Stabulletin JAARGANG 29 | NUMMER 02 | SEPTEMBER 2014
Jack Liemburg: “Tailormade is de toekomst”
Monika Chao-Duivis, directeur van het Instituut voor Bouwrecht:
“De bouw wordt steeds meer een kennisindustrie”
VOORWOORD
voorwoord Marc Verhage algemeen directeur STABU
Voor u ligt een compleet vernieuwd bulletin. Dit is één van de veranderingen die STABU de afgelopen tijd heeft ondergaan en ook nog de komende periode zal ondergaan. Een nieuw onderkomen, een nieuwe website, een nieuw product, eigen software, een reorganisatie, nieuwe medewerkers en een nieuwe positionering. Allemaal zaken die broodnodig zijn gebleken om STABU aansluiting te laten houden bij de veranderende bouwsector. STABU heeft de afgelopen jaren een sterke positie bereikt. We ontwikkelen en beheren de grootste database om te specificeren in de bouwsector. Van oudsher middels het klassieke standaardbestek, in de toekomst steeds meer vanuit Bouwwerk Informatie Modellen. STABU bereidt zich voor op de toekomst door vol in te zetten op innovatie, communicatie en samenwerking en verstevigt zo haar fundament als kennispartner. We zijn daarnaast bij een aantal ontwikkelingen betrokken waar we onze kennis en data inbrengen om de sector optimaal te ondersteunen. STABU Bouwbreed Begin 2015 komen we met de eerste versie van STABU Bouwbreed. Hiervan zijn begin juli al een aantal modules gelanceerd, samen met een eigen softwarepakket. Zo kan de markt vast meekijken met wat er staat te gebeuren. Onze visie op de waarde die STABU en haar nieuwe systematiek kan toevoegen aan de bouw- en installatiesector is in een document en film te vinden op de website www.stabu.org. Nieuwe formule Stond het bulletin eerst vol met technisch inhoudelijke stukken, vanaf nu behandelen we algemenere business- en managementvraagstukken die voor de hele sector van belang zijn en waar STABU een rol in heeft. Uiteraard verliezen we de technische inhoud niet uit het oog. Daarvoor verwijzen we u graag naar de module ‘Kennissystemen’ van STABU Bouwbreed, waar alle relevante informatie wordt opgeslagen. In dit bulletin behandelen we onder andere functioneel specificeren. Zoals bekend is dit momenteel ’trending topic‘ in de sector. STABU heeft daartoe de Projectgroep 99 opgericht. In dit bulletin geeft Aedes haar visie op dit onderwerp vanuit het perspectief van corporaties. In een gesprek met hoogleraar Bouwrecht Monika Chao-Duivis komt de wetgeving naar aanleiding van de CPR en het stelsel van kwaliteitsborging aan bod. Hilti brengt in een interview naar voren hoe deze fabrikant vooruitstrevend omgaat met veranderingen als de CPR en BIM, waarbij een link wordt gelegd met de dagelijkse praktijk. In iedere editie komt voortaan ook een niet zo voor de hand liggend persoon aan het woord, die vanuit zijn vak parallellen trekt met de bouwsector. Ditmaal is dat kunstenaar Jack Liemburg. Ons doel met dit vernieuwde bulletin is u op een toegankelijke manier informeren, met een aantrekkelijk vormgegeven blad waardoor STABU op uw netvlies komt te staan. Ik hoor graag van u of we daarin geslaagd zijn! Marc Verhage algemeen directeur STABU
STABULLETIN | 2
INHOUD
inhoud 2 4
8
colofon
Voorwoord: Marc Verhage
Stichting STABU Postbus 36 6710 BA EDE
Monika Chao-Duivis: “De bouw wordt steeds meer een kennisindustrie”
Telefoonweg 32 6712 GC EDE
Kunstenaar Jack Liemburg: “Tailormade is de toekomst”
Tel. 0318 63 30 26 Fax. 0318 63 59 57 E-mail: info@stabu.nl Website. www.stabu.org
Ontwerp: BouwStijl Media, Rotterdam Redactie: BouwStijl Media, Rotterdam ISSN: 1384-7872 Copyright: STABU
14
STABU Nieuws
16
Vanuit het bestuur: Dennis Duffels
18
Jerry Huijsman, Hilti: “We moeten meer vooruit leren denken”
19
Maarten Georgius, Aedes: “De markt moet uitgedaagd worden”
22
Column Boudewijn Goedhart: Denk klantgericht!
n
i t e l l u b a St
IL 2014
ER 01 | APR
G 29 | NUMM
JAARGAN
Jack : Liembuerg is “Tailormad st” de toekom
DireCteur
eCht:
r bouwr
tituut voo
van het inS
worDt “De bouw eer een SteeDS M DuStrie” kenniSin o-DuiviS,
Monika Cha
STABULLETIN VERNIEUWD E UITGAVE!
STABULLETIN | 3
INTERVIEW
Monika Chao-Duivis: “De bouw wordt steeds meer een kennisindustrie” Monika Chao-Duivis is directeur van het Instituut voor Bouwrecht. Daarnaast is zij hoogleraar Bouwrecht aan de TU Delft en mag ze zich Legal Woman of The Year 2013 noemen. Voor dit bulletin spraken we haar over twee veranderingen in het bouwrecht die op dit moment een grote stempel drukken op de sector: de private kwaliteitsborging en de Europese CE-markering. Minister Blok wil wettelijk regelen dat opdrachtgevers en bouwers vanaf 2015 zelf verantwoordelijk worden voor de kwaliteit van bouwprojecten. Wat betekent de invoering van deze private kwaliteitsborging? “Bouwwerken moeten aan bepaalde eisen voldoen. In het verleden toetste Bouw- en Woningtoezicht dit in het kader van de vergunningaanvraag. Dat wordt nu overgenomen door private partijen. De overheid gaat niet meer keuren, maar een opdrachtgever/eigenaar moet zelf zorgen en aan tonen dat het ontwerp en bouwwerk aan de door de overheid gestelde eisen voldoet.” Hoe bereidt de sector zich voor op de aankomende veranderingen? “Er wordt heel veel opgetuigd. Bij een bouwwerk zijn veel partijen betrokken voor verschillende werkzaamheden. Die moeten allemaal gecontroleerd worden. Eerder bekeek Bouw- en Woningtoezicht de tekeningen van al deze partijen en gaf daar al dan niet akkoord op. In het afgelopen decennium is de ‘wetenschappelijke’ kant van toetsen echter behoorlijk ontwikkeld en is de drieslag persoon, proces en product ontstaan.” “Nu wordt eerst gekeken naar de persoon die iets doet. Heeft hij de juiste kwalificaties? Daarna volgt het proces. Wordt er met goed materiaal gewerkt, verlopen de werkzaamheden netjes en is daar een verslag van? Ten slotte is er controle op het eindproduct. Op al die controles wil men zicht hebben en ook nog eens voor alle verschillende
STABULLETIN | 4
INTERVIEW
disciplines. Zo ontstaan allerlei reglementen (het Instituut Bouwkwaliteit dat dit voorbereidt noem het ‘instrumenten’) en certificerende instanties (instrumentbeheerders). Door de veranderende regelgeving is dit in een stroomversnelling geraakt. De bouw bereidt zich in elk geval flink voor.” Wat vindt u van de gedachte dat door een private kwaliteitsborging ‘de slager zijn eigen vlees keurt’? “De private kwaliteitsborging is voor een deel een kwestie van zelf verklaren via welke methode gewerkt wordt, dat het gehanteerde proces goed in elkaar zit en dat je de relevante kwalificaties hebt. Daar is echter een controlestelsel aan gekoppeld, waarbij de instrumentbeheerder en/of de toelatingsorganisatie die het instrument heeft toegelaten, de uitvoerende partijen controleert. Het is dan te simpel om te zeggen dat de slager zijn eigen vlees keurt. Periodiek worden controles uitgevoerd en als ultieme straf kan een keurmerk of certificaat ingetrokken worden. Zo’n externe controle is noodzakelijk. Als het zou worden gelaten bij de enkele verklaring van de partij die het werk doet, is dat absoluut niet voldoende.” Zo worden vooral de personen en het proces gecontroleerd. Hoe zit het met de controle van het product? “Ook hier geldt dat een eigen verklaring van de bouwer onvoldoende is. Daar zal de opdrachtgever eindcontrole op moeten uitvoeren. Als relatieve leek zal hij hier vaak een externe partij voor inhuren zoals een ingenieur van Vereniging Eigen Huis of een adviesbureau. Ten opzichte van de aannemer, ontwerper of een andere betrokken partij is dat een externe deskundige die het geleverde opneemt. Zo’n producttoets kun je aan het eind doen, maar kan natuurlijk ook tijdens het proces.”
