PSC Magazine Editie 6-2017

Page 1

Editie 6 • 2017 • 7 e jaargang

Vroeg beginnen met het trainen van de hersenen om burn-out te voorkomen

Boksen in de hulpverlening

Uitputting door stress

DE INFORMATIEBRON VOOR PROFESSIONALS IN DE PSYCHOSOCIALE GEZONDHEIDSZORG AANGESLOTEN BIJ DE NFG, ROSEGARDEN EN TPNET



Vo or woord

Rivier De laatste editie van PSC Magazine in 2017. Ieder jaar is die laatste editie zo’n moment dat ik even achter mijn oor krap en terugkijk op het jaar. Die eerste editie lijkt namelijk nog helemaal niet zo lang geleden. Voor editie 1 hadden we een interview met Marinus van den Berg. Ook hij keek terug. Maar dan op de bijna 70 jaar van zijn leven. Hij zei: ”Ik ben mijn dagboek van 2016 aan het uitkammen. En het is net alsof ik door een meanderende rivier ben gezwommen en nu aan de kade sta en terugloop langs de oever. Nu zie ik wat mij in een jaar heeft beziggehouden. En ik zie dat op een aantal punten de rivier niet meer hetzelfde stroomt. Voor mij is dat een metafoor. De zin van het leven is geen rechte lijn, maar een meanderende rivier.” Nog iets waarop ik terug kijk: onze columnisten. En dat doe ik omdat ik weet dat 1 van hen deze keer een laatste column voor ons heeft geschreven, namelijk Cathelijne Wildervanck. In 2015 schreef ze de eerste column voor PSC Magazine en in deze editie kunt u haar laatste lezen. Ik heb enorm genoten van haar columns: persoonlijke belevenissen, grappig, gevat en inspirerend. We hebben mee mogen kijken met wat haar in deze 3 jaren heeft beziggehouden, haar meanderende rivier. Waar ze achter kwam, zoals ze me vertelde, is dat ze zin heeft in nieuwe dingen met meer interactie: de inspirerende filmpjes die ze maakt over ADHD en ADD. U kunt haar dus blijven volgen op YouTube via deze filmpjes! Voor deze editie hadden we een interview met Carien Karsten, psychotherapeut en coach. Ze is gespecialiseerd in het onderwerp burn-out waarover ze verschillende boeken schreef: “Ik was de eerste in Nederland die een, zeg

maar, makkelijk boek schreef over burnout (Omgaan met burn-out, 1999). De term burn-out is zo’n 20 jaar geleden in de mode gekomen. En wat ik toen al schreef: ik denk niet dat de term er zo snel uit zal gaan.” Karsten benadrukt: “Zorg eerst dat je doet wat nodig is voor het herstel en dat iemand weer aan het werk kan, en geef dan mee wat deze persoon kan doen om te zorgen dat dat herstel langdurig is. Iemand moet eerst weer een beetje grond onder de voeten krijgen, voordat hij weer greep op zichzelf en zijn leven heeft en voordat hij zin kan geven aan wat belangrijk is in het leven.” Terwijl u de verschillende interessante artikelen kunt lezen in deze laatste editie van het jaar (onder andere over neurofeedback, boksen in de hulpverlening, rouwen na het verlies van een baby, uitputting door stress en Psychosociale Kwantumtherapie) zijn we hier op de redactie al vooruit aan het kijken naar het nieuwe jaar. Wij maken lijstjes van interessante mensen om een interview mee te houden en interessante onderwerpen voor artikelen, en we kijken welke vaste items we willen behouden en welke nieuwe we kunnen toevoegen. En uiteraard wil het oog ook wat!

"Mocht u net als

ik de neiging hebben terug te kijken op het afgelopen jaar, dan hoop ik dat u een meanderende rivier ziet."

Natuurlijk zijn we op de redactie ook altijd erg nieuwsgierig naar uw mening. Heeft u ideeën of wensen, laat het ons dan vooral weten. Voor nu wil ik u veel leesplezier wensen. Mocht u in deze tijd van het jaar net als ik de neiging hebben terug te kijken op het afgelopen jaar, dan hoop ik dat u een meanderende rivier ziet. Een rivier die haar weg vervolgt in 2018 en u hopelijk op prachtige plekken brengt!

PSC

3


C o lofon

Colofon PSC MAGAZINE, DE INFORMATIEBRON VOOR PROFESSIONALS IN DE PSYCHOSOCIALE GEZONDHEIDSZORG AANGESLOTEN BIJ DE NFG, ROSEGARDEN EN TPNET Hoofdredactie Sacha van den Ende E-mail: sacha@pscmagazine.nl Bladmanagement: Maartje Albert E-mail: maartje@pscmagazine.nl Eindredactie: Marianne Smits Redactieadres Waterviolier 40 2498 ES Den Haag Telefoon: +31 (0)6 12 98 64 89 E-mail: redactie@pscmagazine.nl Uitgever Inspired Publishing Contactpersoon: Sacha van den Ende Waterviolier 40 2498 ES Den Haag Telefoon: +31 (0)6 23 63 38 65 info@inspiredcommunications.nl Vormgeving Eefje Kleijweg | The Fine Line Studio www.thefineline-studio.com

6 Inhoud

Druk Drukkerij Damen Lezersservice PSC Magazine verschijnt zes keer per jaar. Het wordt toegezonden aan alle register- en aspirantleden van de beroepsorganisatie NFG en de leden van TPnet en Rosegarden. Abonnementen Jaarabonnementen per zes nummers: â‚Ź 39,95. De abonnementsprijs dient bij vooruitbetaling te worden voldaan. U ontvangt hiervoor een factuur. Nieuwe abonnementen kunnen op elk moment van het jaar ingaan.

3

Voorwoord Sacha van den Ende

6

Vroeg beginnen met het trainen van de hersenen om burn-out te voorkomen

Opzegging dient schriftelijk, ten minste 2 maanden voor afloop van de abonnementsperiode te worden ingediend bij de uitgever.

Interview met Carien Karsten

Adreswijzigingen Adreswijzigingen graag zo spoedig mogelijk schriftelijk indienen bij de uitgever per post of per e-mail: abonnement@pscmagazine.nl Losse edities Kijk voor losse edities op www.pscmagazine.nl

10

blijvend verlangen naar je kind van

Disclaimer De informatie in dit blad is uitermate zorgvuldig opgesteld en gecontroleerd. De uitgever is evenwel niet aansprakelijk voor de inhoud van ingestuurde c.q. aangeboden artikelen, product-informatie en voor eventuele schade als gevolg van vermeende (medische) adviezen, onverhoopte onjuistheden en/of onvolledigheden. De uitgever draagt geen verantwoordelijkheid voor de inhoud van advertenties. Informatie over gebruikte bronnen kan opgevraagd worden bij de redactie. ŠCopyright Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Inspired Publishing. Alle rechten voorbehouden.

4

PSC

Rouwen na het verlies van je baby, de toekomst Kathy Beckers-Mansell

13

Column Wilma de Haas


In h o u ds opg ave

17 27 ED I T I E 6 • 20 1 7

14

29

Column Hanneke Nijkamp

30

Uitputting door stress TPnet

Onno K. & Gendia van Cappellen

33

Column Martine Clausen

WETEN, DURVEN en DOEN

34

Zintuigenprikkels

36

Psychosociale Kwantumtherapie

Train je brein. Neurofeedback, als leertherapie Stella Daamen

17

22

Boksen in de hulpverlening

Minke Verdonk 24

Zintuigenprikkels

27

Millennial: 'Burn-out krijgen hoort

Edo Mathijssen 38

Crossuite

erbij' Anderzorg 28

Column Cathelijne Wildervanck

PSC

5


Vroeg begi nnen met h et tra i n en v a n d e h ersen en o m b u r n- o u t t e v o o r ko m e n

I NTE R VI EW M ET C AR IEN KAR S T EN

Vroeg beginnen met

het trainen van de hersenen

om burn-out te voorkomen Carien Karsten is psychotherapeut en coach. Ze geeft workshops en trainingen over preventie van stress en burn-out en in haar praktijk in Amsterdam behandelt ze mensen met diverse klachten, waaronder spreek-, faal- en auditieangst en posttraumatische stress. Ook leidt ze anderen op in het coachen van mensen met stress- en burn-outklachten. Ze studeerde Nederlands Recht en Klinische Psychologie aan de Universiteit van Groningen en promoveerde op de wijze waarop heroïneprostituees zich door het leven slaan. Sindsdien heeft ze heel wat boeken geschreven vanuit haar eigen ervaringen en professionele nieuwsgierigheid. Zoals ze zelf zegt: “Ik richt me daarbij zoveel mogelijk op de nieuwste wetenschappelijke inzichten en combineer deze graag met creatieve manieren om problemen aan te pakken. Als het maar even kan, onderzoek ik de effectiviteit van therapievormen, of ik ga af op onderzoek van anderen.” Onlangs kwam het werkboek uit bij haar boek Uit je burn-out dat in 2001 verscheen en verscheidene malen is herdrukt. Je hebt een flink lijstje boektitels op je naam staan. Hoe ben je beland bij het onderwerp burn-out? Dat was eigenlijk heel eenvoudig. Vroeger heb ik door een schaatsongeluk een whiplash gehad en viel ik uit van mijn werk door whiplashklachten. Ik werkte al als psychotherapeut en was hoofd van preventie toen een collega mij vroeg, of ik geen burnout had. 6

PSC

In die tijd kwam die term net in zwang en ik vond haar vraag interessant. Ik had net een boek geschreven, mijn eerste boek na mijn proefschrift, over whiplash en ik vroeg de uitgever of een boek over burn-out niet interessant zou zijn, aangezien dat er nog niet echt was. Ik was de eerste in Nederland die een, zeg maar, makkelijk boek schreef over burnout (Omgaan met burn-out, 1999). Daarna schreef ik het praktische boek Uit je burnout, een dertig dagen programma. Met dit boek wilde ik therapeuten en andere hulpverleners duidelijk maken, dat ze als doel werkhervatting voor ogen zouden moeten nemen en daarbij passend de stappen zouden moeten zetten om dat mogelijk te maken. Vaak zag en zie ik dat therapeuten en coaches de hele persoon van iemand met een burn-out aanpakken. Dat is misschien wel nuttig, maar dat is een proces dat lang kan duren. Het was in de begintijd dat de burnout in het maatschappelijke beeld kwam heel gewoon, dat iemand wel 2 jaar uit het werkproces was. Ik heb de invalshoek anders genomen en gekeken naar wat er nodig is om terug te keren op het werk. Hoe ben je te werk gegaan met het onderwerp burn-out? Ik ben interviews gaan houden om te weten te komen wat een burn-out precies is en hoe die zich voordoet bij allerlei mensen. Daarna ben ik hulpverleners gaan interviewen om erachter te komen wat zij

allemaal toepassen en welke strategieën zij hebben. Ik bekeek de verschillende methoden en paste die in de systeemtherapie waar ik zelf op dat moment in bedreven was. En zo is het boek ontstaan. En doordat het boek er was, werd ik vanzelf specialist op dit gebied. Het boek over whiplash is eigenlijk op dezelfde manier ontstaan. Er was geen eenvoudig boek over het onderwerp en omdat ik zelf met allemaal vage klachten zat en niet goed wist wat er nu aan de hand was, ben ik me in het onderwerp gaan verdiepen en mensen gaan interviewen. Uit deze gebeurtenissen en de boeken die daaruit gevolgd zijn, kan de conclusie wel getrokken worden dat je van schrijven houdt. Ja, ik heb schrijven altijd leuk gevonden. Naast psychologie heb ik rechten gestudeerd en toen ik werkzaam was in dat vakgebied, publiceerde ik al. En ook in de psychologie ben ik dit gaan doen, maar dan in de vorm van onderzoek en een proefschrift. Het schrijven van dat proefschrift heeft heel wat jaartjes geduurd en toen het eenmaal af was, vond ik het prettig om meer journalistiek te gaan schrijven voor een bredere doelgroep. Ik heb ook wel boeken geschreven over andere onderwerpen, bijvoorbeeld over geluk en over koopverslaving - ik was toen werkzaam in de verslavingszorg. Ik vind het gewoon heel leuk om wat ik doe te reflecteren en er dus over te schrijven. Het laatste boek dat ik geschreven heb,


In t e r v i e w m e t C ar i e n Ka r s t e n

Fotografie: Merel Huisink

"Ik heb als invalshoek genomen te kijken naar wat er nodig is om terug te keren op het werk."

