Sport Amerika The Magazine Nummer 15

Page 1




HOOFDREDACTIE Neal Petersen EINDREDACTIE Geert Jan Darwinkel Kasper Dijk REDACTIE Lennart Beishuizen Bert Jan Brands Pieter Brouwers Geert Jan Darwinkel Vincent Van Genechten Luc van Kemenade Paul Klomp Ingmar Meijer Marco Post Joep Smeets Jurian Ubachs Jeroen Veenstra Richard van Welie Frank Wielaard Jules Zane Jan Willem Zeldenrust COLUMNISTEN Jeroen Elshoff Matthijs Meeuwsen Leander Schaerlaeckens FOTOGRAFIE Getty Images PRODUCTION, ART DIRECTION & DESIGN DarChicago Ltd. MET DANK AAN Issuu Digital Publishing Scribus Desktop Publishing SportAmerika The Magazine is een uitgave van Petersen Media. Niets uit deze uitgave mag op welke wijze dan ook worden gekopieerd zonder uitdrukkelijke toestemming van de uitgever. © Petersen Media 2012 ­ Alle rechten voorbehouden.

Hoe kan een hoofdtrainer presteren wanneer zijn spelers niet

willen functioneren als een team? Ik hoorde deze vraag de afgelopen weken tijdens het EK voorbij komen. Het antwoord op die vraag is makkelijk, maar de uitvoering, zie het Nederlands Elftal, blijkt in de praktijk verdomd lastig. Wat heeft deze voetbalwijsheid te maken met de vijftiende editie van SportAmerika The Magazine? Heel simpel: mijn leven als hoofdredacteur, en voor het gemak in dit verhaal de hoofdtrainer, is drastisch veranderd ten opzichte van een jaar geleden. Vorig jaar rond dit tijdstip was ik druk op zoek naar nieuwe schrijvers voor www.sportamerika.nl (de redactie bestond destijds uit zo’n vijf schrijvers) en er was niet eens een idee voor een magazine.

Hoe anders is het nu. Inmiddels hebben we de dertigste redacteur mogen verwelkomen, daarover straks meer, heeft elke sport een eindredacteur en draait de site als nooit tevoren.

De reden is simpel: Sport Amerika is een team. Hoewel de

redacteuren zich over de gehele wereld bevinden (Van Rio de Janiero tot Los Angeles, Chicago en Berlijn), lijkt het alsof iedereen in hetzelfde dorp woonachtig is.

De eindredacteuren Jan Willem Zeldenrust (NBA), Jules Zane (NHL), Lennart Beishuizen (MLB), Angelo van Damme (NFL), Kasper Dijk (magazine) en Geert Jan Darwinkel (magazine) spelen hierin een zeer belangrijke rol. Vol overgave sturen zij hun mensen aan en zorgen ervoor dat er per sport een goede afwisseling wordt gemaakt tussen nieuws, wedstrijdverslagen en opinie.

Zij zijn de oude garde, die met al hun ervaring ervoor zorgen dat de jongeren de kans krijgen zich in het elftal te spelen en zo te excelleren. Door het goede team krijgt de coach alle lof, maar wanneer je deze tekst hierboven goed hebt gelezen, weet je dat dat aan het verkeerde adres is gericht.

Tot slot wil ik graag onze nieuwste redacteur via deze manier

officieel verwelkomen. Eva Gerritse is namelijk de eerste vrouw binnen onze redactie. Dat vergt zeker lef, maar na het lezen van haar eerste artikel is ze gelijk opgenomen als ‘one of the guys’. Vanuit de Provence wens ik je heel veel leesplezier toe,










Weekly RoundUp

Jason Kidd verkiest de New

York Knicks boven de Dallas Mavericks. De ideale mentor voor spelverdeler Jeremy Lin? • Of gaat Lin in op een contractaanbod van de Houston Rockets à 39 miljoen dollar voor vier jaar? • Deron Williams stond op het punt om zijn koffers te pakken richting Dallas, maar de komst van Joe Johnson veranderde zijn mening. D­Will blijft in Brooklyn voor een slordige 100 miljoen dollar • BREAKING: ZELFS DWIGHT HOWARD WEET NIET MEER WAAR HIJ GAAT SPELEN • De New Orleans Hornets willen bouwen met Anthony Davis, Austin Rivers en Eric Gordon, maar de laatste aast op een overstap naar de Phoenix Suns

Raptors: geen Nash, wel Lowry

Het had een prachtig

huwelijk moeten zijn:de Canadees Steve Nash die zijn indrukwekkende carrière afsluit bij het enige Cana­ dese team in de NBA, de Toronto Raptors. GM Bryan Colangelo bood de tweevou­ dige MVP een con­ tract voor drie sei­ zoenen ter waarde van 36 miljoen dol­ lar aan (verreweg het hoogste bod) en valt dus niets te verwijten. De sym­ pathieke spelverde­ ler verraste echter vriend en vijand en koos voor de Los Angeles Lakers. De 38­jarige Nash wil strijden voor een

kampioenschap, ziet het zitten Yes, I’m preparing for a om met Kobe Bryant te spelen en comeback. I’m training daily.’ de reistijd tussen LA en Phoenix is te overzien, zodat hij dichtbij e blessure blijkt toch niet zo zijn familie kan zijn. ernstig voor de 27­jarige Roy, of heeft hij net zoals Kobe Bryant olangelo baalde even, maar de wonderdokter in Duitsland de man laat er geen gras over opgezocht? Feit is dat een fitte groeien. Volgens ‘bronnen’ komt Roy een uitstekende versterking spelverdeler Kyle Lowry over van is voor de Timberwolves. Ricky de Houston Rockets. De 26­ Rubio, Kevin Love en Roy op de jarige Lowry had geen toekomst break ­ Yeah! Een fitte Roy meer in Houston door een moei­ noteerde voor de Portland Trail zame relatie met zijn coach Blazers gemiddeld 22 punten en Kevin McHale. Een prima deal bijna 5 rebounds en 5 assists per voor de Raptors. Lowry ontwik­ wedstrijd. kelde zich de laatste twee sei­ Bradleytime zoenen als starter, is goed voor 14 punten, 5 rebounds en 6 in Boston assists per wedstrijd en gaat veel langer mee dan Nash. Some­ ay Allen vertrekt naar de times you win when you lose, Miami Heat. Een klap in het Toronto. De toekomst ziet er een gezicht voor de fans van de stuk zonniger uit voor de Rap­ Boston Celtics, maar achter de tors met Lowry op de punt, schermen werd er rekening Andre Bargnani op de perimeter gehouden met het vertrek van de en de ‘the Lithuanian Kid’ Jonas pure schutter. De 21­jarige Avery Valanciunas als big man onder Bradley is klaar om het gat van de borden. Allen op te vullen in de lineup. Dat lukte hem al aan het einde Roy een van het seizoen en in de eerste T­Wolf twee rondes van de playoffs, waar een schouderblessure roet randon in het eten gooide. Hij bekeek de Roy. Welcome’ Dat Conference Finals tegen de twitterde Kevin Love toen Miami Heat vanaf de zijlijn. hij hoorde dat Roy de komen­ de twee seizoenen (à 10,4 mil­ joen dollar) zijn talenten inzet voor de Minnesota Timberwol­ ves. “Hij kijkt er erg naar uit”, zei Roy’s agent Greg Lawrence. “Roy staat er goed voor en heeft zin in een nieuwe start.” Verrassend nieuws, omdat we stilletjes aan al afscheid hadden genomen van de basketballer Roy die vanwege aanhoudende e tweedejaars, afkomstig van knieproblemen de sport Texas University, is vaarwel had gezegd. Dat verschrikkelijk snel op zijn beeld veranderde in het voeten, is een meester in het offseason na één tweet op het maken van slides en houdt zijn twitteraccount van zijn beste directe tegenstander bijna altijd vriend, Will Conroy. ‘Lord voor zich. • willing, I will play again soon.

D

C

R

‘B

D




Lockout

Al jaren dreigde een lockout een NBA­seizoen in de

war te schoppen. Desondanks lukte het de eigenaren en de spelers niet om snel tot een overeenkomst te komen. Vanaf 1 juli ging alles op slot. Geen trainingen, geen free agency, geen trades, geen contact tussen spelers en clubs, het was tijd om te onderhandelen. De eigenaren wilden een harde salary cap, de spelers niet ­ dat was zo´n beetje de strekking. De eerste deadline passeerde, de tweede, de derde en de eerste wedstrijden werden gecanceld. In zware economische tijden groeide van buitenaf al snel veel weerstand tegen de lockout. Restauranteigenaren, medewerkers van stadions, parkeergelegenheden: allemaal ondervonden ze de financiële gevolgen. Het duurde en het duurde maar, totdat eind november dan eindelijk het goede nieuws kwam dat er een deal was. Waar critici hadden gewaarschuwd voor een negatief effect op de bezoekersaantallen, bleek niets minder waar. Binnen de kortste keren was alles vergeven en vergeten en reikte de populariteit van de NBA tot grote hoogten. Na weken waarin Adam Silver en Billy Hunter de belangrijkste personen waren als het ging om NBA­nieuws, waren het eindelijk de spelers die de aandacht kregen.

Stern Shines

Terwijl David Stern in de zomer vooral druk was

met onderhandelen, had hij ook nog een basketballclub te runnen. Althans, hij en de league. De NBA was sinds december 2010 eigenaar van de New Orleans Hornets. Toeval of niet, net na het beëindigen van de lockout wilde Chris Paul de overstap maken naar de Los Angeles Lakers. Het grootste punt tijdens de discussies in de lockout was dat de league meer gelijkheid wilde tussen de teams in grote en kleine markten. Een harde salary cap kwam er niet, maar had moeten zorgen voor meer evenredige salarissen. De grote spelers vertrokken tenslotte altijd naar de clubs met veel geld, aanzien en bereik. En een overgang van Paul naar de Lakers paste precies in dat beeld. Het was Stern zelf die er een stokje voor stak. De deal zou de Hornets niet genoeg opleveren, luidde de verklaring. Paul kwam uiteindelijk toch in Los Angeles terecht, alleen bij de Clippers. Het beoogde resultaat voor Stern en co was bereikt, maar één les voor de NBA: neem nooit meer een club in eigen beheer. Inmiddels is er een eine gekomen aan dit staaltje belangenverstrengeling: de league maakte in april een deal met een nieuwe eigenaar en verkocht de club. En wederom toeval of niet, de Hornets wonnen de eerste pick in de Draft. Eind goed, al goed.


De Loden Boemerang – Dan Gilbert Bij het vertrek van LeBron James schreeuwde Cleveland­eigenaar Dan Gilbert moord en brand en stelde in een volstrekt belachelijke open brief dat de Cavs LeBron niet nodig hadden voor een titel en dat hij er alles aan zou doen om te zorgen dat zijn ploeg eerder kampioen zou worden dan James. Twee jaar later zijn de Cavs voor­ lopig nog geen titelkandidaat terwijl James die felbegeerde ring al om zijn vinger heeft. De Gouden Geluksvogeltjes – Los Angeles Clippers De Clippers stonden synoniem voor verliezen. Altijd in de scha­ duw van de grote kampioenen van stadsgenoot de Lakers. En ineens was het geluk met hen. Commis­ sioner Stern besloot een trade van Chris Paul naar de Lakers af te keuren en diezelfde Paul zag een overgang naar de Clippers wel zitten. In één klap een vaste play­ offkandidaat en op termijn wellicht titelkandidaat. Het Papieren Vergeet­me­ nietje – Allen Iverson Ineens was hij daar weer. Allen Iverson. Tijdens de playoffs kwam hij bij de Philadelphia 76ers geëmotioneerd de wedstrijdbal brengen. Hij liet weten nog altijd te willen basketballen, het liefst in de NBA. Hij voegde er gelukkig wel aan toe dat een terugkeer niet meer zo realistisch was. De Gouden Afscheidsbeker – Phil Jackson Na elf titels met de Lakers en de Bulls nam de beste en meest succesvolle coach ooit afscheid van de NBA. Pijnlijk was de uitschakeling met de Lakers in de 2011 NBA Playoffs met een 4­0 nederlaag in de tweede ronde tegen de latere winnaar Dallas Mavericks. De eerste sweep in de loopbaan van Jackson in de laat­ ste series als coach. Eens moet de eerste keer zijn.


Dwightmare

Orlando Magic en Dwight Howard. De Magic kre­

gen bij de draft in 2004 een lot uit de loterij met de komst van de misschien wel meest dominante speler van dit moment. De aanwezigheid van Howard bezorgde het team een plaats in de 2009 NBA Finals, die werd verloren van de Lakers. Sindsdien ging het bergafwaarts. Het was de laat­ ste jaren verre van een goed huwelijk. De center had de mogelijkheid om deze zomer als unrestric­ ted free agent zijn vleugels uit te slaan en de alge­ mene verwachting was dat Howard zou vertrekken. Dat wilde hij ook en daarom vroeg hij aan het begin van het seizoen om een trade naar de Brooklyn Nets. Getreuzel van Orlando Magic leverde een soap van jewelste op. De Magic wilden Howard voor de club behouden, maar hadden gefaald om Howard te omringen met goede spelers. Gevolg was slecht presteren in de playoffs en een ontevreden ster­ speler. Vijftien jaar eerder liet de club een dominante center uit zijn handen glippen (Shaquille O'Neal), en dat zou toch niet weer gebeuren?

Op het moment dat de relatie tussen Howard en de Magic voorgoed voorbij leek, tekende de center in maart ineens een document waarmee hij afstand deed van de mogelijkheid om uit zijn contract te stappen. Howard noemde zichzelf ‘te loyaal’. Even leek alles in kannen en kruiken: de Magic rekenden zich rijk en hoopten alsnog een team om Howard te kunnen bouwen. Al snel bleek de handtekening echter van weinig waarde. Howard wil nog steeds weg, hoopt nog steeds op de Nets en de manier waarop het er aan toe gaat in Orlando wordt met de dag gênanter. Howard heeft geen toekomst meer bij de Orlando Magic en het is aan beide partijen om deze Dwight Gate tot een goed einde te brengen.

Blessures

Eric Gordon, Carmelo Anthony, Jeremy Lin,

Baron Davis, Avery Bradley, Manu Ginobili, Kobe Bryant, Dwyane Wade, Chris Bosh, Derrick Rose, Joakim Noah, Chris Paul, Iman Shumpert, Zach Randolph, Eric Maynor, Dwight Howard, Ricky Rubio, Al Horford.

Het is een mooi lijstje. Met 66 wedstrijden in een kleine vier maanden, gecombineerd met urenlange reistijden en nauwelijks voorbereiding waren de blessures een logisch gevolg. Zeker in de eerste maand van het seizoen reed de ambulance af en aan, en tijdens de playoffs lag er weer een piek. Boosdoener: de verhoogde intensiteit. Grootste


De Zilveren Wisselbeker – Brandon Roy Brandon Roy had de beker mogen houden als hij nu niet ineens was teruggekeerd in de NBA. Een chronische blessure noopte Roy met pensioen te gaan en zijn Portland Trail Blazers vaarwel te zeggen. Een jaartje rust en Roy is terug op de velden. De IJzeren Tarzan – Metta World Peace Wat was hij blij met zijn dunk. De hele wereld zou het weten. Hij, Metta World Peace, dunkte de bal heel hard om daarna tijdens zijn Tarzan­imitatie James Harden een keiharde elleboog op zijn hoofd te geven. De stoppen sloegen stoppen door bij de persoon die voor even weer op Ron Artest leek in plaats van Metta World Peace. Het Kristallen Surprise­ ei – Jeremy Lin Jeremy Lin sliep op de bank bij een vriend. Hij was een grote onbekende. Logisch, gezien het feit dat hij nog nauwelijks in de NBA had gespeeld. Ineens leidde hij echter de New York Knicks naar grote hoogten. Speelde een fenomenale reeks wedstrijden en ontketende een ware hype.

