Rebound no4

Page 1

Rebound NUMMER 4 / NOVEMBER 2012

EEN BASKETBALLMAGAZINE VOOR PC EN TABLET

TREE MARIONEAUX

NIEUW IN DE DBL

FAMILY TIES:

Y L N OTHE

BEST

DE FAMILIE FRANKE

JESSEY VOORN

BOKST ZICH IN BASIS

IVO BOOM

NIEUWE START IN KATWIJK

IN SAMENWERKING MET DE NEDERLANDSE BASKETBALL BOND


Rebound

2


INHOUD

COLOFON

6 Tip Off Een rubriek over van alles en nog wat 12 Onze fotokeuze Opvallende beelden uit de basketballwereld 20 Tree Marioneaux Coachdebuut in DBL als 62-jarige 26 Jessey Voorn Basisplaats voor supertalent 29 Column Maarten van Gent Verliezen 30 Basketball Days Iedereen wil meedoen 32 Historie:63 punten Een duik in de archieven 35 Column Dejan Vidicki Wereldorde 36 Ivo Boom Terug als coach op topniveau 41 Column Charis Sideris Talent en vakkennis 42 Vijfde Basketball Academie Ook Groningen heeft nu NBB-status 44 Family Ties De Frankes willen altijd winnen 50 Stoppen op (te) jonge leeftijd Terry Sas is de volgende in lange rij 53 Medisch Centrum Zuid Ellendige seizoenstart bij Stepco BSW 56 Commentaar

Kernredactie Charis Sideris Frits van Rijn Jan van der Nat Peter van der Velde Ronald van Dam (NBB) Eindredactie Jan van der Nat Vormgeving / fotografie Peter van der Velde Columns Maarten van Gent Charis Sideris Dejan Vidicki Aan dit nummer werkten verder mee: Tekst Jacob Bergsma Jan Booi

Hans KortekaasMenno Schraven Paul Vek

Fotografie Christian Aarts Arjan de Graaf Wim Helmer Jan Joosten

Richard Koolen Arnold Meijer Frans Nelissen

© 2012 Uitgever Stichting American Sports info@basketballmagazine.nl

Op de cover: Tree Marioneaux (foto Frans Nelissen)

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

3


Rebound GRATIS MAAR NIET VOOR NIETS Redactie en medewerkers hebben afgesproken om REBOUND het eerste jaar gratis ter beschikking te stellen. Toch hebben we ook onze overhead- en onkosten. Voor de realisatie van dit magazine hebben wij adverteerders en sponsors nodig. ADVERTEREN Met een advertentie in REBOUND magazine bereikt u zo’n 40.000 leden van de Nederlandse Basketball Bond. Dit digitale magazine wordt per email beschikbaar gesteld aan alle leden van de NBB. Een digitaal magazine biedt veel nieuwe mogelijkheden om uw product onder de aandacht te brengen. Video, geluid, of interactieve pagina’s zijn daar maar enkele voorbeelden van. Bovendien is een potentiële koper altijd maar een muisklik van uw eigen website verwijderd. Het effect van uw advertentie vindt u dus direct terug in de statistieken van uw website... We informeren u graag over alle commerciële mogelijkheden van REBOUND magazine. Mail naar: info@basketballmagazine.nl

SPONSORS We zoeken basketball-liefhebbers /bedrijven die dit initiatief willen ondersteunen. Mail naar: info@basketballmagazine.nl. We nemen graag contact met u op. REGISTREREN REBOUND Magazine wordt mede mogelijk gemaakt door onze adverteerders. Hoe aantrekkelijk dit nieuwe platform voor bedrijven wordt, hangt af van het aantal lezers van het magazine dat zij ermee kunnen bereiken. Door je gratis aan te melden help je dus mee om REBOUND te versterken. En daarmee verzeker je je van een onafhankelijk en innovatief basketballmagazine. Tevens willen we weten wie onze lezers zijn. Wie zijn ze, hoe oud zijn ze, wat zijn hun interesses? Binnenkort kunnen alleen geregistreerde lezers het magazine lezen. Registreer je daarom nu al!!! Je krijgt van ons een bericht zodra er een nieuwe editie online staat.

REBOUND Magazine wordt geproduceerd door de

in samenwerking met de

4


REDACTIONEEL

Rebound

REDACTIONEEL

De eerste drie nummers van Rebound, die wij hebben uitgegeven, waren voor ons een soort test. Kan wat wij willen, wilt u wat wij maken en is er een echte toekomst voor een basketballmagazine in Nederland? Uitsluitend digitaal kan het, denken wij. Papier is uitgesloten, want kijk maar om je heen: het ‘dode bomen tijdperk’ is voorbij. Steeds meer tijdschriften gaan over op (alleen nog maar) digitale uitgaven. Op dit moment leest u de vierde uitgave van Rebound en nu het seizoen in full swing is, kunt u elke maand rekenen op een magazine van ongeveer deze omvang. In elk geval de eerste tien nummers in totaal – dus hierna nog zes – krijgt u helemaal gratis in uw mailbox. Als er van buitenaf voldoende geld binnenkomt om dat ook daarna te blijven doen, zal dat gebeuren. Maar u weet ongetwijfeld hoe de hazen lopen. Sponsors zijn best bereid iets te doen, maar het bereik is cruciaal. Nu bereiken we dank zij de samenwerking met de NBB al heel veel basketballers. Echter, de NBB beschikt niet over alle juiste mailadressen, omdat velen niet de moeite nemen om een wijziging – al dan niet via de club – door te geven. Bovendien is het contingent liefhebbers veel en veel groter dan het aantal leden van de NBB. Conclusie: wij hebben ieders hulp nodig. Stuur de URL van dit magazine, dat u in uw mail hebt ontvangen, naar zo veel mogelijk kennissen van wie u weet, dat ze interesse hebben in onze mooie sport. Dat is voor u een heel kleine moeite, maar het kan mede de basis zijn voor een gezonde toekomst van Rebound. Elke maand weer zullen onze verslaggevers de hallen afstruinen op zoek naar mooie verhalen en maken onze fotografen er de fraaiste beelden bij. In dit nummer starten we met een serietje, dat we Family Ties hebben gedoopt. Het idee ontstond, toen we Wim en Rolf Franke gespannen zagen zitten kijken naar (klein)zoon Yannick. Basketball zit vaak in de genen. We zien nu tal van jonge spelers, waarvan de wat oudere generatie zegt: ‘Ik heb zijn vader nog zien spelen...’ Dan heb je het bijvoorbeeld over de Frankes, vaders en zonen als de Akerbomen en de Hamminks, moeder en dochter Bröring, vader en dochter Buter. En als u nog tips heeft... We hebben het in deze Rebound ook over een rookie-coach in de eredivisie van 62 jaar..., over de rijzende ster van Jessey Voorn en over de terugkeer als coach van Ivo Boom. Kortom, we hebben het over onze en uw sport. Veel leesplezier.

5


KORT UIT DE NBA

Rebound TIP-OFF Shirtreclame in de NBA?

Vliegangst

Royce White was de eerste keuze in de NBA Draft van de Houston Rockets. Als zestiende overall werd hij aangetrokken door de ploeg uit Texas. Tot zover niets bijzonders. Echter, White heeft vliegangst en dat is natuurlijk erg vervelend als je veel moet reizen, zoals NBA-teams nu eenmaal doen. Bij de Rockets wisten ze natuurlijk wat ze in huis haalden met de 2.03 meter lange forward van Iowa State, maar ze wisten ook dat er een oplossing gevonden moest worden voor de ‘geestelijke’ problemen (angst voor wat er mogelijk in de toekomst gaat gebeuren en vliegangst) van White. White wil naar een aantal uitwedstrijden per bus reizen en heeft zelfs aangeboden om zelf dan maar een bus aan te schaffen. ‘Ik ga echter niet met de bus naar alle wedstrijden. Maar zo min mogelijk vliegen is zo min mogelijk stress...’

Mark Cuban heeft spijt

Mark Cuban, de steenrijke eigenaar van de Dallas Mavericks, had deze zomer even iets anders te doen, toen free agent Deron Williams langs kwam om te praten over een mogelijk contract met de Texaanse club. Williams sprak met coach Rick Carlisle en general manager Donnie Nelson,

6

Commissioner David Stern, die overigens in februari 2014 opstapt, staat nog niet te springen van enthousiasme, maar het moment dat ook de NBA, zoals ongeveer de laatste league ter wereld, overgaat op shirtreclame, lijkt niet zo gek ver meer weg. Tijdens de Europese tour van de NBA zei Stern in Milaan: “Het is iets dat in het bestuur van de NBA wordt besproken.

We realiseren ons dat het heel gebruikelijk is in alle sporten. Ik ben er zelf geen voorstander van, maar als het bestuur het wil, dan gebeurt het.”

maar was teleurgesteld dat Cuban er niet was. Later, nadat hij een vijfjarig contract had getekend bij de Brooklyn Nets tegen 98.7 miljoen dollar, zei Williams dat de afwezigheid van Cuban een rol heeft gespeeld bij zijn beslissing om niet bij de Mavs te tekenen. Cuban zei dat het hem speet...


Tip-Off

Opschieten, mannen!

De NBA heeft het gehad met wedstrijden die te laat beginnen, omdat spelers nog even bepaalde rituelen willen uitvoeren. U kent ze wel. LeBron James, die wat talkpoeder omhoog gooit of Kevin Garnett, die nog even de fans oppookt door over de achterlijn te stappen en op zijn borst te slaan. Vastgesteld is dat er na het voorstellen nog anderhalve minuut overblijft voor wat dan ook. Is een ploeg niet klaar, dan volgt een waarschuwing wegens ‘dalay of game’. Een tweede waarschuwing resulteert in een technische fout.

Beetje extra eten

Enes Kanter, center van de Utah Jazz, heeft zijn eetgewoontes heeft moeten aanpassen, omdat het moeilijk was zijn ideale speelgewicht te bereiken. Inmiddels heeft hij een dieet dat voornamelijk bestaat uit salades en vis, maar in de krant de Salt Lake Tribune vertelde hij wat hij voor die tijd zo’n beetje at. Kanter: ‘Bij het ontbijt at ik een omelet van zes eieren, zes losse eieren, zeven of acht pancakes, uiteraard met suiker en room en tot slot een burrito. Voor de lunch hield ik het bij een grote pasta met een hamburger erbij. ’s Avonds ging ik dan nog eens uitgebreid eten. En ja, ik hield ook van een toetje.’

Geen zin om te wachten

In de Amerikaanse pers verscheen een mooi bericht over Danny Granger van de Indiana Pacers. Granger was erg geïnteresseerd in de nieuwste iPhone 5 en wilde er graag eentje aanschaffen op de eerste dag dat het toestel in de winkel kwam te liggen. Alleen had hij niet zo’n zin om heel lang in de rij te gaan staan bij de Apple Store in Indianapolis. Dus stuurde vroeg hij in een Tweet aan zijn volgers of er iemand in de rij stond die voor hem een iPhone 5 wilde aanschaffen. Als beloning zou Granger zowel de iPhone voor zichzelf als die voor degene die in de rij stond betalen. Uiteraard duurde het niet lang voor Granger een reactie had. Niet veel later kon hij via zijn nieuwe toestel al laten weten dat zijn plan geslaagd was.

ZO GEZEGD Tony Gallo (ZZ Leiden) in Leidsch Dagblad: ‘Basketball is mijn werk. Dat klinkt goed, toch? Het is mooi om dat te kunnen zeggen.’

te stuwen naar de 38. Maar ik weet zeker dat hij zelf zal zeggen, dat hij 48 minuten ook aan kan als het nodig is. En misschien is dat wel zo, Lakers-coach Mike Brown over maar we zijn als team heel Kobe Bryant: diep en dat zou moeten ‘Als het kan zal ik proberen zijn leiden tot minder minuten minuten te beperken en niet op voor Kobe.’