PSC

7


Vroeg begi nnen met h et tra i n en v a n d e h ersen en o m b u r n- o u t t e v o o r ko m e n

is het werkboek bij Uit je burn-out. Dit is vooral een praktisch boek met oefeningen en vragenlijsten. Het boek is ook geschikt voor coaches en andere hulpverleners om een handreiking te hebben voor de structuur van het proces, zodat ze heel geleidelijk het herstel van iemand kunnen begeleiden. Naast de boeken heb je je praktijk. Zie je hier dat de mensen die bij jou in de praktijk komen, aansluiten bij de doelgroepen van je boeken? Ja, ik zie in mijn praktijk veel mensen met een ernstige mate van burn-out of tegen een burn-out aan lopen. Gelukkig krijg ik veel mensen die ter preventie door hun bedrijfsarts of HR-afdeling naar mij worden verwezen. Ik begeleid ook wel teams waarbinnen conflicten bestaan, want ook hier kunnen mensen aan onderdoor gaan. Dan leer ik mensen hoe ze met conflicten om kunnen gaan en hoe ze feedback kunnen geven. Al met al heel afwisselend. Kun je een voorbeeld geven van hoe jouw praktijk je aan het schrijven zette? Een heel concrete aanleiding om het boek Uit je angst, in je kracht te schrijven was dat ik leden begeleidde van het Concertgebouworkest met podiumangst. Iets dat natuurlijk ook bij andere orkesten speelt en wat moeilijk aan te pakken is. Dat was dus een interessante uitdaging voor mij. Ik werkte intensief met een blazer die internationaal behoorlijk wat solo-optredens had. Om de angst te onderdrukken gebruikte hij onder andere bètablokkers. Voor mij was het als psycholoog een mooi onderzoek om te kijken welke verschillende methoden er bestaan om deze man van de bètablokkers af te krijgen en van die angst. En dat is ook gelukt! Vanuit deze ervaring leek het me leuk dat boek over angst op te zetten. En ik ken van mezelf ook een aantal angsten die ik kende gebruiken bij het tot stand komen van dit boek. Veel boeken over angst hebben als uitgangspunt cognitieve gedragstherapie, dus dat je je gedachten moet veranderen. Of ze hebben ademhaling als uitgangspunt, of inspanning en onderspanning. Dat zijn allemaal goede tips afzonderlijk. Maar ik ben meer de psychologische interventies gaan bekijken, die invloed hebben op het emotionele brein. En die kunnen een handige invalshoek vormen. Een voorbeeld is Heart 8

PSC

Assisted Therapy ® (HAT). HAT richt zich op het emotionele brein en neemt de negatieve lading van een emotionele ervaring weg. Kort gezegd werkt dit met het leggen van je handen op je hart, ademhaling en tegen jezelf zeggen dat je jezelf accepteert, ook al komt er - in het geval van mijn cliënt - geen toon uit je blaasinstrument. Heel concreet leer je jezelf steeds weer accepteren (cognitieve herwaardering). Een andere methode is EMDR. Die kun je ook op een zelfhulp manier toepassen. Wat bij mijn cliënt goed hielp, was het gebruik maken van geur. Als hij de parfum van z’n vriendin op z’n pols wreef, ervaarde hij ter plekke een gevoel van veiligheid. Volgens mij heeft hij tegenwoordig niet eens een hulpmiddel meer nodig voor z’n optredens. Ik heb alle methoden ook zelf geprobeerd. Zo ben ik bijvoorbeeld van mijn hoogtevrees afgekomen. In die tijd kreeg ons huis een nieuw dak en ben ik zelf de steigers opgeklommen. Ik ben wel voor die aanpak: dat je je blootstelt aan wat je vreest. Uiteindelijk kun je thuis oefenen en visualiseren, maar ik denk dat je het dan ook in de praktijk moet brengen. De methode die ik heb gebruikt voor mijn hoogtevrees, wordt veel in Frankrijk gebruikt, waarbij je op een bepaalde manier je handen vouwt, je naar binnen keert en ademhaalt. Wat je doet, is je totaal afleiden, zodat je niet meer bezig bent met je angst. Als je merkt dat je dan gedaan hebt waar je bang voor was, bemerk je de overwinning. Je moet het natuurlijk wel herhalen. Zelf heb ik ook mijn angst voor honden en

duiken aangepakt met de methode van de handen op het hart. Die angst voor honden ontstond toen ik 6 was. Ik heb mijn ervaring met een bijtend teckeltje overal op geprojecteerd. Nu zie ik ook wel het absurde van die angst. Uiteindelijk zijn veel angsten absurd wanneer je er buitenstaat en er goed over nadenkt. Ja, dat is zo. Het gekke is dat de ene persoon meer aanleg heeft voor angsten en de andere voor depressie. Ik zie dat bij mijn cliënten. Als de stress oploopt en mensen tegen een burn-out aan komen te zitten, zijn de eerste signalen die zichtbaar zijn bij de één angst en bij de ander somberheid. Natuurlijk zijn er nog meer opties; sommige mensen gaan volledig op in de ontkenning en gaan maar door en door. Op een gegeven moment crasht dat. Dat gebeurt ook in de andere twee gevallen: de somberheid slaat om in depressie en dan heb je een burn-out en een depressie; een heel moeilijke combinatie om aan te pakken die meestal wat langer duurt. De angsten worden paniekaanvallen en wanneer de burn-out wordt aangepakt, gaan die paniekaanvallen en angsten vaak vanzelf over. Je maakt de dingen graag praktisch. Ja en dat is ook de reden dat ik het werkboek Uit je burn-out heb geschreven. In het gewone boek geef ik enorm veel voorbeelden, voorbeelden waarin mensen zich kunnen herkennen. Dit helpt bij het herstel.


In t e r v i e w m e t C ar i e n Ka r s t e n

Sommige mensen zeggen wel dat het boek net het idee geeft dat ze in een groepstherapie zitten. Er is ontzettend veel leesvoer. Voor andere mensen is het lezen net te veel; die hebben in het begin meer de behoefte om structuur te krijgen in hun dagen. Op een praktisch niveau, maar wel vanuit een bepaald concept. Dit stond nog niet in mijn andere boeken, vandaar dat ik het werkboek heb geschreven, juist met dit doel. Er staan veel oefeningen in. Ieder hoofdstuk begint bijvoorbeeld met een dagboekoefening. En dan volgen er praktische oefeningen voor die dag, waaronder ademhalingsoefeningen en aandacht voor eten of slapen. Verderop in het boek wordt het aanpassen van emotionele factoren besproken, hoe je het piekeren kunt doorbreken. Aan het einde van het boek bespreek ik hoe je zin kunt geven aan wat belangrijk is in het leven. Iemand moet eerst weer een beetje grond onder de voeten krijgen, voordat hij weer greep op zichzelf en zijn leven heeft. Burn-out betekent een enorm controleverlies. Het werkboek is een eerste manier om die controle weer terug te krijgen. Veel mensen hebben in het begin van een burn-out moeite met lezen. De korte stukjes in het werkboek zijn vooral bedoeld om te motiveren; zinvolle informatie, maar beperkt. De term burn-out is betrekkelijk nieuw. Wat is jouw kijk hierop? De term burn-out is zo’n 20 jaar geleden in de mode gekomen. En wat ik toen al in mijn boek schreef: ik denk niet dat de term er zo snel uit zal gaan. Dit zeg ik met het oog op ons stresssysteem dat voornamelijk primair is en ons in staat stelt in de wildernis te overleven. Het reageert overal op: op

"Uit onderzoek blijkt dat driekwart van de tieners en jongwerkenden stress ervaart. Dat kan toch niet de bedoeling zijn."

dat wat we verbeelden en op dat wat werkelijk gebeurt. En de maatschappij is nu eenmaal anders geworden; een ongelofelijke hoeveelheid aan prikkels en informatie komt op ons af, de keuzemogelijkheden zijn enorm en de onzekerheid op de arbeidsmarkt is groot. Hierdoor worden mensen angstig en angst is een belangrijke oorzaak voor stress. De buitenwereld is stressvoller geworden en dit prikkelt het interne systeem dat daardoor aangejaagd of angstiger wordt. En de stress gaat niet meer vanzelf weg, dus mensen blijven zich gejaagd voelen. Dit is iets dat al 20 jaar gaande is. We leven in een complexe samenleving en onze activiteiten raken steeds meer verbonden met technologie. De grens tussen werk en privé en daarmee inspanning en ontspanning is er gewoonweg niet meer. Dit is echt iets waarvan we met elkaar moeten bedenken, wat we ermee gaan doen. Het kan niet eindeloos doorgaan. In het onderwijs bijvoorbeeld heeft meer dan 20% van de leerkrachten burn-outklachten. De maatschappij van 50/60 jaar geleden was anders. De zingeving was veel duidelijker, de instituties bestonden nog, de man-vrouwverhouding was anders (vrouwen zijn nu gelukkig veel zelfstandiger), maar het was toen een stuk simpeler. De wereld waarin we leven, verandert, en snel ook, maar ons brein verandert niet, of maar heel langzaam. Dat brein werkt bij dreiging nog steeds op de primitieve manier met de vecht-, vlucht- of bevriesrespons. Als die dreiging voor mensen zo

voelbaar is met het oog op bestaansveiligheid, blijft het stressmechanisme maar aanstaan. Uit onderzoek blijkt dat driekwart van de tieners en jongwerkenden stress ervaart. Dat kan toch niet de bedoeling zijn. Ik denk dat het uiteindelijk zover komt dat er net als over gezonde levensstijl, voeding en niet-roken, ook over stress voorlichting zal komen vanuit de overheid. Gelukkig zie je al wel initiatieven. Zo wordt er op sommige scholen lesgegeven in mindfulness en zijn er verschillende mindfulness-apps voor (jonge) kinderen. En ik denk dat het goed is om vroeg te beginnen met het trainen van de hersenen. Wat zou je tot slot nog willen meegeven? Ik vind het belangrijk dat er niet alleen gekeken wordt naar de geest, maar ook naar het lichaam; dus dat de neurobiologische kant wordt betrokken bij de aanpak van burn-out. Het is bijvoorbeeld belangrijk te weten dat er stresshormonen zijn en welke delen van de hersenen beïnvloed worden door stress. Door kennis te hebben van de neurobiologische kant van stress, weet je beter wat je kunt doen om iemand te helpen, waar je bijvoorbeeld mee begint, of wat je na een week of 4 kunt gaan doen. Een goede opbouw dus. Ik blijf benadrukken: zorg eerst dat je doet wat nodig is voor het herstel en dat iemand weer aan het werk kan, en geef dan mee wat deze persoon kan doen om te zorgen dat dat herstel langdurig is.

PSC

9


Rouw en na het v erli es v a n j e b a b y, b l i j v en d v erl ang e n n aar j e ki n d v an d e t o e ko m s t

Rouwen na het verlies van je baby, blijvend verlangen naar je kind van de toekomst

Noem ik jouw naam Jouw naam weeft een lint van verbinding tussen jou en mij. Het vertelt over wie jij bent. Het vertelt over wie ik ben.

Een bron van herkenning, dat is jouw naam. Het draagt jouw leven in zich en de mijne. Je nam het mee én het blijft bij mij.

In alle toonaarden, in stilte, soms omfloerst door verdriet, vol liefde spreek ik van jou en noem ik jouw naam. Kathy Beckers-Mansell. Rouwen na het verlies van je baby (2017). Heeze: In de Wolken.

10

PSC

Verlies van een deel van jezelf Als een baby overlijdt, verliezen de ouders een kindje dat de kern vormt van hun gedroomde toekomst. De baby is letterlijk ontstaan uit de ouders en ten volle een deel van de moeder totdat het kindje geboren wordt en de navelstreng wordt doorgeknipt. Na het knippen van de navelstreng volgen er nog vele jaren waarin het kindje vrijwel volledig afhankelijk is van de ouders. De ouders vervullen de taak van zelfsturing voor het kindje, bepalen zijn oriëntatie in plaats en tijd, voorzien hem van een omgeving, geven hem toestemming voor de bevrediging van sommige impulsen en verbieden de bevrediging van andere impulsen. Ook in het geweten en het zelfbewustzijn van de baby wordt voorzien door de ouders. Door dit samenvallen van het kindje met de ouders is een gevoel van vereenzelviging met de baby evident. Ondanks de wetenschap dat de baby zelfstandig ademt en een individu is, voelt de baby aan als een verbreding van het eigen zelf. Je houdt met je hele wezen van je kindje. Dit wonderlijke proces is het fundament van liefde en van de onverbrekelijke loyaliteit tussen ouders en kinderen. Gaandeweg het leven, naarmate kinderen hun vleugels uitslaan, raakt dit fundament uit het directe zicht omdat het als het ware ‘bebouwd wordt met de afzonderlijke levenshuizen van ouders en kind’. Dat is een natuurlijk proces. Wanneer een kindje in de buik of kort na de geboorte overlijdt, is de vereenzelviging nog volledig of vrijwel volledig en verhindert de dood op wrede wijze dit natuurlijk proces. Ouders worden ruw afgesneden van hun kind: ze verliezen een deel van zichzelf én van hun toekomst

die door het kindje gekleurd zou worden. De dood neemt het kindje mee, maar de liefde blijft intact. Je blijft houden van je kind en er ontstaat een blijvend verlangen naar je kind van de toekomst. De rouw zit in de soep van mama en in het klussen van papa Het rouwproces om een overleden kind is een crisis die zich uit in alle aspecten van het leven. Er is niet alleen maar huilen; de rouw kruipt in alle hoeken en gaten van je wezen, het vraagt zoveel energie, je wordt er dodelijk vermoeid van. Schrijfster Kristien Hemmerechts, moeder van Ben en Rob, beiden in hun babybedje gestorven, beschrijft in het interview voor de docufilmpjes de mogelijke gevolgen voor het voelen, denken, doen en laten van een weeouder: ‘(…) die is misschien zelfs in shock, en die is daarom ook niet noodzakelijk een aangenaam mens. Vaak wordt uit het oog verloren dat zo’n verpletterend verlies jou misschien niet tot een prettig iemand maakt, het maakt je ook niet tot prettig gezelschap. Je bent misschien onredelijk, je bent misschien kregelig, je bent misschien dwingend, eisend. Je zeurt, je vertelt alles honderd keer hetzelfde (…).’ De levende kinderen zien, horen, voelen, proeven en ruiken de rouw in huis, ook als ze na het overlijden van een broertje of zusje geboren worden. Daarom is het ook nodig dat ouders niet verzwijgen dat er een kindje is overleden. Het verdriet ‘(…) hing als behangpapier in alle kamers van ons huis. Het zat verstopt in de soep van mama, in het klussen van papa (…)’ (Jef Aerts en Marit Törnqvist (2013). Groter dan een droom. Amsterdam: Querido’s).