De Houten Tarzan ­ Dexter Pittman Wat Metta World Peace kan, dat kan ik beter, moet Dexter Pittman gedacht hebben. Toen Pacers­speler Lance Stephenson (wie?) ploeggenoot LeBron James belachelijk maakte, sloeg Pittman in de slotseconden van het laatste duel Stephenson tegen de grond. Pittman moet nog wel even oefenen op een echte Tarzan­ act, want de uitvoering liet wel te wensen over. Geen geklop op de borst, geen oerwoudgeluid. Kan beter.


verliezers zijn de Chicago Bulls, die hun sterspeler Derrick Rose misschien wel het hele komende seizoen moeten missen en daarmee weer een kans op de titel verloren zien gaan. Voor de komende jaren is het gedaan met de dreiging van een lockout. Dat betekent met ingang van dit seizoen weer een normale gang van zaken en een degelijke voorbereiding die voor minder blessures moet zorgen: Summer Camp, Training Camp en dan preseason.

#Linsanity

In 38 NBA­duels over anderhalf seizoen had Jeremy

Lin welgeteld 108 punten gescoord. In wedstrijd 39, 40, 41 en 42 scoorde de 19­jarige Amerikaan van Chinees­Taiwanese afkomst maar liefst 114 punten. Duel 42 was een ontmoeting met Kobe Bryant en de Lakers. Lin noteerde 38 punten, raakte 13 van zijn 23 schoten en gaf 7 assists. Een New York Knicks­team dat dolende was werd opeens een winnende ploeg. Van de veertien duels in februari met Lin in het team werden er tien gewonnen, scoorde hij negen keer twintig punten of meer en gaf vijf keer tien of meer assists. Ongedraft, afkomstig van het nietige Harvard, ontketende Lin een ware hype. Het was #Linsanity voor en na in de media en binnen de kortste keren lagen er boeken over het opmerkelijke verhaal van deze jongeman in de schappen. Een blessure maakte na 26 wedstrijden een einde aan het sprookje. Hoewel, Lin is in verregande onderhandeling met de Houston Rockets over een contract voor vier jaar en 39 miljoen dollar. Het kan verkeren in het leven van een NBA­speler.

Een nieuw tijdperk

Het hele seizoen was eigenlijk een prelude naar een

finale tussen LeBron James en Kevin Durant. De twee mannen streken alle prijzen op die er te winnen vielen. Durant won de topscorerstitel en de All­Star MVP. James pakte de reguliere MVP, de titel en de Finals MVP. Het zal niet de laatste keer zijn dat in de komende jaren dat deze twee spelers de league domineren. Sterker nog: over twintig jaar zullen we tegen onze kinderen zeggen dat wij het van begin af aan hebben meegemaakt. Als beide spelers met pensioen zijn en zowel LeBron als Kevin Durant Kareem­Abdul Jabbar op de all­time topscorer­ lijst zijn gepasseerd, een paar ringen om hun vingers hebben en opgenomen zijn in de Hall of Fame van de NBA. Het seizoen 2011/2012 was het jaar dat wij het begin van het LeBron­ en Durant­ tijdperk aanschouwden. •


De Granieten Gifbeker – Charlotte Bobcats Het was voor Charlotte een seizoen om snel te vergeten. Na een aantal slechte trades van eigenaar Michael Jordan, was de gifbeker echter nog niet leeg voor de Cats. De ploeg eindigde met het slechtste resultaat ooit in de NBA­historie. Slechts 10,7 procent van de wedstrijden werden gewonnen. Daarom deze beker, als pleister op de wonde. Ze mogen hem houden.

De Lange Mannen Trofee – Shaquille O´Neal , Yao Ming, Zydraunas Ilgauskas Ineens besloten ze er allemaal mee op te houden. In een tijdsbe­ stek van een maand gingen drie bepalende centers met pensioen. Bedankt. We hebben van jullie genoten. We wensen jullie een mooi leven na het basketball. De Diamanten Verliezers Beker I – Rajon Rondo Rajon Rondo speelde de wedstrijd van zijn leven. Eastern Conference Finals, Game 2 tegen Miami Heat, 30 mei 2012. De guard van de Boston Celtics scoort 44 punten, raakt 16 van zijn 24 schoten, 10 van zijn 12 vrije worpen, geeft tien assists en pakt acht rebounds. Genoeg voor een zege, zou je zeggen. Niet dus. De Heat winnen na overtime met 115­111.

De Diamanten Verliezers Beker II ­ Russell Westbrook In de NBA Finals maakte Westbrook gehakt van de Miami­defensie in Game 4. De guard maakt 43 punten, maakt 20 van zijn 32 schoten, geeft vijf assists en pakt zeven rebounds. Nu dan wel genoeg voor een zege, toch? Nope. Miami wint met 104­98. De prestaties van Rondo en Westbrook gaan de geschiedenisboeken van de NBA in. Als voetnoot bij het hoofdstuk over hoe een dominante LeBron James zijn eerste titel veroverde. •



Je kunt van die maffe Chad Ochocinco aka Johnson zeggen wat je wilt, maar een gouden hart heeft足ie wel. Via Twitter nodigde hij zo maar @cheryl2958 uit voor zijn overzeese huwelijk. Just like that. Meer over Ocho op pagina 64.

De Chicago White Sox hebben 'n repu足 tatie op te houden waar 't gaat om hun spelers alsnog de All Star Game in te krijgen. In het verleden lukte dat onder andere met AJ Pierzynski (Punch AJ!), en nu moest #TakeJake het voor Jake Peavy gaan doen. Klein probleempje: Peavy's concurrent was de Japanner Yu Darvish, waardoor hij zichzelf bij voor足 baat niet al te veel kansen toedichtte: "That's a whole country versus a city!"

JoePa hat davon gewusst WELCOME THOME! Da's nog 'ns een wel足 kom voor Mr. Incredible in Baltimore.

Nee, er is voor Joe Paterno ook na zijn dood geen ontkomen aan: ook zijn repuatie is aan flarden.




Spelers die geselecteerd worden in de tweede

ronde van een NBA Draft zorgen meestal maar voor voetnoten in de geschiedenis. Bernard James speelde nog geen enkele wedstrijd, maar heeft nu al een plaats in de geschiedenisboeken verworven. De man die de Cleveland Cavaliers selecteerden en dan naar de Dallas Mavericks stuurden, is namelijk niet de meest alledaagse basketbalspeler.

Oorlogsveteraan

Bernard James had op amper zestienjarige leeftijd genoeg van al dat schoolgedoe. Hij besloot te stoppen en zich aan te sluiten bij het Amerikaanse leger, preciezer gezegd de Air Force. Voor velen lijkt dat een overhaaste keuze van een jongen die denkt de wereld aan te kunnen, misschien zelfs een jeugdzonde. Maar voor James wat het dat allesbehalve: “Ik groeide op in een militaire familie dus ik was de strenge opvoeding en het reizen gewoon. Voor mij betekende bij het leger gaan niet zo’n grote verandering. Het was eigenlijk een logische keuze.” James trad daarmee overigens in de voetsporen van zijn vader Darryl. Die diende 22 jaar, waarvan vijftien jaar in het leger en zeven bij de luchtmacht.

James spendeerde uiteindelijk zes jaar van

zijn leven als soldaat, dus tot en met zijn 23ste. Hij werkte zich op tot sergeant en volbracht met succes drie missies. In Afghanistan fungeerde hij als militaire politieagent, in Qatar zorgde hij voor de bewa­ king van gebouwen en vliegtuigen en in Irak stond hij mee in voor de bewaking van Camp Bucca. “Ik bewaakte er zo’n 22.000 gevangenen. De meeste onder hen zaten daar in afwachting van hun proces. Het was niet makkelijk. Elke dag werd er gemoord. We wer­ den een paar keer aange­ vallen met mortieren. Eén ervan lande vrij dicht bij mij en ik viel ervan omver. Het was zonder twijfel gevaarlijk daar.”




Nieuwe hobby

James werd niet geboren met een liefde voor het basketball. Hij raakte in zijn schooljeugd nauwelijks een bal aan. De interesse was er niet, noch de stimulans van thuis uit. Maar op zijn eerste werkdag bij de Air Force moest hij wel. “Toen ik voor de eerste keer een basketbal vastnam was ik zo’n 15 jaar oud”, zei James. “Ik wist wel hoe het spelletje in elkaar zat, maar ik had het nog nooit competitief gespeeld. Maar mijn begeleider, Erick Dumas, vroeg me meteen of ik basketball speelde. Ik zei nee. Hij zei: “Nu wel”. Diezelfde dag speelde ik dus mee in een wedstrijd onder de collega’s en ik had een hele hoop rebounds, blocks en dunks. We vernielden gewoonweg het andere team. Mijn teamgenoten kwamen me achteraf feliciteren en zeggen dat ze blij waren dat ik bij hen speelde. Dat is eigenlijk het moment dat het allemaal begon. Vanaf dan ging ik dagelijks trainen in de sporthal en met de jongens ‘ballen’. Zo ontwikkelde ik mijn spel.”

Maar meer dan een hobby was basketball niet voor James. Zijn

eerste doelstelling was het behalen van een diploma hoger onderwijs, zodat zijn ouders trots konden zijn. Basketball was daarvoor een handig middel. Zelf kon hij die hogere opleiding niet be­ talen maar met een basketbalbeurs kon hij zijn doel waarmaken. Die verkreeg hij door zijn pres­ tatie tijdens de 2005 U.S. Armed Forces All­Star Tournament in Las Vegas. Leonard Hamilton, basketbalcoach van Florida State, was zo onder de indruk dat hij James meteen een beurs gaf.

Vanaf dat moment kwam het

basketballeven van Bernard James in een stroomversnelling. Bij de Florida State Seminoles groeide langzaamaan zijn geloof in een carrière als basketballer. “Ik had nog nooit gedacht aan de NBA tot ik op Florida State aankwam. Die gedachten kwamen pas na mijn eerste seizoen bij de Seminoles. Bij het ingaan van mijn tweede seizoen (zijn laatste) begon ik te realiseren dat het mogelijk was en dus ging ik me toeleggen op het bereiken van de NBA”, zei James. Tijdens zijn twee seizoenen bij de Seminoles zorgde James voor de nodige successen. Het team won zijn eerste ACC­titel en bereikte twee keer het NCAA­toernooi. In zijn tweede seizoen tekende James voor gemiddeld elf punten, acht rebounds en meer dan twee blocks.

Of James ook succesvol zal zijn als NBA­speler valt nog af te wachten. De vergelijking met een voormalige speler die onge­


veer dezelfde levensloop kende, namelijk David Robinson die de bijnaam ‘The Admiral’ kreeg, is verre van correct. Daarvoor is het offensieve spel van James te weinig verfijnd. Maar beide heren delen wel dezelfde waarden en dus gedeeltelijk hetzelfde karakter. “Ik denk dat er een groot verschil bestaat tussen mijzelf en andere spelers”, zei James. “Mijn gedachtegang en de manier waarop ik dagelijks de dingen benader zijn anders. Veel van die jongens hebben nog niet veel meegemaakt in hun leven. Voor velen onder hen is basketball het enige dat ze kennen. Ze spelen het spelletje al sinds ze zo’n acht jaar oud waren en realiseren zich niet hoe het eraan toegaat in de echte wereld, met het hebben van een echte job en werken voor 30.000 of 40.000 dollar per jaar. Ik heb zeker geleerd om geen enkele dag zomaar voorbij te laten gaan. Bovendien weet ik hoe professioneel te zijn, ben ik gedisciplineerd en kan ik hard werken. Ik weet hoe het is om deel uit te maken van een team en vervul mijn rol in het voordeel van de groep. Ik zie het grotere plaatje. Veel jongens hebben daar nog geen vat op. Bijvoorbeeld: ik zal niet gek worden door al dat geld. Ik blijf dezelfde Bernard James, geld of niet.”

vorig seizoen misten: taaiheid. Bovendien kan James de ‘big men’ waarover coach Rick Carlisle beschikt wel aan. Brendan Haywood startte vorig seizoen bijna alle wedstrijden als center, maar is door zijn zware contract ‘amnesty’ kandidaat nummer één. Backup center Ian Mahinmi is een free agent en verschillende teams hebben al hun interesse getoond. En de optie in het contract van power forward Brandan Wright werd nog niet gelicht door de Mavericks.

Zelfkennis heeft James

alvast genoeg: “Ik weet wie ik ben als basketbalspeler.

Korter gezegd: Bernard James beschikt

over levenservaring die bij de meeste andere nieuwe NBA­spelers ontbreekt. Dat hij 27 jaar is, en daarmee de oudste selectie sinds Dikembe Mutombo in 1991, hoeft dus niet noodzakelijk een negatieve eigenschap te zijn. “Ik probeer net duidelijk te maken dat ik die leeftijd heb, ik in het leger gezeten heb en volwassen ben. Mijn leeftijd is misleidend. Ik heb niet jaren en jaren basketball gespeeld. Sommige van die jongens speelden het ganse jaar door en dat jaren aan een stuk. Dat heeft een impact gehad op hun lichaam. Ik speel nog maar zo’n tien jaar. Mijn lichaam gaat het dus langer volhouden dan dat van andere jongens. Ik ga tot ver na mijn dertigste jaar spelen.”

Klaar voor NBA?

James kwam na een deal op de avond van de draft zal uiteindelijk in Dallas terecht. Ondanks zijn status als ‘second round pick’ is het goed mogelijk dat hij een waardevolle rol kan spelen bij het team van Dirk Nowitzki. Alleen al door zijn attitude kan hij de kampioenen van 2011 iets bijbrengen dat ze

Ik ga mezelf niet voorliegen door te gaan denken dat ik een Kobe Bryant ga zijn. Ik weet dat ik een ‘hustle guy’ ben, iemand die energie brengt. Ik ga rebounden, shots blocken en goede defense spelen. Dat is mijn rol op het NBA­niveau.”

Als hij er inderdaad in slaagt om z'n talent

regelmatig te tonen, kan hij uitgroeien tot een waardevolle speler voor de Mavericks. Aan inzet zal het hem niet ontbreken. James heeft al teveel meegemaakt in zijn leven om te weten dat deze kans te uniek is. “Ik ben blij hier te zijn en wil gewoon basketball spelen. Dit is waar ik al die jaren voor gewerkt heb. Nu dit doel is bereikt, wil ik blijven groeien: van bankzitter tot zesde man, basisspeler, All­Star… Steeds weer nieuwe doelen.” •


For good and for worse

Voor de eerste keer in mijn bestaan als honkbalfan heb ik drie echt loodzware dagen achter de rug. Vol goede moed begon ik vorige week aan mijn trip langs de oostkust. Startplaats Washington, om Independence Day mee te vieren met de Amerikanen, maar toch vooral om mijn favoriete team aan het werk te zien: San Francisco. De Giants speelden immers drie duels achtereen bij de Washington Nationals.

Het is een heerlijk gevoel om je geen zorgen te hoeven maken over het feit dat je de uitspelende ploeg aanmoedigt, zonder dat je als supporter in een apart vak wordt geduwd door grote mannen in blauwe pakken met helmen en knuppels. En dan heb ik het nog niet gehad over de debielen die naar je staan te schreeuwen alsof je zojuist hun families hebt uitgemoord. Lang leve honkbal. ‘Welcome to our stadium!’

De eerste nederlaag van San Francisco trok ik nog. De aangename

temperatuur, het verrassend mooie Nationals Park en de Budweiser voor slechts negen dollar per flesje maakten een hoop goed. Het voelde als thuiskomen. Bovendien was het leuk om te zien dat, na een aantal jaren van ellende, de aanhang van de Nationals echt weer hoopt op een succesvolle toekomst. En terecht, want er staat een jonge, talentvolle ploeg die ergens de komende jaren zomaar kan doordringen tot de World Series. Toen ik bij de tweede wedstrijd op Onafhankelijkheidsdag Ryan Zimmerman wederom een homerun over het hek zag meppen, net als een aantal van zijn ploeggenoten, bekroop mij het voetbalgevoel. Had ik als Oranje loser al niet genoeg voor mijn kiezen gehad deze zomer? Zou het dan toch aan de kleur liggen? De Giants maakten er geen feestdag van, we werden afgedroogd. Zelden heb ik zoveel opbeurende schouderklopjes gehad van bierdrinkende Amerikanen.

