Id magazine 8, Deerns, juli 2014

Page 1

DEERNS iD CORPORATE MAGAZINE JULI 2014 EDITIE 08

10

26

28

Dancescene bereikt grote hoogte Jaarlijks een miljoen bezoekers voor A◆DAM

Luchthaven Abu Dhabi UNIEK ONTWERP

14

brengt ideeën tot leven

Smart Utility Network SLIMMER MET ENERGIE EN GRONDSTOFFEN

10

24


iD

VOORAF

02

Creativiteit Complexe vraagstukken vragen om een gezonde dosis creativiteit, inventiviteit en innovatiekracht. Als ingenieurs­ bureau is dit voor ons aan de orde van de dag. Voor ons zijn deze vraagstuk­ ken uitdagingen die wij samen met u, als opdrachtgever of partner, op een zo efficiënt mogelijke en duurzame manier oplossen. In deze editie van het iD Magazine staan we stil bij een aantal van onze projecten. Stuk voor stuk werken waarin alle aspecten van ons probleem­ oplossend vermogen worden aange­ sproken. Het hoogtepunt is de nieuw­ bouw van Abu Dhabi International Airport. Dit wordt één van de grootste en meest geavanceerde luchthavens ter wereld. In de verzengende hitte van de Verenigde Arabische Emiraten en in een zeer complexe omgeving zijn wij verantwoordelijk voor het plannen en implementeren van alle luchthaven­ specifieke installaties op en rond de nieuwe Midfield Terminal.

Dichter bij huis ontmoeten kennis en kunde elkaar op het Amsterdam Science Park. Matrix VI is een multitenant gebouw dat zich richt op starters en snelgroeiende bedrijven in de chemie. Door op de stoel van de eindgebruiker te gaan zitten, zijn er vele slimme keuzes gemaakt waardoor de laboratoria in Matrix VI eenvoudig vergroot of verkleind kunnen worden zonder ingrijpende aanpassingen. Zelfs een andere functie is mogelijk. Matrix VI is hierdoor flexibel, technologisch hoogwaardig en uitermate duurzaam. Om aan te tonen dat Deerns ook ‘hip and happening’ is, besteden we in dit iD Magazine aandacht aan de Nederlandse dancescene. Die krijgt namelijk een nieuw icoon: ADAM. Dat is geen nieuwe dj, maar een gebouw. Een bekend gebouw boven­ dien, Toren Overhoeks, waar voorheen 400 personeelsleden van Shell geves­ tigd waren. Deze toren wordt heront­ wikkeld en in dit opzienbarend project

is Deerns verantwoordelijk voor de lift- en gevelinstallaties. Een uiterst complexe puzzel die we creatief hebben opgelost waardoor ook wij onze rol hebben in het dance-hoofd­ kwartier van de wereld. Complexe vraagstukken lossen wij ook op door zelf creatieve oplossingen te ontwikkelen, zoals het Smart Utility Network. Het is onze visie op duurzaam gebruik van energie en grondstoffen. Slim uitwisselen van energie en grondstoffen heeft immers de toe­ komst. Een korte impressie van de artikelen in dit zomernummer van het iD Magazine. Ik wens u veel leesplezier.

Erik Lousberg Algemeen directeur Deerns Nederland

«


03 INHOUDSOPGAVE iD

“We can’t solve problems by using the same kind of thinking we used when we created them.” Albert Einstein (1879 - 1955)

04

Matrix VI

Een flexibel, technologisch hoogwaardig en uitermate duurzaam gebouw.

08 12

Sport campus Zuiderpark

10

Smart Utility NETWORK Slim uitwisselen van energie heeft de toekomst.

woonzorg­ complex verzekerd van duurzame energie

Deerns’ assetmanagers helpen woningstichting Vivare met falende WKO.

14

Abu Dhabi International Airport – een zeldzame parel in de woestijn

‘De omvang, de complexiteit, de vele verschillende en onderling afhankelijke wensen en eisen - dat alles maakt dit een enorm uitdagende en verrijkende ervaring voor alle betrokkenen.’

20 22

column Christiaan Kruis Hightech datacenter in historische kelder

Turkije is op dit moment de vijftiende economie van de wereld en de verwachting is dat voor 2050 het land een top-10 zal bezetten.

28

24

Nederlandse dancescene in de lift

‘Het project is een logistieke puzzel en aan ons de taak om deze snel en foutloos te maken.’

Ziekenhuis­ bedden maken plaats voor bureaustoelen

Herinrichting van een monumentaal pand tot multifunctioneel zorggebouw.

21

21

Deerns Varia

Deerns Varia

30

TROTS

Stefan Timmers – het bedenken van slimme oplossingen zit hem in het bloed.

COLOFON DEERNS iD is een uitgave van Deerns Nederland en verschijnt twee keer per jaar Omslagfoto Sjoerd de Jonge Vormgeving Admix Drukwerk Drukkerij Opmeer bv Papier Cocoon silk, vervaardigd uit 50% recyclede FSC gecertificeerde vezels en 50% nieuwe FSC gecertificeerde vezels Oplage 4.000 Redactie Deerns, Afdeling Marketing & Communicatie, Postbus 1211, 2280 CE Rijswijk Telefoon 088 – 374 00 00 E-mail communicatie@deerns.com Internet www.deerns.nl


iD

plug & play

04

In Matrix VI komen ondernemerschap, kennis en onderzoek bij elkaar


05 plug & play iD

De eerste associatie met Matrix is meestal science-fiction. Op het Science Park in Amsterdam is Matrix geen fictie. Matrix VI is een multi-tenant gebouw dat zich richt op bedrijven actief in chemie, life-science of ICT. Het gebouw is flexibel, technologisch hoogwaardig en uitermate duurzaam.

Matrix VI is de meest recente blikvanger van het Matrix Innovation Center, een groep bedrijfsverzamelgebouwen op het Amsterdam Science Park. Geert Haksteen, directeur van Matrix Innovation Center, benadrukt dat een inspirerende omgeving vraagt om een gebouw dat daarbij past. ‘Zo’n gebouw moet prikkelen en fascineren. We bevinden ons door de ligging en de functie centraal in een spanningsveld tussen onderwijs, onderzoek, kennis en bedrijvigheid. Dat is uitdagend. Onze gebouwen gebruiken we om wetenschap en ondernemers aan elkaar te koppelen en bedrijvigheid op het science park aan te wakkeren. Matrix VI past daar perfect bij. Het is een state-of-the-art gebouw dat bij uitstek geschikt is voor bijvoorbeeld jonge chemische bedrijven. De lange zijdes van elke verdieping zijn volledig ingerichte laboratoria, compleet met voorzieningen zoals demi-water, proceswater, diverse gassen en perslucht. Ze zijn al ingericht met labmeubilair en hebben elk een

Geert Haksteen (linkerfoto) en Willem Bosman (rechterfoto).

zuurkast. Het is voor bedrijven die zich hier willen vestigen feitelijk plug and play.’ Willem Bosman, senior adviseur Vastgoed, Onderwijs en Cultuur van Deerns vult aan. ‘Het is nog veel slimmer. Matrix IC wilde een flexibel gebouw. We hebben het zo ontworpen dat alle hoofdinstallaties zich boven de corridors bevinden. Vanuit die zone vindt de verdeling plaats naar de labs. Hierdoor kunnen de laboratoria eenvoudig vergroot of verkleind worden zonder ingrijpende aanpassingen of een andere functie krijgen bijvoorbeeld als kantoor. Het gebouw is volledig self-supporting met een eigen pantry per verdieping, een restaurant en vergaderruimtes.’ De start en ontwikkeling van Matrix VI was volgens Geert een goed gefundeerde inschatting. ‘We zijn gestart zonder dat er al huurcontracten waren getekend. We hebben ingeschat dat er voldoende bedrijven en gebruikers gevonden konden worden die in Matrix VI en alle bijbeho-

rende faciliteiten de ideale huisvesting hebben. Er zijn in Nederland eigenlijk geen science parken die een vergelijkbare mix hebben, leunend op breed en diepgaand wetenschappelijk onderzoek en technologie. Daar hebben we gelijk in gekregen want inmiddels is tachtig procent van het gebouw verhuurd.’

Transparante zonwering Het nieuwste Matrix gebouw is een ont­werp van Ector Hoogstad Architecten. Samen met IMd, moBius en Deerns is een zeer duurzaam gebouw gerealiseerd. Het uitgangspunt in het ontwerp was BREEAM, maar een normering voor laboratoria was toen nog niet beschikbaar. Het gebouw is noord-zuid georiënteerd. De borstweringen van de zuidgevel steken ver buiten het gebouw waardoor ze tevens als luifel dienst doen voor de verdieping eronder. Een paar gevels zijn voorzien van glazen lamellen. Op deze lamellen is een zeefdruk aangebracht met een rasterprint.

»


iD

plug & play

06

De dichtheid van het raster en de stand in de gevel is per paneel berekend om een zo optimaal mogelijke zonwering te bereiken zonder in te leveren op daglichttoetreding. Matrix VI maakt gebruik van de warmtekoudeopslag van de nabijgelegen Universiteit van Amsterdam. Tevens wordt middels een twincoil-warmtewisselaar energie teruggewonnen uit de lucht die voortdurend uit de zuurkasten wordt afgezogen. De teruggewonnen energie dekt twintig procent van het gebruik van het gebouw. Het energieverbruik van het gebouw is geoptimaliseerd voor de periode tussen zes uur ’s ochtends en negen uur ’s avonds. Het dak van Matrix VI is voorzien van een mossedumbedekking. Dit zorgt voor de buffering van regenwater, isolatie en de filtering van fijnstof.

ILCA Volgens Willem Bosman was in zeer korte tijd het technisch ontwerp van het gebouw gerealiseerd. ‘Er was een kort Programma

van Eisen. Het is met name onze ervaring waardoor er binnen drie sessies al een voorlopig ontwerp op tafel lag. Samen met IMd en Ector Hoogstad Architecten hebben we dit ontwerp in een integraal BIM-model geconcretiseerd en het definitief ontwerp gemaakt. Hierdoor was het bijvoorbeeld mogelijk om de installatiekanalen strak tussen de wanden, vloeren en plafonds te plaatsen. De uitstraling van het interieur blijft daardoor erg clean terwijl er onttrokken aan het oog complexe, hoogwaardige installaties schuilgaan. Op de bovenste verdieping kunnen we zelfs een cleanroom of een zwaar chemisch lab inrichten. Het werk van Deerns zie je niet. Onze handtekening is een lage energierekening en een laag klachtenniveau. Maar ook in het gemak waarmee nieuwe bewoners van Matrix VI kunnen worden gehuisvest.’ Volgens Geert Haksteen past Matrix VI perfect bij startups en groeiende bedrijven. ‘We hebben alle randvoorwaarden gecre-

ëerd om hen verder te helpen. Zo kunnen ze gebruik maken van Innovation Lab Chemistry Amsterdam. Vanuit ILCA kunnen koppelingen gemaakt worden naar huisvesting, financiering, onderzoek, valorisatie en kennis. Ze kunnen echter ook hulp krijgen in bijvoorbeeld ondernemerschap. ILCA is een incubator voor de steeds verder groeiende life-science industrie op het Science Park.’ Die groei zorgt ervoor dat er inmiddels al wordt nagedacht over Matrix VII. Ook dat zal een multi-tenant gebouw worden met laboratoria, kantoren en een experimenteerruimte. Geert en Willem hopen op een planning die voorziet in de opening van het nieuwe gebouw eind 2016. Ze beseffen echter dat het heel kort dag wordt. De plannen worden inmiddels getoetst op de financiële haalbaarheid. Wanneer het hele ontwerpen bouwproces even voortvarend verloopt als bij Matrix VI zal de opening van Matrix VII op het Science Park Amsterdam in 2016 echter geen fictie zijn.

«


07 plug & play iD De Wow-factor ‘Wow! Dat is vaak het eerste dat ik hoor van klanten als ze hier binnenstappen.’ Aan het woord is Sander van Loon, eigenaar van Van Loon Chemical Innovations en bewoner van het eerste uur van Matrix VI. ‘Dit gebouw heeft “the looks”. Wij zijn bewust naar dit gebouw verhuisd vanwege de ruimte en de goede doorgroeimogelijkheden. Bovendien zijn de faciliteiten in het gebouw uitstekend. Je hoeft alleen je eigen apparatuur mee te nemen en je kunt starten. We zijn een groeiend bedrijf in R&D service voor de formuleringsindustrie (coatings, verzorgingsproducten, huishoudelijke producten, etc) die geen tijd en/of middelen hebben en/of die kennis willen inkopen. Met Matrix VI hebben we een gebouw dat past bij onze ambitie.’

Matrix VI past perfect bij startups en groeiende bedrijven.


iD

duurzaamheid

08

Duurzame sportcampus

Zonnecollectoren - Douchewater opgewarmd door vacuümbuiscollectoren

Op de plaats van het oude voetbalstadion van ADO Den Haag in het Zuiderpark, komt in 2016 een locatie voor sport, onderwijs en bewegen: sportcampus Zuiderpark. Naast een breed scala aan mogelijkheden van beroepsonderwijs (MBO-HBO) met topsport­ faciliteiten, wordt het een centrum voor toegepaste kennis, praktijkonderzoek en grote sportevenementen.

Gec

De nieuwe sportcampus Zuiderpark is een samenwerking tussen de gemeente Den Haag en de Haagse Hogeschool. Het bestaat uit een topsporthal, een beachsporthal, een turnhal, een dubbele breedtesporthal, een danszaal en vier gymzalen. De sporthallen zijn door het NOC*NSF goedgekeurde topsporthallen waar (inter)nationale competities en wedstrijden gehouden kunnen worden met plaats voor ruim 3.500 toeschouwers. Het complex wordt ook de nieuwe vestigingsplaats van de Haagse Hogeschool en het ROC Mondriaan waardoor opleidingen op het gebied van sport en bewegen bij elkaar komen. Tijdens de ontwerpfasen heeft Deerns diverse studies verricht om de verschillende duurzaamheidsambities te overtreffen. Sportcampus Zuiderpark krijgt één van de grootste dakoppervlakken van de regio.

Ruim 15.000 vierkante meter wordt bedekt met mos-sedumvegetatie en zonnepanelen. Daarnaast worden ook zonnecollectoren geplaatst voor het leveren van warm tapwater voor de douches. De centrale opwekking wordt gerealiseerd met behulp van een WKOsysteem met warmtepompen. Mede dankzij de voortrekkersrol van Deerns worden de vier gemeentelijke sporthallen voorzien van LED-verlichting, wat een unicum is voor dit soort faciliteiten. Deerns is verantwoordelijk voor het gehele ontwerp van de werktuigkundige, elektrotechnische, beveiligings- en transportinstallaties van de sportcampus en tevens voor de ICT-voorzieningen voor de Haagse Hogeschool. De oplevering van het nieuwe complex staat gepland voor juni 2016. De officiële opening volgt in het najaar van 2016.

«

Ventilatie - Warmteterugwinning & afstemming gebruik CO2 gestuurde ventilatie

es

druimt

e klee lusterd


09 duurzaamheid iD

Energetisch dak - Ca. 2100 m2 zonnecellen - Duurzame opwekking

Daglicht - Slimme daglichtregeling voor visueel comfort en energiebesparing Verlichting - LED-verlichting - Regeling op aanwezigheid

Rook/warmte

afvoer

ezigheid

Aan/afw

Regenwater - Opgenomen in omgeving

Warmte en koude opslag - WKO-systeem aangesloten op aquifers in de bodem - Ingezet voor koeling en lagetemperatuur vloerverwarming en stralingspanelen

Waterbesparende maatregelen - Zuinige douchekoppen en kranen - Spoelonderbreking of tweestanden - Infraroodschakeling douche en urinoirs - Slimme legionellaspoeling


iD

visie

10

Smart Utility Network bespaart energie en grondstoffen en maakt bedrijven zelfvoorzienend`

Slim uitwisselen van energie heeft de toekomst Veel organisaties en bedrijven werken volop aan duurzaam en vooral energiezuinig ondernemen. Vanuit bedrijfseconomisch en maatschappelijk oogpunt bezien, is dat pure winst. Toch valt de échte winst pas te behalen als bedrijven en gebieden op lokaal niveau samenwerken op het gebied van energie- en grondstoffenvoorziening. Dit kan door een intelligente infrastructuur in te richten voor de optimale uitwisseling en daardoor maximale benutting van bijvoorbeeld elektrische energie, warmte en koude, (afval)water en gassen. We noemen dat Smart Utility Network (SUN): slim omgaan met energievormen en grondstoffen. Tegelijk staat SUN voor synergie: de optelsom van alle besparingen en duurzame voordelen die met het intelligente netwerk worden gerealiseerd. Het principe achter Smart Utility Network is simpel: wat voor de één een overschot of zelfs afval is, kan voor de ander binnen hetzelfde netwerk een bron van energie of een nieuwe grondstof vormen. Denk aan elektrische of thermische energie, maar ook aan waterstromen, gassen of andere grondstoffen. Binnen een Smart Utility Network kan iedere partij zowel afnemer als aanbieder zijn. Door vraag en aanbod intelligent op elkaar af te stemmen, worden deze ‘utilities’ maximaal benut. En omdat alle stromen over een korte afstand plaatsvinden, is er minder transport nodig. Hierdoor zijn de kosten voor de aanleg en exploitatie van infrastructuur lager en is er minder belasting van het milieu. Dit alles zorgt voor aanzienlijke besparingen van

energie en grondstoffen, en maakt gebieden duurzaam zelfvoorzienend.

Kansen voor hernieuwbare energie Smart Utility Netwerken bieden bedrijven of gebieden de mogelijkheid om decentraal (hernieuwbare) energie op te wekken en efficiënt te gebruiken. Bijvoorbeeld met zonnepanelen, windmolens en warmtepompen. Waar de meeste huidige netwerken alleen zijn ingericht op hogere (thermische) energieniveaus, kunnen met een Smart Utility Network ook lagere energieniveaus in worden gezet. Een voordeel hiervan is dat lagere energieniveaus gemakkelijker, goedkoper en duurzamer kunnen worden opgeslagen. Te denken valt aan warmte-koudeopslag in de

grond, voor momenten dat de zon niet schijnt en de wind niet waait. Een stap verder gaat het ‘smart’ gebruiken van energie. Bijvoorbeeld door bedrijfsinstallaties en (huishoudelijke) apparaten vooral te laten werken wanneer de zon schijnt of wanneer de energieprijs laag is. Met de huidige technologie kan dit volledig geautomatiseerd worden.

Efficiëntere netwerkbenutting Smart Utility Netwerken zijn qua aanleg en exploitatie voordeliger dan traditionele energienetten. Een lokaal Smart Utility Network hoeft namelijk niet zo ruim gedimensioneerd te worden als een centraal vertakkend energienet. Omdat vraag en aanbod goed op elkaar zijn


11 visie iD

‘Wat voor de één een overschot of zelfs afval is, kan voor de ander binnen hetzelfde netwerk een bron van energie of een nieuwe grondstof vormen.’

afgestemd, zijn er geen hoge pieken in bijvoorbeeld de energievraag waarmee rekening moet worden gehouden. Elektrische aansluitingen kunnen daardoor klein blijven en de kosten daarvan dus laag. Het netwerk wordt dus veel efficiënter benut, en wordt veel betrouwbaarder, omdat gebruikers bij stroomuitval niet meer afhankelijk zijn van één energieleverancier. Bovendien zijn dure investeringen in (overgedimensioneerde) installaties of extra opslagcapaciteit niet meer nodig, omdat overschotten worden getransporteerd naar een afnemer binnen het netwerk die er op dat moment juist wel behoefte aan heeft. Denk aan industriële afvalwarmte die kantoren of woningen kan verwarmen. Of aan een bedrijf dat biomassa als restmateriaal heeft, dat door een ander bedrijf kan worden ingezet om energie op te wekken.

model. Een andere voorwaarde is dat gebouwen de benodigde intelligentie en flexibiliteit hebben om vraag- en aanbodstromen te kunnen verwerken en energie tijdelijk te kunnen opslaan. Deerns heeft op dit gebied inmiddels ruim 85 jaar kennis en ervaring opgebouwd.

De meerwaarde van Deerns Als ingenieursbureau speelt Deerns een sleutelrol bij het realiseren van Smart Utility Netwerken. Wij kijken naar de belangen van alle partijen binnen het netwerk, dus: consumenten, gebouwexploitanten, netbeheerders, energieleveranciers,

Projecten met een hoog IQ Onderstaand een aantal referentieprojecten die al slim gemanaged worden: – Duindorp, Den Haag – Oosterdokseiland, Amsterdam – Mahler 4, Amsterdam – High Tech Campus Eindhoven – Dehsabz, Kabul – Ecomunitypark, Oosterwolde – Gemeente Den Haag – TUDelft – Green@hospital

ondernemers. Daarbij stellen wij vragen als: in hoeverre kan energie en water binnen de bestaande infrastructuur hergebruikt worden? Hoe interessant is dat voor andere partijen binnen het netwerk? Hoe gedragen de gebouwen zich op het gebied van energieverbruik en welke installaties zijn er? Gecombineerd met onze technische, juridische en financiële kennis, komen wij vervolgens tot een geïntegreerd functioneel ontwerp van het Smart Utility Network. Begeleid door een helder business model waarmee opdrachtgevers een goed beeld krijgen van hun te verwachten investeringen en opbrengsten.

«

Succesvol business model Smart Utility Netwerken zijn denkbaar in alle mogelijke gradaties en schaalniveaus. Van een netwerk waarin alleen thermische energie wordt uitgewisseld tot een compleet geïntegreerd Smart Utility Network voor alle vormen van energie en grondstoffen. En van een ziekenhuis dat zijn eigen energieneutrale netwerk exploiteert tot een complete regio waarin alle industrieën, bedrijven, instellingen en woningen zijn aangesloten op één intelligent netwerk. Hoe groot of klein het netwerk ook is, het succes valt of staat altijd met de kwaliteit van het business

David Wesdorp david.wesdorp@deerns.com

Paul Stoelinga paul.stoelinga@deerns.com


iD

asset management

12

Deerns’ assetmanagers helpen woningstichting Vivare met falende WKO

Bewoners woonzorgcomplex verzekerd van duurzame energie De assetmanagers van Deerns die de falende installatie onderzochten, stuitten echter op forse onnauwkeurigheden uit de bouwperiode. En nog vervelender: doordat de verantwoordelijke installateur inmiddels van de markt was verdwenen, was er geen partij om de fouten te herstellen of om de kosten op te verhalen. Dankzij een ‘plan B’ van Deerns is de werking van de WKO hersteld, zijn de bewoners van Malburgstaete de komende 15 jaar verzekerd van duurzame energie en vallen de exploitatiekosten voor Vivare aanzienlijk lager uit. Malburgstaete, in 2008 ontwikkeld door stichting Vivare, bestaat uit appartementen voor mensen met een zorgindicatie en biedt woonruimte voor beschermd wonen. Het complex herbergt verder een huisartsenpraktijk, een apotheek, een kerkruimte en een restaurant. De installatietechniek bestaat uit een WKO, 2 cv-ketels, een afleverset per appartement voor de levering van warmte, koeling en warm tapwater, en 2 luchtbehandelingskasten voor de ventilatie.

Warmte-koudeopslag (WKO) is een mooie techniek om een duurzaam gebouw te realiseren. Mits het goed werkt natuurlijk. Omdat de WKO-installatie van woonzorgcomplex Malburgstaete in Arnhem al sinds de ingebruikname niet naar tevredenheid draaide, was eigenaar woningstichting Vivare er alles aan gelegen om de problemen definitief te verhelpen.

Klachten Een aantal jaar na de oplevering kreeg Vivare steeds meer klachten van huurders over de WKO. In de appartementen was het vaak te warm of te koud. De woningstichting schakelde daarop de hulp in van adviesbureau IF Technology. Deze wendde zich medio 2012 tot Deerns met het verzoek om mee te kijken naar de haperende WKO. Onderzoek door het team asset management van Deerns leerde dat de oorzaak van de problemen niet ónder de grond in de WKO moest zitten, maar bóven de grond in de gebouwgebonden installaties. Nadat Deerns in goed overleg met Vivare en IF Technology de leiding over het project had overgenomen,


13 asset management iD

Gebreken WKO-installatie De klachten van de huurders over het gebrekkig functioneren van de WKO - te warm, te koud - bleken terug te voeren op het niet goed functioneren van de afsluiters in de afleversets, waardoor sinds de ingebruikname veel gekoeld water is ‘gemorst’ en de bronnen in de grond thermisch vervuild zijn geraakt. Dat zorgde ervoor dat de bronnen niet meer goed werden geladen en steeds minder werden aangesproken. Uiteindelijk werd de retourtemperatuur in de WKO-installatie dermate hoog, dat de WKO nauwelijks meer werd gebruikt. In de winter zorgden de cv-ketels gelukkig voor de benodigde warmte; in de zomer bleven de woningen echter verstoken van koeling.

bracht een nadere inventarisatie van Deerns een groot aantal gebreken aan het licht (zie kader). De fouten waren het gevolg van onnauwkeurigheden in de bouw.

Uitbesteden beste oplossing De voor de fouten verantwoordelijke bedrijven waren inmiddels van de markt verdwenen, waardoor het voor Vivare onmogelijk was om de herstelwerkzaamheden op hen te verhalen. En omdat de kerntaak van Vivare zich beperkt tot het verhuren van (woon)ruimte, was het voor de woningstichting ook niet wenselijk om de gebreken zelf te verhelpen. Deerns adviseerde de woningstichting daarom om de herstelwerkzaamheden in combinatie met de energielevering aan de bewoners voor langere tijd uit te besteden. Nadat Vivare begin 2013 instemde met dit advies, startte Deerns daarop met de voorbereidende werkzaamheden. Deze bestonden uit: het maken van het bestek voor de herstelwerkzaamheden en het voorbereiden van de uitbesteding van de energielevering.

Unica nieuwe leverancier In de zomer van 2013 stelde Deerns een aanbestedingsleidraad op met daarin de gunningsvoorwaarden, de conceptovereenkomst, de energietarieven en het bestek voor de herstelmaatregelen. Tijdens de gunningsfase, waarin ‘prijs’ en ‘kwaliteit van de dienstverlening’ de belangrijkste criteria waren, viel de keuze unaniem op Unica Ecopower. Naast de uitvoering van de herstelwerkzaamheden, neemt Unica Ecopower de energielevering voor haar rekening voor de duur van 15 jaar. Ook neemt zij het beheer en onderhoud van de WKO-installatie en de administratie van het energieverbruik over van Vivare. Dit levert de woningstichting een substantiële werkbesparing op.

Voorbereidende werkzaamheden Parallel aan de uitbestedingsprocedure liep de voorbereiding op de herstelwerkzaamheden. Deerns voerde twee voorbereidende ‘klussen’ uit. Als eerste werd de regeltechniek in het complex op orde gebracht: drie individuele regelingen van de installaties in het woonzorgcomplex werden softwarematig op elkaar afgestemd waardoor ze vanuit één centraal punt door de nieuwe beheerder kunnen worden uitgelezen en aangestuurd.

Nieuwe afleversets Naarmate de aanbesteding vorderde, werd duidelijk dat Unica Ecopower alvast betrokken moest worden bij de tweede voorbereidende klus: de vervanging van de afleversets, een combinatie van warmtewisselaar en -meter die nodig is om warm tapwater te leveren. Aanvankelijk zouden de oude afleversets gerepareerd worden met componenten van hetzelfde merk. Maar toen bleek dat de kwaliteit van de afleversets te wensen over liet, werd gekozen voor nieuwe, technisch betere afleversets. De hogere kosten hiervoor werden binnen het budget ‘gefinancierd’ door een bijdrage van de leverancier van de oude afleversets, een besparing op de montagekosten en de toekomstige onderhoudskosten van Unica en een extra bijdrage van Vivare. Unica Ecopower neemt de energielevering vanaf 1 oktober 2014 over van Vivare. In de periode daarvoor voert Unica de herstelwerkzaamheden uit en vervangt zij de afleversets. Aanvankelijk zou de exploitatie-overname al op 1 januari ingaan maar door de invoering van de nieuwe Warmtewet op 1 januari 2014 en de lastige invoering van de nieuwe tarieven bij woningcorporaties, bleek dat onrealis-

tisch. Deerns heeft met een rekenmodel Vivare geholpen om de effecten van alternatieve tarieven door te rekenen.

Verzekerd van WKO-energie Malburgstaete is voor Deerns een goed voorbeeld van advisering op het terrein van ‘asset management’. Naast de vragen over de technische bouw- en onderhoudsproblemen, heeft het team asset management de business case voor de energielevering opgesteld, alle aanbestedings­­documenten geredigeerd en de aanbestedingsprocedure voor Vivare verzorgd. Hierdoor heeft Vivare zich vooral kunnen richten op haar rol als opdrachtgever met als resultaat: een contract dat de woningstichting een aanzienlijke besparing oplevert en Vivare de zorg voor de WKO uit handen neemt. Bewoners van Malburgstaete zijn de komende vijftien jaar dus weer verzekerd van duurzaam geproduceerde energie.

Ted van Loosbroek ted.van.loosbroek@deerns.com


iD

hoogtepunt

14

Abu Dhabi International Airport: een zeldzame parel in de woestijn

Arabisch raffinement Je hebt luchthavens en je hebt het Abu Dhabi Midfield Terminal Complex. Ontworpen om op natuurlijke wijze in de omliggende woestijn op te gaan, vormt het nieuwe complex – dat onderdeel is van Abu Dhabi International Airport en medio 2017 wordt opgeleverd – een aanlokkelijke toegangspoort tot een van de snelst groeiende steden ter wereld. Behalve door z’n unieke ontwerp, wordt het nieuwbouwproject gekenmerkt door een technische en logistieke complexiteit waar je duizelig van wordt. Deerns is medeverantwoordelijk voor alle luchthavenspecifieke installaties die dit prestigeproject straks draaiende moeten houden.


15 hoogtepunt iD

Kohn Pedersen Fox Associates (KPF)

‘Projecten als deze komen maar eens in je leven voorbij,’ zegt Airport Consultant Fokko Edens van Deerns. ‘De omvang, de complexiteit, de vele verschillende en onderling afhankelijke wensen en eisen – dat alles maakt dit een enorm uitdagende en verrijkende ervaring voor alle betrokkenen.’ Ter illustratie noemt Edens een aantal details. Het Midfield Terminalgebouw zelf is een van de grootste terminalgebouwen ter wereld en zal straks onder één dak een oppervlak van 730.000 vierkante meter bestrijken. ‘De hokjes voor de irrigatie zijn, met alle bijbehorende beheer- en besturingssystemen, complete gebouwen. De kleinste bijgebouwen, zoals die waarop de passagiersbruggen worden aangesloten, zijn van een kathedraalach-

tige omvang, en herbergen de meest uiteenlopende en ingewikkelde installaties,’ aldus Edens. Voor de elektriciteit is alleen al zo’n 6.000 kilometer kabel nodig. De terminal zal circa 50.000 telecomuitgangen tellen en een slordige 10.000 beveiligingscamera’s. De voorspellingen zijn dat in 2020 minimaal 30 miljoen passagiers per jaar de luchthaven zullen aandoen. Behalve dat het een van de grootste en meest geavanceerde luchthavens ter wereld lijkt te worden, zal het Midfield Terminal Complex ook het zoveelste sieraad op de kroon van Abu Dhabi zijn – een snelgroeiende zakelijke wereldstad die eeuwenoude Arabische elegantie combineert met technologische vooruitstrevendheid. Jens Hardvendel van Kohn Pedersen Fox

Associates (KPF), een van ’s werelds vooraanstaande architectenbureaus, is manager van het ontwerpteam voor Midfield. ‘Toen KPF in 2006, samen met NACO/Deerns en ARUP, de wedstrijd won om de nieuwe terminal te mogen ontwerpen, lieten de bestuurders van de Abu Dhabi Airport Company (ADAC) geen twijfel bestaan over hun wensen: ze wilden een geavanceerd en hoogontwikkeld, best-in-class luchthaven. Dat is ook wat ze krijgen.’

Unieke architectuur Voor KPF, dat al vele luchthavens en terminals in de wereld op z’n naam heeft staan, heeft het Midfield Project bijzondere uitdagingen met zich mee gebracht.

»


iD

hoogtepunt

16

Kohn Pedersen Fox Associates (KPF)

Hardvendel: ‘Wij leren van elk project. In dit geval, zat de leercurve vooral in het omgaan met een grote complexiteit aan eisen, een brede variëteit aan partners en belanghebbenden en een lange doorlooptijd: we wonnen de ontwerpcompetitie in 2006 en zijn tot en met 2012 druk geweest met ontwerpen; de eigenlijke bouw begon pas in 2013. Verder begonnen we vóór de recessie te ontwerpen; dat we desondanks alle eisen hebben kunnen inwilligen is een groot compliment voor het ontwerpteam.’ De architectuur van het Midfield Terminal is uniek, benadrukt Hardvendel. ‘De ADAC wilde geen standaardoplossing met een eindeloze aaneenschakeling van gates; ze wilden iets bijzonders. Zo zijn we op het idee gekomen van de X-vorm. Die combineert maximale efficiëntie met een verrassende esthetiek.’ In het ontwerp moesten Hardvendel en zijn team niet alleen rekening houden met minstens 50 gates, maar met een breed scala aan andere functionele vereisten – van hoge aantallen vluchten en passagiers tot nachtelijke piekbelastingen, milieueisen en klimaatfactoren. ‘Om een voorbeeld te geven,’ zegt Hardvendel, ‘volgens de prognoses zal een hoog percentage van de passagiers die op Abu Dhabi International Airport landen op doorreis zijn. Dus in plaats van uitstappen, hun bagage pakken en afreizen naar de stad, zullen ze tijd

doorbrengen op de luchthaven. Dat gegeven is van grote invloed op het ontwerp. Zo hebben we bijvoorbeeld fraaie vergezichten in het ontwerp opgenomen, maar ook tuinen en musea. In de wachtruimten bij de gates hebben we genoeg zitruimte gecreëerd voor alle passagiers – in tegenstelling tot wat je op veel luchthavens tegenkomt. Het retailplan is ook opvallend: De ADAC wilde een retailconcept dat alles kan bieden wat reizigers zich kunnen wensen – en dat van een bovengemiddeld niveau. Het resultaat is een zeer luxueus assortiment winkels en foodservice outlets met een typisch lokale sfeer: het is net een heel chique Arabische souk, of markt.’ Om de drinkwaterbehoefte te beperken paste KPF landschapsinrichtingsprincipes voor droog-klimaatgebieden toe. De energiekosten worden in toom gehouden door een combinatie van het gebruik van daglicht en energiezuinige verlichtingsconcepten. Als beschermmiddel tegen de verzengende woestijnzon introduceerde KPF inpandige zonneschermen. ‘Uitpandige schermen zouden in deze winderige woestijn binnen de kortste keren verstopt raken met zand,’ zegt Hardvendel. Hij voegt eraan toe: ‘Dit is een van de grootste luchthavens die wij vanuit het niets hebben moeten ontwerpen – en tot dusverre zijn we heel tevreden met de resultaten.’