K at h y B e c ke r s -Ma ns e ll

Tegenwichten in de weegschaal Gelukkig is er gaandeweg ook ruimte voor het geluk van muziek, voor de geur van warm brood en van ruimte voor ontmoetingen die groter zijn dan een droom. Dat geluk kan het verdriet niet wegnemen, maar geeft tegenwicht in de weegschaal van het leven. Het geven van tegenwicht in de weegschaal is een keuze die we telkens ‘moeten’ willen maken. Tegenover het verdriet geeft troost tegenwicht, tegenover boosheid is er verzoening nodig. Tegenover angst leggen we vertrouwen in de weegschaal, en nieuw geluk, zoals de geboorte van een volgend kindje, kan de pijn van het verloren geluk weer in een leefbaar evenwicht brengen. En tot slot is er het geschenk van de tijd, dat tegelijk een vloek kan zijn omdat het ons verder weg voert van ons overleden kind. Uiteindelijk kan de tijd toch bijdragen aan het onvrijwillige wennen aan de pijn van het verlies. Behalve het tegenwicht van de tijd, dienen tegenwichten zich niet vanzelf aan. Ze moeten gejut worden, nadat ouders als drenkelingen na de verwoestende schipbreuk weer tot zinnen komen. Als het anker van verlies in ons is geslagen, gaan we tijdens onze jutterstocht kijken hoe we waarde kunnen vinden in dat wat ons rest. Met verwondering en met diep respect kunnen we als samenleving zien hoeveel weeouders in staat zijn om de neerdrukkende rouwenergie te transformeren in zinvolle, positieve energie waarmee ze op grote of kleine wijze het leven mooier maken. Zo organiseert Nathalie van Stijn, die in 2013 haar dochtertje Juul verloor bij de bevalling, het Vlinderkindcafé voor lotgenoten. Haar rouwenergie heeft een weg gevonden naar zin en betekenis in het bieden van een plek van ontmoeting en troost. Alleen met je hart kun je goed zien Herkenning en erkenning zijn belangrijke ‘harten onder de riemen’ van weeouders. Als de samenleving in het algemeen en hulpverleners in het bijzonder over meer kennis en informatie beschikken over de impact van het verlies van een baby, kan voorkomen worden dat ouders extra leed te dragen krijgen door een verkeerde bejegening. We kunnen dan ouders beter ondersteunen bij het vinden van tegenwichten en het transformeren van hun

rouw. Alle kennis en informatie ten spijt, manifesteert rouw zich bij ieder afzonderlijk mens op een unieke wijze. Daarom kunnen we uiteindelijk het allerbeste helpen als we durven zien vanuit het hart, met mededogen en met zachtheid. Het vraagt van ons om ons best te doen om intuïtief te horen wat niet verwoord kan worden, te zoeken naar wat past bij degene tegenover

ons, moed te tonen om bij het verdriet van de ander te blijven. Zien vanuit het hart is de vrijheid gunnen aan de ander om te rouwen op de eigen wijze. ‘(…) alleen met je hart kun je goed zien. Het wezenlijke is voor de ogen onzichtbaar. (…)’ (Antoine de Saint-Exupéry (2005). De Kleine Prins. Rotterdam: Ad. Donker bv).

Fotografie: Jessica Vink

Op 22 november 2017 is Rouwen na het verlies van je baby. Blijvend verlangen naar je kind van de toekomst verschenen. Heeze: In de Wolken, geschreven door rouwtherapeut Kathy Beckers-Mansell, www.metjari.nl. Het boek is onderdeel van een project van Stichting Boeken van Betekenis, www.boekenvanbetekenis.nl. Het project heeft tot doel om herkenning en erkenning te bieden aan ouders die een baby verliezen en om kennis en informatie te verspreiden in onze samenleving, zodat deze ouders op een goede manier ondersteund kunnen worden. Het project bestaat uit het boek, bijbehorende docufilmpjes, de schenking van 100 boeken aan ziekenhuizen door het hele land en zoveel mogelijk lezingen. Vanuit de behoefte aan een naam die een weerspiegeling biedt van de ingrijpende verandering na het overlijden van een kind, neemt de auteur de vrijheid om ouders die een kind verloren hebben weeouders – weevader – weemoeder te noemen.

PSC

11


TEAMWORK!

Voedingsstoffen werken beter in teamverband

Nieuwe uitgebalanceerde complexformules Slaap Formule; een 1 per dag formule met hop, passiebloem en valeriaan om de nachtrust te bevorderden. Valeriaan helpt ook om uitgerust wakker te worden. Bevat tevens goudpappaver (slaapmutsje) om te ontspannen en lekker in te slapen. Verkrijgbaar in twee verpakkingseenheden (30 en 60 vegetarische capsules). GABA Formule; een unieke combinatie van GABA, taurine, L-theanine en inositol in een smakelijke kauwtablet. Zie voor meer informatie www.vitortho.nl/producten over deze en onze andere nieuwe complexformules.

GEAVANCEERDE VOEDINGSSUPPLEMENTEN MET EEN GEZONDE PRIJS


Colu m n

Poortwachters Wij hebben thuis twee honden. Cuby, een langharige jack russell, en Jogan, een Zwitserse witte herder die vorig jaar voor één nachtje kwam, mijn hart heeft gestolen en sindsdien bij ons woont. Cuby is een doorgedraaid turbokonijn. Alsof de Duracell-batterijen nóg beter zijn geworden. Cuby heeft zich tot hoofdtaak blaffen toebedeeld, wat mij soms stapelgek maakt. Elke voorbijganger wordt in een níét bij te houden snelheid aangevlogen en afgeblaft. Aan de achterkant ziet hij er dan net uit als een Mini Cooper. Laag en breed. Met de banden iets naar buiten gedraaid. Ook bezoekers, zoals mijn cliënten, worden verwelkomd door Cuby. De eerste kansberekening vindt bij mij plaats aan de poort. Afhankelijk daarvan neem ik ze in traject. Wat doen ze? Laten ze zich afschrikken of niet? Gaan ze over het aangespannen draadje vallen of niet? Wanneer mijn cliënt hier zelfstandig, zonder enige coaching van mij doorheen komt, is hij met vlag en wimpel geslaagd. Die mag bij mij in traject. Daarvan weet ik: ‘Dit wordt een geslaagd traject.’

Vanbinnen is het namelijk een scheetje. Een onderdanig hondje. Geeft zich volledig aan mijn cliënt over door voluit op zijn rug te gaan liggen, pootjes omhoog, zijn resterende mannelijke delen onbeschermd en onbeschaamd tonend. Voor mij vaak het meest gênante moment van de kennismaking omdat ik me dan nét wil voorstellen met een ‘Hallo. Ik ben Wilma en dit is Cuby, onze hond’. De volgorde is in de praktijk altijd andersom. ‘Hallo. Dit is Cuby en ik ben Wilma, jouw coach.’

De cliënten die ik door Cuby heen moet loodsen, zitten vaak in een meer kwetsbare positie. Dan sta ik door de halfgeopende deur te roepen: ‘Kom maar. Hij doet niets. Let je nog op het draadje!’ Of ik zeg dat laatste niet omdat ik me die dag de pret niet wil ontnemen van iemand die daar bijna over struikelt.

Sinds wij er een Zwitserse witte herder bij hebben, nog een échte reu, wordt de selectie aan de poort nog strenger. In plaats van één staan er twee honden op het terrein, waarbij Jogan van een totaal andere orde is.

Sorry, maar ik blijf dat komisch vinden.

Vreemdelingen en nieuwelingen worden niet als vijanden gezien. Hij blaft niet en hoeft zijn ballen niet te laten zien om respect af te dwingen. Dat dwingt hij alleen al af door er gewoon te zijn. Het enige wat Jogan doet, is zitten en kijken. Zonder

Wanneer de cliënt eenmaal op ons terrein is, verandert Cuby compleet van gedrag. Wat dat betreft is het net een bounty. Vanbuiten anders dan vanbinnen.

Jogan is namelijk een echte leider.

een kik te geven. Bezoekers worden rustig begroet door een vriendelijke hond die kwispelt met zijn grote staart. Niks op de rug liggen met onderdanig gedrag. Nee. Jogan blijft honderd procent zichzelf en maakt geen gebruik van statuswisselingen in het communicatieproces. Bij Jogan kan ik mij ook altijd als eerste voorstellen en worden de rollen niet omgedraaid in een wedstrijd om wie het belangrijkste is. Daarmee maakt Jogan het mijn cliënten niet moeilijker dan het al is en ondersteunt ze tijdens deze selectietest. Inderdaad, een echte leider. Achter hebben we ook nog eens drie paarden staan. Die haal ik pas naar voren wanneer ik iemand verder wil testen op zijn gedrag. Maar dat is een andere interventie. Als start zijn twee poortwachters voldoende.

WILMA DE HAAS IS EIGENAAR VAN HAAS & KONIJN®, EEN BUREAU VOOR PERSOONLIJKE EN PROFESSIONELE ONTWIKKELING EN AUTEUR VAN K-THERAPIE.

PSC

13


Tr a in j e brei n

Train je brein Neurofeedback, als leertherapie

Als professional in de geestelijke gezondheidszorg, ongeacht welke discipline, streef je een gezamenlijk doel na: het verminderen van klachten bij betrokken patiënten/cliënten. Vaak wordt er alleen op klacht- of gedragsniveau gekeken en behandeld (zie onderstaand schema). Het brein speelt echter ook een grote rol bij vele klachten. Deze relatie uit zich in een samenhang tussen klachten en patronen van afwijkende hersenactiviteit.

hersenen

gedrag/klacht

gedragsverandering/ klachtvermindering

In 2013 kwam ik als psycholoog voor het eerst in aanraking met neurofeedback. Sceptisch, maar na veel gerelateerde onderzoeken gelezen te hebben en de minor “Brain Therapy” aan Zuyd Hogeschool gevolgd te hebben, was ik overtuigd dat deze methode een sterke theoretische onderbouwing heeft. Er was toen al bewijs dat neurofeedback de klachten bij kinderen met ADHD kan verminderen. Inmiddels tonen steeds meer wetenschappelijke studies aan dat patiënten met diverse andere klachten (hyperactiviteit, concentratiestoornissen, slaapstoornissen, vermoeidheid en stress) gebaat kunnen zijn bij neurofeedbacktherapie. Als neurofeedbacktherapeut ervaar ik zelf steeds meer dat de methode in de praktijk werkt.