Mike Schachtner (ZZ Leiden) op zijn blog: ‘Ons appartement heeft een droger EN een vaatwasser. Indrukwekkend. Ik heb nog nooit een vaatwasser gehad, behalve dan mijn moeder.’

7


Rebound TIP-OFF

KORT UIT NEDERLAND

Keihard tegen overvallen

8

Minister Opstelten van Veiligheid en Justitie heeft het startschot gegeven voor de campagne ‘Keihard tegen overvallen’. Daarin spreekt een aantal Rotterdamse topsporters, onder wie basketballer Chip Jones, zich keihard uit tegen overvallen. Het spotje geeft duidelijk het verschil aan hoe het afloopt met een sporter en een overvaller. De doelgroep zijn Rotterdamse jongeren in risicogroepen zoals schoolverlaters, werklozen en jongeren zonder startkwalificatie. Nu concentreert de campagne zich op de gemeente Rotterdam; het plan is om vanaf volgend jaar de campagne uit te rollen over andere gemeenten met een hoog overvalcijfer. Basketball op tv De NOS is het nieuwe basketballseizoen voortvarend gestart. De live-uitzending van de Supercup en samenvattingen van twee wedstrijden op de eerste drie speeldagen zouden weleens kunnen leiden naar een totaal van meer minuten dan in het vorige seizoen. Toen zond de nationale omroep precies 505 minuten basketball uit. En dat is dan inclusief 124 minuten NBA. De competitie kreeg 172 minuten en de play-offs 184. Er waren op de kop af nul minuten voor de Europa Cup en de nationale beker. Oranje was 5:30 minuten in beeld. Van de DBL-clubs kwamen – uiteraard door de finale van de play-offs – EiffelTowers (157 minuten) en Zorg en Zekerheid Leiden (140) er het beste vanaf. De camera’s van de NOS stonden in 2011-12 geen enkele keer in Leeuwarden, Zwolle, Rotterdam en Weert. Aris-manager Gert Schurer lucht zijn hart bij de wedstrijd tegen Matrixx Magixx: Genaaid door de refs, bah, bah, bah. En dat zeg ik niet vaak. Waanzin!

Verslaggever Paul Vek zit bij Stepco BSWEiffelTowers:Wat de refs hier doen is hemeltergend slecht. Inmiddels is Eiffel aan de beurt.

En even eerder: D’r staan er hier een paar in het oranje te klooien. Trutfouten geven, harde fouten niet en al drie technische fouten...


ZO GEZEGD Mike Schachtner (ZZ Leiden): We hebben meegelopen in een grote parade ter viering dat Leiden werd bevrijd van de Spanjaarden in 1574 (als ik het goed heb). Duizenden mensen langs de kant, een mooie ervaring. Ervoor hebben we het traditionele voedsel gegeten: hutspot, een prakje van gestampte aardappels, wortelen, uien en rundvlees. Friesch Dagblad over ArisRotterdam: Rotterdam hinkelde als een manke zebra voor een hongerige leeuw.

Mohamed Kherrazi tijdens zijn enkelblessure: Een week niet trainen en zeven kilo aangekomen.

Erik Braal coach van ArisLeeuwarden, bij Eiffel Towers tv, na de nederlaag (na verlenging) tegen Den Bosch over zijn verwachtingen voor de rest van het seizoen: ‘Gewoon knokken en dan gaat het kwartje vanzelf jouw kant op vallen. Ik denk dat het een kwaliteit is van een winnend team, dus gaan wij een hoop winnen dit seizoen.’

De reactie van ZZ-fitnesstrainster Yvonne van der Stap: Onmiddellijk naar de sportschool komen. Als je enkel pijn doet, kun je de rest wel trainen.

Groningen coach Hakim Salem op 20 oktober, na de moeizame winst van zijn team op Rotterdam Basketball College: ‘Ik heb grijze haren overgehouden aan de tweede helft moet ik eerlijk zeggen. De jongens begonnen aan zichzelf te twijfelen en speelden niet meer zo lekker als we in de eerste helft speelden. Het vertrouwen ontbrak.’

TWEETS 9


Meer buitenlanders in alle andere landen van ULEB

NEDERLAND ROOMSER DAN DE PAUS In de Dutch Basketball League zijn vanaf dit seizoen nog slechts vier spelers zonder Nederlands paspoort toegestaan. Een nieuwe stap om meer Nederlandse spelers minuten te bieden op het hoogste niveau. Iedereen vindt dat eigenlijk wel een goede zaak, al hebben sommige clubs in de ‘buitengewesten’ moeite om jongens te vinden, bij wie uitsluitend Neerlands bloed door d’aderen stroomt en die ook een beetje kunnen basketballen. Een grote groep basketball-liefhebbers vindt de maatregel nog niet ver genoeg gaan en wil – op termijn – via drie naar maximaal twee buitenlanders. Of dat een goede zaak is moet iedereen voor zich maar bepalen, want het levert een eindeloze discussie op met net zo veel voor- als tegenstanders als resultaat. Alweer een flinke tijd geleden werd het aantal Amerikanen (want daar hebben we het natuurlijk vooral over) en andere niet-ingezetenen van de Europese Unie vrijgegeven op basis van het Bosman-arrest, u weet wel, de Belgische voetballer, die het hele internationale voetbal op zijn kop zette. In het Europese basketball nam het aantal Amerikanen enorm toe. In sommige landen was zes, zeven geen uitzondering. Maar overal zijn toch de nodige restricties. Echter nergens zo streng als bij ons. Conclusie: Nederland is roomster dan de paus. We lopen met zevenmijlslaarzen door Europa en komen tot de conclusie dat in alle landen meer dan vier Amerikanen zijn toegestaan. In België hoeven slechts vijf spelers de Belgische nationaliteit te hebben. Volgend seizoen worden dat er overigens zes. Frankrijk beschouwt een speler als ‘Frans’, wanneer hij tussen zijn 12e en 21e jaar minimaal vier jaar een Franse licentie heeft gehad en accepteert vijf Amerikanen op een sheet met tien spelers en zelfs zeven, wanneer er twaalf man op staan. In Spanje geldt ook zo iets. Een ‘Home Grown Player’ moet tussen zijn 14e en zijn tweede seniorenjaar drie seizoenen een Spaanse licentie hebben gehad. Op een roster

10

van twaalf man moeten dat er vijf zijn. Op een wedstrijdformulier in Duitsland hoeven slechts vier spelers de Duitse nationaliteit te hebben. De kweekvijvers zijn de Pro-A en Pro-B, waar respectievelijk twee en drie honderd procent Duitsers ten allen tijde in het veld moeten staan. In Polen moeten in de hoogste afdeling altijd twee mannen met een Pools paspoort in het veld staan en minimaal zes Polen op het sheet. Voor de clubs, die Europees spelen mag dat er eentje minder zijn. En er zijn nog wat uitzonderingen en bovendien worden er hele pakken Zlotys heen en weer geschoven. In Rusland geldt ook een minimum van twee Russen altijd op het veld. Geld speelt in Oost-Europa vaker een rol. In Litouwen mag je met zes buitenlanders spelen, maar de voor de zesde moet dan wel 50.000 litas (15.000 euro) aan de federatie worden betaald. Zoiets zien we ook in de Tsjechië. Zes buitenlanders mag, maar een zevende kost ongeveer 4.000 euro. Tsjechische clubs mogen er overigens ‘maar’ zes laten spelen. Israël is altijd al een land geweest, waar Amerikanen zeer welkom waren. Vroeger veelal via een huwelijk, nu mag bijna alles. Op het roster mogen acht buitenlanders staan, maar die mogen niet allemaal op het sheet komen. Zijn dat er vier, dan moet er altijd één Israëliër in het veld staan en zijn dat er vijf, dan moeten er zelfs voortdurend twee jongens van eigen bodem spelen. Het overzicht van het maximaal aantal toegestane buitenlanders, dat de ULEB uitbracht op basis van opgaven door de nationale bonden: België 7, Duitsland 6, Frankrijk 5, Groot-Brittannië 5, Griekenland 6, Israël 5, Italië 5, Litouwen 6, Nederland 4, Oostenrijk 5, Polen 6, Rusland 6, Spanje 7, Tsjechië 6, Zwitserland 5.


Al le

s

m t n gi e b

lent a t et

Seizoen 2012-2013 We zien je graag in Sporthallen Zuid!

ctovrouwenbasketball.nl


12


o t o F ze keu

Oeps

Soms kom je als fotograaf foto’s tegen waarvan je afvraagt: Zou het pijn hebben gedaan? Foto © Christian Aarts

13


14


o t o F ze keu

Duel om de bal

Zera Butter en Fieke Ligthart (no.13) Foto Š Wim Helmer

15


16


o t o F ze keu

De scheids

Vaak geven we op de scheidsrechters af, maar zonder hen kan het spelletje niet worden gespeeld. John van Dam (links) en Paul den Hartog Foto links Š Richard Koolen Foto rechts: Š Christian Aarts

17


18


o t o F ze keu

Corine Manuputty van De Wit Grasshoppers uit Katwijk Foto Š Peter van der Velde

19


Rebound

20


Amerikaan debuteert op 62-jarige leeftijd als coach in de DBL

TREE WORTELT IN

AMSTERDAM

21


Rebound

22


door Charis Sideris Fotografie Frans Nelissen Drie februari 1972 was een grote dag voor het Nederlandse basketball. Het toenmalige Levi’s Flamingo’s behoorde tot Europa’s betere clubteams. De Haarlemmers moesten in de poulefase van de kwartfinales van de Europa Cup 1 aantreden tegen het glorieuze Real Madrid van Clifford Luyck en Wayne Brabander. Vijfenveertighonderd Madrileense toeschouwers zagen in verbijstering toe hoe hun superieur geachte favorieten, die de uitwedstrijd reeds hadden gewonnen, in eigen huis door Flamingo’s met 89-90 werden geklopt. Deze historische overwinning kwam niet alleen tot stand door de grote inbreng van de Nederlandse Amerikaan Gerhard Schreur en Kees Akerboom (30 en 19 punten), maar ook dankzij de superieure inside game van Tyrone Marioneaux. Diens 18 punten, maar bovenal zijn leeuwenmoed om ondanks een gebroken enkel nog drie minuten door te spelen, vormden een belangrijke inspiratiebron voor zijn ploegmaats. Niemand zal in de 2 meter 10 lange, donkere, superslanke man met de shabby kleren en het gemillimeterde haar de voormalige ster herkennen die jarenlang furore maakte op de Nederlandse basketballvelden. ‘Tree’, zoals hij wordt genoemd, loopt al jaren rond in de binnenstad van Amsterdam, doet zijn boodschappen op de Albert Cuyp, de Nieuwmarkt of de aangrenzende Albert Heijn. Hij is één van de weinige Amerikanen die in Nederland zijn blijven hangen na hun sportcarrière. De beelden van de beschaafde, ingetogen sterspeler met het fraaie hook shot en het grote speloverzicht zijn langzamerhand vervaagd. Daarvoor in de plaats zien we een volledig geassimileerde Amerikaan, die goed Nederlands spreekt en zich hier volstrekt op zijn plaats voelt. Het levensverhaal van deze bijzondere man leest als een jongensboek. Na jarenlang zowat alle teams van het