” In het afgelopen decennium is de ‘wetenschappelijke’ kant van toetsen behoorlijk ontwikkeld “
Volgens de oorspronkelijke plannen zou de private kwaliteitsborging per 1 januari 2015 ingaan. Deze datum is nu losgelaten. Wat vindt u hiervan? “Dit is een hele grote operatie. Ik denk dat de geesten rijp zijn voor private kwaliteitsborging en dat het nieuwe systeem ook zeker kan werken, maar het moet wel goed opgezet worden. Voor alle verschillende partijen en processen moeten er instrumenten komen. Hoe ga je controleren en borgen? En wie controleert de instrumentbeheerders? Ook dat moet op poten gezet worden. Er spelen grote economische belangen. Als een aannemer niet gecertificeerd wordt, is dat een hele ingrijpende beslissing voor een bedrijf. Dat moet goed onderbouwd zijn. Het formuleren van regelgeving heeft tijd nodig. Ik vond de streefdatum dan ook erg optimistisch en eigenlijk onverantwoord.”
STABULLETIN | 5
INTERVIEW
Een andere ingrijpende wijziging voor de sector is de CPR die vorig jaar juni Europese wetgeving is geworden. Dat betekent dat voor veel bouwproducten nu een CE-markering verplicht is. Vanwaar deze verandering? “De Europese Unie houdt zich bezig met vrij handelsverkeer binnen Europa. Ook bouwstoffen worden internationaal verhandeld. De EU wil voorkomen dat door allerlei landelijke eisen deze producten de grens niet over kunnen. Dat is de achtergrond van de Europese regelgeving voor bouwproducten.” Waarom is de CE-markering nog niet voor alle bouwproducten verplicht? “Of een product CE-gemarkeerd moet worden, is afhankelijk van de vraag of het product onder een geharmoniseerde norm valt. Een product dat bestemd is om blijvend te worden verwerkt in bouwwerken, is een ‘bouwproduct’. Dit is een ruime term dus er valt veel onder. Een product dat in de bouw gebruikt wordt, maar niet aan deze omschrijving voldoet, valt niet onder de bouwproductenrichtlijn. Mogelijk kan dit wel weer onder een andere richtlijn/verordening vallen.” Hoe sluit deze Europese wetgeving aan op landelijke wetgeving, zoals het Bouwbesluit? “Het Bouwbesluit stelt eisen aan gebouwen, CE-markering aan producten. Landelijke gebouweisen hebben bijvoorbeeld met het klimaat en bodemgesteldheid te maken. Wij stellen in Nederland in principe geen eisen aan aardbevinggevoeligheid, maar zitten wel voor een groot gedeelte onder zeeniveau. We kunnen het vanwege ons klimaat belangrijk vinden specifieke eisen te stellen aan hoe een muur geïsoleerd wordt. Voor het isolatiemateriaal gelden Europese normen, maar de overheid mag voorschrijven dat je drie lagen van een bepaald CE-gemarkeerd isolatiemateriaal nodig hebt.” Hoe ziet u de toekomst van de bouwsector in het perspectief van de veranderende regelgeving? “Er gebeurt al heel veel. Zowel op het gebied van private kwaliteitsborging als de CE-markering. Je hoort vaak mensen zeggen dat de bouw een achterlijke sector is. Dat stoort mij. Kijk maar naar dit soort normeringen en alles wat hierbij komt kijken. Men probeert daar echt op een wetenschappelijk verantwoorde manier vorm aan te geven. Ik denk dat de bouw daar behoorlijk ver in is. Het is nu een kwestie van afmaken waar men aan begonnen is. Dat moet je niet overhaasten. Vervolgens moeten individuele aannemers, ontwerpers en andere partijen die kennis tot zich nemen en in de praktijk brengen. Op het niveau van de bouwplaats en de tekenkamer is nog wel een slag te maken. De bouw in Nederland wordt steeds meer een kennisindustrie en dat komt de kwaliteit ten goede. Natuurlijk is nog ruimte voor verbetering, maar daar wordt ook aan gewerkt. Hoe serieus dat bouwbreed benaderd wordt, verrast mij in positieve zin.”
STABULLETIN | 6
” Je hoort vaak mensen zeggen dat de bouw een achterlijke sector is. Dat stoort mij “
STABU is voornemens dit najaar een CEcongres te organiseren. Check de website www.stabu.org voor meer informatie en aanmeldingsmogelijkheden.
INTERVIEW
“Voor alle details over de CE-markering verwijs ik graag naar het boek ‘Certificering en normalisatie in het publieke bouwrecht’ van Richard Neerhof. Daarnaast deed ik samen met Hugo Strang op verzoek van het Ministerie van Binnenlandse Zaken onderzoek naar de vraag hoe de bouwconsument (opdrachtgever) beter te beschermen is. Dat resulteerde in het boek: ‘Naar een andere verdeling van verantwoordelijkheid in de bouw, onderzoek naar privaatrechtelijke verbeteringsmogelijkheden van de bouwkwaliteit’. Beide boeken zijn uitgegeven door het Instituut voor Bouwrecht.”
Monika Chao-Duivis Monika Chao-Duivis is directeur van het Instituut voor Bouwrecht dat onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek doet in het veld van publiek en privaat bouwrecht. Daarnaast is ze hoogleraar Bouwrecht aan de TU Delft. Ze is gespecialiseerd in privaatrecht, waarbinnen ze zich vooral richt op contracten-, aanbestedings en aansprakelijkheidsrecht. Onderzoek naar de gevolgen van nieuwe Europese regelgeving is één van de aspecten waar ze zich op toelegt.
