4 minute read

Nieuw

Next Article
Werken aan herstel

Werken aan herstel

Vijfduizend hectare nieuw bos vóór 2030. Dat is de belofte van Staatsbosbeheer. Het dilemma: grond is schaars en het proces complex. Waar overheden nieuw bos hoog op de agenda zetten, maken we sneller meters. Zoals in Noord-Brabant.

Vanuit het Nederlands Klimaatakkoord heeft de overheid twee jaar geleden de Nationale Bossenstrategie opgesteld. In ons land moet er vóór 2030 in totaal 37.000 hectare nieuw bos bijkomen; vergelijkbaar met zo’n vijf keer de oppervlakte van de stad Utrecht. Staatsbosbeheer heeft als grote groene organisatie beloofd daarvan 5.000 hectare aan te planten in de eigen gebieden. De belangrijkste reden voor deze immense ambitie is het vastleggen van het broeikasgas CO2. Marcel Vermeulen is projectleider Nieuw Bos bij Staatsbosbeheer in Noord-Brabant.

Advertisement

“Na een aanloopperiode van enkele jaren komt nieuw bos goed op stoom. Dan legt het jaarlijks ongeveer tien ton CO2 per hectare vast.”

Nieuwe grond

Staatsbosbeheer heeft tot nu toe landelijk ongeveer 750 hectare nieuw bos gerealiseerd van de beoogde 5.000 in 2030. Het gaat om geplant bos en spontaan bos via natuurlijke bezaaiing. Een mooi resultaat, maar met dit tempo is de ambitie moeilijk haalbaar. Om het tempo op te schroeven, kijkt Staatsbosbeheer naast de eigen gebieden nu ook naar mogelijkheden voor bosaanleg samen met andere partijen of bij nieuwe nog te ontwikkelen natuur. Het gaat vaak om stukken grond met weinig natuurwaarde, zoals graslanden die tot voor kort nog een agrarische functie hadden. Dat zijn doorgaans kleinere terreinen van een of enkele hectares. Vaak liggen ze naast bestaand bos, zodat sprake is van uitbreiding. De volgende stap is ook de aanleg van grotere gebieden, maar die liggen niet voor het oprapen en kosten veel voorbereidingstijd.

Grondschaarste en vergunningen

Door woningbouw, infrastructuur, andere natuurambities en boeren die meer ruimte nodig hebben om te extensiveren, is de druk op de grondmarkt groot. “Grond is

Jan Fenten Programmamanager Natuurimpulsen

in ons land schaars en moeilijk te verwerven. Dat is de belangrijkste bottleneck in de realisatie van nieuwe bossen”, zegt Jan Fenten, programmamanager Natuurimpulsen bij Staatsbosbeheer in Brabant. “Beschik je eenmaal over land en wil je dat omtoveren tot bosgebied, dan heb je te maken met de wensen van omwonenden en benodigde vergunningen op het gebied van bijvoorbeeld archeologie, cultuurhistorie en mogelijke explosieven. Dit alles maakt het niet eenvoudig om snel nieuw bos te realiseren. Zelfs niet in je eigen gebied. Daarom

10.000 kg moeten gemeenten, provincies en projectontwikkelaars bij gebiedsontwikkeling bosaanplant hoog op de agenda plaatsen.”

Gedeputeerde als kartrekker

Een van de kartrekkers op dit gebied is Hagar Roijackers (GroenLinks), gedeputeerde Water, Natuur en Gebiedsgerichte Aanpak van de provincie Noord-Brabant: “Met de Brabantse Bossenstrategie willen we vóór het jaar 2030 maar liefst 13.000 hectare nieuw bos aanleggen. We zijn zeer ambitieus, want het is broodnodig dat er meer bos bijkomt vanwege klimaatverandering en verlies aan biodiversiteit. Maar ook voor recreatie. Er is in onze provincie gelukkig grote steun en draagvlak voor dit initiatief. Naast particuliere en burgerinitiatieven, zoals buurt-, voedsel- en geboortebossen, zien we gemeenten en terreinbeheerders die zelfstandig aan de slag gaan. Zo zijn we zijn heel blij dat Staatsbosbeheer als gewaardeerde bospartner in totaal 1.000 hectare nieuw bos in onze provincie gaat aanleggen. Inmiddels is daarvan 185 hectare gerealiseerd.”

De afgelopen twee jaar heeft Staatsbosbeheer veel geleerd tijdens het aanplanten van nieuw bos in het kader van de Nationale Bossenstrategie. Onder meer dat een stevige stimulans vanuit de provincie enorm helpt. Maar het realiseren van nieuw bos is en blijft meer dan ‘even wat bomen planten’. De opgave is best complex, alsdus Marcel Vermeulen, projectleider Nieuw Bos:

• De voorbereiding vergt veel tijd en geld. “Iedere locatie wordt benaderd als een herinrichtingsplan. Daar horen onderzoek, planvorming, procedures, omgevingsmanagement, aanbesteding, uitvoering en nazorg bij.”

• Er is een gebrek aan ruimte voor bosaanleg. “Ik pleit ervoor dat alle provincies en gemeenten meedenken over met name grote aaneengesloten locaties en dat ze de voorwaarde stellen dat de bouw van nieuwe woonwijken gepaard gaat met de aanleg van bos.”

• Er is soms gebrek aan het juiste plantmateriaal door de massale aanplant van bossen. “Hierdoor is het niet altijd mogelijk de gewenste mix toe te passen.”

• Er zijn dilemma’s rond de ‘nazorg’ wanneer er eenmaal is aangeplant. “De vraatbescherming die we toepassen, zoals reerasters en plantkokers, roept nogal eens weerstand op bij het publiek. En we kampen steeds vaker met droge zomers. Moeten we de nieuwe aanplant dan wel of geen water geven?”

Hagar Roijackers

Gedeputeerde

Noord-Brabant

Jong en oud

Hagar Roijackers ziet grote kansen voor haar provincie door aan te sluiten op diverse plannen van het Rijk om de natuur in Nederland verder te versterken, zoals Natura 2000, het Aanvalsplan Landschapselementen en het Nationaal Programma Landelijk Gebied. Ze wil die maximaal benutten met de aanleg van nieuw bos, waarmee het volgens haar mogelijk is de helft van de Brabantse opgave te verwezenlijken. Ze is hoopvol gestemd gezien de verschillende partijen die zich hiervoor inzetten, waaronder Staatsbosbeheer en het bedrijfsleven.

“Ook enthousiaste vrijwilligers van natuurorganisaties zijn in Brabant actief met bomen planten: binnen gemeenten, op bedrijventerreinen, in het agrarisch landschap, tuinen en bermen. Veelal vitale gepensioneerden, maar ook steeds meer jongeren dragen hiermee heel praktisch bij aan het verbeteren van de leefomgeving en het behalen van onze ambitie. Bovendien verbindt het mensen die zich bewust zijn van de kwetsbaarheid van onze planeet en hun steentje willen bijdragen.”

Maatwerk

Het inrichten van de nieuwe bosgebieden gebeurt met inheemse en ingeburgerde soorten die bijvoorbeeld goed tegen droogte kunnen en ook van waarde zijn voor dieren en planten, vertelt Jan Fenten. “Denk aan esdoorn, els, linde, eik en populier. Die gedijen goed in onze provincie. Voor de jonge bomen oogst de afdeling Zaad en Plantsoen van Staatsbosbeheer de zaden en laat deze opkweken. Per locatie is het maatwerk. We kijken of we te maken hebben met zand- of kleigrond en welk soort bos zich op die plek van nature ontwikkelt. Daar passen we onze aanplant op aan.”

This article is from: