Historische groenstructuren Middelharnis & Sommelsdijk

Page 1

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART HISTORISCHE GROENSTRUCTUREN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK RAPPORT JANUARI 2019

Vereniging tot bevordering, ondersteuning en instandhouding van landschappelijk en stedelijk schoon


2

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

DORP, STAD EN LAND

COLOFON

Cultuurhistorische Waardenkaart Historische Groenstructuren Middelharnis en Sommelsdijk In opdracht van: Gemeente Goeree-Overflakkee Uitgevoerd door: Stichting Dorp, Stad en Land Adviseurs ruimtelijke kwaliteit Groothandelsgebouw Stationsplein 45 3001 GC Rotterdam 010 280 9445 www.dorpstadenland.nl info@dorpstadenland.nl Projectteam: Suzanne Loen Bert van der Kruk Datum: 28 januari 2019 Conceptrapporten: mei 2018, juni 2018, november 2018 © Dorp, Stad en Land 2019 Teksten, foto’s en kaarten zijn gemaakt door Dorp, Stad en Land, tenzij anders vermeld.


DORP, STAD EN LAND

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

INHOUD

1. Inleiding 5 Werkwijze 5 Overleggen 6 Bronnen 7 2. Achtergrond 9 Ontstaansgeschiedenis 9 3. Typering groene en blauwe structuren 17 4. Inventarisatie en waardering 27 Algemene structuren 28 Structuren Middelharnis 39 Structuren Sommelsdijk 75 5. Conclusies en aanbevelingen 101 BIJLAGEN

Cultuurhistorische Waardenkaart Transformatiekaders deelgebieden

3


4

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

DORP, STAD EN LAND

Polder Westplaat Flakkee en het Zuiddiep

Polder Oostplaat Flakkee en Hernesseroord Middelharnis Dorpsrand Sommelsdijk

Afbakening van het onderzoeksgebied en de deelgebieden

Dorpsrand en Sommelsdijk

Gemeentetuin


DORP, STAD EN LAND

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

1. INLEIDING In opdracht van de gemeente Goeree-Overflakkee heeft Dorp, Stad en Land de historische groenstructuren van Sommelsdijk en Middelharnis in kaart gebracht. Het onderzoeksgebied, betreft de historische kernen van Sommelsdijk en Middelharnis en een deel van de aanwaspolders ten noorden van de ringdijk, de polders Westplaat Flakkee en Oostplaat Flakkee. De ontwikkeling van het gebied vond plaats vanuit de twee historische kernen Sommelsdijk en Middelharnis met hun typische opbouw van sleuteldorpen. De beide dorpen groeiden naar elkaar toe terwijl door aan- en opslibbing van nieuw land de rivier steeds verder van de oorspronkelijke havenkom kwam te liggen en havenkanalen steeds langer werden. Belangrijke herkenbare lijnen en structuren zijn, naast de historische sleuteldorpskernen, de ontginningsstructuur van de ringpolder en de aanwaspolder, de kreekrestanten, de haven- en spuikommen, de havenkanalen en het Zuiderdiep. In de polderwegen Langeweg en Groeneweg zijn de oude grenzen tussen de hernessen (weiplaten) nog steeds herkenbare historische patronen, net als de radiale polderontginningsstructuur die zich heeft vertaald naar ontsluitingswegen. Formele dwarsverbindingen tussen de concurrerende dorpen zijn relatief laat ontstaan. Kerkpaden, molenpaden en landpaden werden in de 20ste eeuw geformaliseerd in het stratenpatroon. Door de rationele ontginningspatronen meanderen nog enkele de kreekrestanten als groenblauwe linten door het landschap. Een bijzondere groenstructuur blijkt de Gemeentetuin die als restant van een zogenaamde ‘speeltuin’ of ‘pleziertuin’ een zeldzaam complex mag worden genoemd. Rondom de meeste dorpskernen bevonden zich zogenaamde hovenstructuren als overgang naar het buitengebied. Bijzonder is dat deze structuur in Sommelsdijk West rond de Wildemanskreek nog aanwezig is. Archiefonderzoek wees uit dat veel watergangen in het gebied werden gebruikt voor de teelt van (aas-)vis o.a. voor de riviervisserij. Naast historische structuren verdienen ook naoorlogse groenstructuren aandacht. Het voormalige zorgcomplex Hernessseroord verhoudt zich op een bijzondere manier tot het polderlandschap. Met dit onderzoek als basis kunnen in de toekomst ontwikkelingsrichtingen van de waardevolle groenstructuren worden afgewogen. WERKWIJZE

De groenstructuren zijn eind 2017 en begin 2018 vanaf de openbare weg gefotografeerd. Daarnaast is voor nadere beoordeling gebruik gemaakt van openbare bronnen zoals het Nationaal Archief, Topotijdreis, Google

5


6

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

DORP, STAD EN LAND

Streetview, Bing Maps, Streekarchief Middelharnis en overige openbare archieven. Omdat de structuren in de winter zijn gefotografeerd is regelmatig gebruik gemaakt van Streetview beelden om de groenstructuur beter in beeld te brengen. Op basis van bovengenoemd beeldmateriaal zijn structuren en elementen van een cultuurhistorische waardering voorzien.

De Oostdijk in Middelharnis met zicht op de tramkade

De waardering van cultuurhistorische groene landschappelijke en stedenbouwkundige elementen is gebaseerd op de criteria die genoemd zijn in het document “Rekening houden met cultuurhistorische waarden” (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, juni 2012) en “Een Toekomst Voor Groen” (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, oktober 2012). De criteria zijn door DSL gerangschikt op volgorde van belangrijkheid en voorzien van toelichting ten behoeve van de toepassing en transparantie van de waardering van de elementen: 1. Ontstaansgeschiedenis: herkomst, relatie met historische gebeurtenissen, ontwikkelingen, bete- kenis voor de kennis over het verleden. 2. Situationele en ensemblewaarde: relatie met omgeving zowel fysiek als functioneel. 3. Kunsthistorische waarde: esthetische, ornamentele, materiële waarde of bijzondere samenhang van complex en/of met omgeving. 4. Zichtbaarheid: beleefbaarheid en invloed op de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving. 5. Zeldzaamheid: hoe uniek is het: lokaal, regionaal, nationaal. 6. Representativiteit: de voorbeeldigheid van het exemplaar of type. 7. Gaafheid en herkenbaarheid: oorspronkelijkheid of waardevolle accumulatie.

(Streekarchief Goeree-Overflakkee)

Het criterium conservering is niet van toepassing op historische groenstructuren. De waardering kan daarom ook van toepassing zijn op recente (vervangende) beplantingselementen. Recentelijk zijn groenstructuren in de straten van de 20ste eeuwse dorpsuitbreiding aangetast. De waarde van deze groenstructuren door de bijdrage aan de ruimtelijke kwaliteit was hoog, maar is door de aantasting bijgesteld. De totaalwaardering van elk element resulteert in de waarde ‘redelijk hoog’, ‘hoog’ of ‘zeer hoog’. Bij 5, 6 of 7 toepasselijke criteria heeft het element zeer hoge cultuurhistorische waarde, bij 3 of 4 criteria hoge cultuurhistorische waarde en bij 1 of 2 criteria redelijk hoge cultuurhistorische waarde. Tot slot zijn de cultuurhistorisch waardevolle structuren van een beschrijving voorzien. De beschrijving bestaat uit enkele feitelijke gegevens (o.a. locatieaanduiding, ouderdom, functie, etc.), een beschrijving van de histo-


DORP, STAD EN LAND

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

rische ontwikkeling, de kenmerken van de structuur, een waardering, de relevante waarderingscriteria en een toelichting op de waardering. Vervolgens is een transformatiekader/visie opgesteld voor de structuren en/of ensembles. Deze zijn samengevat in aparte bijlagen voor de deelgebieden. Te weten: Sommelsdijk dorpsrand, Middelharnis Gemeentetuin, Polder Westplaat & Zuiddiep en Polder Oostplaat & Hernesseroord. OVERLEGGEN

Er hebben vier ambtelijke overleggen plaatsgevonden en één overleg met historische verenigingen. Conceptrapporten zijn overlegd. BRONNEN

Bij het opstellen van de cultuurhistorische waardenkaart is van de volgende bronnen gebruik gemaakt: • Landschapsbeheer Zuid-Holland. 2006. Inventarisatie Cultuurhistorische Elementen Goeree-Overflakkee. Gouda: Landschapsbeheer Zuid-Holland. • Verseput, J. 1953. Middelharnis: Een eilandgemeente. Rotterdam. • Verseput, J. 1982. Van Vissershaven naar Jachthaven. Middelharnis: Gezamenlijke boekhandelaren Middelharnis-Sommelsdijk. • Teixeira De Mattos, L. F. 1941. De Waterkeeringen Waterschappen en Polders van Zuid-Holland. ’s-Gravenhage: Martinus Nijhoff. • Bannink, G.B., Van Meer, J.M.M. 1991. Goeree-Overflakkee: Van Punt tot Plaat. Ouddorp: Uitgeverij Koppen i.s.m. De Klepperstee Ouddorp. • Boers, B. 1843. Beschrijving van het eiland Goedereede en Overflakkee. Sommelsdijk: J.Jongejan. • Both, J. 2005. Sommelsdijk, veranderingen in de 20ste eeuw. Klaaswaal: Deboektant. • Hameeteman, C.J. 1996. Sommelsdijk, Een eeuw in herinneringen. • Van der Sluijs. C.G. 2002. Sommelsdijk, een landbouwgemeente. Sommelsdijk: Van der Boom Boeken. • Kuiper, M. 2011. Vissers en ventjagers, De visserij van Middelharnis gedurende de achttiende eeuw. • Sociëteit Rhetorica. Veldnamen en Boerderijen. • Postma, C., Tirion, I. 1963. Holland in Vroeger Tijd. ‘s-Gravenzande: Europese Bibliotheek. • Rekening houden met cultuurhistorische waarden (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, 2012). • Een Toekomst Voor Groen (Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, oktober 2012). • www.bagviewer.kadaster.nl • www.gahetna.nl (historische kaarten) • www.geschiedenisvanzuidholland.nl • www.topotijdreis.nl

7


8

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

DORP, STAD EN LAND

“In de 14de eeuw bestond de omgeving uit banken, slikken en opwassen omspoeld door geulen. Hieruit ontstonden eilanden die eerst Westvoorne en Zuidvoorne werden genoemd.”

Kaart van den lande van Voorne (ZD), Nationaal Archief / Collectie Binnenland Hingman, Publiek domein


DORP, STAD EN LAND

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

2. ACHTERGROND De geĂŻnventariseerde groene structuren en elementen staan niet op zichzelf. Het zijn sporen van de geschiedenis die teruggaan tot de ontwikkeling van Overflakkee tot voor de eerste inpolderingen. Een cultuurhistorische waardering is daarom alleen mogelijk als kennis wordt genomen van en rekening wordt gehouden met deze geschiedenis. Aan de hand van historisch kaartmateriaal en verschillende documenten is een korte beschrijving van de ontstaansgeschiedenis opgesteld. ONTSTAANSGESCHIEDENIS

Opkomst en inpoldering ( tot 15de eeuw) Het kustgebied waaruit Goeree-Overflakkee is ontstaan was voor de middeleeuwse bedijking een uitgestrekt moerasbos op veen en klei begrensd door een lange duinenrij. Het is mogelijk dat soorten als zwarte els, es, gladde iep, schietwilg en kraakwilg, gewone vogelkers en zwarte bes afstammen van exemplaren uit dit kustoerbos (Maes, 2006). In de 14de eeuw bestond de omgeving van het onderzoeksgebied uit banken, slikken en opwassen omspoeld door geulen. Uit de opwassen ontstonden eilanden die eerst Westvoorne (het huidige Goeree) en Zuidvoorne (het huidige Flakkee) werden genoemd. De heren van Voorne en Putten toonden belangstelling voor de vier hernessen (weiplaten) waar moerselnering (zoutwinning uit veen), visserij, beweiding en landbouw plaatsvond en zelfs boomgroei werd aangetroffen. Vanaf de 14de eeuw is bekend dat delen van Middelhernesse werden uitgegeven als gorzen, ter moernering, beweiding en bouwland (Verseput, 1982). De opwas van Middelhernesse werd in het oosten begrensd door de stroomgeulen van de Zandkreek, in het zuiden door de Hontsloo, in het westen door de Riere en in het noorden door de Flakkee (later het Haringvliet). Rond de 15de eeuw vormden zich de contouren van de ringpolders. In 1465 was de bedijking van Middelharnis, Sommelsdijk en Duivenwaard voltooid (Verseput, 1982). Kort daarop werden de dorpen Sommelsdijk en Middelharnis gesticht volgens het principe van een beboomde kerkring met gracht, voorstraat en havenkom aan het Haringvliet of Flacquee. Daarbij valt op dat Sommelsdijk over twee havens beschikte, ‘sLandshaven (via een uitwateringssluis verbonden met de Wildemanskreek) en De (Oude) Haven van Sommelsdijk.

9


10

“Rondom de kernen van Sommelsdijk en Middelharnis bevond zich een groene gordel van boomgaarden, moes- en kweektuinen en schuren en hokken van de dorpsboeren.”

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

DORP, STAD EN LAND


DORP, STAD EN LAND

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

Kernen en opkomst plaat Flakkee (17de en 18de eeuw) Uit historische kaarten en literatuur is op te maken dat zich in de 17de eeuw rondom de kernen van Sommelsdijk en Middelharnis een groene gordel van boomgaarden, moes- en kweektuinen en schuren en hokken en andere opstallen bevond van de dorpsboeren. Deze groene gordel reikte in het zuiden tot aan de Staverseweg. Volgens bronnen waren ook de polderwegen beplant met (fruit)bomen. Eeuwissen, laag gelegen hooilanden langs voormalige kreken, waren belangrijke wei- en graslanden in de verder weidegrond-arme streek. De voormalige kreken Wildemanskreek, Stoofkreek, Zandkreek en De Vlieger vormden een netwerk van waterwegen, die bij de inpoldering een rol in de afwatering hadden gekregen, maar ook een rol speelden als vaarnetwerk voor de distributie van goederen van de dorpen tot diep in de polder. De aan het krekennetwerk verbonden Boerenkaai en de Kaaidreef, in respectievelijk Sommelsdijk en Middelharnis, fungeerden als binnenhaventjes voor uitwisseling van goederen. Bij laagwater loosden de kreken het polderwater via spuisluizen op de havens. Door buitendijkse aanwassen van land, ontstaan door afzettingen van de rivier, moesten de havens van Sommelsdijk en Middelharnis steeds worden verlengd. Deze aanwassen werden gebruikt als land voor beweiding en als (bekade) riet- en biesgorzen. Buitendijkse gebieden werden eerst onbekaad gebruikt, daarna vaak zomerbekaad en vervolgens ingepolderd. In de 18de eeuw werden enkele aanwassen ingepolderd als de polders Kraajestein en Everdina en de Johannespolder. In de 17de eeuw kwam de plaat Flakkee op in het Haringvliet/ Flacquee. Net als de buitendijkse aanwassen werd ook deze gebruikt als weidegrond en als gors voor riet en bies. De plaat blokkeerde de directe toegang naar de rivier vanuit de havens. Tussen de plaat en het eiland ontstond een vaargeul, het Zuiddiep. Als snel groeide de plaat door verzanding vast aan het eiland ten oosten van Middelharnis. Om een directe verbinding te maken naar het Haringvliet werd de haven van Middelharnis verlengd met een kanaal dwars door de plaat. Dit vond plaats in 1759 en 1768. De zo ontstane Westplaat en Oostplaat werden beide in 1808 bedijkt. De ringdijk van Sommelsdijk en Middelharnis verviel met de bedijking van de aanwassen en de plaat tot slaperdijk en fungeerde sindsdien niet meer als primaire waterkering. Inpoldering Plaat Flakkee en dorpsin- en uitbreiding (19de en eerste helft 20ste eeuw) Met de inpoldering van de plaat en de aanleg van het havenkanaal van Middelharnis vervalt de functie van de haven van Sommelsdijk. Deze wordt afgedamd en het havenkanaal wordt gedempt. De Nieuwe Sas Haven wordt aangelegd waardoor een verbinding ontstaat naar de haven van Middelharnis. Het Zuiddiep zelf wordt als poldersloot opgenomen in de verkaveling van de nieuwe polder. De nieuwe polders zijn weidser van opzet en spaarzaam bebouwd met enkele boerderijplaatsen. Binnendijks groeien beide dorpen naar elkaar toe. Informele dwarsverbindingen worden geformaliseerd in de nieuwe (beboomde) stratenpatronen met arbeiders- en burgerwoningen. Een Joodse begraafplaats, een katholieke kerk met kerktuin en algemene begraafplaatsen buiten

11


12

“In de 17de eeuw kwam de plaat Flakkee op in het Haringvliet/ Flacquee. Tussen de plaat en het eiland ontstond de vaargeul het Zuiddiep.” Kaart van Nicolaas Cruquius 1734 (www.atlasdernederlanden.nl)

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

DORP, STAD EN LAND


DORP, STAD EN LAND

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

de kern worden aangelegd. De huidige Gemeentetuin, een tuinaanleg die past in de traditie van de speel- of pleziertuin wordt door de eigenaren overdragen aan de gemeente. De informele hovenstructuur rondom beide kernen wordt gedeeltelijk opgeslokt door de dorpsuitbreidingen. Begin van de 20ste eeuw wordt ten zuiden van Middelharnis en Sommelsdijk een tramtracé aangelegd. Deze tram verbindt het eiland via een veer bij Middelharnis tot aan Rotterdam. Het tracé wordt feitelijk een nieuwe dorpsgrens en doorsnijdt tevens de tuinaanleg van de huidige Gemeentetuin. Schaalvergroting landschap en nieuwe woongebieden (tweede helft 20ste eeuw en 21ste eeuw) Na WO2 laten de ruilverkaveling en watersnoodramp hun sporen na. Oude laanbeplantingen en groenstructuren in het dorp en buitengebied worden aangetast en verdwijnen deels maar worden ook herplant. Herverkaveling heeft schaalvergroting tot gevolg waarin de onregelmatige blokverkaveling verdwijnt. Ook watergangen worden rechtgetrokken. De loop van voormalige kreken en sloten zoals de Wildemanskreek en de Stoofkreek worden verlegd, (gedeeltelijk) gedempt en/of geduikerd. De groene gordel met informele agrarische schuren en opstallen maakt steeds meer plaats voor nieuwe bebouwing. Het in onbruik geraakte tramtracé vormt de nieuwe bebouwingsgrens in het zuiden van beide kernen. Oude kreekpatronen worden hierin (deels) opgenomen als parksingels. In de naoorlogse periode wordt de stap over de ringdijk genomen met het zorgcomplex Hernesseroord. Begin van deze eeuw worden ook op de polder Westplaat Flakkee woongebieden ontwikkeld. Deze ontwikkeling negeert deels onderliggende landschappelijke structuren en patronen, maar zoekt deels ook aansluiting op de sashaven en het havenkanaal van Sommelsdijk.

13


14

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

“In de 18de eeuw wordt het havenkanaal van Middelharnis aangelegd. In 1808 wordt de plaat Flakkee ingedijkt.”

Detail van kaart van Goeree-Overflakkee uit 1811 (Nationaal Archief)

DORP, STAD EN LAND


DORP, STAD EN LAND

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

15

“In de 19de eeuw worden de aanwassen en de plaat ontgonnen en verkaveld. Het Zuiddiep, het havenkanaal van Sommelsdijk en ‘sLandshaven gaan op in de polderverkaveling.”


16

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

Topografische kaart 1989 (www.topotijdreis.nl)

DORP, STAD EN LAND


DORP, STAD EN LAND

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

3. TYPERING GROENE & BLAUWE STRUCTUREN In het onderzoeksgebied komen een aantal groene en blauwe historische aardkundige, landschappelijke en stedenbouwkundige structuren en lijnen bij elkaar. Aardkundig gezien zijn de restanten van het natuurlijke proces van rivierafzettingen die telkens opwassen en aanwassen creëren, dooraderd met de oude getijdekreken en stroomgeulen, typerend en sturend voor de ruimtelijke structuur en ontwikkeling van het gebied. De ringdijk, de radiale polder- en blokverkavelingen, de watersystemen, de havenkommen, kanalen en spuikommen getuigen van de ingreep van mensen in het landschap. Stedenbouwkundig gezien is de opzet van de sleuteldorpen in relatie tot de kreekstructuren, havens en de rivier kenmerkend. Ook de relatie met en overgang naar het ommeland middels de hovencomplexen is typerend voor het gebied. Hier volgt een typering van de groene en blauwe cultuurhistorische structuren (voor zover deze mogelijk los van elkaar te beschrijven zijn). GROENSTRUCTUREN

Het kustgebied waaruit Goeree-Overflakkee is ontstaan was voor de middeleeuwse bedijking een uitgestrekt moerasbos op veen en klei, begrensd door een lange duinenrij. Het is mogelijk dat soorten als zwarte els, es, gladde iep, schietwilg en kraakwilg, gewone vogelkers en zwarte bes afstammen van exemplaren uit dit kust­­­ oerbos (Maes, 2006). In de 14de eeuw bestond de omgeving van het onderzoeksgebied uit banken, slikken en opwassen omspoeld door geulen. Uit de opwassen ontstonden eilanden die eerst Westvoorne (het huidige Goeree) en Zuidvoorne (het huidige Flakkee) werden genoemd. De heren van Voorne en Putten toonden belangstelling voor de vier hernessen (weiplaten) waar visserij, moerselnering (zoutwinning uit veen), beweiding en landbouw plaatsvond en zelfs boomgroei werd aangetroffen. Vanaf de 14de eeuw is bekend dat delen van Middelhernesse werden uitgegeven ter moerdijking en gorzen ter beweiding of als bouwland (Verseput, 1982). De opwas van Middelhernesse werd in het oosten begrensd door de stroomgeulen van de Zandkreek (of Zuidkreek), in het zuiden door de Hontsloo, in het westen door de Riere en in het noorden door de Flakkee (later het Haringvliet). Rond de 15de eeuw vormden zich de contouren van de ringpolders. In 1465 was de bedijking van Middelharnis, Sommelsdijk en Duivenwaard voltooid (Verseput, 1982). Door de verschillen in

17


18

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

DORP, STAD EN LAND

De opwas van Middelhernesse werd in het oosten begrensd door de stroomgeulen van de Zandkreek (of Zuidkreek), in het zuiden door de Hontsloo, in het westen door de Riere en in het noorden door de Flakkee (later het Haringvliet). Rond de 15de eeuw vormden zich de contouren van de ringpolders. In 1465 was de bedijking van Middelharnis, Sommelsdijk en Duivenwaard voltooid (Verseput, 1982). Door de verschillen in bodemopbouw, hydrologie, reliëf en klimaat is er een groot verschil tussen de flora van Goeree en die van Overflakkee (Bannink & Van Meer, 1991, p. 35). Flakkee bestaat voor een groot deel uit lichte tot zware kalkrijke klei. Het grondwaterpeil is op Flakkee redelijk stabiel en de polders bestaan uit grote open vlakken onderbroken door kreek- en dijkrestanten. Dijken en kaden zijn de meest in het oog springende groenstructuren. Hiervan zijn verschillende ruimtelijke typen te ontwaren in het onderzoeksgebied, zoals bijvoorbeeld oude en nieuwe landschapsdijken, zomerkaden, dorpsdijken en verkeersdijken (Hemmen & Veenenbosenbosch, 2013). Wat betreft typen dijkbeplanting wordt onderscheid gemaakt tussen bomendijken, struikendijken en kruidendijken (ook wel graslanddijken) (Bannink & Van der Meer, 1991). De ecologische kwaliteit van de beplanting varieert. Over het algemeen werden/worden veel dijken begraasd, natuurbeschermers zijn van mening dat extensief maaibeheer beter is dan beheer d.m.v. grazers. Kreekrestanten staan bekend om hun vochtige eeuwkanten waarop gras werd verbouwd. De aanwassingen van slib werden gebruikt als riet- en biesgorzen, weidegronden. Eerst onbekaad, dan zomerbekaad (waardoor het slib kon bezinken en het proces werd versneld) en vervolgens werden de kaden omgezet in primaire waterkeringen en het gebied ingepolderd.

Kaart van Sommelsdijk uit 1616 met daarop aangegeven de structuur van de boomgaarden en kwekerijen. (Streekarchief GoereeOverflakkee)

Het overgangsgebied van moestuinen en boomgaarden (ook wel hoven of hofjes genoemd) met schuren en putten van de dorpskernen naar de ommelanden was kenmerkend voor het gebied door de praktijk van dorpsboeren. Deze dorpsboeren woonden in de dorpskernen zonder tuin. Hun hof en landerijen lagen verder buiten het dorp. Zo ontstond een dorpsrand van moestuinen met putten, varkenshokken en schuren. Er was al sprake van boombeplanting voor de bedijking van de platen (Verseput, 1982). Iepenbomen (plat geschoren) op de kerkring van Sommelsdijk worden in 1751 beschreven door Isaak Tirion. Kerktuinen en kerkhoven op de kerkringen van beide dorpen worden in verschillende bronnen en kaarten vermeld. Later worden nieuwe begraafplaatsen zoals de Joodse en katholieke begraafplaats toegevoegd. Tirion vermeldt tevens dat in het gebied veel boomgaarden zijn en langs wegen veel fruitbomen zijn aangeplant. Een bekende afbeelding van een groene laanstructuur is uiteraard het ‘Laantje van Middelharnis’ van Meindert Hobbema. Het betreft hoogopgesnoeide essen op de huidige boomgaardweg. Het beboomde Zandpad was een karakteristieke structuur waar een touwslagerij haar lijnbaan had. In de 19de en 20ste eeuw breiden de stratenstructuur en straatbeplanting zich uit als de kernen naar elkaar toegroeien in oost-west richting. Met de watersnoodramp en inundaties van WO2 zijn veel beplantingsstructuren aangetast, heraangeplant of verdwenen. Hieronder volgen typen van groenstructuren die in het onderzoeksgebied voorkomen of beschreven zijn in historische bronnen.