STABULLETIN | 7
INTERVIEW
Kunstenaar Jack Liemburg: “Tailormade is de toekomst”
“Net als bij kunst geldt ook voor de bouw dat er wel een markt voor je eindproduct moet zijn” STABULLETIN | 8
INTERVIEW
Hij zei een gouden carrière in het zakenleven vaarwel en ging zijn droom achterna. Ongeveer tien jaar later timmert Jack Liemburg ook als kunstenaar succesvol aan de weg. Zijn workshops zijn uitverkocht en zijn schilderijen gaan als warme broodjes over de toonbank. Zijn geheim? Inspelen op de wensen van de klant. Zie hier de parallel met de bouwsector, die momenteel middenin deze transitie zit. Wat kan de bouw van deze kunstenaar leren? We spreken Liemburg op de tweede verdieping van de Hertog van Gelre, een jaren 90 kantoorgebouw in het hartje van Apeldoorn. Vroeger bevolkten kantoormedewerkers hier een in hokjes verdeelde etage. Maar sinds het pand leeg is komen te staan, sieren spontane schilderijen in felle kleuren de wanden en de vloer van één grote open ruimte. De transitie die dit pand heeft doorgemaakt, van kantoorgebouw tot kunstenaarsbolwerk, weerspiegelt de carrière van Liemburg. Dubbelleven Na zijn studiejaren werkte Liemburg zich op tot de eigenaar van een succesvol headhuntersbureau waarmee hij zich op executive search en werving en selectie richtte. “Dag in dag uit was ik bezig met het plaatsen van commercieel managers en accountmanagers binnen de printing, IT en media, maar ook voor bouwbedrijven. Als een keurige accountmanager, strak in het pak, mooie auto erbij. Maar mijn hart lag bij de kunst. Ik leefde een dubbelleven, tot ik grofweg tien jaar terug besloot om me volledig op mijn passie te richten.”
Succesvolle start De overstap naar de kunstwereld gaat Liemburg goed af. Steeds meer mensen hebben een ‘Jack’ aan de muur. IKEA gebruikt binnenkort zelfs Jack’s Art suikerzakjes in haar restaurants en de workshops die Liemburg al jarenlang organiseert zijn drukbezocht. De resultaten van deze clinics hangen inmiddels al in directiekamers, fabriekshallen en huiskamers in binnen- en buitenland, ondanks de recessie. “Van de crisis merk ik eigenlijk niets”, vertelt Liemburg dan ook met trots. “Kwamen er in het begin ongeveer 100 mensen per maand op mijn workshops af, tegenwoordig schommelt dit aantal tussen de 1.200 en 1.300.” Meer dan alleen mooi Liemburg profiteert als kunstenaar onder andere van zijn netwerk als headhunter. Maar ook de kennis die hij destijds heeft opgedaan komt hem goed van pas. “Kunst is niet alleen mooi om naar te kijken, maar ook een economisch vehikel. Als er geen vraag naar is, dan kun je het zelf nog zo mooi vinden, maar dan raak je het aan de straatstenen niet kwijt.” Op de vraag of hij hier een parallel ziet met de bouwsector, knikt Liemburg instemmend. “Ook voor de bouw geldt dat er wel een markt voor je eindproduct moet zijn. Veel bouwers zijn de tijd gewend waarin panden in no time uit de grond gestampt werden zonder rekening te houden met de vraag of het wel verkocht kon worden. Maar die tijd is echt voorbij.”
STABULLETIN | 9
INTERVIEW
“Mensen zijn op zoek naar iets unieks, dat volledig afgestemd is op hun eigen wensen. En ze zijn bereid hiervoor te betalen”
STABULLETIN | 10
INTERVIEW
Tailormade heeft de toekomst Aangezien de werken van Liemburg ook in grote getale in woonwinkels hangen door het hele land, ziet hij de voordelen van seriematig werken. Tegelijkertijd levert hij ook unieke werken af op bestelling. “Juist in die markt zie ik de laatste jaren de grootste groei. Mensen zijn op zoek naar iets unieks, dat volledig afgestemd is op hun eigen wensen. En ze zijn bereid hiervoor te betalen. In de bouw verwacht ik dezelfde ontwikkeling. Zet daarom geen projecten meer neer van 200 dezelfde eengezinswoningen, maar bied mensen de mogelijkheid om deze – natuurlijk binnen bepaalde grenzen – te personaliseren. Tailormade heeft echt de toekomst.” Liemburg ervaart de kracht hiervan dagelijks. “Bouwen is ondernemen, kunst ook. Wij hebben de afgelopen jaren al diverse mooie, leegstaande projecten onder handen genomen door ze op te leuken met op de locatie afgestemde kunst. En met succes. Kunst en aankleding worden vaak gezien als sluitpost. Maar ik ben ervan overtuigd dat je veel meer bereikt, als je hier prioriteit aan geeft.” Een sprekend voorbeeld uit de praktijk is “de Maalderij”, het industriële pand waar STABU onlangs naar verhuisd is. Zo’n tien doeken in de stijl van Herman Brood, met wie Liemburg jaren heeft samengewerkt, maken van de prachtige ruimtes in de Maalderij een prettige werkomgeving. Leer samenwerken Voor de bouw heeft Liemburg ten slotte nog een laatste tip: “Leer samen te werken en duidelijk te communiceren. Ste-
den en gebouwen zijn voor mij prachtige inspiratiebronnen. Maar als ik een cursus geef aan bedrijven uit de sector, of dit nou een installateur of corporatie is, merk ik ook dat er bij het tot stand komen van die gebouwde omgeving veel fout gaat. Vaak staan interne én externe communicatieproblemen een effectief proces in de weg. Als je succesvol wilt zijn in jouw vakgebied, moet je die aanpakken.” “Tijdens mijn workshops gaat het daarom lang niet alleen om het schilderen. Als je met een afdeling of mensen van verschillende afdelingen aan één schilderij werkt, merk je
“Vaak staan interne én externe communicatieproblemen een effectief bouwproces in de weg” gauw waar de bottlenecks zitten. Dankzij mijn ervaring in de executive search sleutel ik aan die problemen door doelstellingen aan de cursus te hangen. Dat kan gaan om het verbeteren van de klantvriendelijkheid, het bieden van toegevoegde waarde of het werken buiten gebaande paden. Uiteindelijk bepaalt de mate waarin je als onderneming met deze thema’s omgaat, hoe succesvol je de komende jaren zult zijn.”
Jack Liemburg Benieuwd geworden naar de kunstwerken van Jack Liemburg? Wil je een workshop bij hem volgen of heb je interesse in het aanschaffen van een echte “Jack”? Neem dan een kijkje op www.jacksart.nl.
