// DUBBELINTERVIEW
Het hokjesdenken voorbij in op de vraag om iets te bewerken voor
Onlangs zaten we rond de tafel met twee Vlaamse koordirigenten en componisten die geregeld voor de dag komen met fascinerende composities voor koor en/of stem. Maarten Van Ingelgem is een dertiger die in 2008 de Gouden Klaproos voor koorcompositie van Sabam won. Dirk De Nef is net de vijftig gepasseerd en werkt momenteel aan zijn tweede groot werk voor soli, koor & orkest, ‘k Zing A geire. De liefde voor het koor is bij beiden maar één facet van een breed muzikaal spectrum.
de aanwezige koren. Dat was een enorme stimulans voor mij: ik kwam als het ware achter de schrijftafel vandaan en stapte de realiteit binnen. Die internationale context waar zangers, dirigenten en componisten in spe elkaar ontmoeten, heeft me toen ook wakker geschud. Plots merkte ik dat er veel mensen op een ernstige manier met koor bezig waren. Door die indringende ervaring ben ik vandaag nog steeds enthousiast over het Maarten Van Ingelgem // © www.gedem.be
Dirk De Nef
Europees Muziekfestival in Neerpelt, over de Erasmusprojecten, het Wereldkoor, maar ook over koorwedstrijden waar je andere visies en interpretaties kan ontdekken.”
EEN GEZONDE AFWISSELING Maarten Van Ingelgem (°1976) schreef reeds een vijftigtal werken voor uiteenlopende vocale en instrumentale bezettingen, waaronder het plichtwerk voor strijkers voor de Axion Classics 2003, een kameropera voor het Youth Opera Festival te Utrecht, een pianoconcerto en een tiental koorwerken. “Ik wilde altijd al met muziek bezig zijn, maar tijdens je opleiding moet je keuzes maken die enorm beperkend werken”, vertelt Maarten Van Ingelgem. “Als tiener was ik nog niet bezig met zang en koor. Ik zat vaker aan de piano te improviseren dan te studeren. Ik studeerde verder bij Jan Michiels en compositie bij Wim Henderickx. Pas in
Dirk De Nef (°1957) verwierf aan de
op te pikken. “Zo was er onder meer de
het Conservatorium ben ik bij het koor
conservatoria van Brussel en Antwerpen
kleinkunstperiode”, zegt Dirk De Nef. “Ik
gegaan waar de studenten koordirectie
eerste prijzen schriftuur, muziekgeschie-
luisterde naar Jan De Wilde, Boudewijn de
mee oefenden. Zo zong ik even later ook
denis en analyse en profileerde zich pas
Groot of Willem Vermandere. Van hen heb
in het Goeyvaerts Consort (het huidige
begin de jaren negentig als componist.
ik de aandacht voor goede teksten, geloof
Aquarius), maar ook als vervanger bij het
Eerst liet hij van zich horen op compositie-
ik. Zelf zong ik ook graag; ik studeerde
Vlaams Radio Koor en bij Ex Tempore. Hoe
wedstrijden en in 1995 brak hij definitief
zang bij Lucienne Van Dijck en zong in het
langer hoe meer voelde ik de noodzaak om
door met zijn Rond’eau dat toen het
koor Musica Nova van Roger Leens. Zo
meer te weten over dirigeren en zingen.
plichtwerk in de halve finale van de Ko-
leerde ik de kwaliteitskoormuziek kennen.
Daarom ben ik zangles gaan volgen. Uit-
ningin Elisabethwedstrijd voor piano was.
Even later mocht ik dankzij de Vlaamse
eindelijk ontdek je veel raakvlakken tussen
Uit een typisch muzikale familie komt hij
Koorfederatie meegaan naar een inter-
compositie, directie en zang. Ook vandaag is
niet, maar dat weerhield hem er niet van
nationale koorveertiendaagse (Agec) en
het niet mijn ambitie om alleen maar te com-
om als tiener heel wat muzikale invloeden
daar ging ik, net als enkele andere zangers,
poneren: ik dirigeer, ik zing, geef pianoles,
DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VAN KOOR&STEM // 7