dossier
dossier
NIEUW LEVEN IN DE BINNENSTAD
Campus Politieke en Sociale Wetenschappen De campus Politieke en Sociale Wetenschappen in de buurt van de Parkstraat en de Vesaliusstraat was jarenlang een 200 are grote verzameling van afgeleefde en los van elkaar functionerende universiteitsgebouwen. Toch had de campus – door een hele reeks functies zoals het kunstencentrum Stuk, studentenkoten, auditoria enz. – nog de nodige potentie. Tijdens het academiejaar zorgde de constante stroom van studenten en personeel voor de nodige (stedelijke) animatie, maar zeker in verlofperiodes straalde het hele complex een grote tristesse uit. Rond de eeuwwisseling veranderden twee belangrijke zaken: het Stuk nam haar intrek in de Naamsestraat, terwijl de Farmacieafdeling haar verhuis naar Gasthuisberg voorbereidde. De universiteit greep de kans aan om een masterplan te ontwikkelen en het hele gebied met alle gebouwen in verschillende faseringen te reorganiseren. Anno 2005 is het geheel nog niet helemaal afgewerkt, maar dankzij de inrichting van het binnengebied en de afwerking van het poortgebouw ontluikt de structuur van de nieuwe campus erg duidelijk.
6
Residentie Herman Servotte
staat nu een opvallend gebouw met ondergrondse parking. Deze studentenresidentie met bijhorende gastverblijven is essentieel in de wederopbouw van de campus. Het gebouw structureert niet alleen de achterliggende campus, maar schenkt de Parkstraat ook terug een straatwand. Tegelijk creeert het ook een duidelijk zichtbare hoofdingang. De structuur van het gebouw is zo opgevat dat de huidige studentenkamers in de toekomst gemakkelijk kunnen veranderen in kantoren en appartementen. Door de langgerekte en smalle vorm geeft deze residentie voldoende ruimte aan de achterliggende auditoria. De hoogte varieert van drie tot vijf bouwlagen, afhankelijk van het omliggende straatprofiel. Links van de centrale onderdoorgang is de gevel langs de Parkstraat bijna volledig beglaasd. Dit is niet meteen zichtbaar omdat de betonnen balkons omhuld zijn met een metalen vouwwand. Deze doen niet alleen dienst als zonnewering, maar schenken de bewoners ook de nodige privacy. De rechterkant van het gebouw is uitgevoerd in oranje-rode baksteen. De benedenverdieping van deze rechterzijde is opengewerkt zodat de straat en de campus voor elkaar zichtbaar zijn. Het dak kreeg een zinken kleedje.
Auditoria J. Monet en M. Weber
Hiva
Net zoals de heren naar wie de auditoria genoemd zijn – de politicus Jean Monet en de socioloog Max Weber die de basis hebben gelegd van respectievelijk de Europese Unie en de moderne sociologie – waren ook de auditoria zelf de eerste gebouwen die de campus haar nieuwe structuur schonken.
Het gebouw waar het Hiva (Hoger Instituut voor de Arbeid) is gehuisvest, dateert oorpsronkelijk uit de jaren ’50 en bood jarenlang onderdak aan het kunstencentrum Stuk. Door de verhuis van het Stuk kan het Hiva zijn diensten en kantoren in één gebouw concentreren.
Door de precieze inplanting van de eerste volumes ontstaan er langs de zijkanten twee duidelijke buitenruimtes. Een eerste ruimte ontstond tussen de aula’s en de Parkstraat. Daar is nu de toegang tot de campus. Achteraan vormt het gebouw een wand van het centrale ontmoetingsplein. Door één aula op te tillen, kwam er een overdekte buitenruimte vrij die beide pleinen met elkaar verbindt. Zo creëerde men in één beweging ook een verbinding tussen de Parkstraat en de rest van de campus.
Om het pand aan te passen aan de noden van kantoorgebruikers breidde het uit met een nieuwe lifttoren en een inkomhal. De ontwerpers plaatsten die aan de kant van de nieuwe auditoria zodat het Hiva zich opent naar het centrale plein. De onthaalfuncties van alle Hiva-onderdelen zitten nu gecentraliseerd in de benedenverdieping. Dankzij het glazen volume zijn deze onthaalfuncties zichtbaar verbonden met het centrale plein. Een ‘binnenstraat’ linkt de inkomhal met de trap aan de andere zijde van het gebouw. Hierlangs liggen de toegangen tot o.a. het secretariaat, het documentatiecentrum en de foyer. Deze binnenstraat en de nieuwe inkomhal vormen een informele ontmoetingsruimte voor het ganse gebouw. De bovenliggende verdiepingen herbergen de individuele werkplekken van het personeel.
Beide auditoria zijn als één compact volume ontworpen. Het ‘opgetilde’ auditorium haakt in het andere auditorium dat op de grond staat. Een deel van deze buitenruimte wordt omhuld met een matte glaswand. Hierdoor stroomt er veel daglicht in de inkomhal, die meteen ook dienst doet als ontmoetingsplaats. Binnenin zijn de ruimtelijke ervaringen sowieso opvallende anders dan aan de buitenzijde. Naast de lichtinval zorgen de groene kleur en de doorzichten voor een meer uitgelaten sfeer. De treden van de trappenpartij die het ene auditorium binnenin ontsluiten, vormen meteen ook de opbouw van het andere auditorium. Ontwerpers: Poponcini en Lootens ir. architecten
De architecten slaagden erin om met respect voor de jaren ’50 architectuur – en met een minimum aan middelen – het gebouw een meer hedendaags karakter te geven en het in te schakelen in de heropbouw van de campus. Ontwerpers: Verplancke en Flebus Masterplan: technische diensten K.U.Leuven planbureau
7