STABULLETIN | 11
ADVERTORIAL
Nieuwe woning ‘future proof’ met glasvezel Het afsluiten van een abonnement voor internet, televisie en telefonie bij het betrekken van een nieuwbouwwoning: het is inmiddels net zo standaard als het omzetten van het postadres. Ruim zeven op de tien Nederlanders hebben hun aansluitingen al geregeld voordat ze verhuizen. Slechts 9% moet dit nog aanvragen na verhuizing*. Voor veel consumenten is snel en stabiel internet in de vorm van een glasvezelverbinding een meerwaarde voor hun nieuwe woning. Dat is ook niet verwonderlijk. Net als de nieuwe woning is een glasvezelverbinding een investering in de toekomst. Bert van Pijkeren, operationeel manager Gebiedsontwikkeling en Bouw bij Reggefiber: “Met een glasvezelverbinding wordt niet alleen de basis gelegd voor een snelle internetverbinding. Het kan ook de opmaat zijn naar een passiefhuis. Zo’n energieneutraal huis verbruikt voor verwarming maximaal 15 kWh/m² per jaar. Met een open glasvezelverbinding en ‘tools’ als een slimme meter kan op afstand energiemonitoring worden uitgevoerd om deze waarde daadwerkelijk te halen.” Een andere praktische toepassing van glasvezel is beveiliging op afstand. Met diverse draadloze alarmsystemen, bediend via een smartphone, heb je op elk moment en iedere plaats controle over de woning. Een snelle en stabiele verbinding met een gegarandeerde doorvoer van data is hierbij een groot pluspunt. Eigen glasvezelkabel Een dergelijke ‘next generation’ verbinding komt er echter niet vanzelf. Reggefiber richt zich in Nederland op de aanleg en het beheer van open glasvezelnetwerken in bestaande en nieuwbouwwijken. Al voor de bouw van nieuwbouwwoningen legt Reggefiber voor elke woning een eigen glasvezelkabel in de grond tegen de erfgrens van het perceel. “Een aantal weken voor de sleuteloverdracht wordt de verbinding binnengebracht in de nieuwbouwwoning en een glasvezelmodem geïnstalleerd”, licht Van Pijkeren toe. “Bij nieuwbouwprojecten van meer dan 250 woningen wordt in principe glasvezel aangelegd. Voor kleinere projecten kunnen aannemers of consumenten via Aansluitingen.nl bij Reggefiber de mogelijkheden voor een glasvezelverbinding opvragen.” Onderscheidende factor Uit onderzoek* blijkt dat zeven op de tien bewoners van nieuwbouwwoningen het belangrijk vinden dat ze in de nieuwe woning gebruik kunnen maken van de nieuwste technieken. Een groot deel van de ADSL- en kabelgebruikers geeft aan graag over te stappen naar glasvezel als dit beschikbaar is. Van Pijkeren: “Voor een grote groep consumenten is de aanwezigheid van glasvezel van toegevoegde waarde bij het betrekken van een nieuwe woning. De aanwezigheid van een glasvezelverbinding is een belangrijke vestigingsfactor: een element om rekening mee te houden bij het plannen en inrichten van nieuwbouwlocaties.”
* Right Marktonderzoek juli 2014
Meer informatie: www.eindelijkglasvezel.nl
ADVERTORIAL
DERBIGUM: Making Buildings Smart
Innovatie is de belangrijkste pijler in de strategie van Derbigum. De inspanningen op dat vlak hebben geresulteerd in onder andere een dakbaan op plantaardige basis en dakbedekking met geïntegreerde zonnecellen.
De Belgische onderneming Derbigum, het moederbedrijf van Derbigum Nederland, is gespecialiseerd in energiebesparende en -producerende dakbedekkingsmaterialen. De onderneming is gestart in 1932 en investeert vandaag de dag fors in vernieuwende producten voor duurzaam bouwen en energiebeheer. Het credo ‘Making Buildings Smart’ geeft de missie van Derbigum duidelijk weer: innovatieve en duurzame oplossingen op maat ontwikkelen. Het doel is energiekosten besparen, hernieuwbare energie produceren, de duurzaamheid verhogen en zodoende de ecologische voetafdruk van gebouwen beperken. DERBIPURE® Eén van de innovaties die het bedrijf heeft voortgebracht is een witte dakbedekking met de naam DERBIPURE®. Dit is een niet-bitumineuze dakbaan op plantaardige basis. Het is versterkt met een composiet glas/polyester wapening en geïmpregneerd met een hoogreflecterende acrylcoating. DERBIPURE® werkt hierdoor als een passieve koeler. Zo zorgt het voor energiebesparing en vermindert het de productie van CO2 tijdens zijn volledige levensduur. Dankzij een neutrale pH-coating kan regenwater van het dak teruggewonnen worden.
Derbisolar® Derbisolar® is een dakbedekking met geïntegreerde zonnecellen. In 2011 is gestart met de renovatie van 640 woningen in Overvecht Noord. Dit moest duurzaam gebeuren. Daarom is er op de daken Derbisolar® geplaatst: een witte dakbaan met geïntegreerde flexibele PV-cellen. Het totale project bevat 3840 panelen PVL 144. Dat is een geïnstalleerd vermogen van 552.960 Wattpiek. De opbrengst zal per jaar ca. 500.000 kWh bedragen. Met 8300 m² aan zonnepanelen is deze wijk nu het grootste zonne-energiepark van Utrecht. De woningen zitten nu allemaal in energielabel B, sommigen zelfs in A, terwijl ze voorheen in label E of zelfs F zaten. Bestekservice Op www.derbigum.nl staat een bestekservice. Door een keuze in de ondergrond en de verschillende constructies, wordt de bezoeker naar het meest effectieve product geleid. Uiteindelijk worden zo de besteksteksten gegenereerd. Meer informatie Belangstelling voor een toelichting? De mensen van Derbigum komen graag eens bij u langs. Een vrijblijvende afspraak is snel gemaakt! DERBIGUM Nederland BV Postbus 237 2600 AE DELFT Tel. 015-2154000 Website: www.derbigum.nl E-mail: infonl@derbigum.com
STABU NIEUWS
Samenwerken voor meerwaarde STABU heeft afgelopen jaren een sterke positie bereikt. Marc Verhage, algemeen directeur STABU: “We zijn bij een aantal ontwikkelingen betrokken, waarbij we onze kennis en data inbrengen, om de sector optimaal te ondersteunen.” “Een voorbeeld is de CPR discussie, waarin wij een rigoureuze beslissing hebben moeten nemen om alle beoordelingsrichtlijnen te verwijderen uit de systematiek. Dit heeft tot veel weerstand geleid in de markt, maar inmiddels is gebleken dat dit de enige juiste beslissing was. We krijgen dan ook veel waardering vanuit de markt voor de voorlichting die velen heeft behoed voor misstappen.” “Ik noem ook deelname aan diverse initiatieven rondom gestandaardiseerde en geclassificeerde data, zoals CB-NL, BAB, Beheer Open BIM Standaarden van de BIR, samenwerking met S@les in de Bouw en ETIM etc. In al deze gevallen is de uitdaging het zoeken van een balans tussen eigen businessmodellen (niets is gratis en STABU moet haar eigen broek ophouden) en de wens om bepaalde initiatieven een stap verder te helpen. Ik denk dat we erin geslaagd zijn om hier de juiste koers te varen.”