DORP, STAD EN LAND

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

Dijken en kaden Het plangebied kent verschillende soorten dijken. De dijken rondom de oudste opwaspolders zijn de ringdijken om de ringpolders. Dit waren, ten tijde van aanleg in de 14de en 15de eeuw, de primaire waterkeringen. Aan de buitenzijde van deze dijken bevonden zich de rivier, nevenstroomgeulen, kreken, gorzen en slikken. De buitendijkse gorzen, in gebruik voor beweiding en de winning van riet, werden bekaad en vervolgens bedijkt. Door dit proces van aanslibbing en indijking van aanwasgronden verschoof de waterkerende dijk steeds verder naar het noorden. De oude achterliggende waterkeringen vervielen hierdoor tot slaperdijken. We spreken dan van wakers, slapers en dromers. De huidige regionale waterkeringen zijn de Bekadeweg, Van Pallandweg, Buitenhavendijk en ook nog een oostelijk deel van de Oudelandsedijk. Grote delen van de oude ringdijk, de Kraaijesteinsedijk en Nieuwlandsedijk, zijn slapers en dromers geworden. Door overstromingen en dijkversterkingen kunnen dijken en kaden transformeren in de loop der tijd. De dorpsdijken zijn vaak tweezijdig bebouwd, voorzien van een benedenweg, dijkopgangen en stenen dijktrappen. Verseput (1953) vermeldt een bijzondere kade die in korte tijd rondom het dorp is opgeworpen ter bescherming tegen de inundatie van 1944. Over bomen/houtopstanden op dijken is t.a.v. veiligheid vaak discussie of deze de dijken verzwakken of juist versterken. De consensus is dat dit per situatie moet worden beoordeeld. Waterstaatkundig worden bomen en houtopstanden op de kruin en belopen van waterkerende dijken soms gezien als ongewenst. In de berm aan de zijde van de rivier worden houtige gewassen als griendhout beschouwd als dijkbescherming tegen golfafslag en ijsgang (Huitema, 1947). Slaper- en dromerdijken zijn/werden vaak wel ingeplant met (fruit-)bomen. Op slaper- en dromerdijken wordt de landschappelijke waarde van houtopstanden gewaardeerd. De vegetatie van dijken in het gebied valt uiteen in verschillende typen van meer kruidachtige (grasland)vegetatie tot meer struik- en boomvegetatie. De ecologisch rijke varianten hiervan worden bloemendijken genoemd, waarvan enkele in het gebied in beheer zijn van Natuurmonumenten en Zuid-Hollands Landschap. Door het gebrek aan weidegrond in de polders vond begrazing in de zomermaanden veelal plaats op en langs de dijken en buitengorzen (Teixeira de Mattos, 1941, p.33). Volgens Bannink & Van Meer (1991) heeft begrazing negatieve invloed op de natuurwaarde en biodiversiteit van de dijken. Bannink & Van Meer beschrijven de volgende typen dijkvegetatie: • Kruidendijken Op kruidendijken worden de volgende soorten aangetroffen: fluitekruid, pastinaak (werd vroeger door de armen in het gebied gegeten), aardaker en kraailook.

19

Afbeelding Oudelandsedijk bij Middelharnis (Streekarchief Goeree-Overflakkee)


20

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

DORP, STAD EN LAND

• Struikendijken Op struikendijken komen naast de onder kruidendijken genoemde kruiden de volgende soorten struiken voor, zoals meidoorn, vlier, Gelderse roos, braam en rozensoorten als hondsroos, duinroos en egelantier. • Bomendijken Op de bomendijken komen naast kruiden en struiken populier, iep en zwarte els voor. Van populier komen verschillende soorten regelmatig voor zoals Canadese, Italiaanse en zwarte populier. Daarnaast worden eerdergenoemde kruiden en struiken zoals meidoorn, vlier, braam en divers rozensoorten aangestroffen.

Het schilderij Het laantje van Middelharnis (1689) van Meindert Hobbema (een gezicht op het dorp vanaf de Boomgaard/Steneweg) bevestigt dat de polderwegen beboomd waren. Langs de weg liggen sloten en aan beide zijden van de weg bevinden zich boom- en/of fruitkwekerijen en geriefbosjes. Over de boomsoort is geen overeenstemming. Er wordt gesproken van elzen, essen en populieren. Het fijne loof duidt op iepen of essen. De ranke stammen lijken meer op iepenstammen. (bron: Nationaal Archief)

Overige lijnvormige groenstructuren Naast groene dijk- en kadestructuren bevinden zich in het plangebied wegen en padenstructuren. De polderwegen, met vaak aan twee zijden een sloot of greppel, zijn in de huidige situatie vaak onbeboomd maar moeten, vooral in het oudeland binnen de ringdijk, in het verleden aangeplant zijn geweest met rijen (fruit-) bomen. De Langeweg is een bijzondere polderweg, die de grens tussen beide dorpen markeerde en heeft een afwisselend karakter. Naast de formele verkaveling ontstonden informele verbindingen als kerkepaden en land- of boerenpaden, zoals bijvoorbeeld de Kaaidreef. Een dreef of drift is een verbindingsweg voor vee. Met de uitbreiding van het dorp eind 19de en begin 20ste eeuw werden informele paden uitgebreid en geformaliseerd zoals het Binnenpad/Hoflaan. Sommige verdwenen echter of werden (deels) afgebroken om plaats te bieden voor nieuwe ontwikkelingen. In de aanwaspolders zijn de kaden, polderwegen en scheidingslijnen tussen verschillende inpolderingen en verkavelingspatronen als structurerende elementen vaak minder goed herkenbaar. De Galgeweg is zo’n oude polderweg. Ook het voormalige RTM tracé is een historische structuur die soms meer, soms minder goed herkenbaar en beleefbaar is. Hoven, boomgaarden en varkenshokken De typische gordel van moestuinen, kwekerijen, boomgaarden en opstallen zoals die ten westen van de dorpskern van Sommelsdijk en ten oosten van de dorpskern van Middelharnis nog te vinden is, heeft zijn oorsprong in de situatie dat zowel grote boeren, kleine boeren en landarbeiders op het dorp woonden. De zogenaamde dorpsboeren woonden in het dorp zonder grond en huurden een hof buiten de kern. Soms lieten boeren wel een knecht wonen op de landerijen. De dorpsboeren bouwden in het dorp hun schuren. Dit geeft de beide historische dorpskernen nog steeds hun onderscheidende agrarische karakter. Dicht bij hun huis en opstallen in het dorp hadden de boeren een stukje grond nodig voor een moestuin en/of boomweide en de opslag van de oogst, gereedschap, mest en hokken voor het houden van huisdieren en varkens. Volgens historische bronnen reikte deze groene gordel van kwekerijen, boomgaarden en vruchtlaanbeplanting tot aan de Staverseweg in het zuiden.


DORP, STAD EN LAND

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

21

Deze tuinen en boomgaarden van de dorpsboeren worden ook wel ‘hofjes’ of ‘hoven’ genoemd (Hameeteman, 1996). De staatscommissie (Staatscommissie, 1912, p. 170) beschrijft dat bijna elke arbeider op Flakkee in zijn hof wat zwarte aalbessen had. Ook wordt melding gemaakt van enkele bessentuinen op het eiland. In de pluktijd gaf dit aan heel wat vrouwen en kinderen “arbeid en brengt eene aardige drukte mede in de dorpen, waar de commissionairs deze bessen in ontvangst nemen”. Kruisbessen werden soms als onderbouw aangetroffen in boomgaarden. Het is waarschijnlijk, maar niet met zekerheid vast te stellen of deze bessentuinen zich op de hoven of in de groene gordel rondom de kern bevonden. Volgende de oorspronkelijke aanwijzende tafels (OAT) behorende bij de minuutplans 1811-1832 bestond het gebruik van grond bij de kern overwegend uit boomgaarden en tuinen. Hierbij is niet vast te stellen of dit moes- of kweektuin waren (moes en kweek). Naast boomweides en (moes- of kweek-)tuinen waren er in mindere mate perceeltjes met weilandjes, bos- en geriefhout en bouwland. Bleek- en droogveldjes waren ook van belang. Als daar geen ruimte voor was dan werd de was over ligusterhagen gehangen (Hameeteman, 1996, p.75).Verder van de kern was het land overwegend als bouwland in gebruik. Een deel van de hoven was in bezit van de ‘Diaconie der Armen van de gemeente Sommelsdijk’ en de ‘Armen van Sommelsdijk’. De hovenstructuur kreeg een impuls en een wettelijke basis door de Landarbeiderswet uit 1918 welke tot doel had het grondbezit onder landarbeiders en kleine boeren te stimuleren. In Sommelsdijk werd hiertoe in 1919 de Vereniging Kleingrondbezit Sommelsdijk opgericht, en beheert nog steeds naast hoven tevens weitjes en ‘meetjes’Aan het begin van de 20ste eeuw werd een Centrale Proeftuin en Hoenderpark gesticht. Hier werden de tuinders ondersteund voor de kweek van fruit en witlof als wintergewas (Verseput, 1953, p. 39). Deze bevond zich op de grens van het dorp Middelharnis aan de Langeweg. Weitjes, meetjes en eeuwkanten Flakkee is altijd arm geweest aan vaste weilanden. In bronnen wordt melding gemaakt van kleine bomen- en klaverweitjes bij de boerderijen waar het jongvee graasde. Naast deze kleine weitjes of meetjes werden de eeuwkanten/eeuwissen (ook wel moerweiden), lage stroken grasland naast de kreken, begraasd. Vooral na de introductie van stoombemaling werden deze graslanden geschikt voor beweiding. Begrazing vond in de zomermaanden veelal plaats op en langs de dijken en buitengorzen (Teixeira de Mattos, 1941, p.33). Formele kerkhoven, (kerk)tuinen, begraafplaatsen en plantsoenen Naast de groenstructuren van het agrarische cultuurlandschap bevinden zich enkele formele groenstructuren in het gebied. Bij de stichting van de dorpen in 1465 waren de bedijkers verplicht een kerk op te richten met een kerkhof. De beboomde kerkringen met gracht, kerkhof en begraafplaats waren dan ook in beide dorpen de eerste groenstructuren die de dorpen verfraaiden. Door nieuwe wetgeving (in 1804 en 1869), de groei van de dorpen en komst van andere geloven moesten nieuwe begraafplaatsen worden aangelegd buiten de dorpskernen.

Een gereedschapshuisje of ‘speelhuisje’ in de traditie van de ‘speeltuinen’ in de Gemeentetuin (Streekarchief Goeree-Overflakkee)


22

Luchtfoto van Hernesseroord als groene kamer in de polderstructuur (Streekarchief Goeree-Overflakkee)

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

DORP, STAD EN LAND

In de 19de eeuw werden de Joodse begraafplaats en Oude Algemene Begraafplaats aangelegd aan de Hoflaan. Aan de Langeweg werd de katholieke kerk gesticht met begraafplaats. Aan het begin van de 20ste eeuw zijn de nieuwe Algemene Begraafplaats aan de Molenweg in Sommelsdijk en de Algemene Begraafplaats Vrederust in Middelharnis aan de Rottenburgseweg aangelegd. Op beide begraafplaatsen bevinden zich oorlogsgraven uit WO2. Buitenplaatsen of voorname huizen met park- of tuinaanleg bevonden zich op de Zuid-Hollandse eilanden en Zeeland voornamelijk op de oude strandwallen aan de kust. Welvarende burgers die zich geen buitenplaats konden veroorloven kochten of legden zogenoemde ‘speel- of pleziertuinen’ en lusthoven aan. De huidige Gemeentetuin kan als zo’n lusthof of ‘speeltuin’ worden opgevat. De villa van Anton Mijs aan de Langeweg 51 bezat ook een voorname aangelegde tuin (Hameeteman, 1996, p.40). Ook op boerderijplaatsen werden soms fraaie tuinen aangelegd, zoals hoeve Kleyburg met een grote drinkvijver of ‘vaete’. Tuinaanleg van boerenstedes in het buitengebied vallen echter niet binnen het onderzoeksgebied en zijn daarom niet opgenomen in dit onderzoek. Uit de OAT van de minuutplans blijkt dat er zich in het onderzoeksgebied meer ‘pleziertuinen’ bevonden. Het gebruik van het perceel dat nu is opgegaan in de begraafplaats Vrederust aan de Rottenburgseweg wordt aangeduid als ‘Bosch tot vermaak’, ‘Water tot vermaak’ en tuinhuis. Nader onderzoek is wenselijk. Met de vroege tuindorpachtige uitbreidingen van de woongebieden in de 19de en 20ste eeuw werden ook plantsoenen zoals het Hofplein (SD) en Baumanplein(MH) aangelegd. Een bijzondere relatief jonge groenstructuur is het naoorlogse ensemble van Hernesseroord, een zorgcomplex gebouwd volgens de modernistische megastructuren en kernwandprincipes van het bureau Van den Broek en Bakema. Het complex is gesitueerd in een groene kamer binnen de polderstructuur in moderne landschapsstijl in de polder Oostplaat Flakkee.

WATERSTRUCTUREN

Het kustgebied waaruit Goeree-Overflakkee is ontstaan was voor de middeleeuwse bedijking een uitgestrekt moerasbos op veen en klei begrensd door een lange duinenrij. Door overstromingen vanwege opwarming (transgressiefase) ontstond een wirwar van eilandjes, platen en slikken omstroomd door rivieren en geulen. De geulen raakten steeds verder uitgediept. Zo raakten rond 1214 Oost- en Westvoorne (het huidige Goeree) van elkaar gescheiden door een reeks zware overstromingen en ontstond een breed water, het Haringvliet (of eerder de Flakkee) genaamd. De oostelijk gelegen veenstroompjes veranderden langzaam in getijdenkreken tussen veeneilandjes en platen. Door veenwinning voor zout (moernering) en afslag door overstromingen verdween het veen uit het gebied (Bannink & Van Meer). De verwoestende invloed van de Elisabethsvloed (1421) wordt in belangrijke mate toegeschreven aan de intensieve moernering van het gebied. Tegelijkertijd wordt de voortva-


DORP, STAD EN LAND

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

23

rende inpoldering van de platen van Zuidvoorne (of Over de Flakkee genaamd) ook gezien als een gevolg van de moernering. Op de platen omgeven door stroomgeulen en kreken vonden activiteiten plaats als beweiding en riet- en biescultuur en vestigden zich de eerste bewoners. De opwas van Middelhernesse werd in het oosten begrensd door de stroomgeulen van de Zandkreek (of Zuidkreek), in het zuiden door de Hontsloo, in het westen door de Riere en in het noorden door de Flakkee/ Flacquee (later het Haringvliet). Nederzettingen vestigden zich op hoger gelegen kreekruggen direct achter de ringdijk waar getijdekreken uitwaterden op een havenkom en vaargeul. Na de bedijking en ontginning werden de kreekrestanten vaak als hoofdwatering opgenomen in het watersysteem. Uitwatering van de polders geschiedde via deze voormalige kreken bij een uitwateringssluis of keersluis bij de dijk. Bij laag water kon het polderwater via natuurlijke lozing worden uitgeslagen op de havens. Bemaling deed pas begin 20ste eeuw haar intrede. Teixeira de Mattos (1941, p33) stelt dat door de relatief hoge ligging en de lichte kleigrond Flakkee altijd een vrij goede afwatering had en aan polderbemaling tot eerste kwart van de 20ste eeuw slechts sporadisch behoefte was. In de lager gelegen oudere polders ontstond rond die periode wel meer behoefte aan bemaling. Pionier hierin was het gemaal uit 1913 van Oudeland van Middelharnis en polder Duivenwaard die loosde op de haven van Middelharnis. Gevolgd door een pompgemaal in 1917 dat het water van het Oudeland van Sommelsdijk en polder Everdina loosde op de haven van Sommelsdijk. Naast de kreekrestanten in de polders zijn de havenkommen en havenkanalen met hun spuikommen typerend voor Goeree-Overflakkee. Kreken en watergangen De ringpolder waterde uit op de havens via twee oude kreekrestanten die als hoofdwatering waren opgenomen in de ontginningsstructuur. Bij Middelharnis liggen nog restanten van de Zandkreek of Zuidkreek met zijtakken de Stoofkreek en de Vlieger (Teixeira de Mattos spreekt van de Zandkreek, Bannink & Van Meer spreken van de Zuidkreek). Volgens Bannink & Van Meer (1991, p.21) is de Zuidkreekrestant een van de belangrijkste kreekrestanten van Goeree-Overflakkee. Bij Sommelsdijk bevindt zich de Wildemanskreek en het Nauwe Kreekje. De kreken vormden tezamen met de nieuw aangelegde poldersloten ook een vaarnetwerk voor goederen, levende have en personen in de polders. De vochtige lager gelegen eeuwkanten van de kreken waren voor boeren nuttig als hooi- en grasland en weidegrond, en als waterberging in natte en droge perioden. In de naoorlogse perioden werden veel kreekrestanten alsnog verlegd, gedempt of rechtgetrokken en verdwenen eeuwkanten. Hierdoor zijn ze ruimtelijk soms niet meer te onderscheiden van de reguliere poldersloten. Boerderijen, nijverheid en industrie (zoals meekrapstoven) vestigden zich met het oog op watervoorziening en vervoer over water om en nabij de kreekrestanten. Ook de hovenstructuren concentreerden zich langs de loop van de kreekrestanten zoals bij de inmiddels verlegde Wildemanskreek nog steeds zichtbaar is. Een bijzondere watergang is het Zuiddiep. Deze voormalige stroom- en vaargeul, gelegen tussen aanwaspolders en de plaat Flakkee,

De inmiddels gedempte teensloot onderaan de Oostdijk (Streekarchief Goeree-Overflakkee)


24

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

DORP, STAD EN LAND

Beboomde havenkom van Middelharnis (Streekarchief Goeree-Overflakkee)


DORP, STAD EN LAND

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

25

is later bij de inpoldering van de gorzen en de plaat in het watersysteem opgenomen als poldersloot en is niet meer herkenbaar als voormalige nevengeul van het Haringvliet. Volgende de oorspronkelijke aanwijzende tafels (OAT) behorende bij de minuutsplans 1811-1832 zijn veel watergangen ook in gebruik als visfokkerijen (zie ook prikgaten). Havens en spuikommen De lange havenkanalen die de dorpen op Goeree-Overflakkee kenmerken ontstonden door de continue opslibbing van land langs de oevers van de rivier. Om de verbinding tussen haven(kom) en rivier te borgen werden de kanalen steeds langer. De bekade spuikommen waren noodzakelijk om de dichtslibbende havenkommen en kanalen door te spuiten teneinde verzanding tegen te gaan. Het havenkanaal van Sommelsdijk is gedempt toen het havenkanaal van Middelharnis werd aangelegd in de 18de eeuw. Het bedijkte havenkanaal van Middelharnis is nog steeds een herkenbare groenblauwe structuur. De bekade spuikommen verloren hun functie en zijn door transformatie, demping en bebouwing niet meer duidelijk herkenbaar. Op historische kaarten is steeds duidelijk ‘sLands Haven ingetekend als buitendijks deel van de Wildemanskreek. Volgens Boomsma (1971) is deze watergang, die met een spuisluis met de Wildemanskreek verbonden was, de oudste haven van Sommelsdijk. Drinkvaten en prikgaten Volgens Teixeira de Mattos (1941) was door de relatief hoge ligging van het oudeland polderbemaling nauwelijks nodig. Sloten en greppels stonden en staan hierdoor regelmatig droog. De voor deze streek typerende drinkvaten en -putten voor de drinkwatervoorziening voor vee en bluswater worden veelal aangetroffen op de boerderijplaatsen (deze vallen buiten het onderzoek). Opvallend zijn de ‘drinkvaten’ op de Westplaat en Oostplaat op een historische kaart uit 1793. Deze dienden waarschijnlijk als inspiratiebron voor twee waterpartijen in het landschapsontwerp van het zorgcomplex Hernersseroord. Op de historische kaart van Sommelsdijk uit 1616 zijn ook drink- en/of blusgaten te zien rondom de kerkring. Dat de kerkring nog lang mede dienst deed als drinkplaats voor vee suggereert het wed, de schuine oever. Een bijzonder waterelement zijn prikgaten waar prik (een aasvis) voor de visserij werd gekweekt. Volgens Kuiper (2011, p.27) bevond zo’n prikgat zich in de Stoofkreek aan de voet van de Oudelandsedijk in Middelharnis.

Kerkgracht met iepen aan de kerkring in Sommelsdijk (Streekarchief Goeree-Overflakkee)


26

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

Redelijk hoge waarde Hoge waarde Zeer hoge waarde

Waardenkaart: cultuurhistorisch waardevolle groen-blauwe structuren

DORP, STAD EN LAND


DORP, STAD EN LAND

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

4. INVENTARISATIE & WAARDERING Tijdens het veldwerk zijn de structuren en elementen geĂŻnventariseerd. Om de lees- en bruikbaarheid van de kaart te vergroten zijn samenhangende objecten en structuren gebundeld tot ensembles. Deze zijn gewaardeerd. Wel is ervoor gekozen de lange lijnen zoals dijken en kreken in het landschap als aparte structuren aan te geven. Na bundeling zijn de structuren en ensembles van een waardering voorzien (zie hoofdstuk 1 voor de waarderingssystematiek en de bijlage voor de bijbehorende tabel). Hierna zijn de structuren beschreven en voorzien. Structuren en objecten zijn vervolgens gebundeld in clusters/deelgebieden. Voor deze clusters zijn vervolgens transformatiekaders opgesteld (zie hoofdstuk 5) . Het bovenstaande heeft geresulteerd in een cultuurhistorische waardenkaart die als bijlage bij dit rapport is gevoegd. Hiernaast is de cultuurhistorische waardenkaart voor historische geografie van de groene en blauwe structuren afgebeeld. Bij historische geografie gaat het om de groen-blauwe landschappelijke en stedenbouwkundige structuren. Bomen, beplanting, trappen, bruggen en andere ermee samenhangende objecten en kunstwerken die van belang zijn voor de historisch-geografische structuren, zijn in de beschrijving van de structuur/ ensembles benoemd en niet apart op de waardenkaart weergegeven. De rode vlakken betreffen zeer hoog gewaardeerde structuren, de oranje vlakken betreffen hoog gewaardeerde structuren en de gele vlakken redelijk hoog gewaarde structuren. De rijks- en gemeentelijke monumenten worden in dit onderzoek niet opnieuw beschreven. Voor een beschrijving en waardering wordt verwezen naar de monumentenlijst.

27


28

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

DORP, STAD EN LAND

ALGEMENE STRUCTUREN RINGDIJK

Tracé van de Achterweg (SD) tot de tramkade (MH)

HOGE WAARDE

Oorspronkelijke functie: Huidige functie: Elementen: Beplanting:

Dijkopgang Oostdijk sloot vroeger aan op entreebrug over de teensloot naar de Gemeentetuin. Benedenpad staat regelmatig onder water.

Zeedijk en primaire waterkering Dijklint en deels slaperdijk secundaire waterkering Historische bebouwing, dijkopgangen, dijktrappen, teensloten Grastaluds, es, linde, lijsterbes, bodembedekkers, blokhagen

Beschrijving: Met de aanleg van de ringdijk in 1465 werden de vier hernessen (weiplaten/weidegronden) Oudeland van Sommelsdijk, Oudeland van Middelharnis, Duivenwaard en een deel van de Oostmoer samengevoegd. De ringdijk is van oorsprong een primaire waterkering en volgt nagenoeg het 15de eeuwse beloop. De dijk heeft van de kruising met de tramkade in het oosten tot aan de kruising in het westen met het verlengde van de Juliana van Stolberglaan een divers en afwisselend karakter. Oostdijk MH (kruising tramkade – Kaaidreef) De kruising van de oude tramkade met trambrug, de Oostdijk en de Waterweg markeert de entree van het dorp Middelharnis. Dit deel van de dijk, op de overgang van landschapsdijk naar dorpskern, heeft het karakter van een intieme dorpsdijk. Door de bocht in de dijk is de historische dijkbebouwing goed te overzien bij benadering, echter het opgaande groen met bosplantsoenuitstraling draagt weliswaar bij aan het groene karakter, maar niet aan het historische karakter van de dorpsentree. Ook de hoeveelheid utilitaire in-

Entree dorpsdijk bij Middelharnis. Ruimtelijke kwaliteit kan worden versterkt door passende inrichtingselementen die bijdragen aan het historische karakter.

richtingselementen als palen en borden dragen niet bij aan het historische karakter. De dijk heeft een smalle dijkkruin met eenzijdige historische lintbebouwing aan de buitenzijde van de dijk. Het hoogteverschil tussen de kruin en de poldervloer is ongeveer 3,5 meter. Tot in de jaren 60 van de vorige eeuw was dit deel van de dijk van de Kaaidreef tot de dijkopgang halverwege tweezijdig bebouwd. De historische lintbebouwing heeft een kleinschalig karakter met pandsgewijze invulling. De bebouwing bestaat uit kleine dijkwoningen afgewisseld met schuren die het half agrarische karakter van het lint versterken. Het betreft eenlaagse bebouwing met een kap waarvan de kaprichtingen en vormen variëren. Aan de binnenzijde van de dijk op de poldervloer bevindt zich het park De Gemeentetuin. Het binnendijkse grastalud is ingeplant met een rij hoge essen. Halverwege de dijk bevindt zich een dijkopgang die toegang geeft tot het pad onderaan de dijk. Op oude minuutplans is te zien dat zich onderaan de dijkopgang de toegangsbrug over de teensloot tot de Gemeentetuin bevond. Deze verdwenen teensloot onderaan de dijk was een kreekrestant van de Vlieger/ Zandkreek en is tegenwoordig geduikerd. Op een pol-


DORP, STAD EN LAND

derkaart uit 1962 is deze watergang voor het eerst geduikerd aangegeven. Het pad aan de voet van de dijk staat regelmatig onder water wat op kwel uit de polder Oostplaat Flakkee kan duiden dat niet meer door de druk van de sloot wordt tegengehouden. De Gemeentetuin onderaan de dijk is beplant met dicht gemengd bosplantsoen wat, in combinatie met het relatief grote hoogteverschil, een bijzonder contrast geeft met het dorpse historische karakter van de dijk. Voorafgaand aan de tuinaanleg in de 18de of 19de eeuw maakte deze groenstructuur onderaan de dijk deel uit van een overwegend agrarische dorpsrand met hovenstructuur bestaande uit o.a. moestuinen en boomgaarden. Westdijk/Nieuwstraat/Kerkepad MH (kruising Kaaidreef - Schoolstraat) Vanaf de Kaaidreef neemt de afstand tot de kruin van de dijk langzaam af om de toegang van de Voorstraat naar de haven mogelijk te maken. Rond de kruising van de dijk Westdijk met de Voorstraat bevinden zich een linde en een rode beuk. De Westdijk zelf is onbeplant. Van de Kaaidreef tot de Schoolstraat is dit deel van de dijk een typische dorpsdijk met tweezijdige overwegend historische lintbebouwing. De historische lintbebouwing heeft ook hier een overwegend kleinschalig karakter met pandsgewijze invulling. De onderaan de dijk gelegen Nieuwstraat wordt gekenmerkt door de tweezijdig georiĂŤnteerde binnendijkse dijkbebouwing. De Nieuwstraat was tot in de jaren 80 van de vorige eeuw tweezijdig bebouwd. Nu resteert nog de bebouwing aan de dijk. Deze bebouwing is heel ondiep, en past binnen de maat van het binnen-

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

talud van de dijk. De ruimte die is vrijgekomen met sloop van de bebouwing aan de Nieuwstraat is nu ingericht als parkeerplaats. Het bebouwingsveld dat is vrijgekomen wordt in het zuiden begrensd door het Kerkepad. Op de historische kaart van Blaeu uit de periode 1645-1702 is op de locatie van de huidige parkeerplaats de typische structuur van hofjes met moestuinen en boomgaarden te zien. Op de TMK van 1857 (00013000418 NA) is duidelijk te zien hoe een tweede waterring, verbonden met de Stoofkreek om de kerkring slingert en zijn weg vervolgt langs het huidige Kerkepad naar de teensloot onderaan de dijk. Dit wordt bevestigd door het kadastrale minuutplan. Ten zuiden van deze watergang is weer de structuur van hofjes te zien, maar ook perceeltjes weidegrond. Het Kerkepad blijft hierbij een informele verbinding langs een watergang, alhoewel wel bebouwing in de hofjesstructuur verschijnt. Pas in de jaren 40 van de 20ste eeuw wordt het pad geformaliseerd tot straat en verschijnt op de plaats van de huidige supermarkt een protestantse kerk. Een deel van de hovenstructuur zal wellicht als kerktuin zijn opgenomen maar hier is op kaarten geen indicatie van. Zandpad/Benedenzandpad MH (kruising Langeweg en Schoolstraat) Dit deel van de dijk heeft met haar eenzijdige bebouwing en groene beboomde talud het karakter van een dorpsdijk. Op de TMK van 1857 (00013000418 NA) is te zien dat in deze periode de Westelijke Achterweg bij Middelharnis en de Oostelijke Achterweg bij Sommelsdijk de grenzen van de beide dorpen vormden.

