Proscenium 56

Page 1

t\’



DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VOOR THEATERTECHNIEK THEATERARCHITECTUUR SCENOGRAFIE

INHOUD

Jaargang 14 Nr. 56 september 2010

05

-

Proscenium is een publicatie van BASTf, Begische Associatie van Scenografen en Theatertechnici vzw aangesloten hij OISTAI

Interview

THEATER AAN ZEE Een speurtocht naar leegstaande panden

Zetel en secretariaat Sainte[ettesquare 19 1000 Brusse[ Ë-mait: bastt@bastt.be website: www.bastt.be Redactie Proscenium Aza[ea[aan, 30 1030 Brusset Tet.: 02 215 08 52 E-mait: prosceniumbastt.be

11 Ecotogie

IS HET ENERGIEVERBRUIK ONDER CONTROLE? Tot 70% besparen op energiekost voor klimatisatie Commissioning: meer comfort met minder energie

Hoofdredactie Rose Werckx Werkten mee aan dit nummer: Kris Cuppens Eddy De Baets Luc Dhooghe Sieber Marty Geert Sets Chris Van Goethem Rose Werckx

14 Ecotogie

HET IS ZONDE :,

5taat duurzaamheid in het productieaspect van onze activiteiten haaks op de realiteit?

Cover “The house of the steeping beauties” ontwerp: Tim Van Steenbergen foto: Kurt Van der Etst. Druk Goekint Graphics

16

Oostende

-

Kostuums

Vormgeving brussetstof be

VERHALEN IN VISCOSE EN SATIJN Prijs per nummer: 12,00 € BASTI Lidgetd 40 00 € BASIT Lidgetd studenten 15 00 € Bank 402 5525161 38 van BASTT vzw Buitenland Prijs per nummer 17 00 € BASTI Lidgetd: 50,00 € IBAN BE24 4025 5251 6138 BIC: KREDBEBB

Tim Van 5teenbergen

23

Teksten, foto’s en ittustraties mogen enket worden overgenomen mits voorafgaande schriftetijke toestemming van de uitgever.

Nieuwe media

(BEWEGEND) BEELD IN THEATER

Verantwoordelijke uitgever Jan Strickx Diepestraat 1A 9300 Aatst

Een driejarig projectmatig wetenschappelijk onderzoek analyseerde het gebruik en de taal van beeld in theater WWWWWW? Instellingen en nieuwe media

.

Adverteerders: Amptec Apex D152 HARCOIM Ingenium Jezet Seatrng JTSE Lounge Sennheiser Servio Stakebrand TWS SLP frAS Verbiest -

-

-

-

-

-

Verder

.

..

.

BASTT NIEUWS

BOEKEN

OPLEIDINGEN

-

PROSCENIUM: INHOUD 3


awwe,1


HEATER AAN ZEE EEN SPEURTOCHT NAAR LEEGSTAANDE PANDEN ROSE WERCKX TeLkens aLs een stad een titeL draagt, zoaLs dit jaar “Oostende, cuLtuurstad van VLaanderen” hoor je tegenstrijdige reacties. Sommige personen ktagen “steen en been” over het schaarse cuttureLe aanbod, anderen wijzen naar het hippe karakter van de stad aan de zee, en spreken zeLfs over de verrijzenis van Oostende.Een manifestatie die bijdraagt tot een positief imago van de badstad is wel het TAZ festivat. In 1997 steLde de toeristische dienst een eerste programma samen, ambi tieus en dan aL vrij groot. Nu, dertien jaar tater bracht het festivaL 274 voorsteLLingen en concerten uit op tien dagen. Geen sinecure, aLs je hoort dat er op 35 verschiLLende Locaties werd gespeeLd. Dat vergt organisatie en heeL wat teamwerk. Nieuwsgierig naar “t’envers du décor” zocht ik de productieassistent Sieber Marty op, hij was verantwoordeLijk voor de Logistiek en veiLigheid op het TAZ festivaL. Hoe komen jullie aan die 35 verschittende locaties? Zij worden avast niet op een schotettje aangeboden! Oostende heeft behave het casino, dat haar eigen programmatie heeft, geen zaten waar onze organisatie terecht kan; dus wordt het tetkens een speur tocht naar teegstaande panden, die votdoen aan de eisen van de regis seur en de techniek. Opmerketijk is ook dat momenteet, in tegenstetting tot enkete jaren geteden de regisseurs weinig inspeten op de geboden ruimte. Een btack-box met de nodige techniek en een tribune, dat is meestat hun wens. Spijtig, IAZ is tenstotte toch een tocatiefestivat, waar juist de geboden ruimte een meerwaarde kan betekenen voor de voorstetting. Waren er geen uitzonderingen? De productie “Appetbtauwzeeziek” van De Kopergieterij was een buitenbeentje. Op het strand tussen twee gotfbrekers in, ptaatsten wij

een vijfenzeventig meter tange witte bank, parattet aan de vtoedtijn. De toeschouwers zitten dicht naast etkaar met op hun hoofd een koptetefoon en rond hun hats een verrekijker. De actie vertoopt aan de grens tussen het water en het strand. Twee acteurs, tekst, stittes, soundscape, wind en het ruisen van de zee vormen de ingrediënten. De speeturen zijn afgestemd op de getijden, dit omwitte van een verdwijntruuk” van de hoofdacteur. Op het einde van het stuk toopt de acteur, Victor, de zee in, tot hij hetemaat verdwijnt, en btijkbaar na een kwartier nog niet bovenkomt, wat heet wat toeschouwers intrigeerde. Mogen wij de goocheltruuk kennen? Met een buttdozer brachten wij een zwaar btok beton juist in de ebtijn. Rijden op het strand is niet eenvoudig, de samenwerking met de stadsdiensten was dan ook intens.

“Appetbtauwzeeziek”, De KopergieteHj

PROSCENIUM: THEATER AAN ZEE

5


“Appetbtauwzeeziek”, instattatie betonbtok

Serre voor “Het feest van de ptatte cake”

Opbouw “Marottenopera” in de Zonnebtoem

Opbouw in Hongaar;

Een oude toods voor “Heimwee naar Tirgu Mures”

Sportzaal van de Zonnebtoem

PROSCENIUM: THEATER AAN ZEE

Opbouw podium Café Koer


De acteur vogde een touw dat op het strand ag tot aan het betonbtok, dan riet hij zich Langzaam zakken in het water. De inhoud van C02 duikfLessen zorgde ervoor dat hij kon verdwij nen in de Noordzee. Die acteur behaalde wet een duikbevret voor deze voorsteLling en de bank werd een aantrekkingspooL, “un objet trouvé” op het strand. Walter Hus bracht vorig jaar de Marottenopera in het justi tiepateis van Brussel. Een interieur met karakter. Vonden jullie een alternatief in Oostende? Het was geen reprise van de opera, maar wel een creatie voor IAZ 2010, waarin de MaroLliens en Oostendenaars samen een mix brengen van zelfgeschreven Liedjes en geïmproviseerde dialogen onder de begeleiding van een onvervalst Decap-orgel. Het ensemble kwam terechtin de sportzaalvan een FreinetschooL: “De Zonnebloem”, een ruimte met een specifieke architectuur. Vorig jaar speelden wij er voor 350 personen. Nu waren wij verplicht die capaciteit te verlagen, door de moeilijke omstan digheden waarin het gebouw zich momenteel bevindt. De boosdoener? Een onstabiele vloer met verzakkingen, daar mag je geen risico’s in nemen! Qua aankleding, hier geen zwarte doeken, de ruimte met haar tongewelf en langs de wand lopende passerelle heeft haar eigen cachet, respecteren is de boodschap. Dat zou meer moeten gebeuren. Een andere ruimte met een eigen karakter is de serre van de groendienst waar Stephanie Claes “Het feest van de platte cake” bracht. De wit gekalkte, glazen wanden en daken vormden het passende beeld bij het vertrekpunt van de voorstelling:”over de onmogelijkheid om van de dood een viering te maken.” Soms is het lot ons gunstig. Wij konden Hangaar 1 inpalmen, een oud havengebouw waarin de jeugddienst tijdens het jaar fuiven organiseert. Sermoen bracht er ‘Blasted” van Sarah Kane. Ook in het havengebied ligt een oude loods, die is het eigendom van het VLIZ. Hanneke Paauwe stelde er de privéroudmovie “Heimwee naar lirgu Mures” voor. Maar het VLIZ heeft plannen, het geheel wordt verbouwd, maar zolang dat zij er niet mee aanvangen blijft dit een mooie locatie voor TAZ. Festivalorganisatoren lopen soms op de toppen van hun tenen als het over geluidshinder gaat. Hebben jullie hier last van? Juist naast het station, waarvan een gedeelte ook onze bureaus zijn, lieten wij een grote tent optrekken waar ‘Café Koer” doorgaat. Het is de ontmoetingsplek, waar jong en oud, artiest, publiek en toevallige passant elkaar ontmoeten. In die tent vindt elke avond een optreden plaats, meestal concerten. Wij mogen de 98 DB niet overstijgen. De DB-politie is streng. Wij zijn verplicht ons daaraan te houden, want iedere avond staan ze daar met de geluidsmeter. Pas op, wij willen dit niet tegenwerken, positief samenwerken is belangrijk. Toch moeten organisatoren niet te zwaar aangepakt worden of binnenkort moet je niets meer organiseren! Maar het zijn niet altijd de muzikanten en hun installatie die de DB de hoogte insturen, het gejoel van het publiek kan voor heel wat hogere waarden zorgen! Die problematiek qua geluidshinder kennen wij niet in “Fort Napoleon’ Het gebouw ligt lekker geïsoleerd aan de vuurtorenweg. Wij gebruiken de open binnenruimte van het achthoekige gebouw, de akoestiek is er prima, alleen de meeuwen zijn soms onze ongenodigde luidruchtige gasten.

Zenuwcentrum TAZ

TAZ in het station :-

-

Opbouw in de Indoor Tennisclub

Dichten van de ramen

PROSCENIUM: THEATER AAN ZEE 7


Hangars, stattingen, toodsen, tenten, een serre, een kiosk, diverse locaties waarje ook diverse antwoorden moet op vinden? NatuurUjk, het is zeer intens werken op korte termijn, zeker aLs je nog niet a[e programmapunten kent. Het technische team start ek jaar begin juni met het speeWaar maken van de ocaties, rudimentair, nog niet inspetend op de specifieke eisen van de theaterproducties. Ik denk dat er ongeveer vijfentwintig vote traiters toekomen. De definitieve opbouw gaat tien dagen voor de opening van start, wat een korte termijn is. Mijn taak begint meesta as de brochure op tafeL bgt. Maar dit jaar werd ik aL in mei ingeschakeLd om mijn zoektocht naar eegstand aan te vatten. Dat is tekens rondrijden, kijken, informeren en vinden, zoals de Loods van de Wegendienst. Een industrieel gebouw met veel te veel poorten, dan komen de veiligheidsvoorschriften op de proppen! Dat wordt dan denkwerk. Wat doen wij met een ophaalpoort, waar een smal deurtje inzit, dat dan nog mooi 10 cm van de grond staat? Het is een drempel voor mindervatiden, een struikelblok in geval van brand en een njet van de brandweer. Wij haalden de poort gedeeltelijk op, plaatsten een houten wand met een naar buitendraaiende deur van 1.00 m breed in de vrijge komen opening. Na de voorstelling verdween onze wand picobello achter de ophaalpoort. Bij grote schuifpoorten, zoals in de NMBS hangar plaatsen wij altijd iemand naast de poort, zodat men bij gevaar kan ingrijpen en de poort openschuiven. ...

. . .

Vissersvrouwen in de tent

Kisok in het Leopotdpark

Ook het feit dat men dikwijls opteert voor het donker maken van de speelruimte doet ons halsbrekende toeren uithalen. Ditjaar hebben wij de “Indoor Tennisclub” omgebouwd tot een zaal voor 400 perso nen. In feite lijkt de plek op een loods, met een aantal steunbalken. In het dak zijn er openingen bedekt met doorzichtig plastiek. Die dichten wij met Silo-plastiek die wij aan de buitenkant bevestigen met de witte zijde naar buiten en de zwarte kant naar binnen. Dat is verplicht van de brandweer. Indien je de plastiek binnen zou aanbrengen, kan het raam springen of de plastiek barsten, en er bestaat kans op brand. Wij verbruiken veel Gafa, zwart-witte plastiek en spanbandjes (aka ty-rips). Dat zijn belangrijke instrumenten bij TAZ! Ook de wind is soms spelbreker. Aan onze kust kan het sterk waaien, en als ons mannen op het hellende dak staan, wensje maar één ding dat die klus zo vlug en goed mogelijk geklaard is. Andere obstakels zijn totaal anders van aard. Op de Natiekaai wilden wij een tent neerzetten, maar een heus beeldhouwerk met vissersvrouwen hielden er zitstaking! De stadsdiensten weigerden op order van de burgemeester de dames te verplaatsen. Wat doe je dan? Je legt een mooi houten vloertje rond hen en integreert ze in het interieur van de tent., dat waren dan onze eerste bezoekers. Ook de gevleugelde bewoners van onze kiosk in het Leopoldpark bezorgden ons heel wat loopwerk. Bij het volledig afsluiten van de kiosk ontdekten wij in de nok binnen een mooi verscholen duivennest. Aanvoer van eten konden wij niet garanderen, dierenhulp werd er bij geroepen. Zij namen het nestje met zich mee zodat wij de kiosk konden afwerken. Mama duif was triest, maar de jongens gered! Niet alle locaties stuiten op grote problemen. 0p de dijk ligt het Zeeheldenplein. Daar plaatsten wij een kadertent met een glazen wand met zicht op zee, hoewel het dit jaar eerder een zicht was op de werken voor het bouwen van een steekdam. Daar ging het poëzie- en boekenpro gramma “Uitgelezen” door, onder het toeziende oog van Leopold 1, een standbeeld dat ietwat oneerbiedig !de pisser” wordt genoemd. . . .