De derde en laatste wedstrijd in de serie. Daar was alle hoop dus op gevestigd. Na een 4­1 voorsprong leek het eindelijk te lukken. Na een inning of vijf pakte ik mijn moment en deelde high fives uit aan andere Giants maatjes om mij heen. Schreeuwen van opluchting en sprongen in de lucht met de borstkassen tegen elkaar waren de normaalste zaak van de wereld. Niemand rotzooit met ons San Francisco!

De Giants verloren na het slechtste veldspel dat ik ooit gezien heb in de

negende inning de wedstrijd met 5­4. Helaas was mijn stoel niet ruim genoeg om onder weg te kruipen. Opzouten met die schouderklopjes. Wat een ellende…. De taxichauffeur op weg naar het vliegveld moest erom lachen. Geboren in Cleveland en dus aanhanger van de Cleveland Browns en Cavaliers. Drie potjes verliezen, hij draaide zijn hand er niet voor om. Zijn franchise verhuisde ooit naar Baltimore en won daar de Super Bowl. De Browns die in Cleveland bleven, laten hem al jaren huilen van ellende. En zijn basketbalteam had ooit een zekere LeBron James, die nu in Miami met een ring om zijn vinger loopt. ”Wij in Cleveland zijn vervloekt. Maar fan ben je nu eenmaal voor het leven. For good and in Cleveland for worse.” Zo is het. Go Giants!




Het beste team in de Major Leagues op dit moment is zonder twijfel de Texas Rangers. De Rangers, die het de afgelopen twee jaar schopten tot de World Series, hebben niet alleen een uitstekende slagploeg, maar ook nog eens een formidabele werpersstaf.

Een goede tweede zijn de Yankees. Ondanks blessures van C.C. Sabathia, Brett Gardner, Andy Pettitte, Michael Pineda en Mariano Rivera staan de Yanks fier bovenaan de AL East, nog altijd de zwaarste divisie in baseball. Met veel flair doen ze het echter niet. De eerste paar maanden ging het maar matig in de Bronx. De Yankees kwamen niet zo goed uit de startblokken, maar wel beter dan aartsrivaal Boston Red Sox, die alle slechte publiciteit kregen. In de tussentijd hebben de Yankees de Tampa Bay Rays en Baltimore Orioles ingehaald, maar nog lees je daar vrijwel niets over. Dat komt, omdat de Bronx Bombers niet groots huis­ houden, maar in sneaky ninja­style winnen.

Degelijk en saai

In tegenstelling tot Yankees teams uit 't verle­ den zijn de huidige Yankees geen wereld­ sterren. Het zijn zelfs saaie Pieten. Natuurlijk is Alex Rodriguez, nog steeds de bekendste honkballer ter wereld, een Yankee, maar de laatste jaren zijn er geen schandalen rond hem en op het veld speelt hij niet genoeg klaar om dagelijks in de spotlights te staan.

De andere wereldster in de gelederen is Derek Jeter. Na een explosieve start aan het seizoen is hij weer in aanraking gekomen met de aarde en zet hij Jeter­ numbers op het scorebord. Ook over hem is vrijwel niets te lezen in de media. Wat een verschil met vorig jaar toen hij op jacht was naar de 3.000 honkslagen en het verhaal rond de goodiebags opdook. Voor de mensen die niet weten waar dat over gaat: volgens een scharrel gaf Jeter elke one night stand een goodiebag, als dankje voor bewezen diensten. Dat was een deukje in het onpenetreerbare schild rondom het privéleven van Jeter. Het schild dat nu weer waterdicht is.

Nee, de Yankees moeten het dit jaar hebben van de boring but



awesome tweede honkman Robinson Cano, de amper Engels sprekende Japanse werper Hiroki Kuroda, ideale schoonzoon Curtis Granderson en oude man Raul Ibañez.

De laatste werd afgelopen offseason als Free

Agent aangetrokken van de Philadelphia Phillies. De veertigjarige veteraan zou als linkshandige aangewezen slagman een platoon met righty Andruw Jones vormen. Door de blessure van Brett Gardner heeft Ibañez al vijftig wedstrijden in het buitenveld gespeeld en laat hij zien dat hij nog steeds van waarde is. De enkelvoudige All­Star sloeg elf homeruns geslagen en krijgt amper drie slag. Zijn slaggemiddelde van .239 is laag, maar hij slaat de bal het veld in zonder veel in een dubbelspel te lopen. Hij slaat één keer per twintig slagbeurten de bal uit het stadion. Niet slecht voor een speler die slechts één miljoen dollar verdient.

De echte ster van de Yankees dit seizoen is Robinson Cano. De tweede honkman zit middenin het beste seizoen uit zijn carrière en draagt het team met zijn twintig homeruns en on­base percentage van .375. De ongelooflijk betrouwbare All­ Star is 29 jaar en in de kracht van zijn baseballleven. De afgelopen vijf seizoenen speelde hij nooit minder dan 159 wedstrijden. Dit seizoen miste hij nog geen wedstrijd. Echter is de kauwgomkauwende slugger geen quotesmachine en doet hij buiten het veld geen rare dingen. Hij is het duidelijkste voorbeeld van de 'saaie' Yankees. MVP­ getallen neerzetten en amper krediet krijgen, terwijl hij in New York speelt. Leven we in bizarre wereld?

Curtis Granderson kwam nadat de Yankees

in 2009 hun laatste World Series titel wonnen met veel poeha naar New York. In een trade tussen drie teams (Yankees, Detroit Tigers en Arizona Diamondbacks) werd de Grandyman de nieuwe center fielder voor de Yankees, nadat Melky Cabrera jarenlang middelmatige offence bood. In zijn eerste jaar stelde Granderson hevig teleur met slechts 24 homeruns en een slecht slaggemiddelde van .247. Gelukkig voor de Yankees bewees hij


Waarom lezen we toch zo weinig

over de New York Yankees dit seizoen? Een reden is dat Yankees weinig spraakmakende persoonlijk­ heden in hun midden hebben en degenen die iets te melden hebben niet voor schandalen zorgen of, in het geval van Mariano Rivera, geblesseerd zijn. Maar er zijn meer oorzaken.

Momenteel gaat de aandacht uit naar de twee beste rookies in de recente historie. Bryce Harper en vooral Mike Trout lossen de verwachtingen in. Elke wedstrijd van hen is kijkwaardig en het is wachten op MVP prijzen voor de twee.

Er zijn geen grote slumps in 't Yan­ kee­kamp. Albert Pujols maakte de grootste transfer in het offseason en zijn problemen bij de Angels zijn goed gedocumenteerd. Inmiddels heeft hij alles weer wat beter op de rails staan, maar in april was Pujols alles waarover geschreven werd.

Perfecto's, no­hitters en one­hitters. We zien ze dit jaar aan de lopende band en de Yankees blijven buiten schot. Phil Humber en Matt Cain waren dankzij hun perfect games het gespreksonderwerp in baseball. En vergeet niet de back­to­back one­ hitters van New York Met R.A. Dickey, waardoor zelfs de media in NYC 't niet over de Yankees hadden.

De grootste rivaal van de Yankees,

de Boston Red Sox, begonnen nog slechter dan de Yankees en hebben meer moeite om terug in conten­ tion te komen. De blessures van Jacoby Ellsbury en Carl Craw­ ford, het golf­uitje van Josh Beckett en de geruchten rond­ om Kevin Youkilis zorgden er voor dat de Red Sox flink veel (negatieve) aandacht kregen. Deze 'schandalen' zijn nu bijna allemaal opgelost, maar het wachten is op de volgende.


vorig jaar geen 'bust' te zijn en knalde hij 41 homeruns over de hekken met een slaggemiddelde van .262 en ook nog eens 25 gestolen honken.

indrukwekkend als je het vergelijkt met de league leaders, maar het werkpaard geeft de Yankees altijd een kans om de wedstrijd te winnen. En dat is alles wat nodig is bij een offensieve powerhouse. Net als C.C. doen ook it jaar neemt Granderson weer wat gas Ivan Nova, Phil Hughes en Hiroki Kuroda terug. De homeruns zijn er weer met 23 na 81 goed werk. Vooral het werpen van de wedstrijden, maar zijn slaggemiddelde zit Japanse righty is indrukwekkend. De 37­ met .241 zelfs onder zijn gemiddelde van jarige Kuroda, die voor dit jaar alleen maar 2010. Desondanks maakt hij weer een sterk in het werpersvriendelijke Dodger Stadium seizoen door, mede door zijn bovengemiddel­ had geworpen, heeft een 3.17 ERA in zestien de verdedigende kwaliteiten in center field. starts. Een Cy Young Award gaat hij niet winnen, maar de Yankees kunnen blij zijn met hem als een constante werper, die net als Sabathia en de andere werpers elke wedstrijd winbaar maken.

D

Het is lastig om mensen enthousiast te

maken voor de huidige Yankees. Manager Joe Girardi en general manager Brian ‘what's in a name’ Cashman hebben de boel goed op de rails staan. Er zijn geen

Degelijk en favoriet

schandalen binnen het Yankee­ kamp en de Bronx Bombers gaan op cruise control naar de play­ offs. Of ze kans maken daar van de Texas Rangers te winnen is de vraag. Ook zij hebben een goede offence,

Wie is de reden waarom de Yankees er aan het einde van het jaar weer met de titel in de AL East vandoor gaan? Mark Teixeira. De eerste honkman heeft nu een

allesbehalve indrukwekkend slaggemiddelde van .247 met slechts veertien homeruns, maar er is een twist: Teixeira is een notoire slow starter. Zijn slaggemiddelde in zijn carrière in de eerste helft van het seizoen is .268, maar in het tweede helft .294 en in zes­ honderd minder at bats sloeg hij slechts zes­ tien homeruns minder in de tweede helft. Als die trend zich voortzet, en dat doet het elk jaar bij hem, kunnen we dus wel verwachten dat hij dit seizoen met meer dan dertig homeruns eindigt en een veel beter slagge­ middelde. Een onderschat onderdeel van het spel van Tex is dat hij één van de beste eerste honkmannen is in baseball. Meermaals redt hij inaccurate worpen van A­Rod en Jeter en zorgt hij er voor dat er in plaats van een error een out op het bord staat.

C.C. Sabathia laat dit jaar opnieuw zien

waarom hij een ace is. Zijn 3.45 ERA is niet

maar de pitching is meer top­heavy en dat kan uiteindelijk in het voordeel werken van de Rangers. Maar zoals altijd kan er van alles gebeuren in de play­offs en het zou daarom ook geen verrassing zijn als deze groep grijze muizen in oktober de Commissioner's Trophy omhoog houdt. •


Weekly RoundUp

Cliff Lee heeft eindelijk zijn

eerste overwinning binnen. De lefty van de Philadelphia Phillies pakte de win tegen de New York Mets in zijn laatste start in de eerste seizoenshelft • De 49­ jarige Jamie Moyer is weer weg bij de Baltimore Orioles. De veteraan is nog

staat nu 49ste in de homerunlijst aller tijden. Saillant detail is dat ook Red Sox legendes Ted Williams en Carl Yastrzemski hun vierhonderdste homerun in Oakland sloegen.

Een paar dagen later gaf de

36­jarige Ortiz aan niet zo blij te zijn met de behandeling die hij van de Red Sox front office krijgt: “Ze doen maar gek en bieden iedereen die voorbij komt maar een contract aan, ook al weten ze niet hoe ze gaan presteren. Maar met mij houden ze geen rekening, ook al doe ik ieder jaar mijn ding. F*** that!” Hij doelde daarbij op de moei­ lijke contractonderhandelingen die hij het afgelopen off­season had.

steeds op zoek naar een Major League team om zijn missie de driehonderd wins te halen te voltooien. Hij heeft nu 269 overwinningen • De Chicago White Sox, Washington Nationals, Pittsburgh Pirates en Los Angeles Dodgers sloten de eerste seizoenshelft af als beste in de divisie. Wie dat van tevoren had voorspeld was nu heel rijk geweest.

Big Papi in de 400 club

David Ortiz

voegde zich vorige week in de 400 homerun club. De links­ handige aangewezen slagman van de Boston Red Sox sloeg zijn vierhonderdste dinger in Oakland tegen de A's. Ortiz

Nederlander Simmons beste fielder

Met Simmons in de Majors en Texas Rangers korte stop Jurickson Profar niet ver van zijn debuut verwijderd, kan het goed zijn dat de shortstops in de All­Star Game de komende jaren Nederlanders zijn.

Handel officieel los

In het vorige magazine

kondigden we het al aan en nu is het echt zover: ploegen zijn aan het kijken hoe ze zich kunnen versterken en gaan ook tot actie over. De eerste ruil was tussen de Boston Red Sox en de Chicago White Sox. Derde honkman Kevin Youkilis verwisselde de rode voor de witte sokken en in ruil voor hem kwamen utility speler Brent

ESPN heeft de

Nederlandse korte stop Andrelton Simmons uitgeroepen tot de beste verdedigende speler in de MLB in juni. De 22­ jarige rookie maakte op 2 juni zijn debuut in de Majors voor de Atlanta Braves en heeft nu al een prijs op zak.

Simmons, geboren in Mundo Nobo, Curaçao, liet tweede honkman Brandon Phillips (Cincinnati Reds) en rookie All­Star Mike Trout (Los Angeles Angels) achter zich in de stemming onder de schrijvers van ESPN.

Lillibridge en werper Zach Stewart over naar Boston.

Ook de Miami Marlins

versterkten zich. Eerste honkman Carlos Lee komt de rest van het jaar uit voor de Fish, die Matt Dominguez en Rob Rasmussen naar Houston stuurde om daar voor de Astros te spelen. •




Het nieuws verspreidde zich als een lopend

vuurtje door Chicago. Op 26 juni jongstleden zou de talentvolle Anthony Rizzo zijn langverwachte debuut gaan maken voor de Cubs. Manager Dale Sveum kon simpelweg niet meer om Rizzo heen, die namens de Iowa Cubs Triple­A declasseerde tot een soort Little League met een .342 slaggemiddelde, 23 homeruns en 62 binnengeslagen punten. Nu mocht Rizzo zijn vorm etaleren op het hoogste niveau, tegen de New York Mets in het historische Wrigley Field. De fans zitten op het puntje van hun stoel als Rizzo in de eerste inning naar de thuisplaat loopt om het op te nemen tegen Mets’ starter Dillon Gee. De pitch is hoog in de slagzone en Rizzo ramt de bal hard tussen het tweede en het derde honk. Shortstop Ruben Tejada behandelt de bal alsof hij een hete aardappel in zijn handen heeft en ziet Rizzo veilig het eerste honk bereiken. ‘Error’ vult de stadionscorer in, onder luid boegeroep van de supporters. Na het zien van de herhaling gaat de scorer alsnog overstag, honkslag voor Rizzo, zijn eerste voor de Cubbies.

Rizzo fleurt zijn debuut op door met twee outs

in de vierde inning een RBI tweehonkslag te produceren en daarmee zijn ploeg op een 4­3 voorsprong te zetten. Het blijkt uiteindelijk de winnende run. Teamgenoot Matt Garza bedankt de jonge debutant met de traditionele ‘shaving cream pie’ net als hij de pers te woord staat. Een stukje baseballhumor. Het is bijzonder om te zien hoe eenvoudig het allemaal lijkt te gaan bij Rizzo, alsof het hem totaal geen moeite kost om te spelen. “Dat is nou eenmaal mijn spel. Really relaxed. Iedereen zegt tegen me dat het lijkt of ik mijn best niet doe.” Manager Sveum genoot van Rizzo’s debuut. “Hij gedroeg zich deze wedstrijd absoluut niet als een kleine jongen”, verzekerde hij.

