PDF%20-%20Economie%20Een%20inleiding%20voorbeeld

Page 50

HOE SPREKEN ECONOMEN?

Empirische toetsing Het empirische luik van de economische wetenschap bestaat erin theoretische conclusies te toetsen aan de werkelijkheid. Daarvoor zijn vooreerst gegevens of data nodig die toelaten cijfers te associëren met de economische grootheden. Vervolgens wordt nagegaan of de door de theorie gesuggereerde verbanden in de cijfers terug te vinden zijn. Gaat men inderdaad meer op vakantie naarmate men rijker wordt? Is er inderdaad samenhang tussen het examenresultaat en het aantal gevolgde oefenzittingen? Is het verband inderdaad positief? En zorgt het bijwonen van één extra oefenzitting inderdaad voor een stijging van de examenscore met 0,75 punten? Is het antwoord op al die vragen positief, dan besluit men dat de empirie de theorie niet weerlegt en dat de cijfers het model steunen. De uit het model afgeleide uitspraken over de werkelijkheid werden niet gefalsifieerd. De discipline in de economische wetenschap die zich specifiek bezighoudt met het ontwikkelen van statistische technieken om economisch theoretische uitspraken te toetsen, is de econometrie. We illustreren één van de belangrijkste econometrische technieken aan de hand van het voorbeeld van de relatie tussen het bijwonen van oefenzittingen en examenresultaten. Het verband in (1.7) was een theoretisch verband, afgeleid uit één of ander model dat de examenscore verklaart. Nu confronteert de professor dit theoretisch verband met de werkelijkheid. Daarvoor heeft hij data verzameld over de dertig studenten die zijn cursus hebben gevolgd. Hij kent uiteraard de examenresultaten en weet bovendien van elke student hoeveel oefenzittingen hij of zij heeft bijgewoond. Hij stelt die gegevens voor in een puntenwolk die we hier weergeven in figuur 1.12. Elk zwart vierkantje stelt de coördinaten voor van één student. We confronteren de geobserveerde gegevens met het theoretisch verband door in figuur 1.12 het theoretisch verband weer te geven door de gekleurde lijn. De vraag is nu of de observaties (de zwarte vierkantjes) het theoretisch verband (de gekleurde lijn) ondersteunen. Eén van de econometrische technieken, de lineaire regressie, bestaat erin een rechte te schatten die zo goed mogelijk bij de observaties aansluit. We gaan in dit inleidend boek niet in op de manier waarop dat gebeurt, maar stellen wel het resultaat van deze schatting voor door de zwarte lijn in figuur 1.12. Dit is de regressielijn. Ze wordt in dit voorbeeld benaderd door het volgend functievoorschrift:

s = 7,4 + 0,7 · o. (1.9)

Het verschil met (1.7) is dat we nu de parameters hebben geschat op basis van geobserveerde gegevens. Intercept en richtingscoëfficiënt zijn niet precies gelijk aan wat we theoretisch verwacht hadden. De empirische helling is ongeveer 0,7, terwijl we theoretisch 0,75 hadden vooropgesteld. Dat kan te maken hebben met de toevalligheid van de steekproef van studenten die we gebruiken. Als we volgend jaar opnieuw de schatting doen, met andere studenten, krijgen we hoogstwaarschijnlijk een (licht) ander resultaat. Econometrie biedt ook het statistische

| 


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.