Historie interventie

De rol van de hersenen kan meegenomen worden in de behandeling. Hersenen hebben immers de vaardigheid om te veranderen en zich aan te passen aan de omgeving (neuronale plasticiteit). Dit zorgt ervoor dat leerprocessen plaats kunnen vinden waardoor nieuwe verbindingen in de hersenen gevormd worden en bestaande verbindingen worden versterkt. De hersenen van de mens zijn opgebouwd uit ongeveer 100 miljard neuronen (zenuwcellen). Deze zijn allemaal al bij de geboorte aanwezig. Al aanwezig? Ja, bovendien wordt tijdens de zwangerschap al een begin gemaakt met het vormen van verbindingen tussen de neuronen onderling. Dit proces is noodzakelijk om direct na de geboorte de eerste basisfuncties, bijvoorbeeld ademhaling, te kunnen uitvoeren. Na de geboorte gaat dit geleidelijk verder en wordt het netwerk van verbindingen steeds complexer. We blijven in staat nieuwe dingen te leren en naarmate we ons ontwikkelen worden er steeds meer nieuwe verbindingen aangelegd. Tijdens dit continu proces vindt ook een verlies van verbindingen tussen neuronen plaats; hier geldt: Kunnen we dit proces beïnvloeden? Ja, dit kan! Elke vorm van leren van nieuwe vaardigheden zorgt voor het ontstaan van nieuwe verbindingen tussen neuronen. Als we een stapje verdergaan, kunnen we zelfs leren om de activiteit van onze hersenen te beïnvloeden. Dat doen we met neurofeedbacktherapie. Schematisch ziet het als volgt uit:

hersenen

interventie

14

PSC

gedrag/klacht

gedragsverandering/ klachtvermindering

Eind jaren zestig van de vorige eeuw onderzocht een Amerikaanse onderzoeker, dr. Sherman, de mogelijkheid om katten te leren hun eigen hersenactiviteit te beïnvloeden door middel van beloning (operante conditionering). Dr. Sherman was ook betrokken bij een onderzoek, in opdracht van NASA, naar het optreden van epileptische aanvallen bij astronauten als gevolg van lekkende raketvloeistof. Tijdens dit onderzoek werden katten blootgesteld aan de betreffende vloeistof. Hierbij bleek dat 80% van de katten een insult kreeg, maar 20% niet. Toen bekeken werd of er een verschil was tussen de twee groepen katten, bleek dat de katten die geen insult kregen, ook meegedaan hadden aan het hersentrainingsonderzoek. Hierdoor waren zij beter bestand tegen de effecten van de raketvloeistof. Deze bevinding werd vervolgens bij mensen met epilepsie getest. Hersenactiviteit werd getraind met als doel om epileptische aanvallen te verminderen met uiteindelijk een positief, blijvend resultaat. De techniek is daarna verder onderzocht en de toepassing is uitgebreid om ook andere klachten dan epilepsie te behandelen. Maar wat train je nu precies en hoe werkt dat?

"Door middel van neurofeedback train je de adaptiviteit van het brein."


St e l l a Da a m e n

Voorbeeld van een EEG-signaal van een locatie m.b.v. een elektrode. In dit signaal is zichtbaar dat er verschillende golven aanwezig zijn variërend van langzaam tot snel.

EEG

QEEG: de basis voor neurofeedback

De hersenen bestaan uit miljarden neuronen die met elkaar communiceren via stroompjes. Al deze stroompjes vormen samen elektrische signalen die we aan de buitenkant van het hoofd kunnen meten door middel van elektrodes. Die signalen worden gemeten met EEG- (elektro-encefalogram) apparatuur en zichtbaar gemaakt op een computerscherm. Het geeft globale informatie over de toestand van de hersenen en wordt gebruikt om afwijkingen in het EEG te zien. Binnen het EEG zijn verschillende soorten golven zichtbaar, variërend van langzaam tot snel.

Parameters uit het QEEG worden gebruikt bij de neurofeedbacktraining. Hierbij wordt de cliënt opnieuw aangesloten op de EEGapparatuur en wordt getoond hoe specifieke hersengolven telkens veranderen. Vervolgens worden deze hersengolven getraind door middel van het geven van feedback via een animatie of film. De patiënt krijgt positieve feedback op momenten dat de hersenen een gewenste toestand laten zien en negatieve feedback als dit niet zo is. Een vorm van operant conditioneren. De verhouding tussen de verschillende golven bepaalt hoe goed het brein in staat is om informatie te verwerken. Een gezond functionerend brein is hierbij heel adaptief: in rust ontspant het en is er ruimte voor minder informatieverwerking. Tijdens het uitvoeren van taken is het juist alert en gaat de informatieverwerking sneller. Op het moment dat deze adaptiviteit afneemt, zien we dat er klachten ontstaan. Het is namelijk erg lastig om een taak goed uit te voeren als je brein niet uit de stand-by toestand komt. Net zo lastig is het om in slaap te vallen als je brein op volle toeren informatie blijft verwerken. Door middel van neurofeedback train je deze adaptiviteit, zodat de verhouding tussen de aanwezige golven weer beter past bij de verwachting.

QEEG Het is mogelijk om voor de verschillende golven de frequentie per seconde te berekenen en uit te drukken in Hertz. Langzame golven komen bijvoorbeeld 1 tot 4 keer per seconde voor en worden delta-golven genoemd. Tijdens de diepe slaapfases zijn deze golven duidelijk aanwezig. Andere langzame golven zijn thèta- (4 tot 8 keer per seconde) en alfa-golven (8 tot 12 keer per seconde). De alfa-golven zijn ook de meest bekende golven en zijn goed zichtbaar boven de visuele hersengebieden aan de achterzijde van het hoofd, als de ogen gesloten zijn. Deze golven vormen ook de scheiding tussen langzame en snelle golven. Snelle golven worden bèta-golven genoemd en komen 12 tot 32 keer per seconde voor. Als hersengebieden erg actief zijn en veel informatie moeten verwerken, zijn deze golven het meest zichtbaar in het EEG. Alle golven zijn continu in meer of mindere mate aanwezig, aangezien je brein altijd actief is, ook in rust. Deze rustactiviteit is belangrijk om de gezondheidstoestand van de hersenen te bepalen. Het berekenen van de mate van aanwezigheid van elke golf in het EEG-signaal wordt ook het kwantificeren van deze informatie genoemd. Het gekwantificeerde EEG (QEEG, voor het Engelse quantified) is, in vergelijking met het EEG, nauwkeuriger in het detecteren van afwijkingen in de hersenactiviteit die samenhangen met klachten of ziektebeelden. Als uit de hersenmeting blijkt dat patronen van hersenactiviteit afwijkend zijn bij een cliënt, is dit het aanknopingspunt voor de behandeling.

Neurofeedback en de werkelijkheid Neurofeedback is een leerproces en heeft dan ook tijd nodig om te beklijven. Cliënten leren, met behulp van hun therapeut de meting en de directe terugkoppeling hiervan, de activiteit van hun hersenen zo te beïnvloeden dat er een verandering plaatsvindt in de adaptiviteit van de informatieverwerking. Het geeft inzicht aan een cliënt waarom klachten optreden en het geeft hun de mogelijkheid om dit direct op hersenniveau aan te pakken. Door het leervermogen van het brein blijven resultaten lange tijd behouden. Ondanks de groeiende onderbouwing voor de effectiviteit is neurofeedback voor veel mensen toch nog steeds een onbekende behandeling. Middels dit artikel hoop ik de lezer een eerste introductie te geven en ieders brein te prikkelen om nieuwe verbindingen te leggen.

Stella Daamen MSc is gezondheidspsycholoog en sinds 2013 neurofeedbacktherapeut/psycholoog in een eigen praktijk. Zij geeft regelmatig lezingen/presentaties over neurofeedback voor geïnteresseerden en op universiteiten om het inzicht te vergroten bij studenten in gezondheid gerelateerde disciplines. Daarnaast is zij gastdocent aan Zuyd Hogeschool (minor Brain Therapy) en begeleidt studenten tijdens hun stage. www.biometrischcentrum.nl | www.sittard.biometrischcentrum.nl

PSC

15


Opleiding tot HeartMath® Therapeut In de HeartMath methode staan de thema’s lichaamsbewustzijn en emotieregulatie centraal. Door middel van biofeedback op het hartritme leren uw cliënten hoe ze omgaan met stress en hoe ze zichzelf in een meer optimale toestand kunnen brengen. In deze nieuwe opleiding leert u aan uw cliënten om meer grip te krijgen op stress en hun manier van omgaan daarmee, zodat ze gericht kunnen werken aan een gezondere leefstijl. Uit vele studies blijkt dat dit leidt tot een toegenomen welbevinden en functioneren, zowel lichamelijk als psychisch.

HeartMath Benelux biedt nu een 5-daagse opleiding tot HeartMath Therapeut. In de opleiding wordt aandacht besteed aan:

• Begeleiding van cliënten door • Inpassing van HeartMath middel van het Werken aan interventies in bestaande Veerkracht programma behandelmethodieken Het Werken aan Veerkracht programma De opleiding biedt een kennismaking biedt een evidencebased protocol om met diverse interventietechnieken. Om met behulp van een werkboek de cliënt deze interventies goed over te kunnen in 7 sessies te begeleiden. De cliënt brengen is het van belang om de geleerwordt zich bewust van zijn doelen, de technieken ook zélf veel te oefenen stressbronnen en energielekken en leert en toe te passen in het dagelijks leven. stapsgewijs de HeartMath technieken toepassen en integreren in het dagelijks leven. Huiswerkopdrachten en oefenen zijn belangrijke onderdelen.

Meer informatie vindt u op www.heartmathbenelux.com of persoonlijk via 043-3655626.

• Diagnostiek: Inzicht in het functioneren van het autonome zenuwstelsel Het computerprogramma van HeartMath brengt de hartritmevariabiliteit (HRV) in beeld, een belangrijke indicator voor het functioneren van het autonome zenuwstelsel en daarmee ook van ziekte en/of gezondheid. Dankzij de nieuwste versie van de emWave, de emWave Pro Plus, is het nu ook mogelijk om diverse functionele waarden uit de HRV te bepalen.


Onno K. & Gendia van Cappellen

BOKSEN IN DE HULPVERLENING Een methodiek die is ontwikkeld door IKOS Training & Hulpverlening: een lichaamsgerichte methodiek die de bokssport integreert in de hulpverlening. ‘’Kom op Onno! Slaan, slaan, slaan! Nog 20 seconden, beuken!’’ Hier stond ik dan, vijf maanden na het overlijden van mijn geliefde moeder. In een sportzaal sloeg ik alles wat ik in mij had uit op een stootkussen. Iedere stoot die ik maakte, dreunde door mijn lijf en bij iedere stoot voelde ik de vermoeidheid en de pijn die ik als grote, stoere jongen had proberen weg te stoppen. Het werd mij deze donderdagavond dan ook te veel. Ik brak. Voor het eerst sinds maanden kon ik weer uiting geven aan de impact die het ziekbed en overlijden van mijn moeder, zowel mentaal als lichamelijk, op mij heeft gemaakt. Eindelijk leek het verdoofde gevoel dat ik

had, het gevoel alsof ik droomde, opgeheven en ik voelde mijn verdriet. En nog verwonderlijker, ik voelde tussen alle zweetdruppels door ook tranen over mijn wangen rollen. Op 12 augustus 2016 is mijn moeder overleden en in september van datzelfde jaar ben ik stage gaan lopen bij IKOS Training & Hulpverlening. Zij hebben een lichaamsgerichte methodiek ontwikkeld waarin zij de bokssport implementeren als middel binnen de hulpverlening. Mijn stagebegeleider René de Boer heeft mij de mogelijkheid gegeven om deel te nemen aan de 18+ groep. Het deelnemen aan deze groep

was voor mij de uitgelezen kans om kennis te maken met de methodiek die boksen gebruikt als middel, maar tegelijkertijd was het een mogelijkheid om mijn verdriet te leren delen en vorm te geven aan mijn persoonlijke rouwproces. Mijn eigen ervaring met deze methodiek heeft geleid tot de vraag: wat maakt de inzet van de bokssport nodig voor jongens in de hulpverlening? Het jongensprobleem Zolang als ik mij kan herinneren heb ik het al moeilijk gevonden om emoties en gevoelens een naam te geven, laat staan de woorden te vinden om emoties te delen met anderen. Delfos (2004) stelt dat

PSC

17


Bo ksen i n de hu lpv erl en i n g

jongens gemiddeld minder talig zijn op gevoelsmatig gebied dan meiden. Jongens kunnen vaak niet zo goed hun gevoelens onderkennen en verwoorden als meiden. Volgens Ykema (2016) komt dit doordat de linkerhersenhelft bij jongens minder ontwikkeld is, en hierin bevinden zich de vermogens tot taal: spreken, luisteren, begrijpen en zelfreflectie (innerlijke taal). Doordat deze linkerhersenhelft minder ontwikkeld is, zijn jongens meestal minder sterk in zelfreflectie en in zelfonderzoek. Woltring (2003) stelt dat je taal nodig hebt om te kunnen reflecteren op je beweging, daarvoor is verbinding nodig tussen de linker- en rechterhersenhelft. Volgens Woltring (2003) ontwikkelen jongens taal het beste door te doen en door te bewegen.