Amsterdamse Mosquito’s te hebben gecoacht, zit hij dit seizoen op de bank bij het naar de eredivisie gepromoveerde Apollo Amsterdam. Of hij een topcoach is of wordt, zal nog moeten blijken. Maar Tree is in ieder geval een apart mens, die niet voldoet aan de clichés van de oppervlakkige sportman. Hij werd in 1947 geboren in een buitenwijk van New Orleans, in één van de ‘projects’ aldaar. Zijn ouders waren arm en hij had nog drie broers en drie zussen. “Vijf van hen zijn drugsverslaafd geworden”, aldus Marioneaux, “alleen mijn ene zus heeft haar collegeopleiding afgemaakt. Maar toch kan ik zeggen dat ik een gelukkige jeugd heb gehad. Ik ben altijd erg op mezelf geweest, trok steeds mijn eigen plan en liet me niets aan anderen gelegen liggen. Dat heeft me er waarschijnlijk doorheen geholpen en daardoor kon ik alle destructieve verleidingen weerstaan. Pas toen ik naar Nederland kwam realiseerde ik me hoe arm wij waren. Ik genoot van de omliggende natuur van New Orleans en beleefde daar allerlei mooie avonturen.” De High School is voor vele kinderen uit de getto’s een reddingsboei, maar niet voor Tree. “Dat was voor mij een vervelende tijd. Iedereen was daar heel fysiek, er werd constant geknokt. Maar, net zoals bij mijn familie, ik voelde me daar niet op mijn plaats. Ik was introvert en viel overal buiten. Begrijp me niet verkeerd, ik was en ben niet eenzaam, maar hou er juist van om mij terug te trekken en op mijn gemak anderen te observeren. Deze eigenschap komt me heel goed van pas als coach. Tijdens de eerste drie jaar op High School heb ik geleerd om met die wereld om te gaan. Het pesten en vechten stopte nadat ik voor het eerst terugvocht. Eerst met mijn broers, later zelfs met mijn leraar.” “Toen ik naar Junior High ging, wilde aanvankelijk geen enkel meisje met mij dansen. Nadat ik geselecteerd werd voor het basketballteam, stonden ze ineens allemaal in de rij. Ik realiseerde mij toen dat mensen je vaak niet waarderen om wie je werkelijk bent, maar vanwege een bepaalde status die je geniet. Maar ik realiseerde me ook dat

23


Rebound basketball mij zou kunnen helpen. Ik besloot om daar alles voor te doen. Dat leidde tot een basketballbeurs bij Loyola New Orleans, een bekende Independent School. Daar viel alles op zijn plaats. Ik brak allerlei records, kwam in de Hall of Fame van de school, en werd na mijn collegecarrière in de vierde ronde van de NBA draft gekozen door Milwaukee Bucks. Mijn specialiteit was het hook shot en het middenafstandschot vanaf de zijkant via het bord. Het kamp van de Bucks werd geleid door de legendarische Bob Cousy. Ik was echter behalve lang ook mager, daardoor geen echte center. Nadat ik ook nog eens een handblessure opliep bij een dunkpoging, was deze droom voorbij.” Dit tot groot genoegen van Levi’s Flamingo’s, dat zeer verguld was met de komst van de lange Amerikaan. “Het begin was bizar,” vervolgt Marioneaux zijn verhaal. “Bij de Amerikaanse douane werd ik aanvankelijk niet doorgelaten omdat ik zei dat ik naar Holland zou reizen. Volgens die ambtenaar bestond Holland niet. Ze kennen daar alleen ‘The Netherlands’. Bij Flamingo’s beleefde ik een geweldige tijd. We speelden in de top van Europa. De onderlinge chemie was geweldig: we waren allemaal vrienden van elkaar, gingen met elkaar op stap na de wedstrijden en coach Jan Janbroers was een perfecte katalysator van dit proces.” “Daar leerde ik ook Amsterdam kennen. Voor mij was dat een soort droomstad, waarin ik alles vond waar ik van hou. Iedereen spreekt er Engels, de films op tv en in de bioscoop zijn vaak Engelstalig, daardoor heb ik beter contact met de mensen. Er heerst een sfeer van grote tolerantie en van positieve discriminatie, en ze laten je hier met rust. Al mijn Amerikaanse vrienden en medespelers wilden altijd hun Amerikaanse identiteit en nationaliteit behouden, maar voor mij was dat niet nodig. Ik had mijn eigen identiteit, waar ik ook woonde, waardoor ik mezelf kon ontdekken en zijn. Ik bleef daarom terugkomen naar Nederland, dus sprak het vanzelf dat ik na het einde van mijn professionele carrière –

24

twee jaar in Haarlem, twee jaar in Wenen en twee jaar in Den Bosch – in Amsterdam bleef wonen. Tot mijn 41e ben ik nog doorgegaan met spelen, mijn laatste jaar bij Amstelveen in de promotie-divisie. Maar mijn rotte enkels, ik had in de loop van mijn carrière viermaal een enkelbreuk opgelopen, vormden inmiddels een te grote handicap. Tussendoor ben ik wel teruggegaan naar New Orleans. Maar mijn broers waren aan de crack en onze oude buurt viel uit elkaar. Toen ook nog eens tijdens een feest iemand werd doodgestoken terwijl iedereen door ging met feestvieren, was het voor mij duidelijk: hier hoor ik niet, als ik hier blijf, word ik net zo.” Religie heeft een belangrijke rol gespeeld in het leven van Tree, maar anders dan gebruikelijk. Marioneaux: “Toen ik heel jong was, wilde ik priester worden. Later, op college, dacht ik dat God niet bestaat. Maar tijdens mijn twee seizoenen in Oostenrijk voelde ik me soms eenzaam doordat weinigen Engels spraken. Ik moest iets vinden dat de troostende werking van religie kon vervangen. Dat werd poëzie. Door poëzie te lezen en te schrijven, maar ook door over geschiedenis en filosofie te lezen, leerde ik de spirituele kant van het leven kennen. Zo heb ik ‘God’, in de ruimste zin van het woord, herontdekt. Ik realiseerde me dat ik religie nodig had in mijn leven.” “Na het beëindigen van mijn actieve carrière ging ik eerst clinics geven bij de NBB, die plotseling werd geconfronteerd met een grote toename van inschrijvingen na de film Space Jam met Michael Jordan. Daarna


raakte ik betrokken bij het Amsterdamse Mosquito’s, dat op dat moment 35 leden telde. Aanvankelijk lachte iedereen me uit om die beslissing. Maar in 5 jaar werden alle vier de jongensteams die ik coachte kampioen in hun leeftijdscategorie, en inmiddels heeft de club meer dan 200 leden. Toen ik begon, besefte ik dat ik maar één ding kon verliezen, en dat is mijn trots. Maar dat zou mij niet overkomen. Ik

meen te kunnen zeggen dat ik niet zozeer een coach ben van allerlei X’s en O’s, maar vooral een motivator. Ton Boot heeft grote invloed op mij gehad. Hij wist mij beter dan ikzelf duidelijk te maken waarom ik iets wel of niet deed. Het is bij mij simpel: we doen altijd ons uiterste best, elke minuut van elke training of wedstrijd, ongeacht de situatie of stand. Ons doel is altijd om de zaal te kunnen verlaten met opgeheven hoofd. We zijn ‘warriors’.” Evenals Apollo debuteert Tree Marioneaux op het hoogste niveau. De club heeft waarschijnlijk het laagste budget van de eredivisie, heeft geen Amerikanen onder contract, maar Tree is optimistisch. “Ik geloof in deze ploeg. Het zijn allemaal ontzettende knokkers met een enorme energie en motivatie. We hebben geen geld, dus moeten we anders leren denken dan de anderen. De spelers zullen moeten leren zelf te denken, zelf initiatieven te nemen, in plaats van af te wachten als een ouderwetse, eenzijdige rolspeler. Ik hoop ze daarin maximaal te kunnen begeleiden en mijn liefde voor de sport mee te geven. Ik hou van basketball, zal het altijd blijven spelen, desnoods in een rolstoel. En zolang ik de kans krijg, zal ik ook altijd mijn kennis en motivatie willen overbrengen. Ik wil altijd blijven coachen.”

25


Rebound

26

JESSEY


Y VOORN BOKST ZICH IN DE BASIS Talentvolle schutter zou graag in de Bundesliga gaan spelen door Jan Booi Fotografie Arnold Meijer Jessey Voorn is pas 22 jaar. Normaal gesproken een leeftijd, waarop een topsporter mag gaan denken aan een mooie loopbaan. Voor de geboren Amsterdammer lijkt echter het seizoen 2012-2013, zijn tweede bij GasTerra Flames, het jaar van de Grote Doorbraak te gaan worden. Moest hij in zijn Groningse debuutseizoen nog genoegen nemen met een minuut of zeventien, deze jaargang zou zijn speeltijd zó maar in de buurt kunnen komen van dertig minuten. Hij wordt steeds belangrijker in de ploeg van Hakim Salem. Hij begon te basketballen toen hij tien was bij BV Lely in Amsterdam. Via een jaartje Mosquito’s kwam hij op 16-jarige leeftijd via een scout uit België terecht bij Jonesboro Highschool in de Amerikaanse staat Georgia. Na twee jaar keerde hij terug om op 18-jarige leeftijd een contract te tekenen bij de Astronauts in Amsterdam. In tegenstelling tot vorig seizoen is Voorn nu starter op de 2-positie. Maar dat is niet de enige verandering. “Vorig seizoen was de sfeer onderling goed binnen het team”, zegt hij. “Helaas was dat tijdens wedstrijden niet altijd zo. Het team was wel standvastig, maar defensief te wisselvallig. De belangrijkste kenmerken van het huidige team zijn de strijdlust, dat het team de bal heel goed kan laten rondgaan en dat we verdedigend echt een blok kunnen vormen. Je moet allemaal hetzelfde doel voor ogen hebben en de defence is daarbij het belangrijkste.” Hij kwalificeert zichzelf als ‘een schietende speler’, iemand die voor zichzelf het schot kan creëren. Verdedigend kan hij uit de voeten op beide guardposities, maar kan ook de small forward van de tegenstander aan. Ook het hard verdedigen op de man, zonder overigens veel fouten tegen te krijgen, gaat hem goed af. Jessey Voorn investeert veel in zichzelf. Trainen vormt voor hem een voornaam onderdeel van zijn leven. En niet alleen in de basketballzaal. Zo zijn de bokstrainingen met zijn vader erg belangrijk voor hem. Ramon Voorn was profbokser en meervoudig nationaal kampioen en dat DNA had bijna geleid tot een carrière tussen de touwen. De bokstrainingen kan hij goed gebruiken om er zijn voordeel mee te doen als basketballer. Voorn: “Je wordt er sterker van in het contact met tegenstanders. Je reactievermogen wordt beter, het is goed voor de coördinatie en je voetenwerk wordt er veel beter van.