Marc Verhage, algemeen directeur STABU
STABU zet deel van haar standaarden online STABU heeft er, op verzoek van veel marktpartijen, voor gekozen om een deel van haar ‘standaarden’ publiekelijk toegankelijk te maken. Deze zijn beschikbaar via www. stabu.nl/standaarden. Al ruim 30 jaar brengt STABU de defacto standaard uit voor bestekschrijvend Nederland in de vorm van de STABU-systematiek voor de woning- en utiliteitsbouw. Inmiddels is STABU bezig met de komst en toekomst van BIM door STABU Bouwbreed op de markt te brengen. Bouwbreed zal meerdere classificaties en indexen bevatten. Op dit moment is de nieuwe ‘index’ of classificatie Bouwsystemen & Installaties in ontwikkeling. Ook zal Bouwbreed de classificatie Ruimtelijke objecten bevatten die is ontwikkeld in samenwerking met het Rijksvastgoedbedrijf (voorheen Rijksgebouwendienst en Dienst Vastgoed Defensie) en meerdere marktpartijen. Daarnaast geeft STABU nog steeds de NL/SfB in digitale vorm en de bekende STABU²-werksoortclassificatie uit.
STABULLETIN | 14
Op verzoek van diverse marktpartijen stelt STABU nu een deel van deze standaarden onder voorwaarden geheel of gedeeltelijk ter beschikking. Zo kan men vast kan wennen aan en gebruik maken van deze nieuwe indexen. Naast het raadplegen onze expertgroepen uit de markt, hopen we door deze publicatie nog meer respons op de ontwikkelingen krijgen. Zo kunnen we de standaarden doorontwikkelen en nog beter aan laten sluiten op de dagelijkse praktijk. De standaarden bieden de basis voor communicatie over inhoudelijk technische informatie. De volledige lijsten en achterliggende content is beschikbaar via een licentie op STABU Bouwbreed. Die komt per 1 januari 2015 op de markt. Vanaf nu is het mogelijk om deze licenties af te sluiten en tot eind 2014 alvast gratis gebruik te maken van de eerste modules en de software.
STABU NIEUWS
Nieuw kantoor STABU STABU vierde op 11 juni 2014 de opening van haar nieuwe kantoorpand bij de Concordia molen in Ede. Ruim 100 gasten uit de hele bouwsector waren aanwezig om het prachtige pand van STABU te bewonderen. De Maalderij, waar STABU sinds april is gehuisvest, is een oude veevoederfabriek met een operationele korenmolen. Het pand is vijf jaar geleden volledig gerenoveerd. Het heeft een open en transparant karakter, symbolisch voor de nieuwe cultuur van STABU. Maar daar houdt de symboliek niet op. Het is een combinatie van oud en nieuw: een verwijzing naar de bouwsector als geheel. De behoudende sector maakt momenteel een revolutionaire omwenteling door, met als doel op een nieuwe manier te gaan (samen)werken. STABU zit middenin die verandering. Zo levert het een bijdrage aan het ‘BIM’men’, het werken met bouwwerkinformatiemodellen. Een onderdeel van de STABU-systematiek is de fabrikanten producten database. Hierin worden straks ruim 150.000 bouwproducten tot in detail beschreven en voorzien van alle relevante normen, wet- en regelgeving. Het nieuwe
STABU-kantoor is als het ware een driedimensionale productencatalogus. Alle bouwmaterialen en installaties zijn niet weggewerkt, maar volledig zichtbaar in het pand. Niet alleen het pand, maar ook de dag zelf kende wat symbolische momenten. Zo vond de première plaats van de STABU film die inmiddels te zien is op Youtube en de STABU-website. De eigenaar van het pand, Berry Peereboom, vertelde leuke anekdotes over het verwerven en renoveren van De Maalderij. Tot slot kwam de kersverse wethouder van Ede, mevrouw Vreugdenhil, het pand officieel openen. Voor haar was het één van de eerste officiële momenten als wethouder. Een nieuw pand, een nieuwe directeur, een nieuwe jonge wethouder: oftewel vernieuwing alom. Dat is ook exact wat de bouw nodig heeft en waar de sector momenteel volop mee bezig is.
E-mailnieuws ontvangen? STABU-m@il is de digitale nieuwsbrief van STABU. Regelmatig wordt u hierin geïnformeerd over STABU-evenementen zoals gebruikersdagen, nieuwe uitgaven, beurzen, etc. Actuele zaken komen in een kort artikel aan bod, om vervolgens te verwijzen naar uitgebreidere artikelen op de website www.stabu.org. STABU-m@il wordt ongeveer 6 keer per jaar verzonden aan alle geïnteresseerden. Aanmelden kan via de website www.stabu.org.
STABULLETIN | 15
VANUIT HET BESTUUR
Stroomversnelling in digitale data-uitwisseling De bouwwereld verandert continu. Ook digitale data-uitwisseling tijdens alle fasen van het bouwproces én daarna heeft een grote vlucht genomen. Denk hierbij aan ontwikkelingen rond BIM, e-business, elektronische facturatie en gebouwbeheersystemen.
Dennis Duffels Dennis Duffels zit in het STABU bestuur namens het Nederlandse Verbond Toeleveranciers Bouw (www.nvtb.nl) en is voorzitter van de vereniging FBS (www.fbs-index.nl).
“Gezien de enorme versnelling die het nu al doormaakt, zijn de digitale mogelijkheden van de toekomst nog amper te overzien” STABULLETIN | 16
Het aantal platforms en organisaties in digitale bouwdata groeit dan ook gestaag. Zij houden zich bezig met classificatie, specificatie, communicatiestandaarden, datawarehousing of een aantal van deze disciplines naast elkaar. Diverse partijen doen dit vanuit een commercieel business model. Anderen, zoals STABU, vanuit een onafhankelijk model zonder winstoogmerk. Hoe vinden fabrikanten hun weg in dit woud van initiatieven? Bij welk platform moet worden aangehaakt? En hoe zorg je er als fabrikant voor dat jouw belang overal en altijd goed naar voren komt? Voor een fabrikant is het belangrijk dat haar producten zoveel mogelijk aanwezig zijn in de belangrijke online instrumenten. En dat ze op de juiste wijze zijn geclassificeerd, gespecificeerd en beoordeeld. Niet alleen in bestekken, maar nadrukkelijk ook in overig noodzakelijk dataverkeer. Dat voorkomt fouten in de ontwerp-, bouw- en beheersfase van gebouwen en verkleint de faalkosten bij alle ketenpartners. Essentieel is dat de fabrikant te allen tijde eigenaar van haar data blijft en zo de regie en verantwoording houdt over haar informatie. Dat kan alleen in samenwerking met betrouwbare partijen zoals STABU, die heeft bewezen over de kwaliteit en continuïteit te beschikken om deze digitale ontwikkelingen om te zetten in een vernieuwde systematiek: STABU Bouwbreed. STABU is belangrijk, maar niet de enige relevante partij in dit métier. Samenwerking tussen partijen die zich bezighouden met digitale bouwdata én met de fabrikant wordt essentieel en zal leiden tot ongekende efficiency. Gezien de enorme versnelling die het nu al doormaakt, zijn de digitale mogelijkheden van de toekomst nu nog amper te overzien. Door de online beschikbaarheid én verbinding tussen diverse databases (allen gebaseerd op valide brongegevens) zijn productdata straks in elk geval altijd en overal in beeld voor de gebruiker!
