Jason magazine (2000), jaargang 25 nummer 3

Page 1

Tijdschrift over internationale zaken · Jaargang

25 '

nummer

3-2000

Kernwapens in de wereld

Europa in 'full swing'

• Indonesië en het milieu •

Civiele taken van de Krijgsmacht

National Missile Defense


Inhoud ) ASO N

Maga;ûn( is brr kwartaafhfadt'an dr $!icht;ng jASO N

Redactie drs. I. Fritz, hoofdredacteur l.A. de lager, eindredacteur drs. R. Kampherbeek mevr. drs. C.l. lasseur drs. R. van der Maar Tekeningen Theo Mentjox Dagelijks Bestuur

Voorzitter · 1.I.A. Posseth Secretaris · A. Cengic Algemene Zaken' R. Heijdra Penningmeesterextem . E. C.l. Cusell Algemeen Bestuur drs. S. lo Bianco drs. R. Boudewijn drs. A. F. van der Meulen drs. F. W. loustra mevr. drs. H.M. Ruijg drs. M.G. H. Ruiter drs. F.S.l. Schouten mevr. drs. M. Sie Dhian Ho mevr. drs. M. Y. Voslamber

IJ

Kernwapens de wereld uit? Karel Koster

lil Europa is in 'full swing' Caspar Veldkamp

'The incredible Shrinking State' Indonesië en zijn natuurlijke hulpbronnen Adriaan 8 edner Civiele taken : de krijgsmacht als vangnet Kees Homan Commentaar Raketverdediging en Wapenbeheersing Chris Sanders

)ASON

Redactioneel In november bestaat JAsoN 25 jaar! Ondanks de vele ont\vikkelingen in de afge-

Raad van Advies dr. W. F. van Eekelen, voorzitter F. de Bakker prof.dr. I.Th.J. van den Berg prof.dr. H. de Haan prof.drs. V. Halberstadt drs. G.J .J .M . Hayen H.A.M. Hoefnagels mr. l.G. N. de Hoop Scheffer RW. Meines R.D. Praaning prof. dr. J. G. Siccama mevr. drs. L F.M. Sprangers prof.dr. A. van Stad en drs. L Wecke Adres

Stichting ,ASON Bezuidenhoutseweg 237-239 2594 AM Den Haag

lopen 25 jaar is er in die tijd in fe ite niets veranderd aan het uitgangspunt van de stichting. Nog altijd stelt jASON 7.Îch ten doel de meningsvorming onder de academische jeugd en andere geïnteresseerden te bevorderen. RichttejAsoN zich voorheen met name op de Atlantische problematiek, inmiddels richt jASON zich op onderwerpen die het gehele spectrum van de internationale betrekkingen beslaan. In het licht van onze doelsteUing is het is dan ook niet verwonderlijk dat de oprichters van JASON toentertijd eveneens de uitgave van het jASON Magazine startten; het is een ideale spreekbuis voor een organisatie die iets wil uitdragen en interactief met zijn publiek wil omgaan. OokJASON Magazine magazine bestaat dus 25 jaar. In die tijd heeft zowel de lay-out als de inhoud van het magazine verscheidene veranderingen ondergaan. Deze veranderingen waren deels geïnspireerd door veranderingen in de wereld, en deels door de behoefte van onze lezers. I n het kader van de interactie met ons publiek, die wij bij jASON hoog in hetvaandcl hebben staan, zou ik er hier voor willen pleiten om uw mening over het magazine, alsmede de onderwerpen

telefoon 070 ' 360 56 58

waarover wij publiceren, aan ons kenbaar te maken. Voor ti is het per slot van

fax070'363328S

rekening dat we verschijnen .

ISSN

0165 . 8336

De Stichting ,ASON noch de redactie van IASO N Magazine is verantwoordelijk voor de in de bijdragen weergegeven meningen. Abonnementen worden automatisch verlengd, tenzij een schriftelijke opzegging vóór 1 december van het kalenderjaar is ontvangen. Ontwerp' Hans van der Jagt. Zeist Druk , Drukkerij lansen B.V., leiden

Dus: iedereen die wil reageren op artikelen in het magazine, of opmerkingen wil

plaatsen over het magazine 7,clf, u kunt uw opmerkingen per e-mail verzenden naar I1ja_Fritz@hotmail.com,ofschrifteiijknaar: Stichting JASON t.a.v. redactiejAsoN Magazine

Ant\voordnummer 1°711 2501 WB Den Haag We zien uw reactie met bij7..ondere belangstelling tegemoet! lijn Fritz

Foto omJfag: Alodou. Offrc;ffrn van a/ft krijgsmarhrondffdrlrn drmOnJtrffrn ügrn dr tdoorgang van brt Run;sdJr ftgr r. (Martin Rormrrs/Collurir Lrgrrmuuum)

jASON Magazine •

jaargang 25


Aanzetten voor een nieuwe kernwapen wedloop

Kernwapens de wereld uit? Karel Koster

'Kernwapens niet afschaffen' kopte een redactioneel van Elsevier Magazine in het nummer van 2S mei 2000. Dit was een reactie op het slotdocument van de Toetsingsconferentie van het non-proliferatie verdrag (NPV), gehouden te New York. Tijdens deze bijeenkomst, die vijfjaarlijks belegd wordt om de vooruitgang in het NPV te beoordelen, beloofden de kernwapenstaten juist om dit wel te doen. Voor de gemiddelde krantenlezer moeten deze verklaringen verwarrend zijn geweest. Het idee bestaat dat het afschaffen van kernwapens met het einde van Koude Oor/og geen noemenswaardige problemen zou moeten opleveren. De werkelijkheid is echter anders, meent Karel Koster.

D

e aanko nd iging van het plan van de Amerikaanse regering om ee n antiraketschild aan te leggen werd gevo lgd door uitspraken van Russische en Chinese zijde dat dit ant iraketschild een nieuwe kernwapenwedloop tot gevolg zou hebben. Hiermee blijkt weer eens dat er sedert het einde van de Koude Oorlog twee krachten aan het werk zijn. Eén kracht ondersteunt de verdere uitbouw van een internationaal verdragenstelscl, bedoeld om de kernwapenwedloop in te perken en zelfs te keren. D e andere kiest voor het behoud van de oude arse nalen en wil deze onder geen beding afschaffen.

Inperking midd els verdragen Al tijdens de Koude Oorlog zijn er verdragen gesloten die de wapenwedloop moesten afremmen of stopzetten. Een reeks bilaterale verdragen tussen de twee toenmalige supermac hten, de Verenigde Staten (vs) en de Sovjetunie, perkten het aantal strategische wapens in. Dit waren de Strategie Arms Limilation Ta/ks (SALT I) in 1972 en SA LT 11 in 1979, gevolgd door het Strategie AmIS Reduetion Treaty (START I) in 1991 en START 11 in 1993 . In multilateraal verband werd in 1970 het non -pro li feratie verdrag (N PV) afgesloten waarin de ve rspreiding van kernwapentechnologie werd verboden. H et AlltiBal/istic MissiIe Treaty (ABM) uit 197' beperkte het aantal anti-raketsystem en om zo de wederzijdse afschrikking in stand te houden. l Beperkte nucleaire teststopverdragen (1963, 1974) werden in 1996 gevolgd door een alomvattend tcststopverd rag, het Comprehemiv e Teu Bali Treaty(cTBT).

JASOH M agazine _

Het NPV, bedoeld om verspreiding van kernwapens naar andere landen dan de vijf'erkende' kernwapellstaten (de vs, Ru sland , China, Frankrij k en het Verenigd Koninkrijk) te voorkomen, wordt gezien als de hoeksteen van het nucleaire non-proliferatiebeleid. H et NPV steu nt op twee pilaren, namelijk het tege ngaan va n ' horizon tale ' verspreiding enerzijds en 'verticale' verspreiding anderzijds. Met ho ri zon tale verspreiding van kernwapens wordt verspre iding naar steeds meer landen bedoeld, terwijl verticale verspreiding de uitbouw van de bestaande kernwapenstrijdkrachten behelst. I n artikel VI van het verdrag is bovendien de verplichting vastgelegd tot het initiëren van onderhandelingen ge ri cht op nucleaire ontwapen ing. Zo werd in 1995 voor onbeperkte verleng ing van het verdrag gekoze n. Er is evenwel bij een groot aantal niet-kernwapenstaten onvrede over het feit dat er geen akkoord werd bereikt over daadwerkelijke nucleaire ontwapening door de kernwapeostaten. Ook de kernproeven van China en Frankrijk, kort na de ondertekening van het NPV, waren ee n negatief signaal voor de mede-ondertekenaars. H et verdrag is op dit moment door 187 landen ondertekend. H et CTBT ve rbiedt kernproeven en wordt daarom van groot belang geacht als rem op de verdere ontwi kkeling van kernwapens en als een stap op weg naar ke rnontwapening. Ook in het kader van de onderhandelingen over het NPV is het al of niet beëindigen van ke rnproeven door kernwapenstaten één van de grootste geschi lpunten geweest. Een halfjaar nadat alle 44 landen die in staar worden geacht om een kernbom te bouwen het verdrag geratifi ceerd hebben zal het CTBT in

nllmm er 32 00 0

3


werking treden. Geen enkele ratificatie mag ontbre ken. Op 8 juli van 1996 kwam daarenboven, na jarenlange Naast de vijf officiële kernwapenstaten omvat de lijst beraadslagingen, het Internationale Gerechtshofin Den ook landen als India en Pakistan. Deze hebben het verHaag tot een zogenaamde advisory opinion inzake kerndrag begin 2000 nog steeds niet onderwapens: 'H et gebruik of dreigen met tekend. Bovendien ontbreken de ratifigebruik van kernwapen s wordt in zijn , Zu id -Afri ka caties van zowel de vs als China. algemeenheid in strijd geach t met de Een ernstig gebrek van het eTST is regels van het internationale recht'. dat, om de bijzonder sterke lobby van de werd het eerste land Tevens stelde het Hof dat er een nadrukkernwapenlaboratoria in de vs tege kelijke verplichting bestaat om te ondermoet te komen, zowel computersimuladat zijn kernwapens handelen over de algehele afschaffing ties waarmee kernexplosies nagebootst van kernwapens. worden als zogenaamde sub- kriti sche Nog een andere ontwikkeling was het opgaf. ' kernproeven zijn toegestaan. Dit zijn proces waarbij zoge naamde 'kernwapen explosies met een zeer geringe kracht en vrije zones' in delen van de wereld in verstrikt geno men niet nucleair, omdat de kettingreactie dragen werden vastgelegd. De aanwezigheid van kerntot staan wordt gebracht. Deze leemte in het verdrag wapens in die zones is aan grote beperkingen onderwormaakt het mogelijk om met geavanceerde technieken pen. Vervoer van kernwapens op zee (bijvoorbeeld door nieuwe kernwapens te ontwikkelen. onderzeeërs bewapend met kernwapens) is echter wel toegestaan. H et grootste deel van het zuidelijk halfrond is inmiddels gedekt door deze zo nes.

Eenzijdige ontwapeningsstappen Na het einde van de Koude Oorlog werd een aantal eenzijdige ontwapeningsstappen genomen door zowel de vs als de Sovjetunie/Rusland zonder dat daar langdurige en gecompliceerde onderhandelingen aan vooraf gingen. President Bush verklaarde in september ' 99' dat alle tactische kernkoppen die op oorlogsschepen en marinevliegtuigen waren geplaatst (waaronder de nuclea ire dieptebommen en op zee gestationeerde kruisvluchtwapens), op land zouden worden gestationeerd of ontmanteld. Slechts een deel van de 'gewone' kernbommen (de tactische kernwapens) die door vliegtuigen naar hun doel worden gedragen, zou worden gehandhaafd. Daaronder ook de aan de NAVO toegewezen bommen, waaronder die op Volkelluchtmachtbasis in Nederland. Op strategisc h gebied verklaarde Bush dat een deel van de intercontinentale raketten op land (de Minuteman II) uit de alert status zou den worden gehaald en ontmanteld (onder alert status wordt onder andere verstaa n het gereed houden van wapensystemen om binnen enkele minuten gelanceerd te kunnen worden). Dit gold ook voor de strategische bommenwerpers, waarvan de bijbehorende kernbommen gescheiden werden opgeslagen. Totaal betrof het zo'n 1.000 strategische kernkoppen. Verdergaande stappen voor het reduceren van het aantal kernkoppen per raket bij een deel van de strategische raketten werden door Bush afhankelijk ges teld van nadere onderhandelingen. In oktober 1991 reageerde Gorbatsjov hierop met de verklaring dat Rusla nd alle tactische kernkoppen (zoals die voor de artillerie, korte afstanclsraketten en nucleaire landmijnen) zou ontmantelen. Dit werd door de nieuwe president JeItsin nogmaals bevestigd in februari 1992. Deze voortgaande onderhandelingen werden vergezeld door andere positieve ontwikkelingen elders in de wereld. Zo schafte Zuid-Mrika in 1993 haar kernwapens af en tekende het vervolgens het non-proliferatie verdrag. Daarmee werd Zuid-Afrika het eerste land dat zijn kernwapen s opgaf.

Tussen 1992 en 1995 vond besluitvorming inzake het Amerikaanse nucleaire beleid in besloten vergaderingen plaats. Pas veel later kon het gerenommeerde Amerikaan se blad Bulletin ofthe Atomie Scientists een reeks onthullingen doen over dit proces. Het Amerikaanse nucleaire beleid bleek niet zozeer gericht op het afschaffen van kernwapens, als wel het heroriënteren van de strijdkrachten op een flexibeler gebruik ervan. De herziening van het Amerikaanse nucleaire beleid, dat door sommigen werd gezien als een voorbode van afschaffing, werd in de militair-indu striële beleidsmachine omgebouwd tot een herziening van de strategie. Anders gezegd: men gi ng niet kijken hoe men de kernwapenvoorraden kon afbouwen, maar hoe men kernwapens kon inpassen in een nieuwe wereldorde. 1 Daarbij werd de politieke invloed aangewend van geavanceerde Amerikaanse laboratoria waarin tientallen kernbommen zijn ontwik-

4

jaargang 25

jASON Magazi ne •

Het keren van het tij Midden jaren negentig bereikte het momentum voor nucleaire ontwapening haar hoogtepunt en begon het getij te keren. De optimistische sfeer die na de Koude Oorlog heerste, liet aanvankelijk geen pessi misme toe. Pas in 1997 was men in bredere kring tot inzicht gekomen dat het proces van nucleaire onhvapening stokte, en in so mmige opzichten helemaal niet op gang was gekomen. Een zichtbaar teken van stagnatie was het voortdurende uitstel van de ratificatie van het STA RT 11 verdrag door de Russische Doema (tot de lente van 2000). Daar werd ook herhaaldel ijk op gewezen door de Westerse ambtenaren en deskundigen die zic h met deze problematiek bezighielden. Waar en op welk ogenblik de remmen op het proces gezet werden, is moeilijk te bepalen. In ieder geval speelde het opportunistische beleid van de kernwapen staten een belangrijke rol.

Amerikaanse nucleaire doctrine


Presidential Directive (po 60) van november 1997 werd vastgelegd. 6 ]n dit beleidsdocument werden ook mogelijke ni euwe vijanden geïdentificeerd. Het betrof zogenaamde 'boevenstaten' (men verwijst meestal naar Irak, Iran en Noord-Korea) die eventueel bereid zouden zijn om biologische of chemische vernietigingswapens in te zette n. Zulke staten, vonden de Amerikanen, mochten met kernwapens worden afgeschrikt. Sterker nog, in een handboek van de Joint ehieft ofStaffdat in 1996 werd verspreid (Doctrine for Joint Theater Operations, JP 312. I), werd vastgelegd dat kernwapens in dergelijke gevallen door de Amerikanen als eerste mochten worden ingezet (jirst use) . Dit alles maakte deel uit van een concept dat al eerder, dat wil zeggen vlak na het einde van de Koude Oorlog, bepalend was voor veel Amerikaanse beleidsoverwegingen. Deze zogenaamde counter-proliferation doctrine omvatte een reeks beleidsmaatregelen om de proliferatie van ma ssavernietigingswapens tegen te gaan. 7

keld en beproefd. Dat was onder meer te merken bij de totstandkoming van het zo bejubelde e TBT in 1996. Dat succes was namelijk alleen mogelijk omdat de kernwapenlobby van Amerikaanse politici garanties had gekre gen voor behoud van het nucleair-militaire complex. Hoewel het eTBT alom werd gezien als een stap op weg naar de totale afschaffing van kernwapens, zou dit niet onmiddellijk gebeuren. In de tussentijd moest de voorraad Amerikaanse kernkoppen worden beheerd (dat waren er begin 2000 I Q.500 van een wereldtotaal van 31. 535 in handen van de vijf officiële kernwapenstaten ).3 Hieronder werd verstaan: gereed houden voor inzet. Het programma waaronder dit gebeurde staat bekend als het Stockpile Stewardship Management Program . Het programma heeft een begroting van $4.5 miljard per jaar en een looptijd van vijftien jaar. Onder het programma worden geavanceerde computertechnologieën gebruikt om kernexplosies van bepaalde typen kernwapens te simuleren en om eerder genoemde sub- kritische proeven uit te voeren. Op deze mani er kon de immense voorsprong van de vs op dit gebied door het verdrag in stand worden gehou den. Landen zonder kernwapens kunnen immers onder het verdrag geen kernproeven doen en de meesten hebben nauwel ijks de beschikking over de boven beschreven technologie. Verder onthulden Amerikaanse anti - kernwapenaktivisten in 199 7 overheidsdocumenten waaruit bleek dat het Stockpile Stewardship programma ook bedoeld was om nieuwe typen kernwapens te ontwikkelen. 4 Dat de Amerikaanse Senaat in oktobe r 1999 toch nog tegen het eTBT stemde, had te maken met de wens van een co nse rvatieve en invloedrijke minderheid om met simulaties geen genoegen te nemen. Zij wilde de mogelijkheid behouden om echte proeven uit te voeren en vertrouwde er niet op dat het verdrag kernproeven in nieuwe kernwapenstaten zou verhinderen.