2727


Rebound Dat wordt ook bevorderd door touwtjespringen.” De pauze tussen de seizoenen duurt voor Jessey Voorn nooit lang. Na een week of vier rust (‘Om het hoofd leeg te maken’) begint hij alweer voor zichzelf te trainen ter voorbereiding op het nieuwe seizoen. Elke dag loopt hij met een vriend vijf kilometer, een tocht, die halverwege wordt onderbroken voor de nodige oefeningen. Tijdens het seizoen is de routine anders en bestaat zijn leven voor het grootste deel uit eten, trainen en slapen. Elke ochtend schottraining en fitnesstraining in het krachthonk. Daarna is het tijd voor de lunch en slaapt hij een paar uur. Dat heeft hij ook echt nodig om fris te zijn voor de zware middagtrainingen. Met GasTerra Flames is Jessey Voorn nu een maandje bezig aan het seizoen. Gelukkig met tien ploegen. “Ik zou het liefst twaalf ploegen zien, maar tien is nu al mooi. Het niveau is de laatste drie jaar wel gedaald, maar er is meer evenwicht. Ik denk dat zeven ploegen het ons lastig kunnen maken”, zegt hij nog voordat ook het door hem niet meegetelde Rotterdam opzien baart in Martiniplaza. “Vier buitenlanders maximaal is een goede zaak. Twee zie in niet zo snel gebeuren. Daarvoor zijn er op dit moment nog niet genoeg goede Nederlanders. Om jonge spelers beter te maken moeten ze met het eerste team meetrainen en het hele jaar meelopen, dus ook bij de wedstrijden. Een mannenteam bij het CTO in Amsterdam zou ook een goede zaak zijn, maar helaas is dat nu niet het geval. Er wordt veel geld in het CTO gestoken en aan de andere kant is er geen budget voor bijvoorbeeld het nationale team.” Hij was er deze zomer door een blessure niet bij. Hij trainde een week mee, maar heeft daar geen prettige herinneringen aan. Voorn: “Het budget zal omhoog moeten, zodat alles goed is geregeld en de trainingsstaf zich alleen maar hoeft bezig te houden met het team

28

en niet met de zaken eromheen. Er moet een meerjarenplan komen van tenminste vier jaar. Met jonge jongens en daarnaast enkele ervaren spelers. Jammer dat Gadi Kedar weg moest als bondscoach. Ik kon het goed met hem vinden en vond hem een uitstekende trainer. Ik zou graag zien dat Hakim Salem coach zou worden bij het nationale team en ook Toon van Helfteren zou een goede keus zijn.” Over zijn toekomst is Jessey Voorn duidelijk. Zijn uiteindelijke doel is de NBA. Voor die tijd zou hij graag in een sterke Europese competitie willen spelen. Hij denkt dan aan de Bundesliga in Duitsland, de ACB in Spanje, de Pro A in Frankrijk of de Serie A in Italië. Zijn voorkeur gaat daarbij uit naar de Bundesliga. Deze spreekt hem het meeste aan omdat die steeds sterker en beter wordt. Alles is goed geregeld. Er gaat veel geld in om en de speelhallen worden steeds groter en mooier of dat zijn ze al. Het lijkt hem wel mooi om dan met een club aldaar in de EuroCup of Euroleague te spelen. Dat mist hij nu wel bij GasTerra. Hij kan zich nu niet in de kijker spelen en dat zal wel moeten om elders in Europa aan de bak te komen. In een BeNeliga zou dat ook kunnen. “Je zou het komende seizoen de beste vijf van beide landen een aparte competitie moeten laten spelen, maar wel naast de normale competitie. Dus niet uit de DBL stappen. Dan zou je daar ook meteen de stekker uit trekken. Wat mezelf betreft kan het heel goed zijn dat ik na volgend seizoen nog bijteken bij GasTerra Flames, maar dan zal in ieder geval de DBL moeten doorgroeien.”


COLUMN

Maarten van Gent was vele jaren coach in Nederland en België. Hij heeft ons land inmiddels verruild voor Estland. In Tallinn vloeien verleden en heden samen bij dit basketballdier pur sang.

Ik herinner me nog een paar memorabele verlieswedstrijden uit het grijze verleden. De eerste was op het eiland Aruba. Het zal in 1978 geweest zijn. We waren ons met Frisol aan het voorbereiden op de Antillen. Dat was afzien daar! Ik liet de spelers ’s morgens om 7 uur een berg oplopen bij een temperatuur van 30 graden. Vonden ze niet leuk! Vooral niet, omdat de meesten na afloop stonden te kokhalzen. En het huilen stond ze nader dan het lachen.

Tip-Off

MAARTEN

Verlies

Maar goed, niet getreurd. We speelden tegen het sterkste team van Aruba. Het kan ook Bonaire geweest zijn. Hans Heijdeman kan me wel helpen! We stonden in de tweede helft met 45 punten voor. Maar... we waren niet in Nederland, waar nooit iets raars gebeurt. We waren in het buitenland! De wedstrijd was op tv en radio. Die Arubanen wilde per se winnen Dus ging dat ook gebeuren... De scheidsrechters kwamen in actie. En met nog vijf minuten te gaan en 45 punten voorsprong, stonden we nog met twee man op het veld. De scheidsrechters floten af, want volgens hen kon er met twee spelers niet verder worden gespeeld . Dat waren de spelregels! Die hadden ze waarschijnlijk ter plekke bedacht. We verloren de wedstrijd met 20–0! En iedereen daar blij, zonder ook maar enig gevoel van schaamte. Ja, zo gaat dat soms in dat soort landen. De tweede wedstrijd, die ik me goed herinner, was met Oostende tegen Maccabi Tel Aviv. Tussen haakjes: Ik vertel mijn spelers altijd dat je niet kunt verliezen. Je kunt winnen of niet winnen. Hoe kan je nu iets verliezen dat niet hebt? Maar terug naar die wedstrijd tegen Maccabi. We hadden thuis gewonnen met vijftien punten verschil. Het was een wedstrijd in de voorronde voor plaatsing, bij de laatste acht. Ik moest me melden bij de voorzitter Rudolf Vanmoerkerke. Dat moest ik altijd, elke week, op maandag. Daar kreeg ik dan te horen, wat ik niet goed had gedaan. We hebben dat gehele seizoen geen wedstrijd verloren. Niet in voor het kampioenschap en niet in de beker. Dus, kun je nagaan wat ik allemaal niet goed zou hebben gedaan, bij een eventuele nederlaag. Over die wedstrijd tegen Maccabi Tel Aviv de volgende keer meer...

2929


Rebound

Basketball Days heeft ploegen voor het uitzoeken

DROOM WORDT WERKELIJKHEID

door Charis Sideris Fotografie Arjan de Graaf Stel je voor: op een dag zit je met enkele geestverwanten wat te mijmeren over het Nederlandse basketball. Iemand oppert hoe jammer het is dat de roemruchte Haarlem Basketball Week ons in de feestperiode tussen Kerstmis en Out en Nieuw niet meer fêteert met internationaal topbasketball. Vervolgens besluit het gezelschap om die leemte dan maar zelf in te vullen. De eerste jaargang van Basketball Days, zoals je je evenement hebt gedoopt, blijkt dermate succesvol dat de continuïteit gewaarborgd wordt. En dan hoor je bij de voorbereidingen op het tweede jaar

30

dat er in verschillende landen in Afrika en Zuid-Amerika druk over je wordt gepraat. Wat ooit begon als een droom van een drietal basketballgekke zakenmensen lijkt uit te monden in een glanzende werkelijkheid. Initiatiefnemer Gijs Langevoort is er nog steeds beduusd van: “We hadden de afgelopen maanden contact met de manager van het nationale team van Nigeria, dat in december meedeed aan de eerste Basketball Days. Enkele dagen geleden belde hij me op met de vraag of de uitnodiging voor dit jaar


Uit Brazilië komt de topper Sky Cearense. En voor de Nederlandse inbreng zorgen onze nationale ploeg en de toernooiwinnaar van vorig jaar Landstede Zwolle. Over de laatste ploeg is nog één en ander te doen geweest, aldus Langevoort. “Basketball Days is opgezet als internationaal toernooi. Daarom stond Landstede dit jaar aanvankelijk niet op onze lijst. Maar om uiteenlopende redenen hebben we besloten om Landstede Basketbal toch te contracteren. Allereerst is het voor de status en continuïteit van het toernooi goed als de winnaar automatisch ook wordt uitgenodigd voor de volgende jaargang. Verder hebben wij gemerkt dat de vorige deelname met veel enthousiasme is ontvangen binnen Landstede en de Zwolse gemeenschap.

nog steeds van kracht is, want ze zouden graag weer willen komen. En passant vertelde hij dat hij onlangs de bondscoach van Chili had gesproken. Deze had via via van ons toernooi gehoord, en wilde daar ook graag aan deelnemen. Of onze man van Nigeria dat maar aan ons door wilde geven. Dat deed hij bij deze, en voegde daar ook nog aan toe dat hij uitstekende contacten onderhoudt met vrijwel alle Nigeriaanse spelers in allerlei landen. Daarmee zou hij een ijzersterk All Star Team kunnen formeren om mee te doen aan de komende Basketball Days. We beraden ons nog over deze mogelijkheid, maar het feit op zich dat ons evenement nu al op de internationale kalender prijkt, is voor ons natuurlijk een enorme opsteker.” Hiermee wordt geïllustreerd dat de aanvankelijke, existentiële zorg van de toernooiorganisatie of ze überhaupt genoeg teams van enig kaliber kunnen verzamelen, wordt vervangen door de vraag: hoe kunnen we een nóg sterker veld bij elkaar krijgen? Voorlopig liggen er drie deelnemers vast.

Om dit niet ten koste te laten gaan van de internationale bezetting, bedacht Langevoort met zijn compagnons een opvallende oplossing. “We breiden ons veld gewoon uit van zes naar zeven ploegen, verdeeld in een poule van drie en één van vier. In de poule van vier worden dus twee wedstrijden per dag gespeeld, en uiteraard in die van drie maar één. We beginnen dan dagelijks om 15.30 uur. Dat betekent dat we elke dag drie wedstrijden kunnen aanbieden voor dezelfde prijs. Deze gaat trouwens omlaag van 20 euro vorig jaar, naar 15 euro dit jaar. We doen er alles aan om de zaal vol te krijgen, tenslotte moeten we de markt nog veroveren. “Over het niveau van het deelnemersveld hoeven we ons gelukkig geen zorgen meer te maken”, vervolgt de opgetogen Langevoort. “Vrijwel elke club die we benaderen, reageert onmiddellijk positief. En we krijgen zelfs diverse rechtstreekse aanvragen van clubs die uitkomen in de EuroChallenge Cup en uit de Baltic League. We blijven echter bij ons streven om teams uit vijf continenten binnen te halen. We verkeren inmiddels in de luxe positie dat we kunnen bekijken met welke ploegen we het meeste exposure denken te kunnen krijgen.”

31


Rebound

historie

door Jacob Bergsma foto Peter van der Velde en archief

DE 63 PUNTEN VAN TONY PARKER Actuele gebeurtenissen geven soms aanleiding in het verleden te duiken. Op de allereerste avond van de nieuwe competitie schoot geen enkele speler van Den Helder Kings zich in de dubbele cijfers en was Jerrell Williams van Aris met 28 punten de topscorer van de eredivisie. Tony Parker – niet de zoon, maar de vader – tekende eind jaren zeventig voor heel andere puntentotalen. Op de avond van de 24ste januari 1979 gooide Tony Parker er namens het sponsorloze Haarlemse Flamingo’s 63 in tegen Nationale Nederlanden Donar. De Groningers wonnen in de verlenging de wedstrijd met 113-112, omdat Parker het laatste schot van de avond miste. De 63 punten van Tony Parker staan nog steeds als het all time puntenrecord van de eredivisie, al was de prestatie van Bill More op 20 maart 1971 zo mogelijk nog beter. More maakte er 60 in veertig minuten reguliere speeltijd toen Levi’s Flamingo’s met 191-60 vier man van het Utrechtse SVE afdroogde (rest zat met vijf fouten aan de kant). Het zijn scores die heden ten dage niet meer genoteerd kunnen worden. De vader van NBA-ster Tony Parker arriveerde op 15 december 1978 in Haarlem, als vervanger van de weggelopen Al Watson. Hij gaat er in een flatje samenwonen met Wayne Armstrong. Parker komt van de streng katholieke Loyola University in Chicago. Hij heeft klasse en speelt als een Harlem Globetrotter. Wanneer hij op 16 december

32

1978 met 37 punten zijn debuut maakt tegen Amstelveen, schrijven de kranten onmiddellijk over ‘een schot in de roos’. In het geval van Parker is dat letterlijk. Flamingo’s is niet meer het Flamingo’s uit de Levi’s-tijd. En hoewel Tony Parker de nodige aanpassingsproblemen heeft en constant voor lopen wordt afgefloten, gooit hij er toch avond aan avond dikke dertigers of veertigers in. De coaches Janbroers en Perrier zien hun Haarlemse formatie aan de hand van Parker groeien. Het zijn slechts de intrinsiek slimme spelers die Parker aan banden kunnen leggen. Toon van Helfteren van Punch bijvoorbeeld maakt het hem lastig. En in zijn recordwedstrijd van 63 punten is het alleen aan de inspanningen van Peter Bloemsma te danken dat de score van Parker niet nog hoger uitvalt. Na een roemrucht eerste jaar slaagt de Haarlemse club erin Parker voor een tweede seizoen vast te leggen. “Ik vind,” zegt Tony Parker, “dat ik mijzelf bewezen heb. Ik ben niet dom, al hang ik de clown uit. Dat is mijn spel: veel show. Maar ik speel op de eerste plaats om te winnen. Bij een moeilijke wedstrijd is de laatste bal altijd voor mij…” En juist dat schot ‘valt’ – zoals tegen Donar – helaas niet altijd… Want Tony Parker verliest zich soms in het gevecht tegen zichzelf. De clashes met grootmacht Parker Leiden zijn in dat opzicht voor hem een prestigestrijd. De eerste keer dat Parker Leiden en Flamingo’s elkaar treffen, winnen de Leidenaars met 9684. Tony Parker ‘blijft steken’ op 28 punten,