STABU NIEUWS
STABU brengt de eerste modules van het langverwachte STABU Bouwbreed op de markt STABU heeft begin juli 2014 de eerste modules van de nieuwe specificatiesystematiek ‘STABU Bouwbreed’ uitgebracht. Afgelopen jaar is door het STABU-team gewerkt aan vernieuwing van de specificatie systematiek. Ook de rest van dit jaar en in 2015 wordt hieraan nog het nodige werk verricht. Om de markt nu alvast te laten wennen aan de nieuwe systematiek en bijbehorende software, brengt STABU gefaseerd de diverse modules van STABU Bouwbreed naar buiten. Deze systematiek is aangepast aan de meest recente wet- en regelgeving, geschikt voor diverse samenwerkingsvormen en bijpassende contractstelsels en voorbereid op de komst en toekomst van BIM.
STABU-uitgave 2014-2 De introductie van STABU Bouwbreed betekent overigens niet dat de vertrouwde aanpak stopgezet wordt. STABU² zal nog tot eind van 2015 in de lucht blijven. Meer informatie is te vinden op www.stabu.org.
De ‘I’ in BIM Op 11 juni jongstleden heeft STABU de film De ‘i’ in BIM, gelanceerd. Hiermee schetst STABU haar toekomstbeeld als leverancier van een bouwbreed informatie (specificatie) systeem. Dat kan op elk moment in de lifecycle van een bouwwerk, de benodigde, gevalideerde kwalitatieve informatie koppelen aan het Bouwwerk Informatie Model. De eerste stappen op weg naar deze toekomst zijn gezet met het op de markt brengen van de eerste twee van zes uit te brengen modules. Het gaat om ‘Bouwbreed Contracten’ waarmee standaard contracten opgesteld kunnen worden, zoals UAV 2012 en UAV-GC 2005 en de module ‘Bouwbreed Kennissystemen’, gevuld met direct toepasbare kennis op het gebied van wet- en regelgeving. Tevens is de eerste versie van de tabel ruimtelijke objecten van de module ‘Bouwbreed Ruimten’ opgeleverd. Deze tabel vormt op termijn de kapstok voor functioneel (en prestatiegericht) specificeren. Proefperiode De komende tijd kan iedereen (in combinatie met een STABU²-licentie) kosteloos proefdraaien met de software die is inbegrepen bij STABU Bouwbreed. Dit doet STABU om de markt te betrekken bij de verdere ontwikkeling van de systematiek. Het streven is die op 1 januari 2015 volledige gereed te hebben. Alle huidige licentiehouders van STABU zijn inmiddels geïnformeerd hoe STABU Bouwbreed gebruikt kan worden in de tweede helft van dit jaar. Voor partijen die nog geen gebruik maken van STABU is het ook nu al mogelijk een licentie af te sluiten voor de nieuwe systematiek. Die nieuwe licentie is dan geldig tot 31 december 2015. De rest van 2014 kunt u hier, in ruil voor feedback, gratis gebruik maken.
STABULLETIN | 17
INTERVIEW
Jerry Huijsman, Hilti: “We moeten meer vooruit leren denken” “Hilti is al jaren bezig om bouwpartijen eerder bij elkaar te brengen. BIM is een methode om dat doel te verwezenlijken.” Iedereen kent Hilti van de rode boorhamer. Het in 1941 opgerichte familiebedrijf is met ruim 20.000 werknemers in 120 landen niet alleen een grote speler in machines, maar ook in bevestigingsmateriaal en brandwerende producten. Naast productie en verkoop heeft Hilti ook R&D centers in eigen beheer. “Hilti wil een bijdrage leveren aan de optimalisatie van het bouwproces”, aldus technisch adviseur Jerry Huijsman. “Innovatie, maar ook het delen van kennis vergroot de productiviteit, kwaliteit en betrouwbaarheid van de hele sector.” Midden in de bouwvak is het rustig op het kantoor van Hilti in Berkel en Rodenrijs. Op de laatste dag voor Huijsmans vakantie worden we hier hartelijk ontvangen. “In principe ben ik na dit interview klaar, al weet je dat natuurlijk nooit zeker. Klanten met een vraag willen het liefst gisteren antwoord. Dat is gelijk één van de grootste uitdagingen van de bouw: we moeten leren om meer vooruit te denken.” Naast zijn werk als technisch adviseur voor de productgroepen verankeringen, railsystemen en brandwerende producten is Huijsman promotor van de werkmethodiek BIM en vertegenwoordigt hij Hilti bij Brandveilig Bouwen Nederland (BBN). “In BBN zitten vooraanstaande leveranciers van brandwerende producten. Allemaal met hetzelfde doel: het niveau van passieve brandveiligheid in gebouwen verhogen. Het Bouwbesluit geeft hiervoor de minimumeisen. Maar waarom wil je als opdrachtgever of gebouweigenaar aan het minimum voldoen? Je wilt toch een uitmuntend gebouw, zeker op het gebied van veiligheid. Gebouwen zijn nu niet slecht, maar het kan altijd beter. Het is goed om dat na te streven.”
STABULLETIN | 18
Vrijwillige en verplichte CE-markering Hilti stelt zich ook proactief op als het gaat om bijvoorbeeld Europese regelgeving. Sinds 2013 is CE-markering voor veel bouwproducten verplicht. Voor brandwerende producten laat deze verplichting nog op zich wachten, maar dat is voor Hilti geen reden om achterover te leunen. “Via een Europese technische beoordeling (ETA) kun je uit eigen beweging een CE-markering aanvragen. Brandveiligheid valt onder het Bouwbesluit 2012 en is één van de zeven fundamentele eisen binnen de CPR. Dit is zo’n belangrijke productgroep dat wij hiervoor de vrijwillige route bewandelen.” Gefundeerde productkeuze Volgens Huijsman heeft een Europese norm grote voordelen. “Hilti is een wereldwijde speler. Het is voor ons belangrijk om handelsbelemmeringen weg te nemen. Maar het heeft voor de hele keten voordelen. Een CE-markering geeft aan dat er volgens de laatste methoden is getest en geclassificeerd. Het waarborgt een continue kwaliteit omdat een onafhankelijke partij de productie strikt controleert volgens de ‘Verordening Bouwproducten’. Bovendien kun je met een eenduidige markering beter gefundeerde productkeuzes maken. Door alle essentiële kenmerken op dezelfde manier te waarderen zijn de verschillen tussen producten duidelijk zichtbaar.” Eenduidige taal spreken Niet alleen eenduidige informatie maar ook informatie-uitwisseling via bijvoorbeeld een Bouwwerk Informatie Model behoort tot de kern van een beter bouwproces. “Hilti is al jaren bezig om bouwpartijen eerder bij elkaar te brengen.