Nuclear Posture review Het Amerikaanse beleid had niet alleen betrekking op het bewaren van de kernkoppen zelf, maar ook op het militaire gebruik van de kernwapens. In 1993 werd door de regering een evaluatieproces (het Nuc/ear Posture Review) opgezet om de nucleaire doctrine te bestuderen. Na een interne bureaucratische strijd werd deze doctrine aangepast en uitgebreid. Men begon plannen te maken om staten die met massavernietigingwapens waren uitgerust, eve ntueel met kernwapens aan te vallen. ) Daarmee werd een loopje genomen met afspraken die in het kader van het NPV waren gemaa kt, de zogenaamde negative seeurtty assurances, om nooit ondertekenaars van het verdrag aan te vallen met kernwape ns. Het eventuele gebruik van de kernwapens zou daarnaast efficiënter moeten. Waar vroeger elke kernkop een bepaald doel kreeg toegewezen in de Sovjetunie, China of elders, werd nu door gebru ik van geavanceerde compu tertechnologie de mogelijkheid ope ngelaten om kernwapens op het laatste ogenblik te programmeren voor hun doel. Zo kon men volstaan met een veel flexi beler doctrine, de zogenaamde adaplive planning die in

JASON Magazine

Zouden ( tinton en voormali g secretaris-ge neraal van de NAVO Solan a. over nucleaire ontwa pening hebben gesproken?

_

nummer J 2000

5


National Missile Defense mijnden. Vooral het besluit van de NAVO om uit te breiSymbolisch voor de uni laterale stappen van de vs is het den, leidde tot verharding van de Ru ss ische positie. onderzoek naar de mogelijkheid om een raketschild te Door de radi cale verschuiving van de co nventionele bouwen dat heel Noord-Amerika afdekt tegen vijandekrachtsverhoudingen ten gunste van de NAVO en de ernlijke raketaanvallen. Het betreft een stige tekorten op de Ru ssische defen sieopgepoetste oude droom van voormal ig begroting kwam de Russisc he militaire , Nucleaire president Reagan en staat tegenwoord ig top tot de slotsom dat kernwapens een bekend als de National Missile DeJènse belangrijke rol moe sten krijgen ter com(NMD). Al sedert de lente poogt de Ameontwapening pensatie van de conventionele zwakte. rikaanse regering om het eerder genoemDe behandeling van het START lI -verde ABM-verdrag te wijzigen om een antiis voor Frankrijk drag in het Ru ss ische parlement, de raketschild mogelijk te maken. Dit kan Doema, werd tu ssen 1995 en 1998 keer helemaal niet alleen door medewerking van Rusland. op keer uitgesteld. Tenslotte werd een Buiten de YS bestaan echter grote strategi sche doctrine aangenomen waarbezwaren tegen een raketschi ld. Bij de aan de orde. ' van het gebruik van kernwapens een Europese bondgenoten van de vs zijn de wezenlijk onderdeel vormde, inclusief bezwaren zwaar genoeg om de totstandhet gebruik (als eerste) ervan. koming van een beleid hierover in de Europese Unie te Ook in Ru sland was, na de eerste kernproeven in verhinderen. Vast staat dat de Duitse regering de bouw 1949, een militair- industrieel complex ontstaan. Een van een schild beschouwt als een ontwrichting van het cruciaal verschil met de vs was dat de kernwapenlaborastrategisc he evenwicht. Ook het Verenigd Koninkrijk, toria in de Sovjetunie geen politieke macht konde n ontdat geacht wordt een deel van de noodzakelijke radarfawikkelen om hun voortbestaan te garanderen. Het ciliteiten op haar grondgebied toe te staan heeft het kernwapenbeleid was vooral in handen van de commuNMD bij monde van een parlementair rapport in tvájfel nisti sche partijleiding. Toen de nieuwe regerende elite getrokken. 8 geen prioriteit meer toekende aan het onderhouden van Ook China en Rusland hebben zo hun bezwaren. die nucleaire infrastructuur, ontstonden er onmiddellijk China beschouwt het plan als primair tegen haar problemen. De kernwapens die waren opgeslagen in gericht, omdat via de NMD de mogelijkheid van een Chidepots op het grondgebied van de voormalige Sovjetnese nucleai re tegenaanval op Amerikaans grondgebied unie en zijn voormalige bondgenoten moesten, bijvoorin antwoord op een Amerikaanse nucleaire aanval vollebeeld, worden teruggehaald naar de Ru ss ische Federadig wordt uitgesloten. Rusland houdt een kleine slag om tie. Dit veroorzaakte overbelasting van de bestaande de arm in haar oppositie, maar deze houdt nog wel sta nd depots. tot na de Amerikaanse presidentsverkiezingen. De financ iële problemen die werden veroorzaakt De anti-raket kwestie is bovendien nog gecompliceerdoor het in elkaar storten van het oude systeem hadden der omdat een aantal beperktere raketschilden, bijvoorvergaande gevolgen voor het militaire en bureaucratibeeld een Theatre Missile Defense boven Europa tegen sche apparaat dat de kernwapen s moest verzorgen. Het middellange afstandsraketten afkomstig uit bijvoorbeeld langzame proces van desintegratie waaronder het hele het Midden-Oosten, of een Theatre High Altitude evenmilitaire apparaat van Ru sland leed, liet ook zijn sporen eens in aanbouw zijn en op den duur misschien met het na in de waarschuwings- en beheerssysteme n van de NMD gecombineerd kunnen worden. 9 nucleaire strijdkrach ten. Door de geri nge financiële middelen werd een deel van de bewaking overbelast. Het is niet uitgesloten dat in die periode een aantal Rusland kernkoppen zijn ges tolen, hoewel hiervoor nooit doorNet als in de vs vonden ook in de Ru ssische Federatie slaggevende bewijzen zijn geleverd. 10 ontwikkelingen plaats die de trend naar nucleaire ontHet verval van het militaire complex was mogelijk mede-oorzaak van het nucleaire alarm dat begin 1995 wapening aan het begin van de jaren negentig onderbijna tot een kernoorlog leidde. Een lan cering van een Noors-Amerikaanse meteorologische raket vanuit de Noorse zee werd door Ru ssische radarposten geïnterpreteerd als de openingszet voor een kernaanval op Rusland. Het centrale waarschuwingssysteem werd in werking gesteld en de procedures voor het afvuren van een nucleaire aanval werden doorlopen, totdat deze vijftien minuten voor lancering werden afgebroken toen bleek dat het om vals alarm ging.!! Dergelij k vals alarm schij nt in de laatste jaren ook op lager niveau in de nuclea ire raketstrijdksachten plaats te hebben gevonden. Volgens recente persberichten zijn de Ru ssische waarschuwingsatellieten niet meer in staat om 24 uursdekking te geven van de Amerikaanse lanceersilo's. Dit

6

lAS OH Magazine _ jaargang

25


bouwd. Het arsenaal van l sraël wordt geschat op zo'n 200 kernkoppen. Het betreft deel s door vliegtuigen, deels door raketten en deel s door artillerie in te zetten kernkoppen. Volgens recente persberichten wordt ook een nucleair kruisvluchtwapen ontwikkeld voor lancering vanaf onderzeeërs. 17 India en Pakistan hebben veel kleinere arsenalen, geschat op enkele tientallen, die nog niet volledig inzetbaar zijn. Ze zijn daarmee echter niet minder gevaarlijk, gezien de permanente crisis tusse n de twee landen.

betekent dat het Ru ss ische opperbevel in een crisis deels blind is en dus onder grote druk zal staan om haar eigen systemen te lanceren. De desintegratie van de waarsc huwingssytemen is op zichzelf een gevaarlijke ontwikkeling die de nucleaire onveiligheid vergroot. Bovendien heeft Rusland sedertdien de kernwapen s weCf een centrale rol in haar strategie gegeven. Jl

Andere kernwapenstaten

Naast de vs handhaven ook tvvcc Europese staten onafhankelijke nucleaire strijdmachten binnen de NAVO, Verzet tegen een hern ieuwde nucleaire namelijk het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. Dit trio wapenwedloop verzet zich vastberaden tegen daadwerkelijke stappen om afstand te doen van het nucleaire beleid van het Het verzet tegen deze ontwikkeling kwam langzaam op bondgenootschap. gang maar ontwikkelde in 1996 een nieuw momentum. Zoals door zoveel NAvo-woordvoerders wordt ook In dat jaar schudden Franse kernproeven de publieke door Britse beleidsmakers steeds gesteld dat de Britse opinie wakker. In juli resulteerde de inspanningen van kernwapen s tot een officiële kernwapen staat behoren en drie vredesorganisaties in de uitspraak van het Internadus geen belemmering zijn voor het navolgen van het tionaal Gerechtshof dat het dreigen met, en het gebruik NPV. De Britse Labour- regering handhaaft haar kern van kernwapen s illegaal verklaarde. Prominente politici wapens als hoeksteen van de nationale veiligheid en als en militaire kop stukken spra ken zich bij verschillende bijdrage aan de NAVO atoomtaken. Ze heeft echter te gelegenheden uit voor verdergaande kern ontwapening. kampen met grote tege nstand vanuit haar eigen aanOndanks de grote weerstand van de kernwapen staten is hang, die immers jarenlang eenzijdige nucleaire ontwain de afgelopen jaren op diverse niveaus de druk voor pening heeft ondersteund. Het aantal kernkoppen verdergaande ontwapening toegenomen. beschikbaar voor de Trident-o nderzeeërs is de afgeloNiet alleen vanuit niet-gouvernementele organisaties pen jaren dan ook licht verminderd. IJ De lanceerge(NGO'S) en het Internationaal Gerechtshof werden zorgen geuit over de dreiging van kernwapens. In augustus reedheid (notificaûo n to jire) zou zelfs substantieel verminderd zijn. Desalniettemin toont het Verenigd 1996 werd het zogenaamde Canberra-rapport uitgeKoninkrijk zich een trouwe deelnemer aan het kernwabracht. ls Dit rapport was geschreven door een doo r de pengezelsc hap in de NAVO. Australisc he regering gesponsorde commissie bestaande uit zeventien vooraanstaande personen waaronder mili Franse regeringen hebben herhaaldelijk verklaard dat Franse kernwapens besc hikbaar zijn voor een eventueel taire gezagvoerders al s Generaal Lee Butler, voormalig toekomstig Europees leger. Recentelijk werd dit nog bevelhebber van de Amerikaanse nucleaire strijdkrach door mini ster Védrine van Buitenlandse ten; Robert McNamara, de Amerikaanse Zaken in een interview met de Italiaanse minister van Defensie tijden s de Cubakrant Republica herhaald. " De Franse 'In 1996 schudden crisis in 1962; Lord Carver, voormalig slagkracht bestaat momenteel uit raketChef Defensiestaf in Groot-Brittannië; Franse kernproeven ten die door door onderzeeërs worden Michel Rocard, voormalig premier van gelanceerd en middellange afstandswaFrankrijk. Ander leden van de commissie de publieke opinie pens die door Franse vliegtuigen naar waren Nobelprijs -winnaar Jose ph Rothun doel worden gebracht. Nucleaire bI at, kapitein Jacques Cousteau en coontwapening is voor Frankrijk helemaal wakker. ' president Ron M cCoy van de Internaniet aan de orde. 1nregendeel, de sys tetional Physicians Jar the Preventiol1 of men bevinden zich midden in een Nuc/ear War. Het Canberra-rapport stelt moderni ser ingsproces. Wat de Franse regering betreft, dat: 'De ri sico's van het handhaven van de arsenalen moeten de nucleaire supermachten hun eigen voorraad kernwapen s wegen veel zwaarder dan enig voordeel toekernkoppen substantieel verminderen, voordat de Frangeschreven aan nucleaire afschrikking (... ) Het einde sen dat doen. 15 van de Koude Oorlog heeft een nieuwe mogelijkheid De Chinese regering heeft er gee n behoefte aan om voor internationale stappen naar kernontwapening over redu ctie s te onderhandelen totdat de niveaus van de gecreëerd. Deze mogelijkheid moet snel worden uitgevs en Rusland afdoende gedaald zijn via de START onderbuit voordat het te laat is.' handelingen. De omvang van het Chinese arsenaal is echOp 5 december 1996 volgde er een verklaring inza ke ter beperkt: deze is vergelijkbaar in omvang met die van kernwapens vanuit de hoek van voormalige militaire de Franse en Britse krijgsmacht. In de tussentijd hand(opper)bevclhebbers. " Maar liefst 61 voormalige genehaaft het land het huidige aantal kernkoppen (meer dan raals en admiraals uit zeventien landen ondertekenden 400) en moderni seert het de draagsystemen. 16 de Statement on Nuc/ear Weapons. In de verklaring wordt Naast de 'e rkende' vijf kernwapenstaten zijn er drie gesteld dat ondanks het gunstige klimaat dat is ontstaan landen die een eigen kernwapenarse naal hebben opgedoor het einde van de Koude Oorlog, kernontwapening

JASO N M agazi n e

nummer J

2000

7


Bijeenkomst in 1962 van de Ministers van Defensie van de NAvo-landen, tijdens een vergadering van de North Atlantic CouncU

vrijwel niet dichterbij komt. De verklaring begint met de constatering dat de ondertekenaars als militaire bevelhebbers hun leven gewijd hebben aan nationale veiligheid van landen en mensen, maar dat de blijvende aanwezigheid van kernwapens in wapenarsenalen en de continue dreiging dat meerdere landen deze wapens in bezit krijgen, een gevaar voor de wereldvrede vormen en voor de vei ligheid van de mensheid die zij juist probeerden te beschermen. In de verklaring doen zij een aanbeveling om de voorraden kernwapens drastisch te reduceren tot hooguit 1.500 kernkoppen voor de vs en Rusland elk, de bestaande kernwapens geleidelijk van hun alert status te halen en de internationale nucleaire politiek op de lange termijn uit te laten gaan van het principe van continue, totale en onomkeerbare afschaffing van kernwapens. In vergelijking met de Canberra-commissie is de groep ondertekenaars van de Statement on Nuc/ear Weapo1lS veel omvangrijke r. Onder hen bevinden zich ach ttien Russen en zeventien Amerikanen. Bekende namen zijn: Alexander Lebed (Jeltsins voormalige nationale ve iligheidsadvi seur), Andrew Goodpaster (voormalig NAvo-opperbevelhebber), Charles Homer (bevelhebbe r van de geallieerde luchtmacht tijden s de eerste Golfoorlog), en de van de Canberra-commissie bekende Lee Butler. Generaal Lee Butler zei over de theorie van nucleaire afschrikking: 1(. .. )

H et was kostbaar, verkeerd en gevaarlijk ... gebaseerd op onverantwoorde opvattingen, onbewezen beweringen en logische tegenstrijdigheden. Tijdens de Koude Oorlog had dit ons vermogen tot rationeel denken buiten werking gesteld.' Naast het Canberra-rapport en de verklaring van de voormalige (opper)bevelhebbers werd op 2 februari 1998 een verklaring van 1 20 voorm alige politici geprese nteerd. 20 De verklaring ligt in het verlengde van het rapport van de Canberra-commissie waaraan ook wordt gerefereerd. Onder de 120 namen behoren die van Nelson Mandela, Jimmy Carter, Lord Callaghan, Helmut Schmidt, maar ook de Nederlandse oud-premiers Van Agt en Lubbers en oud-vicepremier Terlouw.

