Mooi Gelderland winter 2015

Page 19

Warmte maximaal benut In de zestiende en zeventiende eeuw kregen steeds meer vertrekken een open haard, maar dat betekende niet dat die allemaal werden gebruikt. Hout was kostbaar en de middelen om te stoken waren beperkt. Bewoners droegen veel lagen kleding en deden er alles aan om de warmtebron die ze hadden maxi­maal te benutten, voornamelijk door gaten en kieren te dichten en de leefruimte te

>

Latijnse woord voor haard. Later kreeg het ook de betekenis van vrouwenvertrek omdat hier de vrouwen kwamen om te handwerken en met de kinderen te verblijven, juist omdat hier een warme haard aanwezig was. Het vertrek was niet uitsluitend voor vrouwen bedoeld, maar zij brachten meer tijd binnens­ huis door, terwijl de heren vaker op pad waren vanwege de politieke of militaire functies die ze bekleedden.

Proefprojecten Verwarming van de kastelen en huizen in bezit van GLK is in onze tijd is nog altijd kostbaar. Bouwtechnisch kan er weinig en er zijn beperkte isolatiemogelijkheden. Het tocht en daar is meestal niets aan te doen, moet de conclusie zijn. Om toch kosten te besparen en duurzaamheid te kunnen nastreven, heeft GLK vier proefprojecten. Pelletkachel Pellets zijn geperste houtblokjes met een korte koolstofkringloop en daardoor minder milieubelastend. Op een paar plekken experimenteert GLK met het ombouwen van installaties met normale gasgestookte ketels naar een systeem met pelletgestookte ketels, onder andere op kasteel Rosendael waar het systeem gebruikt wordt voor de verwarming van het kasteel en de oranjerie. Op de Cannenburch wordt een klein deel met centrale verwarming gestookt. In de museale vertrekken staan historische kachels die zijn omgebouwd naar gas.

Een warme bedstee op kasteel Cannenburch.

verkleinen of te verplaatsen. Waar in het huidige interieur de televisie nogal eens bepalend is voor de inrichting, was dat toen de haard. Bedbehangsels, wandtapijten, gordijnen, luiken: alles hielp om de koude te bestrijden. Ook het meubilair werd aangepast. Stoelen kregen hoge ruggen met naar voren staande oren waardoor ze, recht voor de haard, de warmte enigszins vast konden houden. De kasteeleigenaren die in het bezit waren van een stadshuis, betrokken in de winter veelal dit comfortabeler onderkomen. Zij profiteerden dan gelijk van stedelijk vermaak en onderhielden hun netwerk aan sociale contacten.

De warmste plek was meestal de keuken.

Brandemmers steeds paraat Vuur betekende ook brandgevaar. Kasteel Ammersoyen is in 1590 door brand verwoest en op kasteel Doorwerth woedden geregeld kleine brandjes. Dan werden in de omgeving mensen opgetrommeld om de brand te blussen. Tot in de jaren vijftig van de twintigste eeuw liep kasteelpersoneel nachtrondes om de vertrekken waar haardvuur brandde, te controleren op brand. De brandemmers en zand stonden permanent gereed. Centrale Mooi Gelderland – Winter 2015 – Geldersch Landschap & Kasteelen

Aardwarmte Een ander experiment is een aardwarmteinstallatie in het bouwhuis op de Cannen­ burch. Voor het centrale verwar­mings­ systeem wordt warm water op circa 62 meter diepte opgepompt en met een warmte­pomp tot een hoger temperatuurs­ niveau opgewerkt. Biogas Er is nog niets concreets, maar GLK onder­ zoekt de optie biogas. Mest kan een grond­­ stof zijn voor warmte, gas en elektriciteit. Streekhout In de Achterhoek kijkt GLK naar stoken op streekhout. Snipper- en afvalhout dat bij beheer van terreinen verzameld wordt, gaat gebruikt worden in grotere biomassainstallaties die energie leveren om gebouwen te verwarmen.

verwarming deed in de negentiende eeuw voorzichtig haar intrede. Een van de oudste nog bestaande voorbeelden van lucht­ verwarming is gevonden in huis Landfort, op het gelijknamige GLK-landgoed bij het Achterhoekse Megchelen, waar het systeem uit 1825 dateert.

19


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.