18

PSC

Newsom, Congdon & Anthony (2015) belichtten in hun werk dat veel jongens de maatschappelijke druk voelen om een man te moeten zijn. En dat de maatschappij vraagt dat een man niet spreekt over zijn gevoelens, want dat is iets wat alleen vrouwen en mietjes doen. Verschoor (2013) schrijft in haar artikel over mannelijkheidscoderingen die in Nederland gelden. Dit zijn opvattingen en denkbeelden, die mannen tijdens hun socialisatie mee krijgen over wat gewenst en ongewenst gedrag is. Mannen die wilden breken met deze mannelijkheidscoderingen door op zoek te gaan naar hun rol in de maatschappij en door het eigen gedrag te onderzoeken, werden ’huilmannen’’, softies en angsthazen genoemd (Verschoor, 2013). Harthoorn en Weustink (2016) stellen dat

mannen zich moeten bevrijden van het knellende en beperkende harnas dat mannelijkheid wordt genoemd om hun volledige menselijke potentieel te ontwikkelen. Het sociaalpsychologische aspect dat jongens mannelijkheid dienen na te streven, en het bio-psychologische aspect dat jongens minder talig zijn wegens de mindere ontwikkeling van de linkerhersenhelft, maken volgens De Boer (persoonlijke communicatie, 11 mei 2017) dat de geprotocolleerde hulpverlening minder aansluiting vindt bij jongens. Wat werkt voor jongens in de hulpverlening Volgens Ykema (2005) zijn jongens over het algemeen energieker en beweeglijker dan meisjes en vinden zij het moeilijker om emoties en datgene wat hen beweegt, in woorden uit te drukken. De enorme bewegingslust van jongens wordt veroorzaakt door het hormoon testosteron, waar jongens negen keer meer van bezitten dan meisjes. Hoe meer testosteron des te groter de behoefte om te bewegen. Ykema (2005) stelt dat jongens communicatievaardigheden, waaronder de mogelijkheid tot zelfreflectie, opbouwen door middel van sport, spel en beweging. Dit is mogelijk door de fysiek-emotionele en de verbaal-emotionele ontwikkeling samen te laten komen in een psycho-fysieke methodiek. Tevens draagt sport bij aan het aanleren van gedrag dat in de sportsetting en in andere levensgebieden van positieve invloed is op de jongens. Sporten in de hulpverlening biedt de jongens namelijk een omgeving die de ontwikkeling van attitudes, waarden, motivatie en coping skills stimuleert (De Jong, Bosman & Bakker, 2003). Sporten in de hulpverlening draagt voor jongens op een positieve wijze bij aan de ontwikkeling van het kunnen spreken over gevoelens, emoties en problematiek. De Boer (persoonlijke communicatie, 11 mei 2017) beaamt deze theorie vanuit zijn eigen ervaring in het sociale werkveld en daarom heeft hij een methodiek ontwikkeld die aansluiting vindt bij jongens tussen de 16 en 24 jaar. Deze methodiek integreert de bokssport in de hulpverlening om zo tegemoet te komen aan het mannelijke aspect en aan de behoefte tot bewegen bij jongens. De jongens (de cliënten) worden belemmerd in hun functioneren door emotionele problematiek die samenhangt met hun persoonlijke ontwikkeling en persoonlijkheidstrekken. Kenmerkend voor de deelnemende cliënten is dat zij


Onno K. & Gendia van Cappellen

moeilijkheden ondervinden in het praten over hun gevoelens. Het creëren van het gevecht door te boksen zorgt ervoor, dat emoties, gevoelens en gedachten intensief opgeroepen worden, wat leidt tot benoeming en uiteindelijk mogelijkheden biedt tot een gesprek hierover. Het gevecht als middel De deelnemers aan de groepstrainingen worden geholpen aan de hand van de lichaamsgerichte methodiek waarbinnen intensief gebruik wordt gemaakt van het ‘’gevecht’’ door te boksen. Steussy en Seegers (2013) kenmerken het gevecht als een direct te ervaren lichamelijke interactie tussen twee personen. Wat aan bod komt binnen deze methodiek zijn de lichamelijke, emotionele en mentale elementen die een rol spelen binnen de problemen (De Boer, 2010). Het gevecht staat voor het in gevecht zijn met deze drie elementen. Tijdens het boksen leren de jongens niet alleen fysiek te vechten, maar ook om de interne, emotionele en psychologische gevechten die zij meedragen, van zich af te zetten. Wat van belang is binnen deze methodiek is dat er niet gevochten wordt om het fysiek vechten, maar om door middel van het boksen leersituaties te creëren die je als deelnemer verder behoren te brengen en bewustwording en zelfreflectie stimuleren. Psychomotorische therapie De hoofdlijn die is uitgezet binnen de methodiek en waar invulling aan wordt gegeven door het boksen, sluit aan bij verschillende gebieden waarbinnen problemen van de jongens zich afspelen. De lichaamsgerichte methodiek heeft als doel een veranderingsproces in gang te zetten bij de cliënten die worden belemmerd in hun functioneren door emotionele

problematiek die samenhangt met hun persoonlijke ontwikkeling en persoonlijkheidstrekken. Om dit veranderingsproces in gang te zetten, spelen volgens Van Hattum en Hutschemaekers (2003) het ervaren en verwoorden van lichamelijke signalen en het kunnen uiten van lichamelijke gevoelens een belangrijke rol. Lichamelijke sensaties, impulsen, spanningen, lichaamshouding en motoriek geven inzicht in het lichamelijk beleven en handelen. Tijdens de lichamelijke beweging zullen er gevoelens ervaren worden die hun problemen zonder te spreken weten te raken. Zodra deze gevoelens bloot komen te liggen, kan er gevraagd worden naar deze gevoelens en kan het verband worden gelegd met de problemen van de cliënten. De positie van jongens in het intermenselijke contact Gedurende de trainingen worden er door middel van verschillende boksvormen conflictsituaties nagebootst, die een cliënt in een positie plaatst waarin hij de kans krijgt om te voelen wat een conflict of confrontatie met hem doet en hoe zijn lichaam reageert. Hierbij wordt constant gereflecteerd met de cliënt op zijn gevoelens en wordt de link gelegd met de ‘’echte’’ wereld waarin wij als mensen voortdurend te maken hebben met conflicten en confrontaties. Ondanks de negatieve toon zijn confrontaties en conflicten verbindende situaties. De boosheid die gevoeld kan worden, maakt dat wij als mensen er iets mee willen doen (Steussy en Seegers, 2013). De meest gezonde manier om gevoelens te uiten en in contact te blijven met de ander is door binnen dit contact samen te werken aan een oplossing (Adler en Rodman, 2009). Een minder gezonde manier van omgang met deze gevoelens van boosheid is het wegstoppen en uit het contact met de

ander stappen. Gevolg hiervan is dat de woede ergens anders op wordt geuit, zoals op een ander, op een voorwerp of in een vorm van zelfverwonding. “Na het overlijden van mijn moeder spookten er veel gedachten door mijn hoofd en deze gingen altijd gepaard met emoties en gevoelens van ongeloof, machteloosheid, boosheid en onzekerheid. Het niet bespreekbaar kunnen maken van deze gedachten zorgden tezelfdertijd voor een onderdrukking van deze gevoelens. Zodra het overlijden van mijn moeder ter sprake kwam, leidde dit tot een conflict en ik reageerde boos en nukkig en rondde het gesprek meteen weer af. Ik stapte per direct uit het contact en vluchtte weg in sport of uitte mijn boosheid door ergens tegenaan te slaan. Naar mijn idee had ik het gesprek en daarmee het conflict goed bestreden en was er niets om over te spreken.” De vechtstijlen die jongens kunnen aannemen Binnen de intermenselijke contacten hebben wij als individuen allemaal manieren van bewegen en hoe wij in het contact staan. Volgens Steussy en Seegers (2013) ontwikkelt ieder mens in zijn of haar leven een eigen vechtstijl. Deze vechtstijl gaat dienstdoen als een automatische verdediging in spanningsvolle situaties. Ondanks deze automatische verdediging hebben wij als mensen altijd de keuze over de manier waarop wij ons binnen een gevecht positioneren. Binnen de methodiek wordt er onderscheid gemaakt tussen bepaalde vechtstijlen. Deze vechtstijlen zijn ieder niet per definitie goed of fout, maar kunnen veelzeggend zijn over een persoon. Binnen de trainingen verkennen de jongens aan de hand van het boksen hun eigen vechtstijl. Dit is het beginpunt voor het veranderen

Te weinig aanval te veel verdediging

Te veel aanval te weinig verdediging

Te ver uit elkaar= geen contact

Vechtstijl 1 ontwijken van conflicten

Vechtstijl 3 wedijveren, het conflict willen winnen

Te ver in elkaar= overlap

Vechtstijl 2 ontkennen van het conflict

Vechtstijl 4 forceren van de eigen oplossing voor het conflict Afbeelding 1. De verschillende vechtstijlen

PSC

19


Straling & Milieu

Instituut voor E.E.N.® Eclectische Energetische Natuurgeneeskunde Geaccrediteerd door CPION, SNRO, KTNO, ZHONG, VIV, VBAG, LVNG, NFG, BATC, VNT en Rode Kruis.

Leslocaties in Soesterberg en Panheel Opleidingen (HBO niveau) Registeropleiding E.E.N.® Therapeut (240 ECTS) Registeropleiding Medische basiskennis Registeropleiding Psychosociale basiskennis (voldoet aan de Plato eindtermen)

Bij- en nascholing, cursussen en workshops Klassieke Homeopathie, Feng Shui, Ankhtherapie, Dolfijnenergie, communicatie en NLP binnen de hulpverlening, aromatherapie, enneagram, Introductie E.E.N.® Therapie, EHBO, klankschalen, Egyptologie, bij- en nascholing MPBK, EHBO en E.E.N.® Therapie (KTNO en SNRO geaccrediteerd.) Secretariaat:

Archeion C

De Piramidevormen van Vita Producten B.V. werken volgens het -0- punt beginsel. Dit beginsel staat garant voor bescherming tegen elektromagnetische straling en overige ziekmakende milieu-invloeden voor mens, dier en plant. Het Internationale Gesellschaft für Elektrosmog Forschung (IGEF) heeft dit onomstotelijk aangetoond.

www.vitaproducten.nl

Pater Jac. Schreursweg 2B, 6097 NH Panheel, Telefoon 0475 - 47 51 78

E.E.N. ®

Instituut voor Eclectische Energetische Natuurgeneeskunde

Email: info@instituuteen.nl website: www.instituuteen.nl

Bloesem-remedies brengen de emoties in evenwicht en bevorderen daardoor indirect de gezondheid. De oorzaak aanpakken op een veilige manier.

De Dr. Schüssler Celzouten van Adler beziien kracht en kwaliteit. Zijn de cellen gezond, dan is ook het lichaam gezond. De mineralen zijn verwreven en niet geschud. Celzouten div. nummers in poedervorm, 10 verschillende mengsels, b.v. combinatie 1 t/m 12, het energie Met de hand verwreven mengsel. Alles in 250 gr. en 1 kg.

Essentïele oliën en producten voor de aromatherapie, biologische cosmetica. Het grootste assortiment biologische oliën, airsprays en massage oliën. Postbus 114 - 3890 AC Zeewolde - Netherlands Tel: +31 (0) 36 522 49 50 Fax: +31 (0) 36 523 44 26 info@vitaproducten.nl Gecertificeerd

Winkel: De 3Vrouwen St.Jansstraat 5 - 5964 AA Meterik Tel: 077-3526885 www.de3Vrouwen.nl

WWW.BLOESEM-REMEDIES.COM Bloesem Remedies Nederland

Tel: 077-3987826 / 077-3989011 E-mail: info@bloesem-remedies.com


Onno K. & Gendia van Cappellen

Situatie 1

Situatie 2

Situatie 3

De cirkels van persoonlijke ruimte raken elkaar niet. Geen contact en dus geen spanning.

De cirkels van persoonlijke ruimte overlappen elkaar. D.w.z. spanningsvelden overlappen elkaar. Wat is nu van de een en wat is nu van de ander?

De cirkels van persoonlijke ruimte raken elkaar op de grens. D.w.z. men is verbonden met elkaar met behoud van ieders integriteit. Er is een gezonde spanning.