17 hoogtepunt iD

De bouw vordert nu gestaag. In oktober 2013 werd de structuur geplaatst waarop de indrukwekkende dakpartijen bovenop de terminal komen te rusten. Afgelopen januari verrees de eerste van 18 stalen bogen, die samen het hoofdgeraamte zullen vormen van het gebouw. De boog was het eerste zichtbare teken dat dit nieuwe bouwwerk de skyline van Abu Dhabi daadwerkelijk voor altijd zal veranderen. ‘Het project neemt nu al iconische vormen aan,’ concludeert Fokko Edens.

Zes jaar aan de tekentafel Midfield Terminal project mag dan een indrukwekkende omvang en een spraakmakende uitstraling genieten, waar vakmensen als Edens en zijn collega’s van opveren is de technische complexiteit. Voor het Midfield Project zaten de experts van Deerns zes jaar aan de tekentafel. De opdracht die ze kregen omvatte alle luchthavenspecifieke installaties op de vier verschillende terreinen die het project bestrijkt: het Midfield terminalgebouw; de ‘airside’, oftewel de zijde van de luchthaven waar de vliegtuigen landen en opstijgen, met alle bijbehorende faciliteiten; de ‘landside’, oftewel de voorkant, waar

Het Midfield Terminal project

het publiek in en uit gaat; en de – behoorlijk uitgestrekte – parkeerterreinen (zie ook het kader over ‘De bijdrage van Deerns’). Binnenin het gebouw zorgde Deerns voor het ontwerp en de planning van de volledige IT- en telecominfrastructuur, inclusief alle kabels, kasten en verbindingen. Op het gebied van Special Airport Systems (SAS), ontwikkelde het bureau de Airport Operational Database, of AODB. ‘Het is een soort superdatabase’, zegt Edens. In de AODB komt alle informatie samen die nodig is om de luchthaven veilig en efficiënt te runnen – van vluchtschema’s tot bagageverwerking, van passagiersstromen tot de planning van de brandstofaanvoer. Edens en zijn collega’s werkten ook aan de Flight Information Displays (FIDS), de informatieschermen voor passagiers, gebiedsspecifieke omroep- en evacuatiesystemen, wifi spots, telefonie, inpandige uitbreiding van het GSM-netwerk en nog veel meer. ‘Wat wij in hoofdzaak doen is tot op de laatste detail uitzoeken welke functionaliteiten, installaties, applicaties en materialen er allemaal nodig zijn op elk denkbaar technisch terrein, inclusief

»

De boog was het eerste zichtbare teken dat dit nieuwe bouwwerk de skyline van Abu Dhabi daadwerkelijk voor altijd zal veranderen.


iD

hoogtepunt

18

alle afmetingen en aantallen, om vervolgens alle bijbehorende vereisten, specificaties, gebruiksprocedures enzovoort te beschrijven. En daarna moeten we er natuurlijk voor zorgen dat alles conform de eisen wordt geïnstalleerd en probleemloos functioneert. In feite creëren wij alle installaties op papier; de aannemer zorgt vervolgens voor de feitelijke installatie, het testen en de ingebruikname. Een proces dat wij dan weer volledig begeleiden.’

Schone platforms Het project in Abu Dhabi heeft Deerns heel wat kansen gegeven om zichzelf te

Fokko Edens fokko.edens@deerns.com

De bijdrage van Deerns Deerns is verantwoordelijk voor het plannen en implementeren van alle lucht­haven-specifieke installaties op en rond de nieuwe Midfield Terminal in Abu Dhabi. Een greep uit de vele werkzaamheden: - Beveiligingssystemen; - IT infrastructuur en -systemen; - Extra Low Voltage Systemen; - Alle Special Airport Systemen (AODB, CUPPS, FIDS, PA & VA). Buiten het gebouw is Deerns ook verantwoordelijk voor een lange lijst van installaties, zowel ‘landside’ als ‘airside’: - Passagiersbruggen; - Visual Docking en Guidance Systemen (VDGS); - Platformverlichting; - Vliegtuigkoeling; - Aircraft Ground Power (elektriciteit voor vliegtuigen); - Airfield Ground Lighting (grondverlichting); - Bewegwijzering. Onder meer de volgende beveiligingsystemen horen hierbij: - Toegangscontrole; - CCTV & videobewaking; - Screening passagiers; - Screening bagage; - Screening voertuigen; - Screening postpakketten; - Veiligheidsmanagementsysteem (besturing/controle).

overtreffen. Tot de hoogtepunten rekent Edens onder meer de door Deerns ontwikkelde ‘schone platforms’, of ‘clean aprons’. De platforms die aan de gates liggen – waar vliegtuigen tussen het landen en opstijgen geparkeerd worden – vormen een belangrijk knooppunt van technische installaties: elektriciteit, brandstof- en (drink)wateraanvoer voor de vliegtuigen, bagagetransportroutes, koel- en onderhoudsfaciliteiten, docking- en geleidingssystemen en meer. Idealiter bevinden al deze installaties zich veilig onder de grond, samen met de vele kabels en leidingen die erbij horen. De koppelpunten komen dan

aan het oppervlak in afgebakende putjes rondom het platform. Zo blijft het platform vrij. Het grote voordeel van zo’n ‘schoon platform’ is de verminderde kans op schade en oponthoud. Edens, ‘Op veel bestaande luchthavens zijn schone platforms een utopie. Maar op het Midfield Project zijn we erin geslaagd uitzonderlijk schone platforms te creëren. Ik durf wel te stellen dat we dankzij de in Abu Dhabi opgedane ervaring een wereldwijde koploper zijn geworden in het ontwerpen van schone platforms. Het is maar een detail natuurlijk, maar voor luchthavenadviseurs zoals wij is het heel bijzonder.’


19 hoogtepunt iD

Hans Hamer, directeur Deerns VAE: Project Abu Dhabi ‘af en toe redelijk krankzinnig’ Het luchthavenproject Midfield Terminal Complex in Abu Dhabi is ‘van een fascinerende en af en toe krankzinnige complexiteit’, zegt Hans Hamer, directeur van Deerns’ Dubai in de Verenigde Arabische Emiraten en al vijf jaar een spil in een van de grootste luchthavenprojecten waarvoor Deerns ooit heeft getekend. ‘Op papier raak je gewend aan de cijfers en afmetingen van deze luchthaven, zoals het feit dat het van de ene pier naar de andere 1,6 kilometer lopen is. Maar als je op de bouwlocatie bent en je staat daar tussen al dat beton en staal, dan besef je pas goed dat dit, zeker in ons deel van de wereld, ongekend is. Op de piek van de bouw werken hier 20.000 mensen.’

Hans Hamer hans.hamer@deerns.com

De uitzonderlijk lange doorlooptijd van het Midfield Project zorgt ook voor de nodige verrassingen. Hamer: ‘In 2006 begonnen we te ontwerpen, terwijl de bouw pas vorig jaar gestart is. Dat betekent dat zich voortdurend nieuwe eisen voordoen, veranderende inzichten van de opdrachtgever, technologische ontwikkelingen die moeten worden meegenomen. Tot op de dag van vandaag voert de klant steeds weer nieuwe aanpassingen in het ontwerp door. Simpel voorbeeld: volgens de oorspronkelijke prognoses, zou circa 30% van de passagiers transferreizigers zijn; recent is vastgesteld dat het percentage dichterbij de 70% zal liggen. Dat heeft enorme consequenties voor de transfer- en bagagefaciliteiten en het ontwerp van de terminal zelf. In dit stadium van het project is dat redelijk krankzinnig te noemen. Ook de security- en IT-eisen veranderen voortdurend: die aspecten waren al in het contract meegenomen, maar pas recentelijk heeft de aannemer voor deze disciplines de definitieve stukken ontvangen. Het maakt het enorm boeiend, maar voor de aannemer ook erg lastig: tekeningen waarmee hij denkt aan het werk te kunnen blijken hele dynamische documenten te zijn.’ Hamer, die al vele jaren buiten Nederland werkt, werd 7 jaar geleden directeur van de Deerns vestiging in Dubai, waar hij sindsdien ook met zijn vrouw woont. Het team in Dubai wordt momenteel flink uitgebreid om ook de laatste intensieve fase van de realisatie tot een goed einde te brengen. ‘Voor ons kantoor in Dubai is de luchthaven hét dominante project van deze periode geworden,’ zegt hij. ‘Iedereen ervaart continu de druk die er op ligt. Als we mensen uit Nederland krijgen, proeven ze dat ook. Tegelijkertijd is iedereen onverminderd enthousiast.’

Een van de grootste uitdagingen bij het creëren van schone platforms op Midfield had te maken met de benodigde koeling van vliegtuigen na het landen. De hoge omgevingstemperaturen in Abu Dhabi, soms oplopend tot 50°C, gecombineerd met strikte regelgeving inzake de toegestane minimum luchttemperatuur en de toegestane maximum luchtdruk in geparkeerde toestellen, maakten adequate koeling onmogelijk. ‘Koelen kan wel binnen die voorwaarden, maar de koelcapaciteit is onvoldoende om bij deze hoge buitentemperaturen een aangename binnentemperatuur te realiseren,’ aldus Edens. Gezien de groei van de luchtvaart in warme gebieden als Azië en het Midden-Oosten heeft de IATA (International Air Transport Association) de regelgeving aangepast. Er is meer ruimte voor het ontwikkelen van alternatieve koelsystemen, echter uitsluitend met goedkeuring van de vliegtuigbouwers. Op zoek naar een oplossing ging Deerns het gesprek aan met vele deskundigen, waaronder deze vliegtuigbouwers. Uiteindelijk rolde er een unieke, innovatieve oplossing van de ontwerptafel, de zogeheten ‘diepe koeling’. Hierbij wordt extreem koude lucht (tot -20˚C) het vliegtuig ingeblazen. Hierdoor ontstaat een veel hogere koelcapaciteit. Omdat deze vrieskou van invloed kan zijn op de veiligheid van een vliegtuig is goedkeuring nodig van de vliegtuigfabrikant en worden strenge eisen gesteld aan veiligheids- en controlesystemen. Edens: ‘Het ontwikkelen en uitdenken van een onconventionele oplossing als deze, lukt alleen binnen een

project van deze omvang. Binnen een kleiner project hadden we nooit de ruimte gehad om ook maar te denken aan deze manier van koelen.’