3333


Rebound

historie tegenstrever Arthur ‘AC’ Collins maakt er 37 voor Leiden… Ook in december 1979 gaat het mis in de confrontatie met Leiden. Tony Parker schiet er dit keer 44 in, maar op de stand 90-92 in Leids voordeel mist hij in de slotseconden een eenvoudig en volledig open laatste jump shot. “Ik ben een solist,” zegt hij tegen het Algemeen Dagblad. “Ik speel mijn eigen spel.” Meteen daarna in de thuiswedstrijd tegen Rotterdam neemt Parker revanche. Flamingo’s wint met 129-108. Parker maakt 47 punten. Zijn vriend Dave Downey heeft er echter 57 voor RZ… Op zondag 13 april 1980 maakt de nieuwe Leidse coach Han Wallaart (als opvolger van Henny Blom) bekend Tony Parker na twee jaar Haarlem naar Leiden te halen, waar hij de plek van Ervin Giddings zal innemen. Wallaart ziet in Parker een geheel ander type speler. Wallaart: “Dat hij verder goed verdedigt en razend snel is in de fast break maakt hem, zonder iets aan zijn individuele capaciteiten af te doen, een waardevolle teamspeler.” Tony Parker stuurt zijn Leidse ploeggenoten een keurig kaartje voor een feestje waar hij ‘health food’ serveert. Want een teamspeler is hij zeker. Maar sponsor Robert Bockweg en

34

manager Frans van Egmond hebben hem ook graag in de Sleutelstad, omdat de kranten steeds minder genegen zijn de sponsornaam Parker te noemen. Dat zijn puntentotaal in Leiden zienderogen afneemt, wordt daarom door de marketeers achter de ploeg niet bepaald voor lief genomen. Nog één keer zal hij uitpakken. Vlak voor de play-offs van 1981 verslaat Parker Nashua Den Bosch met 88-72. Tony Parker maakt 38 punten. In de play-offs van dat seizoen blijft hij echter in vijf wedstrijden op een totaal van 96 punten steken. In de zomer van 1981 keert Tony Parker terug naar Chicago om er met zijn Nederlandse vrouw te trouwen. Hij en fotomodel Pamela Baars Firestone krijgen op 17 mei 1982 in Brugge een zoon die ze Tony Parker noemen. Inderdaad: de aanvoerder van de Franse nationale ploeg, de MVP van de NBA Play-offs in 2007 en drievoudig kampioen met de San Antonio Spurs. Moeder Pamela overigens is de dochter van Jetty Wienese, die in 1961 tot Nederlands kampioene tennissen wordt gekroond. Jetty Wienese op haar beurt is de zus van de legendarische roeier Jan Wienese, de olympisch kampioen in de skiff tijdens de Olympische Spelen van Mexico 1968.


DEJAN

COLUMN

Dejan Vidicki was basketballjournalist, speler, coach, TV commentator en NBA scout, voordat hij spelersmakelaar werd en is medeoprichter van Court Side. Namens Court Side praat hij mee op hoog niveau (FIBA en EU) over specifieke vraagstukken. Een echte insider dus op het gebied van het internationale basketball.

Nieuwe wereldorde De laatste decennia is er veel veranderd in de wereld. Ook in de sport. De politieke invloed op de (top)sport werd vervangen door de commercie. Sport als metafoor voor een stammenstrijd en plat chauvinisme maakte plaats voor ‘entertainment’ en een uitje voor het hele gezin. Restricties op buitenlandse spelers werden opgeheven na het Bosman arrest. Dit alles heeft geleid tot een revolutie in de sport en ook tot een botsing van belangen tussen bonden en clubs. Bonden zijn financieel sterk afhankelijk van de overheid, terwijl clubs zichzelf moeten bedruipen. Bonden zijn op het ‘nationale/regionale’ gericht en (top)clubs op het ‘multinationale/globale’. Bonden moeten ook oog hebben voor de breedtesport, terwijl de topclubs zich vooral willen richten op topsport. Bonden willen dat clubs jeugdspelers opleiden tot toekomstige internationals, maar (top)clubs zien dat niet altijd als hun taak, o.a. omdat het niet altijd rendabel is. Bonden vinden dat clubs en competities in dienst moeten staan van de belangen van de bond. Clubs vinden het omgekeerde. Door het wegvallen van allerlei regels, en vooral door de marktwerking, is de jeugdopleiding voor de club een dure en risicovolle onderneming geworden. Wie is er eigenlijk verantwoordelijk voor de jeugdopleiding, wie bekostigt het en welke rechtsbescherming krijgt de geldschieter, zodat hij kan rekenen op een redelijke ‘return of investment’? Er zijn ook twistpunten rondom de nationale teams. Bonden willen een zo vol mogelijk programma voor nationale teams en een korter seizoen voor de clubs. De clubs willen het omgekeerde. Dat heeft met inkomsten te maken, maar ook met uitgaven. Want wie betaalt het salaris van de speler als hij bij de nationale ploeg zit? Wat gebeurt er bij een ernstige blessure? Vaak zijn de lasten voor de clubs en de lusten voor de bond. Op mondiaal niveau worstelt men nu met drie ingewikkelde vraagstukken: a) Nationale teams, b) Jeugdopleiding en c) Scheiding tussen topsport en breedtesport. Dit is een gevolg van de nieuwe wereldorde die o.a. geleid heeft tot het verschuiven van het Europese sportmodel (chauvinisme en stammenstrijd) richting het Amerikaanse (commercieel gezins-entertainment). De uitdaging van deze tijd is om creatief na te denken over een nieuwe structuur van de sport, maar wél binnen de marges van de huidige wereldorde, en het daarmee samenhangende juridische kader. Dat is een hele klus. Niet alleen voor het basketbal, maar voor de hele wereldsport.

35


Rebound

IVO BOOM:

NIEUWE START IN KATWIJK Meer dan drie jaar na zijn ontslag bij Zorg en Zekerheid Leiden is Ivo Boom terug als coach. Weer in de eredivisie. Nu echter bij de vrouwen van De Wit-Grasshoppers in Katwijk. door Jan van der Nat Fotografie Peter van der Velde

36


In de zomer van 2006 was hij voor vrijwel iedereen een verrassing, toen het in de eredivisie na heel lange tijd teruggekeerde Leiden hem presenteerde als hoofdcoach. Ivo Boom was op het hoogste niveau een rookie bij een rookie-team en dat terwijl er diverse andere, meer ervaren coaches beschikbaar waren. De kersverse organisatie bij Zorg en Zekerheid Leiden wilde echter een Leids gezicht en hoe doe je dat nou beter dan met een hoofdcoach, die het Leidse basketball met de paplepel kreeg ingegoten?

Ivo Boom, dertig jaar toen, zou het twee seizoenen en een stukje uithouden bij de ambitieuze club in de Sleutelstad. Na een eerste jaar met een verrassende plek in de play-offs, een tweede zonder play-offs, werd half november 2008 na een 1-9 start het ‘hired to be fired’ voor hem realiteit, vulde Richard den Os twee wedstrijden het gat op en kwam Toon van Helfteren. Bijna vier seizoenen deed hij ‘niets’. Nou ja, in het actieve basketball dan. Boom zette zijn

37


Rebound bedrijf Basketball Totaal verder op en keek vaak vanaf de tribune toe, hoe zijn oude ploeg het deed. Zin om terug te keren naar zijn roots en weer een jeugdteam te gaan trainen en coachen had hij niet. Dat zou overigens geen verrassing zijn geweest, want bij BS Leiden maakte hij ook al eens zo’n move door na een paar jaar het eerste mannenteam te hebben gedaan terug te keren naar de jeugd. “Dat is eigenlijk veel leuker om te doen”, zegt Ivo Boom eerlijk. “Jeugd is veel fanatieker en gretiger. Je kunt als coach veel meer je ei kwijt. En het succes was er ook. Ik ben twee keer tweede van Nederland geworden met de junioren, de U20 van nu, zeg maar.” Het coachbord en de boeken met trainingsoefeningen bleven meer dan drie jaar onaangeroerd bij Boom, die als basketballer de eredivisie junioren haalde, maar toen tot de conclusie kwam dat de top er voor hem niet inzat en hij zich beter kon toeleggen op het coachen. Hij had natuurlijk even tijd nodig om het ontslag bij ZZ Leiden te verwerken, maar ook daarna hoefde het niet. “Ja, ik heb er best wel last van gehad. Ik vond het niet terecht dat ik werd geslachtofferd. Tot vorig jaar wilde ik eigenlijk niets meer met basketball te maken hebben. Natuurlijk begreep ik het wel. De emotie regeert nu eenmaal in de sport. Men kijkt naar de uitslagen, niet naar de processen, die gaande zijn of naar mogelijke oorzaken. Ik ben Feyenoord-fan en als mijn club verliest kijken we naar die ene wedstrijd en niet naar de langere termijn of naar blessures, waar een coach mee te maken heeft.” “In mijn derde jaar hadden we kwalitatief een mindere ploeg dan daarvoor. Veel blessures bovendien. De Amerikanen waren bijvoorbeeld niet mijn keuze. Ik wilde graag Robbie Bostain hebben als point guard, maar die was te duur. Op basis van het budget kwam Bubba Walter. Je moet af en toe ook een beetje geluk hebben. Ik heb absoluut

38

fouten gemaakt, maar ik had niet verwacht dat ik eruit gegooid zou worden. Het bestuur zou bekijken hoe ze mij en het team op de rails konden zetten, maar na het verlies tegen Landstede in de laatste seconde is op emotionele gronden een ander besluit genomen...” Het mag dan allemaal nog niet vergeten en zeker niet vergeven zijn, Ivo Boom – zes jaar ouder en wijzer dan bij zijn debuut in de eredivisie bij de mannen – is klaar voor een nieuwe start in Katwijk. De eredivisie bij de vrouwen is hem niet helemaal onbekend, want met zijn bedrijf is hij al een paar jaar sponsor van ProBuild Lions en dus zag hij de nodige wedstrijden.

Natalie van den Adel


Marlous Nieuwveen

Boom: “Halverwege het vorig seizoen werd het serieus. Ik doe het bij De Wit-Grasshoppers samen met Rob van der Boon en ik vind het leuk om weer wat te gaan doen. Het is een mooie vereniging met een filosofie – Nederlandse speelsters en eigen jeugd – die me aanstaat. Of er een groot verschil is met de mannen? Ja, toch wel. Vrouwen nemen nog wel eens problemen mee in het veld, mannen veel minder. Technisch is het anders, maar het team functioneert en daar gaat het om. Een vrouwenteam vraagt wel een meer menselijke benadering. Ze willen ook graag weten ‘waarom’. Dat is bij een mannenteam anders.” Dat hij aan de slag moet in een mini-eredivisie met slechts vijf tegenstanders, is iets waar Ivo Boom zich niet mee bezighoudt. “Ik sta daar blanco tegenover. Het is nu niet anders. Wel jammer, zeker als je ziet dat er dertien ploegen in de promotiedivisie spelen. Als kersverse coach zal Boom ze niet direct missen, maar De Wit-Grasshoppers verloor twee echte Katwijkse meiden, herkenbaar aan namen, die vrijwel typisch zijn voor het voormalige vissersdorp: Karin Kuijt en Janine Guijt. De eerste koos voor Lekdetec in Bemmel en de tweede voor het CTO in Amsterdam.

