stinkt uit je straatje! Strakkies…[Strak-kies]• Straks Strijkijzer…[Strijk-ij-zer]• Stoomraderboot die van 1824 tot 1879 veerdiensten verrichte in Rotterdam zo genoemd naar zijn lage ligging. Zie ook Platluis. Stront…[Stront]• Poep ■ “Als dikke stront tegen een steile berg opgaan” - Dat gaat tergend langzaam. Stronthoorn…[Stront-hoorn]• Pijp. Strootje…[Stroot-je]• Sjekkie Stropiesvet…[Stro-pies-vet]• Boterhamsmeersel.[samengesteld uit stroop en reuzel]. Strot…[Strot]• Keel Stuf…[Stuf]• Drugs Stuk…[Stuk]• Aantrekkelijke vrouw. Stuka…[Stu-ka]• Sjawl, die op een bepaalde manier om het hoofd werd gewonden.” Stutten…[Stut-ten]• Benen Sukkelen…[Suk-ke-len]• strompelen. Swans…[Swans]• Lul S T
t. Taas…[Taas]• Hoofd. ,ik heb je bij je taas, ik heb je in de maling genomen” Taddekert…[Tad-de-kert]• Viezerik Takkenwerk…[Tak-ken-werk]•
Zeer vervelend werk, klus” Takkenwijf…[Tak-ken-wijf]• Onplezierige vrouw Tally…[Tal-ly]• Natellen controleren. Afgeleid van het engelstalige woord tally, Tallyman…[Tal-ly-man]• controleur in de haven Tampeloeris…[Tam-pe-loe-ris]• Mannelijk geslachtsdeel Tandhakke…[Tand-hak-ke]• Verbijten Tang…[Tang]• Feeks, nare vrouw” Tarretje…[Tar-re-tje]• Gebakje. Tassie…[Tas-sie]• Het Rotterdamse woord voor een plastik tas Tauntering…[Taun-te-ring]• Verkapte ziekte/Ik schrik me eigen de tauntering of krijg nou de tauntering joh!! Tebbie…[Teb-bie]• Wat heb je. In 2014 werd Tebbie verkozen als het woord van het jaar. Teertop…[Teert-op]• Ga weg Temaja…[Te-ma-ja]• Hoer. Temee…[Te-mee]• Zo meteen Temeier…[Te-mei-er]• Hoer of prostituee Tengels…[Ten-gels]• Vingers, handen.” Tent…[Tent]• Een vormloze te wijde jurk Tering…[Te-ring]• Ziekte, of de pest in hebben. Teringlijer…[Te-ring-lij-er]• Klootzak Teringmongool…[Te-ring-mon-