Duiventransport

Tent op het Hetdenptein

PROSCENIUM: THEATER AAN ZEE


Jullie bureaus liggen in het station van Oostende, dit lijkt mij een ideale werkplek? Ja, en zeLfs met een koninkLijk verleden, wij werken in de vroegere wachtruimte van de koning. Het oude stationsbuffet werd nu tot ‘Ctub Terminus” omgedoopt, een Lokaal met een fantastische akoestiek, daar brachten wij concerten en “Brussel Minuit”. De Brusselaars vertrokken dan met de eerste ochtendtrein naar de hoofdstad. In een ander buffet dat nu ook niet meer bestaat ging de voorstelling van Leopold 1 door. Soms kom je ook op plaatsen waarje anders nooit terecht zou komen. op zoek naar een manier om het buffet te verduisteren klommen wij op het stationsdak. Daar heersen de meeuwen als echte despoten, maar het leverde wel een niet alledaags zicht op: de treinen, het plein, de boten, een panoramische droomwereld weggelopen uit een BD album van Schuiten. En volgend jaar? Daar wordt nu al aan gewerkt, maar alles is top secret. Wij hopen dat het oude postgebouw van architekt Gaston Eysselinck binnen enkele jaren speelklaar is. Het is een uniek gebouw dat erjaren lang verkom merd bijlag. In 1999 had het gebouw nog geen definitie bestemming. IAZ programmeerde er voorstellingen, de leegstand werd het zenuw centrum van het Jong Theaterwerk. Door hun tijdelijk verblijf vestig den zij de aandacht op de verloedering. Maar dat is toekomstmuziek. Nu is het even uitblazen en terug aan de slag op een andere plek. .

.

.

Toeristen overspoelen nu Oostende, de vissersvrouwen op het stationplein genieten van hun herwonnen vrijheid en de foto’s van Stephan Vanfteteren hangen nu nog verborgen in de stad. Onzichtbaar voor wie niet wil zien, zichtbaar, voor wie ziet! Een visueel mooi eindspoor van TAZ 2010.

.

Sieber Marty Foto’s Sieber Marty

Atter/Retour Foto Stephan Vanfteteren

PROSCENIUM: THEATER AAN ZEE

9


CODA

TTAS studiebureau voor theatertechnieken

CODA

Blekerïjstraat 87, 9000 Gent Tel. 32 (0)9 233 79 30 Fax. 32 (0)9 224 15 31 E-mail Ïnfo@ttas.be ïnternet wwwttas.be -

G-SERIËS full range systems compact et versatile

-

0

z 0

0 >

0

0

0

1-•

r

rh

oneeItoren BeursschwbürgBruss& —

1

-

irenium

CONSULTANCY

A

f

ENGINEERING 1COMMISSIONING

Ingenium is een multïdisciplïnair ingenieursbureau met een 45-tal medewerkers. Wij ontwerpen technische uitrustingen in gebouwen en verlenen consultancy in ICT en Energie. Bestaande technische installaties volgen we op om hun werking te optimaliseren. Daarbij streven we ernaar om het functionele en het esthetische in de leef- en werkomgeving te harmon iseren. Voor een blik op de realisaties waar wij trots op zijn: wwwJngeniumbe

Enkele referenties binnen Kunst en Cultuur: %%%%%%

I*

:

‘‘

Ii

G-SUB _1;

Bozar Brussel

Concertgebouw Brugge

De Singel Antwerpen

Al onze projecten zijn een nieuwe ervaring! Ze zijn hoogtech nologisch en combineren creativiteit, verantwoordelijkheidszin en kennis van spitstechnologie. In teamverband streven we naar een hoge kwaliteit en uitgesproken klanttevre denheid.

want to know more? www.apex-oudio.be

Eddy De Baets, expert Kunst & Cultuur

Ingenium nv Nieuwe Sint-Annadreef 23 1 8200 Brugge 1 Tel. +32 10)50 40 45 30

1

nfoingenium.be

1

------——-

1

AUDIO

0


.

\J1

S HET ENERGIEVERBRUIK ONDER CONTROLE? TOT 70% BESPAREN OP ENERGIEKOST VOOR KLIMATISATIE

EDDY DE BAETS

In het artikeL “Van Ars EcoLogica tot Trias Energetica” (Proscenium 54 van maart 2010) van Eddy De Baets, over het energieverbruik in de theaterzaten en de daarmee corresponderende ecotogische voetafdruk, geven we aan dat in een concertzaaL een comforttemperatuur van 20°C â 24°C veeLaL gangbaar is. In het desbetreffende artikeL steLten we vooraL de strikte handhaving van de boventemperatuur (in zomersituatie) in vraag. In dit artikeL gaan we dieper in op de energiekost horende bij het handhaven van de minimumtemperatuur (in wintersituatie). De gewenste minimaLe ruimtetemperatuur wordt in de ontwerpfase voor iedere ruimte in onderUng ovedeg tussen bouwheer en ontwerper bepaaLd. Onderstaande tabe geeft enkeLe typische waarden in cuttu rete centra. Ontwerptemperatuur ruimteverwarming oc Scene, achtertoneet, potyvatente zaat

21

Kantoren, keuken

20

Berging, trapzaat

16

Tabet 1 Typische ontwerptemperaturen ruimteverwarming cutturete centra

Het verwarmingsvermogen, dat nodig is om de ruimten op deze gewenste temperatuur te houden, is in functie van de isotatiegraad van het gebouw, de [uchtdichtheid en de venti[atiekarakteristieken. Bij nieuwbouw heeft men deze parameters in de hand en kan een taag energetisch gebouw (taag isotatie of K-peit, hoge tuchtdicht heid en warmterecuperatie op de tuchtgroepen) gereatiseerd worden. In bestaande zaten kan men deze parameters niet wijzigen. Veetat dient verder geroeid met de riemen die men heeft, wat uiteraard extra energie vereist. In bestaande zaten zat een grotere hoeveetheid energie nodig zijn om de zaat op temperatuur te houden. De correcte aansturing van de beschikbare technische instattatie zat hier dus nog betangrijker zijn.

Het opwarmen van de verse tucht tot ruimtetemperatuur (105 kW) vereist meer warmte dan het op temperatuur houden van de zaat (40 kW). In zaten zonder warmterecuperatie kan dit zetfs tot vijf keer meer zijn! De correcte aansturing van de tuchtkteppen is dan ook één van de betangrijkste te controteren parameters bij de evatuatie van de werking van de technische instattatie. Een correcte aansturing van de tuchtkteppen (minimate verse tuchttoevoer in de winter) kan de totate warmtebehoefte op jaarbasis met meer dan 40% reduceren (zie tabet 3). Bij niet gebruik van de zaat, of bij werkzaamheden die arbeidsin tensief zijn, is het misschien niet noodzaketijk, of zetfs niet gewenst, om de instetting van 21°C ats basistemperatuur aan te houden. Een temperatuursvertaging tot bijvoorbeetd 16°C is hier aangewezen. Ook ktoksturing op de temperatuursinstetting van de zaat geeft aanteiding tot een grote dating van de energiekost (zie tabet). Bij niet bezetting, en in periodes met een vertaagd temperatuursregime, kan de tuchtgroep uitgeschaketd, of bij verfijnde regeting, het toerentat van de ventitatoren verminderd worden. Ook door het uitschaketen van de ventitatoren wordt een aanzienlijk energieverbruik (= elektriciteitsver bruik) vermeden (zie tabet 3). De besproken voorstetten worden in onderstaande tabetten gekwantifi ceerd en in vier uitbatingsregimes weergegeven: van “zeer stecht” tot “voorbeetd van goede praktijk’ De tabet taat zien dat men door een adequate opvotging van de instetlingen van de technische instattaties, een dating van de energiekost kan realiseren tot 70%. Gemiddetd aandeet verse tucht

Zaat op 21°C

Luchtgroep ac tief

% verse lucht

% tijd

% tijd

Zeer stecht

100%

100%

100%

Stecht

25%

100%

100%

Matig

25%

25%

100%

Goed

25%

25%

25%

Exptoitatie

Tabel 2 Exploitatietypes

veronderstellingen

Besparing

WaCo

EtCo

EnCo

MWh/jaar

MWh/jaar

EUR/jaar

Zeer stecht

289

53

20.786

Stecht

116

53

12.124

40%

Matig

86

53

10.628

50%

Goed

86

27

6.212

70%

Exptoitatie

Nemen we een typische zaat van ca. 400 m2 ats voorbeetd. De zaat wordt verwarmd met warme tucht. De tuchtgroep staat eveneens in voor de tuchtverversing bij bezetting en is uitgerust met warmterecu peratie. Het debiet van de tuchtgroep bedraagt 20.000 m3/h.

-

Tabel 3 Energievraag en exploitatiekost bij diverse exploitatietypes WaCo= Warmtevraagconditionering EICo= ElektridteitsvraagconditioneHng EnCo= EnergiekostconditioneHng

PROSCENIUM: IS HET ENEERGIEVERBRUIK ONDER CONTROLE? 11


Voorgaande tabe[en geven een vrij accuraat beeld van de voornaamste aandachtspunten bij de temperatuurssturing van een zaal. Uiteraard kan de aansturing verder verfijnd worden. Bijvoorbeeld door frequentiesturing op de luchtgroepen. Of door het opzetten van een reserveringsprogramma d.m.v. verfijning van de kloksturing, enz. Het opvolgen en optimaliseren van de werking van technische installaties heeft een naam: ‘commissioning We gaan iets dieper in op dit trendy maar belangrijke begrip. —

Commissioning: meer comfort met minder energie Alles werkt ogenschijnlijk perfect. Er zijn geen klachten. Het energieverbruik is onder controle. En toch is er nog ruimte tot verbetering. De plaats van commissioning in het geheel In het artikel “Van Ars Ecotogica tot Irias Energetica” is er al uitvoerig ingegaan op het belang om het energieverbruik te reduceren. Daarin stellen we dat dit steunt op: De energieaudit (consultancy) Implementatie van maatregelen (engineering) Commissioning De energieaudit doet aanbevelingen voor organisatorische, bouwkun dige of technische aanpassingen op basis van verbruiksgegevens en gebruiksproflelen. In engineering worden de weerhouden maatregelen geïmplementeerd en geïntegreerd. Commissioning zal zich toeleggen op de effectieve (samen)werking van installaties. Het heeft als doel de technische installaties in een gebouw optimaal te laten renderen. Het is een proces waarbij de energieprestatie geminimaliseerd en het comfort gemaximaliseerd wordt. Waarom commissioning? Al te vaak blijkt dat installaties na oplevering aan hun lot zijn overgelaten. De installaties worden welliswaar onderhouden maar er wordt niet actief gezocht naar mogelijke problemen. De commissioner zal gericht zoeken en proberen om de installaties optimaal te laten renderen in functie van: De veroudering van de installaties Het instellen van werkelijke gebruiksproflelen in plaats van aange nomen gebruiksproflelen Wijzigingen van gebruiksprofielen door de tijd De werkingswijze en werkingsduur van installaties De samenwerking van installaties Deze aanpak zoekt actief naar mogelijke problemen waardoor er minder wordt verbruikt en mogelijke schade wordt vermeden. . . .

-

-

-

beschikken om deze eisen te controleren en zich kunnen aanpassen aan wijzigingen in de eisen. Na de oplevering waakt de commissioner over de opvolging van de installaties doorheen de seizoenen. Hij controleert het bijregelen van de installaties aan de behoeftes van de gebruikers en beoogt hierbij een minimaal energieverbruik. In bestaande installaties heeft commissioning evenzeer zijn nut. Door veroudering, wijzigingen aan installaties en gebruikersprofielen, of door installaties die al sinds hun opstart onopgemerkt teveel energie verbruiken is er in een bestaand gebouw altijd verbetering mogelijk. Commissioning concreet Een commissioningopdracht kan pas slagen als er een actieve medewerking is van de opdrachtgever, de gebruikers van het gebouw en de eventueel aanwezige onderhoudsfirma. Concreet betekent dit dat de commissioner bij aanvang een zicht probeert te krijgen op de installa tie en de werking van het gebouw. Hiervoor zijn correcte ‘as-builts’ van bestaande installaties een grote hulp. Indien deze documenten niet aanwezig zijn, worden deze best opgesteld. De commissioner zal struc turele fouten, installatiefouten e.d. door studie van plannen, schema’s en een rondgang in het gebouw trachten op te sporen en te verhelpen. Alle regelingen worden zo grondig mogelijk geanalyseerd en indien nodig aangepast. Instelpunten, stooklijnen, juistheid van metingen, verschillen tussen ingestelde en gemeten waarden, worden gecon troleerd. Zo nodig worden extra meters bijgeplaatst. lot slot zal hij de installaties opvolgen doorheen de loop van de seizoenen en de nodige bijsturingen doen in functie van de klimatologische omstandigheden. De activiteiten van de commissioner worden gebundeld in rapporten die de opdrachtgever een inzicht geven in de werking en resultaten van de commissioningopdracht. . . .

-

-

-

-

-

Praktische voorbeelden voor verbetering door commissioning In een bepaalde tentoonstelling werd vastgesteld dat in twee aanpalende ruimten de op de thermostaat ingestelde temperatuur respec tievelijk 20°C en 10°C bedroeg. De ruimten waren niet gescheiden van elkaar. De warmte van de ene ruimte werd in de andere ruimte afgekoeld. Dit is zuivere energie- en geldverspilling. -

:

%:

Bij rondgang in een nieuw kantoorgebouw merkt de commissioner op dat de thermostaten in verschillende landschapskantoren boven kopi eermachines geplaatst zijn. Er wordt bijgevolg een hogere temperatuur gemeten dan de effectieve ruimtetemperatuur. In de winter wordt er niet genoeg verwarmd, en is het te koud. In de zomer wordt de ruimte teveel gekoeld. Hierdoor waren er, naast de energieverspilling, tot dan toe onverklaarbare klachten van de gebruikers. Nochtans was de temperatuur volgens de thermostaat altijd optimaal in de ruimte. Het verplaatsen van de thermostaat of de kopieermachine loste dit probleem op. -

Wat houdt commissioning in? Commissioning neemt bij voorkeur aanvang bij het ontwerp. De commissioner bevraagt de bouwheer uitvoerig over energie- en comforteisen. Hij zorgt ervoor dat deze eisen gerespecteerd worden in de uitvoeringsfase. Hij beoogt dat de installaties over de mogelijkheden

PROSCENIUM: IS HET ENEERGIEVERBRUIK ONDER CONTROLE?


-

In een tentoonst&iingsgebouw werd de reLatieve vochtigheid in drie zaten ingestetd tussen 47.5 en 52.5%. Om hieraan te votdoen diende veet be- en ontvochtigd te worden. De temperatuur werd constant tussen 22°C en 24°C gehouden. Ook deze instetting vroeg veet koet en verwarmingsenergie. Indien de retatieve vochtigheid tussen 45 en 55% en de temperatuur tussen 21°C en 25°C ingestetd zou worden, votdeed het ktimaat in de ruimte nog steeds aan de strengste eisen opgetegd door ASHRAE (American Society of Heating, Refrigerating and Air Conditioning Engineers) voor musea en tentoonstettingsruim tes. De geraamde besparing was echter ca. 10.000 per jaar. Bij veet tentoonstettingen werden deze zaten daarenboven niet gebruikt. De instetting van de retatieve vochtigheid en de temperatuur bteef echter ongewijzigd ongeacht het gebruik. Er was dus nog een energiebespa ring mogetijk, zonder dat hieraan een investeringskost verbonden was. lerugverdientijd van commissioning De terugverdientijd van een commissioningopdracht is gemiddetd minder dan een jaar. Het grootste deet van de aanbevetingen van een com missioner bestaan, de structurete verbeteringen terzijde getaten, uit het motiveren van gebruikers om energie te besparen en het aanpas sen van bestaande regetingen. Hiervoor zijn geen of stechts minimate investeringen nodig.

Onderstaande tabet geeft voor de verschittende comfortktasses de temperatuurgrenzen voor de ruimtetemperatuur gedurende de gebruikstijde

Comfortniveau

Aantat

Tmin

Imax

ontevredenen

(°C)

(°C)

(PPD) Ktasse A

Hoog

<

6°I

21

25

Ktasse B

Gemiddetd

<

10%

20

26

Ktasse C

Matig

<

15%

19

27

Tabet 4 Comfortniveau voor een cuttureet centrum

Naast het thermisch comfort voor de bezoeker of de werknemer vormen de eisen gestetd door de aanwezige voorwerpen in een gebouw een mogetijk striktere ktimatisatievoorwaarde. De eisen die aan het binnenktimaat worden gestetd en meer bepaatd aan de toegetaten temperatuur- en vochtigheidsvariaties en gradi enten in bibUotheken, archieven en musea, worden votgens ASHRAE (Apptications Handbook, Chapter 21, 2007) in vijf ktasseniveaus inge deetd : ktasse AA tot ktasse D. Voor etke ktasse getdt ats jaargemid detde waarde een retatieve vochtigheid van 50%, en een temperatuur tussen 15°C en 25°C. Kasse

AA

A

B

KTT

SV

Precisie controle

R\J : +/- 5%

R : geen variatie

Geen seizoensvariaties

1 : +/- 2,2°c

T : +/- 5°

Precisie controe

Rv 2 +/-

R

Beperkte seizoensvariatie of

T : +/- 2,2°c

T : +5

temperatuurgradiënt

Rv 2 +/- 5°I

Rv

T : +/- 5°

T : +5

5°/o

Precisie controle Rv:+/-lo°c Beperkte seizoensvariatie T:+/-5’c Temperatuurverlaging in winter

c

Hoogrisico extreme

RV : 25

condities vermijden

T

D

condensatierisico

Comfort en binnenkLimaat in cuLturete gebouwen Atte technische gebouwinstattaties hebben één gemeenschappetijk doet: het creëren van het gewenste comfort en binnenktimaat. Mensen brengen het grootste gedeette van hun tijd door in gebouwen. Het comfort in een gebouw vormt de basis van een gezonde werk- en teef omgeving. Comfort heeft hierbij meerdere dimensies. Zo onderscheiden we: tuchtkwatiteit, thermisch, akoestisch en visueet comfort. Het gto baat thermisch comfort wordt bepaatd door de interne warmtebatans van de mens. Deze warmtebatans wordt beïnvtoed door enerzijds de fysieke activiteit en de kteding, en anderzijds door de gebouwgebon den parameters (tucht- en stratingstemperatuur, tuchtsnetheid en reta tieve vochtigheid). Via de warmtebatans kan het percentage gebruikers dat het binnenktimaat ats onbehaagtijk beschouwd (PPD, Predicted percent of dissatisfied), worden voorspetd. Met behutp van de bovenstaande warmtebatans kan de gewenste com fortktasse (A, B of C) votgens NBN EN 15251 vertaatd worden in een ontwerptemperatuur voor ruimteverwarming en ruimtekoeting. Drie comfortniveaus worden onderscheiden. Voor de verschittende ktassen wordt het maximaat aantat ontevredenen vastgetegd. - Ktasse A: hoog comfort Ktasse B: gemiddetd comfort - Ktasse C: matig comfort

<

Rv

:

+/-

1O%

/ -io°c

: geen variatie / -ioc

RV:+/-1O/o T:±/-loc/< 30 c

75°Io

3O

<

75%

vermijden Tabet 5 Kwatiteitsniveaus binnenktimaat in bibliotheken, archieven en musea (A5HRAE) KTT = Korte termijn temperatuurvariaties en ruimteLijke temperatuur gradiënt Sv = Seizoensvariaties in setpunttemperatuur

.

-

PROSCENIUM: IS HET ENEERGIEVERBRUIK ONDER CONTROLE? 13


4 ET IS ZON DEç -‘

.

\J

Iedereen heeft momenteeL de mond voL over duurzaamheid. We zijn het er ondertussen over eens dat de impact van de menseLijke activiteit op de omgeving zo groot is dat de komende generaties geen kwatiteitsvo[ teven meer zuL[en hebben tenzij we nu actie ondernemen. Maar wat betekent duurzaamheid dan juist? En wat is het verschiL met ecotogie? Meer en meer groeit het besef dat een duurzame samenLeving meer is dan de zorg voor het miLieu alLeen. Het gaat net zo goed om eerLijke handet of een veitige, aangename en gezonde werkomgeving. Ook in de podiumkunstensector gaat er a[ vee aandacht naar duurzaamheid. Meesta hebben we het dan over gebouwen, verwarming, verUchting, enzovoort. De k’assieke, overdraagbare techno[ogieën komen ruimschoots aan bod. Het productieaspect daarentegen, het creëren en speen van een voorsteHing, vaLt daarbij een beetje uit de boot. De podiumkunsten zijn dan ook een moeilijke sector: we maken nieuwe dingen, die vaak sLechts een kort bestaan hebben. Het matenaa dat we daarvoor gebruiken is vaak voor iets anders bedoeLd en de kans dat we twee keer hetzeLFde maken is redeLijk kein. We doen dit in een zeer arbeidsintensieve omgeving met strakke deacflines waarbij de artistieke autonomie uiteindeijk het ‘aatste woord heeft. Producties worden veea in k’eine organisaties opgezet en deze organisaties hebben weinig contact met ekaan, waardoor kennis niet wordt doorgegeven. Het “terugverdieneffect” van een meen duurzame aanpak Ujkt dan ook op het eerste zicht beperkt. Ms ons product af is gaan we het spreiden. We rijden of viegen de wened rond om wat we gemaakt hebben te ‘aten zien aan het pubUek. Opnieuw zorgen strakke deadhnes en panningen er voor, dat afterna tieven niet evident zijn. Een duurzame praktijk lijkt haaks te staan op de reaUteit.

uitwerken om mogeLijke duunzaamheidacties in kaart te brengen, inventariseren wat en aL gebeurt in de gezeLschappen en een Lespakket ontwikkeLen voor de verschiLLende deeLnemers aan het pnoductiepnoces. We mikken op aLLe betrokkenen in het pnoductiepnoces. Een duurzame aanpak heeft sLechts impact wanneer iedereen, van pLanning oven ontwerp en deconuitvoening tot de voorsteLLing, meewerkt. Het gaat uiteindeLijk om het veranderen van de mentaLiteit en het integreren van duurzaam denken in de bestaande gebruiken, procedures en productiepnocessen.

Het REcoEP1 project Het kenniscentrum podiumtechnieken RuS, BASTT, het Sociaa Fonds voor de Podiumkunsten, Opendoek vzw en het Overeg Opeidingen Podiumtechniek staan de handen in ekaar om te onderzoeken hoe meer duurzame pnoductiemethodes mogeUjk zijn. Het project ‘oopt gedurende twee jaar en wordt ondersteund door het Fonds Duurzaam Energie- en AfvaWeheer. De eerste impu’s ontstond na de BASII-VTi kUmaatconfenentie in Gent. De “zero impact man” zei dat we decors maan beten konden necupenenen. Vreemd genoeg deden we dat vroeger ook, maar dat breek op een gegeven moment te duur. Het werk dat erin kroop en de kosten van de opsLag wogen niet meen op tegen het nesuftaat (zeker niet toen de steden en gemeenten niet ‘anger opsagpaats ter beschikking steden van de gez&schappen). Meen en meen wenden ook constructiemethodes gebruikt die minder of niet omkeerbaar zijn. Toch dachten we bij eke opruimactie ‘het is zonde”, wanneer we een decor dat niet meen diende in de container kiependen. Een tweede uitspraak uit de BASTT-VTi ktimaatconfenentie bLeef ook hangen: ‘Ecotogisch even kost meen tijd, maan daardoor moet ik minder gaan wenken Een interessant idee, dat natuunUjk niet opgaat in een wenkwenksituatie. Zeker niet wanneer mensen hun job met passie en pezien goed uitvoeren. Ms we duurzaam wifien gaan wenken za efficiëntie een beangnijke no moeten speLen. ALs focus van het REcoEP project kozen we voor “duunzaamheid van de productiemethode”, omdat dit nog onbekend terrein is. Over duurzaam gebouwbeheen bestaat reeds een en ander. De gebouwen vormen sLechts een kLein deeL van de ecoLogische impact van een gezeLschap; op productievLak is dan ook meen “winst” te rapen. Concreet wiLLen we met dit project drie zaken gaan doen: een methode ‘

PROSCENIUM: HET IS ZONDE

Hoe duurzaam is een productie? Om te kunnen meten hoe duurzaam een productie is moet eLke actie in het productiepnoces afzonderLijk wonden bekeken. Waan mogeLijk kunnen wij dan venbetenpunten voorsteLLen, die wij. in vier groepen indeLen, van ideaaL naar minder goed: ‘eLimineren van de oorzaak”, “beperken van de oorzaak”, “beperken van de gevoLgen”, compen senen van de gevo[gen’ We kunnen nu aan eLk punt de frequentie (in weLke mate komt het voor), de impact (hoe groot is de impact) en neaUseenbaanheid toekennen. Het product daarvan geeft dan de prioriteiten weer. WaarschijnLijk komt dit zeer bekend voor, het is immers in grote Lij nen dezeLfde methodiek aLs die gebruikt wordt bij nisicoanaLyse. Ook de verschiLLende eLementen die de aandacht vragen zijn grotendeeLs dezeLfde. We wiLLen proberen of we beide anaLyses kunnen samenvoe gen. Op die manier sparen we een hoop tijd en werk.

Lespakket Om zoweL huidige aLs toekomstige betrokkenen voLdoende achtergrond te bezongen bieden wij onze ervaringen in een Lespakket aan. Dit kan gebruikt wonden in de opLeidingen podiumtechniek, productie, cuL tuunmanagement, scenognafie, kostuumontwenp en veiLigheidsadviseun. Daarnaast zaL het deeL gaan uitmaken van de permanente bijschoLing voor pnofessioneLen.


REcoEP LabeL Voor gez&schappen die actief met duurzaamheid bezig zijn en dit zichtbaar witten maken werken we ten sLotte nog aan een abe[. Ms een productie voor duurzaamheid geanayseerd is kan men dit abe op het promotiemateriaa aanbrengen, zodat hun inspanningen ook voor het grote pubhek zichtbaar worden. Good practice ALvorens het wieL opnieuw uit te vinden wflien we nagaan hoe geze[ schappen, productiehuizen en verhuurbedrijven nu a met duurzaamheid omspringen (uiteraard zijn ideeën uit cuftuurcentra, schouwbur gen of andere sectoren ook w&kom). Er gebeurt immers a heet veet en daar kunnen anderen van teren. Een paar voorbeetden geven een idee van de mogetijkheden: Rosas maakt voorstettingen met het “minste der middeten” De Pianofabriek start een ecoteam op om hun werking te optimati seren Gezetschappen tenen materiaat uit aan amateurgezetschappen of geven het weg. Theatre de ta Ptace in Luik heeft samen met andere gebruikers uit de streek een materiaatpoot waar ze samen gebruik van maken. Bij OpenDoek toopt i.s.m. de Vaartkapoen een project om kostuums te hergebruiken KVS zamett spots in voor Congo Bedrijven en gezetschappen geven hun afgedankt materiaat aan schoten. Festivats in Nedertands Brabant starten een project rond duurzame orga nisatie Concertpodia maken afspraken rond getuid Voorbeetden ats deze kunnen de drempet voor anderen vertagen. We zijn dan ook zeer benieuwd naar toepassingen uit jouw organisatie. Hou je rekening met het beperken van de verptaatsingen bij het ptan nen van een tournee? Zorg je ervoor datje materiaat kan gerecupereerd worden? Hou je rekening met herstetbaarheid bij de aankoop van

DE tIER.ELt

V.ETEREN

..y1Jfk NO?

-

-

-

-

-

-

-

-

-

technisch materiaat? Proberen juttie het energiegebruik naar beneden te haten? Werk je enket met materiaat waarvan je weet dat het eertijk geproduceerd is? Werk je aan een aangename, veitige en werkbare arbeidsomgeving? Laat het ons weten en deet je ervaring met je cot tega’s. Daarnaast zoeken we goede voorbeetden van risicoanatyse (zowet atgemeen ats specifiek) en mensen die mee witten denken rond dit onderwerp. Uiteraard zijn organisaties die het resuttaat niet witten afwachten maar een testversie hiervan uitproberen ook van harte wetkom. Meewerken? We wachten met spanning atte ideeën, goede voorbeetden, voorstetten en vragen af op info@podiumtechnieken.be Op het zetfde adres kan je terecht ats je wit meedenken rond dit onderwerp. .