Diagnose: kanker

De kranten prijzen de volgende dag het debuut van Rizzo de hemel in. Gebeurt dat bij laagvliegers als de Houston Astros of de Kansas City Royals, dan is iedereen blij, maar in een big


“I t feels truly great to be a Cub today.” Dat waren Epstein’s eerste

woorden richting de fans van de Cubs. Epstein was toe aan een nieuwe uitdaging, en geef hem eens ongelijk. Er viel niets meer te bewijzen in Boston voor de man die ervoor zorgde dat de Red Sox van lovable losers veranderden in tweevoudige World Series kampioenen (2004 en 2007). Mocht Epstein kampioen worden met de Cubs, dan schrijft hij historie door niet één, maar twee franchises van ‘the curse’ af te helpen. Epstein werkt nauw samen met GM Jed Hoyer, net zoals in Boston, en krijgt carte blanche om de organisatie te veranderen.

“W anneer we de World Series winnen, dan is dat niet vanwege één

persoon, maar dankzij ons allemaal. Omdat een scout net die extra kilometers maakt om een talent aan het werk te zien of een pitching coach in de Minor League die buiten de training om werkt met een jonge pitcher om zijn changeup te verbeteren.” Duidelijke taal, maar de Cubs wachten al 104 jaar op een kampioenschap, waarom gaat het hem wel lukken? “In Boston hadden ze 86 jaar niets gewonnen, maar ik rende daar niet voor weg. We haalden spelers binnen die meer om elkaar gaven en konden winnen.”

E en belangrijke taak voor Hoyer om het team van de toekomst samen te

stellen. De voorgaande jaren werd er met geld gesmeten om spelers aan te trekken. Dat moet anders. Spelers met grote contracten zoals Matt Garza, Ryan Dempster en Rafael Soriano mogen verhandeld worden in ruil voor jonge talentvolle spelers. De enige speler die niet getrade gaat worden is Starlin Castro. Epstein en Hoyer zien in de 22­jarige shortstop het boegbeeld van de toekomst. Epstein: “Als we ons werk goed doen, hebben we straks de meeste spelers in hun prime (26 tot 32 jaar) met hopelijk een paar home­ grown spelers die daar in de buurt komen. Uiteraard is er ruimte voor veteranen, maar we betalen voor prestaties in de toekomst.”


market als Chicago schept dat direct torenhoge verwachtingen. Is Rizzo dé man die de Cubs aan de eerste World Series helpt sinds 1908? Gelukkig schrikt de hoofdrolspeler daar zelf niet van. “Druk heb je in elke tak van sport en nu ik in de schijnwerpers sta, werkt het zelfs in mijn voordeel”, meent hij. “Je moet gewoon presteren.”

De linkshandige slagman weet waarover hij

praat, want een jaar geleden mislukte zijn eerste avontuur in de Majors als speler van de San Diego Padres. Rizzo wilde zich te graag laten zien, wat resulteerde in een .149 slaggemiddelde over 49 wedstrijden. “Vanaf het moment dat ik werd opgeroepen wilde ik te veel doen. Dat was mijn onervarenheid. Ik heb er veel van geleerd en ik kijk positief naar de toekomst”, liet hij destijds optekenen. Dat Rizzo zo vrij in het leven staat heeft alles te maken met zijn overwinning op de grootste tegenstander in zijn leven: de kanker. In april 2008 werd non­Hodgkin­lymfoom, een zeldzame vorm van lymfklierkanker, bij hem geconstateerd. “De eerste gedachte die door mijn hoofd schoot toen ik het woord kanker hoorde, was die over Lance Armstrong, omdat je weet van zijn strijd met de ziekte. En chemotherapie. I freaked out.”

De toen 18­jarige Rizzo onderging zes maanden lang behandelingen en chemokuren en miste zo zijn eerste jaar als professional. “Ik moest weer op nul beginnen.” De behandelingen sloegen aan, Rizzo is genezen en dat heeft zijn gedrag veranderd. “Ik heb momenten gehad dat het op het veld even tegenzat. Ik keek naar mijn gele ‘Live Strong’ armband en zei: ‘Kom op nou hé! Een paar jaar geleden vocht ik nog voor mijn leven’. Dan voel ik mij al snel weer beter.”

Cubs in opmars?

De opmars van Rizzo is één van de weinige lichtpuntjes in een vrij somber seizoen voor de Cubs. De honeymoonfase sinds het aantrekken van Theo ‘de verlosser’ Epstein als de nieuwe president, lijkt voorbij. In de maand mei verloren de Cubbies zelfs twaalf wedstrijden op


Naast Anthony Rizzo lopen er nog meer talenten rond in de organisatie van de Cubs. Wie zijn de toekomstige sterren?

Starlin Castro (22 jaar, shortstop) Slechts 22 jaar, maar al bezig aan zijn derde seizoen in de Majors. Een atleet die alle kwaliteiten bezit om uit te groeien tot een sterspeler, maar dan moet de slordigheid verdwijnen uit zijn spel. Brett Jackson (23 jaar, outfielder) Kende een goede spring training en men had verwacht dat hij, net als Rizzo, de stap zou gaan maken. Voorlopig speelt hij in de Minors en dat komt omdat hij te vaak drie slag krijgt. Hoyer: “Een geweldig ta­ lent. Ik denk dat hij lang te zien zal zijn in het tenue van de Cubs.”

Rafael Dolis (24 jaar, reliever) Als Carlos Marmol weer eens een meltdown krijgt op de heuvel, staat Dolis klaar. Dolis pakte vier saves in het begin van het seizoen, maar verloor daar­ na ietwat de controle. Hij pendelt nu tus­ sen Triple­A en de Majors, maar het poten­ tieel is aanwezig.

Javier Baez (19 jaar, infielder) De Cubs kozen Baez in de eerste ronde van de 2011 MLB Draft. Hij bezit de kwaliteiten om uit te groeien tot een sterke infielder, waarschijnlijk op het derde honk naast shortstop Castro. Aan Baez eerst de taak om zich te ontwikkelen in de Minor Leagues.

Eervolle vermelding voor: Dan Vogel­ bach (de nieuwe Prince Fielder), Josh Vitters, Dillon Maples, Trey McNutt, Matt Szczur en last bot not least de jonge Cubaan Jorge Soler, die vorige week een negenjarig contract a dertig miljoen dollar tekende.


een rij, de ergste uitglijder sinds 1997, toen de Cubs het seizoen startte met een 0­14 record. Onvrede heerst onder de eigen supporters, maar één man in het stadion is de rust zelve. Theo Epstein weet dat het om de lange termijn gaat en toen de Boston Red Sox, zijn oude werkgever, op 15 juni in town waren voor een 3­game serie, was het moment daar voor Epstein om terug te kijken op de eerste maanden van het seizoen.

Een verslaggever vraagt of het een verloren seizoen is voor de

Cubs met het oog op de toekomst, maar Epstein geeft dat niet zo maar toe. “Natuurlijk, het is moeilijk. Je analyseert de divisie, je maakt een plan van aanpak en als dan het seizoen begint en je ondergaat een reeks nederlagen, dat is zwaar.” Maar Epstein zegt dat ook zo hoort te zijn. “Als het eenvoudig was, dan was ik niet aan deze klus begonnen.” Deze klus moet uiteindelijk leiden tot het winnen van de World Series, maar Epstein wil niet teveel over de toekomst praten. “Je moet de 25 spelers op het roster respecteren die dag in, dag uit hun best doen en zich willen verbeteren.” Toch is er genoeg ruimte voor verbetering. “We zijn nog niet waar we willen zijn. Ik zou graag een paar wedstrijden terug willen, dan hadden we wat meer overwinningen gehad, maar die gasten spelen hard, bereiden zich goed voor en gaan de uitdaging niet uit de weg. Je merkt dat de mentaliteit langzaam aan het veranderen is.”

Aan Rizzo’s bijdrage ligt het in ieder geval niet, want in zijn eerste vijf wedstrijden noteerde hij drie honkslagen die wedstrijden beslisten. Een publiekslieveling is daarmee geboren. “Het is geweldig om zijn ontwikkeling te zien”, meent General Manager Hoyer. “Maar we moeten niet vergeten dat ook hij zijn ups en downs gaat meemaken. We focussen op een lange carrière als Cub, niet op een paar spetterende weken of een paar maanden.” Chicago, nog even geduld. Good times are coming. •





Jorge Vergara, eigenaar van Chivas de

Guadalajara, en Antonio Ché, een zakenman uit de familie die de wereld het biermerk Corona schonk, kondigden in 2004 aan dat de Amerikaanse voetbal­ competitie Major League Soccer (MLS) een club rijker was: Chivas USA. Het was geen toeval dat die club zou uit­ komen in Los Angeles, de stad met de grootste groep Mexicaanse Amerikanen in de Verenigde Staten. “Het idee was om het meest populaire voetbalmerk van Mexico, Chivas Guadalajara, naar L.A. te halen”, zegt Jose Domene, de general manager van Chivas USA en zelf ook van Mexicaanse komaf.

Die ge­

dachte achter de satellietclub in Californië is niet vreemd. Sterker nog, ook in de rest van Amerika heerst de overtuiging dat de toekomst van het voetbal nauw verbonden is met de latino’s. Het land telt zeker vijftig miljoen Hispanics en hun onbetwist favoriete sport is voetbal, soccer, fútbol. De Spaanstalige voetbalfans vormen al een meerderheid op de tribunes van MLS clubs door het hele land en ook het aantal spelers uit Centraal en Zuid Amerika neemt toe, niet in de laat­ ste plaats omdat voetballers uit die gebie­ den betaalbaar zijn voor de clubs uit de MLS, die met een beperkt budget werken.

Chivas USA is daarop geen uitzondering.

De club maakt zijn Spaanstalige fans het hof


met spelers uit hun deel van de wereld en geeft ze voetbal en een sfeer die doet denken aan de stadions waar zij of hun ouders als kind nog stonden te juichen, aldus Domene. “De reactie van de supporters daarop is er een van pure passie. Ze hebben een favoriet team in hun moederland maar worden fan van Chivas USA omdat de beleving bij ons hetzelfde is. Het is echte clubliefde.”

Clubwoordvoerder

Rodrigo Ochoa, ook een immigrant uit Mexico, gaat een stap verder en zegt dat Chivas USA het perfecte alternatief biedt voor Spaans­ talige Ameri­ kanen die de voet­ balbe­ leving van hun thuisland missen. “Ze leren hun kinderen te hou­ den van onze clubkleuren, die iets vertegenwoordigen dat ze achter zich hebben gelaten.”

Hij vertelt over hoe Chivas USA hem nog elke dag terugbrengt naar zijn jeugd waar hij ‘Chivas Guadalajara ademde’ en elke dag ging kijken bij de training van zijn heldenteam. Ochoa zegt dat zijn Mexicaanse vrienden in Amerika dezelfde trip down memory lane ervaren als ze naar een wedstrijd van Chivas USA gaan: “Ze komen naar het stadion en voelen diezelfde ambiance als thuis. Ze zingen, ze genieten. En het is niet meer nodig om naar Mexico te gaan om Chivas te zien spelen.”


Het klopt dat de fans van Chivas USA meer dan

gemiddeld lawaai maken. Ze zingen, slaan op trommels en zwaaien met zo’n beetje alle vlaggen die Centraal en Zuid Amerika rijk zijn. Je zou het Spaanse praktijken kunnen noemen. Maar de fanatieke aanhang bestaat ook uit een relatief kleine groep van ongeveer honderd fans. En Chivas USA is met een gemiddeld bezoekersaantal van iets over 13.000 tegenwoordig ook één van de slechtst bezochte clubs in de MLS. Ter vergelijking: wedstrijden van stadsgenoot L.A. Galaxy, dat met grote namen als David Beckham, Robbie Keane en Landon Donovan in hetzelfde stadion speelt, worden door ruim 22.000 mensen bezocht, ook door Mexicanen en andere supporters van Spaanse komaf. Niet iedere Mexicaan is immers Guadalajara­fan. De bezoekersaantallen bij Chivas USA dalen al jaren. Het laat de clubleiding dit seizoen geen andere keus dan elke thuiswedstrijd delen van de tribunes van het Home Depot Center af te schermen met een gigantische vlag om zo de lege stoeltjes te verbergen. En geef de thuisblijvers eens ongelijk. Hoewel de club van 2006 tot 2009 onafgebroken de playoffs haalde, sporen de meer recente resultaten van Chivas USA niet bepaald aan tot juichen en zingen. Zelfs met sterspits Juan Pablo Angel, die begin dit seizoen werd overgenomen van kampioen Galaxy en eerder uitkwam voor ondermeer Aston Villa en River Plate, wist de club dit seizoen slechtst elf doelpunten te scoren. Chivas USA is daarmee de minst productieve ploeg in de MLS. De club slaagde er ook al twee seizoenen op rij niet in om tot de playoffs door te dringen.

Middenvelder Jorge Villafaña, die is geboren uit

Mexicaanse ouders maar uitkomt voor het Amerikaanse nationale team, zegt zich bijzonder thuis te voelen bij Chivas USA, waar hij sinds 2007 voetbalt. ‘Het is een club met een sterke band met Mexico,’ zegt hij. “Het voelt daarom alsof ik dichtbij mijn eigen wortels blijf.” Zijn familie bestaat voornamelijk uit supporters van Chivas de Guadalajara, alhoewel ze sinds hij bij Chivas USA voetbalt ook de club uit Los Angeles een beetje volgen. “Maar hun favoriete club blijft toch Guadalajara”, voegt de 22­jarige speler er aan toe. Voor een club die bekend staat als de ‘Mexicaanse club van Amerika’ heeft Chivas USA maar weinig Mexicanen in het eerste team. Om precies te zijn: geen. Natuurlijk zijn er Mexicaans Amerikaanse spelers zoals Villafaña en nog twee anderen. Maar het gros van de spelers is, net als de hoofdcoaches, Amerikaan. De selectie bestaat verder uit spelers


STERKE BUREN

De toekomst van het Mexicaanse

voetbal ziet er rooskleurig uit. Het Olympische team is met talentvolle jonge spelers zoals Giovanni dos Santos van Tottenham Hotspurs en Marco Fabian van Chivas de Guadalajara deze zomer een serieuze bedreiging voor topteams als Spanje, Brazilië en Groot Brittannië op de Olympische Spelen in Londen. Als Mexico een podiumplek behaalt, zou het de eerste keer zijn dat een Amerikaans land een medaille wint met voetbal op de Olympische Spelen. Dos Santos is overigens de enige speler in het Olympisch team die in een buitenlandse competitie en dus niet in Mexico speelt.

Maar het houdt niet op bij Mexico

onder 23. Mexico onder 20 werd vorig jaar derde op het Wereldkampioenschap in Columbia. En het Mexicaanse nationale elftal voor onder 17 werd wereldkampioen, ook in 2011, op eigen grond. De spelers hebben alle mogelijkheid om door te groeien in eigen land: de Mexicaanse competitie is van hoog niveau.

Volgens Sacha van der

Most van Spijk ontwikkelt Mexico zich tot een van de sterkste voetballanden ter wereld. Amerika heeft wat in te halen, vooral op technisch en tactisch gebied, vindt hij. Amerika onder 20 sneuvelde tegen Guatemala op het WK in Columbia vorig jaar. En onder 23 wist zich niet te kwalificeren voor de Spelen tegen El Salvador. Zowel Mexico als Team USA namen het vorige maand op tegen Brazilië. Mexico won met 2­0, de V.S. ging met 4­1 de boot in. •


afkomstig uit Colombia, Ecuador, Venezuela, Uruguay, El Salvador en ook uit Engeland en Frankrijk. Hoe anders is dat bij Chivas de Guadalajara, waar het sinds de oprichting van de club een stelregel is dat alleen spelers met de Mexicaanse nationaliteit voor de club kunnen spelen.

onduidelijkheid over het profiel en welk publiek moest worden aangesproken. “In het eerste jaar brachten ze tweederangs spelers uit Mexico over en dachten ze dat ze daarmee het kampioenschap zouden winnen”, verklaart Van der Most van Spijk, die nu werkt voor US Club Soccer, een organisatie die als doel heeft het Amerikaanse clubvoetbal te verbeteren. “Het werd een fiasco. Dat team werd met een scheef oog aangekeken en het motiveerde tegenstanders om er extra hard tegenaan te gaan.”