Afbeelding 2. De betekenis van grenzen

van het eigen gedrag binnen conflicten en confrontaties in het intermenselijke contact. “Het spreken over mijn moeders overlijden resulteerde in een conflict tussen mij en diegene met wie ik in het contact stond. Tijdens het boksen kwam dit naar voren in een gevecht met een van de trainers. Ik voelde mij tijdens het boksen aangevallen en geconfronteerd met mijn pijn en mijn verdriet. Er welde een woede in mij op, die voortkwam uit de gedachte dat ik door hard te vechten mijn moeders ziekte en overlijden kon wegstoppen of misschien zelfs kon ontkennen. Mijn eerste basale reactie was om hard terug te vechten en zelf een einde te maken aan dit conflict zodat ik er niet bij stil hoefde te staan. Mij werd duidelijk dat ik in dit conflict vechtstijl III (afbeelding. 1) aannam, dit conflict moest ik winnen. Voor mij heeft dit inzicht gegeven in mijn gedrag. Dit beginpunt, de herkenning en erkenning van mijn vechtstijl, heeft ertoe geleid dat ik in gesprek kon gaan over de gevoelens die leidden tot deze manier van vechten.” Het aangeven van grenzen en de persoonlijke ruimte Aangekomen bij deze fase van de methodiek werken cliënten met conflicten en confrontaties binnen de intermenselijke contacten. Ook ondervinden zij hoe ze reageren op conflicten en confrontaties, zij weten nu welke vechtstijl ze aannemen. De volgende fase van de methodiek staat in het teken van het aangeven van grenzen en van de persoonlijke ruimte. Wilken en Den Hollander (2012) concluderen dat ieder mens een eigen territorium, persoonlijke ruimte, heeft. Verstoring hiervan leidt tot verzet en verdediging, en deze kunnen

wij zien als het ontstaan van conflicten en confrontaties. Zoals eerder werd vermeld, hebben wij als mensen altijd een keuze over de manier waarop wij omgaan met conflicten en confrontaties. Deze fase van de methodiek is er niet op gericht om conflicten en confrontaties te voorkomen. Dit is volgens Ter Avest, Van Prooijen, Rosenthal, Smit en Van der Stoep (2009) ook niet mogelijk, want daar waar mensen samenkomen, botsen belangen en overtuigingen. Anders geformuleerd, samen leven is samen botsen. Binnen dit onderdeel van de methodiek wordt door ieder persoon aan de hand van het boksen geëxploreerd hoe diegene zich binnen contactsituaties opstelt. Hierin worden drie verschillende contactsituaties onderscheiden zoals te zien in afbeelding 2. “Wij kregen als opdracht om twee minuten lang in de drie verschillende contactsituaties te boksen. Tijdens situatie 1 voelde ik mij op mijn gemak en was er eigenlijk niks aan de hand. In situatie 2 en heel verrassend situatie 3 voelde ik mij vanaf het moment dat de hoepels over elkaar heen lagen, of tegen elkaar aan, aangevallen in mijn persoonlijke ruimte. Ik wou mijn tegenstander weghebben uit mijn hoepel en er ver bij vandaan houden. Ik wilde direct uit het contact met de ander treden. Ik deed dit door ongecontroleerd te slaan, bijna furieus. Ik nam vechtstijl IV aan en ik wilde mijn oplossing forceren, namelijk het wegslaan van mijn tegenstander. Deze situatie en uitkomst waren erg typerend voor het emotionele en psychologische gevecht dat ik vocht in die tijd. Ik voelde mij met het verlies van mijn moeder alleen, ik moest dit verlies alleen dragen en iedere bemoeienis of handreiking was ongewenst. Dankzij

deze beleving en gewaarwording die ik doormaakte tijdens het boksen, kon ik in gesprek gaan met de therapeuten over wat er in mij omging en dit was een enorme opluchting. Dit heeft geleid tot een jongvolwassen man die nu kan praten over zijn gevoelens, emoties, gedachten en specifiek over het overlijden van zijn moeder.” Afsluitend IKOS Training & Hulpverlening speelt door deze methodiek zowel op de bio-psychologische aspecten als op de sociaalpsychologische aspecten van jongens in. Zij brengen door het implementeren van de bokssport in de hulpverlening een mannelijk aspect aan. Zo breken zij met de mannelijkheidscodering en geven zij jongens de ruimte om te spreken over emoties en gevoelens. Mijn streven is om aan de hand van dit artikel meer bekendheid te geven aan deze onbekende, maar veelbelovende methodiek. Boodschap aan alle maatschappelijk werkers in het werkveld, weet dat deze methode aansluit bij jongens die moeite ervaren in het bespreken van gevoelens en hierdoor problemen ervaren met zichzelf en problemen in het contact met anderen. Verwijs deze jongens door naar instellingen die boksen toepassen in de hulpverlening. Want de lichaamsgerichte methodiek waarin wordt gebokst, die werkt! Voor het volledige artikel en de literatuurlijst verwijzen we naar: http://www.ikwilverder.nl/ actueel/331-boksen-in-de-hulpverlening

PSC

21


WETEN, DURVEN en DOEN

WETEN, DURVEN en DOEN Al jarenlang deel ik mijn kennis en expertise op het gebied van zorgintensieve kinderen met ouders en professionals. Via directe ondersteuning aan gezinnen, maar ook door betrokken te zijn bij tal van onderzoeken, congressen en nieuwe initiatieven op het gebied van (jeugd)zorg. Oog voor jou, mijn boek dat 23 november verscheen, biedt een nieuwe manier om dit te doen. Als ouder van een kind met een beperking ‘moet’ je van alles doen. Vanaf de eerste dag dat je het weet, meteen na de geboorte of later wanneer je kind zich anders blijkt te ontwikkelen. Er moeten hulpmiddelen en experts ingeschakeld worden en er moet geoefend worden. Maar… eigenlijk is er ook veel wat je als ouder moet durven en weten. Dit was een van de aanleidingen om Oog voor jou te schrijven. Waarbij ik vanaf het begin ervan overtuigd was dat deze driedeling het uitgangspunt moest worden. Als moeder van een zoon met een forse lichamelijke beperking heb ik zelf ervaren hoe overweldigend de wereld van zorg kan zijn.

22

PSC

Er zijn tal van dingen die ik pas na jaren begon te begrijpen én durfde te doen. Net als andere ouders heb ik veel steun ervaren van een handjevol professionals. Voordat ik begon met het selecteren van tips en adviezen heb ik tientallen ouders en professionals geïnterviewd en hun gevraagd wat (andere) ouders en professionals ‘moeten’ weten, durven en doen. Uit de interviews kwam naar voren dat ouders aanlopen tegen de versnipperde wereld van zorg. Zij spraken over hoe lastig het is om met zoveel verschillende partijen te moeten dealen en hoe veel energie en focus het vraagt om alles te blijven overzien. Een meer holistische kijk wordt door ouders erg gewaardeerd. Niet alleen aandacht voor het lichaam van het kind, maar ook voor het functioneren van het hele gezin. Onrust, verdriet en gevoelens van kwetsbaarheid komen en gaan. En dan is het fijn wanneer professionals je niet het gevoel geven dat je iets verkeerd doet of ‘er’ nu toch eens overheen moet zijn.

Ouders wisten feilloos aan te geven welke arts of therapeut echt naar hen geluisterd had, naar hun kind als geheel had gekeken en als vanzelfsprekend de vragen en behoeften van de ouders centraal stelde. Professionals vertelden dat zij, naarmate zij langer in het vak zitten, tijdens gesprekken meer stiltes durven laten vallen en de vraag áchter de vraag, eerder herkennen. Veel professionals zijn zich ook meer bewust geworden van het belang om oog te hebben voor de broers en zussen en de soms precaire balans tussen draagkracht en draaglast bij ouders. Het is mijn ervaring dat professionals die ‘het’ van nature goed doen, dit vaak niet eens zo door hebben. Zij nemen ruimschoots de tijd voor ouders, praten mét het kind in plaats van óver het kind en durven ook naar het gevoel van de ouder te vragen. Artsen, klassenassistenten en therapeuten die het kind soms over het hoofd zien en weinig ruimte laten voor de inbreng van ouders, kunnen op andere ideeën gebracht worden door het lezen van Oog voor jou.


M i nke Ve rdonk

"Het is mijn ervaring dat professionals die ‘het’ van nature goed doen, dit vaak niet eens zo door hebben. Zij nemen ruimschoots de tijd voor ouders, praten mét het kind in plaats van óver het kind en durven ook naar het gevoel van de ouder te vragen."

Door zowel ouders als professionals te interviewen heb ik tal van tips en adviezen verzameld die ouders met een jong kind met een beperking herkenning en erkenning kan bieden. Oog voor jou is ook geschikt voor ouders die al een ouder kind hebben. Op moment dat je kind ouder wordt, begin je vaak pas te merken wat alsmaar doorbuffelen met je lijf (en relatie!) doet en hoe belangrijk het is om oog te houden voor wat jij zelf nodig hebt. Oog voor jou is niet alleen een boek voor ouders. Juist niet. Ik heb een boek willen maken voor zowel ouders als professionals, omdat beiden zich hard maken voor het kind, maar (soms) weinig van elkaar weten. Het is mijn overtuiging dat professionals (in spe) beter zicht krijgen op de wereld en beleving van ouders wanneer zij het boek lezen. Als je elkaars wereld beter kent, ontstaat er meer wederzijds begrip en zal dit hoe dan ook een positieve invloed hebben op de samenwerking.

Minke Verdonk is ruim 18 jaar werkzaam als onderzoeker, orthopedagoog, adviseur en trainer op het gebied van (jeugd)zorg en onderwijs. Zij is gespecialiseerd in het ondersteunen en inspireren van ouders met een kind met een beperking én de professionals om hen heen. Haar vakkennis en expertise combineert zij met haar eigen ervaringen als moeder van een zoon met een lichamelijke beperking. Het boek Oog voor jou is verkrijgbaar via Scrivo Media, de (online) boekhandels of bij de auteur zelf www.minkeverdonk.nl

PSC

23


Z intu i genpri kkels

Ik geluk jou

In deze rubriek bespreken we elke editie vakgerelateerde boeken, cd’s, dvd’s en apps.

Kinderen hebben iets te zeggen De bekende pedagoog Janusz Korczak (1878-1942) gaf kinderen in zijn weeshuis een stem, en Korczak leerde van kinderen door daadwerkelijk naar hen te luisteren. In dit jaarboek van de Janusz Korczak Stichting gaan we na of ook wij, in navolging van Korczak, bereid zijn kinderen een stem te geven en serieus naar hen te luisteren. We moeten wel, want in het Verdrag voor de Rechten van het Kind staat dat kinderen het recht hebben gehoord te worden over kwesties die hen aangaan. In dit boek laten verschillende auteurs zien hoeveel ogenschijnlijk volwassen kwesties inderdaad eveneens kinderen aangaan: echtscheiding, een ouder die in de gevangenis belandt, de school die niet kan boeien, het oplossen van onderlinge conflicten, het vinden van toekomstgerichte oplossingen voor problemen als luchtvervuiling of klimaatverandering. In al dit soort kwesties hebben kinderen het recht gehoord te worden. De auteurs in dit boek laten vanuit verschillende invalshoeken zien hoe we kinderen een stem kunnen geven en hoe belangrijk hun inbreng kan zijn. En telkens weer blijkt dat we kinderen niet moeten onderschatten; dat we hen nodig hebben om na te denken over onze toekomst en over die van hen. Kinderen hebben iets te zeggen, Bundel onder auspiciën van de Janusz Korczak Stichting Uitgeverij SWP, ISBN 9789088507595

24

PSC

Hoe word ik iets gelukkiger? Dat is de vraag die Wilma Veen zichzelf en haar lezers stelt in haar nieuwste boek: Ik geluk jou. Groot geluk zit vaak in kleine dingen, bijvoorbeeld in haar nieuwe boek Ik geluk jou. Je vindt er een inspirerende combinatie van kunst en poëzie, waarbij de creativiteit van de pagina’s spat. Bijzonder extraatje is het meegeleverde kleitablet om out of the box op zoek te gaan naar je eigen creativiteit. Wilma Veen is kunstenaar, columniste, illustratrice en presentatrice. Ze geeft al meer dan 25 jaar lezingen en trainingen voor diverse doelgroepen. Haar passies zijn schilderen, kunst en lezingen/trainingen voor diverse doelgroepen. Eerder verschenen van Wilma Veen onder andere: Ik lief jou, Ik vrolijk jou en Ik schrijf mij. Ik geluk jou, Wilma Veen Uitgeverij Kok, ISBN 9789043529129

Weg van het denken Weg van het denken van Alan Watts bevat de teksten van enkele van zijn beste lezingen, gebaseerd op de succesvolle audioserie ‘Out of your mind. Om de dingen helder te kunnen zien, moeten we soms weggaan van ons denken, is een bekende uitspraak van Alan Watts. Misschien wel meer dan enig andere Westerse spirituele leraar was en is Alan Watts in staat om ons uit ons beperkte Westerse denkkader te laten stappen. Hij biedt alternatieve wegen en leidt ons langs de grote spirituele thema’s. Wat gebeurt er als we doorkrijgen dat ons lichaam en ons ego slechts een illusie zijn? Hoe kan het omarmen van de chaos ons helpen om ons levensdoel te ontdekken? En welke wonderen kunnen we verwachten als we stoppen met alles zo serieus te nemen? Volg deze briljante denker op deze zoektocht en je zult tot antwoorden komen! Weg van het denken, Alan Watts Uitgeverij AnkhHermes, ISBN 9789020214222


Z i n t u i g e n pr ik ke ls

Rebible In Rebible geeft Inez van Oord een nieuwe manier om naar de verhalen te kijken, die in de Bijbel worden verteld. Jezus liep over water, Eva at een appel, Mozes ging de berg op; veel mensen herinneren zich deze verhalen wel. Wonderlijke verhalen, moeilijk te begrijpen, iets van vroeger. Maar de verhalen horen bij onze geboortegrond. Is er een nieuwe manier om de Bijbel te lezen, naar deze verhalen te luisteren, zodat ze weer gaan spreken? Inez vraagt het haar broer Jos, theoloog. Dit boek is het verslag van haar zoektocht naar deze vergeten verhalen, die voortaan op een andere manier inspireren. Rebible, Inez van Oord Uitgeverij Kosmos, ISBN 9789021566320

De wijsheid van het niet weten In De wijsheid van het niet-weten verkent Estelle Frankel alle aspecten van het niet weten. Soms is het niet-weten (het onbekende) een bron van angst en onzekerheid. Maar het kan ook het startpunt zijn van spirituele groei, avontuur en transformatie. Hoe we ons verhouden tot het onbekende is een belangrijk onderdeel van alle persoonlijke groei en heling. Het mysterie van het niet-weten is een belangrijk onderdeel van alle religieuze en mystieke tradities. Estelle Frankel schijnt licht op het niet-weten vanuit haar kennis van de Kabbala, dieptepsychologie, het boeddhisme, christendom en hindoeïsme. Ze laat zien hoe we kunnen groeien door ons over te geven aan de wijsheid van het niet-weten. We komen dan in een soort openheid terecht, de oprechte openheid die kinderen bijvoorbeeld nog hebben. Zij kunnen zich nog echt laten verrassen.