1 REcoEP: Risico en Ecologische Evaluatie Podiumproductie,ondersteund door het Fonds Duurzaam Energie en Afvalbeheer

. DE MUNT INVESTEERT IN ENERGIEBESPARING. Het gaat niet om ingrijpende werken, bevestigt Dominique Mertens, directeur Gebouwen en Onderhoud bij De Munt. “We witten een aantat aanpassingen doen in het kader van energiebesparing. Dat is voor ons heet betangrijk. Omwitte van de financiëte voordeten, maar ook omdat we een groene instetting witten zijn.” De meeste werkzaamheden zutten ptaatsvinden in de werkatetiers en administratieve ruimtes. Die werden pas in 1999 gereatiseerd, maar destijds kon door getdge brek niet attes worden gedaan. Gevotg is dat de ruimtes bijvoorbeetd nog met stookotie verwarmd worden. “Ik wit het tiefst overstappan op gas”, zegt Mertens. Ook wit hij kijken naar een systeem van cogeneratie of warmtekracht koppeting. Andere maatregeten zijn het aanbrengen van dubbet gtas en het isote ren van de gevet. “De gegtazuurde baksteen uit 1937 is architectonisch interessant, en we witten die streamtine-architectuur behouden,” zegt Mertens,”Maar een stabititeitsstudie én een isotatie aan de binnenkant dringen zich op.” Verder wit men op het dak uitbreiden met een opstagptaats voor het kostuumatetier. Ook de bezoekerstiften zijn votgens De Munt aan reno vatie toe. Tot stot moet er votgens de instetting iets worden gedaan aan de akoestiek in de Fioccozaat. De Munt hoopt in de zomer van 2011 met de werkzaamheden te kunnen beginnen. Vrij uit: De Morgen” 18juni 2010.

PROSCENIUM: HET IS ZONDE 15


\1 1

:

S

1 ¶1

/ i

1

heingotu”

2 VERHALEN IN VISCOSE EN SATIJN

1


ERHALEN IN VISCOSE EN SATIJN GEERTSELS

Modeontwerper Tim Van Steenbergen zat aan de academie één jaar in de afdeLing theaterkostuum en schaketde dan over op mode. Goed en wet begonnen met zijn modehuis MitzLavv keerde hij aL vrij sneL terug naar de podiumkunsten, om er regeLmatig opdrachten te vervuLLen. Hij ontwierp kostumering voor grote dansproducties van Anne Teresa De Keersmaeker, en voor theater- en operawerk van Guy Cassiers. ‘Ats de performer in de kLeding verdwijnt, is het ontwerp niets waard’, is zijn devies. Vrij naar Chanet.

Ze staan op de credittijst en komen mee het pubLiek begroeten na de première. Meesta’ zijn ze degenen waarbij de toeschouwers eLkaar aanstoten en zich afvragen: “wie is dat?” Want de acteurs en de regisseur, misschien z&fs de dramaturg als hij lang genoeg in dienst is, herkennen ze wel. Maar de costumier? Wat doet die trouwens: de costumier? Dat is toch degene die tijdens het repetitieproces de personages probeert aan te voelen en hun persoonlijkheid middels kledingstukken uitdrukt. Hij vervult een ves timentair soort werk van barmhartigheid. Niet zelden is de costumier iemand die een brede encyclopedische achtergrond van de kledingge schiedenis koppelt aan een parate kennis van tweedehandszaken. Hij, maar nog vaker een zij, is thuis in de depots van het Leger des Heils en weet daar tegen premièretijd heel wat nuttigs bij elkaar te scharreten. lot dusver is in de aanloop van dit artikel om retorische redenen het woord “kledingontwerper” gemeden. Want nog steeds is er in veel podiumhuizen een ‘costumier” aan het werk die volgens wetdoordachte inzichten een outfit bij elkaar shopt voor de personages uit het stuk. Dat alles conform het basisbegrip: de kleren maken de man. Behoort iemand tot de ranzige onderktasse of tot een bourgeoisgemeenschap, dan worden daar verschillende outfits voor aangekocht. En als er niet âl te lang wordt over nagedacht, draait het in het eerste geval al eens uit op een marcetteke en in het tweede op een débardeur. lim Van Steenbergen (33) is geen costumier. lim Van Steenbergen is ktedingontwerper. Naast zijn hoofdbezigheid van modeontwerper, voert hij sinds 2004 regelmatig gastopdrachten uit in de podiumkunsten. Ook een kledingontwerper probeert de personages uit de voorstelling aan te voelen, maar hij gaat een stap verder. Hij creëert ontwerpen die nog niet bestaan, of past kledingstukken zodanig aan op het lijf van de uitvoerders dat ze uniek zijn. Het werkproces dat gevolgd wordt is niet: wie het schoenije past, trekke het aan. Het is andersom. De kledingontwerper bestudeert het voetje en maakt er een schoentje voor. Als het goed is vertelt de kleding mee een deel van het verhaal. Het zat niet verbazen dat Van Steenbergen al menigmaal samenwerkte met Guy Cassiers, die met zijn synesthetisch theater steeds nadenkt via welke component hij informatie bij het publiek brengt: via muziek, via beeld, via tekst? Of via kleding. Eigenlijk zou lim Van Steenbergen aan de Academie voor Schone Kunsten (Antwerpen) ‘theaterkostuumontwerper’ worden. Hij is het niet geworden. Althans niet daar. Na één jaar hield hij de studierichting voor bekeken en schakelde hij over op modeontwerp. In deze laatste specialiteit haalde hij in 2000 met grote onderscheiding zijn diploma. Twee jaar later stelde hij in Parijs zijn eerste modecottectie voor en zette hij zijn eigen modehuis Mitztavv op. Nog eens twee jaar later is hij dan toch theaterkostuumontwerper geworden. Als uitstapje uit zijn modewerk. Noem het een opleiding ‘on the job’, nadat Anne Teresa De Keersmaeker hem vroeg voor de kleding van haar operadebuut Hanjo. De opdrachten uit de podiumsector zijn blijven komen. Uit theater, uit dans, uit opera. En Van Steenbergen is ze blijven aanvaarden.

Dat hij via een omweg en in uitgesteld retais dan toch theaterkostuums is gaan ontwerpen, vindt Van Steenbergen geen nadeel. ‘Het klinkt misschien onbescheiden’, zegt hij, ‘maar ik denk dat ik nu een interes santere theaterkostuumontwerper ben dan dat ik aan de opleiding zou geworden zijn. Mijn probleem met de opleiding tot theaterontwerper was dat ze te ver van het leven stond. Een groot deel van onze tijd waren we bezig met het analyseren van theaterteksten. Een theaterkostuum werd gezien als een object. Ik miste er het individuele van de drager aan. De praktijk in de modewereld heeft me bijgebracht om in de realiteit te werken

PersoonLijkheid Mode levert rolpatronen aan, steeds weer, elk voorjaar en elk najaar. Iemand die modegevoelig genoeg is om zijn lichaam niet door kle dingketens te laten bedekken, doet niets minder dan een statement met zijn ktedingkeuze. Kiezen voor deze of gene modeontwerper of een stijl die hij/zij voorstelt, is zich akkoord verklaren met dat aanbod. ‘Wie “Van Steenbergen” draagt, drukt traditionele klasse uit’, zegt de ontwerper, ‘die teruggaat op de chique van eind jaren ‘50 en begin jaren ‘60. Het is iemand die klassieke waarden aanhangt, iemand die de waarde inziet van hoe een kledingstuk is opgebouwd Kiezen voor kleding is een impticiete bevestiging dat er een match is tussen het modestuk en hoe men gezien wil worden. Wat zich afspeelt bij een kledingkeuze is voor zichzelf een rot bepalen. De drager wil zeggen: dit is hoe ik wil zijn. Dit is wat ik wil uitstralen. Toegepast op een theatersituatie komt dit er op neer dat iedereen zijn eigen regie voert. Het individu kiest zijn eigen rol en speelt hem vervolgens ook. Het podiumkunstenbedrijf is al evenzeer gespecialiseerd in rollen, maar ze worden anders aan de man gebracht. In kleinere coltectieven of bij producties die vanuit een groot verlangen komen (Josse De Pauw: ik ga nû de Kreutzersonate vertellen) zal een acteur zichzelf wel eens met een rot bedenken. Voor het overige is het voor de werkbaarheid aangewezen de basisdemocratie te beperken en is het de regisseur of de choreograaf die de rollen toekent aan een uitvoerder. In de podiumkunst is de rol vooraf gegeven. De rot is eigenlijk Leeg. Hij genereert niet automatisch betekenis, zoals een kledingstuk dat kan. Integendeel, het is aan de acteur of de danser om er zich in in te leven. Het is hij die er betekenis aan geeft. ‘In theater benader ik een acteur niet alleen als een rol’, zegt Van Steenbergen, ‘maar ook als een persoon Dat is een interessant uitgangspunt, dat sterk aanleunt bij de gangbare praktijk van onze hedendaagse theateropvattingen. Veel Vlaamse theaters krijgen in het buitenland appreciatie omdat ze ‘dun acteren’ en zich vrijheid nemen tegenover hun rot. Acteurs proberen niet te verdwijnen in hun rol, maar brengen hun persoonlijkheid mee op het podium. Van Steenbergen: ‘Via de kostumering probeer ik de persoonlijkheid doorheen de rot te laten zien. In elke individuele uitvoerder probeer ik

PROSCENIUM: VERHALEN IN VISCOSE EN SATIJN 17

1


de esthetiek te vinden. Het is vaak zoeken naar de juiste verhoudin gen. Op papier kun je we uitgaan van een ontwerp met een brede rok en een smae tailLe, maar as er een goedgevuWe operazangeres voor je staat, moet je daar van af stappen. Een week voor de première van Das Rheingotd vier de zangers voor de ro van Erkka uit. Toen heb ik heer haar kostuum uit ekaar gehaa[d en met dez&fde stof een nieuw ontwerp gemaakt voor haar vervangster. Het is net op tijd geLukt. Hoe meer kans je hebt om op repetities aanwezig te zijn, hoe meer gee genheid er is om samen met de acteurs voor de spiege te gaan staan. Bij een internationaa medium as opera zijn die persoonUjke contac ten minder tarijk. Ik hou niet van voorsteUingen waarin de keding de persoon verdrukt. Wat dat betref sta ik achter het motto van Chanet: ats een jurk de persoon wegdrukt, is het ontwerp niet goed Werken op individueet niveau kan soms verrassingen meebrengen die geen regisseur of choreograaf had kunnen voorzien. Toen Johan Leysen tijdens de repetities van Wolfskers een rokkostuum uitprobeerde, bteek het exemptaar wat aan de kleine kant te zijn. Door de krapte kreeg hij een gevoel van krampachtigheid. Voor Van Steenbergen een aanleiding om een strak ontwerp uit te tekenen waarin de acteur zich afgemeten moest bewegen en dat de vormelijkheid van de Japanse keizer Hirohito suggereerde. Het volstaat vaak om op de repetitie goed te observeren’, zegt Van Steenbergen. ‘Als een danser steeds binnenkomt met een te laag afhangende broek of een kort t-shirt dan moet je daar iets mee doen. Hetzelfde voor een danseres die na het douchen netjes haar tippen stift en op hakschoentjes de stad ingaat. Je moet ze die geven in de voorstelling. Wantje kunt er zeker van zijn dat ze er iets zullen mee doen. Het hoort bij hun persoonlijkheid en ze voelen zich er goed bij ,

het rokkostuum voor ogen. De voorstelling ging over drie machtheb bers (Hitler, Lenin en Hirohito, red) die vlak voor hun val stonden. Naar dat eindpunt wou ik toewerken alsof ze zich opmaakten voor een galadiner. Voor het daaropvolgende deel, Atropa, had ik een concept dat zo helder was als een concept voor een najaarscollectie. Elementen daarvan waren couture uit de jaren 1940 en ‘50, kariatiden uit de Griekse antieke wereld en stoffen die zodanig bewerkt waren dat ze er vervallen uitzagen In theater, en in opera nog meer, werkt de ontwerper meer van beeld naar beeld. Daarin kunnen zijn kledingontwerpen een betekenislaag aandragen of zelfs een verhaal vertellen. In Atropa (zie kader) bedacht hij voor de overwonnen edelvrouwen van de Trojaanse oorlog lange gewaden die hen een waardigheid verleenden, maar die hen bij het lopen tegenwerkten en tot last waren. Enkel en alleen al de jurken suggereerden zo’n betekenislaag. In Hersenschimmen, naar de bewer king van de roman van J. Bernlef, brachten ze zelfs de evolutie in beeld die de hoofdpersoon doormaakte. Zoals bekend lijdt het perso nage Maarten Klein aan oprukkende dementie. Kleine vergetelheden groeien uit tot een algehele verwarring. Als teken van zijn ontredde ring draagt hij zelf steeds minder kleren, tot hij finaal in een onderhemdje zit. Omgekeerd wordt de kostumering van zijn vrouw steeds complexer. Steeds sneller na elkaar komt zij in verschillende outfits op toneel. De man ziet een veelheid van silhouetten en herkent in al die vrouwenbeelden die voor hem verschijnen uiteindelijk zijn ene, eigen vrouw niet meer.