29

Samenhang en continuĂŻteit tussen de groenstructuren.

Informele groene karakter van Kerkepad niet meer zichtbaar.


30

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

RINGDIJK (VERVOLG)

Hiertussen bevond zich nog de typische kleinschalige agrarische structuur van hoven met boomgaarden, kwekerijen, moestuinen, weitjes, varkenshokken en andere kleine opstallen van de dorpsboeren. Op historische kaarten staat ook een molen aangegeven op de poldervloer. De tweezijdige dijkbebouwing bij beide dorpen zette zich nog wel even voort maar daarna is er alleen spaarzame losse bebouwing aan de buitenzijde van de dijk te zien. De aanleg van de Nieuwe Sashaven tussen Sommelsdijk en Middelharnis zal een stimulerende invloed op de dijkbebouwing hebben. De bebouwing op de dijk neemt dan toe, en aan het einde van de 19de eeuw is de dijk al veel dichter bebouwd. Tweezijdige bebouwing ontwikkelt zich echter niet. Binnendijks is op kaarten nog lang een teensloot te zien onderaan de dijk. Deze is waarschijnlijk voor of na WO2 gedempt. De haven achter de dijk is inmiddels ook gedempt en verplaatst i.v.m. nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen.

ZEER HOGE WAARDE

Historische karakter van dorpsentree van Sommelsdijk kan versterkt worden door aandacht voor inrichtingselementen en type beplanting.

De oude en nieuwe spuisluizen van de Wildemanskreek loosden hier op ‘sLandshaven. Deze oude waterverbinding is niet meer ervaarbaar.

Op historische afbeeldingen is te zien dat het Zandpad is aangeplant met hoog opgaande bomen. Waarschijnlijk iepen. Tegenwoordig is dit deel van de dijk aangeplant met linden. Het uitzicht op de hofjes en het bouwland verdween in de jaren 20, 30 en 40 van de 20ste eeuw. Toen groeiden de beide dorpen naar elkaar toe. In die periode is ook de bebouwing en het plantsoen met muziekkoepel aan het Burgemeester Baumanplein aan het Benedenzandpad gebouwd. De groenstructuren aan beide zijden van het Benedenzandpad dragen bij aan het dorpse groene karakter. Aankomend bij de kruising met de Langeweg wordt door de schaalsprong in de bebouwing de korrelgrootte van de stedenbouwkundige structuur aangetast.

DORP, STAD EN LAND

De historische kenmerken zijn hier minder beleefbaar. Oostdijk/Westdijk/Oudelandsedijk/Oost- en Westkrakeelstraat en Dijkstraat SD (kruising Achterweg – Langeweg) De Oudelandsedijk heeft ten westen van Sommelsdijk het karakter van een landschapsdijk met open vergezichten over het polderlandschap. Bij benadering van het dorp neemt de dichtheid van het opgaande groen toe waardoor een groene dorpsentree ontstaat. Doordat deze groenstructuur het karakter van een bosplantsoen heeft en de laanbomen nog jong zijn ontbreekt relatie met het historische dorpse en agrarische karakter. Vanaf de kruising met de Nieuwlandsedijk wordt de relatie weer hersteld. Hier heeft de dijk het karakter van een eenzijdig bebouwde dorpsdijk met uitzicht over de polder, kreek en kleinschalige hovenstructuren. Op historische kaarten is te zien dat tot aan WO2 de Dorpsweg de bebouwingsgrens vormde van het dorp. De Molenweg en de Wildemanskreek vormden de grens van de gemengde groene gordel van hofjes en boomgaarden. Na WO2 verschuift de bebouwingsgrens van de Dijkstraat tot naar de Molenweg waardoor de Oudelandsedijk een meer verdicht karakter krijgt. Aan de buitenzijde van de dijk bevindt zich de pandsgewijze eenlaagse historische nagenoeg aaneengesloten lintbebouwing met kap. Ook hier dragen de schuren in het gevelbeeld bij aan het agrarische karakter. Aan de achterzijde van de dijkbebouwing grenzen de percelen met tuinen aan de voormalige spuikom (het Spuy) tussen ‘sLandshaven en de haven van Sommelsdijk. Dit verschaft de dijk, vanuit het noorden gezien,


DORP, STAD EN LAND

een groen en informeel dorps karakter dat contrasteert met het suburbane karakter van de omringende nieuwe woongebieden. Aan de binnenzijde van het talud is de dijk bekleed met gras en aangeplant met een rij hoge essenbomen met flinke kronen. Ter hoogte van de Molenweg, waar de Wildemanskreek via een spuisluis loosde op ‘sLandshaven, ontvouwt zich een vergezicht over de groene dorpsrand. De relatie tussen de Wildemanskreek en ‘sLandshaven is niet meer zichtbaar. Deze tweede dorpshaven, vermoedelijk ouder dan de dorpshaven, is op de 17de eeuwse kaart van Blaeu ook duidelijk ingetekend met een directe verbinding naar het Haringvliet. Op de poldervloer bevindt zich aan de Dijkstraat eerst losse bebouwing van hoeven met opstallen, tuinen en weiden, tuinderswoningen, schuren, loodsen, burgerwoningen en een vroeg projectmatig ontwikkeld rijtje (land)arbeiderswoningen. Richting de dorpskern gemarkeerd door molen de Korenbloem, neemt de dichtheid van de bebouwing onderaan de dijk toe. Vanaf de molen vernauwt de weg. Het binnentalud wordt verschoven waardoor de Westdijk smaller wordt bij de Krakeelstraat. Het met gras bekleed talud is hier ingeplant met linden. Er ontstaat meer samenhang tussen de bebouwing op de dijk en op de poldervloer. Tussen de Westelijke Achterweg (Dorpsweg) en de Langeweg bevindt zich de feitelijke dorpskern. In de huidige situatie zet de eenzijdige bebouwing van de Oudelandsedijk zich hier voort in de Westdijk en Oostdijk. Op het minuutplan (1812-1830) is te zien dat de Westdijk en Oostdijk aan weerszijden van de Voorstraat tweezijdige nagenoeg aaneengesloten bebouwing kende. Alleen ter hoogte van de Van Gorcum-

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

straat en de Oostelijke Achterweg bevonden zich een dijkopgang en een dijktrap. Van de binnendijkse bebouwing resteert nog enkel de bebouwing op de hoek van de Voorstraat. Het talud is hier bekleed met een combinatie van gras en een bodembedekker (dwergmispel), lindebomen en een blokhaag. De beboomde Voorstraat en een ommuurde tuinstructuur tussen de Voorstraat en de Oostelijke Achterweg dragen bij aan het groene karakter. Motivering waardering: Ontstaansgeschiedenis, representativiteit, situationele en ensemblewaarde, zichtbaarheid/herkenbaarheid Transformatiekader - Visie • Versterken ruimtelijke kwaliteit entree Middelharnis en Sommelsdijk op de dijk als groene poorten met historisch karakter, hierin speelt ook de Gemeentetuin een rol. • Aandacht voor continuïteit en verscheidenheid ringdijk -> De ringdijk heeft over het tracé tussen beide dorpen een divers en afwisselend karakter. Zowel de continuïteit en ruimtelijke samenhang als de (historische) verscheidenheid in vorm en inrichting dient te worden gerespecteerd. • Aandacht voor samenhang en continuïteit groenstructuur op de poldervloer -> Er was sterkere samenhang tussen de groenstructuur op het dijktalud en op de poldervloer, zoals aan het Beneden Zandpand. Zowel het (semi-)openbare als private groen dient bij te dragen aan de samenhang van deze structuur in relatie tot de groenstructuur van de dijk.

31

Aandacht inrichtingselementen -> inrichtingselementen met utilitair karakter zoals bestrating, hekwerken, paaltjes, verkeersborden en lantarenpalen vervangen door materiaal met streekeigen/ historisch karakter. Respect voor oude informele en secundaire paden en wegenstructuren zoals het Kerkepad en de Nieuwstraat -> Informeler straatprofielen en bestrating, voorrang aan voetgangers, auto’s te gast. Streekeigen materialisering van straten en kleinschalige karakter van belendende straten voortzetten. Versterken en zichtbaarder maken trambrug -> aandacht voor beplanting op taluud trambrug inzetten als ‘entree’ tot Gemeentetuin, herstel teensloot opnemen in herontwerp Gemeentetuin, vrijheid in vormgeving van de watergang is niet ondenkbaar in de geest van de Engelse landschapsstijl die de oorspronkelijke tuinaanleg kenmerkte. Herstel cultuurlijke waterstructuren -> Binnendijkse geduikerde watergang aan voet van de dijk weer terugbrengen als open watergang met groen karakter, de waterbelwerking kan bijdragen aan terugdringen kwel. Naar de periferie toe grastaluds omvormen tot bloemrijke bomendijken met rijke kruidlaag. Bodembedekkers vervangen door inheems, streekeigen kruidenrijk grasland. Groeiplaatsverbetering toepassen voor de bomen. Herstellen/zichtbaar maken van verbinding tussen Wildemanskreek en ‘sLandshaven bij de kruising Molenweg/Oudelandsedijk (SD).


32

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

DORP, STAD EN LAND

RTM TRACÉ (EN OMRINGENDE GEBIEDEN) REDELIJK HOGE WAARDE

Afgebroken station, watertoren en tramkade.

Tramkade als landschappelijke kade.

Oorspronkelijke functie: RTM tramkade Huidige functie: Randweg Elementen: Historische bebouwing, tram Beplanting: Gemengd Periode: 1906 -1909 aanleg tramkade

Beschrijving: Middelharnis werd in het begin van de 20ste eeuw het middelpunt van het RTM netwerk (Rotterdamsche Tramweg Maatschappij) op Goeree-Overflakkee voor personen en goederen. Middelharnis werd het overstappunt voor de twee lijnen naar Ouddorp en naar Ooltgensplaat en het overstappunt naar het veer richting Rotterdam. De lijn gaf hierdoor een impuls aan Middelharnis. Voor de tram was een tramkade aangelegd met bielzen en rails en diverse trambruggetjes. In Middelharnis werden een station en watertoren gebouwd op de plek van het tegenwoordige gemeentehuis. Deze zijn in de jaren 70 en 80 van de 20ste eeuw ontmanteld. Door de watersnoodramp werd het tracé beschadigd. Eerst stopte het personenvervoer en in 1961 werd de lijn opgeheven. Van het tracé is nauwelijks meer iets te zien. Bij de kruising van de Oudelandsedijk en de Oostdijk in Middelharnis bevindt zich nog een tramkade met trambrug. Stedenbouwkundig gezien had het tramtracé

een grote invloed op de ontwikkeling van Middelharnis en Sommelsdijk. Het tracé werd de nieuwe dorpsgrens voor de vooroorlogse woongebieden en de bebouwing uit de wederopbouwperiode. Deze perioden zijn nog herkenbaar in de opzet van deze gebieden en hun groenstructuren. Hieronder volgt een karakterisering van de groenstructuren rond de voormalige tramkade per deelgebied. Oudelandsedijk tot Groene Zoom (SD) Vanaf de Oudelandsedijk heeft het tracé waarschijnlijk nog het meest van haar karakter behouden. Hier is de tramkade een licht verhoogd wandel- en fietspad met teensloot. Naar de dorpsrand toe wordt het pad door een gemengde singel van opgeschoren bomen en struiken begrensd, bestaande uit o.a. populier en lijster. Bij de kruising met de Wildemanskreek gaat het tracé over in het woongebied van de Rozenlaan. Rozenlaan tot Dorpsweg (SD) De Rozenlaan zelf en het belendende wandelpad zijn ingekleed met stroken (verwilderd) bosplantsoen met o.a. prunus, berk, linde, acacia, hazelaar, lijsterbes en sierappel. Tussen de Rozenlaan en de Gladiolenlaan


DORP, STAD EN LAND

bevindt zich een strook bungalows uit de wederopbouwperiode. Het langwerpige bouwveld met losstaande eenlaagse bungalows is een typische bouwsteen van wederopbouwwijken langs randwegen. De strook bungalows vormt het sluitstuk van de jaren 60 en 70 woonwijk tussen het historische centrum en de tramkade. Dorpsweg - Langeweg (SD) De Rozenlaan gaat hier over in de Prinsesselaan en Koningin Julianaweg die wordt geflankeerd door hoge singels van gemengd bosplantsoen met grasranden. Parallel daaraan bevindt zich weer een typische randbebouwing van de wederopbouwwijken. Ook hier markeert een veld met losse bungalows in een groene setting de overgang naar de randweg. Veel van de bungalows in de strook zijn nog omgeven door tuinen in de moderne landschapsstijl met de typische beplanting van ceder, conifeer, zeeden en berk omgeven door blokhagen. De groene strook eindigt met een schooltje op een schoolplantsoen ( 1959?) en een zorgcomplex in groene setting tot aan de Langeweg. Langeweg - Hobbemalaan (MH) De Koningin Julianaweg is al een van de oudere straten van de 19de en 20ste eeuwse uitbreiding van Middelharnis. Naast de weg liep de tramkade en hier was ook het station met watertoren gevestigd. De Rijks HBS bevond zich in een groene setting van een schoolplantsoen aan de beboomde Koningin Julianaweg. Enkele oude essen zijn nog restanten van een

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

33

oudere bomenlaan. De straat is verder volledig heringericht. Hobbemalaan - Oudelandsedijk (MH) In dit gebied wordt het karakter bepaald door jonge bebouwing met voortuinen. Her en der zijn nog fragmenten van de essenlaan aanwezig. Vanaf de Prinses Marijkestraat is het tracé weer enigszins herkenbaar. Hier stijgt de tramkade langs de Gemeentetuin omhoog naar de Oudelandsedijk. Omdat zich onderaan de dijk een watergang met pad bevond, geschiedt de aansluiting van de dijk met een trambrug. De tramkade wordt hier omgeven door opgaand bosplantsoen van de Gemeentetuin.

Rijks HBS aan de beboomde Koningin Julianaweg.

Oudelandsedijk - Oosthavendijk (MH) Vanaf de Oudelandsedijk loopt de kade dwars door de oude spuikom omgeven door gemengd bosplantsoen tot aan de Spuidijk. Daarna zet het pad zich voort door de groenstructuur in moderne landschapsstijl van Hernesseroord. Voorbij de Nieuwe Waterweg stopt het tracé. Hier is de tramkade die door de polder Oostplaat was getrokken tot de Oosthavendijk afgebroken.

RTM tracé langs de Gemeentetuin.


34

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

RTM (VERVOLG) REDELIJK HOGE WAARDE

Motivering waardering: Ontstaansgeschiedenis. Transformatiekader - Visie • Verscheidenheid tracé > De tramkade als zodanig is niet meer goed herkenbaar, wel als stedelijke randweg door verschillende jaarringen van ontwikkeling. Daar waar mogelijk het karakter van de verschillende groenstructuren versterken om zo de samenhang met de omgeving te versterken. • Eenheid tracé > Daar waar het tracé nog wel herkenbaar is dit als element versterken. Dit betreft vooral het deel langs de Gemeentetuin tot aan de Nieuwe Waterweg. • Pad doortrekken bij Hernesseroord > Bij nieuwe ontwikkeling oude tramtracé herstellen als pad tot de Oosthavendijk.

Wederopbouw groenstructuur van bouwveld met bungalows langs een groene randweg met typische periodebeplanting van coniferen en blokhagen

DORP, STAD EN LAND


DORP, STAD EN LAND

De Oostdijk in Middelharnis met zicht op de trambrug. (Streekarchief Goeree-Overflakkee)

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

RTM trambrug over de gedempte teensloot.

35


36

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

LANGEWEG

Van de Koningin Julianaweg tot de ringdijk

REDELIJK HOGE WAARDE/HOGE WAARDE

Oorspronkelijke functie: Ontginningsgrens, polderweg Huidige functie: bebouwingslint Elementen: Historische bebouwing, voortuinen, plantsoenen, sierhekwerken en tuinmuren Beplanting: Plantsoenen en privegroen; blok- en kniphagen, zeeden, berk, rode beuk, atlasceder, conifeer, paardenkastanje

Half landelijke karakter eind 19de eeuw begin 20ste eeuw.

Fraaie groene omlijsting van historische bebouwing.

Beschrijving: Met de bedijking werden de vier hernessen (weiplaten) Oudeland van Sommelsdijk, Oudeland van Middelharnis, Duivenwaard en een deel van de Oostmoer samengevoegd. De Langeweg bevindt zich op de oude grens tussen de platen van Sommelsdijk en Middelharnis waar zich tussen de beide platen de stroomgeul van de Riere bevond. Dit water is met de met de inpoldering van de platen verdwenen en opgenomen in de polderverkaveling. De Langeweg vormde de formele en ruimtelijke grens tussen beide dorpen en provincies. De polders van het oudeland van Sommelsdijk en Middelharnis kregen beide hun eigen verkavelingspatroon waarvan de dwarse polderwegen beide uitkomen op de Langeweg maar daar niet in elkaar overlopen. De bebouwing van beide dorpen concentreerde zich rond de kern. Informele landpaden zoals het Binnenpad verbonden de dorpskern met de Langeweg. Aan de Langeweg bevonden zich voornamelijk de hoven met moestuinen, kwekerijen, boomgaarden en hokken en schuren van de dorpsboeren en landarbeiders. Op de kaart uit 1616 is een enkele stede te zien en op het minuutplan uit ca 1850 bevinden zich verscheidene

DORP, STAD EN LAND

perceeltjes aan de Langeweg, bebouwing is echter nog maar weinig te zien. Vanaf de tweede helft van de 19de eeuw kwam de bebouwing aan de Langeweg tot ontwikkeling. O.a. een landbouwschool, weeshuis en een kerk werden hier gesitueerd. Op historische afbeeldingen is het gemengde landelijke en dorpse karakter van het gebied nog zichtbaar. De Langeweg had aan het begin van de 20ste eeuw nog aan beide zijden sloten. Deze zijn verdwenen. De aanleg van het RTM tracé in het begin van de 20ste eeuw beïnvloedde de ruimtelijke ontwikkeling. Na de ontmanteling vormde het tracé de nieuwe zuidelijke dorpsgrens tot de jaren 70 van de vorige eeuw. Ringdijk tot Van Aerssenstraat Vanaf de ringdijk tot aan de Van Aerssenstraat bestaat de bebouwing uit gemengde bebouwing. De historische bebouwing bestaat overwegend uit vroeg 20ste eeuwse eenlaagse vrijstaande bebouwing met kap. De bebouwing wijkt af en toe (schuin) terug. De kleinschalige bebouwing met een enkele zwart geteerde schuur bepaalt het dorpse karakter. Aan de zijde van Middelharnis bevindt zich ter hoogte van de ringdijk jonge hoge bebouwing. Hier is de dijk niet meer


DORP, STAD EN LAND

zichtbaar. Het groene karakter van de Langeweg wordt bepaald door een plantsoen op de hoek van de OostKrakeelstraat met sierbomen, het plantsoen aan de Dijkershof en de groen ingerichte voorstoepen en voortuinen. Enkele voorstoepen en voortuinen zijn voorzien van gemetselde lage tuinmuren en/of sierhekwerken. Van Aerssenstraat tot Koningin Julianaweg Vanaf de Van Aerssenstraat tot de Koningin Julianaweg heeft de Langeweg een breder profiel en een groener en voornamer karakter. Enkele dwarsstraten met bomenlanen die uitkomen op de Langeweg dragen bij aan het groene karakter. De historische bebouwing bestaat uit overwegend individuele een- en tweelaagse bebouwing met kap in een ruime groene setting van verscheidene fraai ingerichte voortuinen waarvan enkele zijn voorzien van bomen met monumentale uitstraling. Het Kortewegje vormde met haar bomenlaan een fraaie laan naar de katholieke kerk aan de Langeweg uit 1831. Vanaf de Van Aerssenstraat bevinden zich tot het Kortewegje twee eenlaagse woningen met diepe voortuinen voorzien van sierheesters en bomen. De tuin op de hoek van het Kortewegje wordt gemarkeerd door een monumentale conifeer. De tuinaanleg rond de villa gebouwd door Anton Mijs in 1904 aan de Langeweg 51 draagt in het bijzonder bij aan het groene en voorname karakter. De tuin is omgeven door een sierhekwerk met stenen hekpalen. De voortuin wordt gemarkeerd door o.a. atlasceder, rode beuk, berk, paardenkastanje, noorse den en diverse kleinere sierheesters, boompjes en kniphagen. Het inmiddels afgebroken rusthuis De Goede Ree, gebouwd in 1953, op de hoek van de Prinsesselaan en de Langeweg

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

37

droeg met de bebouwing, gesitueerd in een tuinaanleg met waterpartij in moderne landschapsstijl, bij aan het groene karakter. Aan de zijde van Middelharnis bevindt zich op de hoek van de Koningin Julianaweg een kerk uit 1983. De kerk, omgeven door een plantsoen vormt samen met de groenstructuur van De Goede Ree een groene begrenzing en poort van de beide dorpskernen. Motivering waardering: Ontstaansgeschiedenis, situationele waarde en ensemblewaarde, zichtbaarheid Transformatiekader - Visie • Groene drager > Het private groen is de drager van de groene ruimtelijke kwaliteit. Deze kwaliteit is afhankelijk van private partijen en daardoor zeer kwetsbaar. Verstening van voortuinen en de groenstructuur rondom bebouwing en aantasting van de (historische) karakteristiek dienen te worden tegengegaan. Aandacht voor samenhang met kleine elementen als hekpalen, tuinmuren ed. is gewenst. • Ruimtelijke verscheidenheid/kwaliteit > De Langeweg toont van de ringdijk tot aan de Koningin Julianaweg de verschillende jaarringen van ruimtelijke ontwikkelingen. Dit vertaalt zich ook naar de groene ruimte. Bij gebrek aan respect voor de groene karakteristieken uit verschillende perioden en specifieke samenhang met de bebouwing kan de ruimtelijke samenhang en kwaliteit snel worden aangetast. Waar mogelijk het karakter van de verschillende groenstructuren versterken in samenhang met de bebouwing.

Het afgebroken rusthuis De Goede Ree met moderne tuinaanleg.

Langeweg met private groenstructuren.


38

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

Aan het Beneden Zandpad, aan de binnenzijde van de dijk (een van de oudste lange lijnen), was een lijnbaan gevestigd. (Streekarchief Goeree-Overflakkee)

Detail van kaart uit 1752 (Nationaal Archief).

DORP, STAD EN LAND


DORP, STAD EN LAND

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

39

MIDDELHARNIS Deelgebiedbeschrijving De historische kern van Middelharnis is opgebouwd volgens de principes van het sleuteldorp, bestaande uit een kerkring, voorstraat en haven(-kom). De grenzen van dit historische ensemble werden bepaald door de zogenaamde achterwegen in het oosten en westen. De zuidelijke grens was lang diffuus. Vanaf de kerkring ging het dorp over in de typische groene gordel van kweek- en moestuinen en boomgaarden. De zogenaamde hoven. Voor WO2 werden een Centrale Veiling, Centrale Proeftuin en Hoenderpark aangelegd in de dorpsrand van Middelharnis.

van de historische kern wordt tegenwoordig bepaald door het voormalige RTM tracé waarin het historische schoolcomplex in een groene setting is opgenomen. De oostelijke rand van Middelharnis heeft haar groene karakter behouden door de historische parkaanleg van de Gemeentetuin en hoven die daar gesitueerd zijn. Het betreft een bijzondere groenstructuur die kenmerken heeft van 18de eeuwse ‘speel- of pleziertuinen’. Burgemeester Boumanplein, een groenstructuur van de vroeg 20ste eeuwse uitbreiding van het woongebied.

Lange lijn in het landschap is de ringdijk die Sommelsdijk en Middelharnis verbond en als dorpsdijk Westdijk en Oostdijk in het oosten overgaat in de landschapsdijk Oudelandsedijk. In het noorden vormt de dijk de grens met en overgang naar havenkom en kanaal. De historische polderwegen Langeweg, Hobbemastraat/Schoolstraat/Doetinchemstraat en Steneweg (overgaand in de Oostelijke Achterweg) zijn nog herkenbaar in het weefsel van het dorp. In het westen is het dorp tegen de Langeweg aangegroeid. Vroeg 20ste eeuwse uitbreiding vond plaats richting de Langeweg langs drie lijnen: Hoflaan/Binnenpad, Juliana van Stolberglaan/Donkereweg, Christiaan de Vrieslaan en de Schoolstraat. De vroeg 20ste eeuwse straten werden ingeplant met rijen bomen en voorzien van plantsoenen. Langs de Hoflaan bevinden zich nog (restanten van) historische begraafplaatsen. De zuidelijke grens

Dorpsrand van Middelharnis met Centrale Proeftuin en bessentuin.