8

jaargang 25

,ASOH Magazine _

New Agenda Coalition (NAC) Een andere, minder radicale stap, bedoeld om een aantal bondgenoten van de kernwapenstaten over de streep te trekken, werd gezet op 9 juni 1998 toen een achttal landen een verklaring aflegden waarin zij een reeks tussenstappen naar nucleaire o ntwapening noemden. Dit verbond bestond uit Brazi liĂŤ, Egypte, Mexico, Ierland, Nieuw-Zeeland, SloveniĂŤ, Zuid-Afrika en Zweden en werd de NewAgenda Coa/ition (NAC) genoemd, naar de titel van door hen bij de Verenigde Naties (VN) inge-


ee n aantal landen. Daarbij speelde, ze ker sedert het einde van de Koude O orlog, artikel VI van het NPV ee n belangrijke rol: de belofte om nu cleair te ontwapenen. O ok bij de onderhand elinge n over ee n onbeperkte ve rlenging van het NPV in 1995 stond deze belofte ce ntraal. De meerderh eid van de staten di e wa ren betrokken bij de onderh andelen waren bereid om nucleaire bewapening uit te sluiten mits de offICiĂŤle kernwapenstaten daadwerkelijk naar nucleaire ontwapening zouden streve n en de andere staten garanti es zoud en geve n da t ze ni et met kernwapen s zouden worden aa ngevallen. Beide garanties zijn gegeven, maar met omslachtige fo rmuleringe n di e verschillende interpretaties openhouden. Er werd geen tijdpad ge noe md voo r nucleaire ontwape ning en de zoge naamde negati eve veiligheidsgaranties werd en ni et in het ve rdrag zelf maar in ee n resolutie van de Veiligheidsraad vastge legd. U it latere ve rklaringe n, va n zowel de vs al s Ru sland , blee k dat deze landen de mogelij kh eid voo r ee n jirst use va n kernwapens onder bepaalde omstandigheden openli eten. O ok tegen mede onder tekenaars va n het NPV. H et nucleaire beleid va n zowel de kernwapenstaten als het NAvo-bo ndgenoo tschap geve n aa nleiding tot pessimisme over eve ntuele kanse n op nucleaire on tw apening. Tussen 1991 en 1999 is de nucleaire doctrin e ni et veranderd. In esse ntie bestaat zij uit de mogelijkheid om als eerste toe te kunnen slaa n met kernwapens. Hoewel de ondertekenaars va n het NPV hiervan in pri ncipe gevrijwaard zijn doo r middel van negatieve ve iligheidsgaranties, worden er met name doo r Amerikaa nse rege ringswoo rdvoerders regelmati g uitspra ken gedaa n di e daar tw ijfels over oproepen. Zij wijzen daarbij voo ral op het dreige nde gevaar van de zoge naamde ' boeve nstaten' . D aarn aast bestaat er op zijn minst enige onzekerheid over de precieze omstand igheden waaronder kern wa pens doo r de NAVO ku nnen worden ingezet. Nog ernstige r is de hardn ekkigheid waarm ee het bondge nootschap vasthoudt aan kernwapens. D at gaat zo ve r dat ee n zestal land en aa nge merkt zijn als co-gebruiker. D at beteken t dat deze landen piloten opleiden om kernwapens in te zetten, kernbomrnen op hun grondge bied

diende resoluties: Towards a NucJear Weapon Free World: the needfora new agenda .

In de resoluties beschrijve n de NAc -la nden dat kern wapenstaten nu al stappen ri chting ontwapening kun nen nemen zoal s bijvoorbeeld het de-alerten va n kern wapens doo r ze te scheiden van hun draagsystemen. H et gereedhouden voo r onmiddellijke lancering va n 5 .000 kernkoppen is onnodi g nu de Koude O orl og voorbij is en ve rtraagt het proces van norm alisati e van de Am eri kaan s- Russisc he relati es; door het handh aven van de alert status blijft het ri sico bes taan van ee n onbedoelde lanceri ng. De NAc-resoluties, die in he t najaar van 1998 en 1999 met grote mee rderheid werden aangenomen in de Algemene Vergadering van de VN, waren gebasee rd op de oorspronkelijke ve rklaring, maar omwille van het werve n va n bredere politieke steun engiszins gewijzigd. 21 Al om zijn de NAc- resoluties erkend als de resolu t ies met het grootste politieke effect. Z ij werden in 1999 aangenomen in het VN Assembl ee met 1 1 1 stemm en voor, 13 tege n en 39 onthoudingen. D e meerderheid van de NAvo-lande n onthield zich va n stemming. Slechts de drie kernwapenstate n alsmede H ongarije en Polen stern de n tegen.

Tot slot Tien jaar na het einde van de Koude Oo rlog zij n er dus nog steeds kernwapens. Het zijn er mi nder dan in 1989 , maa r dit positieve gegeve n wordt teniet geda an doo r het voorbestaan va n het co ncept van nucleaire afschrikking als kernbegrip van de nati onale ve iligheid van de kern wapenstaten. D uizende n ra ketten staan nog steeds klaa r orn , indien nodig, binnen luttele rn inuten gelancee rd te kunnen worden. Intusse n zij n cr drie kermvapenstaten bijge komen (India, IsraĂŤl en Paki sta n) en wordt er ve rm oedelijk in ee n aantal andere landen naar gestreefd om ze in bezit te krij gen cq. te ontwikkele n. D e bedoeli ng va n het stelsel van wapenbehee rsi ngsve rdrage n was en is om het gevaar van nucle aire oorl oge n bi nnen de pe rke n te houden. H et is effecti ef geweest in het inperken van de mil itaire nucleaire am bities van

staat profileert. De antwoorden vall minister van Buitenlandse Zaken 'Uall A artsen op vragen van de Tweede Kamer gaan ovtr definities en interpretaties die weinig meer met dl' werkelijkheid te maken lijken te hebben. Zo antwoordde hij op de vraag naar de verhouding tussen de negatieve veiligheidsgaranties erl het co-gebruikerschap dat Nederland nooit daadwerkelijk de controle over de wapens krijgt, ook niet als WI Nederlandse piloot in een Nederlands vliegtuig uafwerpl. In het najaar van 2000 xal de kwestie van het nucleaire beleid van de NAVO weer aan de orde komen. Het zogenaamde 'paragraafJ2 proces: dat een soort evaluatie 'Uan htl nucleaire beleid van de NAVO behelst, xal resulteren in em rapport aan de NAvo-mini!tc"aad in december. Dit wl kritische NAVO-lidstaten een uitgelezen mogelijkheid bieden om de kwestie van de nucleaire strategie opnieuw aan de orde te stt/1(11.

Via het nucleaire beleid van de NAVO is Nederland op een directe manier betrokjun bij de kernwapenstrategie van de kernwapens/aten. Deu betroldunheid bataat niel alleen uil deelname aan hel opstellen van plannen die gebruikt kunnen wordm voor nucleaire oorlogvoering, maar ook door directe participatie van Nederlandse luchtmachtpilotm. Deu z.ouden daarvoor gebruik maken van de kernbommen op luchtmachtbasis VolkeI. Daar liggen nog tussen de 1 0 en 20 atoombommen, die door de op VaIkeI gata/ioneerde Nederlandst F-16 gevechlsvliegtuigert kunnen worden ingeul. Omdat htl formal Amerikaanse bommen zijn, wordt door de Nederlandse regering gesteld dat er gem sprake js van overtreding van het N PV (waarin in artikt.11 mil overdracht en ontvangst van nucleaire wapens expliciet wordt vtrboden). Een groot deel van de mede-olld~rtekenaars denkt daar echter anders over. Z e stellen dat Nederland onder de nucleaire paraplu van de NAVO schuilt terwijl ze zichzelf tegelijkertijd als niet-kernwapen-

jASON Magazine

.

lIumm er 3

2000

9


H et is ee n feit dat de uitvinding van de kernwapentechnologie ni et meer ongedaan kan wo rden gemaakt. H et gevolg hiervan hoeft echter ni et te zijn dat de veiligheid van de mensheid voor de voo rzienbare toekomst gebaseerd moet zijn op een doctrine die in laatste instan tie haar volledige uitroeiing tot gevolg heeft.

toelaten en sa men met de andere lidstaten deelnemen aan de het opstellen van plannen die gebruikt kunnen worden voor nucleaire oorlogvoering. ederland is er één van. H et zal gee n verbazing wekken dat de rest van de wereld dit beschouwt als een sc hending van het NPV, waarin de ove rdracht van kernwapentechnologie aan niet-kernwape nstaten expliciet wordt verboden. Bovendien staat er in het verdrag dat alle ondertekenaars serieuze stappen naar nucleaire ontwape ning moeten zetten. Op de tusse ntijdse evaluatieconferenties van het N PV wordt dan ook keer op keer kriti ek geu it op het nucleaire beleid van de NAVO . Vermoedelij k heeft deze kritiek tot gevolg ge had dat de NAVO haar eige n nucleaire beleid aan een soort evaluatie heeft onderworpe n, het zoge naamde 'paragraaf 32 proces'.

Ko~~/

Relevante internet-sites 'UnU'W.basicint.org 'W'WW.am;nym.org. uk http://usinfo·state.gov www.nato.int 'WWW.nrdc.org/nuc/ear W'W'W. nautilus.org www.bz.minbuza.nl .WWW.pariement.nl 'UI'W'W. ransa(. nl

Concluderend kunnen we stellen dat de recente gesc hiedenis van de kernwapenwedloop wordt gekenmerkt door twee krachten. Enerzijds is er sprake van ee n multi laterale internationale kracht, die probeert de kernwapenwedloop via verdragen terug te dringen, anderzijds is er sprake van een unilaterale kracht, waarin de kernwapenstaten, de vs voorop, kiezen voor het afbreken van dit moeizaam opgebouwde verdragenstelseL

Noten 1

8

De gegevens ove r de verdragen komen uit de selevante uitgaven van het S IPR I jaarboek jaarlijkse uitgave van het

9

Stockholm International Peace Research Institute, Zweden, bij Oxford 2

University Press. Z ie 'D angerous Directions' (W illiam

Notcs,

GR IP

Frankrij k. 'Taking Nuclcar Weapons off Hair-

Jan/Feb 2000,p 51-57 'That Old Designing Fe1Jer' (Greg Mello) 5 Bulletin oftheAtomie Scientists Nov/ D cc 1997 p.22 'What's "Ncw"?'

en p.67 Washington Post 7 dec 1997 Zie: 'Report on Non- Proliftratiotl and Counter-ProliJeratioll, Activities and Programs' mei 1994, Dcpa rtment of D efen se.

10

onde rzoe ksrapporr 98'5) Utrecht , Was hi ngton, Berlin 1998. 16 'China cyes NATO'S nuclear doctrine', D r. Ehsa n Ahrari,Jane's Jntelligence

NATO

en Ru ssic', André Dumoulin, in Damoclès, nr 79 1998, Lyon,

Trigger Alert', Bruce G. Blair, H arold A. Feiveson, Frank N. von H ippel, Scient ific America n, November 1997. 12 ' Russ ia Raises Nuclear Thrcat',

Jan T raynor, The Guardian 14.01.2000

M arch! April 2000, p 79

6

Defe nce Plans';

the Atomi e ScÎenrisrs March/ April 1998; cn 'S marter Bombs, fewer nukes'

ti sts Nov/ Dcc 1998. Bulletin ofthe Atomie Scientists

en 'Ru ssia's Miss ile Warning Sysrem is Decaying' J. Landay, M iami I-l erald 09.01.2000 '3 Hoofdstu k twee 'Onze nuclcajre toekomsr' (vertal ing van BASIC-BITS onderzoeksrapport 98.5)

'4

Nuclear Force', Reu tcrs 12.07.2000

'5 Hoofdstuk drie 'Onze nucleaire toe-

M .Arkin , H ans Kristensen) Bulletin of 11

'France Floars (dca ofSÎngle European

destruction 25 July 2000, London 'NATO steps ahead with Theatre Miss ile 28 July 2000, CESD, Brussels

4 Bulletin ofthe Atomie Scientists

7

Select Commirree on Foreign Affairs Eigth Report; Weapons of Mass

10 'Essai d'évaluation des armes nucléaires

(Andrew F.Krcpinevich, Steven M. Kosiak) Bulletin of the Atomic Scien -

3

Kost" is "udrw"*" hij Ixl Projnl 011 EUro/,,1I1I Nurüor NOII- Prolif"Olioll-

N~llxr"mdJ ( I'ENN-NL)

Utrecht, Washington, Berlin 1998. 'Nuclear Weapons in the European Union', Martin Butcher, Centre for European Securiry and Disarmament nr. 5/May 1996, Brussels; en

JASOH Magazine •

jaargang 25

komst' (vertaling va n BA S IC-B ITS

Review, April 1999. ' '7 Israel Makes Nuclear Waves with Sub Missilc Test' Sunday Ti mes 18.06.2000 18 'Tb c Ca nberra Com miss ion on the

elimination of nuclear weapons', 14 Augusr 1996, Canberra, Ausrralia. 'Starement on Nuclear Weapons by 19 International Generals anel AdmiraIs' 5 Decembe r 1996 20 'Statement on Nuclear Wcapons by International C ivil ian Leaders 2 February 1998. 21 UN Gene ral Asse mbly:

'Towards a nuclear-free world: the need for a new agenda' UNGAI 5.,1 54-G (L. , 8).


Europa is in 'full swing' Caspar Veldkamp

Volgens Caspar Veldkamp is de dynamiek van het Europese integratieproces groot. Het Europese project is in volle aanbouwen ondergaat verbouwing tegelijkertijd: verdieping, uitbreiding en institutionele hervormingen. Het belang van een sterke positie van Europa in de wereld neemt toe, evenals het belang van nieuwe integratiemethoden, die de diversiteit van Europa als uitgangspunt nemen. Een overzicht van het Europese werk in uitvoering.

D

e Europese integratie verkeert in een dynamische fase. De Monetaire Unie is van start gegaan. Er is steed s verdergaande sa menwerking en integratie op sociaal-economi sch gebied . Eind 1999 heeft de Europese sa menwerlcing op het geb ied van politie, justitie, asiel en migratie nieuwe impulse n ge krege n. Europese regeringsleiders hebben op hun top van Lissabon afgelopen maart aandacht besteed aan ICT en de kenni seconomie. En, tenslotte, op het te rrein van Europees vciligheids- en defensiebeleid worden gro te stappen gezet.

Uitbreiding Toch moe t Europa nog aan zijn grootste project begi nnen: de uitbreiding van de Europese Unie. Dertien lan den, waarvan inmiddels twaalf onderhandelen, bereiden zich voor op een toekom stig Eu-lidmaatschap. De verwachting is dat de Unie al over een paar jaar de eerste landen zal kunn en laten toetred en. Waarom is die uitbreiding zo belangrijk? Ze is, kortweg, te beschouwen als een hi sto ri sc h imperatief; een doel waarover geen twijfel meer kan bestaan. De morele en hi stori sche redenen z ijn ev ident. Van groot belang is de kan s om stabiliteit en vrede in Midden- en OostEuropa te waarborgen. Nu al heeft het perspectief van toet reding een di sciplinerende werking op de kandi daat- lidstaten. Democrati sche transformatie, volwaardige positie van minderheden, goede betrekkinge n met buurlanden, gezond eco nomisc h beleid: voorwaarden die langzaam maar ze ker wortel schieten in de meeste landen van Midden-Europa. Maar uitbreiding moet niet alleen worden gezien in de context van stabiliteit. Uitbreiding brengt ook economische kan sen met zich mee. Niet alleen de kandidaat- lidstaten hebben er voordeel bij; ook West- Europa en het We st- Europese bedrijfsleven profiteren ervan. Een grotere interne markt - uiteindelijk zullen zo' n honderd miljoen men -

,ASON Magazine •

se n toetreden - biedt enorme econom ische mogelijkheden voor allen. Dit zal de concurrentiekracht en posi tie van Europa in de wereld versterken.

