
8 minute read
Nawoord: Guido Seghers
Guido Seghers Groeien als bedrijf via bedrijfsovernames
Meer dan 58.000 leiders van kmo’s in Vlaanderen zijn ouder dan 55 jaar en zullen binnenkort stoppen met werken en hun zaak overdragen. Minder dan de helft van hen verwacht een familiale overdracht. Er komen dus heel veel bedrijven en handelszaken op de markt.
Advertisement
Na een uitstel van een aantal transacties in 2020 omwille van coronamaatregelen, kent de overnamemarkt sinds 2021 een opvallend herstel. Voor een startende ondernemer verloopt de opstart via een overname alvast veel sneller dan zelf een nieuwe zaak te starten. Via een overname verwerft de startende ondernemer in één klap klanten en leveranciers met producten of diensten die al een plaats hebben in de markt. Uit internationaal onderzoek blijkt dat starters die via een overname van start gingen een veel hogere slaagkans hebben dan ondernemers die helemaal vanaf nul zijn begonnen.
Voor reeds gevestigde ondernemingen is het realiseren van schaalvoordelen vaak de belangrijkste reden om over te gaan tot fusies en overnames. Hoe groter het bedrijf, hoe hoger ook de waarde. Grote bedrijven worden beschouwd als stabieler en dus minder risicovol, en bieden vaak ook meer synergiemogelijkheden.
Een bijkomende motivatie is de zogenoemde cross-selling, of het aanbieden van complementaire producten en diensten. Dankzij zulke bedrijfsovernames kan de afzetmarkt van eigen producten of diensten uitgebreid worden via de verkoopkanalen van het overgenomen bedrijf. Tegelijk worden aanvullende producten of diensten van het overgenomen bedrijf aangeboden aan het eigen cliënteel.
Door de schaarste op de arbeidsmarkt wordt een overname vaak gezien als een manier om geschikte medewerkers aan te trekken. Via een overname kun je meerdere medewerkers die vaak al in teamverband werken in één transactie integreren. Deze trend zagen we eerder al in de informaticasector, maar komt nu ook voor in traditionele sectoren zoals de bouwsector. Het personeelsbestand wordt bij een overname niet langer gezien als een ‘sociaal passief’. Het personeel met talenten en vaardigheden is een belangrijke troef (of actief) van de overnametarget.
De verzameling vragen waaraan het over te nemen bedrijf moet beantwoorden noemen we het ‘zoekprofiel’. Voorbeelden daarvan zijn ‘Wat is de gewenste omvang?’, ‘Wat is de gewenste locatie?’, ‘Welk aantal personeelsleden?’, ‘Wat is de omzet, wat is het rendement en wat is de solvabiliteit van de over te nemen onderneming?’. Een onderneming is meer dan een verzameling cijfers. Een SWOT-analyse kan uitkomst bieden. Evalueer de huidige situatie zowel op ‘stand alone’-basis als na integratie. Denk ook aan de continuïteit van de relaties met afnemers en leveranciers, aan het behoud van sleutelmedewerkers en aan de toekomstige rol van de huidige zaakvoerder/aandeelhouder.
Door Guido Seghers, manager NV bij Overnamemarkt (UNIZO)
Uw partner in bedrijfsovernames & real estate
Overnamebemiddeling Overnamebegeleiding & Overnameadvies Bedrijfswaardering Opmaak overdrachtsplan Real Estate Specialisatie in overname bank- en verzekeringskantoren

Brico biedt optimaal franchisepakket aan “Ontzorgen is onze hoofdprioriteit”
Brico / Brico Plan it is de toonaangevende doehet-zelf-keten in het land. Wie verbouwt, klust of in de tuin werkt, komt vroeg of laat bij Brico terecht. Met bijna 150 winkels is het bedrijf in vijftig jaar tijd uitgegroeid tot een pionier inzake doe-het-zelf. Wat veel mensen echter niet weten is dat twee derde van de winkels onder een franchiseformule vallen.
“Dat betekent dat de franchisenemer eigenlijk de manager van de winkel wordt, maar volledig onder de Brico-vlag blijft varen”, vertelt Wilfried Van Raemdonck, Director Expansion bij Brico. “Wij voorzien alles inzake logistiek, marketing en commerciële ondersteuning zodat het filiaal volgens onze visie uitgebaat kan worden. Een win-win voor beide partijen.”
Franchisenemer worden kan op twee manieren. Of je kunt een bestaande winkel overnemen, omdat bijvoorbeeld iemand met pensioen gaat, of je kunt een nieuwe winkel opstarten. “Het klopt dat het makkelijker is om een bestaande winkel over te nemen. Als je de deur opent, staan de klanten al voor de deur, je hebt personeel, er is voorraad en de zaak draait. Aan nieuwe mensen raden we eigenlijk meestal aan om te starten in een bestaande winkel. Meestal zijn dat onze franchisenemers die een extra winkel openen. Mensen die ervaring hebben met het uitbaten van een winkel hebben ook een stapje voor. We kiezen resoluut voor expertise en ervaring in onze winkels.”
Bij een opstart van een winkel kan een franchisenemer bij Brico rekenen op een gans team van mensen dat ondersteuning biedt. “Ontzorgen is onze hoofdprioriteit”, bevestigt Van Raemdonck. “Dat gaat van technische werken over ICT tot commerciële consultants die de persoon bijstaan in de uitbouw van de winkel. We hebben ook iemand die zich specifiek bezighoudt met vorming, zowel digitaal als fysiek, waarbij we continu opleidingen en bijsturing aanbieden waar nodig. We hebben er ook alle belang bij dat zo’n opstart goed verloopt. Door het ontzorgen willen we dat de franchisenemer zich eigenlijk volledig kan focussen op de commerciële uitbouw van het filiaal.”