40

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

BEBOOMDE KERKRING MIDDELHARNIS

Oorspronkelijke functie: Kerkhof en begraafplaats Huidige functie: Kerkhof Elementen: Hekpalen, tuinmuren, dodenakker, grafmonument Beplanting: Boomweide, plataan, linde, es, eik, vleugelnoot, rode beuk, taxus en berberishaag Periode: Stichting dorp 15de eeuw

ZEER HOGE WAARDE

Een meer formele rij iepen omsingelde de kerktuin aan de binnenzijde van de hier ook al gedempte kerkgracht.

Beschrijving: Het sleuteldorp Middelharnis kent een dichte historische kern met een kerkring en voorstraat uitkomend op de haven achter de dijk. Bij de stichting van de dorpen in 1465 waren de bedijkers tevens verplicht een kerk op te richten met een kerkhof. De beboomde kerkringen met gracht waren dan de eerste formele groenstructuren die de dorpskern verfraaiden. Het stedenbouwkunstige principe van het sleuteldorp is een vorm van rationele en planmatige aanleg van een nederzetting in nieuw ingepolderd gebied waarvan de ronde kerkring waarschijnlijk is afgeleid van Zeeuwse terpdorpen. Het terpdorp, ringdorp of voorstraatdorp komt algemener voor. Het sleuteldorpprincipe komt echter alleen op Goeree-Overflakkee voor.

DORP, STAD EN LAND

de ring bestaat uit aaneengesloten historische een- en tweelaagse bebouwing met kappen in een pandsgewijze invulling. In 1639 wordt het raadhuis gebouwd op de zichtlijn naar de kerk, en fungeert door de entree tot het kerkhof onder de raadhuisstoep, als toegangspoort. Aan de ring bevindt zich een entree tot het kerkhof aan de westzijde die wordt gemarkeerd door twee gemetselde hekpalen en een lage gemetselde tuinmuren.

Op het minuutplan (1812-1830) is het kerkhof voor ongeveer driekwart omgeven met een kerkgracht. De feitelijke begraafplaats bevond zich aan de zuidzijde van van de kerk. Eind 19de eeuw werd de gracht gedempt. Op het minuutplan is tevens te zien dat aan de Westelijke Achterweg zich ook een watergang bevond parallel aan de kerkgracht. Deze watergang sloot aan Tirion (1751, p.574) beschrijft het dorp Middelharnis op de Stoofkreek in het zuiden en onderaan de dijk ter als een van de mooiste dorpen van Zuid-Holland. De hoogte van het toen nog niet gedempte spui via het kerktuin met kerkhof wordt beschreven als vrij groot Kerkepad. Deze tweede watergang zal, afgaande op de en beplant met bomen, over soort bomen wordt geen TMK begin 20ste eeuw zijn gedempt. Deze watergang uitspraak gedaan. De Kerktuin is, in tegenstelling tot stond als kreekrestant in verbinding met de Vlieger/ de ring van Sommelsdijk, nagenoeg onbebouwd geble- Zandkreek. Wellicht had deze kreekrestant, net als de ven op de noordwestelijke hoek na. De bebouwing op Wildemanskreek in Sommelsdijk, ook een zogenaamIn de huidige situatie heeft de kerktuin een boomweide met divers geboomte verspreid over de weide.


DORP, STAD EN LAND

de boerenkaai nabij de Voorstraat. Het is onbekend of de kerkgracht aan de straatzijde ook beboomd was zoals in Sommelsdijk. Op historisch fotomateriaal uit het begin van de 20ste eeuw lijkt dat niet het geval. De hoog opgekroonde bomen, waarschijnlijk iepen, staan in een kring om de kerktuin aan de binnenzijde van de dan al gedempte gracht. Het hekwerk van houten paaltjes met prikkeldraad op de historische foto lijkt op een veekering. Wellicht werd de boomweide van de kerktuin ook wel begraasd door (jong)vee of diende juist om vee tegen te houden. Tegenwoordig is de boomweide van het kerkhof zelf beplant met divers geboomte o.a. eik, es en linde, vleugelnoot, rode beuk, taxus en plataan. Diverse exemplaren hebben door hun afmetingen en flinke kronen een monumentale uitstraling. Motivering: Ontstaansgeschiedenis, representativiteit, situationele en ensemblewaarde, zichtbaarheid/herkenbaarheid, kunsthistorische waarde, gaafheid Transformatiekader -> Visie • Terugbrengen gracht -> is denkbaar maar niet noodzakelijk vanwege de intrinsieke ensemblewaarde en situationele waarde van het complex in samenhang met historische bouwkunst van de Voorstraat en havenkom. • Behouden karakter boomweide in de kerktuin > De open structuur van de boomweide behouden voor de transparantie en zicht op de kerk en het ensemble van de ring als geheel.

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

41

Entree met gemetselde hekpalen en tuinmuur.

Minuutplan uit begin 19de eeuw met aangegeven de kerkgracht. Aan de Westelijke Achterweg is nog een smalle watergang te zien, als uitloper van de Stoofkreek.


42

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

DORP, STAD EN LAND

VOORSTRAAT MIDDELHARNIS HOGE WAARDE

Lange stammen van de iepen met hoog opgeschoren kronen vormen samen een voorname groene tunnel.

Oorspronkelijke functie: Huidige functie: Elementen: Beplanting:

Voorstraat Voorstraat Historische bebouwing, voorstoepen, stoeppalen met kettingen Tweezijdige rij linde en acer

Beschrijving: De havenkom, Voorstraat en kerkring zijn onlosmakelijk ruimtelijk en visueel met elkaar verbonden als historisch stedenbouwkundig ensemble. Afgaande op historische kaarten en afbeeldingen is de structuur van de Voorstraat nauwelijks veranderd. De Voorstraat is tweezijdig bebouwd met aaneengesloten historische bebouwing. De bebouwing is voornamelijk tweelaags met kap en staat met de kopgevel georiënteerd naar de straat. Anders dan de bebouwing aan de dijken en achterwegen, waar zich ook agrarische bebouwing bevindt, heeft de bebouwing geen agrarisch maar een voornaam en burgerlijk karakter. Op de overgang van gevelwand naar straat zijn de panden voorzien van hardstenen voorstoepen. Ook stoeppalen met kettingen en sierhekwerken worden regelmatig aangetroffen. Tegenwoordig is de straat aangeplant met twee rijen linden. De hoeken nabij de entree van de havenkom worden gemarkeerd door een linde en een rode acer. Op de plaats van de linde stond ooit een markante oude knoestige linde. Het fijne loof van de bomen op historische foto’s suggereert dat de Voorstraat ook aangeplant was met hoog opgeschoren iepen. Op sommige afbeeldingen is te zien dat het geboomte in volle

wasdom een groene tunnel vormde boven de straat en zo de zichtlijn tussen haven en raadhuis versterkte. De hoge stammen bepalen dan als hoge slanke zuilen het straatbeeld. Ook is een dorpspomp te zien. Motivering: Ontstaansgeschiedenis, situationele en ensemblewaarde, zichtbaarheid/herkenbaarheid, kunsthistorische waarde Transformatiekader -> Visie • Behouden beeld geboomte > symmetrie in tweezijdige bomenrij en streven naar beeld van groene tunnel, bij vervanging boom zo gelijkwaardig mogelijke omvang terugplaatsen • Standplaatsverbetering bomen > wortelopdruk vermijden en gezonde duurzame groei geboomte stimuleren door groeiplaatsverbetering en drukverdeling, vergroten boomspiegels teneinde parkeren aan de voet van de boom te verminderen • Stoffering en inrichtingselementen straat > streekeigen en passend in historische straatbeeld inclusief hardstenen voorstoepen


DORP, STAD EN LAND

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

LAAT 19DE EN VROEG 20STE EEUWSE UITBREIDING WOONGBIEDEN

Deelgebiedbeschrijving De transformatie van de westelijke groene dorpsrand naar woongebied ving eind 19de eeuw en begin 20ste eeuw aan. Informele landpaden als het Binnenpad en de Donkereweg werden geformaliseerd. De historische polderwegen Langeweg, Hobbemastraat/Schoolstraat/ Doetinchemstraat en Steneweg (overgaand in de Oostelijke Achterweg) werden bebouwd en zijn nog herkenbaar in het weefsel van het dorp. In het westen is het dorp tegen de Langeweg aangegroeid. Vroeg 20ste eeuwse uitbreiding vond plaats richting de Langeweg langs drie lijnen; Hoflaan/Binnenpad, Juliana van Stolberglaan/Donkereweg, Christiaan de Vrieslaan en Schoolstraat. Deze vroeg 20ste eeuwse straten werden ingeplant met rijen bomen en voorzien van plantsoenen. Langs de Hoflaan bevinden zich nog (restanten van) historische begraafplaatsen. Recentelijk zijn enkele groenstructuren aangetast door bomenkap aan de Hoflaan, Emmalaan en Juliana van Stolberglaan.

Zicht vanaf de dijk op de nieuwe dorpsuitbreiding.

Eind 19de eeuw bestaat de westellijke rand van het dorp nog uit een groene

Op de TMK van 1943 is het stratenpatroon van de woongebieden al volop

gordel van zogenaamde hoven, akkers en weiden. Het Binnenpad/Hoflaan en de

ontwikkeld. Het dorp was inmiddels uitgebreid met plantsoenen, scholen, drie

Donkerweg/Juliana v. Stolberglaan zijn wel al als informele landpaden aanwezig.

prostestantse kerken, een katholieke kerk, een synagoge aan de dijk en begraafplaatsen van de verschillende geloofsrichtingen.

43


44

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

DORP, STAD EN LAND

HOFLAAN, LOUISE BOUWMEESTERPLEIN EN JULIANA VAN STOLBERGLAAN MIDDELHARNIS REDELIJK HOGE WAARDE

Hoflaan ca. jaren 60 20ste eeuw. Zowel het private groen van de voortuinen als de rijen bomen dragen bij aan het groene karakter.

Hoflaan voor de kap. Lindenlaan creĂŤerde een groene tunnel en droeg met private groen bij aan voorname en groene , historische karakter

Oorspronkelijke functie: Huidige functie: Elementen: Beplanting: Periode:

Woongebied en plantsoenen Woongebied en plantsoenen Historische bebouwing, monument, tuinmuren en hekwerken Tweezijdige rij linden (gekapt), privaat groen , kniphaag Binnenpad 16de eeuw en vroeg 19de en laat 20ste eeuwse dorpsuitbreiding

Beschrijving: De Hoflaan is de formalisering en uitbreiding van het Binnenpad. Het Binnenpad is al te zien op 19de eeuwse kaarten waar het pad was omgeven door de kenmerkende hovenstructuur rondom de dorpskernen. Het Binnenpad diende als kerkepad tussen de kerkring van Middelharnis en de Langeweg en als landweg ter ontsluiting van de daaraan gelegen tuinen en boomgaarden. Aan het einde van de 19de eeuw en begin van de 20ste eeuw breidt het dorp zich uit in westelijke richting langs de Hoflaan. Er worden twee begraafplaatsen opgericht. In de jaren 20 en 30 van de 20ste eeuw worden woningen, een kerk en het Louise Bouwmeesterplein aangelegd. Een hoog opgaande bomenlaan bepaalde het groene karakter. Deze groenstructuur is recentelijk sterk aangetast door kap. De bebouwing aan de Hoflaan bestaat overwegend uit vrijstaande of dubbele twee- en eenlaagse woningen met kappen in verschillende richtingen. De overgang tot de straat wordt gemarkeerd door gemetselde lage tuinmuren met ijzeren hekwerken en/of groene heggen waarachter zich een voortuin bevindt. Het private groen draagt/droeg in hoge mate bij aan het groene en historische karakter. Op een kaart uit 1866 is duidelijk te zien hoe deze weg in directe ver-

binding stond met de Koninginnelaan in Sommelsdijk. Door vroege bebouwing aan de Langeweg werd de verbinding verbroken. Het Louise Bouwmeesterplein, omgeven door individuele vrijstaande eenlaagse bebouwing met kap en voortuinen, is beplant met hoge linden, een kniphaag en voorzien van een WO2 monument. De Juliana van Stolberglaan was voor de kap ook voorzien van een lindenlaan die bijdroeg aan het groene historische karakter. Het groene karakter werd mede bepaald door de privĂŠ voortuinen van woningen, waarvan sommige zijn voorzien van lage gemetselde tuinmuren. Het groene schoolplantsoen van de Groen van Prinstererschool met de lage gemetselde tuinmuur draagt tevens bij aan het groene karakter van de straat en vormt samen met de schoolgebouwen een beeldbepalend ensemble. Motivering: Ontstaansgeschiedenis (als oud landpad en eerste vroege dorpsuitbreiding) situationele en ensemblewaarde, zichtbaarheid/herkenbaarheid verstoord door kap


DORP, STAD EN LAND

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

Transformatiekader -> Visie • Herplanten laanbomen > De kwaliteit van woongebieden is aangetast door kap. Bij nieuwe aanleg toepassen groeiplaatsverbetering en voorzieningen tegen wortelopdruk • Versterken historisch karakter > bestrating (wellicht zonder stoepen of half verhard) • Aandacht voor privaat groen en overgangen voortuinen > Het private groen draagt bij aan de ruimtelijke kwaliteit maar is daardoor kwetsbaar. Aandacht voor groene overgangen zoals voortuinen met beeldbepalende bomen, hekwerken, gemetselde tuinmuren. Hoge schuttingen om woningen en toenemende verharding van voortuinen en schoolplantsoen doen afbreuk aan de kwaliteit

45

Louise Bouwmeesterplein plantsoen met WO2 monument.

Het groene schoolplantsoen draagt bij aan de ensemblewaarde van De Juliana van Stolberglaan was voor de kap ook voorzien van een de school.

lindenlaan die bijdroeg aan het groene historische karakter.


46

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

DORP, STAD EN LAND

BURGEMEESTER BOUMANPLEIN, SECRETARIS NIJGHSTRAAT & CHRISTIAAN DE VRIESLAAN MIDDELHARNIS HOGE WAARDE/REDELIJK HOGE WAARDE

Oorspronkelijke functie: Huidige functie: Elementen: Beplanting: Periode:

Woonstraat Woonstraat Historische bebouwing, tuinmuren en hekwerken Tweezijdige rij linden (gekapt, herplant), plantsoenlinde, prunus, moerascypres, privaat groen in voortuinen en kniphagen Vroeg 20ste eeuw

Beschrijving: Het Burgemeester Boumanplein is als ensemble van rijtjes projectmatig ontworpen arbeiderswoningen in de traditie van het tuindorp gebouwd. De eenlaagse arbeiderswoningen met kap zijn gegroepeerd rondom een plantsoen met muziekkoepel. De woningen zijn voorzien van een voortuin waarvan een lage haag de overgang naar de straat vormt. Het plantsoen is beplant met prunus, kastanje en linde. De Secretaris Nijghstraat bestaat overwegend uit eenlaagse samenhangende rijtjes arbeiderswoningen met kap. Het groene kleinschalige karakter wordt bepaald door de voortuintjes met lage ligusterhaagjes. Nabij de Hoflaan wordt de continuïteit van deze groenstructuur aangetast. De Christiaan De Vrieslaan wordt gekenmerkt door gemengde eenlaagse bebouwing met kap. De bebouwing bestaat zowel uit losse bebouwing als kleine projectmatig ontwikkelde rijtjes burger- en arbeiderswoningen. De bomenrij is gedeeltelijk gekapt en weer heraangeplant. Op sommige delen van de straat dragen de voortuinen/voorstoepen met lage hagen, tuinmuren en beplanting bij aan het groene karakter, maar hierin is geen continuïteit.

Motivering: Ontstaansgeschiedenis (als eerste vroege dorpsuitbreiding), situationele en ensemblewaarde (door samenhang tussen bebouwing en groenstructuur), zichtbaarheid/herkenbaarheid (van tuindorp concept) Transformatiekader -> Visie • Herplanten laanbomen > toepassen groeiplaatsverbetering en voorzieningen tegen wortelopdruk • Aandacht voor privaat groen en overgangen voortuinen > Deze dragen bij aan het groene kleinschalige tuindorpconcept, overgangen d.m.v. groene kniphagen en hekwerken, lage gemetselde tuinmuren en sierijzerwerk, vermijden schuttingen als erfgrens


DORP, STAD EN LAND

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

47


48

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

DORP, STAD EN LAND

OUDE ALGEMENE BEGRAAFPLAATS EN JOODSE BEGRAAFPLAATS (MIDDELHARNIS) HOGE WAARDE

Joodse begraafplaats.

Entree begraafplaats.

Oorspronkelijke functie: Begraafplaats Huidige functie: Geen functie meer als begraafplaats Elementen: Grafvelden, grafzerken, Joods grafmonument, oorlogsgraven WO2, baarhuisje, ijzeren sierhekwerk Beplanting: Onder andere beuk, acer, linde, eik, es, jeneverbes, (treur)beuk, (bol)acacia en diverse struiken en sierheesters Periode: Joodse Begraafplaats 1861, Oude Algemene Begraafplaats 1895 Beschrijving: In 1869 ging de begrafeniswet in die begraven binnen de bebouwde kom verbood. De Algemene begraafplaats aan de Hoflaan is in 1895 in gebruik genomen en is een zogenaamde buitenbegraafplaats die is opgeslokt door ruimtelijke ontwikkelingen. Zij bevindt zich tussen de Schoolstraat en de Emmalaan. De toegang wordt gemarkeerd door een ijzeren sierhekwerk. Er bevinden zich nog diverse oude graven en zeven oorlogsgraven. Vlakbij de ingang bevindt zich een rotonde waar zich de eerste klasse graven van voorname families bevinden met lage hekwerken. Het baarhuisje dateert ook uit 1895. De bemanning van een in 1943 neergestort vliegtuig ligt er begraven, tevens enkele burgerslachtoffers uit de oorlog. In 1947 is een nieuwe begraafplaats in gebruik genomen. De laatste begrafenis vond hier plaats in 1998. De begraafplaats is inmiddels gesloten verklaard. In 1861 werd de Joodse begraafplaats gesticht. In 1957 werd een hardstenen monument onthuld voor de Joodse slachtoffers van WO2.

Beide begraafplaatsen bevonden zich bij aanleg buiten de bebouwde kom. Tegenwoordig vormen beide begraafplaatsen samen een groenstructuur aan de Hoflaan. De structuur wordt gekenmerkt door een bomensingel met struiklaag als begrenzing die als enigszins verwilderd bosplantoen kan worden getypeerd. De begraafplaats zelf heeft een open parkachtige structuur met grasweide en solitaire bomen en boomgroepen waarvan sommige met monumentaal karakter. Het complex wordt omheind door een gaashekwerk. Over de formele tuinaanleg van de begraafplaatsen is weinig bekend. Historische kaarten en bronnen geven hierover weinig informatie. De beplanting op het hof van de begraafplaatsen bestaat uit o.a. iep, linde, eik, es, jeneverbes, bolacacia. Grafvelden die zijn ontruimd zijn ingezaaid met gras. Gezien de periode van aanleg draagt de inrichting kenmerken van de gemengde stijl (stijlkenmerken van de Engelse landschapsstijl, romantische en geometrische stijl). Het complex van deze begraafplaatsen draagt bij aan het groene en historische karakter van de Hoflaan.


DORP, STAD EN LAND

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

49

KATHOLIEKE BEGRAAFPLAATS LANGEWEG 50 MIDDELHARNIS

Motivering: Ontstaansgeschiedenis, situationele en ensemblewaarde, zichtbaarheid/herkenbaarheid Transformatiekader -> Visie • Versterken zichtbaarheid > Onderbegroeiing van struiken meer transparant maken zodat zicht op de begraafplaatsen wordt verbeterd • Versterken historische karakter inrichtingselementen > aandacht voor entreegebied, utilitaire hekwerk vervangen door meer passend hekwerk in historische context • Versterken historische karakter middels beplanting > bijvoorbeeld struiklaag van boomsingel voorzien van meer diversiteit in kleur en vorm passend in de stijl van het park. • Groenstructuur als buurtpark > De beide begraafplaatsen zijn niet meer in gebruik en zouden feitelijk meer beschouwd en gebruikt kunnen worden als buurtpark. Het versterken van het historische karakter kan waarde toevoegen aan de beleving.

Oorspronkelijke functie: Kerktuin en begraafplaats Huidige functie: Kerktuin en begraafplaats Elementen: Sierhekwerk met stenen hek- palen, grafvelden, grafzerken Beplanting: Beukenhagen, acer, heesters Periode: 1831 bouw kerk Beschrijving: De katholieke Kerk O.L.V. Hemelvaart werd gebouwd in 1831. De entree van de kerktuin gelegen aan de Langeweg bestaat uit een sierhekwerk met twee stenen hekpalen. Een pad begeleid door twee beukenhagen leidt naar het kerkportaal. De pastorietuin wordt tevens omgeven door een sierhekwerk, kniphagen en heesters. Achter de kerk en pastorie bevinden zich de pastorietuin en begraafplaats bestaande uit een grafveld met enkele solitaire bomen. De groenstructuur van kerktuin en begraafplaats heeft geen bijzondere kenmerken. De kerk zelf vormt met het beboomde Kortewegje wel een fraai ensemble.

REDELIJK HOGE WAARDE

Hoflaan ca jaren 60 20ste eeuw. Zowel het private groen van de voortuinen als de rijen bomen dragen bij aan het groene karakter.

Motivering: Ontstaansgeschiedenis, situationele en ensemblewaarde Transformatiekader -> Visie • Kerktuin entreegebied vergroenen > De kerktuin draagt niet bijzonder bij aan het groene karakter van de Langeweg, dit kan worden versterkt met passende beplanting • Zichtbaarheid > De begraafplaats is niet zichtbaar en beleefbaar

Kortewegje als beboomde laan richting de katholieke kerk aan de Langeweg.


50

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

DORP, STAD EN LAND

OOSTELIJKE DORPSRAND EN DE GEMEENTETUIN MIDDELHARNIS ZEER HOGE WAARDE

Oorspronkelijke functie: Parkaanleg of speel-/pleziertuin, hovenstructuur Huidige functie: Volkstuinen, park Elementen: Tramkade met brug, dreef, gereedschapshuisjes, historische bebouwing, gemaal Beplanting: Gemengd bosplantsoen, sierheesters, Periode: Hofjesstructuur 17de/18de eeuw, tuinaanleg begin 19de eeuw Het complex van de Gemeentetuin wordt hier beschreven als onderdeel van de oostelijke dorpsrand, gelegen tussen de Oostdijk, Oostelijke Achterweg, Steneweg, Prinses Marijkeweg en de oude RTM kade. Eerst volgt een algemene beschrijving daarna worden nog apart de Kaaidreef en de kreekstructuur van de Zandkreek, Vlieger en Stoofkreek beschreven en gewaardeerd.

De parkaanleg in Engelse landschapsstijl.

Binnendijkse bebouwing aan de Oostdijk met teensloot.

rekte structuur is in het midden een ovale structuur te zien, wellicht een vijver en paden. Dit kan duiden op een formele tuinaanleg die reikte tot de Stoofkreek. Op een andere TMK kaart uit 1857 is de tuinaanleg niet te zien, maar wel de structuur van de Kaaidreef met aanpalende hofjes in blok- en kamstructuur en weidegronden of bleekvelden. In 1909 werd het tracĂŠ van RTM in gebruik Beschrijving: genomen. Daar waar de tram de dijk op moest om het De dorpsranden van Middelharnis en Sommelsdijk veer aan het havenhoofd te bereiken werd een tramkaworden gekenmerkt door de typische hovenstructuur de met trambrug aangelegd. Deze tramkade verdeelde van moestuinen, kwekerijen en boomgaarden. Op de de grond in twee stukken. Het noordelijke deel is de historische kaart van Blaeu uit 1645 is deze structuur Gemeentetuin, het zuidelijke deel bestaat nu uit sportin de oostelijke dorpsrand van Middelharnis tussen de velden. Dat ook het zuidelijke deel in handen is van de Oostdijk en de Oostelijke Achterweg al te zien. Hierop gemeente kan erop duiden dat de oorspronkelijke tuin is ook duidelijk de Zandkreek ingetekend aan de voet groter was. van de dijk. Op historische kaarten en afbeeldingen is Als we de TMK uit ca. 1850 bekijken zien we duidelijk te zien dat zich binnendijks aan de voet van dat de hovenstructuur van de Oostelijke Achterweg tot de Oostdijk een watergang bevond. Dit restant van de aan de Oostdijk doorkruist wordt door de Kaaidreef, Zandkreek/Vlieger maakte als hoofdwatering ondereen pad met flinke sloot aan de westzijde. Verder valt deel uit van het watersysteem en loosde via een spuiop dat in de oostelijk hoek de structuur is uitgebreid sluis en later gemaal polderwater op de haven. Op histot aan de Stoofkreek in het zuiden. In deze langgetorische afbeeldingen is te zien dat deze sloot tevens


DORP, STAD EN LAND

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

een ruimtelijke begrenzing vormde tussen de dijk, de hoven en de Gemeentetuin. Aan de binnenzijde van de dijk bevond zich dijkbebouwing. De woningen grensden met de achterzijde dan ook aan de sloot, waarlangs zich een pad bevond. De hoek waar de Oostelijke Achterweg, Kaaidreef en teensloot samenkwamen is veelvuldig vastgelegd. Hier bevond zich een brug over de sloot. Met de aanleg van het gemaal, in het begin van de 19de eeuw op dit punt, verdween de brug en de verbinding tussen de Kaaidreef en de teensloot. Hoe de entrees van het park eruit zagen is onbekend. Vermoedelijk zal er een markering als een sierhekwerk en/of hekpalen zijn geweest. De TMK uit 1880 biedt helderheid. De structuur van de tuinaanleg toont dat het park uit twee delen bestaat. Een langwerpig perceel gelegen achter de hofjes parallel aan de Kaaidreef, gescheiden door sloten aan weerszijden. Daarnaast een driehoekig perceel in de hoek van de dijk omgeven door sloten. Bij de dijkopgang naar de Oostdijk is een brug getekend. Hier zal de formele ingang van de tuin zijn geweest. Op de minuutplans zijn twee bruggen te zien, een hiervoor genoemde onderaan de Oostdijk, en een westelijker gelegen onderaan de Oudelandsedijk. Dit kan duiden op samenhang tussen de twee delen. Het zuidelijke deel waar eerder indicatie van een tuinaanleg was te zien is nu verdeeld in een hovenstructuur. De zuidelijke en oostelijke grens ontwikkelt zich in de 20ste eeuw tot een gebied zonder duidelijke structuur. De Kaaidreef wordt afgebroken bij de ontwikkeling van een schoolcomplex aan de Prinses Marijkeweg en slokt een deel van de hovenstructuur

op. De tramkade en Gemeentetuin liggen als afzonderlijke elementen naast elkaar. Gezien vanaf de Oostdijk draagt de trambrug echter wel bij aan de beleving van het gebied maar vormt geen entree tot de Gemeentetuin. Burgemeester Arend van Weel is omstreeks 1825 eigenaar van de grond van de huidige Gemeentetuin. De daaropvolgende eigenaren woonden ook in de dorpskern niet ver van de tuin. Waarschijnlijk is in deze periode (of misschien al eerder) een formele siertuin aangelegd. Twee naastgelegen percelen met twee tuinhuisjes zijn volgens de minuutplans (1811-1832) in handen van C.A.J. Kolff (Kolff is een bekende familie in Middelharnis). De tuinen met boomgaard en tuinhuisjes passen in de traditie van de ‘speeltuinen’ of ‘pleziertuinen’. Burgers in goeden doen die zich geen buitenplaats konden veroorloven kochten of legden deze pleziertuinen aan. De oudste meldingen van speeltuinen dateren uit het begin van de 17de eeuw. De huidige Gemeentetuin met het fraaie tuin- of gereedschapshuisje getuigt hiervan. Ze worden ook wel ‘speelhuisjes’ genoemd (Rijken, 2005, p.81). Volgens Rijken zijn speeltuinen en speelhuisjes en restanten hiervan zeer zeldzaam. De typering die Rijken geeft over deze gebieden met moestuinen, kwekerijen, blekerijen en speeltuinen rondom de stad Leiden komt overeen met het karakter van deze dorpsrand van Middelharnis. Daar waar geld en ruimte was konden speeltuinen uitgroeien tot complete buitenplaatsen. Dit is hier niet het geval. In 1900 komt de tuin in handen van de Familie Slis, deze schenkt de tuin in 1925 aan de gemeente. Op zondagen

51

Zicht vanaf de Oostdijk op de Gemeentetuin. De watergang onderaan de dijk is tegenwoordig geduikerd maar door kwel staat er regelmatig water onderaan de dijk.


52

OOSTELIJKE DORPSGRENS EN DE GEMEENTETUIN (VERVOLG) ZEER HOGE WAARDE

Sloot tussen de twee parkdelen, de rechthoek en de driehoek.

Padenstructuur mist beleving.

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

mocht gewandeld worden door de tuin. De inrichting met imposante bomen, prieel, grasvelden en bloemperken droeg de sfeer van de Engelse landschapsstijl. Dit kan erop wijzen dat de tuin inderdaad eind van de 18de of vroege 19de eeuw is aangelegd toen de eerste aspecten van het Engelse landschapsideaal in tuinen in Nederland zichtbaar werd (Rijken, 2005, p.18). Door de watersnoodramp gingen de historische beplanting en aanleg verloren. De nieuwe aanplant ontwikkelde zich tot type bosplantsoen. In 1965 werd het park opengesteld voor publiek. Motivering: Ontstaansgeschiedenis (typische dorpsrand en voorname burgers), representativiteit (speeltuinen voor voorname burgers), situationele en ensemblewaarde (samenhang met hofjesstructuur en waterstructuur en dijk), zeldzaamheid (speeltuinen en speelhuisjes), zichtbaarheid (vanaf de Oostdijk), kunsthistorische stijl (van gereedschapshuisje)

DORP, STAD EN LAND

Transformatiekader -> Visie • Versterken beleving van picturale landschapsstijl-> Contrasten als openheid en geslotenheid, meande- • rende paden en watergangen, zichtlijnen en follies, contrast tussen volkstuinen en parkaanleg vergroten • Historische beplanting -> Bij transformatie kiezen voor bomen en heesters passend in de landschaps- • stijl • Cultuurlijke watersysteem van watergangen herstellen -> De slotenverkavelingsstructuur zichtbaar en beleefbaar maken. De Kaaidreef en de teensloot

onderaan de dijk herstellen, dit versterkt de ruimtelijke geleding en begrenzing, en overgangen van privé naar openbaar gebied. En kan mogelijk ook een positieve bijdrage leveren aan de wateroverlast. Opname en transformatie van cultuurhistorische waterlijnen in parkontwerp kan passen in de landschapsstijl Park entree verbeteren/herstellen -> Met het herstel van de watergang onderaan de dijk kan ook een waardige entree tot het de Gemeentetuin middels brug worden gemaakt (hersteld). De entree moet bijdragen aan de ruimtelijke beleving. Een entree met hekpalen en sierhekwerk is denkbaar Verbeteren ontsluiting en circulatie -> Toegang vanaf de Kaaidreef ontbreekt en toegang vanaf de Oostdijk is weinig aantrekkelijk, verbeteren van toegangen en aanleg van een ‘ommetje’ dragen bij aan de gebruikskwaliteit en beleving Kaaidreef als dreef herstellen -> Het landpad (met watering) herstellen door mogelijk doortrekken over terrein schoolcomplex of verbinding maken naar Gemeentetuin waardoor een circulatie ontstaat Tramkade en brug als entree en element integreren -> Door herstel van de watering krijgt de brug ook meer uitstraling. De hoogteverschillen kunnen juist in de landschapsstijl bijdragen aan de ruimtelijke beleving Verbeteren integratie schoolcomplex -> Het terrein van het schoolcomplex aan de Prinses Marijkeweg lag in de oude hofjesstructuur. Schoolcomplex verbinden met de hofjesstructuur als tuin of integreren in landschapsstijl van Gemeentetuin


DORP, STAD EN LAND

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

53

Oostelijke dorpsrand volgens Blaeu (1645).

Oostelijke dorpsrand met hovenstructuur en de Gemeentetuin en entree via brug onderaan de dijk (TMK eind 19de eeuw).


54

Restant van kreekcomplex op een kaart uit 1752 (Nationaal Archief).

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

DORP, STAD EN LAND


DORP, STAD EN LAND

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

55

Verkaveling ommeland rond dorpskern op een kaart uit einde van de 17de eeuw (Nationaal Archief).


56

ZANDKREEK / DE VLIEGER / STOOFKREEK

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

MIDDELHARNIS

REDELIJK HOGE WAARDE

Oorspronkelijke functie: Kreek, kreekrestant, polderwatering Huidige functie: Geduikerde watering Beplanting: Gemengd bosplantsoen Periode: Opname kreek in polderstructuur 15de eeuw, demping ca 1960

Beschrijving: De ringpolder waterde uit op de havens via twee oude kreken (Wildemanskreek en Zandkreek) die beide als hoofdwatering waren opgenomen in de ontginningsstructuur. Bij Middelharnis liggen nog restanten van de Zandkreek/Zuidkreek, volgens Bannink & Van Meer (1991, p.21) een van de belangrijkste kreekrestanten van Goeree-Overflakkee. Achterzijde bebouwing aan de binnenzijde van de Oostdijk grenzend aan de teensloot/Zandkreek.

Wateroverlast op de plek van de geduikerde teensloot.

DORP, STAD EN LAND

Volgens Teixeira de Mattos (1941, p. 130) is de Zandkreek waarschijnlijk een restant van een watergeul die vroeger twee hernessen (een door water gescheiden weiland of eigendom/erfgoederen) van elkaar scheidde. In dit geval de platen Oostmoer en Middelhernisse. Op de kaart van de Polderkaart van het Oudeland van Middelharnis uit 1856 wordt het kreekrestant van Middelharnis de Zandkreek genoemd, de meest noordwestelijke uitloper draagt daar de naam de Stoofkreek, de zuid-westelijke tak heet de Eerste Vlieger en daarna de Tweede Vlieger. De Polderkaart suggereert dat de watergangen van het voormalige kreekcomplex nog met elkaar in open verbinding staan. Natuurlijke lozing van overtollig polderwater vond plaats via het Spui (vermoedelijk het buitendijkse restant van de

Zandkreek) op de haven bij laag water. Pas in 1913 is polderbemaling geïntroduceerd. Op een nog oudere kaart uit 1821 is de kreek nog getekend als een flink brede watergang die pas vanaf de kruising met de Molenweg een teensloot onderaan de dijk wordt. Een noordelijker gelegen zijtak, de Stoofkreek, kruist de Steenweg en slingert als buitenring om de bebouwing van de kerkring. Naast de rol in de waterbeheersing waren deze watergangen in gebruik voor de visfokkerij en rietteelt (Oorspronkelijke Aanwijzende Tafels van minuutplans 1811-1832). Op de TMK kaart van 1857 (00013000418_1857.jpg) is te zien hoe deze watergang via de Achterweg naar de Oostdijk toeloopt en daar via het huidige Kerkepad weer aansluit op de teensloot van de Oostdijk. Vanaf 1943 is deze deze tweede ‘waterring’ niet meer aanwezig op de kaart. Deze tak eindigt dan bij de kruising van het RTM tracé. Het restant van deze zijtak, die op de minuutplan ook Stoofkreek wordt genoemd (NLHaNA_4.KADOR-R_764_BO2; Kuiper, 2011, p.27) bevindt zich nu als een parksingel in de wijk Prikgat, gelegen tussen de Molenweg en de Oudelandsedijk.


DORP, STAD EN LAND

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

De Zandkreek fungeerde als hoofdwatering en waterde via natuurlijke lozing uit op de haven van Middelharnis (Teixeira de Mattos, 1941). Vanaf 1913 sloeg de Zandkreek water uit via een motorcentrifugaal pompgemaal. Van de Zandkreek/De Vlieger wordt vermeld dat deze eeuwkanten had die vanaf 1910 samen met de eeuwkanten van Duivenwaard werden onderbemaald met een Amerikaanse windvijzelmotor (bosmanmolen), die in 1939 werd opgeruimd (Teixera de Mattos, 1941, p.41). Deze eeuwkanten zijn goed te zien op de kaart van 1857. Ten zuiden van de Molenweg in de hoek van de Oudelandsedijk is op alle historische kaarten een driehoekige waterpartij te zien. Op de minuutplans van Middelharnis (1811-1832) wordt dit watervlak met Wiel aangeduid en werd hierin vis gefokt. De bocht in de dijk ter plaatse kan duiden op een dijkdoorbraak waardoor dit wiel is ontstaan. Vanaf de kruising met het oude RTM tracé in de verlenging van de Kon. Julianaweg is de Zandkreek tegenwoordig geduikerd. De Polderregelementskaart van Middelharnis uit 1961 duidt er op dat de duikering rond deze periode moet hebben plaatsgevonden. De geduikerde watergang is gelegen in de huidige Gemeentetuin. Buiten het onderzoeksgebied maar wel noemenswaardig is de oorsprong van al eerder genoemde Prikgat bij de Stoofkreek. Bronnen vermelden een overeenkomst voor de aanleg van een prikgat in 1746 gesitueerd in de eeuwkant ten oosten van de Stoofkreek (Kuiper, 2011, p.27). Een prikgat is een vijver waarin prikken, aasvissen, werden gekweekt voor de vissers. Deze

vijver moet hebben gelegen nabij de Stoofkreek en de daarnaar vernoemde meestoof die daar was gesitueerd. De afmeting moet tenminste 25 meter lang zijn geweest, met een diepte van ongeveer 2 meter. Op de TMK van einde 20ste eeuw is te zien dat de Stoofkreek tegen de Oudelandsedijk aan een dubbele watergang heeft, dit zou het prikgat kunnen zijn. De meestoof is het complex dat zich op de kruising van de Stoofkreek en de Steenweg bevindt. Op de minuutplans zijn duidelijk meerdere poelen te zien. Deze bevinden zich vaak dicht bij de dijk, wat kwelwater suggereert. Drinkpoelen zijn gangbaar in het gebied maar wellicht bevonden zich nog meer prikgaten in het gebied die de visserij van aas voorzagen.

57

• • • •

Geduikerde watergang inzetten om waterproblematiek tegen te gaan Buiten het plangebied de eeuwkanten van de Zandkreek, De Vlieger en de Stoofkreek herstellen en zichtbaar maken. Herstellen en beleefbaar maken pad onderaan de dijk -> als parkachtige wandelroute Aandacht voor zachte, tuin-/parkachtige, historische uitstraling van het pad, vermijden utilitaire materialen en inrichtingselementen

Het is denkbaar dat de teensloot onderaan de dijk als zoetwaterbel het buitendijkse kwelwater tegenhield. Door duikering kan deze waterbelwerking zijn verdwenen waardoor kwelwater vrij spel heeft gekregen. Ontduikeren van de watergang kan dan bijdragen aan verminderde water overlast. Motivering: Ontstaansgeschiedenis (potentiële hoge tot zeer hoge ensemblewaarde) Door duikering van watering lage waarde Transformatiekader -> Visie • Geduikerde watergang weer zichtbaar maken -> opnemen in herontwerp Gemeentetuin, vrijheid in vormgeving van de watergang is niet ondenkbaar in de geest van de Engelse landschapsstijl die de oorspronkelijke tuinaanleg kenmerkte

Tussen Middelhernisse en de Oostmoer stroomde de Zandkreek (Reconstructie ontwikkeling van Teixeira de Mattos uit 1941).


58

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

DORP, STAD EN LAND

ZANDKREEK / DE VLIEGER / STOOFKREEK MIDDELHARNIS (VERVOLG)

Waterstructuur TMK 1857 (Nationaal Archief).

Restant van kreekcomplex op de Polderkaart van het Oudeland van Middelharnis uit 1856. (Nationaal Archief).


DORP, STAD EN LAND

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

59

Restant van kreekcomplex in Waterschapskaart van 1962 (Nationaal Archief). Het deel van de Stoofkreek dat zich om de kerkring slingerde is verdwenen. Ook de Kaaidreef is gedempt.

Restant van kreekcomplex op de Waterschapskaart van 1906 (Nationaal Archief). Op deze kaart is duidelijk te zien dat de Kaaidreef en Stoofkreek elkaar kruisten. Nadat de Stoofkreek de Steenweg kruiste liep de watergang verder tot aan de de Kerkring. Daar slingerde het water zich als een dubbele kerkgracht om de Kerkring om (waarschijnlijk) uit te wateren op de kleine westelijke spuikom.


60

KAAIDREEF MIDDELHARNIS REDELIJK HOGE WAARDE

Kaaidreef met sloot en brug.

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

Oorspronkelijke functie: Huidige functie: Beplanting: Periode:

Dreef, landweg Achterpad Gemengd, tuinen, hofjes Polderstructuur 15de eeuw

Beschrijving: Een dreef of een drift is een weg waarlangs men vee dreef van het dorp naar het open veld. Weiden voor begrazing waren schaars in het gebied. Begrazing vond plaats op boomweitjes, dijken en eeuwkanten (Staatscommissie, 1912; Teixeira de Mattos, 1941). Gezien de Kaaidreef van de Kaai naar de dorpsrand leidde kan de dreef zowel naar weidegebied aan de dijk of buiten de ringdijk en/of juist binnendijks naar de dorpsrand hebben geleid. Een kaai is een verharde en/of verdiepte aanleg- of landingsplaats en kan dus duiden op gebruik als binnendijkse dorpshaven, zoals de Boerenkaai. Op de kaart van het Waterschap De Oude Polders uit 1906 (HaNA_4.ZHPB2_288) is te zien dat de watergang aan de westzijde van de Kaaidreef de Stoofkreek kruiste en na de kruising met de Molenweg overging in een meanderende kreekrestant. De Kaaidreef stond in verbinding met het voormalige kreekrestant. Deze watergang was volgens de Oorspronkelijke Aanwijzende Tafels van minuutplans 1811-1832 in gebruik voor de visfokkerij. Mogelijk had de Kaaidreef net als de Boerenkaai aan de Wildemanskreek ook een zelfde functie als haventje van goederen uit de polder.

Hoek van de Kaaidreef en de achterzijde van de Oostdijk met sloot.

DORP, STAD EN LAND

Het naastgelegen landpad was korter dan de watergang zelf en werd rond de jaren 30 en 40 doorgetrokken tot over het RTM tracÊ. Op foto’s is te zien dat ook de teensloot onder de dijk gerekend werd tot de Kaaidreef (zie twee afbeeldingen). De watergang aan de binnenzijde van de Oostdijk wordt aan de zuidwestelijke zijde begrensd door de tuinaanleg van de huidige Gemeentetuin. De feitelijke Kaaidreef heeft vanaf de Oostdijk aan de noordoostzijde een stuk bebouwing aan de straat en vervolgens moestuinen en boomgaarden. Aan de zuidwestzijde grenst de watergang aan moestuinen en tuinen van percelen die ontsloten worden vanaf de Achterweg. De Kaaidreef had een groen karakter. Op de minuutplans van Middelharnis (1811-1832) zijn geen bruggen getekend die de percelen vanaf de Kaaidreef ontsluiten. Op de minuutplans is wel te zien dat op de kruising van de beide watergangen en de Achterweg zich een flink wateroppervlak bevond. Hier moet zich waarschijnlijk ook een duiker met uitwateringssluis hebben bevonden voor de natuurlijke lozing op de haven van Middelharnis. Dit water is gedempt om ruimte te scheppen voor het gemaal dat in 1913 is gebouwd.


DORP, STAD EN LAND

Op de minuutplan is een brug ingetekend die het pad onderaan de dijk verbond met de Kaaidreef. Ergens in de jaren 50 van de vorige eeuw is de watergang langs de Kaaidreef gedempt en de teensloot onderaan de dijk geduikerd. Dit is te zien op de Polderregelementskaart van Middelharnis uit 1961. In de periode 1960-1970 wordt de bebouwing aan de binnenzijde van de dijk verwijderd. Tegenwoordig is de Kaaidreef nauwelijks begaanbaar en beleefbaar. Het huidige pad loopt dood en staat regelmatig onder water (wellicht door de demping van de watergang).

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

Motivering: Ontstaansgeschiedenis (potentiële hoge ensemble waarde)

61

Aandacht voor passende oeverbeschoeiingen slootrand

Transformatiekader & visie •

• •

Herstellen Kaaidreef als (semi-) openbare verbindingsroute, aansluiten om rondwandeling naar tramtracé en over Gemeentetuin mogelijk te maken. Herstellen watergang/bermsloot als begrenzing percelen van de Achterweg en om de wateroverlast te verminderen. Semi-landelijk informeel karakter als dreef behouden/herstellen, toepassen van halfverharding, streekeigen beplanting, terughoudend en tegengaan van formele en utilitaire uitstraling van inrichting. Aandacht voor overgangen van privé naar semiopenbaar groen

Situatie 19de eeuwse minuutsplans. Huidige situatie van gedempte Kaaidreef.


62

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

DORP, STAD EN LAND

POLDER OOSTPLAAT FLAKKEE & HERNESSEROORD MIDDELHARNIS HOGE WAARDE

Oorspronkelijke functie: Terrein zorginstituut Elementen: Sloten, stuwen, dammen en bruggen, parkaanleg, restant tramkade Beplanting: Gemengd bosplantsoen Periode: Inpoldering aanwaspolder 1808, aanleg Hernesseroord 1964-1974

Het zorginstituut Hernesseroord wordt hier beschreven als onderdeel van de Polder Oostplaat Flakkee. Hier volgt een algemene gebiedsbeschrijving en de beschrijving van Hernesseroord. Vervolgens wordt nog in een aparte paragraaf de haven van Middelharnis beschreven.

Gedraaide megastructuur met kernwand op polderkwadrant.

bureau Van den Broek & Bakema en gebouwd tussen 1964-1974. Het oorspronkelijke complex dat grotendeels is gesloopt was ontworpen volgens de mega­ structuren- en kernwandprincipes van het bureau en omgeven door een groenstructuur in moderne landschapsstijl. Centraal in het plan stond de bereikbaarheid van de wooneenheden en de mogelijkheid voor Beschrijving: bewoners dagelijks open land en water te ervaren. In De opwaspolders werden omgeven door een landde ‘kernwand’ werd een leefomgeving geconcentreerd schap van slikken, schorren, kreken en stroomgeulen. tot een gebouw (Schouten, 2011). Door aanslibbing aan de buitenzijde van de opwassen Het ensemble is geprojecteerd op een polderontstonden steeds buitendijkse gronden, de gorzen. kwadrant van de aanwaspolder Oostplaat Flakkee. De Als een gors voldoende groot en hoog was werd er een Oostplaat was het oostelijke deel van een zandplaat lage kade (zomerkade) omheen gelegd om het proces genaamd Plaat Flakkee, gelegen in het Haringvliet. Op door het vasthouden van het bezinkende slib te verde kaart ‘Kaart van de gorzen en platen gelegen voor snellen. Het materiaal voor de aanleg en ophoging van Middelharnis en Sommelsdijk’ uit 1752 is de plaat de kade tot aan de bedijking werd uit de omringende in opkomst. Het gors leverde riet en bies. Tussen de slikken gewonnen. plaat en de ringpolder met aanwassen en slikken lag de vaargeul het Zuiddiep via welke de havens van SomHet voormalige Zwakzinnigeninstituut Hernesseroord melsdijk en Middelharnis met het Haringvliet verbonis een zorgcomplex gelegen in de aanwaspolder Oost- den waren. Om een directe verbinding te maken werd plaat tussen de Oosthavendijk, Heuvelweg, Spuikade de haven van Middelharnis verlengd met een kanaal en de Dwarsweg. Het complex is ontworpen door dwars door de plaat. Dit vond plaats in 1759 en 1768.

Nieuwe Waterweg tussen de Spuidijk en de groene kamer van Hernesseroord.


DORP, STAD EN LAND

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

63

De zo ontstane Westplaat en Oostplaat werden beide in 1808 bedijkt. Op de kaart van Goeree-Overflakkee uit 1793 (00013002612) is voor beide platen de buitendijk al getekend en twee ‘drinkvaten’ of drinkpoelen die gevoed worden met water uit het havenkanaal. Ook is nog de restant van het Zuiddiep te zien. Op de kaart van 1821 is te zien dat dit restant wordt bekaad met een kade en tot spuikom gemaakt voor de haven van Middelharnis. De Oostplaat werd voor de ontginning in vier stukken verdeeld middels twee elkaar kruisende polderwegen, de Heuvelweg en de Dwarsweg. De kwadranten worden vervolgens met een rationeel blokkenpatroon verkaveld. De naam Heuvelweg verwijst waarschijnlijk naar de vluchtheuvels die in het begin van de 19de eeuw zowel op de oostelijke als westelijke plaat waren opgeworpen (Verseput, 1953, p.30). Het kwadrant waarop Hernesseroord is gelegen wordt begrensd door de Oost Havendijk, de Spuikade, de Dwarsweg en de Heuvelweg. Voor de aanleg van het RTM tramtracé wordt rond 1909 een kade aangelegd die ook door de Oostplaat wordt getrokken. Rond 1915 zijn op de TMK aan weerszijden van deze tramkade waterpartijen te zien die waarschijnlijk door afgraving van grond voor de tramkade zijn ontstaan. Dit deel van de tramkade zal ergens in de jaren 60 zijn afgegraven. De groenstructuur van het ensemble Hernes­ seroord bestaat uit een groene kamer van gemengd bosplantsoen met strakke buitenranden die de polderverkaveling volgt en zachte meanderende groenstructuur tussen de bebouwing. De blokachtige groene

wanden zijn typerend voor de stijl van de moderne landschapsarchitectuur. Het gebouwensemble is gedraaid op de verkavelingsstructuur van de polder geprojecteerd. Evenwijdig aan de Spuikade ligt als een boslaan in de groenstructuur een pad met watergang. Deze Nieuwe Waterweg loopt van de Dwarsweg naar de Oosthavendijk en vormt als wandelpad een sterke zichtlijn en overgang van de spuikom naar Hernesseroord. Opvallend binnen de kamer zijn de ronde en meanderende waterpartijen. Een grote waterpartij in de noordwesthoek van het terrein is tevens via een elektrisch gemaaltje verbonden met de kavelsloot langs de Heuvelweg. De ronde waterpartij met het eilandje gelegen in de hoek van de Oosthavendijk en de Spuikade is een letterlijke echo van het drinkvat op de kaart uit 1793 en bevindt zich daar waar ook een water lag t.p.v. de tramkade. Een kopie van dit ronde ‘drinkvat’ is ook aanwezig in de oude spuikom ten westen van het terrein van de ijsbaan. Dit kan erop wijzen dat de voormalige spuikom ook onderdeel uitmaakte van het ensemble en integraal is meegenomen in het ontwerp. Het deel van de spuikom ten westen van de voormalige tramkade is rond de periode van de ontwikkeling van Hernesseroord ook ingericht als een kleinere groene kamer.

tuur van Van den Broek en Bakema. Het groene kader dat de kamer vormt is aan de binnenzijde minder strak geworden. Het ‘drinkvat’ in de groene kamer is gedempt. De Heuvelweg, een belangrijke polderweg, is afgebroken bij de Dwarsweg. De groenstructuur langs de Spuikade bij de camping is verwijderd ten gunste van bebouwing. Hierbij is ook het profiel van de kade zelf aangepast en de teensloot verdwenen. Een deel van de groenstructuur ten oosten van de ijsbaan is ingekort ten gunste van bebouwing. De tramkade is niet meer aanwezig.

In de loop der jaren is de structuur van Hernesseroord maar ook de structuur van het onderliggende cultuurlandschap getransformeerd (aangetast). Het gebouwensemble als megastructuur met kernwand is niet meer herkenbaar. Latere bebouwing negeert zowel de onderliggende polderstructuur als de gedraaide struc-


64

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

DORP, STAD EN LAND

POLDER OOSTPLAAT FLAKKEE & HERNESSEROORD MIDDELHARNIS (VERVOLG)

Waarde Ontstaansgeschiedenis, situationele en ensemblewaarde, zichtbaarheid (deels), representativiteit (oeuvre Broek & Bakema), kunsthistorische waarde (mega­ structuren en kernwand en moderne landschapsstijl),

Coupure die de Spuikade doorkruist.

Het ‘drinkvat’, een kopie van de 18de eeuwse drinkvaten op de plaat - het drinkvat op Hernesseroord is verwijderd.