Het Eu ropa-debat Tot zover de potentiële winst, de kanse n. M aar de uitbreiding roept ook vragen op. Zoals de vaak ges telde vraag of de EU wel is toegerust om ook met vijfentwintig of meer lidstaten voortgang te maken. Zijn de bestaan de structuren en instellingen nog toereikend ? En: waarheen dient de Unie zich uiteindelijk te ontwikkelen? Dat zijn gee n vragen die uitsluitend voor de Bühne worden gesteld. Het betreft fundamentele vraags tukken die bepalend zijn voor het toekom stige karakter van de Unie. Het is essentieel dat daarover het debat nu wordt gevoerd. Joschka Fischer, de g roene Duitse mini ster va n buitenlandse zaken, heeft het debat o nlangs ee n belangrijke impuls gegeven. De voordracht die hij een paar maanden geleden hi eld voor de Humboldt Universiteit in Berl ijn, resoneerde in heel Europa. Dat komt ni et eens zozeer door de precieze inhoud van Fischers stel lingen (die vaak meerduidig zijn en soms als ronduit inconsistent kunnen worden besc houwd), maar voo ral vanwege de alge meen gedeelde zorg over de toekomst van Europa. Fischer heeft die zorg tot uitdrukking gebracht. Ook de Franse president, Jacques Chirac, heeft ee n bijdrage aan het debat geleverd door middel van een rede voor de Duitse Bondsdag. Ook op zijn ideeën is een en ander af te dingen. Ook hij appe ll eerd e aan de toenemende zorg over de vitali te it van wat in Frankrijk 'Ia cOllStruction EuroPéenne' heet. Blijkbaar raakt men doordrongen van waar we in Europa nu voor staan: de uitbreiding van de Europese Uni e, de invoering van de (chartale) euro, die in 2002 de nationale munten zal vervangen , de hervorming van de instellingen van de Unie, zoals de Raad en de Commiss ie en het

nummer 3 2000

11


versterken van de eigen Europese defensiecapaciteit, in uitgebreide Europese Unie kan alleen functioneren als samenspraak met de NAVO. Daarnaast het gereed maken zoveel mogelijk besluiten op d ie manier worden genovan Europa voor de kennissamenleving en - in combimen. Nederland zet zich daarvoo r in. natie met een open houding - voor een Op sommige terre inen is het van sterke plaats in een wereld die wordt belang dat Europese lidstaten hechter gekenmerkt door mondialisering. 'Voor hardlopers kunnen samenwerken, dat wil zeggen Aan al die amb itieuze projecten, met diepgaander kunnen integreren, dan an de uitbreiding voorop, wordt in Europa moet het startschot dere. Het gaat om nauwere sa menwergewerkt. Zelfs tegelijkertijd. De Euroking tussen lidstaten in avant-gardes die pese integratie dringt zowel door tot de eerder kunnen zich per beleidsterrein kunnen vormen kern van het Europese continent als tot en waarvan de bedoeling is dat ze een de kern van onze nationale bevoegdhevoortrekkersrol gaan spelen voor de rest worden gegeven.' den. We beginnen een idee te krijgen van de Unie. Nederland is sterk voorvan de gevolgen van de lopende projecstander van dergelijke flexibiliteit. Wat ten. Daarover nadenken voegt nieuwe dimensies toe. In Nederland betreft krijgt zo'n nauwere samenwerking zekere zin zijn we in Europa verbaasd over onze eigen gestalte binnen het Eu-verdrag. Deze avant-gardes moed. We voelen de urgentie van het Europese integramoeten volgens Nederland bovendien open van ka raktieproces. Het Franse voorzitterschap van de EU, dat ter zijn. Iedere lidstaat die wil en kan meedoen moet afgelopen juli van start ging, zal zowel radicaal als pragzich op elk moment kunnen aansluiten. Dat is essenmatisch - dat hoeft geen tegenstelling te zijn - te werk tieel om de aantrekkingskracht van de kopgroep te vermoeten gaan om institutionele hervorming tot stand te zekeren en daarmee de dynamiek van de Europese intebrengen. I n het licht van de uitbreiding van de EU moet gratie te waarborgen. We moeten voorkomen dat de worden gezorgd voor een behoud van effectiviteit, voortgang in Europa wordt belemmerd omdat gewacht dynamiek en capaciteit tot verdere integratie. Dat vermoet worden tot alle deelnemers aan de start zijn vereist een versterking van de Europese instellingen. Die sc henen. Een dergelijke inzet past bij het Nederlandse vormen een hoeksteen van het succes van het Europese streven: de uitbreiding van de Europese Unie en tegelijeenwordingsproces. kertijd de dynamiek van Europa waarborgen en versterken.

Hervorming van de Europese Unie Sterkere positie van Europa in de wereld

De hervorming en dus versterking van de institutionele vormgeving van de Unie, staat boven aan de agenda van de komende maanden. In februari jl. ging een Intergouvernementele Conferentie (IGC) van start die moet uitmonden in een waardige opvolger van de verdragen van Maastricht (1992) en Amsterdam (1997). De 15 llUidige Eu-lidstaten moeten er begin december, op de Europese top in Nice, onder Franse regie uit zien te komen. De belangrijkste aandachtspunten kunnen als volgt worden samengevat. Het gaat hier so ms om technische, maar vaak tegelijkertijd om politiek gevoelige onderwerpen. Ten eerste zal moeten worden voorkomen dat een aantal organen binnen de Europese Unie bezwijkt onder de eigen werkzaamheden. Het Europese Hof van Justitie bijvoorbeeld kan het steeds grotere aantal verzoeken om prejudicieel advies nauwelijks meer aan. Dat moet anders, want burgers en bedrijven mogen niet jaren op uitsluitsel bij juridische problemen blijven wachten. Ten tweede is het de vraag of ieder land een 'eigen Bolkestein' in Brussel zal moeten behouden (de grote lidstaten hebben cr zelfs rwee). Zo ja, dan groeit de Europese Commissie, het dagelijks bestuur van de Europese Unie, volgens so mmigen tot inefficiënte omvang. Een derde di scussiepunt is de stemverdcling tussen lidstaten in de Europese ministerraden. Die moet - vindt ook Nederland - meer rekening houden met de bevolkingsomvang. Ten vierde moet besluitvorming in de Unie efficiënter, dus vaker met (gekwalificeerde) meerderheid van stemmen plaatsvinden. Een

De Europese Unie staat dus voor de opdracht haar structuren te versterken zodat ook de uitgebreide Unie sterk en efficiënt zal kunnen zijn. Zo'n uitgebreide Unie zal meer aandacht moeten besteden aan haar nieuwe buren, in het Oosten en het Zuiden. Ten eerste de Balkan. Die regio vormt een belangrijk deel van Europa en valt daarmee onder Europese verantwoordelijkheid. Die nemen we ook, als we kijken naar wat de EU en de lidstaten al doen aan troepenlcverantie, wederopbouwhulp en stappen naar integratie. Heel langzaam gaat het er beter. Zie Kroatië, waar de u-turn nu wordt gemaakt. Over Servië kunnen we nog niet zo optimisti sch zijn. Maar Milosevic kent zijn bestemming: die heet Den Haag. Meer aandacht voor de landen om de Unie heen betekent ook meer belangstelling voor nieuwe oosterburen: Oekraïne, Belarus en vooral Rusland. Aan de plaats van Rusland in Europa moet veel aandacht worden besteed. Ru sland zit in een moe ilijke overgangsperiode. Ru ssische Europa-deskundigen geven so ms zelf aan dat Russe n moeten leren denken over Europa, samenwerking en integratie op een voor hen geheel nieuwe manier: niet over het integreren van anderen in Ru sland, maar over het integreren van Ru sland in grotere stru cturen. Rusland mag nooit marginaliseren. De EU en de NAVO moeten er ten volle mee samenwerken. In de OVSE en andere structuren moet Ru sland een volwaardige plaats hebben. Wie om de toekomst van Europa geeft, moet zich om Rusland bekommeren. Ten derde Europa's zuiderburen. De landen van Noord-Afrika, vooral van de zoge heten

12

jaargang 25

JASO H Magazi ne •


De 'wi jze mannen' Jean-Luc Dehaene, Richard von Weizsäcker en Lord Simon presenteren hun voorstel voor institutionele hervorming van de EU aan Romano Prodi, oktober 1999.

dige (en oud-Witte H uis-medewerker) Ivo Daalder Maghreb, zijn voor Europa van geostrategisch belang. I n deze landen is nog veel te doen aan economische libeterecht. Het probleem voor Washington is veeleer dat rali sering en politieke modernisering. Maar de potentie Europa nog steeds te zwak is. De relatie tu sse n Europa is er. De handel tu sse n de Maghreb-Ianden onderling, en de vs is gebaat bij een versterking van de Europese defensie. Ten aanzien van Europese defen sie moet er en met de Europese Unie, kan met de juiste maatregelen nog het nodige uitgewerkt worden. Belangrijk hierbij is sterk worden verhoogd. onder andere de coherentie met de NAVO. Het is van Met een grotere en dynami sche Unie zal Europa een belangrijke positie in de wereld verwerven. De strategi belang te zorgen voor duidelijke afspraken, bijvoorbeeld ten aanzien van de Europese NAvo- leden die geen EUsche relatie met de Verenigde Staten speelt in deze conlidstaten zijn, zoals Turkije. Ons land acht de ontwikketext een grote rol. Er staat het nodige op de Europeesling van het EVOB van dermate groot belang, dat het Amerikaanse agenda. Over internationale handelskwesties - zaken variĂŤrend van bananen tot geluidsdempers teven s pleit voor een weerslag ervan in de IGc- uitkomst op vliegtuigmotoren tot hormonenvlees - wordt tusse n van de Europese top van Nice in december. de EU en de vs hard onderhandeld. Dat kan ook, want We willen Europa een belangrijkere positie geven in onze banden zijn sterk. Daarnaast spelen veiligheidspode wereld. Dat betekent ook dat we onze econom ie en litieke vraagstukken tusse n Europa en de onze samenleving gereed moeten maken vs. Over sommige daarvan, zoals de voor de toekomst van mondialisering en National Missile Defense, het idee van de kenni secono mie. I n de vs heeft ICT al 'Wie om de toekomst een afweersysteem tegen vijandelijke zo'n grote invloed op de productieproraketten, verschillen de beide co ntinenvan Europa geeft. cessen dat velen spreken van een !lewecoten nog van mening. Maar verschil van nomy. Ook Europa vernieuwt zich. Maar mening, zeker op veiligheidspolitiek terEuropeanen wi llen ook voldoende aanmoet zich om Rusland rein, mag nooit het startpunt van Eurodacht voor sociale aspecten. We kunnen pees- Amerikaanse gedachtenwisseling daarom wellicht beter spreken van een bekommeren . ' vormen. Een ander punt van gedachten'kennissamenleving'. Voorbeelden van concrete maatregelen die reed s in gang wisseling is het opzetten van een Eurozijn gezet zijn deregu lering ten behoeve van kleine en pees Vcilighcids- en Defensiebeleid (EVOB). Europa middelgrote ondernemingen, aansluiting van alle schomoet een nadrukkelijker rol kunnen gaan spelen op het len op het internet, afstemming van regelgeving op de vlak van vredeshandhaving en crisisbeheersing. Het probleem voor de vs is niet dat Europa sterker wi l worden, opkomst van e-commerce, versnelling van liberalise ring zo stelt de Amerikaans-Nederlandse veiligheidsdeskunvan de nutssector, de introductie van een ge meensc hap -

JASO N M aga zi n e

•

nummer J

2000

13


blijft. Ze helpen bij het aangaan van al die nieuwe uitdagingen waar wc in Europa voor staan. Die uitdagingen vragen in feite om een verdieping van de Europese integratie. We stu iten daarbij nu al op de kern van onze nationale competenties. Sommige beleidsterreinen (zoals werkgelegenheid, maar bijvoorbeeld ook o nderwijs) vragen om een meer nationale aanpak, omdat het aangrijpingspunt op dergelijke terreinen geenszins ligt bij meer Brusselse sub sidies en Europese regelgeving: banen worden nu eenmaal ni et vanuit Brussel geschapen en beter onderwijs is niet door de Europese Commissie te waarborgen. Maar tegelijkertijd willen en moeten regeri ngen van Eu-lidstaten dergelijke materie op Europees niveau kunnen behandelen, al was het maar omdat ze door de mondialisering voor gezamenlijke uitdagingen worden gesteld. Daarom moet - tussen concurrentie en coördinatie - ve rgelijking, same nwerking en wisselwerking worden verstevigd. Dat is noodzakelijk op al die terreinen waar de soevereiniteit gebundeld moet worden, vooral ten aanzien van economi sch en sociaal beleid. Bundeling van nationale soevereiniteit betekent echter niet meer noodzakelijkerwij s een overdracht van juridische bevoegdheden aan Brussel. De benchmarks, de meetpunten, liggen op Europees niveau, maar het beleid wordt door elke lidstaat afzonderlijk bepaald. Nieuwe integratiemethoden kunnen de Europese integrati e actief verder helpen, juist waar de traditionele methoden uit overwegingen van effectiviteit, nationale gevoeligheid of het zogeheten subsidiariteitsbegi nsel niet of nog niet aan de orde zij n. Nieuwe methoden kunnen werken binnen de bestaande stru cturen, met een actieve en creatieve Europese Commissie in een spil- en Moet de EU zich bij integratie in macro· economisch opzicht aanjaagfunctie. Zij sluiten bovendien inbedding van beperken tot de l anden van de eurozone? nieuwe verworvenheden in de meer traditionele juridisc he kaders op den duur geenszins uit.]n feite genereren ze een soort natuurlijke aanwas die na verloop van tijd pelijk Europees octrooisysteem op nieuwe vindingen en vrij verkeer van onderzoekers en studenten. Tijdens de zee r wel verdragsmatig of anderszins juridisch kan worrecente Europese top van Lissabo n is een nieuw strate den 'ingedijkt'. Met de nieuwe samenwerkingsvormen, gisch doel gesteld voor het komende decennium: Eurowaarmee we dus zowel op nationaal als Europees niveau pa moet de meest concurrerende en dynami sche kenni swerken , maken we de Unie sterker, zoals Europa-keneconomie van de wereld krijgen, in staat ners als Jan Rood (bijzonder hoogleraar te Utrecht en verbonden aan het instituut tot duurzame economische groei met meer en betere banen en met een hechte'Nieuwe methoden 'Clingendael') de laatste tijd steed s meer onderkennen. Binnen de context van de re sociale sa menhang. Dat is uiteraard groepsdynamiek die de Unie momenteel zeer ambitieus, alhoewel Europa het op kunnen de Europese het gebied van innovatieve economische kenmerkt, zorgen we zo voor voortgang integratie terrein en als mobiele telefonie en innoin het samenwerkings- en integratieprovatief sociaal beleid vaak al niet slecht ces. Op deze wijze kunnen we ook helpen doet. Maar het is goed dat Europese bij het versterken van de naleving van verder helpen, waar bestaande afspraken, een belangrijk eleregeringsleiders zich nu vol achter de ment waar André Szasz, oud- directeur komst van de kennissamenleving opsteltraditionele van De Nederlandsche Bank, terecht len en op dit punt een doel stellen. vaak de nadruk op legt. Europa wordt er integratiemethoden Interne versterking van de EU competitiever en sociaal en economisch niet aan nog sterker door. Met instrumenten als benchmarking, peer review en best practiees zijn de laatste tijd Dat is nodig, zeker met de komst van nieuwe methoden van samenwerking de euro. De Europese Centrale Bank is de orde zijn.' ontwikkeld waardoor de vaart in het onafhankelijk, dat staat buiten kijf. Parallel daaraan moet Europa - in lijn integratieproces van de EU behouden

14

IASON Ma gazi ne •

jaargang 25


met wat de '5 regerings leiders in gang hebben gezet op hun top in Lissabon - sterker integreren en duidelijker zijn gezic ht tonen wat betreft macro-eco nom ische samenwerking, zoals de integratie van de Europese kapitaalmarkt, begro ringsbcleid en ve rbetering va n de kwaliteit van overheidsuitgaven of toezicht op financiële dienstverlening. D at is goed voor Europa en voor de euro. M en kan zic h afvragen of we ons daarbij op dit mome nt moeten beperken tot de landen van de eurozoncoWat de economische agenda betreft hebben de Britten veel goede ideeën, waarvoor we o ns ni er moeten afs luiten. Jntege ndeel, het Verenigd Koninkrijk moet erbij worden betrokken. Veel belangrijke Britse bedrijven en investeerders zijn die mening al toegedaan.

Slot: diversiteit Wi e de toekomstige Europese Unie voor zich ziet en du s de uitbreiding van de EU ove rd enkt, begrijpt dat we onze kracht moeten vinden in de kernwaarde van Europa: namelijk diversiteit. Europa betekent diversiteit binnen de con text van ge mee nschappelijke sociale norm en en waarden. D e econom ische en sociale modern iser ing va n Europa moet diversitei t als uitgangspunt nemen. Succesvolle modernisering put namelijk kracht uit de identiteit van iedere sa menleving; uit de gewoonten, tradities, geschiedenis en cultuur van ieder land, mits o p open wij ze gedefin ieerd. Diversiteit is voordelig voor de economie van Europa en ons soc iaal-economische beleid, omdat we kunnen exper imenteren en bij elkaar kunnen bespeuren wat de beste beleidsmaatregelen zij n. Hi erbij passen de hierbove n aangehaalde nieuwe integratieme-

I"SOM Magazi ne _

thode n, die voo rtkomen uit ee n Europa waarin ideeën, co ntact en com municatie in plaats van de trad itionele competentie-piramide aan belang winnen. Dat is goed, want wederzijdse uitdaging vormt nu ee nmaal de sleutel tot vernieuwing en de kom st van de kenni smaatschappij noopt tot het co nstant ge nereren van ideeën. Europa krijgt zo de kenmerken van een netwerk. Niet zozeer in termen van sociaal of professioneel 'netwe rken', maar meer in conceptuele zin conform hedendaagse managementcon cepten: een organisato risch verband met meerdere kernen waarin niet de hiërarchie ce ntraal staat, maa r de ideeë nwed loop, het concours d'idées om in termen van de Spaans- Amerikaanse socioloog en netwerk-kenner Manuel Castelis te spreken. Zo kunn en we werken aan een sterk Europa. Een Europa in o ntwikkeling, dat mee rdere projecten tegelijk aanpakt. Een Europa in lul/ swing, met volop werk in uitvoering. Een Europa dat grote uitdagingen aangaat en daarbij ambitie durft te tonen. E en dynami sc h netwerk met een sterke plaats van Nederland daarbinnen.