Volgens Van der Most van Spijk was het

Bij Chivas USA is het de diversiteit die telt,

legt Domene uit. Hij ontkent dat zijn club typisch Mexicaans is en baalt van de misconceptie die is ontstaan over Chivas USA. “We zijn juist erg Amerikaans vanwege onze diversiteit”, zegt hij. “We staan open voor iedereen en hebben daarom ook erg kleurrijke fans van verschillende afkomst en cultuur.” Volgens woordvoerder Ochoa is dat ook de reden voor Chivas USA’s ‘hardcore fanschare’. “Er is voor iedereen wel een speler bij om zich in te herkennen”, zegt hij. “Dat is waar het in de VS om draait: het mixen van culturen.”

Het Mexicaanse team van de MLS, het kleine broertje van dat puur Mexicaanse Guadalajara, is dus juist erg Amerikaans en biedt voor ieder wat wils? Dat was wel anders in het eerste seizoen na de oprichting, zegt Sacha van der Most van Spijk, die als hoofd jeugdopleidingen meer dan zes jaar bij Chivas USA werkte, maar begin vorig jaar net als een aantal van zijn Mexicaanse collega’s werd ontslagen. Toen was er geen

doel van Chivas USA om een Mexicaanse club op te zetten in Amerika die het goed zou doen in de Mexicaanse gemeenschap. De club probeerde met attractief voetbal successen te behalen in de MLS, een fysieke competitie waar resultaten vaak voorop staan. Het eerste team en alle jeugdteams speelden een aanvallend 4­3­3 systeem. En de Mexicanen bij de club vonden het prachtig om dat ‘Ajax­ systeem’ te spelen, aldus Van der Most van Spijk. Maar met de aanstelling van Amerikaanse coaches Robert Fraser en Greg Vanney als hoofd­ en assistent coach begin 2011 was het gedaan met aanvallend voetbal.

“Zij denken juist heel defensief”, zegt Van der Most van Spijk, die zelf tot zijn 29e bij Quick uit Den Haag voetbalde.

Hoewel zijn club met ‘ups en downs’

presteert, is het belangrijkste succes bij


Chivas USA de jeugdopleiding, die één­op­ één is overgenomen van die van Guadalajara, zegt Domene. Chivas de Guadalajara staat bekend om het succes van de eigen kweek: Mexicaanse jongens die doorstromen naar het eerste. De jeugd van Chivas USA werd opgezet door de Nederlander Dennis de Kloezen, die daarvoor samen met trainer Hans Westerhof bij Chivas de Guadalajara had gewerkt. Het was ook De Kloezen, die nu hoofd jeugd is bij de Mexicaanse voetbalbond, die Van der Most van Spijk naar Chivas USA haalde. De club wilde de schat aan talentvolle voetballertjes van Mexicaanse komaf in Californië aan zich binden. Voetballen bij clubs is voor zulke spelers vaak onbetaalbaar en scouts van clubs en colleges hebben de onofficiële leagues waar ze in uitkomen vaak slecht of niet in het vizier.

Van der Most van Spijk zegt dat ongeveer

twintig spelers die hij bij Chivas USA in de jeugd heeft getraind, uiteindelijk zijn doorgegaan in het professionele voetbal. Maar de meeste daarvan niet bij Chivas USA:

“Een heleboel spelers werden uit ons elftal geplukt en naar Mexico gehaald”, zegt hij. Die spelers, vaak met Mexicaanse achter­ grond, zagen dat wel zitten. “Je kunt daar veel meer verdienen dan in de MLS. En het niveau is er ook hoger.”

De 17­jarige Marco Delgado is een van de

spelers die nog onder Van der Most van Spijk trainde en uiteindelijk door Chivas USA is vastgelegd. Hij zegt de MLS te verkiezen boven de Mexicaanse competitie. “Hier is het ook veiliger dan in Mexico”, zegt hij. Het debuut van de jonge middenvelder uit Californië, die voor de nationale jeugdteams van Amerika uitkomt, staat voorlopig gepland voor augustus. Hoewel Chivas USA nog een relatief jonge club is, is het toch al een grote naam in de MLS, vindt Delgado. De identiteitscrisis – Mexicaans of Ameri­ kaans of voor ieder wat wils – lijkt hem niet zoveel te deren. “Ik was vroeger altijd een groot fan van Chivas in Mexico”, zegt hij. “Maar Chivas hier is hetzelfde en biedt grote kansen voor jonge jongens zoals ik.” •




Roberto Luongo kan met zijn wisselvallig足

heid het beste worden omschreven als de Dr. Jekyll van het moderne ijshockey. Helaas voor hem en zijn Vancouver Canucks verschijnt vaak de verkeerde Luongo op het ijs wanneer er ook echt iets op het spel staat. Je kunt dus wel stellen dat de Canadees een ware choker is.

Valse hoop

Dit is enorm zonde, want jaar in, jaar uit laat Luongo in het reguliere seizoen zien wat hij allemaal kan. Zo is hij al drie keer genomineerd voor de Vezina Trophy voor de beste goalie van het reguliere seizoen. Met zijn klassieke butterfly足techniek en razendsnelle reflexen drijft hij de aanvallers van de tegenpartij vaak tot wanhoop en zijn cijfers met betrekking tot wedstrijden in het seizoen liegen er dan ook niet om.

Sinds hij in 2006 bij de Canucks kwam,

speelde hij in totaal 386 wedstrijden waarin hij tot 224 overwinningen kwam, een reddingspercentage van 92 procent neerzette en gemiddeld slechts 2,35 doelpunten per wedstrijd tegen kreeg. Elk jaar weer hopen de fans in Vancouver dat hij deze prestaties doortrekt in de playoffs en dat hij hun Canucks eindelijk de Stanley Cup gaat bezorgen, maar tot op heden maakt hij deze hooggespannen verwachtingen niet waar.

Hoge verwachtingen

In het begin van zijn loopbaan zag het er allemaal nog rooskleurig uit. Hij werd in 1997 door de New York Islanders als vierde gedraft, waarmee hij op dat moment de vroegst gekozen goalie ooit was tijdens een NHL Draft. Dit bracht natuurlijk de nodige druk met zich mee, maar dat leek de keeper totaal niet te deren. Hij keepte sterk en werd al gauw gezien als de beste jonge goalie van de league.


Toch stuurden de Islanders Luongo na één seizoen naar de Florida Panthers in een trade. Hier vormde hij een solide tandem met veteraan Trevor Kidd en bleef hij zich gestaag verbeteren. Toen de club in 2001 besloot om het team volledig te renoveren, was Luongo één van de spelers om wie het nieuwe team heen werd gebouwd. Ondanks alle veranderingen in het team bleef Luongo uitstekend presteren, al lukte het hem niet om de Panthers naar de playoffs te brengen.

Zijn goede prestaties in het doel bij een

matig team bleven niet onopgemerkt in de league. De interesse in Luongo groeide en in 2006 werd hij naar Vancouver getrade. Hij voelde zich daar meteen thuis en zijn eerste jaar in Canada was meteen een career year. Hij speelde liefst 76 wedstrijden, won er 47 en werd na afloop van het reguliere seizoen onder meer genomineerd voor de Vezina Trophy en de Hart Memorial Trophy, de prijs voor de beste speler van het seizoen. En misschien nog wel belangrijker: Luongo mocht zich opmaken voor zijn eerste playoffs.

Druk

Bobby Lu begon goed aan het eerste nasei­ zoen van zijn carrière. De Canucks ontmoet­ ten in de eerste ronde de Dallas Stars en in het eerste duel waren vier overtimes nodig om uiteindelijk een beslissing te forceren. Alhoewel Luongo vier doelpunten moest toestaan, kon hij toch tevreden terugkijken op zijn debuut, aangezien hij liefst 72 van de 76 schoten wist te keren. De Canucks wonnen de serie uiteindelijk met 4­3, maar in de volgende ronde waren de uitein­ delijke Stanley Cup­winnaars, de Anaheim Ducks, met 4­1 te sterk. Luongo liet zich echter van zijn beste kant zien met een reddingspercentage van ruim 94 procent en ge­ middeld slechts 1,77 doel­ punten tegen per wedstrijd.


In de jaren erna kon hij zijn sterke debuut geen

gevolg geven. Nadat de Canucks in 2008 de playoffs niet haalden, waren in de twee opvolgende jaren de Chicago Blackhawks in de tweede ronde met 4­2 te sterk. Luongo liet in deze series bepaald geen betrouwbare indruk achter, want in deze twaalf wedstrijden stond hij maar liefst 42 doelpunten toe. Vooral in wedstrijden waarin het playoff­leven op het spel stond voor Vancouver, gaf de goalie vaak niet thuis, getuige de 7­5 en 5­1 overwinningen van Chicago in de beslissingswedstrijden.

Kans op rehabilitatie

In 2011 stond de confrontatie tussen de Canucks en hun angstgegner uit Chicago al in de eerste ronde op het programma. De als eerste geplaatste Canadezen leken zich hier aanvankelijk niet door te laten afschrikken en kwamen op een 3­0 voorsprong in de serie. Maar toen ging het toch nog bijna mis en Luongo ging voorop in de malaise. De Blackhawks wonnen de volgende twee wedstrijden en in beide duels werd de goalie vroegtijdig naar de kant gehaald. In Game 6 kreeg tweede keeper Cory Schneider zelfs vanaf het begin de voorkeur, al was het dit keer zijn beurt om te worden gewisseld. Luongo kon uiteindelijk een nederlaag niet voorkomen, maar zette wel een goede prestatie neer als invaller en dit deed zijn zelfvertrouwen zichtbaar goed in het vervolg van het naseizoen.

In de beslissende wedstrijd tegen Chicago had

Luongo met 31 reddingen op 32 schoten een belangrijk aandeel in de overwinning van zijn ploeg. In de rondes die volgden, was de Canadees met Italiaanse en Ierse roots weer de onbetwiste nummer één tussen de palen bij de Canucks. Hij gaf zijn coach ook geen reden voor twijfel. Mede door zijn sterke spel reikte Vancouver tot in de Stanley Cup­finale waarin de ploeg het moest opnemen tegen de Boston Bruins. Oftewel, het ideale podium voor Luongo om af te rekenen met zijn choker­imago. Dit lukte hem ook bijzonder aardig in de eerste twee thuiswedstrijden, maar toen het hele circus naar Boston verhuisde, stond daar ineens weer de verkeerde Luongo op het ijs. In twee wedstrijden kreeg de goalie twaalf doelpunten


Alhoewel de successen

voor Luongo vooralsnog uitblijven in de NHL, bezit de 33足jarige goalie al wel het nodige eremetaal. Internationaal gezien heeft hij met Team Canada al verschillende prijzen binnengesleept, met als absolute hoogtepunt de gouden medaille tijdens de Olympische Winterspelen van Vancouver in 2010. Luongo speelde tijdens dit toernooi vijf van de zeven wedstrijden, waaronder de finale, en won ze allemaal. Met 'n reddingspercentage van bijna 93 procent en ge足 middeld slechts 1,76 goals tegen per duel, liet hij zien op belangrijke momenten wel degelijk van waarde te kunnen zijn: 1999 Zilver op het WK voor junioren 2003 Goud op het WK 2004 Goud op de World Cup 2004 Goud op het WK 2005 Zilver op het WK 2010 Goud op de Olympische Spelen


tegen en in het tweede duel werd hij wederom vroegtijdig van het ijs gehaald ten faveure van Schneider.

Eenmaal terug in Vancouver toonde

Luongo in Game 5 wederom zijn kwaliteiten door de Bruins van het scorebord te houden. De 3­2 voorsprong in de serie zorgde echter niet voor genoeg rust in het hoofd bij Luongo. In het zesde duel werd hij na de derde treffer na ruim acht minuten meteen van het ijs gehaald. Ook in de beslissende zevende wedstrijd was Luongo niet bij machte om zijn team er doorheen te slepen. Middels een 0­4 overwinning in Vancouver ging Boston er met de hoofdprijs vandoor. Wellicht was het voor Luongo nog wel pijnlijker om te zijn dat Bruins­goalie Tim Thomas werd uitgeroepen tot de MVP van de playoffs; een prijs die hij graag had gepakt om alle critici de mond te snoeren. De voorbije playoffs verliepen helemaal dramatisch voor de Canucks en in het bijzonder voor Luongo. De Los Angeles Kings, de latere Stanley Cup­winnaar, waren duidelijk de underdog tegen de wederom als eerste geplaatste Canucks. Hier was in de serie echter weinig van te merken, want de Kings wonnen de confrontatie afgetekend met 4­1. Luongo speelde alleen de eerste twee (verloren) wedstrijden en moest vervolgens zijn basisplaats afstaan aan Schneider. Extra zuur moet het voor de goalie zijn geweest dat ook dit keer de keeper van de tegenpartij, Jonathan Quick, wel in staat was om diens ploeg bij de hand te nemen en naar de Stanley Cup te leiden.

Megacontract

Zowel Luongo als de club is na een weer teleurstellend verlopen naseizoen tot de conclusie gekomen dat het wellicht beter is om afscheid van elkaar te nemen. De Canucks beschikken al over een waardige opvolger in de persoon van Cory Schneider. De huidige tweede keeper heeft al meerdere keren laten zien dat hij over voldoende kwaliteiten beschikt eerste goalie te worden. Het feit dat de club onlangs het contract met Schneider met drie jaar verlengde, is voor Luongo een teken aan de wand. Het jaarsalaris van vier miljoen dollar dat Schneider onder deze verbintenis gaat verdienen, is

natuurlijk erg hoog voor een reservegoalie.

Aan de andere kant is het contract van

Luongo juist het grote probleem om van club te veranderen. De goalie zette in 2009 zijn handtekening onder een nieuwe megaverbintenis waardoor hij nu nog tien jaar in Vancouver onder contract staat. In deze periode verdient Luongo 5,3 miljoen dollar per jaar en dat is een prijskaartje dat veel clubs afschrikt. Het feit dat de Canucks Luongo niet slechts willen lozen maar ook nog behoorlijk wat ‘wisselgeld’ willen hebben, helpt ook zeker niet mee bij het verschepen van de keeper. Ten slotte liet Luongo een no trade­clausule in zijn contract opnemen, waardoor hij bij sommige clubs zijn veto kan uitspreken wat betreft een transfer. Naar verluidt weigerde Luongo al naar Chicago en Toronto te vertrekken en zou hij alleen naar de Florida Panthers willen terugkeren. Deze club heeft wel oren naar de komst van Luongo, maar het is nog maar de vraag of zij aan de eisen van zowel de club als de speler kunnen en willen voldoen.