Transformatiekader -> Visie • Behouden en versterken groene kamer-> Strakke buitenranden en watergangen met zichtlijn naar Oosthavendijk en Dwarsweg behouden. Het is denkbaar meer dwarsverbindingen door de groenstructuur en over de watergangen middels bruggen bij de stuwtjes aan te brengen. Meer organische, parkachtige groenstructuur aan binnenzijde is denkbaar als contrast met strakke buitenranden • Behouden beplantingsstructuur van gemengd bosplantsoen -> Behouden en versterken ecologische kwaliteit door bij vervanging streekeigen beplanting toe te passen als iep, populier, els en abeel die passen in de strakke polderstructuur. Toevoegen van meer variëteit en beleving is in de binnenranden denkbaar • Behouden, herstellen en zichtbaar maken cultuurlijke watersysteem van watergangen en kunstwerken -> verlande of verdwenen kavelsloten herstellen en kunstwerken als stuwen en bruggen passend in de nuchtere functionele stijl van de aanwaspolder • Behouden, herstellen, respecteren waterpartijen behorende bij landschapsontwerp Hernesseroord in samenhang met cultuurlijke watersysteem -> Nader onderzoek naar watersysteem is wenselijk

• • •

Respect voor polderverkaveling en structuur Hernesseroord -> De gedraaide structuur van de bebouwing en ontsluiting is bewust verdraaid op de polderstructuur gelegd terwijl de groenstructuur de richting van de polder volgt Respect voor paden- en wegenstructuur van het polderlandschap en ontwerp Hernesseroord De tramkade over Hernesseroord is verdwenen -> Herstel kan in de vorm van een pad waardoor de Oudelandsedijk, Spuikom en Hernesseroord meer samenhang krijgen Nader bouwhistorisch en tuinhistorisch onderzoek naar het ensemble is wenselijk


DORP, STAD EN LAND

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

65

Ontwerpschets van Hernesseroord.

Ligging van het complex in de groene polderkamer.


66

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

DORP, STAD EN LAND

POLDER OOSTPLAAT FLAKKEE & HERNESSEROORD MIDDELHARNIS (VERVOLG)

Kaart 1793 Oost - en Westplaat Flakkee met de twee drinkvaten (Nationaal Archief).


DORP, STAD EN LAND

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

67

Huidige situatie.

TMK Kaart 1857 met polderkwadranten en blokverkavelingsstructuur.


68

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

DORP, STAD EN LAND

HAVENKOM, SPUI EN HAVENKANAAL VAN MIDDELHARNIS HOGE & REDELIJK HOGE WAARDE

Beplanting Vingerling

Huidige beplanting Vingerling

Oorspronkelijke functie: Haven Huidige functie: Jachthaven Elementen: Havenkom, (gedempte) spuikommen, havenkanaal, jaagpaden Beplanting: Gemengd bosplantsoen, populier, abeel, veldesdoorn, grastaluds en dijkbe­- planting Periode: Inpoldering aanwaspolder 1465 - aanleg havenkanaal 1759-1768 Beschrijving: Voor de bedijking van de vier hernessen was op de plaat Middelhernesse al landbouw, beweiding, selnering en visserij tot ontwikkeling gekomen. Na de bedijking en de stichting van het dorp ontwikkelden de scheepvaart en visserij zich verder. Ligplaatsen voor vaartuigen werden verbeterd. Hiertoe werd een bestaande kreek gereguleerd, waardoor een toegang tot de Kaai ontstond. De havenkom lag echter open voor het water van het Haringvliet dat werd opgezweept door de noordwestenwind. Hiertoe werd een beschermende dam, het Vingerling, aangelegd met redoute. Zo onstond de meer beschutte havenkom (Verseput, 1982, p. 10). De havenkom diende ook als afvoer van het overtollige polderwater dat via een spuisluis bij laagwater werd geloosd op het buitenwater. Om verzanding van de havenkom en haven tegen te gaan werd in 1634 een spuikom gegraven. Hierin werd het overtollige polderwater opgevangen. Bij eb kon het polderwater als een waterval de havenkom in worden gespuid. Het snelstromende water kon dan de haven en vaargeul uitschuren. De spuikom werd ook gebruikt als wasplaats en er bevond zich een leugenbank.

De spuikom is gedempt en bevond zich ter plaatse van het huidige Spuiplein. Voortdurende verzanding van de haven en de opkomst van aanwassen en een plaat gorzen zorgde voor problemen voor de scheepvaart. Deze plaat Flakkee in opkomst is te zien op de kaart van Blaeu uit 1645. Tussen de buitendijkse aanwassen van gorzen en de plaat Flakkee ontstond de nevengeul het Zuiddiep. De havens van Sommelsdijk en Middelharnis waren via deze geul bereikbaar. Middelharnis bereikte via het oostelijk gelegen Gat van Geenaes de rivier. De verzanding van het Zuiddiep en het Gat van Geenaes bleek onomkeerbaar en rond 1750 was de haven alleen nog bij hoge waterstanden te bereiken. Ook de westelijke uitgang van het Zuiddiep begon dicht te slibben. Zowel uitwatering als scheepvaart werden gehinderd. In 1759 werd het havenkanaal verlengd dwars over de plaat Flakkee om een directe verbinding naar het Haringvliet te maken. Twee nieuwe spuikommen ten oosten van de haven moesten de diepgang garanderen. De eerste bevond zich direct achter de Oostdijk. De tweede was een grotere spuikom, gesitueerd op het


DORP, STAD EN LAND

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

69

restant van het Zuiddiep. Dit is te zien op de kaart uit 1752.

de kwaliteit van de omgeving mede bepaald door de historische bebouwing en de groene erven met landelijk dorps karakter. Op de Oost Voorgors wordt het In 1808 werd de plaat Flakkee bedijkt en in 1865 werd groene karakter bepaald door de groene voorerven. de haven voorzien van een schutsluis teneinde de haDe overgang tussen de laat 19de en vroeg 20ste eeuwvendijken te beschermen en verzanding tegen te gaan. se historische bebouwing en de oude spuikom (huidige Hierdoor kreeg het havenkanaal tevens de functie van terrein van de ijsclub)wordt gevormd door een sloot. boezem voor het polderwater. Middels een sashaven Meer oostelijke bevindt zich een jonger woongebied werd tussen de havens van Sommelsdijk en Middelmet residentieel karakter. Een groot deel van de oude harnis een verbinding gemaakt. Op de kaart uit 1809 spuikom op de oude loop van het Zuiddiep is in gezijn de drie afzonderlijke spuikommen en de sashaven bruik als terrein van de ijsclub. De ronde waterpartij tussen Sommelsdijk en Middelharnis te zien. Door de met het eilandje in de oude spuikom is een letterlijke schutsluis werden de spuikommen overbodig. De spui- echo van een oud drinkvat in de polder op de kaart kommen werden nog wel gebruikt als afwatering voor uit 1793. Deze is ook aangelegd in Hernesseroord polderwater en rioolwater. Op minuutplans (1811en kan erop wijzen dat de voormalige spuikom ook 1832) is te zien dat zich op de poldervloer on足足der足aan onderdeel uitmaakte van het ensemble en integraal is de havendijk brede watergangen bevon足den waarin meegenomen in het ontwerp van Hernesseroord. Tusriet werd geteeld. Rietteelt en beweiding vonden ook sen de oostelijke havendijk en de tramkade bevindt plaats in de beide oostelijke spuikommen. Vanaf 1909 zich bebouwing die op de oude Spuikade is gebouwd reed de stoomtram over de havendijk waar zich de waardoor deze structuur is aangetast. halte van het veer naar Hellevoetsluis bevond. Vanaf WO2 verloor de haven haar oorspronkelijke functie De tramkade leidt via een coupure over de Spuikade voor de scheepvaart en afwatering. Tegenwoordig is richting Hernesseroord door een bosplantsoen van de haven nog in gebruik als jachthaven. opgaand geboomte doorsneden met sloten met lange zichtlijnen richting het havenkanaal in moderne landVanaf de 20ste eeuw werd de oude spuikom gedempt schapsstijl. Het havenkanaal is begrensd door twee en is nu parkeerplaats. De historische relatie met het havendijken met grastaluds en diverse beplantingswater is aangetast waardoor een restruimte is ontstaan. structuren. De populierenopstand ter hoogte van het De beide oostelijke spuikommen werden eind 19de en havenhoofd is wat betreft soort en omvang passend in begin 20ste eeuw bebouwd met boerderijen, arbeide schaal en openheid van het cultuurlandschap van derswoningen, schuren en opstallen. De bebouwing de aanwaspolders. De rijen veldesdoorns langs de weg vond plaats vanuit het westen rond de tramkade aan de aan de Oosthavendijk zijn minder passend. Waterweg en Oost Voorgors. Aan de Waterweg wordt

Havenhoofd met sluis en jaagpad.

Haven met transparante structuur van hoogopgaande beplanting.


70

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

DORP, STAD EN LAND

HAVENKOM, SPUI EN HAVENKANAAL VAN MIDDELHARNIS (VERVOLG)

Gemengde karakter van de Waterweg.

Vanaf de brug van het Vingerling markeren hoge popu- • lieren het dijktalud aan de Westhavendijk. Deze zijde van het havenkanaal dreigt dicht te slibben met bebouwing en gemengde bosschages op het talud waardoor de eenheid van het havenkanaal wordt aangetast. De Kaai is aan het Vingerling gemarkeerd met hoogopgaande linden. De bomen aan de Spuistraat en • Kaai, Amerikaanse eik, zijn cultuurhistorisch minder passend in deze context. Vanaf de Sommelsdijkse Havendijk is er zicht op de kleinschalige groene dorpsrand met dijktalud en • gemaaltje. Motivering Havenkanaal: Hoge waarde Ontstaansgeschiedenis, situationele en ensemblewaarde, zichtbaarheid Spuikommen: Redelijk hoge waarde/Hoge waarde Ontstaansgeschiedenis, situationele en ensemblewaarde, zichtbaarheid

Groene erven van historische bebouwing aan de Waterweg dragen bij aan dorpse landelijke kwaliteit.

• •

Transformatiekader -> Visie • Behouden en versterken havenkanaal-> Voorkomen vertroebeling van de structuur door dichtslibben van de grastaluds met bebouwing en aandacht • voor verhardingen, hekwerken etc. • Behouden openheid -> Behouden openheid en vergezichten rondom het havenkanaal. Groenstructuren hebben mate van transparantie.

Streekeigen passende beplanting rond havenkanaal-> De schaal van het havenkanaal vraagt om stevige beplanting zoals hoogopgaande (zwarte) populieren en abelen. Transparantie dient te worden behouden. Beplanting als acer is minder passend in de context Streekeigen passende beplanting op de Kaai -> Beboomde kaden dragen bij aan ruimtelijke kwaliteit, zorg (bij vervanging) voor passende streekeigen bomen als iep, populier, linde Spuikom op het voormalige Zuiddiep behouden -> Deze laatste min of meer open spuikom dreigt ten prooi te vallen aan dichtslibbing Behouden, herstellen, respecteren van cultuurlijke groene en blauwe elementen en structuren -> watergangen, (spui-)kaden en dijkstructuren Creëer ommetjes -> Oude structuren als jaagpaden en RTM tracé kunnen bijdragen aan een route van het binnendijkse gebied naar de plaat en het havenkanaal Relatie met haven op gedempte Spui verbeteren -> Door de demping van de oudste spuikom (1643) is de ruimtelijke samenhang verdwenen. Er ontstaat een ongerichte restruimte met achterkanten. Herdefiniëring ruimte en relatie met haven herstellen Groene dorps-landelijke karakter aan Waterweg en Oost Voorgors behouden -> De groene kwaliteit van deze gebieden is kwetsbaar doordat het zich op privéterreinen bevindt


DORP, STAD EN LAND

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

71

Groene dorpsrand Sashaven/Vingerling behouden ->Vanaf de Sommelsdijkse Havendijk is het zicht op de achterzijde van het Vingerling zeer fraai. Het open landschap komt hier aan het groene dijkje samen bij de kleinschalige historische bebouwing aan het water en vormt een beeldbepalende erfgoedrand.

Zicht vanaf de Oost Voorgors op de oude spuikom /restant van

Spuikade met daarachter gelegen Hernesseroord.

Zuiddiep. De spuikom wordt ingekaderd door de groenstructuur van Hernesseroord.

Demping van de oude spuikom heeft de ruimtelijke samenhang

Voormalige spuikom met het ‘drinkvat’. Op het terrein van Hernes­

Zicht vanaf de Sommelsdijkse Havendijk op de groene kleinscha-

aangetast. Er is een restruimte ontstaan zonder relatie met de

seroord is dit element verdwenen.

lige historische dorpsrand.

omgeving.


72

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

DORP, STAD EN LAND

HAVENKOM, SPUI EN HAVENKANAAL VAN MIDDELHARNIS (VERVOLG)

Deze kaart toont een buitendijkse bedijkte kreek die het Haringvliet/­ Flakkee verbindt met de Kaai. Tevens is de plaat Flakkee hier in opkomst. Kaart van Blaeu uit 1645 (Nationaal Archief).

Op de TMK uit 1857 zijn de twee nieuwe oostelijke spuikommen uit de 18de eeuw te zien, gescheiden door een verdwenen spuikade. De oudste spuikom ten westen van de Kaai is dan ook nog in gebruik.

De kaart uit 1752 toont de projectie van het nieuwe havenkanaal over de plaat Flakkee die hierdoor in twee stukken wordt gedeeld. Links van het Vingerling is de nieuwe grote spuikom te zien. Deze werd tijdens de aanleg nog verder vergroot met een spuikom op het restant van het Zuiddiep (Nationaal Archief).


DORP, STAD EN LAND

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

73

Kreekcomplex in Waterschapskaart van 1962 (Nationaal Archief) Deze kaart uit 1920 toont de schutsluis aan het havenhoofd waardoor het havenkanaal een binnen- en buitenhaven kreeg. De binnenha-

Deze kaart uit 1809 toont de drie spuikommen en sashaven en

ven fungeerde tevens als boezem. De spuikommen werden hierdoor overbodig en gedempt. De kade tussen de kleine en grote oostelijk

sluis tussen beide dorpshavens. De haven zelf staat nu nog in open

spuikom is hier al verdwenen.

verbinding met het Haringvliet (Nationaal Archief).


74

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

Situatie voor de demping van de kerkgracht aan de kerkring.

Gemengde karakter van de dorpsrand van Sommelsdijk.

Kaart uit 1752 (Nationaal Archief).

DORP, STAD EN LAND


DORP, STAD EN LAND

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

75

SOMMELSDIJK Deelgebiedbeschrijving De historische kern van Sommelsdijk is opgebouwd volgens de principes van het sleuteldorp, bestaande uit een kerkring, voorstraat en haven(-kom). De grenzen van dit historische ensemble werden bepaald door de Oostelijke, Westelijke en Zuidelijke Achterweg. Vanaf de kern tot de Langeweg in het oosten en de loop van de Wildemanskreek in het zuiden en westen ging het dorp over in de typische groene gordel van kweek- en moestuinen en boomgaarden. De zogenaamde hoven. Lange lijn in het landschap is de ringdijk die Sommelsdijk en Middelharnis verbindt en als dorpsdijk Westdijk en Oostdijk overgaat in de landschapsdijk Oudelandsedijk in het westen. In het noorden vormt de dijk de grens en overgang naar havenkom en kanaal. Sommelsdijk had feitelijk twee havens: 'sLandshaven waarop de Wildemanskreek uitwaterde en de Sommelsdijkse Haven. Deze stonden in verbinding met het Zuiddiep toen de plaat Flakkee opkwam. De Wildemanskreek zelf had ook een haventje. Deze Boerenkaai, dicht bij de markt gelegen, fungeerde als aanlegplaats voor aanvoer en afvoer van producten en levende have uit de polder. Met de aanleg van het havenkanaal van Middelharnis verviel de haven van Sommelsdijk. Via een nieuwe sashaven werd het dorp verbonden met Middelharnis. De historische structuren van het oude havenkanaal en de spuikommen zijn sterk getransformeerd en aangetast.

In het westen zijn de hovencomplexen rondom de gedempte loop van de Wildemanskreek te zien.

Vroege uitbreiding van het woongebied aan het Hofplein.


76

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

BEBOOMDE KERKRING SOMMELSDIJK ZEER HOGE WAARDE

Oorspronkelijke functie: Huidige functie: Elementen: Beplanting: Periode:

Te zien zijn twee formele rijen iepen aan de binnen- en buitenzijde van de kerkgracht.

In de huidige situatie heeft de kerktuin een boomweide met divers geboomte verspreid over de weide, de formele bomensingel aan de buitenzijde is gehandhaafd met linden.

DORP, STAD EN LAND

Kerkhof en begraafplaats Kerkhof met grafmonument Kerkhof, tuinmuur, graftekens, grafkelder, historische bebouwing Grasweide en gemengd geboomte met o.a. linde, eik, honingboom, sorbus Stichting dorp 15de eeuw

Beschrijving: Het sleuteldorp Sommelsdijk kent een dichte historische kern met een kerkring en voorstraat uitkomend op de haven achter de dijk. Bij de stichting van de dorpen in 1465 waren de bedijkers tevens verplicht een kerk op te richten met een kerkhof. De beboomde kerkringen met gracht waren dan de eerste formele groenstructuren die de dorpskern verfraaiden. Het stedenbouwkundige principe van het sleuteldorp is een vorm van rationele en planmatige aanleg van een nederzetting in nieuw ingepolderd gebied. De ronde kerkring is waarschijnlijk afgeleid van Zeeuwse terpdorpen. Het terpdorp, ringdorp of voorstraatdorp komt algemener voor. Het sleuteldorpprincipe komt echter alleen op Goeree Overflakkee voor. In de beschrijving van Tirion (1751) is het kerkhof van Sommelsdijk met ‘schoone geschooren Ypenboomen beplant’. Via een houten brug en twee stenen dammen over de gracht kon men de kerkring betreden. Volgens een kaart uit 1616 bevonden zich rond de beboomde kerkring een gracht met daaraan gelegen drie drinkputten. Deze fungeerden als bekkens voor bluswater en drinkwater voor vee. De inrichting van de kerktuin kan van deze kaart niet worden herleid maar suggereert hier ook een boomweide of boomgaardstructuur te zijn. Wellicht graasde vee onder

het geboomte dat ook profiteerde van de aanwezige drinkputten. Anderhalve eeuw later in 1751 worden de drinkputten niet meer vermeld. Volgens de minuutplans en Oorspronkelijke Aanvullende Tafels van 1811-1832 was het kerkhof beboomd en bevond de officiële begraafplaats zich op het ommuurde deel ten oosten van de kerk Weer een eeuw later werpt de minuutplan uit 1851 licht op de situatie in die tijd. Aan de enkele ring bevindt zich de vrij brede gracht met twee bruggen of dammen. Aan de oostzijde was het kerkhof bebouwd. Op laat 19de eeuwse en vroeg 20ste eeuwse afbeeldingen en kaarten is de enkele ring te zien met de hoge bomen aan de buitenzijde van de gracht, aan de binnenzijde is meer gemengd groen van een tuinaanleg te ontwaren. In 1925 werd de gracht gedempt. De begrenzing tussen de straat en de kerktuin wordt nu gemarkeerd door een lage gemetselde tuinmuur. Hekpalen met sierhekwerk markeren de entree aan de Enkele Ring en de entree vanaf het Marktveld. De hoog opgeschoren iepen langs de voormalige gracht zijn vervangen door hoge linden. Op de kerk­ ring zelf zijn verschillende soorten bomen geplant in de open structuur van een boomweide. Aan de voet van de kerk ligt een plantenborder. De kerkring is bebouwd met aaneengesloten historische eenlaagse


DORP, STAD EN LAND

bebouwing. Overwegend met zadelkappen haaks op de weg georiënteerd. De pandsgewijze afwisselende invulling met kleine korrelgrootte van de bebouwing draagt bij aan de kleinschalige besloten dorpse sfeer. De kerktuin is eeuwenlang gebruikt als begraafplaats en werd met enige regelmaat geruimd. In 1921 is een nieuwe begraafplaats in Sommelsdijk in gebruik genomen, in 1952 is de begraafplaats officieel gesloten verklaard. Er staan nog diverse grafstenen uit het laatste kwart van de 19de en het eerste kwart van de 20ste eeuw. We vinden er o.a. graven van twee burgemeesters en een dominee. De graven zijn in 2008 opgeknapt. Ook is er de grafkelder van de familie Van Aerssen (ambachtsheer) van Sommelsdijk. De waarde van de kerkring wordt in hoge mate mede bepaald door de situationele en ensemblewaarde van de kerkring zelf en in samenhang met Voorstraat, Marktveld en havenkom.

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

77

opgeschoren bomen op de Enkele Ring behouden transparantie en zicht op de kerk en het ensemble van de ring als geheel.

Entree met gemetselde hekpalen en tuinmuur.

Motivering: Ontstaansgeschiedenis, representativiteit, situationele en ensemblewaarde, zichtbaarheid/herkenbaarheid, kunsthistorische waarde, gaafheid. Transformatiekader -> Visie • Terugbrengen gracht -> is denkbaar maar niet noodzakelijk vanwege de intrinsieke ensemblewaarde en situationele waarde van het complex in samenhang met Voorstraat en havenkom. • Behouden karakter van rijbeplanting op de Enkele Ring en de boomweide in de kerktuin > De open structuur van de boomweide en de rij hoog

Minuutplan uit begin 19de eeuw met aangegeven de kerkgracht. Te zien zijn ook de twee bruggen die toegang geven tot het kerkhof.


78

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

VOORSTRAAT SOMMELSDIJK

Oorspronkelijke functie: Huidige functie: Elementen: Beplanting: Periode:

HOGE WAARDE

Bomenlaan vormt een groene tunnel en ondersteunt de zichtlijn.

Samenhang in geboomte draagt bij aan ruimtelijke kwaliteit.

DORP, STAD EN LAND

Voorstraat Voorstraat Historische bebouwing, voorstoepen, stoeppalen met kettingen Tweezijdige rij linden Stichting dorp 15de eeuw

Beschrijving De havenkom, Voorstraat, Marktveld en Kerkring zijn onlosmakelijk ruimtelijk en visueel met elkaar verbonden als historisch stedenbouwkundig ensemble. Afgaande op historische kaarten en afbeeldingen is de structuur van de Voorstraat en het Marktveld nauwelijks veranderd. De Voorstraat en het Marktveld zijn tweezijdig bebouwd met aaneengesloten historische bebouwing. De bebouwing is voornamelijk tweelaags met kap en staat met de kopgevel georiënteerd naar de straat. Anders dan de bebouwing aan de dijken en achterwegen, waar zich agrarische bebouwing bevindt, heeft de bebouwing geen agrarisch karakter maar een voornaam en burgerlijk karakter. Op de overgang van gevelwand naar straat zijn de panden voorzien van hardstenen voorstoepen. Ook stoeppalen met kettingen en sierhekwerken worden regelmatig aangetroffen. Daar waar de hardstenen stoepen zijn vervangen door stoeptegels of keramische tegels wordt afbreuk gedaan aan de (materiële) kwaliteit en samenhang van het straatbeeld. Het fijne loof van de bomen op historische foto’s suggereert dat de Voorstraat ook aangeplant was met hoog opgeschoren iepen. Op sommige afbeeldingen is te zien dat het geboomte in volle wasdom een

groene tunnel vormde boven de straat en zo de zichtlijn tussen haven en kerk versterkte. Tegenwoordig is de straat aangeplant met twee rijen linden. Motivering: Ontstaansgeschiedenis, representativiteit, situationele en ensemblewaarde, zichtbaarheid/herkenbaarheid, kunsthistorische waarde Transformatiekader -> Visie • Behouden beeld geboomte > symmetrie in tweezijdige bomenrij, hoog opgeschoren bomen en streven naar beeld van groene tunnel, bij vervanging boom zo gelijkwaardig mogelijke omvang terugplaatsen • Standplaatsverbetering bomen > wortelopdruk vermijden en gezonde duurzame groei geboomte stimuleren door groeiplaatsverbetering en drukverdeling, vergroten boomspiegels teneinde parkeren aan de voet van de boom te verminderen • Stoffering en inrichtingselementen straat > streekeigen en passend in historische straatbeeld inclusief hardstenen voorstoepen


DORP, STAD EN LAND

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

LAAT 19DE EN VROEG 20STE EEUWSE UITBREIDING WOONGEBIEDEN

Deelgebiedbeschrijving De transformatie van de westelijke groene dorpsrand naar woongebied ving eind 19de eeuw en begin 20ste eeuw aan. De westelijke zijde van de Westelijke Achterweg/Dorpsweg was in die tijd ook nog weinig bebouwd. Vanaf de kerkring ontwikkelde zich vanuit een landpad de Molenlaan. Hierlangs vestigden zich ook scholen. Tussen de Wildemanskreek en de Dorpsweg werd rond het Hofplein en de Ringstraat een tuindorpje van arbeiderswoningen ontwikkeld. Informele landpaden aan de oostelijke zijde richting de Langeweg ontwikkelden zich tot de Binnenweg, van Aerssenstraat en Kortewegje. In de wederopbouwperiode werd tussen de Koninginnelaan en de Rozenlaan een woonwijk ontwikkeld met een voor deze periode typerende groene randweg als overgang naar het buitengebied. De bomenlaan op het Kortewegje met zichtlijn naar de RK kerk.

Als eerste ontwikkelden zich oostelijk de Binnenweg, Van Aerssenstraat en het

Planmatige uitbreiding vond plaats tussen de bocht van de Wildemans-

Kortewegje.

kreek en de Dorpsweg.

79


80

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

DORP, STAD EN LAND

KORTEWEGJE SOMMELSDIJK HOGE WAARDE

Aan het Kortewegje draagt het private groen bij aan de ensemblewaarde van het groen.

Het nog deels onbebouwde Kortewegje vormt met haar bomenlaan een ensemble met de RK kerk aan de Langeweg.

