Taxikrant editie 14 (maart 2015)

Page 5

discussie over wat er zou moeten ­veranderen in de nieuwe Taxi-CAO. Zo opteerden de aanwezige werkgevers voor een nieuw loongebouw om te voorkomen dat ervaren chauffeurs zich uit de markt prijzen, maar ook om de continuïteit van de onderneming te g ­ aranderen. Code Duurzame inzetbaarheid gaat ook over werkzekerheid. Volgens Mark Fleuren vanDexis Arbeid, ‘de grootste zorg voor het taxipersoneel’. Arbeids­relaties worden steeds flexibeler en dus de relatie werk­ gever-werknemer losser. “Dat maakt dat het ‘prototype’ chauffeur straks niet meer bestaat.” Hij meent dat het gemotiveerd, productief en gezond houden van mede­ werkers samen gaat met mobiliteit. “Het is

SFT Preventiedag

Duurzaamheid kan echter ook slaan op de CAO. Moeilijke marktomstandigheden, social return, en nieuwe wetgeving over arbeid maken dat werkgevers flexibele arbeid nastreven. Personeel zal hoe langer hoe meer voor kortere periodes aan bedrijven gebonden zijn. Opgebouwde ervaring zal verdwijnen en de kwaliteit komt onder druk te staan. Scholing zal ook minder lonend worden en dus het chauffeursvak minder aantrekkelijk. Het leidde op de Preventiedag tot een stevige discussie over allerlei duurzaamheidsvragen. Hoe voorkomen en verlagen we ziekte­verzuim? Hoe houden we - oudere - m ­ ede­werkers inzetbaar? Hoe behouden we ervaring? Wat hebben we nieuwe mede­werkers te bieden? Het debat over ‘duurzame inzetbaarheid’ kwam echter pas op stoom na een flinke

aangetoond dat mensen die ergens langer dan zeven jaar werken, niet meer ‘mobiel’ zijn. Zij vinden moeilijk meer een andere baan. Bijscholing, vanaf dag één van de indiensttreding, kan hierin helpen. Om te ­bevorderen dat mensen langer, gezond, gemotiveerd en productief aan het werk blijven, zijn arbeidsverhoudingen en -voorwaarden nodig die inspelen op duurzame inzetbaarheid.”

Hij opperde om een Code Verantwoordelijk Marktgedrag op te stellen. De schoonmaakbranche heeft hem al. “Door de invoering van de code wordt een proces in gang gezet naar kwalitatief aanbesteden. Die code is in wezen een moreel appèl: ga als opdracht­ nemer op een goede manier met je ­personeel en opdracht­gevers om.”

Zonder opleiding kun je geen directiechauffeur meer worden

Je moet goed je mond kunnen houden

Is het een pittige opleiding? “Reken maar gerust op 35 uur studie voor het theoretische deel.” En de praktijk? “Vier dagen

­intensieve training.” En is het ook iets voor taxichauffeurs die wel willen blijven rijden maar niet zozeer meer klanten van A naar B? ”Oh ja. Maar…”, zegt Rob de Kleine bedachtzaam, “je moet er wel enkele specifieke kwaliteiten voor bezitten.” Rob de Kleine is één van de twee directeuren van PDS Interseco B.V., het oudste instituut voor directiechauffeurs­ opleidingen in Nederland. Naar schatting hebben 4.000 mannen en vrouwen een of meer rijopleidingen voor het vak van directiechauffeur gevolgd. “En wat die kwaliteiten betreft”, vervolgt Rob, “moet je behalve aan een uitmuntende ­rijvaardigheid denken aan integriteit, betrouwbaarheid en discretie. Een directiechauffeur moeten weten ­wanneer hij zijn mond moet houden, voor, tijdens en na afloop van de rit. Daar zouden sommige taxichauffeurs het weleens moeilijk mee kunnen hebben.” Ongestoord werken Hoezo dat? Rob: ”De CEO , VIP of ­bewindspersoon (PDS-Interseco leidt chauffeurs voor tien ministeries op, red.) die je vervoert, rijdt niet voor niets niet zelf. Die wil van de reistijd werk- of rusttijd kunnen maken. Die beschouwt

