt kunnen en gaan we vaak één-op-één zitten met studenten. SAM zet zich in voor alle studenten en is altijd bereikbaar. Mocht je een idee, opmerking of klacht hebben, kom gerust langs! 24


Bestuurscolumn: Carnaval Drank, verklede mensen en lekkere foute muziek. Oja, en nog meer drank. En nog meer foute muziek. Voor de een is carnaval het feest van het jaar, de ander vindt het maar niks. En ik, ik vind het geweldig. Peejenland, zo heet mijn thuisdorp met carnaval. Een dorp met circa 6500 inwoners, maar wel een optocht waar je u tegen zegt. Elk jaar weer loopt het dorp vol met mensen uit de hele omgeving om te kijken naar onze optocht. Ja ja, is mijn dorp toch nog ergens goed in. Een grote optocht en een groot zwembad. Natuurlijk zullen er dorpen of steden zijn met een nog grotere optocht. Lampegat bijvoorbeeld, die heeft ook een grote optocht. Alleen ja, iedereen vindt zijn eigen optocht toch het mooist. Niet dat dat erg is, een beetje trots zijn op je eigen dorp is zelfs helemaal prima. D’Oeve aon de top! Het lijkt zo alsof carnaval de dorpen uiteendrijft, maar niets is minder waar. Wanneer je namelijk in een kroeg staat, maakt niet uit of dat is in Kielegat, Oeteldonk of Kruikenstad, iedereen om je heen is je vriend. Dat is ook het mooie, vind ik. Iedereen komt gewoon om een feestje te vieren en niemand zoekt ruzie. Stoot je per ongeluk tegen iemand aan en valt zijn bier uit zijn handen, wordt er niemand kwaad. Je biedt je verontschuldigingen aan en het is goed. Omdat die ander zo relaxed doet, haal je toch maar een nieuw biertje voor hem. Vervolgens begroeten jullie elkaar de hele avond alsof je beste maten bent, terwijl je de volgende dag niet eens meer weet hoe hij heet. Geweldig. Ook heeft elke stad of dorp met carnaval een eigen motto, natuurlijk in het eigen dialect. In Kruikenstad is het motto helemaal mooi: “Affeseere doe gin zeer”. Prachtig staaltje Brabants. De meeste mensen zullen namelijk het woord affeseren, wat opschieten betekent, niet eens meer kennen, maar in het Brabants wordt 25 het soms nog gewoon gebruikt.

Ja, dat dialect wat met carnaval in het zuiden weer de voertaal is, dat vind ik prachtig. Bij ons in het dorp wordt ook elk jaar een carnavalskrant uitgebracht, die natuurlijk ook helemaal in het dialect staat. Als CIW-student met een beetje gevoel voor taal doet het af en toe wat pijn aan je brein, maar als je het gewoon fonetisch opleest is het eigenlijk heel simpel. Eenvoud die nog eenvoudiger wordt na het nuttigen van een paar alcoholische versnaperingen. Wat ik daarom zo jammer vind, is dat ze nu ook in het noorden van het land carnaval willen gaan vieren. Amsterdam heeft zelfs een eigen carnavalsnaam bedacht: Grootgragtegat. Toch ontbreekt het hen aan de zuidelijke gezelligheid, het dialect en de traditie van het onbeschaamd feesten. Een mooi eerbetoon aan het mooiste feest van het jaar, maar echt gezellig carnavallen kan je toch echt alleen onder de rivieren. Bèèste mense, ik gaon stoppe meej m’n gemaauw en proaste! Alaaf en houdoe! D’n veurzitter Dennis

Carnaval in Kruikenstad Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag Maandag Dinsdag

03-02 04-02 05-02 06-02 07-02 08-02 09-02

Irste Kruikenconcert Twidde Kruikenconcert Kroegendweiltocht D’n Inhaol Opstoet Uitkaterdag ‘t Letste rondje

‘‘Irstes zèède bezoope èn twiddes zèède tòch nôot himmòl hèlder!’’


26


Volgende Flowzine: Lente 2016

Met medewerking van: Sophie van Geel, Gilles van den Eede, Jacco Tiggelman, Bart de Vries, Stijn Geraats, Iskander de Lange, Dennis de Groot, Sebastiaan Brouwers, Juliette Schaafsma, Machiel Hermans en Iris Wester.

Flowzine wordt gemaakt door Studievereniging Flow


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.