ÛlJpar Vddl.a",p ij 'U:"I.UII'" hij /xt ",i"iJtmt'tm" Burtmlll"du Lll.m alJ /'4'r/rru/r" $(lTtlariJ VIIII SlaatmrrrtllrrJ Dul. Bmsrhop. H IJ Jrhrrrfd,t IIrtil.d 'p ~QII/'.ll.( tiul

Releva nte Inte rnet-sites: www.curopa-interacfief.nl www.minbuza.nJ www.presidence-europe.fr

llumm er

J

2 000


Indonesië en zijn natuurlijke hulpbronnen

'The Incredible Shrinking State' Adrlaan Bedner

Indonesië staat aan de vooravond van ingrijpende hervormingen van de staatsstructuur. Hierbij lijkt definitiefte worden afgerekend met het centralisme van de Nieuwe Orde onderpresident Soeharto. Volgens velen zal dit leiden tot extreme overexploitatie van de toch al geplunderde natuurlijke hulpbronnen van het land. Volgens Adriaan Bedner z ullen de veranderingen echter minder groot zijn dan vaak wordt aangenomen en de toegenomen internationale invloed zou de ontwikkelingen misschien alsnog in een gunstige richting kunnen sturen .

eek het onder de Nieuwe O rde van Socharto soms dat de geschiedenis in Indonesië stilstond, op het moment lijkt ze nauwelijks te vo lgen. Jarenlang sluimerende conflicten zijn tot uitbarsting ge komen en hebben het land ernstig gedestabiliseerd. D e recente hervatting van gevec hten op de l'vlolukkcn is maar één van de voorbeelden. D e internationale gemeenschap maakt zich met reden zorgen over de mogelijke gevolgen van de lndonesische si tuatie voor de Zuidoost-Aziati sc he regio.

Eén van de neteligs te kwesties betreft de zeggenschap ove r natuurlijke hulpbronnen. Wi e bepaalt hoe die worden gebrui kt? Naar wie gaan de inkomsten uit bosexploitatie, mijnbouw en visvangst en wat voor gevolgen heeft dit voor de duurzaam heid van die exploitatie? Nu het ce ntralisme van de Nieuwe Orde failliet is verklaard, maken milieuactivisten in en buiten Indonesië zich ernstig zo rgen over de co nsequcn'ties van dece ntralisatie voor het m ili eu, Internationale organ isaties delen deze zorg, wat niet verwonderl ijk is gezien de gevo lgen van ontbossing en het vernietigen va n biod iversi teit voor het mondiale klimaat.

In deze bijdrage zal ik betogen dat deze zorg wel terecht is, maar dat de overdrach t van taken en bevoegdheden va n het centrum naar de regio's de kwaal niet hoeft te vererge ren. Ik zal late n zien hoe juist het typi sche Nieuwe Orde-centralisme overexploitatie bevorderde, zowe l op ce ntraal als op regionaal niveau. Vervol gens zal ik de belangrijkste veranderingen in d it systeem na de val van Socharto beschrijven en aantonen dat

,6

,ASOM

dece ntrali satie überhaupt maar ee n beperkte invloed kan hebben. Hi erbij zal ik bijzondere aandacht schenken aan de internationale context en besluiten met de conclus ie dat de bevorderi ng van duurzame ontwikkeling in I ndonesië grotendeels een internationale aangelegenheid is.

Nieuwe Orde-centralisme: legale en illegale overexploitatie ten behoeve van Jakarta ? H et programma voor eco nomi sc he ontwikkeling dat vanaf 1966 onder Soe harto is begonnen - en nu in principe wordt voortgezet - berustte naast gedeeltelijke liberalisering van de economie en het aant rekken van buitenlandse investeerders grotend ee ls op de exploitatie van Indonesië's natuurlijke hulpbronnen. Op basis van de

Grondwet ligt de zeggenschap ove r deze hulpbronnen bij de centrale staat. Vooral de winn ing van bos- en bodemschatten is belangrijk. Deze kent in p rincipe rwee vormen, met verschillend rendement voor de staat. Olie- en gaswinning is het mee st lucratief. D eze is ge heel in handen van het staatsbedrijf Pertamina, dat voor de exploitatie samenwerkt met buitenlandse o li emaatschappijen. 80sexp loitatie en mijnbouw vindt grotendeels plaats door particuliere bedrijven, op bas is va n concessies die door de centrale overheid worden verstrekt. Naast inkomsten uit deze concessieverlening verdient de staat aan bosen mijnbouw door allerlei retributie s en belastingen.

Magazine _ jaargang 25


binnen het geëxploiteerde gebied dan zichtbaar was voor Door de Pertaminaconstructie gaat van de winsten de buitenwereld, waamee het sys teem feitelijk minder op olie en gas dus een veel groter deel naar de centrale overheid dan in het geval van bosexploitatie en mijncentralistisch was dan vaak wordt aangenomen. bouw. ' Daarom zou je wellicht verwachten dat vooral in het geval van bosbouw zorgvuldig werd omgesprongen Zorgvuldig beheer? De problemen van met het verstrekken van exploi tatierechten aan particumilieurechtshandhaving onder de liere bedrijven om duurzame exploitatie te waarborgen. Die verwachting klopt ec hter niet. D at komt in de ecrNieuwe Orde ste plaats omdat inkomsten uit bosexploitatic na de De wijze waarop milieurechtshandhaving onder de Nieudaling van de oliep rij ze n vanaf begin jaren '80 steeds we Orde was - en op dit moment nog steeds is - georganibelangrijker werden om allerlei projecten 'alf- budget' te seerd droeg ook niet bij tot een zorgvu ldige exploitatie van 1 natuurlijke hulpbronnen. Activiteiten op dit terrein zijn financieren. Maar waarschijnlijk nog belangrijker zijn voor het grootste deel ee n aangelegenheid de enorme sommen zwart geld die van de centrale staat. Mijn - cn bosbouwbestuurders en militairen ops treken voo r 'De Indonesische pers activiteiten vallen onder de competentie het verstrekken van cxploitatierechten. J van de betreffende ministeries, die een Daarbij waren ze meestal niet erg geïnis niet langer kritisch teressee rd in de gevolgen van de uitwineigen conrroleapparaat in de provincies en de districten hebben. Exploitatie en conning op lange termijn of in de betrouwtrole zijn dus in één hand, wat in de praktussen de regels. baarheid van het bedrijf dat hen betaaltijk ten koste van de controletaak gaat: de. iet verdienste, maar geld en relaties deze ministeries worden namelijk in de maar schrijft openlijk waren - en 'lijn - bepalend. Dit heeft eerste plaats afgerekend op hun bijdrage gelcid tot inefficiëntie, overexploitatie aan het nationalc in komen, nict op hun en in het geval van mijnbouw tot ernstiover corruptie. bijd rage aan het handhaven van mi licubege vervuiling. palingen. Onder de Nieuwe Orde zijn de machtsmisbruik en Deze gevolgen werden nog ve rsterkt door de gevoerde handelspolitiek. H et bevoegdheden van de min is ter van Milieu meest extreme voorbeeld betreft de milieuproblemen. ' op het terrein van de milieuhandhaving wel verruimd,s maar juist op het terrein export van hout. H et exportverbod op van bosexploitatie en mijnbouw heeft dit onbewe rkt hout van 1986 heeft geleid tot een enorme toename van het aantal zagenjen en wemig effect gchad, omdat de ministeries van Bos en daarmee tot overcapaciteit. Om de zagerijen maar te Mijnbouw hebben weten te voorkomen dat hun collega's laten draaien werd steeds meer illegaal gekapt, onder van Milieu in hun vaarwater zijn gaan zitten. Een interessa nt voorbeeld is de kwestie van de bosandere in nationale parken. 4 Dit proces werd ook bevorderd door de expansieve exportpolitiek van de branden. a d~ ernstige branden van 1982- 1983 zij n Associatie van Indonesische Bosbedrijven. Onder leiverschillende maatregelen getroffen om herhaling te voorkomen. Er zijn speciale teams opgezet door het ding van 'houtkoning' Bob Hasan controleerde deze ministe rie van Bosweze n (nu Bosweze n en Plantages), organisatie alle export van triplex en dwong zij haar leden tot een 'zwa rte ' retribut ie voor elke kubieke meter. in sa menwerking met de lokal e cn provinciale overheid, politie en leger. Maar het m inisterie van Milieu werd Bovendien heeft de Associatie vee l bedrijven tot de rand van het failli sse ment ge bracht door ze te dwingen hierbij niet betrokken. De speciale teams bleken niet tegen kostprij s triplex te exporteren met als doel de erg effectief, toen de branden zich herhaalden in 1987, Japanse markt te veroveren .5 D at laatste is ge lukt, maar 1991 en 1994. Een belangrijke oorzaak van deze ineffec tivite it was de miskenning van de oorzaak van de de vraag is hoc lang I ndonesië nog van het succes van deze verspilling zal kunnen profi teren nu het einde van branden: de schuld werd uitsluitend gegcven aan zwcrfdc houtvoorraden op Sumatra en Borneo in zicht begint te komen. H et lijkt cr wellicht op dat inderdaad alle inkomsten naar Jakarta gingen, zowel de witte als de zwarte. Voor olie- en gaswinning klopt dit waarschijnlijk wel, maar voor bos- en mijnbouw nier. Vrij onbekend is dat ook de provincies en districten legale en illegale meth ode n aanwendden om rechtstreekse inkomsten uit de exploitatie in hun territoir te verwervcn. 6 Zo hebben districtshoofden in bosrijke regio's allerlei semi-legale belastingen en retributies ingevoerd en is bedrijven het werken vaak onmogelijk gemaakt als ze ni et ook op dit niveau steekpenningen betalen. Berucht zijn bijvoorbeeld de vcle militaire wegversperringen in Aceh, die uitslu itend dienen om smeergeld uit de houttransporten te verwerven. 7 Op deze wijze bleef een grote r deel van de inkomsten Bosbranden in Oost· Kalimantan, 1998.

JASOH M agazine •

nummer J zooo

'7


landbouwers, terwijl zij juist in toeneme nde mate lag bij gebieden. In een aantal gevallen oefent de staat hier bedrijven d ie stukken bos afbrandden om plantages aan geen controle meer over uit, zoals bijvoorbeeld in Pongte leggen of onzorgvuldig te werk gingen bij het kappen kor (West Java), waar volgens schattingen 6000 illegale van bos. Aangezien deze bedrijven samenwerkten met goudzoekers actief zijn die met het door hen gebruikte hetzelfde bestuur en leger dat hen moest controleren kwik rivieren en bossen ernstig vervuilen. Maar aan de werd nauwelijks tegen hen opgetreden. Vanaf I994 andere kant heeft de democratisering ook geleid tot het kwam er een bescheiden rol voor de mondiger worden van lokale bevolkingsminister van Milieu en zijn uitvoerende groepen, die zich soms verzetten tegen apparaat in het coördineren van de actide plundering van hun bos.12 'Het is onjuist viteiten. Deze rol is in 1997 eindelijk Een tweede ontwikkeling lijkt in fl ink uitgebreid. te veronderstellen dat tegenspraak met de hiervoor geconstaNa de branden van 1997 is ook voor teerde chaos: de bevordering van de het eerst officieel toegegeven dat bedrijde milieuproblematiek rechtsstaat. Dit is inderdaad een moeiven inderdaad (mede)sehuldig waren zaam proces, vooral omdat het belangrijaan de branden en is men voor het eerst in Indonesië ke institutionele veranderingen eist: een overgegaan tot strafrechtelijke vervolonafhankelijke rechterlijke macht, een door decentralisatie ging (overige ns met weinig succes door onkreukbaar Openbaar Ministerie etc. zowel corruptie in het vervolgingsappaDeze zijn cruciaal voor het hersteUen raat als problemen met bewijsvoering).9 erger zou worden . ' van de statelijke greep op het land. Dit Ook stellen ambtenaren van Milieu dat wordt een zeer langdurig proces. IJ Maar hun collega's van Boswezen nog steeds op het terrein van persoonlijke vrijheden proberen hen buiten de deur te houden. 10 is al veel bereikt en zijn ingrijpende wetswijzigingen De centralistische en voornamelijk sectorale handdoorgevoerd en nog te verwachten. Een belangrijk havingsstructuur heeft dus grote ndeels gefaald, aan de voorbeeld is de persvrijheid. De pers is niet langer kri ene kant door haar opzet en politieke belangen, aan de tisch tussen de regels, maar schrijft openlijk over corandere kant door corruptie en persoonlijke financiële ruptie, machtsmisbruik en milieuproblemen. belangen. Een derde ontwikkeling is de opkomst van een zeer diverse verzameling NGO'S en andere organisaties. Sommige zijn echte grass rool5 en ad hoc verbanden, bijvoorNa Soeharto: crisis, democratisering, beeld van onder de Nieuwe Orde onteigende boeren die en vestiging van de rechtsstaat hun rechten opeisen, 14 andere zijn gevestigde organisaDe recente ontwikkelingen in Indonesië hebben grote ties met goede buitenlandse contacten, zoals de milieuconsequenties voor het systeem van exploitatie van organisaties ICEL en WALHl, maar weer andere dienen natuurlijke hulpbronnen. De belangrijkste gebeurtenis ook als dekmantel voor activiteiten van corrupte politici en criminelen. IS Over het algemeen hebben de meeste in Indonesië na 1966 is de economische crisis die in de tweede helft van 1997 losbarstte en nog steeds voort'goede' NGO'S de wind in de zeilen, nu ze beschikken duurt. Deze heeft in de eerste plaats als katalysator over een platform om hun ideeën uit te dragen en ze een veel makkelijkere toegang tot regeringskringen hebben. gewerkt voor de val van Soeharto, maar heeft tegelijkertijd de verleiding tot het verwerven van snelle inkomVooral in combinatie met het eerder genoemde opkosten uit winning van olie, gas, mineralen en hout vermende verzet van lokale bevolkingsgroepen wordt dit groot, ten koste van duurzaamheid en milieu. Dit geldt een steeds belangrijker kracht tegen overexploitatie. zowel op het niveau van de staat als op het niveau \'an De vierde ontwikkeling is de door de regeringbevolking (inclusief lagere ambtenaren en militairen), Habibie ingezette politiek van decentralisatie. die probeert van dag tot dag te overleven. Ook de val van Soeharto heeft een aantal belangrijke ontwikkelingen in gang gezet, die van belang zijn voor Decentralisatie en het milieu de toekomstige exploitatie en milieubeheer. De eerste is In mei 1999 nam het Indonesische parlement een wet democratisering. Dit is een zeer chaotisch proces waaraan (no. 20/ I999) die vergaande bevoegdheden aan di sbij persoonlijke en zakelijke belangen een grote rol spetricten toekent. De centrale regering houdt zich nog bezig met buitenlandse aangelegenheden, monetaire len. De democratisering is gepaard gegaan met een verzaken, defen sie, nationaal beleid en heeft alleen nog een splintering van de macht en een afname van de centrale controle over bestuur en leger. Daardoor hebben di scontrolerende bevoegdheid t.a.v. distri cten. Opvallend is dat de bevoegdheid van provincies vrij beperkt tri cts hoofden, gouverneurs en plaatselijke militairen sterk aan invloed gewonnen en zijn zij moeilijker te gehouden werd, waarschijnlijk om separatisme te voorkomen. Daarnaast werd een nieuwe financiële verhoucontroleren. Een goed voorbeeld is de al genoemde toedingenwet aangenomen die grotere financiële autononame van illegale houtkap in nationale parken. In veel mie voor di stricten bewerkstelligt en een groter deel van gevallen werken bestuur, bedrijf en leger hierbij gewoon samen. Jl Een ander fenomeen is de enorme toename de inkomsten rechtstreeks naar hen laat vloeien. Een jaar na het aannemen van deze wet kwam de regevan kleinschalige illegale exploitatie, zoals goudzoekersactiviteiten in nationale parken of beschermde bosring Wahid met een regeringsverordening (no. 2512000)