La pianiste Chopin Ontwerpen is een proces met veel tussenstappen, waarbij telkens strin gente beslissingen moeten genomen worden in functie van het einddoel. Het is een langdurig proces, dat tot een halfjaar in beslag kan nemen. Een abstract concept wordt finaal afgestemd op het individu. Het is zaak om open te beginnen en dan steeds verder te versmallen tot de kern. ‘Het gaat van a naar z’, zegt Van Steenbergen. Je kunt niet meteen naar z. Elk van die tussenstappen is nodig en vereist de grootste zorg. Je moet steeds blijven uitzuiveren. In de podiumkun sten kom ik wel sneller aan het individuele niveau toe Toch verloopt een creatieproces in de mode en de podiumkunsten volgens dezelfde drie stappen. De eerste opdracht bestaat er in de tijdsgeest te vatten. In de mode gebeurt dat door goed te kijken wat er nu leeft en vervolgens te anticiperen wat de tegenreactie kan zijn. Als de mode dit najaar in de ban is van de rock, met afgewassen blazers met gouden epauletten, zoals bij Michael Jackson, dan is de kans reëel dat de chique volgend jaar terugkeert. De tweede opdracht bestaat er in om uit die tijdsgeest een concept te distilleren. Dat leidt bijvoorbeeld tot het thema van de ‘Lady gardener’, de voorname vrouw die wel graag uitpakt met haar tuin, zonder daarom per se groene vingers te hebben. Een ander thema is ‘la pianiste Chopin’, nog zo’n gedistingeerde vrouw, die houdt van de muziek van Chopin, maar ze zelf niet al te geweldig kan spelen. Eerder dan een concrete rol, is dit een stereotype, een categorie die ruim genoeg is om zowel in de Verenigde Staten als in Japan een invulling te krijgen. In de podiumkunsten kan Van Steenbergen al meteen vanuit het concept naar individuele toepassingen gaan. In de mode volgt dan eerst nog een fase waarbij het concept op de paspop geconcretiseerd wordt. Pas dan volgt de toepassing op levende mensen. Heeft Van Steenbergen in de podiumkunsten behoefte aan een tijdsgeest en een concept? Het is per slot van rekening de regis seur die de bakens van de productie uitzet. Van Steenbergen: ‘Voor mijn aandeel van het werk blijven die etappes van belang. Voor de Toneelhuisproductie Wolfskers had ik zeer duidelijk de tijdsgest van 3 PROSCENIUM: VERHALEN IN VISCOSE EN SATIJN

“Hersenschimmen”, Rotheater, Sjouke Dijkstra

ALs veertjes zo zacht Andere bekommernissen doen zich voor bij dansproducties, die grilliger en vloeiender zijn, en waar hij er als ontwerper voor instaat de bewe ging te dienen. Hier dringen zich andere stoffen op, want een broek zonder stretch is in dans haast ondenkbaar. ‘Het is van belang de stof zelf te laten bewegen’, zegt Van Steenbergen. ‘Dat is mogelijk door de manier van knippen. Als de draadrichting juist zit, volgt de stof mee de beweging. De manier van knippen heeft impact op de plooien, die naturel vallen en niet geforceerd overkomen. Dat hoeft niet per se met natuurlijke stoffen te gebeuren, zoals katoen of linnen. Het mag niet te plat worden. Een ontwerp moet zijn lichtheid kunnen houden, er moeten ook contrasten mogelijk zijn, door bijvoorbeeld te werken met glimmende materialen Ook danskleding heeft zijn eigen vocabularium. Elke stof heeft zijn eigen kwaliteiten die succesvol uitgespeeld kunnen worden om de beweging te accentueren. Mousseline zijde is bijzonder licht. Als het beweegt, valt het nadien als veertjes zo zacht. Het effect daarvan is dat de stof de danser achternazweeft en de horizontale bewegingen versterkt. Ze creëert ook een subtiel schaduweffect. Ze is het ideale antwoord als Anne Teresa De Keersmaeker met trage, vloeiende bewe gingen werkt. Een ander soort zijde, de satijnzijde, is dichter geweven


“Hanjo”, A. T. De Keersmacker, foto: Johan Jacobs

zodat ze zwaarder vaft. Zij komt meer van pas as de bewegingen verticaer zijn. Katoen en tinnen die het tichaam strak omhutten, hebben het voordeet dat ze de beweging van het tichaam perfect votgen. In 5teve Reich Evening, een compitatieprogramma met choreografieën op muziek van Steve Reich, moest Van Steenbergen diep uit zijn stoffenkennis putten om behoedzame overgangen te maken. Het programma bevat drie stukken, die tetkens een andere kwatiteit hebben, en waarvoor sommige ontwerpen at bestonden. Het was zaak ze togisch in etkaar te taten overgaan. Van Steenbergen: “Deet één, Fase, heeft van die typische spiraatbewegingen uit de beginperiode van Rosas. Daarvoor heb ik met wotten crêpe gewerkt. Dat heeft votdoende zwaarte om de ronde, ptatte beweging te ondersteunen. Voor het derde deet, Drumming, had Dries Van Noten indertijd ats kostuums ontworpen. Het is een heet “rechte” choreografie. Dries gebruikte er viscosestoffen, met veet broeken en topjes, zetfs voites. In het middendeet moest ik proberen de materiaten uit deet één en drie te combineren, zodat het een brug vormde en geen breuk.” Kteding kan op zich at zorgen voor een dynamisch etement in een voorstetting. ‘In D’un soir unjour gaf Anne Teresa De Keersmaeker etke danser een rot. Iedereen kreeg een kteur toebedeetd. Met de kteding stukken kun je nadien speten en variëren, maar etke performer bteef wet binnen zijn kteur. Het kan ook anders. Je kunt ook iedereen taten beginnen in dezetfde kteur, vervotgens ktedingstuken gaan veranderen en andere kteuren taten binnensijpeten, om weer attemaat te eindigen in dezetfde kteur, zij het een andere dan in het begin. Zo krijg je het effect van een geteidetijke metamorfose. Een ontwerper mag in dans natuurtijk ook nooit bang zijn om kteding weg te taten. In D’un soir unjour bewegen dansers in hun boventijf. Zo komt de pracht van het naakte danstichaam nog het best tot zijn rechU Zoveet werkervaring in de podiumweretd heeft zijn werkwijze in de mode veranderd. Het creatieproces in de mode vertoopt vaak topdown,

met bovenaan de ontwerper ats creatieve kracht. Die bepaatt het concept, ontwerpt de ktedingstukken en detegeert de uitvoering aan derden. In de podiumkunsten vertoopt een creatieproces diatectischer, met een team van speciatisten die etk op hun terrein input teveren en het resuttaat mee bepaten. “In theater ben je deet van een horizontate tijn”, zegt Van Steenbergen. “Guy Cassiers zet video, dans, muziek, ticht en decor naast etkaar. Dat werkt goed voor mij. Ik heb nood aan communicatie. Die manier van werken heb ik me ondertussen eigengemaakt. Het zint me niet meer om ats een eenzaat een modeproduct naar buiten te brengen. Ondertussen heb ik me omringd met een team dat meedenkt. Ze hetpen me ats toetssteen. Soms teidt dat er toe dat ik des te scherper bestuit om töch mijn zin te doen. Maar dat is niet erg. Dankzij hen is er gron dig over nagedacht. Ze teveren ook inspiratie. Ats men wit evotueren, moet men soms afstand nemen van de dingen.”

Steve Reich, A. T. De Keersmacker, foto: Herman Sorgetoos

PROSCENIUM: VERHALEN IN VISCOSE EN SATIJN 79


Atropa, Het Toneethuis, foto: Koen Broos

Atropa Het derde dee van de Triptiek van de macht, door het Toneehuis, herschrijft de Griekse tragedies vanuit het perspectief van de vrouw. Zowe de eega’s van de Griekse overwinnaars &s de gevangengenomen Irojaanse vrouwen zijn sLachtoffers: in beide kampen zijn de offers groot en vatten er verUezen te betreuren. ‘De vrouwen in Atropa zijn overwonnen. Hun ot Ligt in de handen van de overwinnaar. MogeLijk zuLLen ze vernederd worden of verkracht of staan ze op het punt afgesLacht te worden’, zegt lim Van Steenbergen. ‘ALs je de verhaaLLogica voLgt zouden de vrouwen in Atropa Lompen moeten dragen. Maar ze bLijven de waardigheid van koninginnen uitdragen, en daarom dragen ze Lange gewaden. De stoffen zijn bewerkt, zodat ze er vervaLLen uitzien In dit beeLd komt aLLes samen. De actrice Ariane Van VLiet staat op een hoge sokkeL en ziet er uit aLs het VrijheidsbeeLd in New York. Ze houdt een videocamera voor zich uit waarmee ze zichzeLf flLmt. De beeLden die ze maakt worden rechtstreeks geprojecteerd op de achterwand. Van Steenbergen: ‘Ariane draagt een jurk van twintig meter Lang. ALs ze op de sokkeL staat en haar sLeep tot op de grond doorhangt, Lijkt ze een reusachtige figuur. De jurk is gemaakt van satijnzijde, en is in schuindraad gesneden, zodat aLLe pLooien mooi tot hun recht komen. Het is een zware stof die gaat rekken aLs ze doorhangt. Ze is bedrukt met prints die we in ons ateLier ontworpen hebben; in dit gevat zijn

“Voor de actrice was het nuttig om te weten wat de kwaUteiten van de stof waren. Als zij een draaibeweging maakte, zou de stof dan voL.gen of net tegenwerken?”

) PROSCENIUM: VERHALEN IN VISCOSE EN SATIJN

het prints van de giftige atropa-pLanU ‘Bij repetities ga ik met de acteurs op het podium om met hen persoonLijk de mogeLijkheden van de kostumering aan te geven. In het gevaL van Ariane hebben we heeL Lang gewerkt om dat beeLd op de sokkeL juist te krijgen. Het was van groot beLang hoe de sLeep van de jurk gedrapeerd was. Verder was het voor de actrice nuttig om te weten wat de kwaLiteiten van de stof waren. Als zij een draaibeweging maakte, zou de stof dan voLgen of net tegenwerken?’ ALs de actrice van haar sokkel komt, verleent de jurk haar niet langer imposante waardigheid, maar werkt ze tegen. De metersLange jurk sleept achter haar aan en is een Last die het bewegen bemoeilijk. Dat is boeiend’, zegt Van Steenbergen, ‘omdat het de actrices verpLicht daar in hun speL een oplossing voor te vinden. De actrices moeten een bedrevenheid ontwikkeLen om hun sleep op te rolLen en op te pakken. Ze kunnen niet zomaar achteruitLopen, want dan geraken ze verstrikt. Na heel wat experimenteren zijn we er achter gekomen dat ze grotere passen moesten nemen, zodat ze grotere bewegingsLijnen konden maken

The House of the steeping beouties, Guy CAssseirs, foto: Maarten Vonden Abeete

The house of the steeping beauties Deze opera uit 2009 is een coproductie tussen het loneeLhuis en Lod. Regisseur Guy Cassiers en componist Kris Defoort werkten er voor de tweede keer samen, na hun internationaaL gewaarde The woman who watked irito doors, naar de roman van Roddy Doyle. The woman dateert uit 2001. Dat is hetzeLfde jaar als waarin de jonge Tim Van Steenbergen, 24 jaar toen, in het Groeningemuseum Brugge voor het eerst het tentoonsteLlingsconcept Framed realiseerde. Wisten regisseur, componist en modedesigner toen veeL dat ze enkeLe jaren hierrond zouden samenwerken? Het idee voor Framed ontstond uit de zoektocht naar een diaLoog met de VLaamse Primitieven die in het Groeningemuseum hangen’, zegt Van Steenbergen. ‘De VLaamse Primitieven gaven hun opdrachtgevers vaak een pLaats in hun schiLderij. Die zagen daarin een bewijs van hun rijkdom. Ik had iets anaLoogs in de zin met mode. Mijn bedoe Ling was een weelderige couturejurk tot schiLderij te maken, om er op die manier de rijkdom van te tonen. Het resuLtaat was een tableau vivant met een mannequin die een jurk droeg, waarvan de sLeep om haar heen uiteenwaaierde. De sLeep werd gevat in het kader dat haar omringde. Dat idee heb ik nadien nog uitgevoerd in het Musée des Arts Décoratifs in Parijs, in The house of the sleeping beouties en het komt aLlicht terug in één van de episodes van de Ring. Ik hou ervan om verder te zoeken op een bestaand concept. Zo wordt eLk eindpunt weer een nieuw beginpunt The house ofthe steeping beauties verteLt hoe een oude man regeLmatig een poëtisch soort bordeeL bezoekt. De meisjes zijn er zeer jong en ze zijn verdoofd door sLaapmiddeLen. Seks is er niet het hoofddoeL.


“Ik hou ervan om verder te zoeken op een bestaand concept. Zo wordt elk eindpunt weer een nieuwe beginpunt” Oudere mannen vteien zich tegen de Uchamen aan van de meisjes, die herinneringen oproepen aan vrouwen uit hun verLeden. In die zin is het een verhaa over herinnering, ouderdom en afscheid nemen. Het is een verstilde eegie. De theaterruimte is een Lyrische ruimte. Een ruimte van de herinnering. ‘Op deze foto is het beginbeeLd van de voorsteLLing te zien. Choreograaf Sidi Larbi Cherkaoui vertrok van een danseres die in de Lucht is opge takeLd. Om haar heen hebben we een houten kader opgetrokken, waartussen we een katoenen doek gespannen hebben. Binnen dat vLak hebben we mooie vormen proberen te bedenken, hetgeen een Lang en moeiLijk proces was. De choreografie was vrij gymnastisch, met een danseres die buiteLingen maakte aan het touw waaraan ze hing. Dat Leidde tot een spanning tussen beweging en kadrage, maar we hebben de juiste stof en de juiste kLeur kunnen vinden voor deze scène. Het kLopte voLLedig. Voor de scènes die nadien kwamen op de begane grond hebben we soepeLer stoffen gebruikt, die handiger waren om patronen op de vLoer te draperen

komen kwesties aan bod aLs politieke ideaLen en de maakbaarheid van de wereLd. De directeur van de ScaLa van MiLaan, Stéphane Lissner, voLgde het werk van Guy Cassiers aL een poos en vroeg hem om de vierdeLige operacycLus Der Ring des NibeLungen te regisseren. Het project zaL zich uitspreiden over drie jaar en verLoopt in coproductie met de Staatsoper unter den Linden in BerLijn. Dat wiL zeggen: met de vermaarde dirigent DanieL Barenboim. Na de vorige samenwerkingen met Guy Cassiers was het niet onLogisch dat Tim Van Steenbergen bij dit project betrokken zou worden. Wagner situeert een deeL van zijn opera op de bodem van de Rijn. In de versie van Cassiers is er een podium te zien dat onder water staat, met tegeLs die stapstenen vormen voor de uitvoerders. Van Steenbergen: Deze foto komt uit de beginscène van de opera. ZeLfs aL is er veeL voorbereiding aan voorafgegaan, dan nog sta je versteLd van het resuLtaat. Je zit in de zaaL en hoort de ouverture, dan gaat het doek open en pLots staat je ontwerp daar. Voor de Rijndochters ontwierp hij Lange mousseLinezijden jurken. Het zijn Lange jurken, die tot in het water hangen. Naarmate de tijd vordert, zuigt het water zich in de stof naar boven. Het water maakt de jurk zwaarder, zodat ze gaat doorwegen. Het effect is dat de jurk haast vastgepLakt Lijkt aan het podium. Ze is één met het water en hangt in vLiezen naar beneden. Ik heb geprobeerd ze te draperen in transparante goLven. Opera is een grote machine. De zangers hebben drukke agenda’s en komen uit aLLe hoeken van Europa overgevLogen. Daarom zijn de persoonLijke contacten met de uitvoerders minimaaL en verLopen ze ook vrij zakeLijk. ‘Ik heb behoorLijk moeten onderhandeLen om deze aanpak te kunnen doordrijven’, zegt Van Steenbergen. ‘Weinig operazangers zijn bereid met hun kLeren in het water te gaan staan. Toen ze instemden, hebben we er speciaaL op gerepeteerd hoe ze hiermee konden omgaan. Door de zwaarte van de kLedingstukken konden ze er niet zomaar mee rondLopen. Bij eLke verpLaatsing die ze deden, pLakte hun jurk tegen hun benen. Het vergde oefening om daar mee om te springen. Het was haast aLs een choreografle In een uitgebreide operacycLus aLs de Ring is het nodig om grote bogen te maken en eLementen aan te brengen die terugkeren. ‘In Das Rheingotd maken we met de dansers een cirkeL’, zegt Van Steenbergen. ‘In het begin dragen ze donkere kLeuren met prints. Gedurende de bandeLing vaLLen daar eLementen van weg en komen er andere bij. Tegen het eind dragen de dansers opnieuw aLLemaaL dezeLfde kLedij, maar in andere kLeuren dan in het begin. Dat is een prettig speL tijdens de voorsteLLing dat voortdurend dynamiek geeft

