4 minute read

Buurten in miniatuur

“Zo’n gebouw op plan krijgen, dat is het moeilijkste”

De kranten sprongen er op. TV OOST volgde. En ook Radio 2. Zelfs VRT NWS wijdde er een berichtje aan en ‘Iedereen Beroemd’ kwam langs. De prachtige, waarheidsgetrouwe miniatuurgebouwen die Marc Mortier in mekaar knutselde waren even het nieuws van de dag. Al even plots werd hij gebombardeerd tot uithangbord van zijn club, de Oost-Vlaamse Modelspoor Vereniging (OVMV). Sinds enkele jaren vindt die club een onderkomen aan de Tragel, boven Rollerland. CHIPKA op zoek naar buurten… in miniatuur.

Marc bij enkele van zijn werken, fraaie kopieën van gebouwen aan het Esplanadeplein.

Het begon allemaal, zoals vandaag wel meer verhaaltjes beginnen, met een foto op Facebook. “Ik postte de foto van mijn creaties in de Facebookgroep ‘Ge zè van Oilsjt as ge…’”, vertelt Marc. “Dat het zo’n succes zou worden, had ik nooit verwacht. Na 2 dagen zat ik al aan 2 000 likes… Toen de pers dat oppikte kwam alles in een stroomversnelling. Ik had daar eigenlijk niet om gevraagd”, glimlacht de gepensioneerde brandweerman.

Uiterst gedetailleerd Marc bedient een digitaal paneel. Een fluitende locomotief zet zich in beweging langs een historisch woonhuis aan de Pierre Corneliskaai, een rij statige herenhuizen aan het Esplanadeplein, het broodhuis in de Moorselbaan, het geboortehuis van Désiré De Wolf in de Pontstraat, ‘De Gapaert’ in de Molenstraat, ‘Atelier Ronsevaal’ aan de Brusselse steenweg… We staan erbij en kijken ernaar, letterlijk. De uiterst gedetailleerde miniatuurgebouwen zijn een precisiewerk. Wie al eens smalend doet over ‘mannen die met treintjes spelen’, kan hier makkelijk op andere ideeën komen. Het geduld, de kennis van elektronica, het inzicht en de handigheid die bij deze hobby komen kijken, zijn indrukwekkend.

’t Soethout “Ik kreeg ook to e reacties van bewoners van de huizen die ik namaakte”, zegt Marc, terwijl hij zich over de plannen van zijn volgende project buigt. Op tafel ligt een gedetailleerde tekening van het voormalige restaurant ’t Soethout, rechtover de Sint-Martinuskerk. “Een gebouw vertalen naar plan, dat is het moeilijkste”, weet Marc. “Ik start altijd met foto’s. Dan meet ik ter plekke de breedte van het gebouw op. Om de hoogte te bepalen, werk ik met een rastertechniek en een wiskundige formule om op schaal 1/32 te kunnen werken. Het bouwen verscha me het meeste plezier. Ik doe al

Ook de uitwerking van deze Nederlandse seintoren gebeurde uiterst gedetailleerd. Het voormalige stationsgebouw van Sint-Joost-Ten-Node, Marcs eerste creatie.

aan miniatuurbouw sinds mijn 10 jaar. Eerst plastic modellen, daarna houten schepen en tenslotte metaal, de treinen. Ik pikte de microbe op van mijn vader, die kocht al eens een bouwpakket. Voor een kleine jongen is zoiets fantastisch.”

Station Sint-Joost-Ten-Node Het eerste kunstwerk van Marcs hand is het station van Sint-Joost-Ten-Node. “Ik zocht naar een mooi gebouw en kwam bij dit voormalige Brusselse station uit. Vandaag is het een jazzclub, maar de architectuur bleef behouden.” Het werk is een huzarenstukje. Zelfs de fraaie art-nouveau trapleuningen uit messing werden tot in de kleinste krulletjes nagebootst. “Met laser gesneden,” legt Marc uit. “Alles wat ik doe is zelfbouw en komt dus niet uit bouwpakketten: ik werk met mdf-platen, aluminium, hout, koper, plastic, messing… en laag per laag bouw ik alles op. Eens je de technieken beet hebt, kan eigenlijk iedereen ermee beginnen.”

Van Aalst tot Merelbeke Dirk Mertens, voorzitter van de modelbouwclub, leidt ons verder rond in het uitgestrekte atelier. We staan stil bij topwerken van andere clubleden: landschappen met wijnranken, een oorlogstafereel, de levendige Italiaanse toeristische trekpleister ‘Cinque Terre’, een oude schroothandel en nog zoveel meer. Allemaal aparte modules die minutieus in elkaar werden gestoken en met een spoorweg er als rode draad doorheen. “Één van die modules werd gebruikt in de film ‘De Helaasheid der Dingen’”, vertelt Dirk. “Waar we ook fier op zijn, is de

De volgende plannen liggen al klaar voor de gevel van het voormalige restaurant 't Soethout. Voorzitter Dirk voor de maquette die figureerde in een scène van 'De Helaasheid der dingen".

“We moeten ons spaarpotje aanspreken voor de huur- en andere kosten. Hopelijk kunnen we hier snel weer aan de slag” | Dirk

maquette van de Aalsterse stationsomgeving, anno 2000. De spoorlijn loopt door de stationsomgevingen van Aalst, Kerrebroek en Burst. Lede moet de volgende stap worden en onze ambitie is om zelfs tot Merelbeke te gaan. Op termijn moet deze spoorweg een centrale plek in ons atelier krijgen.” Spaarpotje aanspreken De onverwachte reclame in de media komt niet geheel ongelegen voor de modelbouwclub, want ook hier staat de activiteit sinds corona op een laag pitje. De club bestaat sinds 1999 en telt 49 leden. Het jongste lid is amper 11 jaar. Wel opvallend: model- en spoorbouw blijkt een typisch mannelijke hobby te zijn, want de club telt geen vrouwelijke leden. Dirk hee er geen verklaring voor. Maar daar breekt hij ook zijn hoofd niet over. Dat doet hij wel over het gebrek aan inkomsten, want sinds het clubcafé gesloten is, komt er niets meer binnen. “We moeten ons spaarpotje aanspreken en rekenen op solidariteit van de leden voor de huur- en andere kosten. Hopelijk kunnen we hier snel weer aan de slag. Dan zijn we terug open op woensdagnamiddag en -avond en op zaterdagnamiddag, ook voor bezoekers. Kinderen kunnen hier gratis spelen met de kindertreinbanen. Wie weet leggen ze hier de kiem voor een bijzondere hobby.”

Het station van Aalst anno 2000 is ook een blikvanger.

This article is from: