APRIL 2012
Cees Vos (60), docent Nederlands en aardrijkskunde en remedial teacher, Etty Hillesum Lyceum, locatie De Keurkamp Hendrien Vos (59), docent internationale schakelklas, Etty Hillesum Lyceum, locatie Het Stormink Carolien Vos (31), docente lichamelijke opvoeding, Etty Hillesum Lyceum, locatie Het Vlier. HENDRIEN: ‘CEES EN IK LEERDEN ELKAAR AL KENNEN IN DE EERSTE KLAS VAN DE MULO, in 1964, maar pas in de tweede klas van de Pedagogische Academie werd het serieus en we trouwden in 1976. Inmiddels zijn we jaren verder en werken we met zijn drieën in het voortgezet onderwijs: Cees in het vmbo, ik in de internationale schakelklas en onze oudste dochter Carolien in het havo/vwo. We hebben allemaal dezelfde werkgever, want het Etty Hillesum Lyceum is de enige aanbieder van voortgezet onderwijs in Deventer. Toch voelt het niet alsof we op dezelfde school werken; daarvoor is het Etty Hillesum te groot en zijn de scholen te verschillend. Cees en ik hebben ook nooit op dezelfde school gewerkt. Dat zou me niet leuk lijken: je hebt elkaar dan ’s avonds weinig verhalen te vertellen. Met Carolien ligt het anders, zij is inmiddels het huis uit. Zij en ik hebben wel een tijdje op dezelfde locatie gewerkt, maar omdat we zulke verschillende taken hebben, kwam ik haar alleen tegen in de personeelskamer. Carolien heeft ook een tijd op de locatie van Cees gewerkt.’
‘Ik heb een tic voor leerlingenzorg meegekregen’
20
Cees: ‘Ik vond dat wel mooi, mijn dochter als collega. Zelf was ik ook het liefst docent lichamelijke opvoeding geworden, maar er was destijds geen plaats op de Sportacademie.’ (Lachend:) ‘Gelukkig maakt Carolien dat nu goed. Het is niet dat ik spijt heb van de PA, helemaal niet, het was een brede opleiding. Al in mijn eerste baan, in het voortgezet speciaal onderwijs, heb ik een tic voor leerlingenzorg meegekregen, die nooit meer is verdwenen. In het gewone VO bestond remedial teaching nog helemaal niet. Daar ben ik –inmiddels werkte ik op een lts– zelf maar mee begonnen. Uiteraard waren ook daar kinderen die extra aandacht nodig hadden. Wat meer aandacht in de klas, na schooltijd een uurtje extra… Op termijn heb ik wel geregeld dat ik er van de school uren voor kreeg. Later heb ik nog de opleiding voor remedial teacher gedaan.’ HENDRIEN: ‘DE DRANG OM TE HELPEN ZIT DENK IK IN ONS ALLE DRIE. Of eigenlijk in ons alle vier, want onze tweede dochter zit weliswaar niet in het onderwijs, maar werkt in de sociaal-pedagogische hulpverlening. Niet dat we het er met zijn vieren de hele tijd over hebben. Het is meer dat we er op dezelfde manier tegenover staan.’ Carolien (knikt): ‘De interactie met de kinderen en het opbouwen van een relatie met ze - als dat lukt, dat is zó leuk. Voor mij is deze baan de ideale combinatie van sport en het omgaan met jongeren.’