Das Rheingotd, Guy Cassiers, foto: Marco Bresda

Das Rheingotd WogLinde, WeLLgunde en FLosshiLde. Dat zijn de Three Degrees die in Das Rheingotd waken over een schat. De drie Rijndochters zijn nogaL zeker van hun stuk, en gaan er vanuit dat niemand het zaL wagen om de schat te bemachtigen. De NibeLung ALberich weet door te dringen tot hun machtscentrum en ze jennen hem met erotische haLLucinaties. Hij geraakt zo gefrustreerd door hun onbereikbaarheid dat hij er met de schat vandoor gaat. Das Rheingotd is het kortste stuk van de vierdeLige operacycLus Der Ring des Nibetungen van Richard Wagner. EigenLijk is het een soort preLude op de verhaaLsmatige ontwikkeLingen die zuLLen voLgen. In dit eerste deeL spitst Wagner zich toe op de mythoLogische wereLd: hij roept een wereLd op van goden, reuzen en dwergen. In de daaropvoLgende deLen Legt hij zich toe op de mens en de maatschappij waarin hij Leeft. Dan

A Tim Van Steenbergen

. PROSCENIUM: VERHALEN IN VISCOSE EN SATIJN 27


LpTs Wij zijn

..

een fris enjong bedrijf dat met beide benen stevig op de grond staat. Wij zijn een

dynamisch team met

alles bij elkaar— ruim 180 jaar ervaring in het bedenk-en ontwer

pen, installeren en onderhoudrn van theaterautomafisering. Aandacht en zorg voor onze klanten staan hij ons voorop. Dat lijkt een open deur maar

..

wij bewijzen het u graag!

SErVIO

MEETING POINT VOOR DE THEATERSECTOR

NV


(BEWEGEND) BEELD IN HET THEATER CHRIS VAN GOETHEM In opdracht van het kenniscentrum podiumtechnieken RITS aan de ErasmushogeschooL BrusseL, voerden Chris Van Goethem en Rob Van ErtveLde het LiViDat project (Live Video en Data projectie) uit. Dit driejarig projectmatig wetenschappeLijk onderzoek anaLyseerde het gebruik en de taaL van beeLd in theater. De inzichten die hieruit voortvLoeiden zijn kort samengevat in dit artikeL.

laterna magika van zmardag 7 oI •r m•t doød.rdag $ d.oembmr *S 1•dmr•

vond t• 2OhSø

namtddagvoor*t.Iting.n :

(

b*hIv

op vrijdag)

ørq*.n d.

wo*nsdmg t. 14ft20 z*ierd iê

•0

an l7hSO

R0MA

1*

p1%b.*ø,&%nV t

EofldmS t. 14h*o

za a t

*$

Tumhoutsebaan 286, Antwerpen /Borgerhout

7* F

van

50 ta 1*0 F

p

wo.d*ç.amidd.g

1 I, # 0 M * DêgNTuwJ 1 lai. 3*4a’ p.ui• VALS 1

oNcgPqyo*gwflf voo S4T$

.

Laterna Magika

Het gebruik van (bewegend) beeW is niet meer weg te denken in theater, dans, opera, musica, events en andere pubUeksactiviteiten. Projecties met diaprojectoren van het type laterna magica’ werden a rond 1800 gebruikt om een w&iswaar stitstaand maar toch manipueer baar beeW te verkrijgen. Joseph Svoboda maakte naar aan’eiding van Expo 58, de weretdtentoonstetUng in BrusseL een voorsteUing met de naam Laterna Magica, die daarna door heer Europa op tournee trok en ondermeer in de Roma in Antwerpen te zien was. Hierbij werd veetvuL dig gebruik gemaakt van fitmprojectie in interactie met de acteurs. Al in de jaren tachtig werden de eerste experimenten met TV beelden op de scène uitgevoerd door o.a. de Wooster Group. Toch is pas de laatste tien jaar bewegend beeld als regulier instrument voor de theatermaker beschikbaar. De techniek is vereenvoudigd en betaalbaar geworden, de lichtsterkte van de projectie acceptabel om te gebruiken in de context van een voorstelling. We hebben echter (nog) geen eenduidige taal ontwikkeld voor het gebruik van beeld. Voor belichting zijn er bijvoorbeeld een aantal duidelijk afgelijnde parameters, die ons in staat stellen om een bepaalde boodschap over te brengen (invalshoek, kleur, intensiteit,

vorm, verandering). Het gebruik van beeld is echter veel complexer, het is tegelijkertijd decor, licht, acteur en deel van het verhaal. Een beeld zegt meer dan duizend woorden, dat geldt nog meer voor een bewegend beeld. Hoe we een bepaalde boodschap verkondigen blijft echter vaak een kwestie van ‘trial en error’

Het beeLd aLs decoreLement Bij projectie wordt het decor tegelijkertijd projectieoppervlak. Dit betekent niet dat we noodzakelijkerwijs een plat rechthoekig vlak op de toneelvloer moeten zien. Integendeel, een ongebruikt scherm op de scène creëert een soort rechthoekig niets dat storend werkt. Wel moet men rekening houden met de reflectie-eigenschappen van het materiaal. De hoeveelheid licht die weerkaatst wordt (tuminantie), de kleur van het materiaal en de reflectiehoek bepalen immers in hoeverre een projectie zichtbaar is. Een paar voorbeelden maken duidelijk dat de mogelijkheden onbegrensd zijn: Voor de voorstelling Genese 2 van Théâtre de la Place in Luik werkte Saskia Louwaard met een witte strook op de vloer waarop het beeld -

PROSCENIUM: (BEWEGEND) BEELD IN HET THEATER 23


2W

U0t

1g

‘.

%Q%

4

d

\a

:

•(f

.-‘-s

0’

3

__*

; .&%__

C%%rIb

.

.‘

.

.—,--

L

-

:

-

¶4i

-

-

:

-.

.

;-.:

‘-

- -

--

-

- --

-

.:

‘:

:‘

- -

-

--

-

-..--

-,

,

d:>

—-:

4

-‘-

#-

--

%

%

.

‘:—‘• _

1’

4’

4

-

-_

_

;I-

-*_,

:::::

:

‘S”:;;:

-

L*

4 L-

%‘

%

.

*

0

%

,p

J$4,

-

%ç:

-:

.

-

-

—— —

-

t

-

-

.

-

‘,

1

4

——

_—_—v

-

t

*‘

4

:

\\

-.

L

-

.m

r

:

--

:

:

-

,.

-%

t-

y

-

—‘.

-

-

:

-

:

-

: :-

-:;

-;

-,

Screens, Champs d’Action

-

Brugge

geprojecteerd werd. De strook reftecteerde in schuin opgehangen doorkijkspieg&s. In de openuchtvoorsteUing Screens van Champs d’action werden gazen rond het pub’iek gespannen. Zonder projectie was het park zichtbaar, met projectie vier dit achterUggende beeW weg. -

Het loneethuis maakt in verschitende voorst&iingen gebruik van zwarte pare[schermen. Deze zijn autoreflectief en zorgen voor een degeLijk beed bij projectie, maar zijn absoWut zwart in “normaaV’ Ucht. -

Behoud de Begeerte maakt in meerdere voorstetUngen gebruik van een uitgeUchte horizon waarop witte tekst of beeW as “insert” wordt geprojecteerd. Op deze manier wordt de projectie dee van het sceno grafisch geheeL. -

Uiteraard beperkt het gebruik van beeLd zich niet tot projectie. ALs men werkt met een 1v-toesteL of een monitor op de scène, wordt niet aLLeen het beeLd maar ook het toesteL, en aLs dusdanig de techniek deeL van het decor.

-

Bij toepassingen met LED-schermen wordt het decor zeLf Lichtbron en projectievLak. Het beeLd straaLt vanuit het materiaaL waarmee het decor is opgebouwd. Een extreem voorbeeLd was het decor van het SongfestivaL 2009 in Moskow. De vLoer en de decoreLementen beston den voLLedig uit Led matrixen waarop men eLk wiLLekeurig beeLd kon tonen. -

Het gebruikte beeLd varieert van figuratief / iLLustratief tot abstract / sfeermakend. Soms is de esthetiek een bepaLend eLement, soms maakt het beeLd integraaL deeL uit van de verhaaLLijn. De toevoeging van de dimensie tijd zorgt echter voor een wezenLijk verschiL met conventi oneLe decors. -

Het beeLd aLs tichtbron Een projectiescherm refLecteert Licht en ook een LED-scherm stuurt Licht uit. Dit onbedoeLde Licht heeft invLoed op het LichtbeeLd van de scène. Bij een monitor of TV is het uitgestraaLde Licht nog sterker 4 PROSCENIUM: (BEWEGEND) BEELD IN HET THEATER

gedefinieerd. VeeLaL wordt dit Licht aLs een verveLend bijverschijnseL ervaren. Toch kan men vooraL projectie ook aLs een bedoeLde Lichtbron gebrui ken. Waar LED-schermen vooraL indirect Licht produceren kan projectie voor rechtstreeks, gefocust Licht zorgen dat men voor het beLichten van acteurs en omgeving kan gebruiken. Het grote voordeeL hierbij is dat eLk punt apart definieerbaar is: het Licht kan aLs het ware getekend worden. We kunnen bijvoorbeeLd een acteur afLijnen, een dégradé van Licht tekenen of een onbedoeLde refLectie weggommen We hoeven ons niet Langer te beperken tot enkeLvoudige kLeuren, maar kunnen surfaces gebruiken, bestaande uit spikkeLs bijvoorbeeLd of kLeurpatronen. Op deze manier kunnen we ook de LichtkwaLiteit uit de reaLiteit nauwkeuriger weergeven. Het Licht in een bos, in de stad of aan het water is immers nooit egaaL. De mogeLijkheden die bewegende projectoren bieden, zuLLen dit soort Licht aLLeen maar doen toenemen. Met zuLke projectoren kan men immers de focus en de pLaats regeLen, zoals dat met bewegend Licht gebeurt. In eLk gevat moet het conventioneLe Licht en het door het gebruik van beeLd geproduceerde Licht op eLkaar worden afgestemd om tot een evenwichtig LichtbeeLd te komen. Het beeLd ats acteur Tot sLot kan het beeLd zeLf deeL worden van de actie. Het beeLd krijgt dan de roL van bijkomende “acteur” die reageert op wat er zich op het podium afspeeLt. Deze interactie kan veLe vormen aannemen. Denk maar aan een tekenfiLmfiguur die synchroon danst met een danser op scène. De danser draagt captoren die zijn beweging omzetten in een bewegende tekening. Of de abstracte beeLden in Screens van Champs d’action die via een door Peter Swinnen ontwikkeLd programma gegenereerd worden uit de midi-signaLen van de instrumenten. Een ander voorbeeLd is een spiegel die voor een museumvoorsteLLing in StockhoLm ontwikkeLd werd en waar je jezeLf ziet tot op het moment dat je dichtbij komt. Het beeLd vervormt dan en je ziet een “schaduw” van jezeLf in een andere omgeving. De spiegeL is in feite een projectie en het camerabeeLd wordt geanaLyseerd en aangepast afhankeLijk van de verhoudingen in het beeLd. Maar het kan ook eenvoudiger, steLje een diaLoog voor met het beeld, Kraps Laatste Band in een moderne versie. Of een voorsteLling waarbij