Boom: “Karin wil graag naar het buitenland en dan is Bemmel voor haar een goede tussenkeuze. Of het CTO voor Janine oplevert wat ze hoopt, weet ik niet. Kan ik niet beoordelen.” Met de komst van Marlous Nieuwveen, de laatste twee seizoenen kampioen met Leiderdorp en ProBuild, en Natalie van den Adel, de international van Challenge Sports Binnenland, is De Wit-Grasshoppers er kwalitatief zeker niet minder op geworden en zou – kijk naar de overwinning bij ProBuild in Landsmeer – zó maar een leuke rol kunnen gaan spelen. Dat is voorlopig ook hetgeen waar Boom naar kijkt. Hij laat de toekomst even voor wat die is. “Eerst dit. Ik wilde het plezier terug, de passie. Die heb ik nu weer en dat is het belangrijkste. In Katwijk ben ik een beetje teruggekeerd naar de basis, naar een club waar vrijwilligers belangrijk en ook heel loyaal zijn.”

39


Kleurenfoto’s : Hans Smit Sportief Zwolle


CHARIS

COLUMN

Charis Sideris speelde in de eredivisie en het nationale team, was coach in Nederland en België en is een hartstochtelijk schrijver over zijn sport in De Telegraaf en uiteraard ook in dit magazine.

Talent en vakkennis Coachen is een combinatie van talent en vakkennis. Voor talent hoef je niets te doen. Maar om dat talent ten volle te benutten, moet je eerst dat vak leren. En om een vak te leren moet je tijd en energie investeren. Het is zo simpel, dat je zou verwachten dat iedereen dat wel weet. Maar als we naar het verleden van het Nederlandse basketball kijken, dan zien we dat maar al te vaak een clubbestuur de coach zag als een sluitstuk op de begroting. Eerst werden de spelers aangetrokken, en met het weinige geld dat overbleef werd een zojuist gestopte oud-speler als coach gecontracteerd, om vervolgens zonder zwemvest of reddingsboei in het diepe te worden gekwakt. Pas laat leerden de clubs het belang van goede coaching te beseffen. Maar het herkennen van een goede coach vereist een scherp inzicht in deze materie. Iemand die de leiding heeft van een club die veel wint, is niet noodzakelijkerwijs beter dan zijn collega’s die veel verliezen. Het kan zijn dat de laatsten meer uit een spelersgroep kunnen halen, maar dat hun mogelijkheden qua talent beperkter zijn. Dat kan leiden tot een lagere klassering, maar hoeft niets te zeggen over hun kwaliteiten. Het lijkt erop dat dit besef langzamerhand is doorgedrongen bij de clubbestuurders, hetgeen heeft geleid tot een ongebruikelijk hoge kwaliteit van de huidige eredivisiecoaches. Het is wellicht een gewaagde veronderstelling, maar ik durf te beweren dat het gemiddelde niveau hier nog nooit zo hoog is geweest. Niet alleen de topclubs hebben gekwalificeerde krachten op de bank – Toon van Helfteren bij Leiden, Raoul Korner bij Den Bosch, en toch ook Hakim Salem bij Groningen – maar ook in de lagere regionen zitten voor Nederlandse begrippen toppers of potentiële toppers. Den Helder met de voormalige Belgische sterspeler Jean Marc Jaumin, Rotterdam met Randy Wiel, werken evenals Amsterdam met de laagste budgetten. In de financiële middenmoot zien we Erik Braal bij Aris, Herman van den Belt bij Landstede en Mark van Schutterhoef bij Matrixx. Eigenlijk moeten alleen de Amerikaan Jim Meil bij Stepco BSW en de debuterende Tree Marioneaux bij promovendus Apollo Amsterdam zich nog op dit niveau bewijzen. Dit stemt zeker hoopvol. Het zal de clubs ten goede komen, die er normaal gesproken gerust op kunnen zijn dat het maximale uit hun spelersgroep zal worden gehaald. Maar bovenal de Nederlandse talenten zullen er baat bij hebben. Een goede coach maakt zijn spelers beter, mentaal sterker, leert ze initiatieven te nemen en het spel te lezen.

41 41


Rebound Vijfde NBB Basketball Academy in Groningen

‘WE ZIJN NOG MET HET FUNDAMENT BEZIG’ Door Hans Kortekaas Eind september kreeg Basketball RTC Noord het keurmerk van NBB Basketball Academy. Daarmee is Groningen na Limburg, Zwolle, Utrecht en Twente de vijfde plek in Nederland met een officiële NBB Basketball Academy. Toch zullen de teams van deze Groninger basketballopleiding dit seizoen nog uitkomen onder de naam RTC Noord. “Het basketballseizoen was op dat moment al gestart, dus dit seizoen komen we nog uit als RTC Noord. Volgend jaar zal de Basketball Academy in de naam worden opgenomen.” We spreken met Hein Gert Triemstra, die tussen 1992 en 2004 een groot deel van zijn carrière uitkwam voor het Groningse Donar en tussen 2009 en 2011 assistent was van GasTerra Flames-coach Marco van den Berg. Sinds vorig jaar is hij in een heel andere rol betrokken bij het Groningse basketball. “Als bestuurlid technische zaken zet ik samen met hoofdcoach Anjo Mekel de technische lijn uit en zorg er voor dat we daarmee aansluiten op de nationale teams, het CTO en GasTerra Flames.” Triemstra wil eerst een misverstand uit de weg ruimen. “Dat we ons nu Basketball Academy mogen noemen betekent niet dat we nu een heel andere weg inslaan. De Basketball Academy is het keurmerk van de NBB. RTC is de roepnaam vanuit NOC*NSF. “ Hij is wel blij met de erkenning door de NBB. “Dit is een bevestiging van wat we al heel lang aan het doen zijn. De voorloper van Basketball RTC Noord was de basketballschool, waar we in 2005 mee zijn gestart. Met terugwerkende kracht is dat ook een mooie erkenning. Maar als we toen de financiële mogelijkheden hadden gehad die we nu hebben, hadden we nog betere spelers kunnen opleiden. Voor de marketing is het goed, maar in de praktijk zal

42

er niet veel veranderen. We gaan gewoon door waar we mee bezig waren.” Met de Basketball Academy wil de NBB het ideale opleidingsmodel neer te zetten. In dit model vormen het gezin, school en sport de pijlers, die in goede samenwerking de ontwikkeling van een talent centraal stellen. “Alleen door goede samenwerking en afstemming is het mogelijk talenten op te leiden voor de top. Het Werkman College en het Johan Cruyff College van het Noorderpoort nemen het voortouw in het aanbieden van een ideaal schoolprogramma, waarbij de sport centraal staat en het schoolprogramma zich aanpast.” Bij de NBB Basketball Academy Groningen trainen vijftig jongens en meisjes onder de 18 jaar zeven keer per week in combinatie met hun schoolopleiding. De teams U18, U16 en U14 spelen in de nationale competities. De andere jongens en meisjes spelen bij hun eigen club. Triemstra: “Een mooi voorbeeld van wat we bereiken is Janis Ndiba, die afgelopen zomer met de meisjes onder 16 aan het EK heeft meegedaan en daarna met het Nederlands team VU17 aan het WK in Amsterdam.” “Daarnaast spelen er op dit moment al acht spelers in de Dutch Basketball League die trainingsuren bij onze voorlopers Basketballschool en Basketballklas hebben gemaakt. Naast Stefan Mladenovic (Den Helder Kings), Valentijn Lietmeijer (Aris Leeuwarden), Yannick van der Ark (GasTerra Flames) en Bas Veenstra (Landstede Zwolle) maken dit seizoen ook Rik Pijp en Eric Peutz (beiden Rotterdam), Jos van der Laan (BC Apollo) en Enzo Swart (Aris Leeuwarden) hun debuut in de DBL.” De Groningse dames


worden op het hoogste basketballniveau vertegenwoordigd door Laura Cornelius, die al vaker het predicaat ‘het allergrootste Nederlandse talent’ opgespeld heeft gekregen. Zij komt nu uit voor CTO Amsterdam. Voor de langere termijn is Triemstra niet tevreden met zo’n lijstje. “Nee, voor de lange termijn is ons doel om Europese topbasketballers af te leveren.” Triemstra is echter ook zo reëel om te erkennen dat het zover nog lang niet is. Ook al omdat talentvolle basketballers op dit moment vaak nog kiezen voor een opleiding in Spanje of de USA. “ We realiseren ons dat er voorlopig betere opleidingsplekken bestaan, maar ook mindere” , antwoordt Triemstra op de vraag op hij deze talenten op korte termijn aan de Basketball Academy zou willen binden. “We kunnen onze spelers veel trainingsuren bieden tegen goede tegenstanders en onder deskundige begeleiding. Plus dat dit gebeurt in een perfecte combinatie met onderwijs en in een City of Talents, waar met Topsport Talent School en Johan Cruyff College het

ideale traject bestaat. We hoeven alleen nog maar beter te worden en daar zijn we hard mee bezig.” Dat ‘beter worden’ moet dan gebeuren met spelers en speelsters die hun basketballdroom waar willen maken. Dat is volgens Triemstra een niet té vrijblijvend antwoord op de vraag of de Basketball Academy niet veel meer aan scouting zou moeten doen. “Het blijkt dat ‘willen’ het grootste talent is en dat bij jong beginnen iedere speler minimaal promotiedivisie kan halen. Hierdoor ontstaat ook de cultuur die nodig is voor die absolute toppers. We zijn nog met het fundament bezig, want die spelers die nu in de eredivisie spelen zijn goed, maar nog niet goed genoeg.” Naast de Basketball Academies in Weert , Zwolle, Utrecht, Twente en nu Groningen, zijn er ook in Leiden, Rotterdam, Arnhem en Amsterdam basketballopleidingen, die bezig zijn om ‘convenanten’ op te stellen met als doel een NBB Basketball Academy te worden. Bovendien wordt in Den Bosch, Friesland, het Delta-gebied (Zeeland en West-Brabant) en Almere gekeken of het haalbaar is om op die plekken ook een NBB Basketball Academy te beginnen.

43

43


Rebound Family Ties

‘BESCHEIDEN, MAAR ÁL

Rolf Franke groeide onder Ton Boot uit tot een belangrijke steunpilaar bij vooral Den Helder en tussentijds Den Bosch.

44


LTIJD WILLEN WINNEN’

Wim Franke was in de jaren ’60 en ’70 een begenadigd scorer in Amsterdam.

Jeugdinternational en (klein) zoon Yannick Franke maakte onlangs zijn debuut voor Zorg en Zekerheid Leiden in de promotiedivisie.

45


Rebound Family Ties Een bepaalde tak van sport zit vaak in de genen. Hoe vaak hoor je niet ´ik heb zijn vader nog zien spelen´? Family Ties is een serie, waarin we de komende maanden regelmatig vaders en zonen, moeders en dochters, broers en zussen voor het voetlicht halen. Wim, Rolf en Yannick Franke bijten het spits af. Door Menno Schraven Fotografie Peter van der Velde en archief familie Franke Wim Franke was in de jaren ’60 en ’70 een begenadigd scorer in Amsterdam. Zoon Rolf Franke groeide onder Ton Boot uit tot een belangrijke steunpilaar bij vooral Den Helder en tussentijds Den Bosch. Jeugdinternational en (klein)zoon Yannick Franke maakte onlangs zijn debuut voor Zorg en Zekerheid Leiden in de promotiedivisie. Drie generaties Franke over verleden en heden van het Nederlandse basketball, het begeleiden van talent en áltijd willen winnen.