DEVENTER
Cees: ‘Haar zie ik ook nog wel eens in de leerlingbegeleiding belanden...’ Hendrien: ‘Je kunt in het onderwijs veel liefde kwijt. Het werk dat ik nu doe, met onder anderen analfabeten in de internationale schakelklas, vind ik het allermooist. Je begint met helemaal niets. Eerst breng je structuur aan en legt een basis. Je bouwt een band op met de leerlingen, gaat op huisbezoek en zoekt het vertrouwen van de ouders. Je kunt voor deze kinderen veel betekenen.’ Cees: ‘Hendrien is nog meer de pedagoog dan ik. Natuurlijk, met alleen lesgeven red je het niet, zeker niet op het vmbo. Je moet eerst vertrouwen opbouwen. Maar mij gaat het daarnaast ook om het vak. Ik geef Nederlands en aardrijkskunde en had ook graag geschiedenis gegeven: lekker verhalen vertellen... Dat doe ik nu ook wel, ik heb er op school een speciale koffer met attributen voor staan. Leerlingen lokken dat wel eens uit: mijnheer Vos, wilt u een verhaal vertellen? Je ziet ze denken: we hebben hem tuk. Maar vertellen is een goede manier om leerlingen even tot zichzelf te laten komen. Sommige klassen stuiteren binnen, de adrenaline druipt eraf. Zoveel prikkels. Dat is wat veel kinderen tegenwoordig kansloos maakt. Stilte, daar schrikken ze gewoon van.’ Carolien: ‘Je had vroeger in het vwo toch ook een boksbal in je lokaal…’ Cees: ‘Ja, sommige leerlingen waren zo druk, dan liet ik ze even uitrazen, of vijf rondjes rond het veld rennen. Ik kan wel willen dat een kind gaat rekenen, maar als het op springen staat… Op vrijdagmiddag gaf ik dansles aan een lastige meidengroep. Hiermee hield ik ze de hele week in het gareel: nu werken, betekende vrijdag dansen.’ CEES: ‘IK HEB ER NU 38 JAAR OP ZITTEN EN HET WERK HEEFT ME NOOIT VERVEELD. Ik was altijd aan het organiseren: zeilkampen, kanokampen, reizen naar Istanbul – een eigenschap die Carolien nu trouwens op Het Vlier voortzet. Had ik mezelf ook in een andere loopbaan gezien? Jawel, veilingmeester had me wel wat geleken. Maar onderwijs blijft geweldig. Het contact met de kinderen, de humor in de klas en het spel dat je moet spelen om ze tot leren te laten komen. Zeventien jaar geleden werd ik voor het eerst ziek. Ik ben steeds blijven werken, ook toen de arts bij het UWV zei: ’’Stopt u er maar mee”. Wat moest ik dan? Thuis gaan zitten? Werken is voor mij altijd een manier geweest om terug te vechten.’ Hendrien: ‘Maar ook nu het weer minder gaat, zeg ik ’s ochtends: ga nou maar even naar school, je krijgt er energie van en je komt er altijd vrolijker van terug.’ Cees: ‘38 jaar onderwijs, dat zijn diverse generaties. Je ziet de kinderen van de kinderen in je klas. Het is wel aardig als ik in de stad loop en oud-leerlingen mij herkennen. Ik kijk in heel wat kinderwagens en denk: dat kon wel eens een aardige muiter worden. Of: van wie is dat er ook al weer één?’ Glimlachend: ‘Als je terugkijkt, worden de verhalen steeds mooier.’ ◗
ONDERWIJS VOOR DUMMIES Ik ben geduldig en vriendelijk van aard, maar de laatste tijd begin ik me steeds meer te ergeren. Het schiet gewoon niet op in onderwijsland. Neem de staking van januari. Welk beeld is er blijven hangen bij de buitenwacht? Een vakbondsleider die zeurt over een domme minister en docenten die mokken over zes weken zomervakantie. Waarom gaat het nooit over de essentie? Over kwaliteit? Waarom protesteren we niet tegen twintig jaar zwabberend en inconsistent onderwijsbeleid? Waarom gaat het nooit over makkelijk uitgevallen collega’s die al jaren op de automatische piloot werken? In plaats van met het vingertje te wijzen naar luie en lamlendige leerlingen en een verpleegster als minister? Kwaliteit is leuk! Echt. Het inspireert. Je gaat weer nadenken. Leerlingen veren op. In Finland hebben ze dat al decennialang begrepen. In één zin: daar kunnen universitair geschoolde docenten met de nodige vrijheid en creativiteit in 750 uur topkwaliteit afleveren met hetzelfde salaris als wij. Zelfs al is het iets minder mooi dan de onderwijstoeristen ons willen doen geloven, het geeft stof tot nadenken. Als we nog eens gaan staken, moeten we kwaliteit eisen. Betere docentenopleidingen. Geen stagiaires die slechter Frans praten dan een goede leerling uit 6 vwo. Een tienjarenplan voor het onderwijs, gedragen door alle politieke partijen. Een volledige baan van 23 lesuren. Ondertussen gaan we aan onze eigen professionaliteit werken. Nu. Vandaag. Ga naar bijscholingen. Abonneer je op vakliteratuur. Denk eens na over je vak. Heb het lef om je collega aan te spreken die al drie keer heeft beloofd dat de studiewijzer volgende week af is. Trek ‘m over de tafel en zeg ‘m eens flink de waarheid. Stel eisen aan collega’s, aan je leerlingen. Laat ze niet uit gemakzucht overal mee wegkomen. Stel eisen aan jezelf. Zorg dat je er leuk uitziet. Scheer je ’s morgens even. Wat krijg je ervoor terug? Inspirerend werk, veel energie, geweldige eindexamenresultaten. En niet te vergeten: respect. Leerlingen hebben een feilloos gevoel voor kwaliteit. ◗ JOS BAACK Docent Frans en CKV Twents Carmel College, locatie De Thij
21