,8

IASOM

Magazine _ jaargang 25


die de belangrijkste bevoegdheden nader afbakent. Deze regeling werd vol spa nning afgewacht 1 0mdat onduidelijk was of de door Habibie ingeslagen koers zou worden voortgezet. En inderdaad bleek de regeringsverordenin g veel van wat in de wct gegeven was weer terug te ncmcn. 16 Het zwaartepunt van het beleid op alle belangrijke terrei nen blijft duidelijk bij de ce ntrale regering. Toch is deze regel ing geen terugkeer naar de oude situatie. In de eerste plaats blijft de nieuwe fmanciële verhoudingenwet voorlopig ongewijzigd van kracht en in de tweede plaats ligt de uitvoering van het beleid zonder enige twijfel bij de provincies en - vooral - de districten. Dit heeft grote co nsequenti es voor milieubeheer. Waren vergunningverlening en handhaving tot nu toe grotendeel s in handen van de ce ntrale staat, beide zijn plotseling naar het district verschoven. De reacti e van De vraag is hoe lang Indonesië nog van het succes van de mili euorgani sa ties als WALH I en ICEL is dan ook overweverspilling zal kunnen profiteren. gend nega tief: men wijst op de gevaren van ove rexploitatie van natuurlijke hulpbronnen doo r di strictshoofden begin jaren '80. Zonder d eze afhankelijkheid was de die uitsluitend geïn tere sseerd zijn in hun eigen gewin en herverkiezing." O ok de Wereldbank en het IMF luidhuidige crisis nooit uitgebroken en d e enorme nationale sc huldenlast bemoeilijkt het herstel. Veel leninge n zijn den de alarmbel, overigens al vóór de regeringsverordeindertijd verleend zo nder kriti sch te bekijken waarvoor ning was aange nomen. IS zouden worden gebruikt, en ook vanuit milieuoogze De vraag is in hoeverre deze angst gegrond is. Zoals punt voerden de Wereldbank en de A sian D evelopment hierboven geschetst was de feitelijke controle van de ce nBank in de jaren '70 en '80 een twijfeltrale overheid al ernstig onderm ijnd; zelfs onder de Nieuwe Orde was zij n iet zo ach t ige koers. 20 De vraag naar goe dkope groo t als vaak wordt aangenomen. Met g rondstoffen , o.a. tropi sc h hardh ou t , 'De snelle maakt het natuurlijk verleidelijk om in andere woord en: de staat was reeds aanhoog tempo doo r te gaan met de huidige verspreiding zienlijk 'gekrompen'. Ook betekent de exploitatie. I ndo nes ië zit dus opgeverschuiving van vergunningverleningsen handhavende bevoegd heden van cenvan Internet heeft scheept mct de brokken van een te weitrale ove rheid naar districten/provincies nig kriti sc he internat ionale leenprakt ijk de buitenlandse niet dat de hele infrastructuur gaa t verandie gelijmd dreigen te worden met overexploitatie. deren, maar dat dezelfd e kantoren met invloed op Hi er liggen echter twee belangrijke vaak de dezelfde men se n onder een andere baas gaan vallen. De nadrukkelijk in de sleutels tot verandering. D e meer mili euhet milieubeleid bewuste koers van internationale organiwet neergelegde bevoegdheid tot repressaties als de Wereldbank en de ADB gee ft sief toezicht biedt de ce ntrale overheid in ieder geval hoop op verbetering. Van in Indonesië nog steeds de mogelijkheid controle uit te groot belang is ook de opstell ing van het oefenen over het doen en nalaten van de di stricten/ provincies. Bovendien blijft de enorm vergroot.' IMF in haar leenpraktijk aan I ndonesië en speciale bevoegdheid van de mini ster van in hoeverre zij rekening houdt mct de M ilieu om gericht onderzoek te doen noodzaak van duurzame exploitatie bij ge handhaafd. Geld is h ierbij van essentieel belang: heeft het opleggen van economische hervormingen. Over het Jakarta nog wel voldoende fond sen om deze taken te veralgemeen kan men stellen dat de financiële afhankel ijkvullen? heid van I ndo nesië veel zeggenschap voor de internatio nale gemeenschap oplevert, hetgeen een grote verantwoordelijkhe id betekent voor de wijze waarop de I ndone sische econom ie wordt her ingericht. Een heel praktisch Geld en gedachten: internationale invloed Met de kwestie van financiering komen we onverm ijdevoorbeeld is het fe it dat alle Indonesische ministerie s lijk op het terrein van internationale invloed. I ndonesië wo rden geconfronteerd met een grote achteruitgang in hun budget, maar dat het mini sterie van Milie u als een is door sommige politicologen lang besc houwd al s een monolith ische, in zich zelf gekeerde staat, 19 maar dit van de weinige dit goeddeels kan compenseren met buitenlandse fondse n. u D aarnaast is er du s het feit dat de beeld is onju ist. De voortschrijdende globaliser ing zal de toekom stige exploitatie van I ndonesië's natu urlijke I ndonesi sche exploitatie rendabel is bij de grat ie van de export. Eco- labeling, importheffinge n voor niet duu rhulpbronnen grotendeels bepalen. zaam geproduceerde grondstoffen, milieuce rtificatie van De gekozen koers van economische ontwikkeling heeft I ndone sië namelijk sterk afhankelijk gemaakt van bedr ijven en niet te vergeten dru k op importeurs en buitenlands kapitaal, vooral na het dalen van de olieprijs bedr ijven die in Indonesië actief zijn, zijn wellicht de

IA SO N Magazine.

nummer J 2000


meest efficiënte middelen om nog te redden wat er te redden valt. Een heel ander soort invloed is die va n de internationalisering van het milieudiscours (milieudebat, red. ). Prakti sc h alle milieumaatregelen in lndonesië zijn voortge komen uit een combinatie van binnenlandse zorgen met ideeën en concepten die vanuit dit di scours en het internationale milieu recht zijn aangereikt. Zonder buitenlandse steun had de Indonesische milieubeweging waarschijnlijk nauwelijks iets kunnen bereiken, terwijl ook allerlei overheidsprojecten niet hadden kunnen doorgaan. Maar ook op grass roots level is deze invloed buitengewoon geweest Dit is vooral te danken aan de snelle verspreiding van het lnternet in Indonesië. ldeeën die lange tijd waren voorbehouden aan een kleine groep selecte NCO'S en beleidsmakers inJakarta worden nu met grote vaart verspreid over de hele arch ipel. Ook de berichtgeving in de pers is vera nderd door het 1ntern et en een enorme hoeveelheid informatie over lokale milieuproblemen en -conflicten is nu voor iedereen met toegang tot het Net grati s beschikbaar. Dit ve rsterkt de internationale controle op Indonesië, omdat buitenlandse milieuactivisten, donoren en ambtenaren veel beter op de hoogte zijn van lokale ontwikkelingen. Dit geeft enige hoop voor de toekomst.

In deze si tuatie heeft de internationale gemeenschap een bijzondere ve rantwoordelijkh eid. Moreel draagt zij die omdat het globale kapitali sme de exploitatie heeft bevorderd. Jarenlang is Indonesië va n buitenlands geld voorzien om de exploitatie mogelijk te maken. Praktisch gezien ligt er echter ook een groo t belang nu de regenwou den van Papua, één van 's werelds groo tste bronnen van biodiversiteit, welli cht nog ge red kunnen worden. Morele en praktische overwegingen horen re leiden tot steun en maatregelen die ervoor zorgen dat ni et een kleine groep ten koste van de grote meerderheid van de bevolking - de laatste resten verdeeld, wat grote co nsequenties voor de toekom stige stabiliteit van het ge bied zou kunnen hebben. Ook het voorkomen dat milieuvervuiling door mijnbouw het leven van de plaatselijke bevolkingsgroepen onmogelijk maakt, is van internationale verantwoo rdelijkheid en belang. Daarbij moet de internationale ge mee nschap breed worden opgevat. Niet alleen staten en internation ale organi saties, maar ook bedrijven, NCO'S, jou rnali sten, en wetenschappers dienen hierin hun vcrantvv'oordclijkheid te nemen. Het Internet biedt hiervoor tot nu toe onge kende mogelijkheden. Hopelijk kunnen op die manier de negatieve gevo lge n van de 1ndon esische staatso ntmanteling en igszins worden gecompenseerd.

Conclusie De toe kom st van de Indonesische natuurlijke hulp bronnen ziet er de so ndanks niet erg rooskleurig uit. Door jarenlang wanbeheer onder de Ni euwe Orde is de staat veel inkomsten misgelopen en het ontbreken van een lange termijnvisie heeft ertoe geleid dat veel grondstoffen bijna zijn uitgeput. Vooral de situatie van het bosbeheer, waar duurzame exploitatie heel goed mogelijk zo u zijn geweest, stemt treurig. Het is echter onjuist te veronderstellen dat de situatie door decentralisati e zovee l erger zo u worden. In de eerste plaats was de ce ntrale staat onder de Nieuwe Orde minder almachtig dan vaak wordt aange nomen en in de tweede plaats heeft deze staat sindsdien zoveel greep verloren dat men zou kunnen stellen dat dece ntrali satie in een aantal gevallen welli cht niet meer doet dan de al bestaande praktijken te legalise ren.

Noten 1

Dit heeft rot veel kritiek op de regering gele id, vooral na de val va n Socharto. Het bekendste voorbeeld is waarschijnlijk het verwijt aan H abibie dat hij de exploitatierech ten voor een uitbreiding van de kopermijn bij Timika voor veel te weinig geld aan Freeport McMoran

2

20

had roege kend (bijv. Kompas 8- 2-1999). Zie W . Ascher, 'From Oil ro Timber:

3

Adnuun BtJn" ij POJld!Xaulllxr Vun VollfllJx,r.'m Imtiruul (UmwrûuJt &idtll) hmntll"'l KNAW onJrrvuluprojur nuur milttufuhr rn · Imtuur tn IndontJit (lSS.: l.A).

Relevante internet·sites: http://www.sdn.or.id/etc-i- indoenv.htm I hup:!!users. bart. nU -edcoli jnl

Vul algemene informatie over deuntralisatie is Ie vindnl in de archieven van http://www.thejakartapost.com

De ironie wil dat zakenlieden het geld voor dczc steekpenningen vaak op :zee r

offi ciële plaats van ves tigi ng zitte n!

(J. Me C:trthy, ImplirnlhmJ ofR l'g;rmnl

gunstige voorwaarden leenden van de Indonesische banken die op hun beun dit geld weer via de Bank lndonesia van buitenland se donoren betrokken. (Mededeling van een medewerker van Bank Indonesia, september 1996. Zie ook World Bank News van 7-8-2000,

5

h ttp: \ \ www.worldbank.org).

Thc Political EconomyofOff- Budgct

4 J ohn M cC arthy heeft beschreven hoe

Dcvclopment Financing in Indonesia', in : Illdonesia, no. 65, April 1998,

zage rij en worden meeve rhui sd met de ill egale kapacriviteiten, waardoor zij

PI'· 37-62,

so ms op honderden kilometers van hun

JASON Magazi ne •

jaargang 2S

6

Autonomyfor Foml Management. Paper presented to the second InscIaconference on Decentralisation and Environmental Man agement in Indonesia ,Jakarta, J I M ay 2000). e . M. Barr, 'Bob Hasan, the Rise of Apkindo, and th c Shi ftin g Dynami cs of Conrrol in Indones ia's Timber Secror', in: lndol/esia, no. 65, April 1998, pp. 1- J6. Overige ns werd ook vanuit Jakarta het geld wee r ove r de arc hipel gedistribu-


,

ccrd. Het is een misvatting dat het

All stralian Couocil for Overseas Aid

Zie H. HilI &A. Wcidcmann,

Supreme Court: FiJty Years ofJudicial Development. Disse rtatie, Universiteit

Annual Council Meeting, Canbe rra,

Natura! esourels/or the Strenglhming of

Patterns aod Issues', i.h.b. pp. 27- 3',

9

in H. Hili, Uni/yand Diversity: Region-

Leiden, 1996, en A.W. Bcdncr,Administralive Courts

al Economie Development inlndonesÎa

in /ndonesia: A Socio- Lego! Sludy.

Since 1970, Oxford 199I ,PP·J-54· M cCanhy J. ihid.

Disse rtatie, Universiteit Leiden , 2000.

Zie i.h.b. artikel 22 van de Milieuwet

14 A. Lucas & C. Warren. Ag rarian Reform in thc Era of Reformasi,

1999. en C. Lay, The Managemer/I of

the Lo(tli Base: The Social and Politirol Perspective. ln/rot/lfctory No/es. Paper Presented to the Seminar-Workshop 'Towards the Management ofNatural Resource for Strengthening of the

in: C . Manning & P. van Dierm en.

Loca l Base ',

&Uni ted Nations Development

lndonesia in Trami/ion: Socio/ AspulS of Reformasi lInd Crisis, Singapore:

International Relation s Division

Program me. Forest and Land Fires in

Institute ofSourhea st Asian Studies,

Indonesia: Executive Summary, 1998,

1999, pp. 220- 238.

(no. '0/ '99 7). State Mini stry for Environment

PP· 58- 6 >10 Interview met drs. Eddy Nugroho, Jum 2000. 11

Suharto Era. Paper prcsentcd at the

macht, zie S. Pompe, Thelndonl!sÎan

' Regional Dcvelopmcnt in Indonesia:

7 8

13 Voor de problemen van de rechterlijke

alleen ten goede van Java is gekomen.

Zoals bevestigd in het parlement bevestigd door de Minister van Mili eu

(Suara Pembaruan

1 2-2-2000).

12 Een goed voorbeeld is Papua.

YLBI-II -

Publicity and

(PIRo), jakarta, 1999.

18 World Bank News, 21-3 -2 000 (hup:\\ www.worldbank.org).

'5 Een goed voorbeeld is de aan de Go/kar-partij gelieerde knokploeg Pemuda Pancasila. 16 A.W. Bedncr,Decentmlisation and Enforcemmt ofEnvirofJmenlal Law.

19 Z ie voor een overzicht D.K. Emmerson, 'Understand ing the New Order. Bureaucra tie Pluralism in Indonesia', in: Asian Survey. A M onthly Review of

COlllemporaryAsiall AJfairs, Univers ity

Paper presentcd to the second Insela-

ofCalifornia Press, Vol.

conference on Decentrali sation and

November,pp.1220- 12 41.

XX III,

no.

11,

20 Zie voor een overzicht van de aanpas-

Zie in het alge meen: D. Nieholson,

Environmental Management in

Decentmlisatiotl: An Environmental lmPlut ASSfssmmt. Paper presentcd to

Indonesia, j akarta, 2 j une 2000. Dit is ove rigens in strijd met de hiërarchie

h ttp://www.woridbank. org/htmVextdr

thc second lnsela-conference on

van juridische regeling.

/ pb/ pbfouryears. htm.

Dccc ntralisatio n and Environmental Management in Indones ia, j akarta, J june 2000 .

17 Z ie bijvoorbeeld E. Hafild , A New PamdigmJor Rights Baud Advo(flcy Strmgthening NGoAlliances ill the Post-

JA S ON Ma gazi ne .

lIu mmer 3 1000

singen van het bele id:

21 Aldus de huidige minister in een opcnbare vergadering (observatie, juli 2000).

21


Civiele taken: de krijgsmacht als vangnet Kees Homan

In de vorigjaar november verschenen Dejènsienota 2000 staat voor het eerst als nieuwe derde hoofdtaak van de krijgsmacht genoemd: 'ondersteuning van civiele autoriteiten bij rechtshandhaving, rampenbestrijding en humanitaire hulp, zowel nationaal als internationaal'. Volgens Kees Homan is hier in feite niets nieuws onder de zon want Dejènsie levert van oudsher al een bijdrage aan de handhaving van de nationale rechtsorde en veiligheid, waarvan rampen bestrijding onderdeel uitmaakt.

werd nog aan het eÎnde van de 19C eeuw de hulp van de krijgs macht veelvu ldig gevorderd. Burgemeesters waren toen bij de minste ordeverstoring geneigd om de hulp van de krijgsmacht in te roepen. Een van de redenen was het slecht ontwikkelde politieapparaat omdat veel gemee ntebesturen op hun politieapparaat bezuinigden. In noodsituaties kon immers het leger in het politionele tekort voorZIen. Ook de uitvoering van civiele taken in internationaal verband is niet volstrekt nieuw. Zo hielp Defensie bijvoorbeeld bij een irrigatieproject in Indi a ( 1968) en ee n watersnoodramp in Tunesië (1969-197°). Daarnaast ontplooide het UNIFIL-bataljon in Libanon in het begin van de jaren 'Sa al activiteiten op het gebied van het bouwen van scholen, het verbeteren en het op gang brengen van de waterhuishouding, het verzorgen van de afvalverwerking, en het verlenen van medi sche hulp. Maar na het einde van de Koude Oorlog staan vredesoperaties sinds het verschijnen van de Prioriteitennota in 1993 gecodificeerd als de tweede hoofdtaak van defensie. In de Defensienota 199 1 stond de nieuwe derde defen sietaa k nog slechts als neventaak genoemd. H et belang van de uirvoering van civiele taken door de krijgsmacht is de afgelopen jaren dan ook aanzienlijk toegenomen. Onder civiele taken versta ik in dit verband in beginsel taken die door de krijgsmacht worden uitgevoerd maar waarbij de militairen onder het gezag van civiele autoriteiten vallen. Een categorie van civiele activiteiten die bu iten deze omschrijving valt is de steunverlening in het openbaar belang, omdat daarbij geen bevelsve rhouding tu sse n militaire en civiele autoriteiten bestaat.

In artikel 98 - 1 van de Grondwet staat: 'Tot bescherming van de belangen van de staat is er een krijgsmacht '. Tot die belangen behoren zowel de externe als de interne vei ligheid. Van oudsher behoort de verantwoordelijkheid voor de externe veiligheid bij de krijgsmacht en is de politie belast met de zorg voor de interne veiligheid. De interne veiligheid van de staat betreft de besc herming van de cru ciale belange n - nationale rechtsorde , openbare veiLigheid en economische veiligheid - tegen bedreigingen ervan. Bij de besc herming van de nationale rechtsorde gaat het allereerst om de handhaving van de openbare orde. Hierbij valt te denken aan oproer, rellen, demon straties etc. Daarnaast omvat de nationale rechtsorde ook de bescherming van de democrati sche rechtsorde. Hierbij valt te denken aan het waarborge n van functies als dem ocrati sch bestuur, politie en rechtspleging. De bescherming van de openbare veiligheid betreft de bescherming van perso nen en zaken anders dan in het kader van de nationale en internationale rechtsorde. Het gaat dan om een bedreiging van vitale fun cties, zoals procesindustrie ( DSM, Shell Pemis) of kerncentrales, het beheer van oppervlaktewater, ramp- en hulpverleningsorganisaties zelf (brandweer, alarmcentrales, centrale posten ambulancevervoer), en de gezondheidszorgfunctie (epidemiebestrijding, drinkwaterkwaliteit, opvang slachtoffers).