Partizan Belgrado. Ik heb het geluk gehad dat ik die tijd heb mogen meemaken. Ik was vooral een teamspeler en kon goed mijn man voorbijgaan. Uiteindelijk heb ik ook goed leren schieten, al was ik niet iemand van dertig punten. Als ik een kracht moet benoemen is het mijn focus aan het einde van belangrijke wedstrijden geweest. In de eindfase stond ik door slim te zijn bijvoorbeeld heel vaak op de vrije worplijn. Daar hebben we heel veel wedstrijden mee gewonnen.”

In een tijd dat het professionele basketball in Nederland nog in de kinderschoenen stond, glorieerde Wim Franke bij onder meer het Amsterdamse The Wolves en begin jaren ’70 ook bij Levi’s Flamingo’s in Haarlem. “In de jeugd was ik een middelmatige speler. Op een kampioenschapstoernooi met het Nederlands militair team beleefde ik mijn eerste hoogtepunt. Ik werd uitgeroepen tot Most Outstanding Player en keerde met een grote beker terug in de Apollohal. Alleen, niemand begreep hoe dat kon… ik was doorgebroken.” De oudste Franke, nu 71 jaar, was een echt scorende speler. Naar eigen zeggen een ‘outside shooter met bord.’ En nog altijd heeft hij het ábsolute record van 43 punten in een interland van Oranje (in 1965 tegen Spanje) in handen. Een prestaties die er zeker toe doet.

Vader Rolf groeide op onder Ton Boot en kreeg daar veel ontzag en begrip voor diens mentale benadering van de sport. “Dat als je op een veld staat, het uiteindelijk maar om één ding gaat: winnen. Dat zit bij ons ook heel erg in de familie. In alles wat we doen. Mijn vader was derde van Nederland met wedstrijdzeilen en werd als basketballer zeven keer kampioen van Nederland. Ook zijn vader stimuleerde hem om aan sport te doen. Voor die tijd best bijzonder, ja. Zelf heb ik in m’n jeugd naast basketball aan voetbal, tennis en turnen gedaan. Uiteindelijk won ik met professioneel basketball in elf jaar tijd acht landstitels. Dat is wel iets om trots op te zijn.”

Maar ook Rolf Franke is met precies 60 interlands geen onbekende in de geschiedenis van het Nederlandse basketball. “Met Den Helder speelden we in de begin jaren negentig tegen topploegen als Real Madrid, Barcelona,

46

Inmiddels dient zich een derde generatie Franke en een nieuwe topbasketballer in spe aan. Met twee recente deelnames aan het EK onder 16, en sinds dit seizoen spelend voor Zorg en Zekerheid Leiden onder 20 én heren 2, gaat het met de ontwikkeling van zoon Yannick razendsnel. “Ik heb de hele zomer doorgetraind en dat is er aan het begin van


Franke senior waarschuwt er tegelijkertijd voor om niet te hoog van de toren blazen. “Je moet nooit te veel praten, maar het altijd op het veld laten zien. In de kern zijn wij Frankes ook bescheiden, maar we zijn wél open in de communicatie. Als we het ergens niet mee eens zijn, doen we onze mond open. Dat roept dan weerstand op. Ik heb het zelf in mijn tijd bij het Nederlands team ook wel eens meegemaakt. Dan zit een coach niet op feed back te wachten.”

Wim Franke weggestuurd door de scheids bron: Persoonlijk archief familie Franke

Eigengereid zijn de Frankes op z’n tijd dus misschien wel te noemen. Rol f: “Mijn vader is nog eens anderhalf jaar geschorst geweest, omdat hij in België een wedstrijd voor geld had gespeeld. Wim Franke: “Ik had de sport in diskrediet gebracht. Uiteindelijk werd de schorsing, onder andere door interventie van Jan

Yannick Franke

dit seizoen wel uitgekomen, denk ik. De combinatie van 4 vwo, het vele op en neer reizen naar Leiden en trainen en spelen is af en toe wel behoorlijk zwaar”, zo erkent het jonge talent. Gelukkig heeft hij in zijn vader en grootvader twee ‘chauffeurs’ klaarstaan, die hem zo nu en dan van nuttige tips voorzien. “De komende drie jaar is voor hem een kwestie van investeren”, weet vader Rolf. “Plezier in leren gaat samen met resultaat. Als je iets half doet, dan lukt het niet. Het is een automatisch mechanisme, maar wel vrij hard.” De jongste Franke heeft volgens zijn twee voorbeelden in de familie het talent om ver te komen. Rolf: “Hij heeft lange armen, grote handen. Dat is toch een voordeel voor een basketballer. En hij speelt compleet intuïtief. Hij heeft het vermogen om in een spelsituatie tot het laatste moment te wachten wat er gebeurt, om dan de juiste beslissing te nemen.”

47


Rebound

Janbroers (een van de grondleggers van het basketball in Nederland, red.) tot een jaar teruggebracht en kon ik gelukkig weer spelen.” Heeft (klein)zoon Yannick dezelfde flair die de Frankes kenmerkt? Yannick: “Ik ben zelf denk ik wat bescheidener.” Rolf: “Dat vind ik ook het mooie. Hij heeft een eigen karakter. Denkt goed na en is geen kopie van een ander. Als ouder faciliteer je alleen maar en probeer je positief te stimuleren. Ik let vooral

48

op het gedrag van Yannick als speler en hoe hij bijvoorbeeld bezig is met z’n teamgenoten. Qua basketball vindt de sturing vooral op de club plaats. Wat dat betreft is de omgeving en wat er in Leiden gebeurt heel mooi.’


Wim Franke Kampioen van Nederland: The Wolves (1960, 1961), Landlust (1963), The Wolves (1964, 1965), Herly (1966), Levi’s Flamingo’s (1971, 1972, 1973). Aantal interlands: 47. Aantal Europacupwedstrijden: 25.

Rolf Franke Kampioen van Nederland: Noordkop Den Helder (1990 t/m 1992, 1995, 1998) EBBC Den Bosch (1993) Ricoh Astronauts (1999 en 2000). Aantal interlands: 60. Aantal Europacup-wedstrijden: 63 (494 punten).

Yannick Franke Deelname EK onder 16 (2011, 2012). Oudspeler Harlemlakers JU16 en U18. Sinds 2012-2013: speler Zorg en Zekerheid Leiden 2 (promotiedivisie), Leiden U20.

49


Rebound

50


Terry Sas is de zoveelste afhaker op té jonge leeftijd

STOPPEN VOOR JE TOP Door Jan van der Nat Fotografie Richard Koolen

Op zich was het niet bijzonder dat Terry Sas een uurtje na de wedstrijd met zijn ouders de businessclub van Zorg en Zekerheid Leiden verliet. Dat was een gebruikelijk beeld. Wat echter bijna niemand na de laatste playofffinale wist, was dat de driepuntsschutter zijn laatste wedstrijd had gespeeld op het hoogste niveau. 26 jaar pas en dus, volgens de geldende theorie, nog niet eens op het hoogtepunt van zijn sportieve loopbaan. Vlak daarna zou hij zijn beslissing kenbaar maken aan de club, waar hij de laatste drie jaar van zijn eredivisiecarrière, die in 2004 bij Omniworld Almere was begonnen, had doorgebracht. Hij gaf de voorkeur aan een ‘gewone’ baan en dat was niet te combineren met basketballen op het hoogste niveau. Ook niet bij een qua trainingen iets minder professioneel ingestelde club, want in zijn nieuwe baan als sportinstructeur bij het Leidse fitnesscentrum Vlietlijn kreeg hij te maken met (ook) werk in de avonduren en weekeinden. Terry Sas is bepaald niet de eerste jonge Nederlandse speler in de eredivisie, die het vroegtijdig voor gezien houdt, Je kunt dan misschien wel een leuk centje meepakken gedurende een aantal seizoenen, maar er komt vroeg of laat toch een moment, dat je aan de toekomst moet gaan denken en basketball in Nederland is dan voor slechts

een enkele speler een mogelijkheid. De toppers kunnen in een aantal jaren leuk verdienen en het daarna nog even uitzingen op zoek naar het werk dat ze mogelijk de rest van hun leven willen doen. Maar de lijst van vroegtijdige afhakers, met dus Terry Sas als één van de laatst toegevoegde, is lang. Heel lang en eigenlijk té lang. Nu pas wordt door de clubs op het hoogste niveau ingezien, dat het volstouwen van de ploeg met Amerikanen niet de oplossing is. Degenen, die dát de afgelopen jaren riepen werden voor gek versleten. Met nu nog ‘slechts’ vier (goedkope) buitenlandse werknemers is een stapje gemaakt, maar de finish waar de glorie wacht in nog niet in zicht. Opleiden op de Zuid- en Oost-Europese manier in een goed gestructureerde organisatie. Het klinkt niet zo moeilijk, maar er is een cultuuromslag voor nodig, waarvan je je kunt afvragen of die er ooit komt in Nederland. Voor het zo ver is zullen eerst nog vele talenten vroegtijdig de eredivisie verlaten. De meesten gaan niet direct zo ver als Terry Sas, maar zijn, als speler in de promotiedivisie of nog een trapje lager, wél verloren voor de top en daarmee voor het nationale team, dat ten allen tijde het vlaggenschip zal blijven van

51


Rebound ons basketball. “Op een gegeven moment merkt je dat de motivatie steeds minder wordt. Wil je op topniveau basketballen, moet je er veel voor opgeven. En als dat moeite gaat kosten, moet je gaan nadenken. Je moet op een gegeven moment ook gaan kijken naar je maatschappelijke toekomst. Ik heb nu een fijne baan als sportinstructeur. Een heel ander leven. Ik kan deels mijn eigen tijd indelen. Ik kan een vrije dag nemen, wanneer ik dat wil. Twee keer trainen per dag sloopt je lichamelijk en je kunt natuurlijk nooit vrij nemen als dat jou uitkomt.” Zo maar een willekeurig lijstje van spelers, die te jong zijn gestopt, omdat ze het in de meeste gevallen niet langer konden opbrengen om zich uit de naad te trainen voor hooguit een paar minuten speeltijd en niet zelden dat niet eens. Mitchell Kouwijzer, Branko Olij, Elias Bish, Terence Robinson, Joshua Kramer, Sonny Waaldijk, Mark Peter Hof, Joey Schelvis, Calvin Smith, Fabio van Hooijdonk. En zo kun je doorgaan. De meesten spelen nu redelijk anoniem op lager niveau. In tegenstelling tot Terry Sas kunnen ze ook niet echt terugkijken op een succesvolle loopbaan. Sas wel, want hij won prijzen. Werd kampioen en won twee keer de beker plus de Supercup met ZZ Leiden, was Rookie van het Jaar in 2004 en de beste driepuntsschutter in 2012. “Heb ik uit het basketball gehaald wat er inzat? Ja en nee. Ik heb een mooie tijd gehad bij Zorg en Zekerheid Leiden. We hebben elk seizoen een prijs gepakt. Het laatste seizoen was

52

beste driepuntsschutter all star gala 2012

geweldig met Europa Cup, de Supercup, de beker en ook nog de eerste plaats in de competitie. Natuurlijk is het jammer dat ik niet heb kunnen afsluiten met een kampioenschap. Maar je stelt je ook altijd persoonlijke doelen. Je wilt in de basis komen, je wilt een bepaald aantal punten per wedstrijd maken. Door steeds meer Amerikanen werd dat steeds moeilijker. In het begin had ik daar bij Omniworld in Almere geen last van, maar dat veranderde snel. Ik vind het ook jammer dat ik nooit een A-interland heb gespeeld.”