de directiewagen niet als auto maar als kantoor of slaapkamer.” CCV-D1, zoals de directiechauffeurs­ opleiding officieel heet, is pas in het vorige decennium goed van de grond gekomen. Er waren daarvoor wel ­opleidingen maar die verschilden ­allemaal van elkaar en waren van ­verschillend niveau. De ene chauffeur wist echt waar hij het over had en was goed opgeleid, terwijl de andere het vak amper kende. In 2003 stak een aantal trainingsinstituten en multinationals de koppen bij elkaar en besloten ze een onafhankelijk directiechauffeurs­examen te ontwikkelen dat branchebreed gedragen zou gaan worden. Nog steeds houdt een college van des­kundigen toezicht op de kwaliteit van de examens en bepalen ze de exameneisen. Comfortabele rijstijl Zo moeten chauffeurs zich een veilig, vlotte, comfortabele rijstijl aanmeten.

“Dus niet constant remmen en optrekken”, aldus Rob, “de man of vrouw achterin mag immers niet gestoord worden. Daarom wordt de kijktechniek nadrukkelijk getraind en oefenen we op soepel keren en doorrijden.” Verder moeten directiechauffeurs perfect met het navigatiesysteem om kunnen gaan en de verkeersregels op hun duimpje kennen. Wie zich voor de opleiding aanmeldt, wordt eerst gescreend. Als de opleiders denken dat de kandidaat niet geschikt is voor het vak, zeggen ze het ook. CCV-D1 is te moeilijk én te kostbaar om voor niets aan te beginnen. De directiechauffeur in spe maakt zich vervolgens eerst de theorie eigen via e-learning. Daarin gaat het ook over onderwerpen als persoonlijke veiligheid, weercondities en topografie. Daarna volgen vier praktijkdagen. Het examen is tenslotte bij het CBR in Leusden (het theoretisch examen kan ook op andere locaties worden afgenomen).

Rob de Kleine Het praktijkexamen Één van de examinatoren is Marco Grashof. Hoe ziet een doorsnee praktijkexamen er bij hem uit? Marco: “Ik ben de klant. We lopen naar de auto. En dan begint het. De instapprocedure moet al goed zijn. We gaan rijden. Ik heb een agenda af te werken. Eerst gaan we hier naar toe, daarna daarheen. Er komt wat tussendoor. Bloemetje voor mijn vrouw kopen. File. Maar ik heb haast. De routeplanner werkt niet. Dan moet de chauffeur op de borden rijden. Onder­ tussen wil ik weten hoe hard we hier mogen rijden. En of we zomaar mogen omkeren. Als ze de opleiding goed gevolgd hebben, gaat het meestal wel goed. Wanneer het echt meteen ­afgelopen is? Als de instructeur, die naast de kandidaat zit, moet ingrijpen.”

“Wie ik weleens gereden heb? Dat vertel ik dus niet” Toen hij bij zijn vorige werkgever op dood spoor belandde, kwam Eco ten Pas via zijn zoon bij Taxi van der Laan in Nieuwkoop terecht. Nadat hij twee keer cliënten gereden had die expliciet naar de directiechauffeursopleiding vroegen, ging hij naar zijn baas. Hij kon zich direct opgeven.

Eco ten Pas

De Taxikrant van Sociaal Fonds Taxi - nummer 14 - maart 2015

Eco: “Ik dacht dat ik wel een goede rijstijl had. Maar bij de intake voor de opleiding bleken er toch veel verbeter­ punten te zijn. Zelden heb ik in vier dagen zoveel geleerd. We zijn zelfs naar Lelystad geweest voor een training op de slipbaan. En in het donker in Zuid-­ Limburg heb ik op de kleinste weggetjes geleerd hoe je bij moeilijke ­omstandigheden je auto onder controle houdt. Ik ben nu ruim twee jaar chauffeur en mede dankzij mijn CCV-D1 certificaat krijg ik steeds meer opdrachten als directiechauffeur. Ik rij in de mooiste auto’s. De cliënten zijn mensen met een zeer drukke agenda en grote verantwoordelijkheden. Nu wil je zeker namen horen. Nee hoor, discretie hè…”

5


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.