INTERVIEW
BIM is een methode om dat doel te verwezenlijken. Al onze materialen zijn in een digitale bibliotheek beschikbaar voor deze modellen. Nu bouwen architecten of installateurs nog vooral hun eigen bibliotheek op, maar het is een kwestie van tijd voordat ook hier een eenduidige taal gesproken wordt.” “Kennis over het materiaal dat in een bouwwerk zit en de regelgeving die daar achter schuilt is voor iedereen essentieel”, gaat Huijsman verder. “Met een online informatiesysteem als STABU Bouwbreed kunnen we in iedere fase van de bouw op verschillende niveaus gestandaardiseerde informatie toevoegen, bewerken en delen. Al deze informatie blijft bovendien beschikbaar voor toekomstige projecten, waardoor het kennisniveau stijgt. Daarin is nog een lange weg te gaan, maar er zijn gelukkig ook veel ontwikkelingen gaande.” Eerder om de tafel BIM is volgens Huijsman een methode om eerder en beter na te denken over het bouwproces. “Maar dat kan alleen als de constructeur, de architect, de aannemer, de fabrikant en het bevoegd gezag op voorhand met elkaar aan tafel zitten. Helaas gebeurt dat nog steeds te weinig.” In dat opzicht noemt hij de private kwaliteitsborging, die voor 2015 op stapel staat, een positieve ontwikkeling. “Of het nu door een private partij gebeurt of de overheid: een hoger niveau van
kwaliteitsborging draagt bij aan een betere bouw. Je moet de kwaliteitscontrole eigenlijk niet afwachten, maar vooraf met partijen nadenken hoe je een goed project realiseert.” “De extra investering in de beginfase, verdien je in de uitvoering en het onderhoud terug”, aldus Huijsman. Hij geeft een eenvoudig voorbeeld. “In gebouwen moeten doorgangen voor kabels brandwerend worden afgedicht. Dat kan op veel verschillende manieren. Hilti heeft hiervoor een brandwerende sleeve die je open en dicht kunt draaien. Zo kunnen kabels worden toegevoegd en direct weer brandwerend worden afgesloten. Zo’n product is duurder in aanschaf, maar draagt bij aan een flexibel gebouw dat goedkoper is in onderhoud en altijd brandveilig blijft.” Volgens Huijsman is de traditionele werkwijze in de sector definitief aan het veranderen. “De crisis van de afgelopen jaren was eigenlijk een geluk bij een ongeluk. De bouw is nu echt in ontwikkeling en samenwerking komt tot stand. Daar vraagt de markt ook om. Vaak wordt niet meer bepaald wat we moeten maken, maar welke prestatie een project moet leveren. Het is aan de markt om dat in te vullen. De bouw lijkt steeds meer op sectoren als de offshore en de auto-industrie. We weten op voorhand veel beter wat we gaan doen en hebben dat al getoetst voordat we het gaan maken.”
Pilot met BIM to field en field to BIM Om de theorie van een BIM te koppelen aan de praktijk komt Hilti met ‘BIM to field gereedschappen’. Huijsman: “Met dit optische gereedschap kunnen punten, lijnen of hoeken uit BIM worden uitgezet op de bouwplaats. Andersom kan ook. Bestaande gebouwen of bouwdelen worden ingemeten en de data wordt teruggebracht naar een virtueel model. In Nederland komt dit BIM to field gereedschap waarschijnlijk volgend jaar als pilot op de markt. Pioniers die hieraan willen meewerken, kunnen mij altijd benaderen.”
STABULLETIN | 19
INTERVIEW
Maarten Georgius, Aedes:
“De markt moet uitgedaagd worden” Traditioneel bouwen met een uitgeschreven bestek is volgens veel partijen niet meer van deze tijd. In plaats daarvan moet de markt omgedraaid en uitgedaagd worden. Opdrachtgevers moeten breder gaan denken en zich meer focussen op functioneel specificeren. Dit stelt Maarten Georgius, senior adviseur opdrachtgeverschap bij Aedes. Aedes behartigt als branchevereniging de belangen van woningcorporaties in Den Haag en Brussel. De vereniging zoekt naar oplossingen voor het beter functioneren van de woningmarkt en draagt bij aan een professionele sector. Georgius is verantwoordelijk voor het advieswerk op het gebied van opdrachtgeverschap. Ook lobbyt hij bij ministeries om de condities voor corporaties zo optimaal mogelijk te houden. Veranderende bouwsector De snel veranderende bouwsector heeft corporaties in een andere opdrachtgeversrol geplaatst. Georgius: “Op dit moment is er een soort stoelendans bezig in de bouwketen. De traditionele samenwerkingsvormen, waarbij woningcorporaties op basis van gedetailleerde bestekken hun opdrachtnemers aansturen, schieten tegenwoordig vaak tekort. Daarnaast staan de budgetten enorm onder druk door de verhuurdersheffing, de Europese regelgeving en de economische crisis. Dit maakt dat corporaties scherper moeten inkopen, omdat zij minder geld te besteden hebben, maar toch het maximale uit de markt moeten halen. Om dit voor elkaar te krijgen is het van belang dat ze hun rol als opdrachtgever anders in gaan delen. Een oplossing hiervoor is functioneel specificeren.” Functioneel specificeren In een functionele specificatie worden de functies beschreven die een product of dienst moeten vervullen voor de gebruiker of opdrachtgever, zonder daarbij de oplossing te benoemen. Met andere woorden, het beschrijft wat een product moet doen of moet presteren. Bijvoorbeeld: een opdrachtgever vraagt een maximale energieprestatie bij een woningrenovatie in plaats van een energielabel voor te schrijven.
STABULLETIN | 20
INTERVIEW
Volgens Georgius wordt functioneel specificeren nog niet veelvuldig toegepast. “Enerzijds is het nog onbekend en onbemind. Anderzijds denk ik dat men nog niet overtuigd is dat het beter en slimmer is dan de traditionele werkwijze. Er heerst nog een cultuur van ‘we doen de dingen zoals we ze doen’. Dat gaat al jaren goed, dus waarom zou je het veranderen? Toch is het werken met een klassiek bestek niet meer van deze tijd. Het klassieke bestek leidt namelijk niet altijd tot het gewenste eindresultaat en werkt bovendien innovatie in de bouwkolom tegen.”
werken op deze manier. Door de markt uit te dagen hebben ze betere duurzaamheidprestaties gekregen en soms zelfs energieneutrale woningen.” Het sterkste voorbeeld dat Georgius aanhaalt is de Stroomversnelling. “In dit project vragen ze de markt om oplossingen en werken ze echt met de filosofie van functioneel specificeren. Hierdoor leveren bouwers duurzaam gerenoveerde woningen, zonder energiekosten (nul-op-de-energiemeter). Ze zetten de vraag dus op een andere manier in de markt dan voorheen en krijgen zo goede resultaten.”
Aanmoedigen van de markt “Wij moedigen onze leden daarom aan om de markt niet voor te schrijven, maar om hem juist uit te dagen. Het denkwerk over de beste en goedkoopste aanpak moet liggen bij de mensen die hiervan de meeste kennis hebben: de uitvoerende marktpartijen. Deze kennis zit niet bij de corporaties zelf. We moeten de markt veel meer aanmoedigen. Dat zal leiden tot betere prestaties. Het is dus niet meer de bedoeling om een bepaald type materiaal of product voor te schrijven. Het vraagt om een andere manier van werken. Maar leidt, goed uitgevoerd, wel tot een tevreden huurder, die gebrekenvrij woont en de kwaliteit krijgt die hem beloofd is.”
Toekomstbeeld Op de vraag of functioneel specificeren gemeengoed wordt in de markt antwoord Georgius. “Ik heb er vertrouwen in, maar we moeten er wel met zijn allen aan trekken en op focussen. Op dit moment is het nog niet dik gezaaid met praktische instrumenten om van functioneel specificeren een succes te maken. Zowel de markt als woningcorporaties zullen hun competenties moeten aanpassen en verder ontwikkelen. Hiermee willen wij onze leden helpen. Ze bewust maken en opleiden om het zelf verder op te pakken. Alleen zo maken we van functioneel specificeren een succes.”