Wereld zonder einde In gesprekken met de Belgische filmmaker en schrijver Lucette Verboven kijkt Thomas Keating terug op zijn lange leven en spirituele ontwikkeling. In dit boek richt hij zijn aandacht op de thema’s ontwaken, de aard van het ware geluk en het doel van de dood. In Wereld zonder einde is ook een interview opgenomen met Joseph Boyle, die abt is van het klooster waar Thomas Keating woont in Colorado, hoog in de prachtige natuur van de Rocky Mountains. Verboven dringt met haar doordachte vragen diep door in Keatings spiritualiteit. Universele thema’s als identiteit, transformatie, stilte, de natuur en de kosmos komen aan de orde; toepasbaar voor iedereen die op zoek is naar een betekenisvoller leven. Thomas Keating is monnik, leraar en schrijver. Hij is trappist en woont in het St. Benedictusklooster in de Rocky Mountains. Hij is de grondlegger van de ‘Centering Prayer’- methode (geconcentreerd gebed). Hij schreef vele goedverkopende boeken, waaronder de bestseller Leven uit liefde. Wereld zonder einde, Thomas Keating Uitgeverij Kok, ISBN 9789043528832

Door middel van heldere en toegankelijke psychologische en spirituele inzichten en praktische oefeningen (o.a. mindfulness, geleide meditaties en schrijfoefeningen) zet je stappen in de richting van je comfortabel voelen bij het onbekende en kun je je steeds meer overgeven aan de wijsheid van het niet-weten. De wijsheid van het niet weten, Estelle Frankel Uitgeverij AnkhHermes, ISBN 9789020214192

Advertentie

Trainingen Verlies en Verlangen 2017 Omgaan met rouw en verlies 2-daagse training voor professionals die werken met cliënten met een rouw- en/of verlieservaring

Verlies en Verlangen, omgaan met de onvervulde kinderwens 2-daagse training voor professionals die werken met cliënten met een onvervulde kinderwens. Data: zie www.verliesenverlangen.nl accreditatie voor NFG, NVPA en Adiona leden. 06 27865750 www.verliesenverlangen.nl info@verliesenverlangen.nl

PSC

25


Stimuleert een goede geestelijke gezondheid Werkt ontspannend en rustgevend Tijdens het zoeken naar de oorzaak van je neerslachtig voelen, is het nuttig iets te doen om de meest vervelende verschijnselen (onbestemde onrustgevoelens, je angstig voelen, slecht slapen en dergelijke) op te heffen of zoveel mogelijk te verminderen. Neurapas® balance bevat drie werkzame bestanddelen die elkaar aanvullen en versterken en die daarbij helpen.

NEURAPAS balance

De werkzame stoffen in Neurapas® balance zijn Sint-Janskruid, valeriaan en passiflora. Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat Neurapas® balance bij neerslachtige, sombere gevoelens snel en zonder bijwerkingen verlichting brengt. Dit bereikt u al door 3x daags 1 tablet in te nemen. 60 tabletten € 17,50

Prins Hendrikweg 2 - 3771 AK Barneveld www.sanopharm.com - info@sanopharm.com

100% natuur. 100% puur.


Millennial: 'Burn-out krijgen hoort erbij'

MILLENNIAL: 'Burn-out krijgen hoort erbij'

Burn-out. Het is een veelbesproken onderwerp in de media. En niet zonder gevolgen. In een onderzoek van zorgverzekeraar Anderzorg onder zo’n 1000 millennials (geboren tussen 1997 en 1981) geeft deze groep aan dat de media-aandacht hun mening over het fenomeen burn-out beïnvloedt. Ruim een derde (38%) vindt het bijvoorbeeld normaal om een burn-out te krijgen en 15 procent is door de vele aandacht bang voor een burn-out. Opvallend is dat 42 procent bewust bezig is om een burn-out te voorkomen. Dat de media-aandacht het bewustzijn beïnvloedt, blijkt ook uit het volgende: meer dan een kwart van de ondervraagden (27%) denkt dat ze in het verleden een burn-out heeft gehad, maar wist toen niet wat het was.

En of het nu om studie, sport of werk gaat, velen (64%) zijn nooit echt tevreden met de behaalde resultaten.

Anderzorg wil een actieve rol innemen in het voorkomen van een burn-out onder millennials. Daarom hebben ze onlangs een platform gelanceerd (anderzorg.nl/burnout) met onder andere (preventieve) tips van experts en ervaringsdeskundigen. Want ondanks het - door de media aangewakkerde - bewustzijn rondom dit onderwerp geeft de meerderheid (63%) van de ondervraagden aan dat ze het moeilijk vinden om hun (werk)grenzen te bewaken. Een mogelijke verklaring ligt in de hoge eisen die zij aan zichzelf stellen: millennials willen niemand in hun omgeving teleurstellen (90%).

‘Psychische vermoeidheid hoort erbij’ Hoewel de meeste millennials het erover eens zijn dat ze zelf ook verantwoordelijk zijn om een burn-out te voorkomen, lijken ze bij eerste signalen niet meteen in actie te komen. Ruim de helft (58%) van de ondervraagden geeft zelfs aan dat psychische vermoeidheid gewoon bij onze moderne manier van werken en leven hoort. En hoewel acht op de tien millennials weleens kampt met geestelijke of lichamelijke vermoeidheid, geeft bijna de helft (46%) aan geen actie te ondernemen; het gaat vanzelf wel weer over.

Niet eerder van werk weggaan dan collega Wanneer het gaat om een werkgerelateerde burn-out, vindt acht op de tien (78%) millennials het de verantwoordelijkheid van de werkgever om dit te voorkomen. De vraag is echter in hoeverre jongeren de werkgever op de hoogte durven te stellen. De meerderheid van de millennials (60%) voelt namelijk niet de ruimte om op het werk aan te geven wanneer de werkdruk te hoog is. Sociale druk lijkt hier ook een rol te spelen. Zo geeft bijna de helft (46%) van de ondervraagden aan het gênant te vinden om eerder dan collega’s van werk weg te gaan.

Verder blijkt uit het onderzoek dat: • 47 procent van de millennials een burn-out hetzelfde vindt als overspannen zijn, • een kwart van de millennials zo nu en dan een digital-detox doet om een burn-out te voorkomen, • 42 procent van de millennials in zijn of haar vrije tijd sekst om te ontspannen, • mannen een sterker taboe rondom een werkgerelateerde burn-out voelen dan vrouwen (32% vs. 23%), • mannen de aandacht rondom het fenomeen burn-out in de media eerder overdreven vinden dan vrouwen (40% vs. 19 %). Toelichting op het onderzoek Het onderzoek is in opdracht van Anderzorg uitgevoerd tussen 4 en 10 oktober 2017 onder 1032 Nederlanders (geboortejaar 1997-1981) en is representatief op geslacht. Het online-onderzoek is uitgevoerd door Novio Research op basis van een respondentenpanel. Novio Research werkt uitsluitend met gecertificeerde (internationale) onderzoek- en veldwerkbureaus die zich committeren aan Esomar-richtlijnen en zijn aangesloten bij de Nederlandse Marktonderzoeksassociatie (MOA). Dit borgt de garantie voor onafhankelijkheid en kwaliteit van de dataverzameling.

Meer informatie over Anderzorg: www.anderzorg.nl PSC

27


C o lu mn

Politie

Pijnacker-Nootdorp De telefoon gaat, nummer geblokkeerd. “Met Cathelijne Wildervanck”. “Goedemiddag met de politie Pijnacker-Nootdorp”. Ik schrik me een hoedje en bedenk waar mijn kinderen uithangen. Maar dat was het niet. Ze wilden even langs komen om me een aardigheidje te brengen om te bedanken voor vorige week! Vorige week reed ik met de kinderen het dorp uit en vlak voor mijn neus bleek een ongeval te zijn gebeurd. Auto’s waren al aan het keren. Ik zei tegen mijn kinderen: ik zet hem even aan de kant en ga kijken of ik kan helpen. Aangekomen zag ik twee mensen op de grond, allerlei mensen er omheen en vooral veel reuring. Ik moest instant denken aan een stuk van Peter Levine, de grondlegger van de traumaleer. Een stuk waarin hij over een eigen ongeval vertelde. Waarin hij de lezer van minuut tot minuut meenam in wat er in zijn lijf gebeurde en ook wat het verschil voor hem maakte tussen opperste paniek en relatieve kalmte. Namelijk dat er een kinderarts, gewoon naast hem was gaan zitten en bij hem was gebleven. Haar zenuwstelsel had uitgeleend als het ware. Ik zag die vrouw liggen en in een split second besloot ik datzelfde voor haar te doen. En ging bij haar zitten. Van binnen strijdend met mijn interne stemmetje (doe niet zo raar Cathelijne, moet jij je er weer mee bemoeien. Anderen vinden het vast ongepast). Eerst zat ik er alleen maar. Toen legde ik mijn hand op haar hand. Keek haar aan en vertelde dat ik verstand heb van trauma en gewoon even bij haar kom zitten om haar te helpen kalm te worden. Dat vond ze fijn. Ik heb er driekwartier gezeten. En alle fases met haar meegemaakt, het trillen, het terugkomen in je lichaam, weer golven van ontlading. We hebben het ‘over niets’ gehad zodat ze er gewoon kon zijn, ik heb haar verteld hoe het met haar man ging die iets verder lag. Ik heb hem berichten van haar overgebracht en haar van hem. Gewoon wat in me opkwam. Steeds maar weer afrekenend met dat interne stemmetje (maak jezelf niet zo groot, ga gewoon weg, anderen hebben hier veel meer verstand van). De politieman

hield haar hoofd vast en zo lagen we met zijn drieën op straat. We hebben zelfs gelachen (en ik weet hoe belangrijk dat is)! Toen de ambulancebroeders haar pols opnamen, bleek die 75 bpm te zijn. En ik dacht weer aan het stuk van Peter Levine waarin hij vertelt dat uit onderzoek blijkt, dat dan de kans op PTSS nog maar klein is. Op het moment dat de brancard gereed was, heb ik afscheid van haar genomen en ben ik met kids weer verdergegaan naar dat waar we naar op weg waren. En ik was van plan er niet over te schrijven! Omdat dit niet over mij gaat. Omdat ik iets gedaan heb dat ik heel normaal vind. Omdat ik me ook nog zelfs schaam dat ik me zo ongebruikelijk gedragen heb. Want he, kom op, als we geen praktische hulp kunnen bieden bij een ongeval, kun je je er maar beter niet mee bemoeien. En ook: het stelde niets voor wat ik deed. En als dan de politie, die vast wel wat beters te doen heeft dan bloemetjes uitdelen, toch dat bloemetje komt brengen, dan denk ik: goh….mijn gekte is dus niet gek. Het wordt wel gewaardeerd en ik ben blij dat ik afgerekend heb met de interne stemmetjes die zeiden dat ik gewoon naar huis had moeten gaan. En ik denk ook: laten we met elkaar zorgen dat dit niet meer bijzonder is! Dat we weten hoe belangrijk het is om contact te hebben, lijfelijk, zonder oplossingen of informatie. Zonder iets te doen of zichtbaar bij te dragen. Gewoon er zijn, zodat iemand zich niet alleen en bang voelt, maar verbonden en capabel om terug te komen in je eigen lijf. Dus toch een stukje geschreven...

CATHELIJNE IS SCHRIJVER, MOEDER, TRAINER EN COACH. ZE WERKT BIJ TRAININGSINSTITUUT DE EERSTE VERDIEPING EN BIJ HET ADHD-CENTRUM NEDERLAND EN SCHREEF O.A. HET BOEK DE DEPRESSIE OP ZIJN KOP.

