Vierleeuwenbrug…[Vier-leeuwen-brug]• Een brug die in over de oude haven lag en op 8 oktober 1860 werd geopend. De vier leeuwen zijn van de beeldhouwer J. Keerbergen, die ze in 1787 voor de Hofpoort op het Hofplein maakt. De brug wordt ook wel de Koningsbrug genoemd.” Vieskadet…[Vier-ka-det]• Dat is iemand die altijd onder de vlekken zit. Vijfpik…[Vijf-pik]• 1. Even rustig aan doen, 2. Een korte pauze van vijf minuten die je van de baas pikt Vinkentering…[Vin-ken-te-ring]• Val dood, Je kan het bekijken” Visglas…[Vis-glas]• Aquarium Vleeskar…[Vlees-kar]• Kinderwagen. Vloeba…[Vloe-ba]• Vloeibaar behang. Vloervarken…[Vloer-var-ken]• Stoffer als in stoffer en blik Vlooienbak…[Vlooi-en-bak]• Hangmat of bed Vlorsen…[Vlor-sen]• Wateren. Voeballe…[Voet-bal-le]• Voetballen Voeren…[Voe-ren]• Op stang jagen V Vog…[Vog]• Verklaring omtrent goed gedrag. Spreken wij uit W als één woord en niet v.o.g. dat duurt te lang Volstouwen…[Vol-stouw-en]• Verwennen, iemand heel veel
lekker eten of kadotjes geven. Voorgevel…[Voor-ge-vel]• Borsten Voorpiepen…[Voor-pie-pen]• Voordringen Vozen…[Vo-zen]• Vrijen, knuffelen Vreetkeet…[Vreet-keet]• De Markthal Vrete…[Vre-te]• Eten Vrijman…[Vrij-man]• De loodsbaas in overslagbedrijf. Hij of zij hoofde nooit iets te doen. Vrot…[Vrot]• Kapot, verrot Vruchtenpitjes…[Vrucht-en-pitjes]• Muisjes (broodbeleg) Vuilnisbakkenras…[Vuil-nis-bakken-ras]• Geen ras hond. Vuilspuiterij…[Vuil-spuit-e-rij]• Harde roddel. Vuilverbranding…[Vuil-verbran-ding]• In 1912 kreeg Rotterdam als eerste stad in nederland een vuilverbranding.
w. Waaro…[Waar-o]• Waar? Waffel…[Waf-fel]• Mond houd je waffel - houd je mond Waffer…[Waf-fer]• Pistool Wagensmeer…[Wa-gen-smeer]• Appelstroop Wallekant…[Wal-le-kant]• Kade Wandberen…[Wand-be-ren]•