22

jaargang 25

Z

O

I"SOM

Magazine •

Op beide aspecten, nationaal en internationaal, zal ik in de volge nde beschouwing nader ingaan, zonder de pretentie te hebben volledig te zijn.

Int erne veili gheid


Oe krijgsmacht verleent bijstand en noodhulp op de bovenwindse eitanden na de orkaan Lenny.

Bij de economisc he veiligheid gaat het in algemene zi n om het verm ogen van de ove rheid om door haar gefo rmuleerde economische doe lstellingen op het gebied van overheidsflOanciën, werkgelegenheid, inkomensverde ling, monetaire stabiliteit en sociale zekerheid te realiseren. Van essentieel belang hierbij is de toegankelijkheid van hulpbronnen, financiën en markten teneinde de welvaart en macht van de staat ook op termijn op een aanvaardbaar peil te houden. Vitale functies va n eco nomische veiligheid zijn de voorziening van primaire levensbehoeften, de water- en energievoo rziening, de infrastructuur en transportcapaciteit, communi catie-, data- en informatievoorziening alsmede het financiële verkee r. H oewel primair de politie verantwoorde lijk is voor de interne veiligheid, vervult de krijgsmacht op dit terrein een zogenoemde 'vangnetfunctie'. Dat wil zeggen, wanneer de politie onvoldoende mankracht en/of materieel heeft om adequaat op te treden in een bepaalde situatie kunnen civiele autoriteiten om bijstand van de krijgsmacht vragen.

faciliterend is en beperkt blijft tot een vangnetfunctie, dat wil zeggen tot situaties waar de middelen van de politie tekort schieten.

Bijstand en steunverlening Bij de steun die de krijgsmacht aan de civiele maatschappij verleent is het gebrui kelijk een ondersc heid te maken tussen militaire bijstand, bijzondere militaire bijstand en militaire steunverlening. Over het algemeen wordt militaire bijstand verleend wanneer de ope nbare orde in ernstige mate bedreigd wordt of reeds is verstoord en de politie niet langer bij machte is om de orde met eigen middelen te herstellen. Bij stand op basis van de Politiewet dient primair te worden verlee nd door de politie zelf. Pas als de reguliere politie niet in staat is om in bijstand te voorzien kan deze aan de marechaussee worden gevraagd. Is die oo k ni et in staat bijstand te leve ren, dan kan bijstand worden gevraagd van andere onderdelen van de krijgsmacht. Militaire bijstand wordt op verzoek van CIviele au toriteiten geleverd voor: • de handhaving van de openbare orde (inzet van speci aal materieel bij krakersrelJcn en de surveillance in Den H aag en Amsterdam); • de handhaving van de rechtsorde en het leveren van assistentie aan Justitie (inzet va n militairen bij het opsporen van vermiste perso nen); • een ramp of een ernstige vrees voor het ontstaan daarvan (arti kel 18 Rampenwet: militaire steun bij watersnood in Limburg en Gelderland).

1

Huidige civiele taken D e krijgsmacht vervult vele taken op het terrein van interne veiligheid. Deze zijn voo r een deel structureel en gebaseerd op regelgeving met een specifieke taakopdracht voor specifieke eenheden van de krijgsmacht. Voorbeelden hiervan zijn de marinebijdrage aan de Kustwacht en de beveiliging van de leden van het Koninklijk Huis door de Koninklijke Marechaussee. Daarnaast zijn er taken gebaseerd op regelgeving met een meer algemene taakopdracht waarbij in beginsel het gehele krijgsmachtpotentieel inzetbaar is, zoals bij voorbeeld militaire bijstand op grond van de Politiewet 1993 , de Wet rampen en zware ongevallen, en steunverlening in het algemeen belang. Zoals eerder opgemerkt is het uitgangspunt hierbij dat de rol van de krijgsmach t

JASON MagazIne

2 Bijzondere militaire bijstand wordt op verzoek geleverd bij de daadwerkelijke bestrijding van misdrijven van terroristische aard.

_

nummer J 2000

23


3 Militaire steunverlening wordt ten slotte op verzoek voor het Korps mannlers en bewakings- en beveil.igeleverd in het kader van: gingsee nheden . • het openbare belang (assistentie bij de groo tschalige glasbreuk bij kasse n, de steun bij de Elfstedentocht, De Koninklijke landmacht levert precisieschutters inzet tijdens de bestrijding van de varkenspest in 1997); aan de BBE- K, en levert bijstand voor Justitie met ge nie• maatschappelijke dien stverlening (vaak kle inschalige duikers en de gravendienst. Daarnaast levert het bijsteun 'om niet' in het kader van goed nabuursc hap dan stand met specifiek materieel (b.v. takelvoertuigen bij wel in het kader van de imagovorming boerenprotes ten 1995) en met de Explovan de krijgsmacht (inze t van personeel, sieven Opruimingsd ienst bij het ruimen , Noodhulpmaterieel (zoals tenten) en het ter bevan springstoffe n, bommen, bunkers e.d. sc hikking stellen van infrastructuur). Perso nele enlof materiele steun verleent verkenningsteam : de landmacht bij b.v. aardappelrooien, watersnood, varkenspestbestrijding.

De krijgsmachtdelen

reactietijd

Van de krijgsmachtdelen voert de Koninklijke Marechaussee de meeste civievan 24 le taken uit. Een belangrijk deel hiervan heeft een permanent karakter. De afslanlUng van de krij gsmacht si nds 1991 heeft geleid tot een redu ctie van de militaire politietaak van de Koninklijke Marechaussee. D aarentegen zijn de ci viele politietaken sinds 1993 aanmerkelijk in aantal toegenomen. D e versterking van de grensbewaking, de invoering van het mobiel toezicht op vreemdelingen aan de zuid - en oostgrens, de assistentie bij de best rijding van de grensoverschrijd ende criminaliteit en de overname van de politie- en veiligheidstaken op Schiphol en andere luchthave ns hebben geleid tot een uitbreiding van de personeelss terkte. Deze is ook te verklaren ui t de behoefte van poli tiek D en H aag te kunnen beschikken - zeker nu de reguliere politie zo dece ntraal georgan isee rd is - over ee n betrouwbaar, loyaal, vakkundig, daadkrachtig, centraal geleid en nationaal overheidsinstrument dat zich op het vlak van openbare orde en veiligheid kan manifesteren. D e uitbreiding van het civiele takenpakket heeft tot gevolg dat de marechaussee volgens de huidige plannen de komende jaren verder zal groeien tot circa 5.600 personen. In 1994 teld e de marec haussee nog 3.900 mannen en vrouwen. De koninklij ke marin e vervult taken als de operationele leiding over de Ku stwac ht in Nederland en draagt bij aan de Ku stwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba, drugsbestrijdings-operaties, opsporing en redding boven zee, hydrografi e, (b ijzondere ) militaire bijstand , explosievenopruiming, beveiliging, noodhulp, humanitaire hulp en assistentie bij rampen, onder andere met amfibische middelen, en vlagve rtoon ter ondersteuning van het buitenlandse beleid en van econo mische missies. De Kon inklijke marine heeft voor hulpverlening in geval va n calamiteiten in Nederland of op de Noordzee permanent minimaal de beschikking over een schip va n de ku stwacht (fregat of mijnenjager), maritieme patrouillevliegtuigen en helikopters voor kustwachttaken (o nder meer voor de opsporing en redding boven zee), hydrografische vaartuige n, personeel en materi eel voor explosieve nopruiming, de Bijzonde re bijstandseenheid

'''SOM

Magazine _

De Koninklijke luchtmacht voert op verzoek fotoverkenningsvluchten met F- 16's uit en verleent helisteun ten behoeve van de Wadd eneilanden, ten behoeve van Justitie (a rrestatieteams, beveiliging munitietransporten, transport beschermd e getuige n) en bij watersnood e.d. De C- 130 transportvliegtuigen worden regelmatig op verzoek van Ontwikkelingssamenwerking ingezet voor human itaire hulpverl ening

uur, '

Internationaal De krijgs macht voert zoals eerder opgemerkt ook internationaal in toenemende mate civiele taken uit. In de eerste plaats betreft dit he t verlenen van noodhulp. D efensie is sinds januari 1997 overgestapt op een meer stru cturele en professionele aanpak van noodhulp, waaraan alle krijgsmachtdelen ee n bijdrage leveren. D e krij gsmacht beschikt nu over een noodhulporganisatie die uit teams bestaat di e in geval van nood op afroep besc hikbaar zijn . D e militairen di e va n deze teams deel uitmaken, verrichten normaliter ee n an dere - verwante - taak binn en de krij gs macht. Naast een interservice noodhulpve rkenningteam bes taat de organisa ti e uit ee n co mmand ogroep, een tran spo rtee nheid, ee n waterzuiveringseenheid, ee n beveiligingseenheid va n mariniers en een marechaussee-detachement. Het noodhu lpverkenningstea m kent een reactietijd van 24 uur en bepaalt onder meer de daadwerkelijke behoefte aan nood hulp, legt contacten met nationale en internationale hulporganisa ti es, rapporteert aan het D efensie Crisisbeheersingsce ntrum en bereidt de komst voor va n de humanitaire noodhulp. O ok hier ve rvult de krijgsmacht een vangnetfun ctie. Internatio naal is overeenstemming bereikt over de voo rwaarden en richtl ijnen voor de in ze t van militaire capaciteit in noodsi tuaties in de 'Oslo- ri ch tlijnen'. De belangrijkste cri teria zijn: er is geen vergelijkbaar civiel alternatief voorha nden j er is sprake van een acute humanitaire noodsituatie; de inzet moet snel en tijdig zij n; en er zijn gee n kosten voor het ontvangende land.

Vredesoperaties Hiernaast vervult de krijgsmacht ook bij vredesoperaties civi ele taken. H et gaat hierbij vooral om ac tiviteiten

jaargang 25


die de lokale bevolking perspectief bieden op en vertrouwen moeten geven in de eigen toekomst. Het geven van aanzetten tot reconstructie en rehabilitatie hoort daarbij. Hierdoor vermindert teven s de kans op herha ling van geweld. Indien de hoofdtaak van de militair peace keeping is, vormt het verlenen van humanitaire hulp teven s een middel om het vertrouwen van de bevolking in de militairen te vergroten, waardoor de vredeshandhavende taak beter uitgevoerd kan worden. Zo voerden de mariniers in Cambodja in '992 en 1993 kleinschalige zogenoemde Pronkprojecten uit tcn behoeve van de lokale bevolking. Voorbeelden hiervan zijn renovatie van scholen en ziekenhuizen, het slaan van waterputten en medische hulp aan de bevolking. Grootschaliger van aard was vorig jaar de inzet van een geniehulpbataljon van de Koninklijke landmacht in Kosovo. De werkzaamheden hiervan richtten zich in eerste instantie op het ruimen van mijnen en vervolgens vooral op de heropbouw van woningen, het transport van bouwmateriecl voor de NCO'S en het weer begaanbaar maken van wegen en bruggen.

CIMI(

Een nieuwe ontwikkeling bij vredesoperaties is die van 'Civil Military Cooperation' (CII\HC). ln de nieuwe veiligheidssi tuatie moeten militairen bij vredesoperaties immers sa menwerken met talrijke instanties en organiBrand stofvoor generatoren op St. Maarten, door de krijgsmacht saties zoals lokale overheden, internationale organisageleverd na de orkaan Lenny. ties zoals de VN en de OVSE, maar ook NCO'S. Binnen stand te houden en zo mogelijk te versterken. Het ve rdeze samenwerking ontplooien, zoa ls eerder opgemerkt, militairen initiatieven waarmee ze de lokale groot immers de zichtbaarheid van de krijgsmacht in de bevolking helpen. CIMIC is een instrument ten dien ste maatschappij. van vredeshandhaving en wederopbouw. Het gaat hierDe verzakelijking van de ove rheid speelt hierbij oo k een rol. 'Afrekenen op re su ltaat' is een van de slogans bij om de coĂśrdinatie tussen de vredesmacht en de civiele actoren. Afstemming is vereist van de verschildie binnen de overheid de ronde doet. Ook het collectieve goed 'defen sie' wordt steed s ste rker op aantoonlende mandaten, bevoegdheden en taken tusse n de strijdkrachten en de betrokken civiele instanties. baar resultaat beoordeeld. Vroeger kon de krijgsmacht zich tot op zekere hoogte niets aan haar omgeving leDe Defensie nota 2000 heeft aangekondigd dat de Koninklijke landmacht in samenwerking met de Duitgen laten liggen, want haar aangename positie van vansers een (inrerservice, internationale) framework-cimiczelfsprekendheid stond niet ter di scussie. Dit is verleden tijd. Een 'bridging'-strategie die de afstand tot de groep gaat oprichten. Deze bestaat uit een kleine parate omgeving co ntinu ziet te overbruggen is onontbeerlijk. kernstaf van ongeveer veertig personen. Nederland za l De in voorgaande beschouwing genoemde civiele taken hiervan ongeveer de helft leveren. Als de eenheid wordt bieden hiervoor een goed middel. ingezet, zal de totale door be ide landen geleverde sterkte ongeveer 400 functies zij n. Het Nederlandse persoHierbij moet echter niet vergeten worden dat de neel is afkom stig van alle krijgsmachtdelen en kan workerntaak van de krijgsmacht is en blijft het in voorkoden aangevuld met reservisten en civiele mend geval kunnen uitoefen en van gespecialisten uit andere seg menten van de organiseerd, maar beheerst geweld. EĂŠn , Vanzelfsprekendheid van de risico's van het uitvoeren van naoverheid en het bedrijfsleven. tionale civiele activiteiten en internatiokrijgsmacht nale humanitaire en vredesoperaties is dat de militair als het ware demil.itariKerntaak De uitbreiding van civiele activiteiten is voorbij . ' see rt en het specifieke karakter en de gevechtsvaardigheden van zijn professie door de krijgsmacht in het afgelopen decennium is op zichzelf een positieve verliest. Voortdurend moet dan ook naar een juiste balans wo rd en gestreefd tu ssen de traditioneonrwikkeling. Sinds de grootschalige dreiging uit het Oosten is ve rdwenen en de opkomstplicht voor dienstle taak van de krijgsmacht en haar nieuwe taken. Het is in ieder geval duidelijk dat de krijgsmacht het plichtigen is opgeschort biedt het een goede mogelijkheid om de band tusse n krijgsmacht en maatschappij in personeel en de middelen in hui s heeft die een vec l-

JA SO N Maga zi ne •

nummer J 2000

25


heid van civiele taken aanvullend en tijdelijk kunnen ondersteunen. Het vooral in noodsituaties onbenut laten van beschikbare personele en materiële capaciteit is niet alleen onverstandig maar zelfs immoreel, en is aan het publiek dan ook moeilijk uit te leggen.

Gmnaal- majw T d(T ml1nn;(Tl b.d. mr. dn. C. Hl1ml1n;s 1J(Thondtn

aan Ix! Instituut 'C/ingmdl1d.

Geraadpleegde literatuur

Mugie, F. E. Th .

Operatie Varkenspest, in: Acda,G. M. W.

Mili/aire Spectator,jaargang J67/ 7!t998, p. 365 - 374

Vredestaken voor de Koninklijke marine, in:

Marineblad, nummer 4, IOI e jaargang 1991, p. 142-151

Putten, van 0 ., & Zee. van der M .

Defensienota's

De Koninklijke Marechaussee als vierde krijgsmachtdec1, in: Militaire Spet/a/or,jaargang 167/8/ 1998. p. 4°3 - 410

199I en

2000

Themanummer Ducheine, P.A. L.

'The Third Force, De krijgsmacht meer politieel ?',

De Krijgsmacht en interne Veiligheid, Een onderzoek naar de mogelijkheden en beperkingen van militaire bijstand en steunverlening. doctoraal-scriptie Nederlands Recht, Universiteit Utrecht, april 1998

Kernvraag 199912 nr.

120

Weger, de Michiel

De derde defensietaak, in: Atlantisch Perspectief. nummer 7, jaargang

22

1998, p. IJ- 16

Eberwljn , c., e.a.

De bijdrage van de krijgsmacht aan de veiligheid van hel bestaan,

Voorhoeve, Joris

Studie van de Leergang Topmanagement Defensie 97- 2,

Waar ligt de grens? Taakafbakening tussen krijgs ma~ht en politie, in: Atlantisch Perspectief, nummer 3,

Instituut Defensie Leergangen, Rij swijk, december 1997.

jaargang

22

1998, p. 4- 8

Homan, C.