Genese 2, Theatre de ta Ptace

-

Luik

de (fictieve) gasten op een diner zijn vervangen door rijdende IV schermen met de hoofden van de speers. (Hanse et GreteL Résidence Catherine) DE TAAL VAN HET BEELD Om een taak voor het gebruik van beeLd in theater te ontwikkeen moeten we de reLatie tussen de technische parameters en de perceptie van de toeschouwer begrijpen. De technische parameters bepalen immers hoe een toeschouwer een beeld bekijkt en wat “er blijft hangen’ BeeLdkwaLiteit Bij de introductie van HD IV moest men trager gaan monteren. De kijker geraakte immers gefrustreerd, hij kon het beeld niet meer vatten, er werd te veel info aangeboden op een te korte tijd. Iets ouderen onder ons kennen dit fenomeen zeker van het bekijken van muziekclips op MIV. Een gedetailleerd beeld bekijken vraagt tijd, de vraag is echter of dit detail noodzakelijk is om de boodschap mee te hebben. Meestal blijkt dit niet het geval te zijn. Zelfs een vaag beeld geeft de toeschouwer voldoende informatie om een beeld te begrijpen. Beelden op youtube of een mobiele telefoon hebben meestal slechts een kwart van de reso lutie van een normaal IV beeld, toch zijn ze voor iedereen duidelijk. Uiteraard willen we niet dat de toeschouwer al zijn aandacht spendeert aan het bekijken van het beeld, de actie op scène moet centraal blijven. Veelal zal de kwaliteit van het geprojecteerde beeld bewust wor den verlaagd, zodat de toeschouwer het beeld eerder als achtergrond ziet en de focus op de actie houdt. Anderzijds willen we vanuit esthetisch standpunt geen zichtbare pixels zien. Het zou immers zeer storend zijn als de acteurs door een bad van stippen lopen. Samengevat zal men bij theatervoorstellingen meestal een projectie met hoge resolutie, maar beeldmateriaal met lage resolutie gebruiken. BeeLdgrootte De grootte van een beeld op de scène kan in relatie met de gestalte van een acteur enorme proporties aannemen. Het risico bestaat dat het beeld zo overdonderend is dat de actie verloren gaat. De toeschou wer ziet de acteur niet meer in het totaalbeeld. Het beeld speelt de

acteur als het ware “onder tafel’ BeeLdverhouding Een klassiek IV beeld heeft een verhouding van 4 op 3. De menselijke kijkhoek is echter veel breder, het toneelbeeld is daarop aangepast. Om “beeldvullend te zijn moeten de projectie en de gebruikte beelden dan ook aangepast worden aan de verhouding van het toneelbeeld die meestal 12/6 bedraagt.” PLaats van het beeLd Wanneer het beeld zich buiten het gezichtsveld van de toeschouwer bevindt, zal deze permanent oog- of zelfs hoofdbewegingen moeten maken. De kijker wil immers alle informatie vatten. Het risico bestaat dat de kijker snel vermoeid geraakt of telkens een deel van de informatie mist. Beweging De mens is van nature een jager. Dat maakt dat het menselijke oog zeer gevoelig is voor beweging. Beweging betekent immers een doelwit of gevaar. Dit is duidelijk zichtbaar als je een gesprek voert in een café, waar achter je rug een IV toestel staat te spelen. Onbewust zal het oog van jouw gesprekspartner telkens focussen op het beeld. Het gebruik van bewegend beeld kan dan ook een grote impact hebben op het totaal van de voorstelling. Perceptie Bij het ontwerpen van een lichtplan bijvoorbeeld maken we gebruik van de perceptie van het publiek. We weten waaraan een bepaalde kleur of invalshoek de toeschouwer doet denken. We kennen het resultaat van een veranderende intensiteit. We weten hoe de kijker onbewust het plaatje aanvult en hoe we hiermee het totaalbeeld van de voorstelling kunnen versterken. Kortom, we kennen het gemiddelde referentiekader van ons publiek. Bij het gebruik van beeldmateriaal is dit referentiekader veel minder duidelijk. Beelden hebben veel meer parameters. Naast kleur en intensiteit bepalen tijd, ritme en inhoud van het beeld de perceptie van de toeschouwer. De referentie die het publiek heeft is daardoor minder eenduidig. Bepaalde beelden zullen een sterke herinnering oproepen bij een bepaalde toeschouwer, terwijl ze anderen helemaal niets zeggen.

PROSCENIUM: (BEWEGEND) BEELD IN HET THEATER 2


S

,

t

OEKEN /)

1

1

;,

1

_.L:_1 t;

1

TONEEL I9S 2010

,

_1

1

L

-

r—

S-

t-

IN STUKKEN Theatermaker Eric De VoWer heeft met zijn Gentse Theatergroep Ceremonia een Lang en origineeL parcours doorLopen. Uitgeverij Vrijdag heeft de nobeLe taak op zich genomen de toneeLteksten daarvan te bundeLen. ‘In stukken’ bevat 23 theaterteksten uit de periode tussen 1988 en 2010. Dat is, om het in voorsteLLingen uit te drukken, van AchieL De Baere tot Gotses. Men ziet er De VoLder zich ontwikkeLen tot taaLvirtuoos. Hij is de archivaris die oude, voLkse uitdrukkingen een nieuw patina geeft. Van verkaveLingsv[aams rukt hij op naar taaLexperimenten (PoËte et prisonnier) tot oud-VLaams (Diep in het bos). Steeds is zijn biotoop de famiLie met zijn naasten. In een pubLieksaanspreking Legt hij meestaL de catastrofe uit, om vervoLgens, vaak via roLLenspeLen, de gebeurte nissen te herbeLeven. DÈ verrassing om aLLe teksten na eLkaar te herLezen, is dat De VoLder thema’s oppikt en zeLfs heLe stukken herdoet. De kamer en de man is het tegengesteLde aLs De kamer en de man, maar dan met een bLije afLoop. NachteLijk symposium bevat het voornemen om de dominante vader om te brengen, maar in OnwaarschijnLijk normaaL eindigend verhaaL gebeurt het ook effectief.

-

%

:i.:iz 2DJÂAR sLp technics bvba Kromstraat 60 2520 Ranst let ÷32 03 641.623B Fax +3 3 64162.31

SLP technics zorgt voor 1ojtiek en productie van theater- en concertvoorstettingpn, repetities en tournees bedrfs en productpresentaties SLP technics tekent het ontwerp, coördineert de voorbereiding en zorgt voor een perfecte uitvoering van uw ideeën.

info[dstpbe

Etke keet Licht en klank opnieuw uitvinden. Dat is voor ons telkens weer de uitdaging.

www.stp.be

In stukken, Uitgeverij Vrijdag, 600 p, 45 euro

TWS

STAKEBRAND technische toneetinstaltaties

Industrieweg 52 59iJL Heeze (Noord-Brabant) Nederland (NL) T: +3; (o)4o 22 63 597

-

-

F: +3i (0)40

22

63

227

Speciaal voor de wat kleinere podia, de splittrek! Dit is een nieuwe trek, waarbij de buitenste delen separaat of ezamentijk kunnen bewegen Hiermee kunt u de buitenste delen voor poten gebruik maar hët middendeel voor een ander decorstuk

gebruiken Zo bent u extra flexibel i,_

Een nieuw enorm brandscherm met akoestische waarde: Een gecertificeerd scherm met de maximale maat van 24 m breëd en 12 m hoog, or Efectis getest voor maarliefst 90 minuten Het scherm is een droog scherm zonder watertoevoeging, en heeft bovendien een akoestische waarde van 4Odba. Heftribune Sportpaleis Antwerpen S--.

Ri-ff

.

\

S

•— t)

. ‘-

-.

Beweegbare bruggen Parktheater Eindhoven

Splittrek

De oplossing voor uw zaallicht. Het zaallicht is altijd lastig te bereiken. Met deze motor hangt het zaallicht direct aan een speciale trek ontiaste kabel waarbij de trommel is uitgevoerd met een sleeprin voor de voeding van de lamp. Max veino gen 500 W. Max gewicht 30 kg. .4f

Met 30 man personeel, timmert het nieuwe Stakebrand tws continue en onophoudelijk aan de weg! www.stakebrand.nI


DE FUNCTIE VAN BEWEGEND BEELD

De functies die een bewegend beeLd kan hebben zijn onbeperkt. Toch zijn er een aanta’ zaken die regematig terugkomen en dus een aanzet kunnen geven tot een gemeenschappeLijke beeLdtaaL We zetten een paar kassiekers op een rij: Aangeven van tijd, paats of sfeer Hier gebruiken we beeWen op een getijkaardige manier aLs Licht of decor. Het beeLd geeft informatie over waar we zijn, in weLke periode, in weLk seizoen, hoe de sfeer is. -

Uitvergroten van detaiLs DetaiLs op de scène zijn niet aLtijd zichtbaar voor het pubLiek. Denk maar aan een kLeine beweging van de handen van een acteur. Door deze detaiLs in cLose-up te projecteren maken we zichtbaar wat onzichtbaar is en Leggen de nadruk op het beLang van het detaiL. -

Een ander standpunt innemen NormaaL is het voor een toeschouwer onmogeLijk om bijvoorbeeLd te zien wat een acteur ziet. In de voorsteLLing Marat de 5ade van de Triumviratus Group uit BuLgarije hebben de acteurs draadLoze camera’s op het hoofd. De toeschouwer ziet wat zij zien. Daardoor krijgt men een heeL andere kijk op de scenische werkeLijkheid. op de zeLfde manier kan de scene van bovenaf worden getoond, of vanuit de couLissen. De toeschouwer krijgt dan vaak een dubbeL beeLd, men ziet twee maaL het zeLfde, maar vanuit een ander standpunt. -

SimuLtaan in een andere ruimte, pLaats of tijd kijken Hierbij ziet men paraLLeL aan de actie, wat er op een andere pLaats gebeurt. De combinatie van actie en beeLd vormt samen een nieuwe betekenis.

Laterna Magika

IMPACT OP CREATIE

-

/

ARTISTIEK PROCES

In de intimiteit of achter de schermen kijken Met beeLden kan je aLs het ware door het sLeuteLgat kijken. Je kan een privégesprek in een biechtstoeL voLgen of in de sLaapkamer kijken. BeLangrijk hierbij is dat er een Link met de reaLiteit op de scène bLijft bestaan. Het beeLd moet “Live” aanvoeLen. Dit Live aspect wordt vaak gecreëerd door de camera (en andere appa ratuur) op de scène te manipuLeren. Het pubLiek heeft dan het gevoeL dat actie en beeLd samen horen.

Het gebruik van beeLd beïnvLoedt het creatieproces. Een voorsteLLing met beeLd maken vraagt tijd. De technoLogie is een behoorLijk eind gevorderd en programma’s aLs Isadora maken het mogeLijk om in te grijpen “op het moment zeLf’ Toch bLijft het werken met beeL den een tijdsintensief proces. VooraL voor het aanmaken van nieuw beeldmateriaaL moet tijdens het repetitieproces voLdoende tijd worden uitgetrokken. Er is ook een intensere samenwerking in het artistieke team nodig: regie, Licht, decor, beeLd en geLuid beïnvLoeden eLkaar veeL sterker, waardoor de verschiLLende ontwerpers teLkens op eLkaars werk moeten bijsturen. De technicus heeft een behoorLijk technisch niveau nodig, beeLdbehandeLing is immers een factor compLexer dan Licht of geLuid. Anderzijds speeLt hij mee en moet dus over geLijkaardige vaardigheden beschikken aLs die van acteur. Hij wordt acteur met een technisch medium’ Dit betekent meteen ook dat de scenograaf coach / regisseur wordt van de beeLdacteur-technicus. En dan is er nog een nieuwe speLer, de maker van het beeLdmateriaaL, die het team zaL moeten vervoegen.

MANIPULEERBAARHEID VAN HET BEELD

TOT SLOT

Een Live voorsteLLing is dynamisch, de actie speeLt in op pubLiek, de acteurs op eLkaar. Dit betekent dat de timing niet vast kan Liggen. De techniek moet de actie en de acteurs voLgen en niet omgekeerd. De technicus moet kunnen meespeLen met de acteurs op de scène. Om dit waar te maken moeten aLLe parameters op het moment zeLf manipuLeerbaar zijn. ZoweL intensiteit van het beeLd, kLeur, pLaatsing op het scherm aLs eventueLe effecten moeten tijdens de voorsteLLing kunnen geregeLd worden. Om echt mee te speLen moet ook de sneLheid, met de mogeLijkheid om eindpunt synchroon te krijgen met actie, regeLbaar zijn.

Het beeLd op de scène kan van reaListisch tot abstract, van voorbereid tot gegenereerd, van hoofdroLspeLer tot bijna onzichtbaar zijn. WeLke technieken of beelden men ook gebruikt, ze dienen steeds in functie van het geheeL te staan, net aLs de andere eLementen in de voorsteLLing.

Een droomwereLd van onmogeLijkheden Uiteraard biedt het gebruik van beeLden de mogeLijkheid om zaken te tonen die in reaLiteit onmogeLijk zijn. Denk maar aan de voorsteLLing Bluch van ULtimaVez / Vandekeybus. Dansers duiken tijdens de voorsteLLing in het projectiescherm en zwemmen onder water met doLfijnen Of aan hoe de acteurs in WonderfuLL Circus van Joseph Svoboda in en uit het beeLd stappen. -

.

-

Men zegt over Lichtontwerpen weL eens dat het goed is aLs het pubLiek het niet ziet, maar weL merkt. Het zeLfde geLdt voor beeLd, maar dit Lijkt veeL moeiLijker te bereiken.

. PROSCENIUM: (BEWEGEND) BEELD IN HET THEATER 21


ZH A RO 01 M_ De marktielder in onderhoud en inspectie!

Mechanisch onderhoud aan toneeltechnische hijs- en hefinstallaties Besturingstechnisch onderhoud Inspectie Reparatie Ontwerp en levering van hijs- en hefinstallaties 24uurs storingservice -

-

—

-

Johan van Hasseitweg 20A 1022WV Amsterdam Tel: +31 20 7851167 Gsm: +31 6 39466967 jflfQjrçp -t mom www.harco-tmcom

-

Modificatie


‘WIE WEET WAAR WILLEM WOUTERS WIJF WOONT?! ROSE WERCKX Een productie uitbrengen, een tentoonstetting opzetten, een renovatie of nieuwbouw pLannen, eLke rea Lisatie vraagt degeLijk opzoekingswerk. TechnoLogie verdreef de fichebak en de documentatiemappen naar de keLder. Soms worden ze nog stiekem geraadpLeegd aLs de computer weer eens in een genadetoze bui beLangrijke bestanddeLen naar het nomanstand doet verdwijnen. Niet aLLeen de kapsones van de techno Logie maar ook het onoverzichteLijke aanbod van apparaten en insteLtingen bezorgen de gebruiker frustraties. Niet iedereen is een geboren techneut! Daarom Leek het mij boeiend te starten met een reeks informatiebronnen ivm Nieuwe Media geLinkt aan de sector. Organisaties en insteLLingen ivm Nieuwe Media 1. Argos vzw Centre for Art and Media

www. argosarts. org Argos ondersteunt artistieke audiovisue[e creaties en bewaart

het geheugen van de Begische videokunst in een mediatheek. Het Argos festiva biedt een podium aan aerei vor men van artistieke expressie met audiovisuee en nieuwe media, en tracht een breed publiek er voor warm te maken. Van 30 oktober tot 11 december 2010 vindt Open Archive#2 paats met op het programma een tentoonstefling, ezingen en conferenties. Werfstraat 13 1000 Brusse

knooppunt dat beschikt over praktijkkennis die opgebouwd wordt door vetdwerk (nauw contact met het vetd), anatyse en onderzoek. Dat knooppunt wit BAM zijn. Het steunpunt zet in op het in kaart brengen en anatyseren van de diverse speters, het opzetten van infor matie- en overtegptatformen, het ontwikketen van visie, het stimuteren van zetforganisatie en zetfredzaamheid, het stimuteren van nieuwe praktijken en samenwerkingsverbanden; dit attes in een internationaat referentiekader.