Oorspronkelijke functie: Huidige functie: Elementen: Beplanting: Periode:

Woongebied Woongebied Historische bebouwing, grindbermen, tuinmuren en hekwerken Tweezijdige rij linden, privaat groen, heggen Binnenpad 16de eeuw, en laat 19de en vroeg 20ste eeuwse dorpsuitbreiding

Beschrijving: Het Kortewegje ligt in het verlengde van de Zuidelijke Achterweg en verbindt de dorpskern met de Langeweg. De overwegend vrijstaande eenlaagse bebouwing met kap bestaat uit individuele panden met groene omlijsting van erven en voortuinen. De straat heeft een dorps en landelijk karakter met woningen en agrarische bebouwing als schuren en loodsen. Op de minuutplans uit het begin van de 19de eeuw is het Kortewegje al ingetekend met kleine perceeltjes maar zonder bebouwing. De perceeltjes zullen in gebruik zijn geweest als hoven voor de dorpsboeren. De oudste bebouwing dateert uit het einde van de 19de eeuw en begin van de 20ste eeuw. Op een oude foto, vermoedelijk einde van de 19de eeuw is het Kortewegje bij de Langeweg nog grotendeels onbebouwd en voorzien van bermsloten. De bomenlaan van linden vormt ook nu nog een mooie zichtlijn en ensemble met de R.K. kerk aan de Langeweg. Het groene karakter van de straat wordt ondersteund door tuinen en erven met sierbeplanting zoals de conifeer op de hoek van de Langeweg en veelal begrensd door heggen en sierhekwerken. Het straatprofiel met grindbermen draagt tevens bij aan het landelijke en dorpse karakter van de straat.

Motivering Ontstaansgeschiedenis, situationele waarde en ensemblewaarde, zichtbaarheid Transformatiekader > Visie • Samenhang privaat en publiek groen Kortewegje -> Bij het Kortewegje is de samenhang tussen het private groen en het publieke groen (de bomenlaan) bepalend voor de waarde van de groenstructuur. Behoud van samenhang en karakter is bepalend voor de ruimtelijke kwaliteit. •

Het landelijk-dorpse karakter Kortewegje -> Typerend voor deze straat is het half landelijke - dorpse karakter. Dit wordt mede bepaald door de samenhang tussen de agrarische bebouwing en de groene erfinrichting.


DORP, STAD EN LAND

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

81

RINGSTRAAT, HOFPLEIN EN OMGEVING SOMMELSDIJK HOGE WAARDE

Oorspronkelijke functie: Huidige functie: Elementen: Beplanting: Periode:

Woongebied, tuindorp Woongebied Historische bebouwing, plantsoen Kaukasische els, paardenkastanje Binnenpad 16de eeuw en vroeg 19de en laat 20ste eeuwse dorpsuitbreiding

Beschrijving: Transformatiekader > Visie Tussen de Molenlaan, Dorpsweg en de oude loop van • Samenhang privaat en publiek groen Ringstraat de Wildemanskreek bevonden zich de hoven van de versterken/behouden -> De samenhang tussen het dorpsboeren en arbeiders. In het begin van de 20ste private groen en publieke groen, de rij paardenkaseeuw werd hier door de woningbouwvereniging protanjes is bepalend voor de waarde van de groenjectmatig arbeiderswoningen, de tuindorpstijl indachstructuur. Behoud van samenhang en karakter is tig gebouwd. Aan het Hofplein bevindt zich een klein bepalend voor de ruimtelijke kwaliteit. plantsoen met Kaukasische elzen. Wellicht werden de voorstoepen ooit begrensd door blokhagen die de • Verstening Tuindorp tegengaan -> Het buurtje is samenhang en het groene karakter hadden kunnen ontwikkeld volgens de tuindorpgedachte. De puversterken. Nu zijn deze voorstoepen veelal begrensd blieke ruimte is echter over het algemeen weinig met pandsgewijze hekwerken en tuinmuurtjes. Later groen. Verstening van de voorstoepen/voortuinen in de jaren 30 werd, de loop van de Wildemanskreek tast de ruimtelijke kwaliteit aan. Samenhangende volgend, het buurtje uitgebreid. De kreek werd eerst kniphagen als begrenzing kunnen het groene kaversmald tot kavelsloot en vervolgens gedempt. Oprakter versterken. vallend aan de Ringstraat zijn de diepe voortuinen die gemarkeerd worden door een enkele rij paardenkastanjes. Motivering Ontstaansgeschiedenis, situationele waarde en ensemblewaarde, zichtbaarheid

Planmatige uitbreiding volgens de tuindorpgedachte met plantsoen aan het Hofplein.

Aan de Ringstraat draagt de enkele rij bomen in samenhang met de diepe voortuinen bij aan het groene karakter.


82

MOLENLAAN SOMMELSDIJK REDELIJK HOGE WAARDE

Landbouwhuishoudschool

Kleuterschool uit de wederopbouwperiode; op de achtergrond de landbouwhuishoudschool

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

DORP, STAD EN LAND

Oorspronkelijke functie: Landpad, woongebied Huidige functie: Landpad, woongebied Elementen: Historische bebouwing, (school)plantsoen, brug, sloot Beplanting: Schoolplantsoen: lijsterbes, Kaukasische els, plantsoen: knotwilg, schiet wilg, linde, privaat groen Periode: landpad 17de eeuw en 20ste eeuwse dorpsuitbreiding Beschrijving: De Molenlaan ligt in het verlengde van de Enkele Ring en verbindt de dorpskern met de Molenweg. De Molenlaan leidt naar de Algemene Begraafplaats uit 1921 aan de Molenweg. Het Molenpad, verwijzend naar de molen die zich hier bevond, bevindt zich ten zuiden van de Algeme Begraafplaats. De Molenlaan is de formalisering van een ouder landpad. Op de kaart uit 1645 van Blaeu zijn ook al twee paden met bruggen over de Wildemanskreek te zien die leiden naar de Molenweg. Op kaarten en minuutplans uit het begin van de 19de eeuw is het pad met knik al aangegeven met een brug over de oude loop van de Wildemanskreek. Langs het pad waren de hoven van de dorpsboeren en arbeiders gesitueerd. In het begin van de 20ste eeuw is het pad rechtgetrokken en werd de knik opgevuld met een driehoekig plantsoen. Tegenwoordig wordt het plantsoen omgeven door een gemengde blokhaag en ingeplant met hoog opgaande schietwilg, enkele kleine knotwilgen en een linde. Eind jaren 30 vestigt zich aan de Molenlaan een Landbouwhuishoudschool. In de jaren 50 wordt een eenlaags kleuterschooltje gebouwd op de hoek van de Molenlaan en de Westelijke Ach-

terweg, omgeven door een groen schoolplantsoen. Het schoolplantsoen wordt omgeven door een gemengde blokhaag en is beplant met enkele flinke Kaukasische elzen. Het pad ten westen gelegen van de school biedt toegang tot het binnengebied van hoven langs de oude bocht van de kreek. In de naoorlogse periode wordt het landschap gerationaliseerd. Op de polderkaart uit 1960 is te zien dat de bocht van de Wildemanskreek is rechtgetrokken en is verlegd naar het westen. Deze rechte poldersloot vormt als de Groene Zoom de begrenzing tussen dorp en ommelanden. Tussen de Ringstraat en de Groene Zoom wordt in de jaren 60 de J.C. van Gentschool gebouwd. De landbouwhuishoudschool werd afgebroken en maakte plaats voor vrijstaande woningen. Vanaf de brug over de sloot bij de Groene Zoom heeft de Molenlaan een meer informeel landelijk karakter met aan twee zijden knotwilgen en leidt langs het terrein van de agrarische school Edudelta naar begraafplaats en het ommeland. Een (verzakte) straatnaamsteen markeert het Molenpad. Motivering Ontstaansgeschiedenis, situationele en ensemblewaarde


DORP, STAD EN LAND

Transformatiekader > Visie • Groene dorpsrand karakter behouden/versterken -> De Molenlaan markeert de overgang naar het agrarische ommeland. Het groene karakter wordt bepaald door de samenhang tussen de private en publieke groenstructuren. Beleving versterken door continuïteit in streekeigen groenstructuur. • Beleving brug over Wildemanskreek versterken -> De kruising over de verlegde Wildemanskreek is nondescript vormgegeven. Maak van dit kruispunt een waardige entree tot het buitengebied. • Voormalige kleuterschool in samenhang met schoolplantsoen behouden. -> Wederopbouwensemble draagt bij aan het groene karakter.

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

83

De brug over de rechtgetrokken verlegde Wildemanskreek leidt

In de minuutplans uit ca 1830 is het informele landpad te zien

naar een landpad met knotwilgen. Het pad komt uit bij de Alge-

met brug over de oorspronkelijke Wildemanskreek.

mene Begraafplaats aan de Molenweg.

J.C. van Gentschool met plantsoen.

Het plantsoen ingeplant met hoogopgaande wilgen en knotwilgen

Situatie rond 1970 met Molenlaan en brug over de verlegde Wilde-

sluit aan op het karakter van het ommeland.

manskreek leidend naar de Nieuwe Algemene Begraafplaats. Ten noorden van de Molenlaan zijn de kleuterschool op de hoek en de Landbouwhuishoudschool op de kop van de Ringstraat te zien.


84

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

KONINGINNELAAN EN OMGEVING, SOMMELSDIJK REDELIJK HOGE WAARDE

Oorspronkelijke functie: Huidige functie: Elementen: Beplanting: Periode:

Koninginnelaan met middenberm.

DORP, STAD EN LAND

Woongebied Woongebied Historische bebouwing, plantsoenen, Middenberm/plantsoenen met es en veldesdoorn 20ste eeuwse dorpsuitbreiding

Beschrijving: Transformatiekader > Visie In de jaren 40 en 50 van de 20ste eeuw breidde het • Karakter nieuwe tuindorp behouden -> Wederopdorp richting het zuiden uit van de Koninginnelaan tot bouw ensembles worden vaak weinig gewaardeerd aan de Koningin Julianalaan, het voormalige tramtrawaardoor de typerende groenstroken en voortuinen cé. Het wederopbouwbuurtje in moderne tuindorpstijl met uniforme blokhagen kwetsbaar zijn voor aanbestaat uit half open blokken van kortje rijtjes samentasting. Aandacht voor de typerende karakteristiek hangende tweelaagse bebouwing met kap. Op oude van deze groenstructuren is gewenst foto’s is te zien dat de woningen voorzien waren van • Bij vervanging/kap van bestaande boomstructuren lage kniphaagjes als overgang van voortuin naar straat. vervangen door passende beplanting Deze zijn in de loop der tijd vaak verwijderd waardoor de samenhang wordt aangetast. Op de Koninginne­ laan bevindt zich op de middenberm een langgerekt plantsoen over de volledige lengte van de straat met hoge essen. Ook de Hobius de Krijgerlaan is voorzien van een groene berm met veldesdoorn. In het zuiden wordt het buurtje begrensd door een groene randweg (beschreven onder structuur RTM tracé) Motivering Ontstaansgeschiedenis, situationele en ensemblewaarde

Joost Jansestraat met samenhangende blokhagen als erfafscheiding van voorstoep.

Hobius de Krijgerlaan is voorzien van een berm met veldesdoorn.


DORP, STAD EN LAND

Groene strook met essen over de volledige lengte van de Koninginnelaan.

Groene berm aan de Hobius de Krijgerlaan leidend naar de groene randweg de Prinsesselaan.

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

85


86

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

DORP, STAD EN LAND

WESTELIJKE DORPSRAND EN WILDEMANSKREEK Oorspronkelijke functie: HOGE WAARDE Huidige functie:

Agrarisch gebied/dorpsrand Gemengde functie Elementen: (Relicten van) kreken, polderwegen, landpaden, verkavelingsstructuren, histo­- rische bebouwing als schuren en hokken, straatnaamstenen, bruggen en uitwa- teringssluizen Beplanting: Vruchtbomen en struiken, (knot)wilg, populier Het complex van de westelijke dorpsrand van Sommelsdijk is onlosmakelijk verbonden met de ontwikkeling van de kreekrestanten Wildemanskreek en Nauwe Kreekje. Toch wordt de dorpsrand eerst beschreven in algemene zin daarna volgt nog een afzonderlijke beschrijving over de kreekrestanten Wildemanskreek en Nauwe Kreekje.

Links op de oude luchtfoto uit waarschijnlijk de jaren 60 van de 20ste eeuw is nog duidelijk de hovenstructuur te zien en de bocht van de Wildemanskreek.

Beschrijving De historische bebouwing van het dorp heeft, door de situatie waarin boeren op het dorp woonden, een agrarisch karakter. In het straatbeeld worden burger- en arbeiderswoningen en bedrijfspandjes afgewisseld met schuren en andere agrarische bebouwing en opstallen. De dorpsboeren hadden op de rand van het dorp zogenaamde hofjes waar moestuinen, boomgaarden en varkenshokken stonden. Zo is het typische half agrarische kleinschalige landschap ontstaan op de overgang van dorp naar buitengebied. De Wildemanskreek speelt en speelde een belangrijke rol in de ontwikkeling van de westelijke dorpsrand. Directe toegang tot water was van groot belang voor activiteiten in het gebied.

Huidige overgang van ommeland naar dorpsrand gezien vanaf de Molenweg.

De hoofdverkavelingsstructuur van het Oudeland van Sommelsdijk kenmerkt zich door een licht radiale structuur van noord-zuid georiënteerde polderwegen

die uitkomen op de ringdijk. Hierdoorheen slingerde de Wildemanskreek en het Nauwe Kreekje van de uitwateringssluis aan de ringdijk tot aan de Boomvliet in het zuiden. De Langeweg vormde de grens tussen het grondgebied van beide dorpen. Van oost naar west bevonden zich op het grondgebied vanaf de Langeweg de Oostelijke Achterweg, de Voorstraat (van de Kerk­ ring naar de haven), de Westelijke Achterweg/Dorpsweg, de Molenweg, de Achterweg en vervolgens de ringdijk. Enkele (informele) dwarswegen kruisen deze structuur. In historische beschrijvingen wordt de Staverseweg regelmatig genoemd als beëindiging van de informele dorpsrand van kwekerijen, boomgaarden en moestuinen. Ook wordt gemeld dat landwegen beplant zijn met fruitbomen. De hoofdstructuur is verder verkaveld met een onregelmatige blokverkavelingsstructuur. Enkele van deze blokken rond de dorpsrand zijn weer verder opgedeeld in kleine perceeltjes. De zogenaamde ‘hofjes’. Deze hebben een kam- en/of blokstructuur. In het begin van de 20ste eeuw vindt de eerste dorpsuitbreiding plaats. Ten oosten van de Wildemanskreek maken de hofjes plaats voor arbeiderswoningen. De verbinding tussen de Wildemanskreek en het Nauwe Kreekje wordt onderbroken door de tramlijn.


DORP, STAD EN LAND

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

hofjes werden ook gebruikt om de was op te drogen/ bleken in de zon. De Staatscommissie voor de Landbouw beschreef deze situatie in 1912 als “die gordel van schuren en schuurtjes met de daarbij liggende mestputten, die de gemeenten langs de buitenzijde zoo ontsieren. Hier treft men de meestal zoo slechte woningen der arbeiders in de overige plaatsen, de chaos van klampen, putten, hoopen enz.” Voor het houden van een varken werden enkele m2 grond gehuurd voor een varkenshok. Zo ontstonden volgens de commissie hele "varkenskolonies" rond het dorp. (De Staatscommissie voor de Landbouw, 1912, p. 155-193). Door Teixeira de Mattos (1941) worden tuinderijen en warmoezerijen van enige betekenis genoemd rondom de dorpscentra. In het gebied ten westen van de dorpskern zijn op minuutplans duidelijk de structuur van de zogenaamde hofjes te zien. Via bruggen over de kreek en landpaden worden de hofjes ontsloten. In het verlengde van de Oostelijke Achterweg bevindt zich ook een structuur van hofjes. Twee 17de eeuwse kaarten van Blaeu en Otten geven een ruimtelijke indicatie van de groenstructuur waarin om en tussen de dorpskernen zich een gordel van tuinen, boomgaarden en laanbeDe typische gordel van moestuinen en boomgaarden planting bevindt. De traditie van de hoven voor de zoals die rondom de dorpskern van Sommelsdijk nog ‘armen van Sommelsdijk’ werd in 1919 geformaliseerd te vinden is, heeft zijn oorsprong in de situatie dat de door de oprichting van de Vereniging Klein Grondbezogenaamde dorpsboeren op het dorp woonden. Dicht zit Sommelsdijk. De landarbeiderswet ter bevordering bij hun huis en opstallen in het dorp hadden de boeren van grondbezit voor landarbeiders van 1918 ligt hiereen stukje grond nodig voor een moestuin en/of boom- aan ten grondslag. weide en de opslag van de oogst, gereedschap, mest en hokken voor het houden van huisdieren en varkens. Gras- en bomenweitjes en ligusterhagen tussen de Ontwikkeling groenstructuur van de hoven Uit de literatuur en historisch kaartmateriaal is op te maken dat in de directe omgeving van de historische kernen boomgaarden en/of houtopstanden zijn te zien. Volgens Boers (1843, p.229) bestond er een kwekerij van vruchtbomen rondom de kern van Sommelsdijk tussen de Langeweg en de Molenweg tot aan de Eerste Staverweg waar zoveel moeskruiden werden gekweekt dat er vier maal per week een marktschip mee kon worden bevracht om naar elders te verzenden (Boers, 1843, p.229). Ook Tirion (1751) beschrijft een kwekerij van vruchtbomen in Sommelsdijk. De kwekerijen op de hoven waren dus van groot economisch belang voor het gebied. Uit de minuutplans en Oorspronkelijke Aanwijzende Tafels (1811-1832) blijkt dat een aanzienlijk deel van het gebied rond de Wildemanskreek bestond uit boomgaarden. Tevens blijkt dat een deel van de hovenpercelen in bezit was van de ‘Diaconie van de Armen van Sommelsdijk’ en de ‘Armen van Sommelsdijk’. Enkele percelen waren echter ook in bezit van rijke burgers zoals een tuin met tuinhuis op de hoek van de Dijkdwarsstraat en Wildemansstraat dat eigendom was van Burgemeester Jacob Graaff.

87

Typerende hokken in de hovenstructuur rondom terrein van het Edudeltacollege.

Monumentale droogschuur in het hovencomplex aan de Molenweg.


88

Kleine schuur met singel van knotpopulieren.

Informele karakter van gebied bij overbrugging bermsloot en straatnaamsteen langs het Molenpad.

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

DORP, STAD EN LAND

Huidige kenmerken De typerende onregelmatige blokverkavelingsstructuur is door schaalvergroting verdwenen. De hoofdstructuur van de polderwegen is nog wel aanwezig maar de historische beplantingstypen zoals beschreven in de bronnen met gras en klaverweitjes, boomgaarden, bessentuinen en bomenlanen is niet meer aanwezig. Van de fijnmazige parcelering van de hofjesstructuur met agrarische opstallen en schuren zijn nog enkele restanten aanwezig. In z’n algemeenheid is de dorpsrand tegenwoordig weidser en minder groen van karakter dan in de 17de en 18de eeuw. De loop van de Wildemanskreek is verlegd en de relatie naar het Nauwe Kreekje is verdwenen. De kreek is in de weidsheid van het landschap niet overal zichtbaar en beleefbaar. Vanaf de 17de eeuw heeft de dorpsgrens in westelijke richtig zich verlegd van de Dorpsweg naar de oude loop van de kreek. Tegenwoordig vormt de nieuwe rechtgetrokken kreek de begrenzing van de dorpsrand. In zuidelijke richting vormde de Zuidelijke Achterweg de formele dorpsgrens, waar de Staverseweg werd omschreven als grens van de halfopen hofjes- en boomgaardenstructuur. In de 20ste eeuw vormde het voormalige tramtracé de grens en in deze eeuw vormt de oude Staverseweg weer de ruimtelijke begrenzing

Transformatiekader > Visie • Verkavelingspatroon behouden herstellen -> De fijnmazige blokverkaveling en parcelering van de hoven verdwijnt waardoor de kleinschalige structuur van het landschap wordt aangetast. • Polderwegen beleefbaarheid vergroten/vergroenen -> Uit historische bronnen is op te maken dat polderwegen veelal waren ingeplant met (vrucht-) bomen. De aanleg van streekeigen bomensingels kan de beleving van het gebied vergroten. • Verbindingen/ommetjes door gebied verbeteren > de toegankelijkheid en circulatie door het gebied is beperkt. Door oude en nieuwe (informele) paden te herstellen/aan te leggen verbetert de toegankelijkheid • Beleving Wildemanskreek vergroten > Er zijn maar weinig punten waar de kreekrestant te beleven is. Goed ingepaste paden en bruggen zouden de beleving van water in het gebied kunnen versterken • Gemengde dorpsrand behouden > Het huidige gemengde karakter van open akkers, kleinschalige hoven met opstallen dicht op de historische kern bepaalt de kwaliteit van de dorpsrand • Streekeigen karakter behouden en versterken > Behoud van het informele en agrarische karakter zoals onverharde/halfverharde paden, streekeigen beplanting en bebouwingstypologieën van zwartgeteerde loodsen, schuren en hokken bepalen de ruimtelijke kwaliteit

Motivering Ontstaansgeschiedenis, zichtbaarheid, ensemblewaarde, zeldzaamheid


DORP, STAD EN LAND

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

89

Op de kaart uit 1616 is het ommeland rondom de dorpskern voornamelijk in gebruik als boomgaard en boomkwekerijen.

Begin 20ste eeuw concentreerden de hoven zich rondom de Wildemanskreek.


90

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

WILDEMANSKREEK EN NAUWE KREEKJE HOGE WAARDE

Oorspronkelijke functie: Kreekrestanten en polderwatering Huidige functie: Kreekrestanten en polderwatering Elementen: Watergangen, brug, uitwateringssluizen Beplanting: Riet, wilg Periode: Kreken 1339 eerste vermelding weiplaat Sommelsdijk, inpoldering plaat in de 15de eeuw

Foto van oude loop Wildemanskreek (Eilandennieuws 4 februari 1977).

Uitwateringssluisjes naar ‘sLandshaven. De Wildemanskreek was de binnendijkse uitloper van ‘sLandshaven.

Beschrijving Ontwikkeling Wildemanskreek en Nauwe Kreekje. Op de kaart uit 1616 van Abraham Meulberg is te zien hoe de Wildemanskreek door boomgaarden heen slingert. Een deel van de boomgaarden op de kaart behoren de kerk toe en worden in erfpacht uitgegeven. De kreek werd bij de inpoldering opgenomen in het poldersysteem als hoofdwatering. In vroeger tijd was de kreek niet alleen een hoofdafwatering maar fungeerde ook als vaarweg tot diep de polder in. Daar waar de bocht de Westelijke Achterweg bijna raakte was een dwarsverbinding gelegd met een kleine havenkom aan de Van Gorcumstraat, genaamd de Boerenkaai, een aan- en afvoerhaventje (Van Der Sluijs, 2002, p.8). Op de minuutplan van Sommelsdijk (1811-1832) staat de kreek aangegeven als de Wildemanskreek. Op de gemeenteatlas van Kuypers uit 1866 wordt de oostelijk uitloper van deze kreekrestant het Naauw Kreekje genoemd. Buiten de ringdijk ging de kreek over in ‘sLandshaven in de Everdinapolder welke via een duiker met klep met elkaar waren verbonden. De Wildemanskreek is in feite de binnendijkse uitloper

DORP, STAD EN LAND

van de kreek ‘sLandshaven. De Wildemanskreek werd bij de inpoldering opgenomen in het watersysteem van de polder en waterde via natuurlijke lozing uit op de haven. Daar waar de Wildemanskreek aankomt bij de Oudelandsedijk bevinden zich een betonnen en een gemetselde uitwateringssluis. Beide historisch waardevolle elementen zijn niet goed zichtbaar. Vanaf 1917 werd het Oudeland van Sommelsdijk en de polder Everdina gezamenlijk bemaald door een pompgemaal dat loosde op de haven van Sommelsdijk (Teixeira de Mattos). Vanaf de kruising Molenweg en Oudelandsedijk slingerde de Wildemanskreek door een gebied van boomgaarden, moes- en nutstuinen met putten, schuren, hokken en andere opstallen van de dorpsboeren. Ter hoogte van de Oranjestraat raakte een bocht de Westelijke Achterweg en volgde vervolgens haar slingerende verloop die nog herkenbaar is in de Ringstraat. In de Polderregelementskaart van Sommelsdijk uit 1961 is de slingerende loop van de Wildemanskreek rechtgetrokken. De kreek/hoofdwatering wordt samengevoegd met een watergang parallel aan en gelegen tussen de Dorpsweg en de Molenweg.


DORP, STAD EN LAND

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

Vanuit deze rechtgetrokken Wildemanskreek kruist Transformatiekader > Visie nog steeds slingerend een westelijke zijtak de Mo• Uitwateringssluisjes bij de Oudelandsedijk belenweg en de Achterweg waarna deze aansluit op de houden en zichtbaar maken -> Het kreekrestant teensloot van de Oudelandsedijk. In het zuiden sluit van ‘sLandshaven/Wildeman is de oudste haven de Wildemanskreek aan op de Vliegers en de Boom­ van Sommelsdijk. De samenhang tussen de twee vliet. Wellicht werden ook uit deze gebieden goederen watergangen vergroten door aandacht voor de aan- en afgevoerd. Uit de minuutplans en Oorspronuitwateringssluisjes kelijke Aanwijzende Tafels (1811-1832) blijkt tevens • Oude loop van de Wildeman en Boerenkaai dat de Wildemanskreek en de westelijke zijtak in bezit beleefbaar maken > De oude loop van de Wildezijn van David van Weel, Heer van Sommelsdijk, en manskreek is een aardkundig waardevolle strucin gebruik zijn voor de visfokkerij. Dit kan wellicht tuur. De verdwenen Boerenkaai en hovenstructuur kweek van prikken (een aasvis voor de visserij) betrefvoegen hier cultuurlijke waarde aan toe. Deze fen. Doordat het maaiveld in de polder hoog ligt is de verdwenen structuren beleefbaar maken kan d.m.v. afstand tot de kreek groot. Op oude afbeeldingen zijn toegankelijk wandelpad en/of accentuering d.m.v. toegangen te zien. Wellicht konden mensen en vee beplanting. De structuur is echter ook kwetsbaar daar makkelijker water uit de kreek bereiken. door het versnipperde eigenaarschap van het gebied. In het begin van de 20ste eeuw vindt de eerste dorps­• Beleving Wildemanskreek vergroten > Er zijn uitbreiding plaats. In de omgeving van de Ringstraat maar weinig punten waar de kreekrestant te maken de hofjes plaats voor arbeiderswoningen. De beleven is. Goed ingepaste paden en bruggen verbinding tussen de Wildemanskreek en het Nauwe zouden de beleving van water in het gebied kunKreekje wordt onderbroken door de tramlijn. Rondom nen versterken. Waar mogelijk zouden delen van de kreek zijn nog veel schuren, loodsen en opstallen te de oevers kunnen worden verbreed/verlaagd als zien, vooral tussen de dijk en de kreek vindt verdicheeuwissen om de zichtbaarheid van de kreek te ting plaats. verbeteren. Motivering Ontstaansgeschiedenis, zichtbaarheid, ensemblewaarde, zeldzaamheid

91

De kreek ligt zeer diep t.o.v. het maaiveld.