Verstandige beslissingen Teun Vrolijk, vertegenwoordiger in de Verenigde Arabische Emiraten van NACO, de partij die Deerns inhuurde voor de klus in Abu Dhabi, benadrukt dat de rol van technisch ingenieursbureaus van doorslaggevend belang is. ‘Een luchthaventerminal is uiteindelijk een functioneel gebouw,’ stelt hij. ‘Het is geen paleis of kunstmuseum. De esthetische kant is zeker wezenlijk – en KPF heeft in dit geval een nieuwe toon gezet voor de visuele aantrekkelijkheid van luchthavens. Maar de technische kant is bepalend. Technisch moet alles perfect werken, anders mislukt het project.’

technische details in de zin van te gebruiken technieken en materialen hebben ze laten liggen tot in de implementatiefase. Hadden ze dat niet gedaan, dan zaten we nu waarschijnlijk met een heleboel technische oplossingen die allang zijn ingehaald door nieuwere en veel betere technologie.’ Vrolijk deelt de visie van Hardvendel en Edens dat het betrokken zijn bij het Midfield Terminal Project een unieke belevenis is. ‘Dit project is van groot belang voor Abu Dhabi, dus de druk is hoog. Ze willen indruk maken, niet alleen met de grootte van Abu Dhabi International Airport, maar ook met de uitmuntende kwaliteit van alles wat erop en eraan zit. En zoals het er nu uitziet, gaat ze dat lukken.’

«

Dat verklaart ook waarom NACO als partner Deerns inschakelde. Vrolijk: ‘We werken al 30 jaar met Deerns samen. Het zijn, net als wij, specialisten op het gebied van luchthavenmasterplanning, terminalgebouwen en airside- en landsideprojecten. Nog afgezien van de grootschaligheid, bood het Abu Chipproject de nodige extra uitdagingen. Denk alleen al aan de techniek die nodig is voor de beveiliging in het Midden-Oosten praat je dan toch wel over veel strengere eisen dan in veel andere delen van de wereld.’ Een van de ‘verstandige beslissingen’ die Deerns onderweg heeft genomen, vindt Vrolijk, is het vermijden van teveel details in de vroege ontwerp- en planningsfase. ‘De

Teun Vrolijk

In de AODB komt alle informatie samen die nodig is om de luchthaven veilig en efficiënt te runnen.


iD

column

20

Decennia lang probeerden ontwerpers de samenleving te reconstrueren naar eigen filosofie en idee. Vanuit de utopische gedachte dat onze samenleving maakbaar is. Met de oprichting van de Club van Rome begon vanaf de jaren ’70 van de vorige eeuw ook een andere boodschap door te klinken: door uitputting van de aardse levensbronnen heeft onze planeet onherstelbare schade opgelopen en een ecologische ramp ligt in het verschiet. Vormgevers en planners verkondigden zoals gezegd tot dan een geheel andere boodschap: communiceren tot in het oneindige en de integratie van individuen en groepen binnen het ruimtelijke decor waren axioma’s in architectuur en stedenbouw. De ‘bloemkoolwijken’ en vele bouwwerken uit de (eind) zestiger jaren waren toonbeelden van de ‘communiceer of ik schiet’-ideologie. Christiaan Kruis Architect

Van maakbaarheid naar duurzaamheid Helaas hebben architecten en stedenbouwers soms een overtrokken beeld van hun bijdrage aan de samenleving: maatschappelijke structuren laten zich niet dwingen in een opgelegd stramien. Volleybal en de uitvoering van een strijkkwartet van Brahms laten zich moeilijk in één open ruimte combineren, zoals destijds in de Meerpaal in Dronten (1967) werd gepoogd (hinder werd hier als een te accepteren effect opgevoerd). Merkwaardiger wijze heeft het maakbaarheidsidee nog lang stand gehouden, wellicht omdat het ook in politieke zin een handzame gedachte lijkt. De waarschuwing uit Rome – grenzen aan de groei (1972) – was echter andere koek. Hierbij draait het om het voortbestaan van natuur en mens in een evenwichtige samenleving. Het vormde de voedingsbodem voor een duurzaamheidsgedachte die nog verder onderzocht moest worden en vorm moest krijgen. Echter, zoals ook met het maakbaarheidsideaal, het is de man in de straat, de burger, die duurzaamheid uiteindelijk als een vanzelfsprekendheid moet omarmen. Het zijn niet de weten-

schap en de kennisinstituten, maar het is juist de samenleving die maatregelen moet kunnen accepteren en implementeren. De Club van Rome had echter nog teveel het traditionele vingertje: pas op voor de ramp, pas op voor de vreselijke gevolgen. Duurzaamheid begint achter de eigen voordeur, in de eigen wijk, in onze eigen leefomgeving. Die boodschap is slecht met vermaningen te verkondigen. Laten zien waar het om gaat, laten verwonderen over de schoonheid van de aarde. Maar ook de kwetsbaarheid laten ervaren van de wonderbaarlijke systemen en de subtiele biodiversiteit. Het gaat erom de burger te inspireren tot zorgvuldig beheer en behoud, hen te mobiliseren voor een duurzame samenleving. Duurzaamheid van binnenuit.

Christiaan Kruis,

Architect, stedenbouwkundige en tevens hoofdontwerper en supervisor EOA (Exploratorium Ontdekking Aarde)

Exploratorium Ontdekking Aarde Christiaan Kruis is de ontwerper van het Exploratorium Ontdekking Aarde en werkt samen met de marketing deskundige Gert-Jan van de Meulen aan de realisatie van het concept. Het Exploratorium wordt een attractief wetenschapspark in Rijssen-Holten, waarin zeven beeldverhalen, proloog, heelal en aarde, klimaat, leven op aarde, cultuur, fenomena en epiloog, binnen bijzondere, ruimtelijke constructies indringend worden gevisualiseerd. Na de Epiloog, die het voorgaande samenvat en de inleiding is tot de wereld van de innovatieve ontwikkelingen, vormt het Panorama de visionaire blik op de toekomst, gevolgd door themapaviljoens, (water, energie, voedsel en hightech), waaraan instituten en bedrijven kunnen deelnemen. Het Exploratorium gaat in 2019 open en Deerns is een van de ontwikkelpartners van het wetenschapspark.


21 deerns varia iD

Deerns Italië

Bosco verticale midden in Milaan Milaan heeft er binnenkort een wel heel bijzondere blikvanger bij. In de Italiaanse modestad verrijzen twee ‘groene’ torens, die door de architect zijn gedoopt tot het Bosco Verticale.

Het Bosco Verticale, is een appartementencomplex van 27 verdiepingen volledig omgeven door bomen en planten. Het is een ontwerp van de Milanese architect Stefano Boeri. Deerns is verantwoordelijk voor de technische installaties van beide gebouwen, voor de veiligheid tijdens het aanbrengen van de vegetatie en betrokken bij de watersystemen voor de beplanting. De appartementencomplexen, bestaande uit 110 appartementen, zullen worden voorzien van 700 bomen, 5.000 struiken en 11.000 planten. Samen is de groenvoorziening goed voor zo’n één hectare groen. Het Bosco Verticale wordt gebouwd op de

Silent Cube groot succes tijdens de Provada Deerns stond begin juni jl. voor de vijfde keer op rij op de PROVADA en dit keer met een primeur. We lanceerden samen met SaintGobain de Silent Cube, een stilteruimte geheel van glas, waarin mensen konden presenteren en discussiëren zonder last te hebben van de drukte in de RAI. En daar werd goed gebruik van gemaakt. Architecten als JHK, Kraaijvanger en Vera Yanovshtchinsky presenteerden nieuwe concepten en discussieerden over actuele thema’s die op het snijvlak van ontwerp, bouw en installaties liggen. Tussen de presentaties door konden bezoekers van de beurs de rust ervaren in de Cube. Het modulaire concept wordt de komende periode doorontwikkeld voor verschillende organisaties die daar interesse in hebben getoond.

balkons van de appartementen. Door onder andere beuken, olijfbomen, eiken en appelbomen krijgen de appartementen een groen aanzicht. De beplanting zorgt voor filtering van het licht en bescherming tegen zonnestralen. Daarnaast zorgen de bomen en planten voor extra luchtvochtigheid en zuurstof en nemen ze CO2 en stof uit de lucht op. Onlangs zijn er in het Bosco Verticale video-opnamen geweest voor het BBC-programma ‘One Planet’. Tijdens de opnamen is er onder andere een camera geïnstalleerd om, gedurende anderhalf jaar, de ontwikkeling en groei van het Bosco Verticale te volgen. De afleveringen worden in 2017 uitgezonden.


iD

datacenter

22

Borsa Istanbul kiest bewust voor Deerns

Hightech datacenter in historische kelder

De wereld digitaliseert in rap tempo. We beschikken vrijwel allemaal over een laptop, tablet of smartphone. Ook de financiële wereld verandert snel. Echte beurshandelaren die wild gebarend en schreeuwend in fel gekleurde jasjes over de beursvloer rennen, bestaan niet meer. Ook hun plaats is ingenomen door computers. Die verandering is nergens treffender zichtbaar dan in het financiële hart van Turkije, het beursgebouw in Istanbul. In de kelder waar voorheen obligaties, aandelen en goud lagen opgeslagen. Op die historische en symbolische plaats klinkt nu een sonoor bromgeluid van de vele data­ servers die de kelderruimte vullen.

De inhoud van de kelder van Borsa Istanbul, zoals de Turkse effectenbeurs officieel heet, is minstens net zo kostbaar als vroeger. Alle data die samenhangt met de beurshandel in Turkije en de regio eromheen wordt opgeslagen in de nieuwe datakelder. Dat moet veilig, efficiënt, storingsvrij, duurzaam en toekomstgericht. Turkije is van oudsher de poort naar Azië en Borsa Istanbul wil een bepalende handelsrol gaan spelen in de regio. Turkije is op dit moment de vijftiende economie van de wereld en de verwachting is dat vóór 2050 Turkije de top-10 zal bereiken. De ontwikkeling van het aantal beurstransacties op Borsa Istanbul zal navenant zijn. De moderne infrastructuur van het nieuwe datacenter is op deze potentiële groei voorbereid.

Doelen en ambities De bouw van datacenters neemt hand over hand toe, maar is een gesloten wereld. Door de complexiteit van projecten zijn jarenlange hechte partnerships tussen opdrachtgevers, ontwerpers en bouwers regel. Deerns is een datacenter-ontwerper van het eerste uur met een grote ervaring


23 datacenter iD in de financiële sector. Veel van de datacenters van de grote Nederlandse banken zijn ontworpen door Deerns. Die ervaring was een van de bepalende factoren aan de onderhandelingstafel in Istanbul. Daarnaast is Deerns een van de weinige volstrekt onafhankelijke datacenter-adviseurs. Het is echter de aanpak die het project kenmerkt. Wim Buters, Manager adviesgroep Datacenters van Deerns, legt dat uit. ‘Wij zijn als geen ander in staat om de business van onze klanten te doorgronden en dat te vertalen in randvoorwaarden voor ons ontwerp. Dus niet antwoord bieden op vragen van onze opdrachtgevers, maar achterhalen waarom een vraag gesteld wordt en hun business begrijpen. We zorgen dat we hun doelen en ambities in beeld hebben zodat we een datacenter opleveren dat een optimaal rendement levert op de investering en maximaal waarde toevoegt aan hun business. Zowel nu als in de toekomst.’ Borsa Istanbul wil een grote internationale hub worden en in ieder geval het centrum van alle beurshandel in de regio. Hiervoor is een samenwerking gestart met de Amerikaanse beursgigant Nasdaq. De implementatie van de Amerikaanse standaarden en software is al voorbereid in het datacenter evenals mogelijke toekomstige uitbreidingen en bijbehorende energievraag. Buters: ‘Voor ons zijn implicaties van vragen altijd snel duidelijk. Voor een klant ligt dat anders. Vanaf het allereerste begin hebben we Borsa stap voor stap meegenomen in het proces en steeds duidelijk gemaakt wat ze konden verwachten. Dat is lastig maar noodzakelijk want je kampt met taal- en cultuurverschillen en bovendien wordt een klant beïnvloed door tal van hardwareleveranciers die graag hun producten willen verkopen. Onze onafhankelijkheid waarborgt voor Borsa dat zij een eerlijk, objectief en onderbouwd advies ontvangen en daardoor de juiste oplossingen kiezen en krijgen.’

PUE 1.4 Het datacenter in het hart van de Turkse beurs is in recordtijd gerealiseerd, zowel het ontwerp als de uitvoering. De eerste contacten zijn gelegd in 2012. Nadat in januari 2013 de handtekeningen waren gezet startte de ontwerpfase die ruim voor de zomer werd afgerond. Vervolgens heeft Deerns de aanbesteding en de keuze voor contractors begeleid. De uiteindelijke bouw is vorig jaar september gestart en maart jongsleden was het grote persmoment waarop het datacenter officieel in gebruik werd genomen. ’Om te verifiëren of alle bouwtekeningen klopten, zijn we begonnen met het ruimen van de kelder om zicht te krijgen op alle aanwezige voorzieningen en zo mogelijke verrassingen vroegtijdig uit te sluiten’, aldus Wim Buters. ‘In de kelder is slechts 600 m2 beschikbaar als white space (vloer voor het plaatsen van servers en bijbehorende installaties). Dit komt vooral door alle benodigde installatietechniek die is aangebracht. Hierbij hebben we al gekeken naar toekomstige ontwikkelingen zoals een nieuw en eigen energiecenter dat al wel ontworpen is, maar nog niet

Aardbevingsbestendigheid Om de bedrijfszekerheid van het datacenter te garanderen is veel aandacht besteed aan koeling, stroomvoorziening en brandveiligheid. Maar ook aan beveiliging tegen stroomuitval, menselijk falen en zelfs terrorisme. Ruim 1500 sensoren monitoren het datacenter continu. Daarnaast is de kelder aardbevingsbestendig gemaakt. Na de laatste grote beving in 1999 is de bouwregelgeving verscherpt. Om aan de nieuwste eisen te voldoen, en meer dan dat, zijn op basis van berekeningen en simulaties de ruimtes verstevigd met extra kolommen. Het aantal sparingen en doorvoeren is beperkt en de meest optimale positie nauwkeurig bepaald. In de kelder is een speciale aardbevingsbestendige verhoogde vloer aangebracht waarop alle installaties staan. Deze installaties zijn extra geborgd zodat ze niet kunnen omvallen gedurende een beving. Deerns heeft gebruik gemaakt van lokale expertise om de civiele stevigheid van het datacenter bij calamiteiten te kunnen waarborgen.

gerealiseerd.’ Het datacenter heeft een gemiddelde dichtheid van 1500 Watt per vierkante meter. Voor de koeling wordt gebruik gemaakt van watergekoelde koelmachines in combinatie met hybride droge koelers. Mede door deze energiezuinige koelmethode heeft het datacenter een PUE (Power Usage Efficiency) van 1.4 tegen een datacenter gemiddelde van 1.6. Turkije was voor Deerns een relatief onbekende markt. ‘Toch hebben we onze verantwoordelijkheid gepakt’, vertelt Wim. ‘We hebben het volledige project naar ons toe getrokken en begeleid, ook het civiele en architectonische deel. We hebben veel tijd geïnvesteerd in het bouwen van een

relatie met onze opdrachtgever, maar ook met andere betrokken partijen. We hebben goed geluisterd, rekening gehouden met zoveel mogelijk wensen en eisen en altijd klaar gestaan om te helpen waar nodig. Deze projectaanpak zit in onze genen, maar is voor veel anderen vernieuwend. Dat het erg is gewaardeerd, blijkt wel. We hebben met het datacenter voor Borsa een visitekaartje afgegeven naar de Turkse markt. Inmiddels zijn er al gesprekken met een aantal grote Turkse banken om ook voor hen datacenters te gaan ontwikkelen. Er zijn ook enkele nieuwe projecten in aanvraag. Nu de eerste belangrijke stap op Turkse bodem is gezet, volgen er snel meer.’

Karl Van Ginderdeuren karl.van.ginderdeuren@deerns.com

Wim Buters wim.buters@deerns.com

«

Borsa Istanbul wil een grote internatio­ nale hub worden en in ieder geval het centrum van alle beurshandel in de regio.


iD

timesharing

24

Nederlandse dancescene in de lift Nederland speelt al tientallen jaren een toonaangevende rol in de dance-industrie. En aan die populariteit komt voorlopig nog geen eind. Onze vernieuwende muziek, top-DJ’s en groot aantal evenementen vormen inmiddels een zeer belangrijk exportproduct, goed voor ruim een half miljard euro per jaar. In de wereld die erachter schuilgaat is een aantal belangrijke spelers gezamenlijk in een haast iconisch vastgoedproject gestapt. Binnen twee jaar moet Toren A◆DAM in Amsterdam het bruisende hart zijn van de music- en dance­scene in ons land en ver daarbuiten. Dagelijks zullen gemiddeld drieduizend mensen de voormalige toren Overhoeks gaan bezoeken die ooit werd gebouwd voor vierhonderd personeelsleden van Shell. Deze enorme intensivering van het gebouw is de belangrijkste uitdaging voor initiatiefnemers AIR, ID&T, MassiveMusic en Lingotto.


25 timesharing iD

De naam voor de toren is A◆DAM. Met een knipoog naar de stad staat het voor Am­ster­dam Dance And Music. Het wordt een opzienbarend project met een belang­­rijke blikvanger, de kroon. De huidige kroon is een enorme kunststof plaat die 45 graden gedraaid is ten op­zichte van de toren en die parallel loopt aan de noordelijke IJ-oever. Die kroon wordt vervangen door een constructie van vier verdiepingen met daarin een ronddraaiend restaurant, een ontmoetingsplek voor creatieve ondernemers en een panoramaplatform op ruim zeventig meter hoogte. Vanaf dit punt hebben bezoekers uitzicht over het historische centrum van Amsterdam aan de overkant van het IJ.

Het idee voor dit uitzichtpunt over de stad is van Sander Groet, eigenaar van AIR. Samen met Duncan Stutterheim van ID&T, Hans Brouwer van MassiveMusic en projectontwikkelaar Lingotto won Sander met dit idee de pitch van de gemeente Amsterdam voor de herontwikkeling van Toren Overhoeks.

Miljoen bezoekers In totaal zijn er 37 plannen ingediend bij de gemeente voor de herontwikkeling van de toren. Dat A◆DAM uiteindelijk het winnende plan is geworden, dankt het aan het originele en interessante programma dat de ontwikkelaars in de toren aanbieden. Daarmee is het niet alleen een financieel

aantrekkelijk plan, maar ook een plan dat Amsterdam nog meer op de kaart zet. Een voorbeeld van echt Amsterdams ondernemerschap. A◆DAM zal meerdere functies gaan vervullen. Het zal de hoofdkantoren gaan huisvesten van ID&T en MassiveMusic. Naast de eerder genoemde functies in de kroon komt er op de zestiende verdieping een sky-villa voor evenementen, een living lobby met een restaurant en een bar in de plint van de toren en verder nog diverse kleine kantoren en een fitnessruimte. Daarnaast zijn vijf verdiepingen gereserveerd voor een hotel. De meeste bezoekers zullen echter getrokken worden door het enorme observatieplatform.

»


iD

timesharing

26

Verschillende culturen en achtergronden die zich vermengen. Dat hoort bij dit gebouw.

Op jaarbasis moeten een miljoen bezoekers de bovenste verdieping van de toren bezoeken. Dit zorgt voor een enorme logistieke uitdaging omdat A◆DAM oorspronkelijk gebouwd is voor 400 personeelsleden van Shell. Een puzzel ook omdat sommige bezoekersstromen niet vermengd mogen worden. Een bezoeker van het observatieplatform moet niet uitkomen in een kantoor en hotelgasten zitten niet te wachten op clubbezoekers op hun verdieping. De drie creatieve ontwikkelaars leunen voor het oplossen van deze en andere renovatievraagstukken die samenhangen met het omvormen van een kantoortoren naar een multifunctioneel publiek gebouw, op de kennis van Lingotto. Eric-Jan de Rooij is partner bij Lingotto en vanaf de eerste minuut betrokken bij het plan. ‘Belangrijk is dat we de toren teruggeven aan het publiek. Het was altijd gesloten, een kantoor met spiegelglas waar je als Amsterdammer niet binnen kon. Dat gaan we 180 graden omdraaien. Met respect voor de architectuur van het gebouw gaan we voor een bijna totale vernieuwing. De oude en gevaarlijk geworden gevel zal worden verwijderd en opnieuw worden ingevuld. Met veel glas, maar met een betonnen omlijsting in dezelfde vlakverdeling en ritmiek. We gaan

het gebouw veel transparanter maken. Het wordt een toren waarin 24/7 inspirerende bedrijvigheid is en dat gaan we laten zien. Kijkend naar alle bezoekers die op deze swingende toren gaan afkomen, is het zaak om te zorgen dat zij probleemloos hun weg verticaal door het gebouw gaan vinden. Er bevindt zich een vrij omvangrijke kern in de toren met vier liften. Die kern mocht niet nog groter worden, maar het aantal bezoekers moet wel verveelvoudigen. Dat vraagt om expertise en creativiteit. In eerste instantie wilden we Deerns al in de voorselectiefase bij ons plan betrekken. Zij hadden zich jammergenoeg al aangesloten bij een concurrerende combinatie. Nadat wij door waren naar de laatste vijf, hebben we vrijwel onmiddellijk de telefoon gepakt en Jochem Wit van Deerns gebeld. Jochem is echt een autoriteit op het gebied van verticaal transport.’

Drie liftparameters Volgens Jochem is A◆DAM één van zijn leukste en uitdagendste projecten van de afgelopen jaren. ‘Dat is niet alleen vanwege de invulling van de toren. Het project is een logistieke puzzel en aan ons de taak om deze snel en foutloos te maken. Er is enerzijds de functievermenging in het gebouw en anderzijds de enorme groei in

gebruiksintensiteit. Dat vraagt om slimme oplossingen, kennis van bestaande producten en technieken en inzicht in het verantwoord opzoeken van de grenzen daarvan. Maar ook het maximale halen uit onze eigen ervaring en simulatiesoftware. Dat maakt dit project zo bijzonder. Voor een goede verkeersafhandeling zijn drie parameters belangrijk: de transportcapaciteit van de lift, de wachttijden voor de gebruikers en de hefsnelheid. Deze aspecten hebben we in een aantal brainstormsessies met de opdrachtgevers de revue laten passeren en daar hebben we aanvullend een aantal afspraken over gemaakt. We wilden zo min mogelijk stops in normaal bedrijf, de toeristen die naar het observatiedek willen, moeten gescheiden blijven van de overige bezoekers en niet elke gebouwfunctie kan een eigen lift krijgen.’ Eric-Jan legt uit dat een gebouw als A◆DAM vraagt om interactie. ‘Het is spannend als mensen elkaar in de lobby en liften tegenkomen. Verschillende culturen en achtergronden die zich vermengen. Dat hoort bij dit gebouw. Alleen de toeristen krijgen een eigen lift en ook een eigen lobby op de eerste etage. Voor hen accepteren we ook een wat langere wachttijd voor de lift. Door de rij die zo ontstaat, wordt extra benadrukt dat er op het panoramadek iets te zien of te beleven is.’