Al met al lijkt een vertrek van Luongo uit

British Columbia het beste voor beide partijen. Zijn opvolger staat al te trappelen om de positie van eerste goalie over te nemen, terwijl een verandering van omgeving juist weer bevrijdend kan werken voor Luongo. Gezien zijn track record in de playoffs lijkt een keuze voor een non­contender in ieder geval het beste. •


Weekly RoundUp Schorsing

Ryan Suter en Zack Parise

waren de beste free agents op de markt dit jaar (zij tekenden uit­ eindelijk bij de Minnesota Wild), maar er waren meer spelers die vanaf 1 juli hun handtekeningen zetten onder nieuwe contracten. Daarom hier een beknopt over­ zicht van de belangrijkste ver­ schuivingen: • Matt Carle ver­ laat de Philadelphia Flyers en gaat voor 33,5 miljoen dollar zes jaar aan de slag bij de Tampa Bay Lightning • Een andere speler die Philadelphia de rug toekeert, is Jaromir Jagr. De veteraan tekende een eenjarig contract bij de Dallas Stars • Al Montoya gaat voor één jaar naar de Winnipeg Jets. De goalie komt van de New York Islanders, waar hij in de tweede seizoenshelft maar weinig in actie kwam vanwege een hersenschudding. Die liep hij overigens op in een wedstrijd tegen de Jets • Net voor het bekend werd dat de Penguins misgrepen wat betreft Parise, liep een andere winger juist de deur uit bij de club. De 38­jarige Steve Sullivan tekende een eenjarig contract ter waarde van 1,85 miljoen dollar bij de Phoenix Coyotes • De 33­jarige Olli Jokinen raakte onder de indruk van de ploeg van de Winnipeg Jets en tekende er een tweejarig contract ter waarde van 4,5 miljoen dollar.

Torres ingekort

Raffi Torres hoeft vier duels

minder te brommen voor zijn grove overtreding tijdens de eer­ ste ronde van de playoffs dit jaar. In de derde wedstrijd van de serie tegen de Chicago Black­ hawks raakte de speler van de Phoenix Coyotes Marian Hossa vol tegen het hoofd, waardoor deze van het ijs gedragen moest worden en zelfs voor een korte tijd in het ziekenhuis verbleef. Mede vanwege zijn geschiedenis van harde overtredingen trad de NHL hard op tegen Torres en schorste te speler voor liefst 25 wedstrijden. Omdat de Coyotes nog dertien wedstrijden speelden in de playoffs, hield dat dus in dat de aanvaller ook nog twaalf duels in het nieuwe sei­ zoen moest toekijken.

Na een beroep

van de spelersbond van de NHL namens Torres is deze straf nu met vier wedstrijden verminderd, waardoor Torres slechts de eerste acht wedstrijden is geschorst. Torres mag echter nog steeds niet meespelen in de oefenwedstrijden voorafgaand aan het seizoen, maar de verla­ ging van zijn straf houdt wel in dat hij ruim 32.500 dollar min­ der aan salaris hoeft af te staan.

Contractverlenging voor Carey Price

De Montreal Canadiens zijn

druk bezig om hun team te versterken zodat zij een desastreus seizoen als afgelopen jaar kunnen voorkomen. De club wist in de draft onder anderen toptalent Alex Galchenyuk aan zich te binden en pikte ook een aantal sterke free agents op.

Eén van de spelers die in de afgelopen jaargang enigszins aan de malaise in Montreal wist te ontsnappen, was goalie Carey Price. Van de 65 wedstrijden die hij speelde, won hij er 28, waarvan vier met een shutout. Over het hele seizoen stond hij gemiddeld 2,43 doelpunten per wedstrijd toe en noteerde hij een reddingspercentage van bijna 92 procent. Geen slechte cijfers voor de keeper van een ploeg die op de laatste plek in de Eastern Conference eindigde.

Aan de goalie lag het dus niet

dit jaar en die mening deelt de club ook, want vorige week verlengden de Canadiens de verbintenis van hun sluitpost met zes jaar. Hierdoor staat Price nu tot en met het 2018 onder contract in Quebec.

Penner blijft in LA

De LA Kings en Dustin Penner

gaan in ieder geval één jaar lan­ ger met elkaar door. De aanval­ ler, die een aflopend contract had en dus als free agent voor een langere verbintenis bij een andere club had kunnen kiezen, besloot een eenjarig contract te tekenen bij het team waarmee hij in juni de Stanley Cup won. De 29­jarige leftwinger kende een bijzonder teleurstellend seizoen, waarin hij tot slechts zeven goals en tien assists kwam. •




Op een persconferentie erkende Miami’s nieuwe coach

Joe Philbin, de voormalig offensive coordinator van de Green Bay Packers, nieuwsgierig te zijn naar wat de 34­ jarige Ochocinco nog te bieden had. Het gat van de naar Chicago vertrokken Brandon Marshall moet gevuld worden, maar zelfs in Miami weet men dat ze niet de zelfde receiver hebben binnen gehaald die in zijn tijd in Cincinnati zes seizoenen op rij meer dan 1000 yards wist te behalen.

New England Bust

Ook de Patriots wisten dat Ocho geen realistische optie was om het vertrek van deep threat Randy Moss op te vangen, maar dat de impact van 85 zo beperkt zou zijn moet toch ook een teleurstelling zijn geweest voor Bill Belichick. Er werd gerept over een band tussen de receiver en de coach, een wederzijds respect, maar op wedstrijddagen toonde Belichick weinig genegenheid voor zijn aanwinst. Tijdens de wedstrijden werd er langs de zijlijn veelvuldig gediscussieerd tussen quarterback Tom Brady en Ochocino. Op het veld probeerde Brady de bal slechts 31 keer bij de zesvoudige Pro Bowler te krijgen. Welker, Gronkowski, Hernandez en Deion Branch werden allemaal veel vaker gezocht en gevonden. Ochocinco, zo bleek al snel, had moeite met het Patriots playbook.

Het resulteerde in een seizoen met slechts

vijftien receptions. Ook in de playoffs had hij weinig invloed. Eén reception in Super Bowl XLVI was zijn enige bijdrage in het postseason. Maar goed, het is niet vreemd als spelers zoals Ochocinco, die hun hele carrière in één systeem hebben gespeeld, moeite hebben als ze opeens een nieuw playbook in handen krijgen. Helemaal als dat playbook zo berucht is als dat van New England. Daarnaast had hij dankzij de lockout zich niet optimaal kunnen voorbereiden. In Boston en omstreken hoopte men dat hun ervaren receiver na een jaar aanpassingstijd klaar zou zijn voor het nieuwe seizoen.

Niets bleek minder waar. Tijdens een offseason training worstelde Ochocinco nog steeds met zijn opdrachten. Dat was voor New England de druppel. Op 7 juni namen de Patriots afscheid van Ocho. Vier dagen later was hij een Miami Dolphin.

Het is een logisch huwelijk. Het ontbreekt de Dolphins

aan receivers én starpower. Miami blijft ver achter wat betreft ticketverkoop; Sun Life Stadium zat afgelopen jaar


'N TIKKELTJE MEER FOCUS...

Dat Ochocino een aantal jaren geleden

een benadigd receiver was staat buiten kijf. Maar gedurende zijn carrière werd hij constant achtervolgd door beschuldigingen dat hij een nog betere speler zou zijn geweest, als hij zich volledig op het football had toegelegd. De notoire twitteraar staat bekend om de manieren waarop hij zijn touchdowns viert. Hij vroeg een cheerleader ten huwelijk, nam plaats achter een televisie camera en gebruikte een endzone pylon als golfclub. Het kwam hem op flink wat boetes te staan, waarna hij na een volgende touchdown een toonde met de vraag of de NFL alstublieft wilde ophouden met hem te beboeten voor zijn gedrag. Het kostte hem een boete van $10,000.

Ook naast het veld wist Ochocinco de

voorbije jaren de aandacht naar zich toe te trekken. Hij nam deel aan Dancing with the Stars, richtte zijn eigen netwerk op (OCNN), had zijn eigen reality serie en ging bij aankomst in New England via Twitter en Ustream op zoek naar een Patriots fan als huisgenoot. Tijdens de lockout kreeg de receiver een week de kans om zich te bewijzen bij MLS team Sporting Kansas City. Ochocinco heeft nooit een geheim gemaakt van zijn liefde voor het voetbal, en haalde zich het ongenoegen van veel NFL­ fans op de hals door te zeggen dat hij eigenlijk veel liever profvoetballer was geworden, maar nou eenmaal meer kon verdienen in de NFL.

Zijn coach Marvin Lewis was allesbehalve bij met de toendertijd bijna vertrokken Ochocinco, maar zal toch ook hebben moeten inzien dat het risico op een blessure voor zijn receiver op het voetbalveld kleiner was dan tijdens de anderhalve seconde die Ocho later dat voorjaar plaats nam op een rodeo­stier.


gemiddeld maar voor tachtig procent vol. alleen Cincinnati verkocht een kleiner percentage van hun toegangskaarten afgelopen seizoen. Eerder dit jaar meldde de Miami Herald al dat het Miami moeite kostte om hun dertigduizend seizoenskaart houders te behouden. Het is een flink contrast met de hoog­ tijdagen van de Dolphins in de jaren negentig, toen maar liefst zestigduizend mensen een seizoenskaart aanschaften om onder anderen Dan Marino aan het werk te zien.

Hard Knocks

Een week voor het aantrekken van Johnson werd bekend gemaakt dat het preseason van de Miami Dolphins dit seizoen van dichtbij te volgen zou zijn dankzij HBO’s Hard Knocks. Het populaire programma volgde al zeven keer eerder een NFL team op de voet. In 2009 was het de beurt aan de Bengals, waar Chad Ochocinco met zijn catchphrases Kiss the Baby en Child Please de show stal Toeval of niet, de Dolphins kunnen de charismatische ster prima gebruiken in hun nieuwste PR campagne. Zijn presta­ ties op het veld mogen dan al een tijdje niet meer al te best zijn, hij blijft een grote naam en is het type onvoorspelbare speler waarvoor fans naar een stadion komen.

Maar of Ochocinco ook nog in de laatste

aflevering van Hard Knocks te zien zal zijn is nog maar de vraag. Jeff Ireland, de vaak bekritiseerde General Manager van de Dolphins, schoof Ochocinco een prestatie­ contract onder de neus. Het risico voor Miami is minimaal, en als hun aanwinst zijn beste tijd toch echt gehad blijkt te hebben, nemen de Dolphins zonder twijfel direct afscheid van 'm.

Zijn reputatie biedt geen garantie dat hij de

concurrentiestrijd in Miam zali overleven. In Sun Life stadium moet hij na het vertrek van Brandon Marshall voor receptions concurreren met Brian hartline, Davone Bess en Legedu Nanee en tal van hongerige rookies. Dat klinkt misschien een stuk haalbaarder dan een concurrentiestrijd met Wes Welker, Gronkowski en Aaron Hernandez, maar van de twaalf receivers die momenteel in het trainingskamp van de Dolphins om een plekje vechten, zullen er uiteindelijk maar zes aan het seizoen beginnen. Ochocinco maakts alleen een kans als hij bewijst dat zijn teleurstellende seizoen in New England daadwerkelijk te doen had met het systeem en niet met zijn gevorderde leeftijd.


WHAT'S IN A NAME?

Chad Javon Johnson werd op 9 januari 1978 geboren in

Miami. Tijdens zijn carrière in Cincinnati refereerde hij veelvuldig naar zichzelf als “85”, zijn rugnummer. Ter ere van Hispanic Heritage Month betrad hij in 2006 tijdens de warming up van de confron­ tatie met de Atlanta Falcons het veld met Ocho Cinco op zijn rug. Dat Ocho Cinco Spaans is voor “Acht Vijf” en niet “85” deerde hem weinig.

T

wee jaar later veranderde hij vlak voor aanvang van het seizoen zijn naam officieel naar Chad Ochocino. Dit tot woede van NFL sponsor Reebok, dat de shirts met C. Johnson al gedrukt en verspreid had. In 2009 had de receiver daarom nog zijn oude naam op het shirt staan, maar in 2010 was het debuut van Ochocinco een feit. Even speelde hij ook nog met een volgende naamswijziging; “Hachi Go”. U raadt het; Japans voor “Acht­Vijf”.

Toen hij eindelijk zijn gedroomde overgang naar

New England kreeg waren er geruchten dat hij zijn naam terug zou veranderen naar Chad Johnson om aan te tonen dat hij serieus voor zijn kans bij de Patriots ging. Eerder dit jaar gaf hij aan zijn naam terug te willen veranderen in verband met zijn aanstaande huwelijk. Hij gaf aan uit te kijken naar de terugkeer van Chad Johnson. Tot dusver traint hij bij Miami nog steeds met Ochocinco op de rug.


West Coast aan de zuidkust

Coach Joe Philbin heeft in zijn periode bij Green Bay bewezen het maximale uit zijn receivers te kunnen halen, maar had daar natuurlijk wel het voordeel dat Aaron Rodgers de aanval in handen had. Even flirtte miami met Peyton Manning en Alex Smith maar bij Miami zal Ochocinco’s aanvoer moeten komen van rookie quarterback Ryan Tannehill, die de Dolphins in de eerste ronde van de draft selecteerden, of veteranen Matt Moore en David Garrard. Garrard is de meeste waarschijnlijke kandidaat, omdat Joe Philbin een West Coast Offense wil installeren en de ex­Jaguar in Jacksonville ook in dat systeem speelde. Het spreekt echter niet in het voordeel van Ochocinco.

Het door Bill Walsh ontwikkelde systeem is

gebaseerd op een korte, veilige passing game met veel slants, curls en outs. Er is minder plek voor de diepe passes waarmee Ochocinco ooit zijn naam vestigde in Cincinnati. Het is een systeem waarin de receiver nog niet eerder uitkwam en na zijn problemen met het playbook in New England zijn er vraagtekens over het vermogen van de veteraan om snel vertrouwd te raken met een nieuw systeem. Philbin zelf erkende dat de iets latere datum waarop Ochocinco zich bij de Dolphins voegde betekende dat hij al een groot deel van de implantatie van het nieuw systeem had gemist. “Hij moet nog een beetje extra gehlopen worden. Maar vroeg of laat zullen de trainingswieltjes eraf moeten en zal hij het op het veld moeten laten zien.”

Tot dusver heben we de twee gezichten van

Ochocinco al in Miami gezien. Enerzijds verklaarde hij tegenovver de verzamelde pers het rustig aan te willen doen en terug te keren naar de basis van het football. Niet veel later daagde hij collega receiver Clyde Gates uit, die in 2011 een van de snelste 40­ yard dash op de combine liep. 85 claimt dat er fysiek niets mis met hem is. “Ik ben slimmer geworden en ik ben nog steeds snel. Ik wil spelen tot ik veertig jaar oud ben en dit jaar ga ik de wereld laten zien dat ik het nog steeds in me heb”. Of hij die kans bij de Dolphins zal krijgen valt dit preseason van dichtbij te volgen dankzij Hard Knocks, maar of Ochocinco twijfelt aan eigen kunnen? Child please. •


Bush league

NEW YORK – Ze noemen ze ook wel de ‘bush leagues’. De Minor

Leagues dus, de ingewikkelde structuur van satellietclubs die de Major League teams hun spelers voeren. ‘Bush’ vertaalt letterlijk tot oerwoud of wildernis. Maar het is ook een ouderwetse term voor iets van ondermaats niveau. We verhuisden onlangs een uurtje stroomopwaarts, naar Fishkill. Een leuk dorpje met een nog leukere naam. Tot mijn intense blijdschap zit er op vijf minuten van onze nieuwe woonplaats een Minor League team: de Hudson Valley Renegades, het short­season Single­A team van de Tampa Bay Rays. Leander Schaerlaeckens schreef De Amerikaanse Sportdroom, online beschikbaar.

Vorig weekend gingen we voor het eerst naar de ’Gades.

Tot mijn verbazing waren alle beste stoeltjes weken van tevoren uitverkocht. Hoog achter het eerste honk, daar moesten we het mee doen.

Er verbaasde mij nog meer. Ik had van de Minors de indruk dat er tot

aan het Triple­A niveau zelden meer dan een paar honderd mensen kwamen kijken, waarna het er misschien een paar duizend waren. Maar Dutchess County stadium – kortweg The Dutch – zat met 5500 man stampvol.