Voorbeeldprojecten Er zijn al diverse woningcorporaties in geslaagd om succesvol te bouwen met functioneel specificeren en aanbesteden. “Corporaties zoals Wonion, Portaal of de Alliantie
Om functioneel specificeren verder uit te diepen is STABU begin dit jaar gestart met de projectgroep 99 (PG99). Tijdens de bijeenkomsten van de PG99 wordt samengewerkt aan een nieuwe standaard op dit gebied. Meer weten? Ga dan naar www.stabu.org.
Maarten Georgius Maarten Georgius is als senior adviseur bij Aedes verantwoordelijk voor het programma professioneel opdrachtgeverschap. Zaken als ketensamenwerking, BIM, past performance en contractvorming behoren tot de speerpunten.
STABULLETIN | 21
COLUMN
Denk klantgericht! Je kunt geen gesprek beginnen of blad openslaan of het gaat erover: de bouwsector schijnt middenin een transitie te zitten. Eén waarover iedereen een duidelijke mening heeft. Toen STABU me vroeg een column te schrijven over mijn visie op de sector, zag ik dit vooral als een kans om te benadrukken wat ik in die gesprekken tot nu toe mis. Als wij over een jaar of tien met elkaar terugkijken, hoop ik namelijk vooral dat dit de periode was waarin we de klant centraal hebben gezet. De laatste decennia is de bouw namelijk te veel gericht op het proces en te weinig op die klant. Dit is natuurlijk goed te verklaren. De vraag naar gebouwen was immers altijd substantieel groter dan het aanbod. We konden het ons daarom veroorloven klantgerichtheid op het tweede plan te zetten.
Boudewijn Goedhart Boudewijn Goedhart is directeur van kennisinstituut BouwKennis (www.bouwkennis.nl) en contentbureau BouwStijl Media (www.bouwstijlmedia.nl). Daarnaast is hij veelgevraagd spreker over onder andere marketing in de bouw.
“Functioneel specificeren is voor de markt een zegen”
STABULLETIN | 22
Diverse ontwikkelingen in de laatste decennia, waaronder het steeds complexer worden van het bouwproces, maken de procesgerichte manier van werken echter steeds minder effectief. Gelukkig is er een verandering op komst. De eerste opdrachtgevers verschuiven hun eigen rol inmiddels voorzichtig van voorschrijvend naar ‘de markt uitdagend’. Ze vertellen niet meer hoe hun project gerealiseerd moet worden, maar alleen wat er gebouwd moet worden. Voor opdrachtgevers levert deze omslag richting functioneel specificeren pure winst op. Door oplossingsongebonden specificaties te gebruiken, profiteren ze van de technologische kennis, de specialiteiten en het innovatieve vermogen van de markt. Ook voor de markt is het een zegen. Het biedt bedrijven de kans om van procesdenken door te groeien naar een markten marketinggerichte aanpak. Ze krijgen de kans om mee te denken over de beste oplossingen en kunnen onderscheidend vermogen creëren met hun kennis en expertise. Inspanningen van partijen zoals STABU met haar nieuwe bouwbrede besteksystematiek en de doorlopende ontwikkeling van tools zoals BIM, helpen bedrijven om hiervoor ook de ruimte te vinden. Doordat de kwaliteit van het bouwproces nu op ieder moment getoetst kan worden, kunnen bedrijven zich volledig richten op datgene waar ze goed in zijn: het toevoegen van waarde. Er ontstaat tijd én budget om meer markt- en marketinggedreven te opereren. Gelukkig maar, want als we vast blijven houden aan het traditionele procesdenken, blijft alleen de laagste prijs nog over als concurrentiemiddel. En daar wordt niemand beter van. Naast al deze hulpmiddelen moeten we natuurlijk niet vergeten dat de omslag van procesgericht denken richting klantgericht werken begint met een andere mindset. Door veel meer en beter samen te werken, van elkaars kracht te profiteren én de klant niet uit het oog te verliezen, kunnen we de sector de broodnodige nieuwe energie geven.
ADVERTORIAL
BEELE Engineering: Experts in brandveiligheid en waterdichtheid
Dat brand een serieus gevaar kan opleveren is evident. Al meer dan 40 jaar is BEELE Engineering specialist in passieve brandveiligheidssystemen. Systemen waarmee de verspreiding van brand, rook, water en gassen via kabel- en buizeninstallaties wordt voorkomen. Niet alleen de dreiging van water, maar ook de schade als gevolg van lekkage worden vaak onderschat. Beele Engineering levert daarom een breed scala geavanceerde oplossingen om deze risico’s uit te bannen. Of het nu gaat om blootstelling aan vuur of grote druk- of schokbelastingen of een combinatie van beide: de systemen bieden een oplossing en genieten wereldwijd een uitstekende reputatie. Het bedrijf in Aalten heeft veiligheid, betrouwbaarheid en betrokkenheid hoog in het vaandel. Alle activiteiten worden aan deze kernwaarden getoetst.
Geavanceerde productie Beele heeft eigen faciliteiten om de producten grondig te testen onder de zwaarste omstandigheden. De eigen R&D-afdeling, met erkend laboratorium, verlegt voortdurend de grenzen van rubber- en kunststoftechnologie en systeemtechniek. Daarbij is het machinepark van het bedrijf op de laatste stand van de techniek en wordt ook continu in nieuwe, geavanceerde machines geïnvesteerd. Van research en ontwikkeling tot productie en levering: Beele biedt alles vanuit één loket.
Totaaloplossingen Het veelzijdige en veelomvattende productenpakket stelt Beele in staat om voor nagenoeg ieder probleem en voor iedere markt een oplossing te bieden. Het merendeel van de producten komt voort uit vragen uit markt. Zelfs in de meest geavanceerde projecten worden de producten toegepast. Op basis van de jarenlange kennis en ervaring worden maatwerkoplossingen geleverd voor scheepsbouw, offshore, kerninstallaties en de industrie, maar ook voor complexe gebouwen en infrastructuur.
Meer informatie De afgelopen decennia heeft Beele Engineering een schat aan kennis en ervaring opgedaan. Het bedrijf is wereldwijd marktleider van afdichtingsystemen voor state-of-theart scheepsbouw, bouw, civiele techniek en industriële applicaties.
Total cost of ownership De gebruiksvriendelijkheid, intensieve tests en hoge productkwaliteit dragen bij aan duurzaamheid, minimale onderhoudskosten en een lange levensduur. Daarom bieden de producten van BEELE de beste Total Cost of Ownership. En minstens zo belangrijk: de producten functioneren op het moment dat het ertoe doet – vandaag, morgen en vele jaren daarna.
Iedere vezel van het personeel van Beele is gedreven door een passie voor brandveiligheid en waterkering. Beele is betrokken bij de veiligheid van mensen en middelen, bij kwaliteit en duurzaamheid. Klantgerichtheid zorgt ervoor dat steeds weer de grenzen van de technische mogelijkheden worden verlegt. Alles passend binnen de ‘We Care’-filosofie van Beele Engineering. BEELE Engineering Beunkdijk 11 7122 NZ AALTEN info@beele.com www.beele.com
Stabulletin