27 timesharing iD Gevelonderhoud A◆DAM krijgt een volledig nieuwe gevel met veel glas. Ook de schil van de nieuwe kroon bestaat vrijwel uitsluitend uit glas. Zeker op een observatiedek moet dat glas vaak gereinigd worden. Omdat er onder de kroon een terras gepland is, moeten de installaties voor het gevelonderhoud uit het zicht blijven en bovendien in een kleine ruimte kunnen manoeuvreren. Deerns heeft hiervoor een combinatie van maatwerksystemen bedacht met uitwisselbare, compacte gondels met een eigen parkeer­plaats binnen. De rails blijven verborgen onder de vlonderdelen van het terras en worden geïntegreerd in de luifel van de kroon. reduceren van het aantal stopplaatsen, afsplitsing van dedicated transporten in lokale liften, timesharing tussen de meest dominante functies en de toepassing van bestemmingsbesturing.

State-of-the-art met BIM Zowel Lingotto als Deerns hechten veel waarde aan duurzaamheid. Nu is hergebruik van vastgoed per definitie duurzaam. Eric-Jan: ‘We hebben veel verder gekeken dan CO2-reductie of energiebesparing want dat is tegenwoordig al bijna standaard. We hebben ook gelet op de gebruikte materialen en grondstoffen. Verder hebben we bij de ontwikkeling van dit plan met name gekeken naar de tijdloosheid van het gebouw en zijn functie.’ ‘Die toekomstbestendigheid vind je ook terug in de installaties en de liften’, aldus Jochem. ‘De beschikbare transportcapaciteit per schacht is gemaximaliseerd. En we hebben state-of-the-art liften met intelligente sturing, aanwezigheidsdetectie en energieterugwinning. Het is echt een diversiteit aan liften geworden: hydraulisch, elektrisch, liften met en zonder machinekamer, goederenliftjes, stand-alone of in een groep. Door de extra liften en de aanpassingen aan de bestaande liften moeten we toch ook constructief veel aanpassen. Voer je de snelheid van een lift op, dan moeten

ook de put en de uitloop groter worden. Om al die aanpassingen inzichtelijk te maken en de gevolgen in beeld te krijgen, is het hele project in BIM uitgevoerd. Hierdoor zijn veel mogelijke problemen vooraf bekend en opgelost. Het meeste denkwerk is nu gedaan en verrassingen zoveel mogelijk uitgesloten. We gaan nu de uitvoering begeleiden zodat als de toren volgend jaar open gaat alles werkt zoals het bedacht is. Alle gebruiksgroepen moeten hierin optimaal tot hun recht kunnen komen.’

«

21e Verdieping

Hangsteiger - 2-persoons - voorzien van stootrubbers aan voorzijde

20e Verdieping

19e Verdieping

Hangsteiger - 2-persoons - voorzien van stootrubbers aan voorzijde

BORSTWERING GLAS 1600 mm

18e Verdieping

Bestemmingsbesturing Als meerdere mensen voor een grote liftgroep staan te wachten, sprint iedereen meteen naar de eerste de beste liftdeur die opengaat en stapt in. Omdat traditionele liften daarna pas in de cabine weten waar de reizigers naar toe willen, maken ze vaak onnodig veel stops onderweg, bedienen ze allemaal vrijwel de gehele hoogte van het gebouw en duurt een cyclus dus lang. Met als gevolg dat het heel lang duurt voor de laatste persoon boven is. Bestemmingsbesturing lost dit probleem op. De bezoeker geeft niet via een op- of neerknop aan in welke richting hij of zij wenst te gaan, maar toetst direct de eindbestemming in. Intelligente software combineert deze wens met die van andere liftgebruikers en geeft aan welke lift de desbetreffende lifter moet nemen om snel op zijn eindbestemming te zijn. Het kan dan zijn dat er eerst al andere liften vertrekken alvorens de juiste gearriveerd is, maar dat stukje extra wachttijd wordt ruimschoots gecompenseerd door een veel kortere reistijd. Het individueel bepalen van de meest efficiënte lift per bezoeker door dynamische zonering is één van de kenmerken van bestemmingsbesturing. Bijkomend voordeel is dat met bestemmingsbesturing liften met een verschillend bereik aan stopplaatsen, zoals in A◆DAM het geval is, probleemloos in een groep kunnen worden gecombineerd. 100 wachttijd in seconden

De bestaande kern mocht niet worden vergroot, maar de capaciteit van de liftgroep moest wel omhoog. Hiervoor zijn allereerst een aantal voor de hand liggende oplossingen uitgewerkt. Er zal in de toren gebruik worden gemaakt van snellere liften en één van de liften zal worden vergroot omdat daar in de schacht nog ruimte voor kon worden gemaakt. Vervolgens worden er in de kroon en de plint extra lokale liften gerealiseerd voor speciale doeleinden. In de kroon zijn twee dedicated keukenliften gepland tussen de keuken en de restaurants. Er worden twee goederenliften gerealiseerd tussen de kelder en de begane grond en er worden twee parkeerliften toegevoegd, die ook de ondergrondse club ontsluiten. In de bestaande liftkern wordt een extra lift toegevoegd voor het hotel. Deze bedient verdiepingen 1 tot en met 7 en wordt geïntegreerd in de centrale liftgroep van de toren. De kern hoeft hiervoor niet te worden vergroot. Omdat in het hotel elke kamer zijn eigen toilet heeft, kon de centrale toiletgroep op elke hotelverdieping worden doorgebroken en ingevuld met een lift. De liften worden door alle functies in het gebouw gedeeld, zodat er optimaal gebruik kan worden gemaakt van de capaciteit. Zo wordt de lift voor het panoramadek ‘s ochtends vroeg gebruikt voor bevoorrading en tijdens de ochtendpiek als extra lift voor kantoren en hotel. Vanaf 10.00 uur tot 6.00 uur bedient deze de kroon inclusief het panoramadek. In het weekend en op feestdagen werkt juist één van de kantoorliften aanvullend op de panoramadeklift. De optimale benutting per lift ontstaat daardoor op basis van vermenging van gebruikerstromen,

overzicht gemiddelde wacht- en reistijd

80 REISTIJD

REISTIJD

WACHT TIJD

WACHT TIJD

50 30 0

bestemmingsbesturing conventionele besturing

10

11

12

13

14

15

16

17

piekvorming in % van de populatie per 5 minuten

18


iD

herbestemming

28

Radboudumc herbestemt stadsmonumentaal ziekenhuis tot multifunctioneel zorggebouw

Ziekenhuisbedden maken plaats voor bureaustoelen Het in 1953 gebouwde ziekenhuis van het Radboudumc in Nijmegen is herbestemd tot multifunctioneel zorggebouw. Om te zorgen dat het stads­monumentale gebouw qua comfort en energiezuinigheid volledig zou voldoen aan de moderne eisen, werd Deerns ingeschakeld. Na flink ‘duelleren’ met het ontwerpteam rolde er een installatietechnisch ontwerp uit dat financieel haalbaar was én dat recht doet aan het minimalistische design.


29 herbestemming iD

FACTS & FIGURES

Opdrachtgever: Architect: Constructeur: Omvang:

Radboudumc, Nijmegen EGM Architecten, Dordrecht Aronsohn, Rotterdam 13.500 m2

Tijdspad: Start ontwerp, 2011 Start bouw, 2012 Oplevering, 2014

Ton Kassing

Patiënt centraal Het Radboudumc heeft tussen 1993 en 2011 een flinke metamorfose ondergaan. De oudere gebouwen op het terrein hebben tijdens deze periode plaats gemaakt voor moderne gebouwen. Een van de laatste gebouwen die vervangen zou worden betrof Gebouw A. Dit in de Bossche stijl ontworpen carrévormige gebouw met patio uit 1953 is het oudste gebouw van het Radboudumc en fungeerde jarenlang als een volwaardig ziekenhuis. In 2012 zou het gebouw gesloopt worden. De 200 patiëntplaatsen die daarmee zouden verdwijnen, zouden in 2017 in een nieuw gebouw terugkeren. In 2008 keek Ton Kassing, net aangetrokken als projectdirecteur Bouwzaken van het Radboudumc, nog eens kritisch naar de nieuwbouwplannen. Hij vond het vreemd dat de patiënten pas in 2017 een nieuw onderkomen zouden krijgen. Kassing: ‘Dat strookte niet meer met de visie die het Radboudumc heeft; die is namelijk dat we de patiënt centraal zetten.’ Besloten werd daarom om de patiënt­ plaatsen inclusief IC’s en OK’s direct onder te brengen in het destijds in aanbouw zijnde Gebouw R waarin de behandel­ afdelingen en de stafruimten voor medisch specialisten gehuisvest zouden worden. Dit betekende echter dat voor de medisch specialisten alternatieve huisvesting moest worden gezocht. Terwijl het ziekenhuis hiernaar zocht, merkte Gemeente Nijmegen Gebouw A aan als stadsmonument. ‘Toen vielen de puzzelstukjes in elkaar en hebben we besloten Gebouw A te renoveren’, aldus Kassing.

Multifunctioneel gebouw Het ontwerpteam concludeerde dat het gebouw zich leent voor meerdere functies. De eerste tot en met de vierde verdieping zijn bestemd voor kantoren van medisch specialisten. De vijfde verdieping is gereserveerd voor de Raad van Bestuur van het Radboudumc. Op de begane grond is plaats voor een bedrijfsrestaurant en op -1 is de enige medische functie: de dialyseafdeling.

Het ontwerp­ team concludeerde dat het gebouw zich leent voor meerdere functies.

Om het gebouw voor deze functies geschikt te maken waren forse bouw­ kundige en installatietechnische ingrepen nodig. De plaatsing van een glazen dak over de patio van het gebouw is zonder twijfel de meest vernuftige ingreep. Kassing: ‘Hiermee hebben we twee vliegen in één klap geslagen: we hebben extra binnenruimte gecreëerd en het dak maakt de buitenschil kleiner waardoor het energieverbruik enorm is verbeterd.’ Voor de installatietechniek bleek het volledig strippen en vervolgens herinrichten de enige en beste oplossing. Het Radboudumc selecteerde Deerns voor de engineering van de installatietechniek. De opdracht voor Deerns was complex: maak een energiezuinig installatietechnisch ontwerp dat zorgt voor een optimaal comfort, dat toekomstbestendig is én past binnen het budget. Bovendien moest het ontwerp binnen de grenzen van monumentale renovatie te realiseren zijn.