“Daarnaast hebben we ook een location manager die op plaatsen gaat kijken of een winkel slaagkansen heeft door onder meer de concurrentie en het potentiële klantenbestand in kaart te brengen. Aan de franchisenemer presenteren we dan een externe studie waarbij de persoon de situatie waarheidsgetrouw kan inschatten. We hebben niet graag onaangename verrassingen. Dat is voor de franchisenemer niet leuk, maar ook niet voor Brico zelf. Anticiperen waar we kunnen en vroegtijdig mogelijke problemen counteren, is steeds de basis van het succes. Zo maken wij op voorhand al een berekening wat de kosten voor de winkel zullen zijn: een soort van vijfjarenplan waar we samen aan zullen werken om de doelstellingen te bereiken.”
Naast de franchisewinkels blijft Brico ook een aantal eigen winkels houden. “Een bewuste keuze”, verklaart Van Raemdonck. “We willen een realistisch contact met onze winkels behouden, maar een klant mag nooit zien of de winkel een franchise of een eigen filiaal is. De uitstraling en het concept zijn in beide vormen honderd procent Brico.”
“Kijk, we hebben kleine, middelgrote en grote winkels en weten perfect waar de moeilijkheden liggen. Bij kleine filialen moeten medewerkers soms ook andere taken doen. Het is belangrijk dat ze daarin worden gestuurd. Ook de inhoud van de winkels is afhankelijk. Een winkel in een stad zal een ander aanbod hebben dan een winkel op het platteland. We bekijken meter per meter wat interessant is per winkel. Met data kunnen we staven welke producten opportuun zijn om een perfecte mix aan assortiment aan te bieden. Dit sturen we permanent bij door te kijken wat goed en minder goed verkoopt. Op die manier kun je ook goed het potentieel van een bepaalde winkel inschatten.”
“We creëren een gezonde dynamiek die een zelfstandige ondernemer kan exploiteren op de manier die hij of zij wil”, besluit Van Raemdonck. “Er is ondersteuning, maar als een franchisenemer bijvoorbeeld beslist om te openen op zondagvoormiddag, dan kan dat perfect. Er is bewegingsvrijheid en creatieve ideeën juichen we alleen maar toe.”


DUURZAME ECONOMISCHE EN MAATSCHAPPELIJKE ONTWIKKELING FACILITEREN
In een context van schaarste aan niet-benutte bedrijventerreinen en de focus op duurzaamheid, mikt POM Antwerpen op efficiënt ruimtegebruik. De collectieve gedachte is meer dan ooit aan de orde.
“In onze provincie zijn er nog amper enkele honderden hectare vrij. Zowel wij als private ontwikkelaars en ondernemers denken best na hoe daarmee om te gaan, bij nieuwe projecten en herontwikkeling van bestaande bedrijvenzones”, zegt Pierre De Strycker, algemeen directeur van de Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij Antwerpen. Als uitvoerder van het economische beleid vult POM Antwerpen de schaarse ruimte duurzaam in via innovatief gebiedsmanagement, waarbij economische groei en maatschappelijke bloei samengaan. Bij elk initiatief wordt de volledige omgeving meegenomen: infrastructuur, groen- en waterbuffers, wegen, fietspaden, parkings, logistiek, woonkernen, geluid en zelfs voorzieningen als crèches, deelfietsen, enz.
Clusters en ecosystemen
Eén van de trends is de creatie van bedrijfszones rond bepaalde activiteiten of thema’s in een specifieke regio. In Sint-Katelijne-Waver ontwikkelde POM Antwerpen een cluster in de agro-industrie, rond een groot veilinghuis. Op de oude kleiputten bij Niel kwam er in samenwerking met de Antwerpse Universiteit een wetenschapspark dat aansluit op een prachtig fiets- en wandelgebied. In de labo’s, kantoren en ontmoetingsruimte ligt de focus op farma, biotech en diagnostica. “Door ondernemers rond dezelfde activiteit samen te brengen, kunnen ze elkaar versterken en good practices uitwisselen”, klinkt het. “Zo creëren we incubatoren en ruimte voor start-ups en scale-ups met focus op innovatie, die op een uitgebreid kennisnetwerk kunnen terugvallen.” Ook rond energie wordt er steeds meer in clusters gedacht: smart grids, warmtenetwerken, zonnepanelen. POM Antwerpen ondersteunt de speerpuntsectoren chemie, zorg, bouw, logistiek en de creatieve industrie, en helpt bij onderlinge kruisbestuiving of kennisdeling met andere activiteiten, bijvoorbeeld glastuinbouw.
Iedereen in bad
Duurzaamheid en circulariteit horen altijd in een bredere context. Daarvoor trekt POM Antwerpen de kaart van gebiedsmanagement, met de kanaalzone tussen het Sportpaleis en Wijnegem als voorbeeld. “We slaagden erin een uniforme visie tussen acht overheden in elkaar te weven en economie met maatschappelijke te rijmen. Men bouwt anders en denkt aan de mobiliteit door fietspaden aan te leggen, of zelfs bruggen te verplaatsen om de dorpskern te ontlasten.” Met de pet van ontwikkelaar, facilitator en adviseur ziet POM Antwerpen collectieve mogelijkheden in wat individueel onhaalbaar is. Via analyses van gebieden, roadshows langs gemeenten en contacten met ondernemers effent ze met een overkoepelende visie het pad voor projecten die morgen het verschil maken. “Het momentum is er, duurzaamheid is niet meer weg te denken en wordt winstgevend. Als het waterniveau stijgt, worden sommige rotsen overvaarbaar”, besluit Pierre De Strycker.