Proscenium 52

Page 16

ETZIT IN EEN THEATER EN MAAKT GELUID...

DE GELUIDSONTWERPER HETSPOOKTUSSEN dMUZIEKP EN THEATER’

Daniëtte de Regt ‘Oké, ik kan het nog begrijpen wanneer een pubtiekftuit, boe roept, en dingen in het rond gooit [. . .] nadat het iets heeft gehoord dat hem niet aanstond. Maar dat ze naar een theater komen, geld betalen voor een kaartje, en vervolgens gewoon niet willen luisteren, dat gaat mijn verstand te boven.’ Luigi Russoto, L’arte dei rumori, 1913

Luigi Russoto en Ugo Piatti in het getuidstabo in Mitaan 1916

Toen opperfuturist Luigi Russoo voor het eerst zijn intonarumori (lawaaitoonmachines’) presenteerde aan het grote publiek, waren rellen niet van de lucht. De ruim tweeduizend toeschouwers pikten het niet dat een paar veredelde machinisten in concertornaat uitpakte met een muziekdoos die gerommel en gepruttel uitspuwde. Hoe banaal. De charlatans! Vreemd genoeg kampen wij theatergangers van een kleine eeuw later met hetzelfde probleem als het publiek van toen. Drie problemen, om precies te zijn. Russolo heeft tot op heden gelijk als hij zegt dat er iets schort aan de houding van de gemiddelde theaterbezoeker. Net zoals ‘kijken’ en ‘zien’, zijn ‘horen’ en ‘luisteren’ twee. We hebben doorgaans een voorstelling wel gezien, in het beste geval gehoord, maar hoogstwaar schijnlijk niet beluisterd. Een gebrekkige auditieve opvoeding zit daar voor iets tussen. We zijn immers producten van een uitgesproken oog-centrische cultuur. Maar onze cognitieve vaardigheden schieten van nature eveneens te kort. PROSCENIUM: HET ZIT IN EEN THEATER EN MAAKT GELUID

Een voorbeeld ter illustratie. Onlangs kreeg ik een document vanwege mijn werkgever dat een warm pleidooi hield voor het gebruik van visuals tijdens de lessen. Want onderzoek had uitgewezen dat bij 83% van de mensen het vermogen om informatie op te nemen afhankelijk is van het zien. Slechts ll% vertrouwt meer op zijn oren. Helemaal ontstellend: drie uur na de informatie-overdracht is slechts 20% van het gehoorde in het geheugen blijven hangen, tegenover 75% van het geziene. Wanneer we tijdens onze foyerklets een voorstelling overlopen, zullen we dus niet lang stilstaan bij de geluiden die onze oren zijn binnengedrongen. En als we dat toch doen, dan stuiten we op het derde probleem. We kunnen onze ervaring niet goed verwoorden. Wij anaurabeten moeten ons behelpen met het vocabulaire dat we hebben. Bijgevolg beginnen we geluid en muziek te behandelen alsof het beelden zijn. Via het gebruik van visueel geïnspireerde metaforen beginnen we plaatjes of kleuren te plakken op wat we menen gehoord te hebben. Bijvoorbeeld ‘een klankdecor’ dat iets weghad van een


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.