Werelden apart: over samenwerking tussen militairen en

NGO'S,

in:Jaarboek 1997. Koninklijke Vereniging tcr Beoefening van de Krijgswetenschap, p. 101 - 113

26

IASON Ma gaz in e •

Wilde, de Jaap De internationalisering van interne veiligheid, in:

Atlantisch Perspectief, nummer 6,jaargang

j aa rgang 25

22

1998, p.

4 - 10


!"f~~

Commentaar

Raketverdediging en Wapenbeheersing Chris Sanders

President Clinton heeft op 1 septemherjl. in een toespraak voor Georgetown University aangekondigd een heslissing over de Amerikaanse plannen voor een verdedigingssysteem tegen intercontinentale raketten (National Missile Defense, NMD)

op te schorten en aan zijn opvolger over te laten. Het ontwikkelings- en

testprogramma gaat gewoon door.

k wil hier niet ingaan op de binnenlands- politieke aspecten van de NMD besluitvorming, en ook niet op de technische en strategische merites van NMD. Mijn focus is de relatie tussen NMD beslui tvorming en wapenbeheersing. Deze relatie is evident; de effecten zijn er op dit moment al, en zullen zich, ongeacht de uitkom st van het debat, doen voelen in de komende jaren. Wat betreft de reeds bestaande effecten is, zoals bekend, vooral China zee r bezo rgd over een mogelijke NMD, en dat is begrijpelijk, want ook het beperkte systee m dat than s wordt overwogen heeft voldoende capaciteit om vrijwel het gehele Chinese offensieve vermogen te neutrali seren. De problematiek rond Taiwan maakt de zaak voor China er nog moeilijker op. Met het oog op deze si tuatie is China er alles aan gelegen de NMD plannen te torpederen. De eerste stap daartoe was de eis om in de Ontwapeningsco nferentie (CD) in Geneve te onderhandelen over een verdrag dat het plaatsen van wapensystemen ee n/of componenten daarvan) in de ruimte zal verb ieden. Hoewel de huidige NMO plannen een dergelijke plaatsing niet voorzien, bestaan er in de vs belangrijke bezwaren tegen het afstand doen van deze optie. Toen de vs derhalve het Chinese voorstel blokkeerde, legde Ch ina een veto op de rest van het werkprogra mma van de CO, inclusief de door het Westen zo belangrijke geachte onderhandelingen over een verbod op productie van splijtstof voor militaire doeleinden. (Fissile Material Cut-offTreaty, FMCT). Deze blokkade in de CD duurt nu al een jaar, en het verloop van de NMD besluitvorming zal

JASON M agazine _

bepalend zijn voor het toekomstig functioneren van deze belangrijke onderhandelingsconferentie. De Chinese positie is in zoverre niet onlogisch dat China, in reactie op een Amerikaanse raketverdediging, zijn kernwapenarsenaal verder wil uitbreiden, en daartoe meer splijtstof moet produceren. Tijdens de Toetsingsconferentie van het non -proliferatieverdrag in mei jL dreigde de NMD kwe stie ook roet in het eten te goo ien, doch de direct betrokken landen konden het er over eens worden dat di t probleem even terzijde werd gesteld. In ruil hiervoo r kreeg China de bovengenoemde blokkade zwart op wit in het slotdocument, in die zin dat onderhandeling ove r splijtstof afhankel ijk is van ove reenstemming over het CD werkprogramma als geheel. De NMD plannen zoals ze op dit moment ter tafclligge n vereise n een aanpassing van het bilaterale Anti Ballisti c Missile (ABM) verdrag tu sse n de vs en Ru sland. Daar moeten beide partijen toe bereid zijn, en de vs probeert Ru sland te overtuigen. Rusland, uiteraard gesteund door China, verzet zich op dit moment tegen iedere aanpassing van het ABM verdrag, en heeft bove ndien gedreigd andere belangrijke nucleaire wapenbeheersingsverdragen (START 11, Kernstopverdrag)o p te zegge n als de V5 volhardt in zijn voornemens. Het ABM verdrag biedt overigens expliciet de mogelijkheid van aanpassing en is ook in het verleden enkele malen aangepast. Een dergelijke aanpassing mag natuurlijk niet de doelstelling van het verdrag ondermijnen, zoals Rusland voortdurend onderstreept.

nummer 3 2000


Het is duidelijk dat besluitvorming over NMD lastig zal zijn, de uitkomst is op dit moment niet te voorzien, maar er kunnen 4 scenario's worden onderscheiden: 1 Een volgende administratie besluit de NMD plannen afte blazen. 2 Een volgende administratie laat het NMD programma lang'"t;aam maar zeker afsterven, zonder duidelijk zichtbaar besluit. (Iets dergelijks is ook gebeurd met het ambitieuze Strategic Defense Initiative van President Reagan) 3 Een volgende administratie besluit het huidige, beperkte plan, uit te voeren. Hierbij moet nog een onderscheid worden gemaakt of het besluit al dan niet in overeenstemming met Ru sland is genomen. 4 Een volgende administratie besluit tot ambitieuzere vormen van raketverdediging

van andere verdragen waar te maken. Of Ru sland ook daadwerkelijk nieuwe kernwapens en raketten zal gaan ontplooien is nog de vraag, gezien de economische problemen, maar van China kan dit zonder meer worden aangenomen, met als mogelijk gevolg een snelle uitbrei ding van het kernwapenarse naal van 1ndia gevolgd door Pakistan. 4 De meest negatieve uitkomst vanuit het oogpunt van wapenbeheersing is wanneer een volgende (Republikeinse) administratie zou besluiten tot ambitieuzere vormen van raketverdediging dan than s voorzien. Dit zou per definitie een uittreding uit het ABM verdrag inhouden. Dit zou voor de korte termijn de deur volledig dichtgooien voor ieder gesprek over wapenbeheersing tu ssen de kernwapenstaten. Het wachten zal dan zijn op een volgende President of op financiële en/of technologische onhaalbaarheden.

Indien NMD wordt opgegeven zal dit ongetwijfeld voor de korte termijn een positieve impuls voor het wapenbeheersingsproces hebben, zeker indien de vs ook bereid zou zijn te onderhandelen over een verbod op het plaatse n van wapensystemen in de ruimte. In dat geval zal China zijn blokkade van de CD moeilijk langer kunnen volhouden, en kan een begin gemaakt met onderhandelingen over een aantal belangrijke verdragen. Ook de bilaterale onderhandelingen tussen de vs en Rusland over verdere kernwapenreducties (START lil) zullen de wind in de zeilen krijgen. Schrappen van de NMD plannen is vanuit de optiek van wapenbeheersing de meest positieve mogelijkheid, omdat dit volledig de weg zou vrij maken voor lopende en nieuwe onderhandelingen. 1

Een andere situatie, voorzien in scenario 3 en zeker niet het meest onwaarschijnlijk, ontstaat wanneer de vs en Rusland het eens kunnen worden over een beperkte aanpassing van het AHM verdrag, met de bijbehorende beperkte NMD. Dit kan de strategi sche relatie tu sse n deze twee landen bestendigen en zelfs versterken, ongetwijfeld tot grote verontrusting van China maar ook Frankrijk. Hoe dit zal uitwerken op de wapenbeheersing is afhankelijk van veel andere factoren. Welke prijs zal Ru sland bedingen voor inschikkelijkheid? D oen de NAVO bondgenoten mee? Kan China gerustges teld, en zo ja hoe? Hoe wordt raketverdediging voor de langere termijn ingepast in een langzaam verdwijnend afschikkingsconcept?

2 Een iets waarschijnlijker sce nario is dat een volgende (Democrati sche) administratie, zonder een duidelijk zichtbaar besluit, het NMD programma geleidelijk laat afsterven, hetgeen ook op gronden van technologi sche on haalbaarheid verdedigbaar zou kunnen zijn. Een dergelijk beleid zal pas op termijn een positieve uitwerking hebben op de bereidheid tot verdere wapenbehecrsings onderhandelingen, en daarbij zu lJen door andere partijen nog de nodige slagen om de arm worden gehouden. 'We moeten het eerst zien'. Ook is de vraag of de vs bereid zal zijn de positie over een ruimteverdrag op te geven, zodat de patstelling in de CD wellicht toch nog kan voortduren. Een verdere verpietering van het NMD programma kan echter druk doen ontstaan op China en Ru sland om van hun kant ook een gebaar te maken. Een dergelijk gebaar kan immers weer worden ingetrokken indien de NMD plannen op nieuw actueel zou den worden.

Dit zijn moeilijke vragen, die op enig moment toch onder ogen moeten worden gezien als het proces van verdere kernwapen reducties succe svol is, en de aantal len kernwapens waarover de kernwapen staten beschikken du sdanig gering worden dat bestaande doctrines niet meer opgaan. In zo'n situatie zullen ook defensieve opties weer actueel worden, om 'uitbraak' van landen die toch nog naar het middel van nucleaire chantage grijpen, te kunnen opvangen. Het is derhalve van belang om goed het o nderscheid te maken tussen de huidige korte termijn problematiek van NM D, en de lange term ijn ontwikkelingen voor het geval wapenbeheersing dusdanig succesvol is dat alternatieve strategieën geboden zijn. Idealiter zou de ontwikkeling van defensieve opties, bij voorkeur in multilateraal verband, gelijke tred moeten houden met ee n beheerst proces van kernwapenvermindering. Dit vereist een aanzienlijke verbetering van het huidige geopolitieke verho udingen, waartoe verantwoorde Amerikaanse besluitvorming over NMD een belangrij ke eerste bijdrage kan bieden. Zo is de cirkel rond.

3 Uit het oogpunt van wapenbeheersing zou een unilateraal besluit van de vs tot ontplooiing van een beperkt NMD systee m, met opzeggi ng van het ARM verdrag, een zeer negatieve uitkomst zijn. De bereidheid bij de landen die zich door een dergelijke ontwikkeling bedreigd voelen om verder te onderhandelen over vermindering van kernwapens zal tot nul gereduceerd worden. Ru sland zal zich in het belang van zijn eigen geloofwaardigheid genoodzaakt zien zijn dreigementen over het opzegge n

28

JASOH Magazine

Chrü Santin, is A mb/JS$alüurV/Jn Nrdu/mu/ bÎj d, ontu·"pmingsmnfám tir in Grnrot. H Îj sdmifdit arfik.tl op pmaonlÎjk {ift!.

_

jaargang 25


nf'l-;]]

~ctiviteiten

(vooraa nkondiging)

Stichting JASON en de Atlantische Commissie Januari

Activiteit

Conferentie 'Transformation and adaptation,

Datum

(Engelstalig)' Vrijdag 17 november, 9.00 - 17.30 uur

Locatie Programma

ES OP

and

NATO:

implications for Europe and the

USA'

Sociëteit de Witte, Plein 24, Den Haag

Inleiding n.a.t. k. debat ESDP and NATO An Alliance of Eguals' Sprekers Nationale en internationale deskundigen

• Indien u deze bijeenkomst wilt bijwonen wordt u verzocht zich telefonisch ofperfax aan te melden (telefoon 070 ·3639495.fox 070 .36463°9). Nadere informatie wordt u na aanmelding toegezonden.

Deze publicatie is mogelijk gemaakt door:

M.A.O.C. Gravin van Bylandt Stichting I

- ilb ql/ I

NATO Information Service

JA SO N Ma gazi ne

_

nummer.1

2000

29


JASON bestaat 25 jaar! Dat gaan we vieren! N ovember I97S. Een enthousiaste groep jongeren richt Stichting ] AS ON (jong A tlantisch Samenwerkings Orgaan Nederland) op. ]ASON wenst een forum te zijn op het gebied van de A tlantische betrekkingen teneinde de meningsvorming onder de academische jeugd en andere geïnteresseerden te bevorderen. Doel van ]ASON is het bestuderen van internationale samenwerking, met name gericht op de Atlantische problematiek .. .

G

aandeweg treedt j ASON ook vee lvuldig buiten het Atlantische vrecle- en veiligheidsvraagstuk. Vandaag de dag is JASON een waardenvrije, objectieve en breed geor iën teerd e organi satie, die door midd el van diverse activiteiten en de uitgave van het )ASON Magazine aandach t besteedt aan het gehe le spectrum va n de internationale betrekkingen.

In november 2000 bestaat JASON 25 jaar. Ter ere van dit 2s-jarig jubileum zal er ee n jubileum-almana k ve rschijnen. In de almanak wordt in ee n se ri e essays aandacht besteed aan de toekomst van de internationale betrekkinge n. Experts als dr. R.E. M . van Vuurde (universiteit Utrecht), prof. dr. J. QTh. Rood (Univers iteit Utrecht en I ns tituu t 'Clingenclael') en vele anderen, werpen hun li cht op ontwikkelingen in de internationale economie, ve iligheidsvraagstukken, Noord - Zuid relaties en het Nederlands buitenlands beleid ro ndom het centrale thema:

Internationale betrekkingen in de 2Iste eeuw: richting globalisering ofregionalisering? Een uiterst releva nte vraag die volge ns )ASON de ontwikkeling va n de internationale betrekkingen in de ni euwe eeuw kernachtig aan de ord e stelt. Daarnaast bevat de almanak een uitvoerige geschiedeni s van de sti chting en een registe r van alle bestuu rs- en redactieleden die zij in haa r 2s-jarig bestaan heeft geke nd .

. bi\eUm-almanak . december 2 rd n_Magazine .~o. 4 !!~~~~~pl~ar thrl~S~:~~:va~ dit unieke I~\soabonnees krtlgenn IkostelooS) In be n plaats van I .. en A'. e d kunne \ g 1. 'IJS Oen Haa versch 'In ..~teresseee~ fien te sturen naar: 0 Andere geld or een bne led mm er 1.071.1., 2S document 0 Antw Oor nU Stichting IASO~r~ad strekt). (zolang de voo 000 de IU

30

JASON

Magazine •

jaargang 25


Al 25 jaar informeert de stichting JASON over de achtergronden van de internationale economie, politiek en veiligheid. Zij richt zic h daarbij vooral - maar niet uitsluitend -op jongeren in de leeftijd van 18 (Ot 35 jaar. JASON is waardenvrij: niet gebonden aan enige politieke stroming of gebaseerd op een levensbeschouwelijke grondslag.

JASON

is neutraal: draagt bij aan meningsvorming, maar heeft zelf gee n mening.

JASON

is evenwichtig: laat altijd de voors en tegens zien, laat alrijd de voor- en tegenstanders aan het woord.

is verhelderend: één activiteit of artikel geeft in kort tijdbeste k een zo volledig mogelijk beeld va n een actueel inte rnationaal onderwerp.

,ASON

De sti chting weet zich daarbij gesteund door deskundigen uit de ambtenarij, het bedrijfsleve n, de journali stiek, de politi ek en de weten schap, die optreden op activiteiten of schrijve n in het kwartaalblad jASON Magazine. Een stukje gesc hiede nis: ' .. D ejaren '70 w aren in Nederland een periode van politieke polarisatie. M eningsvorming over hedendaagse internationale politiek werd gedomineerd door groepen uit het actiewezen. Teneinde te voorzien in een duidelijke behoefte van jongeren aan meer evenwichtige informatie, richtte een groepje studenten en jongeren in 1975 hetJongAt/antisch Samenwerkings Orgaan Nederland op, kortweg JASON . Concentreerde de stichting zich in de eerstejaren op Atlantische samenwerking en Vrede en Veiligheid, gaandeweg verbreedde zij haar activiteiten tot het gehele spectrum van de internationale betrekkingen. De val van het Ijzeren Gordijn en de omwentelingen in de Sovjet-Unie en Oost-Europa veranderden de missie ValljASON nog verder.'

Anno 2000 is 'jASON' gee n afkorting meer, maar een merknaam. De stichting organi seert halfjaarlijks ee n grote activiteit en daarn aas t verschillende kleinere activiteiten. De stichting publiceert 4X per jaar het JASONMagazine. Hi erin geven zowel jonge, 'aankomende' auteurs, als gere nommee rde namen, hun yisie op vraagstu kken uit de interna tionale betrekkingen. Een jaarabonnement op JASON Magazine kost slechts f30,oo (studenten f25, 00). Daarvoor ontvangt u ook uitnodigingen voor act iviteiten (waarvoor bij grotere evenementen een dee lnameprijs geldt). Ook is cr de mogelijkheid om een proefabonnement te nemen. Hiervoor kunt u onderstaande kaart invullen. Stichting JASON. Bezuidenhoutseweg 237-239 • 2594 AM Den Haag telefoon 070 · 360 56 58 r - - - - - - - - - - - - - - -- - - - - -- - - - - -- -- - - -- - -

Antwoordkaart Een proefabonnement op JASON Magazine, het tijdschrift van de stichting JASO N, kost slechts f 20,00 (studenten f 15 ,00). Hiervoor ontvangt u vier nummers van voornoemd magazine alsmede uitnodigingen voor activiteiten van de stichting JASON. Naam Adres Woonplaats Telefoon

Studie (i.v.t.l /stud. nr. Handtekening Deze antwoordkaart kunt u in een enveloppe (postzegel niet nodig) sturen naar Stichting JASON, Antwoordnummer 10711, 2501 WB Den Haag. U wordt verzocht te wachten met betaling totdat u een acceptgiro wordt toegezonden.



Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.