Waar je bij pakweg de New York Mets voor 60 dollar net het veld kan zien vanuit de hoogte, zit je bij de ’Gades voor 15 dollar op de voorste rij. En voor 6 dollar kom je ook binnen. Slechte zitjes zijn er niet, en bier kost maar 2,50. Ik mocht meedoen aan een fantasyspelletje waarbij ik punten kreeg naargelang de vier slagmannen die ik geselecteerd had presteerden. (Ik werd tweede en liep @$%^@&*$% de gratis kaartjes met een half puntje mis.) De sfeer was goed, het briesje koel en de pot spannend. Er werden negen errors gemaakt, maar dat voegde eigenlijk op bizarre wijze spanning aan de wedstrijd toe. Elke grondbal die in de Majors een automatische nul zou zijn, was een avontuur.

En dan het interactieve entertainment. Waar je in de big leagues door

een scherm en wat speakers geamuseerd wordt, mag je in The Dutch meedoen. Het doet een beetje denken aan een kinderfeestje, en is daarom net zo aandoenlijk. Tussen de innings door rijdt er een auto langs de backstop en wie er uit het publiek een balletje door het open dakraam weet te gooien wint een prijs. Twee gelukkigen mogen met waterballonnen Space Invaders spelen op de stadionmedewerkers, die in strakke formatie heen en weer en op de werpers af stappen. Na de wedstrijd worden er hoepels op het veld gelegd, wie er zijn tennisbal in mikt wint weer een prijs. Naderhand, als, ehm, klap op de vuurpijl: vuurwerk.

Major League Baseball is leuk hoor. Maar bush is beter.




Het afgelopen NFL seizoen was er één waarin meer dan ooit

duidelijk werd dat de passing game zich steeds verder aan het ontwikkelen is. Maar liefst drie quarterbacks gooiden in het regu­ liere seizoen meer dan 5000 yards bij elkaar. Niet alleen Drew Brees (New Orleans Saints) deed dit, ook bij Matthew Stafford (Detroit Lions) en Tom Brady (New England Patriots) stopte de teller na zestien wedstrijden pas boven de 5000 yards. De enige die deze mijlpaal wist te bereiken tot seizoen 2011 was Miami Dolphins legende Dan Marino. Hij deed dit al in 1984. Door de jaren heen is de passing game steeds belangrijker geworden voor het succes van een NFL­team. Waar in de begindagen van de league passen nog een noviteit was, is het tegenwoordig het primaire wapen om terreinwinst te boeken. Omdat het afgelopen seizoen zoveel passing statistieken gesneuveld zijn is de vooravond van een nieuw seizoen misschien wel het moment om terug te kijken naar enkele legendarische passing quarterbacks uit het verleden, die de weg vrij hebben gemaakt voor de grootheden van tegenwoordig.

Sid Luckman

Een van de grondleggers van de huidige

passing game is Chicago Bears­icoon George Halas. Halas, die zowel oprichter, speler, coach en eigenaar van de roem­ ruchte formatie uit Chicago geweest is, bedacht in de late jaren


dertig als coach van de Bears een aanvalsvariant gebaseerd op de ‘T­formation’. Tot dan toe speelden zowel de professionele teams als de college­teams aanvallend voornamelijk vanuit een single wing­formatie waarbij terreinwinst werd geboekt door middel van de running game. De quarterback werd gebruikt als blocker en raakte in de meeste plays de bal niet eens aan. Coach Halas en zijn assistent Clark Shaughnessy bedachten een complexe variant op de T­formation waarbij de nadruk op de voorwaartse pass lag, maar daar moest dan wel een geschikte quarterback voor gevonden worden. Sid Luckman leek de juiste persoon voor deze taak en werd in 1939 gedraft. In 1940, zijn tweede seizoen als quarterback, gooide Luckman de Bears naar de kampioenswedstrijd waarin de Washington Redskins volledig overrompeld werden. Met de nog steeds ongeevenaarde uitslag van 73­0 werden de Skins huiswaarts gestuurd, kroonden de Bears zich tot kampioen en was definitief bewezen dat de toekomst van de NFL moest worden gezocht in de voorwaartse pass.

Sammy Baugh

De Redskins die zo vernederd werden door

de Chicago Bears in 1940 hadden zelf Sammy Baugh als aanvalsleider. Baugh, die deel uit­ maakte van de charter class van de NFL Hall of Fame en de


bijnaam “Slingin’ Sammy” had was een uitstekende quarterback. Met Baugh aan het roer pakten de Redskins in 1942 de NFL­titel door met 14­6 de Bears te verslaan. In 1945 stonden de Redskins met Baugh wederom in de finale. Deze verloren ze echter van met 15­ 14 van de Cleveland Rams (de Rams zouden een jaar later naar Los Angeles verhuizen en spelen tegenwoordig in St. Louis). Deze uitslag was nogal controversieel omdat de Redskins vroeg in de wedstrijd een safety tegen kregen. Baugh wilde de bal vanuit de eigen endzone passen, maar de bal kwam tegen een van de doelpalen (in die tijd stonden de palen op de doellijn en niet, zoals tegenwoordig, achter de endzone) en stuiterde terug de endzone in. Het resultaat was een safety die achteraf wedstrijd­ verliezend bleek te zijn. De Skins tekenden protest aan en hoewel de uitslag bleef staan was met ingang van het volgende seizoen een pass die tegen een doelpaal kwam een incompletion, en geen safety meer.

Johnny Unitas

De Pittsburgh Steelers pikten Johnny

Unitas op in de draft van 1955. Toen bleek dat ze genoeg quarterbacks onder contract hadden werd hij al snel weer gereleased. Een seizoen later, in 1956, tekende hij bij de

Baltimore Colts waar hij datzelfde jaar zijn debuut maakte. In zijn tijd in Baltimore vestigde hij verschillende records, waarvan het record voor langste streak wedstrijden met een touchdown pass misschien wel de meest opzienbarende is. Maar liefst 47 wedstrijden op rij wist Unitas een pass in de endzone af te leveren, een record dat tot op heden nooit gebroken is. Onder aanvoering van Unitas wonnen de Colts onder andere de kampioenschapswedstrijd van New York Giants (23­17). Deze wedstrijd was de eerste wedstrijd die in overtime werd beslist in de geschiedenis van de NFL en staat nog steeds bekend als “The Greatest Game Ever Played”. Unitas werd uiteindelijk als speler twee kampioen van de NFL en werd tien keer verkozen tot de pro­bowl. Na het vertrek van de Colts uit Baltimore, in 1984, zette Unitas zich in voor een nieuwe franchise in de stad. Uiteindelijk kreeg Baltimore in 1996 de Ravens. Hoewel de Colts bij hun verhuizing naar Indianapolis de records en de geschiedenis van de franchise behouden hebben, heeft Unitas de Ravens altijd als ware opvolger van de Baltimore Colts gezien. Tot zijn dood in 2002 was hij regelmatig te vinden in het M&T Bank Stadium in Baltimore.


MEL BLOUNT RULE

In de jaren zeventig leek

het passing geweld een beetje voorbij. De stormachtige ontwikkeling die de NFL door had gemaakt vanaf de Tweede Wereldoorlog leek te zijn gestokt. In 1977 werd er met een gemiddelde van 17,2 gescoorde punten per wedstrijd een dieptepunt bereikt. Om het scoren wat makkelijker te maken introduceerde de NFL in 1978 bij aanvang van het seizoen enkele nieuwe regels. De belangrijkste daarvan was de zogenoemde “Mel Blount rule”. Deze regel hield in dat een verdediger een receiver alleen nog maar mocht aanraken binnen de eerste 5 yards na de line of scrimmage en alleen voordat de bal gegooid wordt. Contact buiten de 5 yards of nadat de bal gegooid is, resulteert in een penalty wegens “pass interference”. Met deze regel werd het voor receivers makkelijker om vrij te komen van hun verdediger en dit kwam natuurlijk de passing game ten goede en het sorteerde onmiddelijk effect. Bij introductie van deze regel werd de passing game nieuw leven ingeblazen en binnen enkele seizoenen gooide de passing leaders niet meer rond de 4000 maar bijna 5000 yards bij elkaar in een seizoen.

Joe Namath

Hoewel Joe Namath oorspronkelijk werd

gedraft door de St. Louis Cardinals, heeft hij hun jersey nooit gedragen. In 1965, het jaar van zijn draft, was de rivaliteit tussen de NFL (de oorspronkelijke competitie en voorloper van de huidge NFC) en de AFL (een nieuw opgezette, concurrerende competitie, de voorloper van de huidige AFC) nog in volle gang. Beide competities hielden hun draft op dezelfde dag en uit beide competities was er een franchise die Joe Namath kozen. De Cardinals uit de NFL en de namens de AFL waren het de New York Jets die hun zinnen op Namath hadden gezet. Namath tekende bij de formatie uit New York en heeft daar het grootste deel van zijn carrière gespeeld. Joe Namath was de eerste speler die meer dan 4000 yards in een regulier seizoen bij elkaar wist te gooien. In 1967 werden er 4007 passing yards achter zijn naam gezet. Met Namath aan het roer waren de Jets het eerste AFL team dat een Super Bowl wist te winnen. In januari 1969 werd Super Bowl III gespeeld en de strijd gingen tussen de Baltimore Colts van Unitas en de Jets van Joe Namath. De Colts waren huizenhoog favoriet omdat men de AFL­teams niet in staat achtte de kampioen van de NFL te kunnen verslaan. Namath beloofde, onder invloed van drank, enkele dagen voor de wedstrijd dat de Jets het zouden winnen.


Hij hield zijn woord. De Jets wonnen Super Bowl III met 16­7 en voor de NFL­teams was duidelijk dat de AFL een geduchte concurrent was.

Dan Fouts

De San Diego Chargers profiteerden eind jaren zeventig en de vroege jaren tachtig optimaal van de “Mel Blount Rule” en wisten vriend en vijand te verrassen met hun diepe passing game. Deze manier van spelen, bekend als “Air Coryell” naar de geestelijk vader van deze aanvalsvariant, Chargers coach Don Coryell, vereiste een mobiele, intelligente quarterback me een sterke werparm. Dan Fouts was precies dat. In 1979 brak het het twaalf jaar oude passing record van Joe Namath (4007 yards) door 4082 yards te gooien. In de twee seizoenen daarop gooide hij zelfs 4715 en 4802 yards. De magische 5000­grens leek dichtbij. In het seizoen van 1982 gooide Dan Fouts gemiddeld 320 yards per wedstrijd. Dit zou hem met gemak over de 5000 yards­barrière helpen, echter duurde dat seizoen vanwege een staking maar 9 wedstrijden. Wel versloeg hij dat seizoen de beide Super Bowl­teams van 1981. De San Francisco 49ers en de Cincinnati Bengals werden met respectievelijk 41­37 en 50­34 verslagen en in beide wedstrijden gooide Fouts meer dan 400 yards bij elkaar. Helaas voor Fouts was de verdediging van de Chargers niet echt goed te noemen in die periode en mede daardoor heeft hij nooit een Super Bowl gespeeld. Ook de mijlpaal van 5000 yards in een seizoen heeft hij officieel nooit weten te slechten, waardoor Dan Marino (Miami Dolphins) tot aan het seizoen 2011 de enige quarterback was die dit huzarenstukje geflikt heeft. •

4000

Let op, een regulier NFL­

seizoen heeft niet altijd uit zestien wedstrijden be­ staan. Om de verhoudin­ gen tussen verschillende quarterbacks uit verschil­ lende periodes goed te kun­ nen zien, zijn de statistieken voor wat betreft het aantal yards (op vorige pagina's) geëxtrapoleerd naar 16 wedstrijden. Deze gecor­ rigeerde cijfers hieronder wijken dus af van de cijfers in de recordboeken.

Met Luckman en Baugh

waren de jaren waarin de quarterback met de meeste yards achter zijn naam nog geen 3000 yards bij elkaar gooiden definitief voorbij. Tot de jaren veertig kwam de league passing leader zelden of nooit boven de 2000 yards, vanaf 1950 werd er al eigenlijk al nooit minder dan 3000 yards gegooid door spelers als Bobby Layne (Detroit Lions), Otto Graham (Cleveland Browns) en Norm van Brocklin (Los Angeles Rams). Met steeds meer aanvalsvarianten gebaseerd op de voorwaartse pass bleef het aantal yards dat door de lucht werd verzameld stijgen en in 1960 werd de grens van 4000 (gecorrigeerde) yards geslecht door Johnny Unitas. Vanaf de late jaren vijftig bleef het aantal yards dat de passing leader van de league in een seizoen gooide zo’n twintig jaar stabiel tussen de 3500 en 4000 yards.


Weekly RoundUp

Je kunt een speler uit Detroit

halen maar nooit Detroit uit de speler en dus werd voormalig Lions­cornerback en huidig Tampa Bay Buccaneer Eric Wright onlangs gearresteerd voor rijden met een slok op ● Het offseason is traditioneel een gevaarlijke tijd voor de spelers. Dat ontdekte kersverse tweedejaars San Francisco 49ers defensive end Aldon Smith ook: hij liep steekwonden op, zonder erg, bij een feestje ● Tot slot twee nieuwtjes met een hoog komkommertijdgehalte : commissioner Roger Goodell stelt dat niets de komst van een NFL­ franchise naar Los Angeles nog in de weg staat, behalve een team dan, en eigenaar Robert Kraft van de New England Patriots promoot de komst van een NFL team in Londen ●

Rooky Symposium

Een kijkje nemen in de

kleedkamer van de Detroit Lions is alles wat je moet doen om te weten dat de NFL niet bepaald overloopt van ideale schoonzonen. Dat realiseert de NFL zich gelukkig ook. Dus organiseert de League al jaren het Rookie Symposium, een soort drillcursus ‘hoe een fatsoenlijk

burger te zijn’. Voor sommige spelers staat het gelijk aan een opvoeding krijgen in vier dagen tijd. Alles van hoe om te gaan met geld en vrouwen tot ‘safe sex’ en het zijn van een goede teamgenoot komt ter sprake. Om één en ander context te geven had de NFL enkele (ex­)spelers uitgenodigd om hun eigen verhaal te doen.

Niet altijd waren

dit spelers die ook daadwerkelijk het juiste voorbeeld hadden gegeven tijdens hun eigen carrière. Misschien voelen de reguliere lezers van deze rubriek hem al aankomen, maar wie verscheen er, in zijn eindeloze wijsheid, op het podium van het symposium om te praten over hoe het vooral niet moet? Juist ja, Terrell Owens! Terrell gaf de volgende twee uiterst leerzame lessen: (1) als hij in het weekend wilde dansen dan wist hij dat hij daarvoor in de endzone moest zijn en (2) hij was dan wel langzaam tijdens de Draft Combine maar in de wedstrijd hield niemand hem bij! Tot zover Terrell Owens’ bijdrage aan een verstandige rookie klas.

Franchise Tag

Op 16 juli a.s. verloopt

de deadline voor de franchise tag, oftewel het tovermiddel dat franchises ter hand staat om ieder jaar één speler van wie het contract afloopt te behouden zonder overeenkomst met de speler. Alle tagees die op die dag nog niet een ‘normaal’ contract hebben

getekend, zullen komend seizoen betaald worden op basis van de tag of een vergelijkbaar eenjarig contract. De tag, voor de non­intimi van de NFL salary cap, staat gelijk aan het gemiddelde van de top­vijf best verdienende spelers in de NFL op de positie van de speler in kwestie.

Getagd worden is dus nogal

een lucratieve business. Toch mijden spelers de tag meestal als de pest omdat het free agency met minimaal een jaar uitstelt en dus de bewegingsvrijheid ernstig inperkt. Met de deadline snel naderend zijn er nog zeven spelers die geen contract hebben getekend: Cliff Avril, Dashon Goldson, Dwayne Bowe, Josh Scobee, Matt Forte, Ray Rice en Drew Brees. •




De pass van Steve McNair uit de shotgun,

Het team heeft echter verborgen potentieel dankzij de aanwezigheid van twee loepzuiver en hard, kon niet beter. Wide uitzonderlijke talenten: quarterback Steve receiver Kevin Dyson, die zijn slant route McNair en running back Eddie George. perfect loopt, hoeft alleen maar zijn handen Beide heren staan voor te openen om de bal te ontvangen. Dyson ‘break­out seasons’ vangt en loopt door, in één vloeiende zonder dat iemand beweging. Zijn momentum richting endzone, zich dat realiseert. slechts 3 yards verderop, lijkt niet te Wellicht dat head stoppen. Rechts van Dyson strekt Rams­ coach Jeff Fisher linebacker Mike Jones ternauwernood zijn het ziet aankomen armen uit naar Dyson voor de tackle. Het is en dat zou in elk nu of nooit. Dyson zet een grote stap in de geval passen in het richting van het ultieme doel, maar voelt beeld van de geniale ineens het massieve gewicht van Jones, die coach met een voorliefde zich, zoals het boekje voorschrijft, vastklemt voor ouderwets ‘ground and aan Dyson’s middel en blijft hangen. Jones’ pound football’. Met McNair en George gewicht blijkt een te groot obstakel voor heeft hij daarvoor twee ideale spelers. Dyson en de receiver komt tot stilstand, met nog anderhalve yard te gaan. In een reflex McNair is één van de eerste superatletische steekt Dyson zijn arm uit, op zoek naar de ‘two­way threat’­quarterbacks in de NFL en grens van de endzone. Hij zal hem nooit zou later een succesvol prototype blijken vinden. Jones brengt Dyson, en daarmee de voor spelers als Donovan McNabb, Daunte splinternieuwe Titans­franchise, Culpepper, Ben Roethlisberger en Michael onbarmhartig naar de grond. Het sprookje Vick. George is een ‘every down’ running van Tennessee’s debuutseizoen is uit. De back die de defensie uitput en McNair’s Vince Lombardi Trophy gaat naar St. Louis. offense in staat stelt lange drives op te zetten. De gecombineerde ‘rushing threat’ Nog maar een jaar ervoor zien de Tennessee van McNair en George vormt de kern van Titans het levenslicht, als reïncarnatie van Jeff Fisher’s favoriete ‘ball control’ concept de Houston Oilers welteverstaan. Het en is de kiem van vrijwel iedere Titans relocation team uit Houston, waar de touchdown in het jaar 1999. franchise 37 jaar geleden echt was geboren, zwerft twee jaar lang door Tennessee ok aan ‘the other side of the ball’ alvorens eind 1998 in ‘Music City’ Nashville beschikken de Titans over een aantal een fonkelnieuw, eigen stadion te betrekken: uitermate getalenteerde spelers. De de Adelphia Coliseum. Het nieuwe thuis van meest opvallende daarvan is rookie de franchise in ‘the Athens of the South’ en defensive end Jevon ‘The Freak’ het definitieve afscheid van de roots in Kearse. Kearse, door de Titans als Houston noopt uiteraard tot een zestiende overall gekozen in de draft naamsverandering. Zo wordt 1999 het van dat jaar, ontpopt zich vanaf minuut allereerste seizoen van de ‘nieuwe’ één tot een heuse ‘sack artist’ en noteert Tennessee Titans. Voornaamste taak van de uiteindelijk 14 sacks en 8 forced fumbles. De Titans in het debuutjaar? De harten titel van ‘Defensive Rookie of the Year’ komt veroveren van de staat Tennessee en de hem dan ook meer dan toe. Kearse, maar Music City in het bijzonder. ook mannen als Blaine Bishop en Samari Rolle, floreren onder leiding van defensive ashville erft een selectie die in de drie coördinator Gregg Williams. jaren daarvoor telkens met een 8­8 record eindigde en de middel­ matigheid zelve lijkt.

O

N



Williams formeert een uiterst effectieve, agressieve 4­3 scheme defense en legt daarmee het fundament waarop Jeff Fisher’s offense zijn werk kan doen. De Titans van 1999 zijn in die zin een klassiek, ouderwets footballteam met enkele nieuwerwetse tinten die in later jaren het hedendaagse, moderne football mede zouden definiëren: ‘hard nosed defense’ in een modern 4­3 jasje en een ‘ball­control offense’ onder leiding van een atletische, ongrijpbare quarterback. Het blijkt een cocktail voor succes.

Vanaf de eerste wedstrijd van het reguliere seizoen,

tegen de Cincinnati Bengals, is het spektakel in de Adelphia Coliseum, dat tegen de verwachtingen in afgeladen vol zit met kersverse Titanssupporters. Voor rust nog passt Steve McNair voor twee touchdowns en loopt hij zelf de derde binnen. Na een furieuze comeback van de Bengals en gepruts aan Titanszijde in de tweede helft is het eerst Eddie George die met een touchdown Tennessee terug in de wedstrijd brengt en vervolgens kicker Al del Greco die via een last­minute field goal de zege binnenhaalt. Het unieke gevoel van thuiskomen dat de Titans ervaren in die wedstrijd, voor het eerst in jaren eigenlijk, is de voorbode van een indrukwekkende serie. De Titans blijven in het eigen stadion uiteindelijk 13 wedstrijden lang ongeslagen (verdeeld over 1999 en 2000) en cultiveren het idee van de onneembare vesting Nashville.

Jeff Fisher’s Titans zijn echter meer dan een ‘home field wonder’. De eerste uitwedstrijd van het seizoen tegen de Jacksonville Jaguars, favoriet voor de Super Bowl dat jaar, wordt, zonder de geblesseerde McNair, knap winnend afgesloten. De week erop, in Candlestick Park, San Francisco, moeten de Titans voor het eerst hun meerdere erkennen in een tegenstander. De 49ers stoppen vlak voor tijd de gelijkmakende ‘two point conversion’ van de Titans en winnen met 24­22. Na de bye in week 7, en met overwinningen op zak tegen de Ravens en de Saints, verwelkomen de Titans de herstelde McNair terug ‘under center’ voor de wedstrijd tegen de St. Louis Rams.

De brille van McNair maakt direct het verschil: de

Titans winnen met 24­21, een imposante Rams comeback onder leiding van Kurt Warner ten spijt. Een week later is het even helemaal mis met de Titans als de


STEVE MCNAIR

H

et levensverhaal van Steve ‘Air’ McNair verandert van een jongensboek in een tragedie op de vroege ochtend van 4 juli 2009. McNair ligt te slapen als zijn minnares Sahel Kazemi, om nooit opgehelderde redenen, haar pistool richt op het machtige lijf van McNair en hem treft met twee kogels in zijn torso en twee in zijn hoofd. Kazemi berooft zichzelf direct daarna van het leven. McNair, de grootste Titan aller tijden, sterft ter plekke, op 36­jarige leeftijd, zijn vrouw en vier kinderen achterlatend.

Bij leven was McNair een spectaculaire,

onnavolgbare quarterback van onbesproken gedrag die wedstrijden volledig naar zijn hand kon zetten en buiten het veld veel tijd besteedde aan goede doelen en ‘the community’. McNair was een van de eerste in een lange rij van moderne ‘two way threat’ quarterbacks die met hun veelzijdigheid defensies voor onoverkomelijke problemen stelden. Met zijn overweldigende fysiek en enorme drive had McNair veel weg van een niet te stoppen tank. Menig gedoemd geachte aanval bleef door McNair’s immense kracht en beweeglijkheid in leven. Een beter voorbeeld daarvan dan de laatste drive van Super Bowl XXXIV, toen McNair de Titans in minder dan twee minuten 78 yards in de richting van de Rams endzone joeg en er enkele keren hoogstpersoonlijk voor zorgde dat de aanval niet strandde, is er niet. McNair leidde de Titans uiteindelijk naar vier postseasons, nam deel aan drie Pro Bowls en won één co­MVP titel (in 2003, met Peyton Manning).

In de nadagen van zijn carrière

verloor McNair, mede door hardnekkige blessures, zijn unieke vermogen om aan vrijwel iedere pass rush te ontsnappen en werd hij steeds meer een pocket passer die niet meer, zoals vroeger, zelf iets kon afdwingen via een onnavolgbare rush. De Titans herkenden de achteruitgang bij McNair en besloten zijn contract niet te verlengen voor het 2006 seizoen. McNair, een levend monument in Tennessee, tekende vervolgens bij de rivaal uit Baltimore en speelde nog twee seizoenen voor de Ravens. In april 2008 kondigde McNair zijn afscheid aan, voornemens om van een lang pensioen te genieten. Het was hem niet gegeven.


EDDIE GEORGE

De Heisman

Trophy in 1995, NFL Offensive Rookie of the Year in 1996, vier Pro Bowl selecties, First­ en Second Team All Pro en meer dan tienduizend rushing yards in zijn carrière zonder ooit een start te missen; wat kan een running back nog meer doen? Eddie George deed het allemaal en was jarenlang de onmisbare schakel in de ‘run­heavy offense’ van Titans coach Jeff Fisher. Fisher pleegde dusdanige roofbouw op George dat diens carrière uiteindelijk ‘slechts’ acht jaar duurde. Dat was tegelijkertijd het grootste compliment dat George krijgen kon; Fisher en de Titans konden niet zonder hem.


Dolphins met 17­0 winnen in één van de laatste kunstjes van Dan Marino. Tennessee stelt echter direct orde op zaken met drie eenvoudige overwinningen op rij (tegen de Bengals, Steelers en Browns) alvorens het derde en laatste verlies van het reguliere seizoen te incasseren in een ware veegpartij (41­14) tegen de Baltimore Ravens. Twee overtuigende zeges tegen de Raiders en de Falcons gaan vervolgens vooraf aan een hernieuwd treffen met de Jacksonville Jaguars.

De divisierivaal uit Jacksonville is dat jaar

pass (en dat is cruciaal) naar receiver Kevin Dyson, vrij aan de linkerzijlijn op de eigen 25­yard lijn. Vrijwel het volledige Bills team bevindt zich op dat moment aan de rechterzijde van het veld, dankzij de afleidingsmanoeuvre van Wycheck. Dyson heeft daardoor een open route naar de endzone, 75 yards verderop, met alleen kicker Christie in positie om hem te stoppen. Dyson accelereert en doet waarvoor hij op deze aarde is gezet: hij loopt de volledige Bills ploeg, inclusief kicker Christie, eruit op weg naar de beslissende touchdown. Dyson daarover achteraf: “If I, a starting NFL wide receiver, can’t outrun a kicker, then I don’t belong in the NFL”.

Na de miraculeuze ontsnapping tegen ongeslagen, op die ene wedstrijd tegen de Buffalo lijkt het geluk aan de zijde van de Titans na, en zint op revanche. Die komt er Titans. In de divisional round worden de niet. Steve McNair gooit voor 328 passing Indianapolis Colts van tweedejaars yards en vijf touchdowns en Eddie George quarterback Peyton Manning, die slechts 19 rusht voor 102 yards op weg naar een 41­14 van zijn 43 passes completeert, ook afstraffing. De Jaguars pakken toch de titel in eenvoudig aan de kant gezet (19­16). Nog de AFC Central, ondanks een mooie Titans makkelijker gaat het in de AFC uitoverwinning (47­36) op de Steelers in de Championship Game, waar de Jacksonville laatste wedstrijd van het seizoen. Dat veroordeelt Tennessee tot de Wild Card Round, de Buffalo Bills en het Music City Miracle. Het treffen tussen de Titans en de Bills op 8 januari 2000 heeft zijn eigen plaats veroverd in de NFL­folklore, dankzij een krankzinnige slotfase. Met slechts 1:48 te spelen komen de Titans op een 15­13 voorsprong via een bijna mislukte field goal van Del Greco. In Tennessee denkt men dan al voorzichtig aan de volgende ronde. Dat duurt niet lang. Bills quarterback Rob Johnson brengt zijn ploeg onder zware druk van de klok in vijf plays, waarvan Johnson de twee laatste op één schoen speelt, naar de Titans 24­yard lijn. Kicker Steve Christie ramt de 41­yard field goal tussen de palen en zet Buffalo op een ogenschijnlijk beslissende 16­15 voorsprong, met zestien seconden te spelen.

Dan ontvouwt zich een wonder. De kickoff

van Christie wordt gevangen door Titans fullback Lorenzo Neal, die de bal snel afgeeft aan tight end Frank Wycheck. Wycheck beweegt over de breedte van het veld naar rechts, draait plotseling en gooit een laterale

Jaguars opnieuw niet opgewassen zijn tegen de daadkracht uit Tennessee en voor de derde keer, en nu definitief, hun meerdere moeten erkennen: 33­14. In Super Bowl XXXIV vindt het zo lang afgehouden noodlot, voor even verkleed als Rams­ linebacker Mike Jones, alsnog zijn weg naar Nashville en maakt een abrupt einde aan het prachtige wittebroodsjaar van de Titans in Tennessee. •



Ik hoor 'm nog mopperen, die Ron

AJ

Washington, coach van zowel de Texas Rangers als het AL All Star­team. Hij vond 't maar niks dat z'n Rangers, ondanks 't beste record, afgelopen oktober geen thuisvoordeel hadden in de World Series.

Begrijpelijk, die onvrede, gezien het feit waarop dat thuisvoordeel bepaald wordt (zie hiernaast), maar ook een tikje hypo­ criet. Als All Star­coach heb je namelijk wel degelijk invloed op de kracht van je team. De sterkste spelers opstellen wil bijvoorbeeld al helpen.

Neem AJ Pierzynski. Ondanks dat de

White Sox­catcher, zeker aanvallend, de beste stats in de American League kan overleggen, gingen de stemmers (fans en collega's) aan hem voorbij. Niet verrassend, want buiten de poorten van The Cell is AJ ­ voorzichtig uitgedrukt ­ nou eenmaal niet de populairste honkballer.

Ron Washington had hem echter alsnog een plekje in de AL squad kunnen gunnen, maar deed dat niet. Om een dag later te verklaren 'hoe zeer hij met AJ te doen had, want hij verdiende het'. ,,Als hij dat werkelijk meent, had­ie me moeten selecteren", merkte Pierzynski droog op, om vervolgens op de enig juiste wijze wraak te nemen: door Washington en zijn Rangers te sweepen.

Pierzynski nam in de Sox­Rangers series

en passant een tweetal homeruns en een handvol RBI's voor z'n rekening. Kan­ie in z'n zak steken, die Washington, hoorde je 'm denken.

Spek en bonen

Vandaag staat de MLB All­Star Game op

het programma. De National League tegen de American League. Deze show wedstrijd staat net zoals de All­Star Games en de Pro Bowl in de andere sporten in het teken van publiciteit, starpower en... publiciteit. Het verschil is echter: bij de MLB All­Star Game gaat het ergens om, namelijk thuisvoordeel in de World Series.

Het was een lumineus idee van commissioner Bud Selig om wat meer importantie te geven aan de grootste oefenwedstrijd van het jaar. Gek genoeg vond hij het niet genoeg dat sterren als Prince Fielder, Robinson Cano, Buster Posey en Ryan Braun op één veld in één wedstrijd te bewonderen zijn. Nee, er moest ergens om gespeeld worden. Homefield advantage, dus.

De All­Star Game is een wedstrijd waarin

werpers maximaal twee innings op de heuvel staan, slagmannen alleen als ze geluk hebben meer dan één at bat krijgen en managers kriegel worden van alle wissels. Een wedstrijd waarin Pittsburgh Pirates­ closer Joel Hanrahan een slechte dag kan hebben, waardoor Kansas City Royals­ slagman Billy Butler een walk­off homerun kan slaan. Die wedstrijd, die ene wedstrijd bepaalt dus of de Texas Rangers, het beste team in de MLB, thuisvoordeel heeft in de World Series of niet. Belachelijk. Een oefenwed­ strijd hoort nergens om te gaan. Laat het seizoen voor zich spreken. Als de Rangers 't beste record hebben verdienen zij thuis­ voordeel. Dat laten we toch niet afhangen van een wedstrijd om spek en bonen?



Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.