Deze exoten geven
kopzorg Van heinde en verre komen planten en dieren in ons land terecht. De meeste verdwijnen in de anonimiteit. Andere halen de voorpagina’s, omdat ze niet of nauwelijks in toom te houden zijn. Wat merken de boswachters ervan? Tekst: Frans Bosscher De Romeinen brachten al konijnen, kastanje bomen en fazanten naar onze streken. Maar zo rond 1500, net nadat Columbus voet aan wal zette op het Amerikaanse continent, begonnen meer planten en dieren naar hier te komen. Eerst mondjesmaat, inmiddels is het bijna niet meer bij te houden. Soms zijn ze uitgezet voor de jacht of ontsnapt uit gevangenschap, zoals de nijlgans en de halsbandparkiet. Maar de meeste liften mee met reizende mensen en de massa’s goederen die vanuit alle windstreken naar hier worden verscheept en gevlogen. Op eigen gelegenheid hadden ze Nederland nooit bereikt. Ook komen er nieuwe soorten in Nederland terecht als gevolg van klimaatverandering.
Geen vijanden Van de meeste soorten die door mensen zijn meegenomen, vernemen we eigenlijk nooit meer iets, omdat ze het niet redden. De omstandigheden zijn simpelweg niet geschikt voor ze om te overleven. Maar een klein aantal – ongeveer één procent – zorgt voor fikse hoofdbrekens. In hun nieuwe leefgebied hebben ze geen natuurlijke vijanden, waardoor ze in aantal snel toe kunnen nemen. Ze verdringen de planten en dieren die hier van nature voorkomen. Vooral de afgelopen honderd jaar is het aantal exoten sterk gegroeid, niet alleen bij ons, maar wereldwijd. Exoten worden nu algemeen gezien als één van de grootste bedreigingen voor de biodiversiteit.
6
Mooi Gelderland – Winter 2021 – Geldersch Landschap & Kasteelen
Weinig soorten groeien zo hard als watercrassula
Met wortel en tak De boswachters van Geldersch Landschap & Kasteelen (GLK) zien de effecten dagelijks om zich heen. De meeste kopzorgen geeft watercrassula, een plant uit Australië die hier in vijvers en aquaria wordt gezet. Waar schijnlijk heeft iemand een keer genoeg