Ideale ploeg van Stepco BSW komt nooit van de tekentafel

MEDISCH CENTRUM ZUID

Door Paul Vek Fotografie Jan Joosten Met een weer verder geslonken budget sleutelde Stepco BSW afgelopen zomer flink aan een team met daarin een belangrijkere Nederlandse inbreng dan ooit. Niels Vorenhout, Kenneth van Kempen, Joost Padberg en Sjors Besseling werden hoofdrollen toevertrouwd, waarbij Van Kempen de beoogd leider van de ploeg moest worden. Met daarbij drie Amerikanen en enkele jongelingen zag dat team er met bescheiden middelen niet eens zo verkeerd uit. De ideale ploeg is echter nooit van de tekentafel afgekomen, omdat de ene naar de andere speler afviel vanwege lichamelijke ongemakken. De rug van routinier Vorenhout (32) speelde als eerste op. Hij ontbrak vanaf dag één en snel na de eerste training werd duidelijk dat de forward nooit meer zal basketballen op het hoogste niveau. Een vroegtijdig versleten rug moet worden gespaard zodat zijn maatschappelijke carrière als fysiotherapeut niet in gevaar komt. ,,Dat is flink balen”, zegt Vorenhout die bij de thuisduels nog als mentale steun op de bank aanwezig is. Uitduels vormen een probleem omdat lang in de bus zitten of staan in dezelfde houding domweg te veel pijn oplevert. Zijn herstel zal zo’n zes maanden duren waarna hij weer normaal, maar zonder topsport, in het dagelijkse leven kan functioneren. Of hij nog ooit in een andere formele rol bij de club in zijn woonplaats Weert terugkeert is onbekend. ,,Ik wil eerst beter worden. En afstand nemen om alles op een rijtje te zetten. Ik neem nu zeker geen overhaaste beslissingen.” Niels Vorenhout

53


Rebound Als half oktober de competitie begint is ‘heel blijven’ de belangrijkste voorwaarde om een naar bescheiden Limburgse maatstaven goed seizoen te kunnen draaien. Het startende vijftal had in de voorbereiding bewezen dat ze hun mannetje stonden. Maar de rotatie had door het wegvallen van Vorenhout een knauw gekregen. Ook ontbrak er een echte back-up voor Van Kempen. En er waren twijfels of de jonge, onervaren spelers overeind zouden blijven. Maar toch, de sterkste vijf waren er, dus was er nog hoop. Totdat ineens Van Kempen wegviel. Kraakbeen weg. Carrière weg. Beoogd leider weg. Of toch niet? Want ineens, tegen Apollo, was hij er weer. Hoe zit dat?

conclusie dat Kenneth van Kempen, zo lang de pijn dat toelaat, weer het veld in mag. En vooral wìl. De Stepco-center traint aangepast slechts enkele malen per week en speelt met een injectie in z’n knie. ,,Het is geen oplossing, maar zo lang het gaat ben ik blij dat ik er weer bij ben”, luidt het eerlijke antwoord van de man die eigenlijk niet zonder basketballen kan. Hij leeft nu van wedstrijd naar wedstrijd, niet wetende hoe lang het goed blijft gaan. Medisch gezien is er nog een hele kleine kans op herstel via een mogelijke kraakbeentransplantatie. ,,Dat wordt nu uitgezocht”, weet Van Kempen. ,,Mocht dat een optie worden dan zal ik me daar volledig op richten.”

2010. De Big Man keert terug in Nederland na vier jaar Ohio Bobcats. Een van de eerste daden is de gang naar de operatietafel om de pijn in de rechterknie te verhelpen. Rondom die operatie wordt duidelijk dat er kraakbeen is verdwenen. Dat is een klap in het gezicht van iedere topsporter, want zonder kraakbeen verlies je die status nogal snel. Als je tenminste op latere leeftijd nog normaal wilt lopen. Twee jaar ging het goed tot recent ineens de pijn terugkwam. Van Kempen wist meteen wat dat betekende en zette er direct de rem op. Angst. Lichte paniek. Maar ook realiteitszin.

Stepco BSW kende nog veel meer tegenslag. Rik Renkema zag de elleboog van Michael Kingma voorbijkomen, dacht even dat hij in Star Wars was beland totdat hij sterretjes zag in een Gronings ziekenhuis. Gebroken reukorgaan en nog steeds geen bloemen van de moviestar gezien. Wel out voor zes tot acht weken. Bryquis Perine kreeg last van een elleboog, ontbrak eenmaal en speelde enkele andere duels op halve Kracht. Joost Padberg was er een keer niet bij wegens ziekte. Net zoals Stefan Mulder, ook al een chronische kniepatiënt, die regelmatig meer ijsblokjes dan speelminuten krijgt. Sam de Haas wilde niet achterblijven en ging door z’n enkel.

Als student medicijnen weet hij immers waar hij over praat. Dat hij op moet passen. Anders heeft hij op latere leeftijd echt een probleem. Dat is wat anders dan niet kúnnen spelen zoals Niels Vorenhout. Dus is het veel moeilijker om daadwerkelijk niet te gáán basketballen. Zeker als je pas 25 jaar bent, talent hebt en heel belangrijk bent voor de ploeg. Overleg met specialisten, nadat een MRI had bevestigd wat al bekend was, leidde tot de

54

Zo hebben slechts drie van de tien spelers nog niet langs de kant toegekeken en lijkt Stepco BSW meer op Medisch Centrum Zuid dan op een basketballteam. De wetten van Murphy voeren er de boventoon boven de wetten van coach Meil. ,,I never saw something like this in my entire life.” Helemaal waar, Jim. Wij ook niet!

Kenneth van Kempen (rechts) mag spelen zo lang het goed gaat; Sjors Besseling (links) wordt een hoofdrol toegedacht.


55


COMMENTAAR

Rebound Het bericht dat het nationale mannenteam en in het spoor daarvan ook de U20 de komende twee jaar niet bestaat, is ingeslagen als een bom. Dat je moet bezuinigen is in deze tijd niet zo vreemd, ook al is het tekort, waarmee de Nederlandse Basketball Bond worstelt voor honderd procent het gevolg van wanbeleid. Maar dat je om geld te besparen gewoon de belangrijkste nationale ploeg bij het grof vuil zet is ten hemelschreiend. De reacties uit de basketballwereld liegen er dan ook niet om. Toon van Helfteren bijvoorbeeld was ‘met stomheid geslagen’, hoewel hij als clubcoach zijn team nu eerder compleet kan voorbereiden op het nieuwe seizoen. “En laat ik er daarmee een vette punt achter zetten. Dit kan niet, hoewel je bij de NBB alles kunt verwachten. Het is kortzichtig.” International Arvin Slagter was ‘zeer verbaasd’. De guard: “Het is überhaupt vreemd als er geen vlaggenschip is bij de mannen, de vrouwen of de rolstoelers. Dat er over gesproken wordt alleen al... Persoonlijk vind ik het doodzonde. Ik weet niet wat er gebeurt, maar het zou best wel eens het einde van mijn interlandcarrière kunnen betekenen. Ik weet niet of ik straks de motivatie nog heb. Je gooit zó maar een hele generatie weg. Dat is moeilijk te bevatten.” Bij het lezen van het persbericht, waarin het NBB-bestuur de comateuze toestand van de topteams van Oranje aankondigde, zullen bij menig basketballliefhebber de tranen over de wangen zijn gelopen,

56

nadat ze weer waren gaan zitten, omdat ze van verbazing van hun stoel waren gevallen. Natuurlijk hebben de mannenteams de laatste jaren – en zeker afgelopen zomer – niet goed gepresteerd. Maar dat heeft het A-team van de vrouwen ook niet. Evenals de mannen kansloos uitgeschakeld in de kwalificatie voor het EK. Op zich is het overigens wel juist dat er wat meer aandacht is voor de vrouwen, want in de U20 en U18 zit veel potentie, maar je moet het ene doen en het andere niet laten. Als je geld te kort komt ga je eerst kijken hoe dat komt. En dan kom je al snel uit op falend beleid. Bijvoorbeeld bij het, tegen de wil van bijna iedereen in, organiseren van het WK VU17 in Amsterdam. Hoewel sportief succesvol heeft het evenement de bond handenvol geld gekost. Geschat tussen de 40- en 80.000 euro, als het daarbij blijft. Door falend beleid kon het toernooi niet meer tijdig worden ‘teruggegeven’ aan FIBA. Op de vorige AV, de uitgestelde voorjaarsvergadering, wilde voorzitter Francisca Ravestein geen naam noemen van de schuldige, maar kwam er een mea maxima culpa namens het hele bestuur. Een deel van de schuld schijnt te moeten worden gezocht in Rotterdam, waar het toernooi aanvankelijk zou worden georganiseerd. De overname door Amsterdam geschiedde onder andere voorwaarden. Maar dat neemt niet weg dat er grote fouten zijn gemaakt. Er zijn in de geschiedenis van de NBB besturen afgezet om minder dan voor een dergelijk staaltje van onvermogen en het laten oplopen van de ‘staatsschuld’ tot zo’n 3,5 ton. Natuurlijk moet je iets doen om die schuld


aandacht in de media en dus ook geen interesse van het bedrijfsleven, waar toch een groot deel van het geld ‘gehaald’ zal moeten worden. Daarnaast kun je ook niet profiteren van de zuigende werking, die een nationaal team kan hebben. Tenminste als je de wedstrijden op de juiste plek en in de juiste sfeer organiseert. En niet in Almere, waar op een treurige dinsdagavond bij zowel de mannen als de vrouwen alleen opa, oma en de neefjes komen kijken.

weg te werken en liefst weer een positief vermogen te scheppen. Het bestuur legt op 24 november de AV een voorstel daartoe voor. Eén van de elementen is dus het letterlijk in slaap sussen van de nationale mannenploeg en het U20 team. De activiteiten van deze teams worden voor twee jaar stilgelegd. Maar in de praktijk is dat veel langer. In 2014 zijn namelijk de kwalificatiewedstrijden voor het EK, waaraan Oranje dus niet deelneemt. Dan sta je dus in 2015 ook langs de kant en zou je in 2016 weer mee gaan doen. Tenminste, als de FIBA je nog wil hebben op het niveau dat je nu verlaat en je niet degradeert naar de groep van mini-staatjes. Voor de camera van Studio Sport verklaarde Francisca Ravestein, dat het over twee jaar allemaal goed komt, wanneer de begroting weer op orde is. De vraag is alleen waar het geld vandaan moet komen, nu het vlaggenschip aan de ketting is gelegd. Geen nationaal mannenteam betekent geen

Trouwens, met welke spelers keren we dan eigenlijk terug? Het is nauwelijks voorstelbaar dat jongens uit de meest recente Oranjeploeg er dan nog zin in hebben. Dus moeten ze komen uit de jeugd, die nu onder 18 is. Die jongens zijn dan 21, 22 jaar en nog lang geen volwaardig international. Bovendien: de jeugdteams van nu hebben niets, maar ook niets behoorlijks gepresteerd op de EK’s afgelopen zomer. Conclusie: er is geen kwaliteit en dus kun je er van uit gaan, dat na een comaperiode van drie tot vier jaar de hersendood van het Nederlandse internationale basketball zal intreden of dat onze geliefde sport maximaal daarna vegeterend voortleeft. Het is nog niet te laat. Laten we hopen dat dit voorstel tot stand gekomen is tijdens een vlaag van verstandsverbijstering binnen het bestuur en alleen maar op de to-do-list staat, omdat er 95.000 euro en nog een beetje van de U20 mee wordt bespaard. Is dat niet het geval, dan is het te hopen dat de Algemene Vergadering op 24 november de kop er wél bij houdt, begrijp wat het nationale mannenteam kan betekenen en doet wat een AV in zo’n geval moet doen. Jan van der Nat

57


Rebound word

Dit magazine is een initiatief van In samenwerking met de Ned Contact : info@baske

HETVOLGENDE MAGAZINEVAN REBO


dt gesponsord door:

n de Stichting American Sports derlandse Basketball Bond etballmagazine.nl

OUNDVERSCHIJNT BEGIN DECEMBER


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.