Belpanel Je gaat naar vmbo, havo of vwo. Meer smaken zijn er niet. Meer talenten wel! Er zijn vmbo’ers en havisten die voor sommige vakken meekunnen op een hoger niveau. Carmelscholen willen dat mogelijk maken. Goede zaak? Lees het oordeel van het Carmelpanel, via de stelling: WEG
MET DE EENHEIDSWORST, ERKEN HET TALENT!
Johanneke ten Broeke, leerling 6 vwo, Bonhoeffer College Enschede
Astrid Westers, docent Nederlands onderbouw vmbo, Marianum Groenlo
18.36 ✓✓ EENS!
15.18 ✓✓ EENS!
‘Het idee is goed: een leerling krijgt de kans te laten zien dat hij of zij meer kan. Eigenlijk zou het omgekeerde ook moeten kunnen om echt maatwerk te bereiken: een vak waarin je niet goed bent volgen op een lager niveau. De begeleiding bij de profielkeuze wordt belangrijker en er moeten duidelijke afspraken komen. Als ik de helft van mijn vakken op havoniveau volg en de andere helft op vwo-niveau, welk diploma hoort daar dan bij? Vervolgopleidingen zullen de toelatingseisen moeten aanpassen. Het mag niet zo zijn dat havoleerlingen met één of meer vakken op vwo-niveau andere havisten uit het hbo verdringen. Talenten moeten we zeker erkennen, maar er is veel duidelijkheid nodig.’ ◗
Mohammed el Hamdaoui, ouder, Maartenscollege Haren
Marijn Schoonderwoerd, leerling 5 havo, Antoniuscollege Gouda:
17.03 ✓✓ NEUTRAAL!
20.48 ✓✓ EENS!
‘Met deze stelling kun je het niet oneens zijn. Maar ik aarzel. Deels vanwege de uitvoerbaarheid. Scholen kampen al met te weinig capaciteit. Daar komt dit dan bij. Nog steeds gaan we voorbij aan de dieperliggende vraag wat we van het onderwijs verwachten. Die discussie mis ik. We zouden het anders moeten doen, door leerlingen die zwak staan te ondersteunen. Het zou eerlijker zijn. Want al kun je voor sommige vakken meer, een vmbo-diploma blijft een vmbo-diploma, een havo-diploma een havodiploma. Wie wordt hier dan beter van? Ga terug naar de basis. Wat willen we met ons onderwijs? Formuleer nu eens een visie, dan komen we verder. Dit soort initiatieven leidt af.’ ◗
6
‘We plaatsen leerlingen op basis van de vakken waarin ze minder scoren. Zo halen we niet het beste uit de kinderen. Als ze vakken op verschillend niveau kunnen volgen, werkt dat stimulerend. Vanuit pedagogisch-didactische invalshoek ben ik daarom vóór. Het stimuleert enorm als je ergens goed in bent. Meer uitdaging in die vakken juich ik toe. Ik voorzie wel praktische bezwaren. Hoe organiseer je dit? Ik kijk bijvoorbeeld naar onze leerlingen uit de vmbo-bovenbouw in Lichtenvoorde. Als die voor sommige vakken op havo-niveau meekunnen, wordt het ingewikkeld: bovenbouw havo bieden we in Groenlo aan. Hoe pas je dat in de lesroosters? Maar praktische belemmeringen zouden geen beletsel mogen vormen, het gaat om de leerling.’ ◗
‘Ik ben het ermee eens. Op dit moment word je afgerekend op één niveau. Daardoor ben je gedwongen een vak te laten vallen als je daarin minder goed bent. En dat kan vervelende gevolgen hebben, merk ik zelf. Indertijd heb ik de talen laten vallen. Daar had ik moeite mee. Het gevolg is dat ik na mijn eindexamen niet meteen naar de Hogere Hotelschool kan. Voor mij wordt het daarom waarschijnlijk een tussenjaar, om Spaans te leren. Want ik heb een tweede moderne vreemde taal nodig. Als ik die op een lager niveau had kunnen doen, was ik waarschijnlijk toegelaten. Nu zit er een jaar tussen. Dat voelt toch als een soort zittenblijven.’ ◗