Dwarsliggers Deerns ontwierp alle installaties en voorzag in het ontwerp een aansluiting op de bestaande infrastructuur. Omdat EGM architecten een clean ontwerp beoogde, zijn de verwarmingsradiatoren en -leidingen vervangen door klimaatplafonds. Door de toepassing van warmteterugwinning, lagetemperatuurverwarming en hogetemperatuurkoeling is het gebouw zeer energiezuinig. In de plafonds en wanden geïntegreerde ventilatieschachten voorzien de ruimten van verse lucht. De ventilatieroosters zijn zo afgesteld dat ze koudeval voorkomen. Het aanbrengen van moderne installatietechniek in een monumentaal gebouw, daagde Deerns uit om creatief te ontwerpen. Vooral de vele betonnen draagbalken in de vloeren bleken letterlijk dwarsliggers. ‘De ventilatieschachten en leidingen hebben we om deze balken heen moeten positioneren’, licht Aad Bijl, ves­tigingsdirecteur Maastricht van Deerns toe.

Plankje De financiële beheersbaarheid was de voornaamste zorg. ‘Bij een herbestemmingsproject als dit loop je het risico op

verborgen gebreken. De uitdaging is dan om deze op te lossen binnen het budget, zonder dat dit ten koste gaat van de functionaliteit’, licht Ton Kassing toe. ‘Dat betekent dat je binnen het ontwerpteam soms stevig moet duelleren.’ Aad Bijl beaamt dat. ‘Een van de zaken waar we bijvoorbeeld lang over hebben gediscussieerd is hoe we de koudeval langs de (hoge) ramen konden voorkomen. Door het ontbreken van radiatoren is er geen ‘motor’ die de lucht die valt weer omhoog blaast. Om de koudeval te breken hebben we daarom ter hoogte van de tussendorpel in de kozijnen een horizontaal plankje gemonteerd. Hierdoor wordt de lucht, voordat hij een te hoge valsnelheid krijgt, afgebogen naar de ruimte en voorkom je tochtklachten. Heel eenvoudig, goedkoop en effectief.’ Naast de kennis van het ziekenhuiswezen is ook de kennis van de fysiche processen die door de installaties veroorzaakt worden volgens Aad Bijl essentieel om dergelijke oplossingen te vinden. ‘Deerns heeft die kennis’, valt Kassing hem bij. ‘Ze zijn super gespecialiseerd en dus in staat om als gelijkwaardige gesprekspartners te debatteren. Maar daarnaast zijn goede mensen het belangrijkst; die maken het verschil.’

BREEAM Very Good Na de aanbesteding eind 2012 ging de bouw van start. Omdat het bestaande gebouw al volledig was gestript stond het cascogebouw inclusief gevel gereed voor de afbouwfase. Hierdoor kende het project ook voor de installatieaanleg een vliegende start. In februari 2014 is het gerenoveerde Gebouw A opgeleverd. Dankzij de energiezuinige installatietechnische voorzieningen maakte het gebouw een energielabelsprong van F naar A. Toetsing achteraf aan de BREEAM-criteria voor herbestemd vastgoed resulteerde in de score ‘Very Good’. ‘Gebouw A evenaart nieuwbouw qua duurzaamheid, ontwerp en functionaliteit en is toekomstbestendig’, besluit Kassing. ‘Dat is toch een knap staaltje herbestemmen.’

«


iD

wat ben jij aan het doen?

30

trots Stefan Timmers (42) is ontwerpleider Vastgoed, Onderwijs en Cultuur en sinds 2003 werkzaam bij Deerns. Hij heeft ervaring opgedaan in alle fasen van het bouwproces, bij een grote diver­siteit aan gebouwen. Van kantoor­gebouwen tot justitiële inrichtingen, nieuw­bouw maar veelal renovatie. Momenteel zet Stefan zijn kennis en ervaring in bij de Radboud Universiteit in Nijmegen. Een project waar hij trots op is.

‘Dit is zo goedkoop en logisch. waarom deed nog niemand dit?’

In het gebouw van de Radboud Universiteit waar de afdeling Tandheelkunde huist, zijn de verouderde W- en E-installaties toe aan vernieuwing. Stefan en zijn team maken het technisch ontwerp voor de nieuwe installaties. ‘Dit project is ontzettend interessant’, vertelt Stefan. ‘Vooral omdat het gebouw twee functies heeft: onderwijs/onderzoek en patiëntenfuncties. Dat zie je terug aan de ruimtes. Er zijn bijvoorbeeld onderzoekslaboratoria maar er is ook een indrukwekkende praktijkzaal met zo’n 60 tandartsstoelen waar studenten met echte patiënten kunnen oefenen. Waar zie je dat nou?’

‘Gebruikers merken niets’ De opdracht is om het gebouw uit 1970 zo energiezuinig mogelijk te maken – binnen het budget en zonder overlast voor de gebruikers. Dat laatste daagt Stefan en zijn team uit om slimme oplossingen te bedenken. De vervanging van de lucht­ installaties is er zo één. ‘In het ontwerp hebben we de nieuwe kanalen in andere schachten parallel gelegd aan de oude. Dit maakt het mogelijk om de hele structuur al aan te leggen terwijl de oude installatie nog in gebruik is. De ontkoppeling van de oude installatie en koppeling van de nieuwe kan hierna in een weekend worden gedaan. Gebruikers die maandag weer aan het werk gaan zullen dus niets van de overgang merken.’

Humidifree Het bedenken van dergelijke slimme oplossingen zit Stefan in het bloed. In 2013 leverde zijn inventiviteit hem zelfs een prijs op. Met zijn ‘Humidifree’, een manier om gratis lucht te bevochtigen door middel van extra warmteterugwinning, won hij de interne innovatiecompetitie van Deerns. ‘Het duurde even voor het kwartje viel maar direct erna dacht ik: dit is zo goedkoop en logisch, waarom doet niemand dit?’ Inmiddels heeft Humidifree een patent pending en wordt de techniek bij het Radboud-project in de praktijk toegepast. Terugkijkend op de uitvinding en ontwikkeling van de Humidifree, besluit Stefan: ‘Ook die maken me uiteraard heel trots.’

«

Commitment in Action Stefan is een van de 38 medewerkers van Deerns die hebben deelgenomen aan het internationale CIA-programma (Commitment in Action). Het CIA-programma is bedoeld om getalenteerde medewerkers bij Deerns onder andere de kans te geven leiderschapsvaardigheden te ontwikkelen. De deelnemers zijn opgedeeld in zeven Break Through Initiative (BTI)-groepen. Elke groep heeft een eigen onderwerp waar de deelnemers met hun begeleider van het International Management Team en sponsor van de Raad van Bestuur aan

werken. Stefan boog zich met zijn groep over Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Stefan: ‘De opdracht was om op ons kantoor in Italië het energiegebruik in kaart te brengen en waar mogelijk te besparen. Niet ‘hoe?’ was de vraag maar ‘hoe zorg je als leidinggevende dat de opdracht slaagt?’ Hoe motiveer je mensen en wat doe je als het project vastloopt? Het programma heeft me hiervoor handvatten gegeven.’ Ook de cultuurverschillen kwamen in het programma aan bod. ‘Het blijkt maar weer eens hoe groot die kunnen zijn. Mocht ik de kans krijgen voor Deerns in het buitenland te werken, dan komt die kennis me goed van pas.’


31 deerns varia iD CO2-prestatieladder

Kantoor avery dennison

Duurzaam en innovatief kantoor Avery Dennison Medio mei is het nieuwe Europese hoofdkantoor van Avery Dennison in Oegstgeest opgeleverd. Avery Dennison is wereldwijd leider in zelfklevende materialen en verpakkings­materialen en -oplossingen. Het zes verdiepingen tellende kantoorgebouw, 13.680 m2 groot, biedt plaats aan circa 450 medewerkers. Deerns ontwierp, samen met architectenbureau Paul de Ruiter, een installatieconcept voor alle kantoren, laboratoria en overige ruimten. Het gebouw voldoet aan de certificeringscriteria van BREEAM-NL Very Good.

MVO-verslag 2014

Duurzaam klimaatconcept

Atrium

De integraal ontworpen glazen gevel is afgestemd op de klimaat- en comforteisen van de kantoren en de labs. Om de zonnewarmte buiten te houden en van binnen een uiterst transparant beeld te bereiken, is hoog zonwerend glas gekozen met een print op een deel van het glas dat tevens een deel van de zonnewarmte weerkaatst. Een WKO-installatie maakt eveneens onderdeel uit van het duurzame klimaatconcept van het nieuwe kantoor.

De kantoren en labs liggen rondom een centraal atrium dat het hart van het gebouw vormt. De lucht in het kantoor wordt gebruikt om het atrium te klimatiseren. De lucht wordt overgestort vanuit de kantoren naar het atrium door een integraal ontworpen systeem. Daardoor zijn er geen retourkanalen nodig voor het kantoor, hetgeen leidt tot minder materiaal- en energieverbruik voor het atrium.

Voor het vijfde achtereen­ volgende jaar heeft Deerns zijn MVO-verslag samen­gesteld. In dit duurzaamheids­ jaarverslag wordt onder andere gerapporteerd over onze CO2-voetafdruk en de Deerns Multiplier. De CO2-voetafdruk is vastgesteld volgens de richtlijnen van CO2-prestatieladder en is voor 2013 uitgekomen op 4.820 kg CO2 per fte. Ondanks de aanzienlijke toename van het aantal vliegreizen, is de totale netto CO2-uitstoot in 2013 verminderd met 62 ton ten opzichte van 2012. Dit is een belangrijke bijdrage richting de verwezenlijking van onze doelstelling: 20 procent minder CO2-uitstoot in 2015 ten opzichte van 2009. Ook de Deerns Multiplier heeft zich wederom positief ontwikkeld. In 2012 was deze nog 726, in 2013 is deze gestegen naar 800. Met andere woorden: in 2013 was de CO2reductie gedurende de technische levensduur van onze top 10 projecten 800 keer zo groot als onze eigen jaarlijkse uitstoot.

Lichtontwerp Martin Luther King jr. Memorial Library Washington D.C.

Het volledig MVO-verslag is bij deze editie van het iD magazine bijgevoegd en is digitaal beschikbaar via www.deerns.nl.

Mecanoo architecten

In Washington D.C. wordt gestart met de renovatie van de Martin Luther King jr. Memorial Library. Het gebouw stamt uit 1972 en is oorspronkelijk ontworpen door de Amerikaans-Duitse architect Ludwig Mies van der Rohe, geestelijk vader van de moderne wolkenkrabber. Het monument wordt door Mecanoo architecten volledig gemoderniseerd. Deerns is de specialist voor het lichtontwerp. Kenmerkend onderdeel van de architectuur zijn de lichtlijnen in het plafond die de uitstraling van het gebouw in de avond bepalen. Het programma omvat straks onder andere een auditorium en diverse horecaconcepten welke een ander type licht vereisen dan de huidige diffuse TL verlichting. De uitdaging ligt in het behoud van de originele plafonduitstraling waarin toch de gewenste flexibiliteit in lichtbeeld en moderne techniek is geïntegreerd.


Duurzaam eigenzinnig kantoor

...brengt ideeën tot leven Ontwerpstudio D/DOCK en Deerns transformeerden de 3.000 m2 kantooromgeving van Google Amsterdam naar een interactief landschap voor het lokale Google team. Duurzaamheid speelde een grote rol; zo is er uitsluitend gewerkt met gezonde materialen uit Google’s ‘Healthy Material List’ en is er in het bijzonder gekeken naar energie- en waterverbruik om een zo duurzaam mogelijke werkomgeving te creëren.

www.deerns.nl


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.