Zijtak van de Wildemanskreek heeft oorspronkelijke beloop behouden.


92

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

DORP, STAD EN LAND

WILDEMANSKREEK EN NAUWE KREEKJE (VERVOLG)

Atlas Kypers uit 1866 toont de samenhang tussen ‘sLandhaven, Wildeman en Nauwe Kreekje.

Kaart uit eind van de 17de eeuw van het gebied toont parcelering van het ommeland. De molen aan het Molenpad is hier nog aangewezig.


DORP, STAD EN LAND

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

93

De Polderkaart uit 1962 toont de rechtgetrokken verlegde loop van de Wildemanskreek. Hier is ook te zien dat de verbinding met het Nauwe Kreekje is verdwenen.

Minuutplans (1811-1832) van het gebied tonen de loop van kreekrestant Wildeman met de westelijke uitloper en in het verlengde van de Oostelijke achterweg het Nauwe Kreekje. Waar de Wildemanskreek aankomt bij de ringdijk is een duiker getekend die de verbinding naar ‘sLandshaven maakt.


94

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

DORP, STAD EN LAND

POLDER WESTPLAAT FLAKKEE, ZUIDDIEP EN HAVEN REDELIJK HOGE WAARDE / HOGE WAARDE

Oorspronkelijke functie: Agrarisch gebied en havens Huidige functie: Woongebied en agrarische functie Elementen: (relicten van) kaden, dijken, verkavelingsstructuren, havens, spuikommen en (voormalige) vaargeulen Periode: 17de eeuw (opkomst plaat) - 1808 (bedijking)

De westelijke spuikom.

Het oude havenkanaal met landelijke uitstraling.

Beschrijving: De Westplaat Flakkee is een aanwaspolder ten westen van het Havenkanaal van Middelharnis ten westen begrensd door de Kraaijestein en Everdinapolder. Het gebied was lang in gebruik voor de landbouw. Sinds het begin van deze eeuw vindt op de overgang van de haven van Sommelsdijk, de Kraaijestein en Everdinapolder en de polder Westplaat Flakkee stedenbouwkundige ontwikkeling plaats. Ontwikkeling De Polder Westplaat Flakkee is het westelijke deel van een ingepolderde zandplaat genaamd Plaat Flakkee, gelegen in het Haringvliet. Op de kaart ‘Kaart van de gorzen en platen gelegen voor Middelharnis en Sommelsdijk’ uit 1752 is de plaat te zien. Het gors leverde riet en bies. Door de opkomst van de plaat werd de toegang van het Haringvliet naar de havens van Sommelsdijk en Middelharnis geblokkeerd. De scheepvaart maakte daarom gebruik van de stroom- en vaargeul het Zuiddiep dat gelegen was tussen deze plaat en de havens van Sommelsdijk en Middelharnis (Verseput, 1953, p.33). Ondanks pogingen verzanding van deze geul tegen te gaan raakte het oostelijke deel van de geul in de eerste helft van de 18de eeuw met

het oosten van het eiland verbonden. Om een directe verbinding te maken naar het Haringvliet werd de haven van Middelharnis verlengd met een kanaal dwars door de plaat. Dit vond plaats in 1759 en 1768. De zo ontstane Westplaat en Oostplaat werden beide in 1808 bedijkt. Tussen de plaat en de ringpolder lagen tegen de buitenzijde ook al gorzen en slikken die al eerder, in de tweede helft van de 18de eeuw, werden bekaad en vervolgens bedijkt. Ten westen van het huidige havenkanaal van Middelharnis waren dat de Weipolder Sommelsdijk en Weipolder Middelharnis. Ten oosten van het havenkanaal was dat de Johannespolder. Ten westen van het oude havenkanaal van Sommelsdijk bevonden zich de polders Kraaijestein en Everdina. Op de kaart van Goeree-Overflakkee uit 1793 (00013002612) is voor beide platen de buitendijk al getekend en twee ‘drinkvaten’ of drinkpoelen aan weerszijden van het havenkanaal die gevoed worden met water uit het havenkanaal. Op de kaart is op de westelijke plaat nog goed de loop van het Zuiddiep te zien en hoe het havenkanaal van Sommelsdijk hierop aansluit. De ronde spuikom van de haven van Sommelsdijk is hier ook nog goed te zien. De havens van Sommelsdijk en Middelharnis zijn hier nog geschei-


DORP, STAD EN LAND

den door de kade (tevens gemeentegrens) tussen de Weipolder Sommelsdijk en Weipolder Middelharnis. Het deel van het Zuiddiep gelegen tussen deze polders en de westplaat is rechtgetrokken en heeft hier al de naam ’t Scheid gekregen als poldergrens. Het deel ten westen van de haven van Sommelsdijk tot aan de uitmonding aan het Haringvliet, naast de uitmonding van het havenkanaal van Dirksland, heeft hier nog een meanderende loop van de oude vaargeul. Tevens zien we op deze kaart de Wildemanskreek en de buitendijkse uitloper hiervan in polder Everdina. Deze watergang is later rechtgetrokken en draagt nu de naam ’sLandshaven. In de Weipolder Middelharnis is ook een galg ingetekend met de vermelding ’t Gerecht genoemd. Dit is het galgenveld waaraan de Galgeweg zijn naam ontleend. Op zowel de westelijke als oostelijke plaat werden in het begin van de 19de eeuw vluchtheuvels opgeworpen (Verseput, 1953, p.31) De Hydrografische kaart van het Goereese Zeegat uit 1803 (00013000155) toont enigszins vereenvoudigd de ligging en loop van de drie gescheiden havenkanalen. De spuikommen van Middelharnis zijn hierin opvallend. Een kaart uit 1809 (00013000928 ) geeft de nieuwe situatie in 1808 vervolgens helder weer. Het havenkanaal van Sommelsdijk wordt afgedamd en de Nieuwe Sas Haven wordt aangelegd waardoor schepen de haven van Sommelsdijk via de haven van Middelharnis konden bereiken. De schutsluis had tot doel de haven van Sommelsdijk voor het getij af te schermen(Verseput, 1953, p.34). De kaart van 1811 (00013002613) toont de eerste contouren van verkaveling waarin het Zuid-

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

diep als limiet wordt aangeduid tussen de Westplaat en de beide Weipolders van Sommelsdijk en Middelharnis. Het deel van het Havenkanaal van Sommelsdijk van de havenkom tot aan het Zuiddiep wordt in 1811 gedempt en tot bouwland herschapen of verlandt door rietgroei (Boers, 1843, p.229). De westelijke havendijk of Oud Kraaijensteinsedijk is op de kaart uit 1835 (00013002616) nog intact. De oostelijke havendijk verdwijnt in de loop der tijd. Ook de westelijke havendijk wordt in de jaren 50 van de 20ste eeuw afgegraven. Op deze kaart is de kade rondom de inmiddels gedempte spuikom van Sommelsdijk ook nog aanwezig. Een minuutplan uit 1856 (NL-HaNA_4.ZHPB2_345) toont de indeling van de Westplaat met in aanzet de polderwegen Heerenweg en Boerenweg haaks op het Zuiddiep. Het oostelijke deel rechtgetrokken als poldersloot en vanaf de Boerenweg nog haar oude meanderende loop. Vanuit het zuiden haaks op het Zuiddiep komt de poldersloot aan die de grens van de beide oude Weipolders vormde. Bij de Buitendijk/ Bekadeweg van de polder Westplaat lijkt het westelijke deel van het Zuiddiep op deze kaart abrupt afgebroken. Het staartje van het Zuiddiep uitkomend bij het havenhoofd van Dirksland is nog wel aanwezig in de buitendijkse gorzen op de kaart uit 1835 (00013002616). Tussen het binnendijkse en buitendijkse deel bestaat geen verbinding meer. Op TMK kaarten is vanaf die tijd te zien dat de beide oevers van het westelijke deel van het Zuiddiep (dat vanaf 1835 Oude Haven wordt genoemd) bestaat uit rietland. De oude vaargeul is een smallere poldersloot geworden met rietoevers. In de jaren 50 van de 20ste eeuw zijn

95

‘sLandshaven is weinig beleefbaar en zichtbaar.

Het Havenkanaal is gedeeltelijk opgenomen in de woonwijk maar is niet herkenbaar als havenkanaal.


96

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

DORP, STAD EN LAND

POLDER WESTPLAAT FLAKKEE, ZUIDDIEP EN HAVEN (VERVOLG)

deze rietoevers verdwenen. Uiteindelijk wordt dan ook het afgebroken staartje van het Zuiddiep ingepolderd en ligt tot in de jaren 70 van de 20ste eeuw als steeds smaller wordende teensloot onderaan de kade. Uiteindelijk lost dit staartje op en is nu verdwenen. Uit de minuutplans en Oorspronkelijke Aanwijzende Tafels (1811-1832) blijkt dat het Zuiddiep en ‘sLandhaven in bezit zijn van David van Weel, Heer van Sommelsdijk, en in gebruik zijn voor de visfokkerij en rietteelt. De polder Westplaat heeft een blokverkaveling die haaks op de loop van het Zuiddiep is gericht. In het begin van de 20ste eeuw breidt door aanwassing de Westplaat zich middels bekadingen van gorzen steeds verder uit in noordelijke richting. De blokverkaveling verdwijnt in de naoorlogse periode gestaag. De lengtesloten die afwateren naar het Zuiddiep worden behouden maar de dwarssloten worden gedempt. Vanaf de jaren 60, 70 verschijnt de eerste buitendijkse bebouwing in de oude loop van het havenkanaal aan de havenkom en de gedempte spuikom. Aan het begin van de 21ste eeuw worden de oude Weipolders volgens een samenhangend stedenbouwkundig ontwerp ontwikkeld. Hierbij zijn oude watergangen zoals de Nieuwe Sas gedempt en/of verplaatst of gedeeltelijk weer opengelegd, zoals een deel van het oude havenkanaal van Sommelsdijk. De kaart van Cruquius uit 1733 toont de aansluiting van de haven van Sommelsdijk op de vaargeul van het Zuiddiep.

Huidige kenmerken De nieuwe bebouwing op de grens van de oude Wei-

polders en polder Everdina heeft de waterstructuur van het oude havenkanaal gedeeltelijk weer aan de oppervlakte gebracht. De verkavelingsstructuur van poldersloten, bedijkingen, kades als grenzen tussen de verschillende inpolderingen en de verschillende verkavelingsstructuren zijn echter grotendeels genegeerd en daardoor niet meer herkenbaar. Het Zuiddiep/ Oude Haven is via duikers verbonden met de haven van Middelharnis en middels een nieuwe loop met het havenkanaal van Dirksland. Deze verbindingen zijn echter niet bevaarbaar. Motivering Zuiddiep: Hoge waarde Ontstaansgeschiedenis, ensemblewaarde en situationele waarde, zeldzaamheid Dijken: Hoge waarde, ontstaansgeschiedenis, ensemblewaarde en situationele waarde, zichtbaarheid Haven: Redelijk hoge waarde, ontstaansgeschiedenis ‘sLandshaven en oude spuikom: Hoge waarde, ontstaansgeschiedenis, situationele en ensemblewaarde, zeldzaamheid/zichtbaarheid Transformatiekader > Visie • Zichtbaarheid bedijkingen en kaden behouden/maken -> In nieuwe ontwikkelingen worden de lange structurerende lijnen vaak genegeerd waardoor de structuur van de polder wordt aangetast. Bij ontwikkelingen deze lijnen als structurerende lijnen beschouwen


DORP, STAD EN LAND

Verkavelingspatronen respecteren en herstellen > De patronen geven richting en schaal aan het landschap en hebben hun rol in de waterhuishouding. Met de rationalisering van het landschap zijn de verfijnde blokverkavelingspatronen verdwenen. In jongere ontwikkelingen worden de verkavelingspatronen ook stelselmatig genegeerd. Bij (her-) ontwikkeling worden de structuren gerespecteerd en/of hersteld. Poldersloten kunnen een blijvende rol spelen in de waterhuishouding Cultuurlijk watersysteem respecteren en ter in• spiratie > In het polder- boezemsysteem stonden watergangen niet op zichzelf. De havenkanalen, kreken en spuikommen maakten deel uit van het polder-/boezemsysteem. Via uitwateringssluizen en gemalen werd het polderwater geloosd op de spuikommen en havens. Veel watergangen en hun kunstwerken die voor het huidige watersysteem overbodig zijn geworden verdwijnen of zijn al verdwenen. Voor de beleving en identiteit van het landschap is behoud en herstel belangrijk ‘sLandshaven als waardevol historisch element respecteren > ‘sLandshaven was de oudste haven van Sommelsdijk. Deze structuur, inclusief restanten van duikers/uitwateringssluis, dient als waardevol element te worden gerespecteerd bij nieuwe ontwikkelingen Openheid en agrarisch karakter aanwaspolder als inspiratiekader > De huidige jonge woongebieden zijn ontworpen in een gebiedsvreemde dichtheid en suburbane stijl waardoor het agrarische karak-

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

ter en de openheid van de nieuwe aanwaspolders zijn verdwenen of dreigen te verdwijnen. De overgang en het contrast tussen de oudelandsepolder en de aanwaspolder zijn hierdoor ook diffuus geworden. Bij transformatie dienen het open en groene agrarische karakter en de cultuurhistorische kenmerken van de aanwaspolder als inpiratiekader. Bebouwde groene en/of blauwe kamers met streekeigen karakter en beplanting in het open landschap zijn denkbaar Zuiddiep als beleefbare groen-blauwe ruggegraat > Het Zuiddiep is een bijzonder natuur- en cultuurhistorisch relict in het landschap. Op hoogtekaarten zijn de aardkundige sporen van de oude loop van deze vaargeul nog zichtbaar. De watergang is bij inpoldering van de plaat geredu­ ceerd tot watering in de slotenstructuur. Deze waterstructuur als doorgaande lijn in het landschap behouden en versterken. Dit kan ruimtelijk door watergang te verbreden en rietoevers (eeuwissen) aan te brengen of te herstellen. Het aanbrengen van een bevaarbare route tussen de haven van Middelharnis en het havenkanaal van Dirksland verdient aanbeveling.

97

Huidige westelijke spuikom.

Het huidige Zuiddiep.


98

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

DORP, STAD EN LAND

POLDER WESTPLAAT FLAKKEE, ZUIDDIEP EN HAVEN (VERVOLG)

Op deze kaart uit 1809 is de loop van de oude haven met de

Op deze kaart uit 1793 is nog goed de loop van het oude Zuiddiep te zien. Ook het havenkanaal van Sommelsdijk dat daarop aansluit en

oude spuikommen te zien. Beide spuikommen zijn verdwenen.

‘sLandshaven.


DORP, STAD EN LAND

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

99

Het Zuiddiep als hoofdwatering in de nieuw te bedijken Westplaat.

Op de kaart uit 1857 is de situatie na verkaveling te zien. Het Zuiddiep gaat gedeeltelijk onzichtbaar op in de verkaveling als poldersloot. Het havenkanaal is ook gereduceerd tot poldersloot.


100

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

DORP, STAD EN LAND


DORP, STAD EN LAND

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

5. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Kennis van de oorsprong, ontwikkelingen en veranderingen en kwaliteit van de eigen fysieke leefomgeving zijn van groot belang voor het vormen van een visie op ruimtelijke ontwikkeling. Wat is het waard te behouden en hoe houden we (of maken we) de kwaliteiten en het verhaal (weer) zichtbaar en beleefbaar? Groen en blauw erfgoed blijkt een belangrijke vestigingsfactor en draagt bij aan de omgevingskwaliteit. Deze studie geeft inzicht en een overzicht van de waarde van groene en blauwe structuren. Kennis hiervan kan bijdragen aan het versterken van de identiteit en de omgevingskwaliteit van Middelharnis en Sommelsdijk bij het ontwikkelen van ruimtelijk beleid. CONCLUSIES

Deze cultuurhistorische inventarisatie en waardering toont de rijke geschiedenis en ontwikkeling van groene en blauwe structuren in Middelharnis en Sommelsdijk. Uit dit onderzoek blijken de structuren zeer divers in schaal en periode van ontwikkeling en betekenis voor het gebied. Beide dorpen hebben een 16de eeuwse dorpskern die is opgebouwd volgens het sleuteldorpprincipe. Ondanks aantasting zijn de ensemblewaarde, zichtbaarheid en herkenbaarheid hoog. Langs de ringdijk is de verscheidenheid aan groenstructuren en de relatie naar de omgeving afwisselend. Kenmerkend waren de dorpsranden met de hovencomplexen die zich aan de west- en oostrand van beide dorpen nog bevinden. Het directe ommeland van de dorpen was aanmerkelijk meer verdicht met groenstructuren als boomgaarden en bomenlanen dan nu het geval is. In de hovenstructuur neemt de Gemeentetuin een bijzondere plaats in als zeldzaam restant van de zogenaamde ‘speel- of pleziertuinen’ met ‘speelhuisjes’. De geduikerde kreekrestant en teensloot De Vlieger maakte deel uit van het ensemble van de Gemeentetuin. Uit het onderzoek blijkt dat zich meer pleziertuinen in het gebied bevonden. In beide dorpen zijn fraaie straten met plantsoenen te vinden in de vroege dorpsuitbreidingen. Oude patronen werden daarin geformaliseerd. Het RTM tracé speelde een belangrijke rol in de ontwikkeling van het dorp. Het joeg ontwikkelingen aan en was van ruimtelijke invloed. Deze lijn is niet meer als eenheid herkenbaar maar toch bevinden zich daarlangs ook waardevolle groenstructuren. De waterstructuren als kreekrestanten, spuikommen en havens hebben lange tijd de structuur van de dorpen bepaald. Doordat hun rol is veranderd zijn ze kwetsbaar voor aantasting en verwijdering. De Wildemanskreek en ‘sLandshaven zijn kreekrestanten en hadden naast hun rol in het watersysteem ook een rol als aanvoerhavens. De spuikommen en steeds langere havenkanalen getuigen van de strijd tegen de verzanding. Ook de spuikommen zijn al verdwenen of dreigen te worden aangetast. De waterlichamen en de oevers speelden ook een rol in de visfokkerij en de rietteelt.

101


102

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

DORP, STAD EN LAND

Naoorlogse groenstructuren bevinden zich aan de rand van het dorp langs het RTM tracé en in de aanwaspolders zoals Hernesseroord. Dit complex heeft een bijzondere plaats in de architectuurgeschiedenis en het oeuvre van architectenbureau Van den Broek en Bakema. Zowel in de oudelandse polders als de aanwaspolders heeft schaalvergroting plaatsgevonden. De verscheidenheid aan blok- en kamverkavelingen is grotendeels verdwenen. Bovenstaande cultuurhistorische waarden zijn verbeeld in een cultuurhistorische waardenkaart die als basis kan dienen voor de vertaling van dit onderzoek naar het gemeentelijke bestemmingsplan. Transformatiekaders - visiekaarten Voor de verschillende deelgebieden zijn de cultuurhistorische kaders en kansen bij mogelijke (her-)ontwikkeling vastgesteld. Interne en externe partijen kunnen via het rapport en de samenvatting bij de ontwikkelingen in de deelgebieden kennis nemen van de cultuurhistorische ontwikkeling en kwaliteiten van het gebied waarmee rekening dient te worden gehouden. AANBEVELINGEN

Regeling in het bestemmingsplan Bij het opstellen van de cultuurhistorische waardenkaart is Dorp, Stad en Land (DSL) uitgegaan van drie waarderingscategorieën: zeer hoog (rood), hoog (oranje) en redelijk hoog (geel). Het is aan te bevelen om per categorie een eigen cultuurhistorische regeling in het bestemmingsplan op te nemen. Wat betreft de ‘zeer hoog’ en ‘hoog’ gewaardeerde landschappelijke en stedenbouwkundige structuren stelt DSL aan te sluiten bij de beleidslijnen ‘behoud van karakter’ en continuïteit van karakter’. Concreet betekent dit dat de betreffende structuren een dusdanig hoge cultuurhistorische waarde hebben dat het wenselijk is dat zij worden behouden. In de beschrijvingen van deze structuren is aangeven wat de behoudenswaardige onderdelen zijn. Indien behoud niet mogelijk is beveelt DSL aan bij eventuele verwijdering en/of transformatie zoveel mogelijk aan te sluiten op de cultuurhistorische waarde in de omgeving. De ‘redelijk hoog’ gewaardeerde structuren zijn weliswaar ondersteunend bij het totaal van cultuurhistorische waarden maar zijn op zichzelf aangetast. De beschermde regeling in het bestemmingsplan kan zich richten op het vastleggen van de contouren van de structuren in de enkelbestemming. Hier geldt de beleidslijn ‘inspiratie en respect’. DSL adviseert de gemeente bij nieuwe ontwikkelingen zoveel mogelijk rekening te houden met de bestaande cultuurhistorische structuren.


DORP, STAD EN LAND

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

Visie op groen De groenstructuren in de dorpsranden en het directe ommeland hebben een informeel en agrarisch karakter. Hierdoor zijn ze zeer kwetsbaar voor aantasting. De samenhang wordt bepaald door het openbare en particuliere groen, type belanting, watergangen, (weg-)profielen, materialisering, mate van open en geslotenheid, zichtlijnen en bebouwing. De inrichting van erven en erfgrenzen en behouden van openheid is bepalend voor de toekomstige kwaliteit van het gebied. Ook in de bebouwde kom is de groenstructuur kwetsbaar. In de historische woongebieden is het groen voor de waarde en kwaliteit afhankelijk van de samenhang met het private groen. Aandacht voor invulling van voortuinen zoals samenhangende blokhagen in de tuindorpgebieden is nodig om verstening van het private groen tegen te gaan. Een visie op de kernkwaliteiten en gedegen groeninventarisatie (zoals het herijken van de bomeninventarisatie) is nodig. Aandachtspunten • Streekeigen (her)beplanting /bomenkap In verscheidene straten uit de historische woongebieden zijn bomen gekapt en heeft herplant plaatsgevonden. Bij herplant is groeiplaatsverbetering essentieel om de duurzaamheid van de groenstructuur te garanderen. Bij keuze voor herplant hoeft niet altijd de gekapte soort te worden hergeplant. Belangrijk is het streekeigen karakter en de klimaatadaptiviteit van de soort. Ook kan de profilering van de straat worden heroverwogen om beter op het historische karakter van de straat aan te sluiten. • Binnenterreinen In de verkaveling van beide dorpen zijn op de bouwvelden flinke binnenterreinen overgebleven. Deze zijn niet onderzocht maar lijken vanaf luchtfoto’s te bestaan uit restanten van hovencomplexen. Nader onderzoek naar deze verborgen structuren is gewenst. • Aandacht voor wederopbouwstructuren en ensembles Wederopbouwensembles hebben een onderscheidend groen karakter. Deze worden bij herontwikkeling vaak over het hoofd gezien. Aandacht en wellicht nader onderzoek kan richting geven voor behoud en herontwikkeling. • Centrale Proeftuin De Centrale Proeftuin valt buiten het onderzoeksgebied. Onbekend is of hier nog veel restanten van over zijn gebleven. Nader onderzoek is aan te bevelen. • Begraafplaatsen onderzoek In dit onderzoek is een beperkte beschrijving van de Joodse, katholieke en Oude Algemene Begraafplaats opgenomen. De beide Algemene Begraafplaatsen in Sommelsdijk en Middelharnis zijn niet opgenomen in dit

103


104

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

DORP, STAD EN LAND

onderzoek maar uit dit onderzoek is gebleken dat zich op de locatie van begraafplaats Vrederust een pleziertuin bevond. Om een compleet beeld van de cultuurhistorische waarden van de begraafplaatsen te verkrijgen adviseert DSL een uitgebreid cultuurhistorisch onderzoek naar de begraafplaatsen uit te voeren. Het onderzoek zou uit drie onderdelen moeten bestaan: 1. Waardering: een analyse en waardering van de historisch gegroeide structuur van de begraafplaats waarin alle componenten van de begraafplaats aan bod komen: het groen (aanleg en beplanting), het rood (bebouwing), het blauw (waterstructuren) en het grijs (graven en monumenten). 2. Bescherming: aan de hand van bovenstaande bevindingen kan een keuze worden gemaakt uit verschillende typen bescherming van de cultuurhistorische waarde van de begraafplaats. Gedacht kan worden aan het aanwijzen van (een gedeelte van) de begraafplaats als gemeentelijk monument. Mogelijk kan een aantal afzonderlijke graven als monument worden aangewezen. Restauratie, onderhoud en beheer: daarnaast is het van belang in het onderzoek aandacht te besteden aan de staat waarin de begraafplaats en de graven zich bevinden. • Historische bouwkunst en stedenbouwkunst Het onderzoek beperkt zich tot historische groene en blauwe structuren. Vanwege de onlosmakelijke samengang is stedenbouwkunst waar nodig kort beschreven. Nader onderzoek naar de historische bouwkunst en stedenbouwkunst in samenhang met de groene en blauwe structuren is aan te bevelen om een completer beeld te krijgen van de cultuurhistorische waarden van het gebied. • Aardkundige structuren De aandacht voor aardkundige structuren en erfgoed neemt toe. In het plangebied bevinden zich overblijfselen van het natuurlandschap waarin platen, stroomgeulen en kreekruggen zijn gevormd. Omdat aardkundige structuren geen onderdeel waren van dit onderzoek worden ze niet altijd expliciet genoemd. • Klimaatverandering en adaptatie Groen en blauwe structuren kunnen bijdragen de gevolgen van klimaatverandering te vangen. Historische groene en blauwe structuren zijn reeds aanwezige structuren met hun eigen ‘genius loci’ waarvan de mitigerende capaciteit beter kan worden benut. Nader onderzoek zoals een ‘stresstest’ wordt aanbevolen. Tot slot, het onderzoeksgebied betreft slechts de kernen en dorpsranden van Sommelsdijk en Middelharnis. De cultuurhistorische waarden houden echter niet op bij deze grenzen. Het is aan te bevelen om (thematisch) onderzoek nog verder uit te breiden langs de verschillende cultuurhistorisch waardevolle lijnen binnen de ringdijk en vervolgens in de aanwaspolders.


DORP, STAD EN LAND

Kaart uit 1753 (Nationaal Archief).

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART GROEN MIDDELHARNIS & SOMMELSDIJK

105


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.