BAM is een neutraat, intermediair instituut en verteent geen subsidies of beurzen. Bijtokekaai 7d 9000 Gent T +32 (0)9 267 90 40 E info@bamart.be

T +32 2 229 00 03

E info@argosarts.org

-

4. BOM-VLaanderen Bewaring en ontsLuiting van muttimediaLe data in VLaanderen www. bom-vt. be

media[ibrary@argosarts.org

2. Artefact festivaL

www.arteïact-festivat.be Artefact begon in 2003 en is een initiatief van de provincie Vtaams Brabant in samenwerking met het STUK kunstencentrum. Dit jaadijks cuftuurfestiva zet cuftuur en nieuwe media in de kijker en werpt een kritische bLik op onze omgang met de media. Het programma bestaat uit instataties concerten, theater & performances en tentoonstet tingen

Vtaanderen bezit enkete duizenden uren aan audiovisuete archieven, die evenwet hun kwatiteit vertiezen. Daardoor wordt het zeer vtug onmogetijk om ze terug af te speten tenzij de inhoud wordt overgezet op een modern digitaat medium. Langetermijn-bewaring door het digitaat opstaan en ontstuiten van deze cottecties zijn betangrijk. Zes werkpaketten met concrete doetstettingen worden door een muttidisci ptinair team van projectpartners uitgewerkt.

Naamsestraat 96 3000 Leuven T +32 (0)16 320 300 E pieter-paut.mortier@stuk.be

Zuiderpoort Office Park

3. BAM Instituut voor beeLdende, audiovisuete en mediakunst

5. Constant

www. bamart.be (voorheen digitoatptatform.be)

www.constontvzw.org

BAM is een onafhankelijke en intermediair steunpunt dat, samen met de sector en het beteid, ijvert voor kwatita

Constant is werkzaam in het gebied tussen kunst en media. Het is een interdisciptinaire werkptaats die zich bezighoudt met de cuttuur en ethiek van het web. De artistieke praktijk van Constant wordt geïnspireerd door de manier waarop technotogische infrastruc turen, data-uitwisseting en software ons dagetijkse teven bepaten. Betangrijke werkterreinen zijn vrije software, atternatieven op auteursrecht en (cyber)feminisme. Constant organiseert regetmatig workshops, print-parties, wandetingen en ‘Verbindingen/Jonctions’-bijeenkomsten voor een pubtiek dat houdt van experimenten, discussies en uitwissetingen a[terhande.

tieve

ontwikketing,

draagvtakversterking

Gaston Crommentaan 8 (bus 102)

9050 Gent-Ledeberg E programmanager@ibbt.be

en

grotere

zicht-

baarheid van de beetdende, audiovisuete en mediakunst. Beetdende kunst, audiovisuete kunst en mediakunst hebben een groot betekenispotentieet omdat ze zich in verschittende ruimtes kunnen begeven, van verschittende taten en expressievor men gebruik maken, de private sector kunnen betrekken bij productie en spreiding, gtobaat opereren en ftexibet de diatoog aangaan met andere disciptines en maatschappetijke domeinen. Om die maatschappetijke rot optimaat te kunnen vervutten is er nood aan informatie, bemiddeting en kwatiteitsbevordering vanuit een

Fortstraat 5

-

1060 St. Gittis, Brusset

PROSCENIUM: WEET WEET WAAR WILLEM WOUTERS WIJF WOONT? 29


as in hun gezamenijke projecten. Video, geuid, Licht en de indeLing van de ruimte zijn geLijkwaardige eLementen in de ontwikkeLing van producties, net aLs dansers, performers en pubLiek.

T + 32 2 539 2467 E info@constantvzw.org

6. Contour Contour 2011 www. contour2ül 1 be Contour Mecheen is een kunstorganisatie die zich toeegt op de cre atie en presentatie van bewegend beeW. Tijdens de pare jaren organi seert Contour (vi de Biënnae voor bewegend beeLd. De biënnae fun geert als een patform voor curatoren en kunstenaars die werken rond verschifiende vormen van bewegend beed: film, video en instataties. Tijdens de onpare jaren toont Contour M projecties en instaaties in de pubUeke ruimte. Contour M beschikt over een eigen ruimte, de contourkapeL een receptieve ruimte voor programmatoren, kunstenaars en organisaties die werken met bewegend bee[d en aanverwante media. Kaender: De 5° biënnae voor bewegend beeki koopt van 20 aug tot 16 okt 2011 onder de werktite ‘Sound and Vision: Beyond Reason” onder het curatorschap van Anthony Kiendt (Can) Sint-Romboutskerkhof 2 2800 Mecheen I/F +32 (0)15 33 08 01 i nfo@contourmecheen .be

KooLmijnenkaai 30-34 1080 Brussel T +32 [0] 2 791 04 15 info@deepblue.be 9. De Fi[mfabriek www.fltmlabriek.com De Filmfabriek, opgericht in 1994, is een onafhankelijk productiehuis voor digitale mediakunst, gesitueerd in een oude melkfabriek aan de rand van Bierbeek. Dit huis, waarvan Peter Missotten de spil is, gooit het hele spectrum van film, theater, installaties en digitale media open. Dat Levert een bijzonder intrigerend parcours op, waarin niet alleen de grenzen tussen disciplines, maar ook tussen beeld en acteur, aanwe zigheid en vervreemding, technologie en ontroering bevraagd worden. Hoogstraat 33 3360 Bierbeek Tel: +32 (0)16 460 100 peter@fllmfabriek.com 10. Stichting Impakt www. impakt.nt

7. Crew www.crewontine.org CREW is een gez&schap dat zich beweegt op de grens van kunst en wetenschap, van podiumkunst en nieuwe media. Eric Joris ontwikkeft met zijn coDectiefvan kunstenaars en wetenschappers ‘ive-art projecten die het theater verrijken met de nieuwste technoogische ontwikkeUngen. CREWJab is een autonome ce die onderzoek doet naar immersieve media, en dit zowe naar de soft- en hardwarematige ont wikkeUng as naar de media-communicatieve aspecten ervan. Kaender ‘Botscan” 16-17 sept 2011— FestivaL KanaLKaaitheater ‘Doube U” 25 sept 2011— TakstEestiva Dommehof Neerpett 19-20 nov 2011— e-dinges Vaams Parement Brusse

-

-

Stichting Impakt richt zich op het presenteren en stimuleren van vernieuwende mediakunst. Zij organiseren jaarlijks het Impakt Festival en gedurende hetjaar Impakt Events; korte projecten waarbij een thema, een stroming of een kunstenaar centraal staat. Ook lanceren zij elk jaar net.art projecten op hun webgallery Impakt Online. Daarnaast beheert Impakt het produktiehuis en residency programma Impakt Works. Raising Impakt is het educatief programma voor scholieren en studenten. Impakt is gevestigd in Utrecht en hier vinden de meeste activiteiten ook plaats. Daarnaast is Impakt veelvuldig betrokken bij presentaties elders in Nederland en in het buitenland. Kalender: van 13 t/m 17 oktober zal het Impakt Festival 2010 Matrix City plaatsvinden. -

-

art@crewonUne.org CREW_Lab: ab@crewon[ine.org Technniek: techniek@crewonUne.org T +32 (0)2 426 60 23

Stichting Impakt Lauwerecht 10 P0 Box 735 NL 3400 AS Utrecht raising@impakt.nl

8. DeepbLue vzw www. deepbtue. be Deepblue is een productiestructuur voor performance, dans, muziek, video en installatie, gevestigd in Brussel en opgericht en geleid door de choreografen Heine Røsdal Avdal, Yukiko Shinozaki en mediakun stenaar Christoph De Boeck. De naam deepblue” verwijst enerzijds naar een onmetelijke microcosmos, anderszijds naar de supercomputer die voor het eerst in de geschiedenis een intellectueel spel won van een mens. Deepblue wil menselijke en technologische communicatievormen aan elkaar meten. In alle producties vindt men sporen terug van de verstoorde tegenstelling tussen het organische en het kunstmatige. Ruimtelijkheid, informatieverwerking en replicatie zijn terugkerende thema’s, zowel in het werk van de drie individuele artiesten

) PROSCENIUM: WEET WEET WAAR WILLEM WOUTERS WIJF WOONT?

. OPROEP Aanvullende informatie omstrent instellingen i.v.m. nieuwe media en de theatersector is steeds welkom op de redactie. proscenium@bastt.be


PLEIDINGEN HET ERVARINGSBEWIJS IS GEEN VODJE PAPIER! Bij het ingaan van de zomer werd het vijfentwintigste ervaringsbewijs podiumtechnieken uitgereikt. Twee assistentpodiumtechnici, negentien podiumtechnici, twee toneeLmeesters en twee podiumtechnici geLuid ontvingen een attest van de VLaamse overheid. Vijfentachtig procent van de kandidaten is aaggeschooW en / of behoort tot de groep “oudere werknemers’ Het opzet van het testcen trum Ujkt dan ook gesaagd, het is immers voora deze groep die we wiLden bereiken. Voora zij hebben behoefte aan een erkenning van hun kunnen. Uit een evaLuatie door de deenemers komen een paar be’angrijke punten naar voor. Eerst en voora worden de testen aR “stevig maar eerUjk” ervaren. Zij voLdoen aan het verwachte niveau in de sector en tonen wet degeLijk aan dat men ervaring heeft. Het ervaringsbewijs is geen vodje papier, maar heeft wet degeUjk een betekenis. Het is een bewijs dat je kan functioneren in de sector. De meeste kandidaten zien in het ervaringsbewijs een midde’ om meer kans te maken bij promotie of sotUcitatie. Maar ook ‘voor zichzef bewijzen dat men het kan”, is een beLangrijke motivatie. Ae kandida ten raden hun c&iega’s aan om dee te nemen aan deze proef. De grootste groep kandidaten werkt vast, maar ook freeancers, z&S standigen en werkzoekenden haaden a een ervaringsbewijs. Vanuit de hoek van de werkgevers merken we een steeds positievere houding ten opzichte van het ervaringsbewijs. Hierdoor neemt het behang ervan ook in onze sector toe. Op termijn zat het ervaringsbe wijs een betangrijke rot gaan speten bij aanwerving en promotie. Het garandeert de werkgever immers dat hij een ervaren kandidaat voor zich heeft. Ondertussen staat de werking van het testcentrum niet stit. De proe ven assistent, podiumtechnicus en toneetmeester topen continu door. De eerste proeven podiumtechnicus getuid zijn achter de rug. In september ptannen wij de proeven voor podiumtechnicus Ucht en podiumtechnicus beetd. Deze drie proeven gaan een stapje verder en focussen op één specifiek vakgebied.

Van de podiumtechnicus ticht verwacht men dat hij overweg kan met gasonttadingstampen, een basis heeft in bewegend ticht en dat hij een tichtptan kan uitwerken in samenspraak met de regisseur. De podiumtechnicus getuid moet kunnen werken met zowet anatoge ats digitate getuidstafets, een groepje versterken, een eenvoudige montage maken en een getuidsptan uitwerken op basis van een gesprek met een artiest. Voor podiumtechnicus beetd zijn de betangrijkste etementen dat men met camera’s, mixers en projectoren overweg kan, beetdmateriaat knippen en een projectieopstetting uitwerken op basis van een gesprek met een scenograaf. De weg die een kandidaat aftegt is identiek ats voor de andere drie podiumberoepen. Na inschrijving votgt een gesprek waarin wij samen met de kandidaat op zoek gaan naar de proeven die het best aanstuiten bij zijn proflet en of er etementen moeten bijgewerkt worden. Daarna votgt de eigentijke proef. Wie onzeker is of hij ktaar is voor een proef kan ook enket een gesprek hebben en daarna bestissen of hij aan de proeven deetneemt. Ondertussen heeft het testcentrum aan het Europees Sociaat Fonds een vertenging aangevraagd voor 2011, zodat we ook in de toekomst de dienstvertening voor het ervaringsbewijs gratis kunnen aanbieden. Wie meer informatie wenst over het ervaringsbewijs kan de infobro chure en het inschrijvingsdocument downtoaden op www.podium technieken.be, of via mait info@podiumtechnieken of tetefonisch op 0475/781990 bijkomende vragen stetten. Ook wie een infosessie voor een groep technici of een organisatie wit, kan op dit nummer terecht.

CHRIS VAN GOETHEM

ASTT NIEUWS

. 28 sept 2010 BASIT contactdag ‘Video en Muttimedia” www. bastt. be . 31 mei en 1 juni 2011 LOUNGE Meetingpoint voor de theaterindu strie en jobbeurs, zie www.toungell.be . BASIT tid worden of btijven voor de periode sept 2010 tot sept 2011 kan nog attijd. Info op onze website:www.bastt.be . Onze nieuwe medewerker Jan Ackenhausen bemant vanaf 15 sept het secretariaat. Hij is tetefonisch bereikbaar op wo. do. vrij. op het num mer 02/203.92.06 en vanaf 2011 op di. wo. en vrijdag. -

-

i.z: ‘1

Wij wensen je atten een mooi theaterseisoen!!!

cc Winterstag

. PROSCENIUM: HET ERVARINGSBEWIJS IS GEEN VODJE PAPIER 31


c:o

Ç=3

1

IItflhIII1I1I1II

EZ[LLLL

J

:llflflh111iill! Ï

rri

î ii

IllhltlltllhIttlI lItllUh(1IIllh1Ï

.

fL1

n LÏ} 1114

ja

aw..

—1

1 ‘

%

IZ


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.