28

PSC


Colu m n

Wees wie je bent! Zelfontwikkeling als therapeut en mens Begin dit jaar heb ik geschreven over wat zelfontwikkeling is, in de zomer heb je kunnen lezen hoe je zelfontwikkeling in gang kunt zetten met behulp van het Yohari-venster. Natuurlijk zijn er nog veel andere manieren om met zelfontwikkeling aan de slag te gaan. Een andere vraag van persoonlijke en professionele zelfontwikkeling van de therapeut die bij mij naar boven komt, is: wat levert het je nu eigenlijk op in je werk of misschien nog meer: wat levert het jouw cliënt op als jij bezig bent met zelfontwikkeling. Ik wil hier drie aspecten nader toelichten. Ik ben ook maar mens Door van jezelf bewust te zijn, jezelf te leren kennen, te weten wat je valkuilen en je krachten zijn geloof ik, dat je voor je cliënt echt mens wordt. Iemand die benaderbaar is, kwetsbaarheid en kracht heeft. Veel cliënten verwachten dat hun hulpverlener hét antwoord op hun hulpvraag heeft en als ze het niet letterlijk zeggen, dan vaak toch wel onbewust. Als hulpverlener kun je deze roep vaak ook wel voelen en daar kun je op inspelen door aan te sluiten bij de gevoelswereld en de beleving van de cliënt. Soms kan er naar je gekeken worden alsof jij al die problemen niet hebt, dat jouw relatie thuis natuurlijk goed is, dat je geen problemen met je kinderen in de opvoeding ervaart en vul zo maar verder in. Op het moment dat je in je reacties en gedrag laat merken dat jij het ook allemaal niet ‘weet’, dat je hebt geleerd over diverse behandelmethoden die werken, dat je bezig bent deze aan te passen aan de persoonlijke situatie van de cliënt én dat je jezelf inzet met je eigen groei, kan de cliënt ervaren dat je mens bent, iemand om verbinding mee te maken. Verbinding Dan komen we gelijk aan bij het volgende aspect: het aangaan van verbinding met de ander. Om te kunnen verbinden met de ander is het nodig om met jezelf te kunnen verbinden. Daarin te zorgen voor jezelf, wat heb jij nodig om bij jezelf te kunnen zijn in contact met de cliënt. Als je geen contact met jezelf hebt, is het lastig om gebruik te maken van wat de cliënt en diens verhaal bij jou oproept en waarover je terugkoppelt. Dan wordt het een theoretische uiteenzetting over hoe hét in het leven werkt. Juist door de verbinding met jezelf kun je de verbinding met je cliënt aangaan en

delen wat je hebt geleerd in kennis, ervaring en gevoel. Het leren verbinden met jezelf kan ook helpen als je merkt dat het moeilijk is om bepaalde type cliënten te begeleiden of bepaalde hulpvragen. Je kan daar dan aandacht aan geven, dat onderzoeken en er mogelijk grenzen in aangeven. Grenzen Als laatste wil ik het over grenzen hebben. Je kunt als hulpverlener niet alles, maar we willen graag zoveel, zoveel kunnen. Door aandacht te hebben voor je zelfontwikkeling en de daarbij horende verbinding met jezelf kun je ook eerlijker worden naar wat je mogelijkheden en onmogelijkheden zijn. Kun je bij jezelf blijven en daarmee een voorbeeld naar je cliënt zijn hoe je om kunt gaan met situaties die onmogelijkheden oproepen? Wat wil jij hierin uitdragen, laten zien? Durf je daarvoor te gaan staan? Sommige grenzen zijn heel duidelijk, andere veel diffuser. Ik geloof dat je door aandacht te hebben en houden voor zelfontwikkeling je hierin eerder kunt voelen wat de grenzen van jezelf en je cliënt zijn en daar zorg voor kunt dragen. Kortom, zelfontwikkeling geeft ruimte aan jezelf én aan je cliënt. Het zorgt ervoor dat je niet in een hokje terechtkomt en dat je kunt bewegen. Ik ben benieuwd wat het jou oplevert om je van deze aspecten (opnieuw) bewust te zijn.

Voor volgend jaar ben ik aan het nadenken waarover ik wil schrijven. Is er een onderwerp dat je interessant vindt als ik dat uitwerk, of een thema dat terugkomt in je werk waar je meer over wilt lezen, stuur mij een mail erover en misschien vind je jouw vraag volgend jaar wel terug in PSC Magazine. Uiteraard behandel ik je vraag/thema vertrouwelijk en zal dit anoniem verwerken. Mocht je zelf een vraag hebben, mail dan gerust naar: info@caritasgroep.nl o.v.v. PSC Magazine Wees wie je bent.

HANNEKE NIJKAMP, PRAKTIJKHOUDER CARITASGROEP, PSYCHOLOOG, RELATIECOUNSELOR EN SUPERVISOR. WWW.CARITASGROEP.NL

PSC

29


Uitputting door stress

UITPUTTING DOOR

STRESS Psychische klachten veroorzaken stress. Stress veroorzaakt weer nieuwe psychische klachten.

Bij psychische klachten spelen emotionele trauma’s een belangrijke rol. En bij het lang voortduren van deze klachten kunnen ook weer nieuwe trauma’s ontstaan. Bijvoorbeeld door een psychose, de bijwerkingen van medicijnen, mislukte therapieën en het verlies aan perspectief in je leven. Deze nieuwe problemen mengen zich met de oude en vergroten zo het probleem. Naast de emotionele problemen veroorzaken psychische klachten ook lichamelijke stressreacties. Deze kunnen het herstel ernstig bemoeilijken. Feitelijk bestaan er twee problemen naast elkaar: de psychische klachten die ook lichamelijke gevolgen hebben en de stressreactie van het lichaam, die nieuwe psychische klachten met zich meebrengt. En over hoe dit in elkaar zit lees je hieronder meer. Het lichamelijke aspect van stress Het lichamelijke aspect van stress wordt beschreven door de zogenaamde stress-as (zie kader), een opeenvolging van fysiologische reacties waarbij de hypothalamus, de hypofyse, de bijnieren en andere organen betrokken zijn, en waarin een groot aantal biochemische reacties een rol speelt. In feite is stress een gezonde reactie op belasting. Bij langdurige stress raken de betrokken organen echter uitgeput en het delicate evenwicht waarin ons lichaam verkeert, raakt daarbij verstoord. Daardoor kunnen vermoeidheid, slapeloosheid en een verstoorde spijsvertering ontstaan, maar ook angsten, depressies en andere psychische klachten.

30

PSC

De hulpstoffen magnesium, zink en vitamine B Voor de aanmaak van stresshormonen maar ook voor de afbraak en uitscheiding van medicijnen en andere ‘schadelijke’ stoffen gebruikt het lichaam een groot aantal hulpstoffen zoals magnesium, zink en vitamine B. Deze stoffen zijn slechts beperkt in het lichaam voorradig en bij langdurige stress en een overvloedig medicijngebruik kunnen er gemakkelijk tekorten ontstaan. Het lichaam raakt dan letterlijk en figuurlijk uitgeput. Het gebruik van meer of nieuwe medicijnen is dan ook niet altijd een oplossing. Het lichaam mist namelijk de kracht deze op te nemen en te verwerken. Bovendien moeten ook die nieuwe medicijnen weer worden uitgescheiden, wat weer een extra belasting met zich meebrengt voor de organen. Over de gevolgen van deze uitputting zoals verminderde weerstand, stress-eten en slapeloosheid hieronder meer. Stress-as Een stressvolle situatie stimuleert de hypothalamus, het regelcentrum van de hersenen. Via het sympathische zenuwstelsel worden van hieruit de bijnieren aangestuurd tot de aanmaak van adrenaline. Dit leidt tot een kortdurende en heftige vecht-of-vluchtreactie. Een veel langduriger reactie ontstaat door de aanmaak van CRH, het corticotropine vrijmakend hormoon. CRH zet de hypofyse aan tot de productie van ACTH, het adrenocorticotroop hormoon. Opgenomen in het bloed stimuleert ACTH op zijn beurt de bijnieren tot de aanmaak van cortisol.

Het zijn deze stresshormonen die het bekende gevoel van onrust geven. Het verhoogt de alertheid, het energieniveau en het uithoudingsvermogen door de bloedsuiker te mobiliseren en het insulineniveau te verhogen. Gelukkig heeft cortisol nog een tweede werking. In de hypothalamus remt het de aanmaak van CRH, de stof die de stressreactie in gang zette. Zo is er niet alleen een activering vanuit de hersenen naar de bijnieren, maar is er ook een terugkoppeling vanuit de bijnieren naar de hersenen. Hierdoor is het stressgevoel maar tijdelijk. Bij langdurige problemen, zoals bij mensen met chronische stress, kan deze terugkoppeling echter verstoord raken waardoor het stress-systeem als het ware op hol slaat. Dat kan ernstige gevolgen hebben.

1. Verminderde weerstand Cortisol en adrenaline zorgen voor een verhoogde energieproductie. Deze energie gaat echter ten koste van andere bestemmingen, zoals het immuunsysteem en de productie van essentiële eiwitten. Op korte termijn is dat geen probleem maar bij langdurige stress die weken, maanden of langer kan duren, raakt het immuunsysteem verzwakt en word je kwetsbaar voor ziektes. Dat betekent ook dat aandoeningen die latent aanwezig zijn maar die voor gezonde mensen geen problemen veroorzaken, zich nu kunnen gaan manifesteren. Bekend zijn bijvoorbeeld de herpesvirussen die tientallen jaren in het lichaam kunnen sluimeren maar die in stressvolle perioden plotseling actief worden.


T Pne t

de strijd tegen angst en stress. Vitamine B1 zorgt voor een stabielere bloedsuikerspiegel, wat een belangrijke trigger is voor angst. Vitamine B3 speelt een belangrijke rol in de synthese van serotonine, een angstonderdrukker, en vitamine B5 is cruciaal voor een goede werking van de bijnieren, wat zorgt voor een betere regulering van stress. Vitamine B8 (inositol) blijkt een effectieve angstmedicatie te zijn. Vitamine B stabiliseert ook lactaatniveaus in het lichaam die mede verantwoordelijk zijn voor angstaanvallen.

2. Stress-eten Bij het mobiliseren van de energievoorraad van het lichaam ontstaat de behoefte om te eten en waar we dan vooral zin in krijgen is vet of zoet voedsel. Eten dat veel calorieën bevat. Vandaar ook dat ‘ongezond’ eten zo troostrijk is. Van vette snacks, taart en chocolade worden we blij. Onder gewone omstandigheden is na het eten van calorierijk voedsel de energiebehoefte weer snel aangevuld en zijn we ook weer snel verzadigd. Maar bij chronische stress, als de terugkoppeling is verstoord, blijft die verzadiging uit en blijft de behoefte aan troostrijke voeding bestaan. Vandaar ook dat chronische stress gemakkelijk tot een ongezonde levensstijl kan leiden. 3. Tekort aan hulpstoffen Een derde punt is dat de stressreactie een groot aantal essentiële bouwstoffen in het lichaam gebruikt. De tekorten die hierdoor ontstaan, kunnen een grote verscheidenheid aan klachten veroorzaken. a. Onrust en niet kunnen slapen We kijken nu wat preciezer naar de chemische processen die in ons lichaam een rol spelen. We zien dat voor de aanmaak van adrenaline en melatonine ongeveer dezelfde hulpstoffen nodig zijn. Adrenaline maakt dat we in actie komen, en melatonine is ons slaapmiddel. In zekere zin concurreren beide aanmaakprocessen met elkaar waar het gaat om de beschikbaarheid van hulpstoffen. Wanneer door een chronische stressprikkel de productie van adrenaline ontspoort, krijg je te

veel adrenaline en gebruikt je lichaam een onevenredige hoeveelheid magnesium, zink, vitamine B en andere hulpstoffen. Voor even gaat dat goed, maar na verloop van tijd ontstaan daardoor tekorten. Het gevolg daarvan is dat de productie van melatonine achterblijft. Door het teveel aan adrenaline neemt het gevoel van onrust toe en door het tekort aan melatonine kunnen we niet meer slapen. Daardoor ontstaat er nieuwe stress en een verdere verstoring van het evenwicht. b. Lichamelijke en psychische spanningen Door de verhoogde adrenalineproductie wordt de vrije beschikbaarheid van zink, magnesium, vitamine B en andere hulpstoffen verminderd. Zink en magnesium spelen elk een belangrijke rol bij meer dan 300 levensbelangrijke enzymen en hebben daarnaast heel veel verschillende functies in het lichaam. Zo leidt een tekort aan zink tot een versnelling van verouderingsprocessen. Het speelt een rol bij het ontstaan van auto-immuunziekten, diabetes, hartkwalen en kanker. Een tekort aan magnesium leidt tot een groot aantal problemen die eenvoudig zijn samen te vatten als lichamelijke en psychische spanningen. Een hoge consumptie van troostvoeding, van cafeïne, suiker, alcohol en zout, veroorzaakt bovendien een verhoogde uitscheiding van magnesium in de urine waardoor het tekort nog wordt vergroot. c. Angst en stress Vitamine B speelt een belangrijke rol bij alle neurologische processen en is effectief in

Herstellen van stress In een gezond lichaam zijn alle functies in balans, in geval van chronische stress is die balans verstoord. Voor herstel van stress gaat het om het hervinden van het evenwicht, zowel lichamelijk als geestelijk. Om stress te verminderen moeten in de eerste plaats de psychische problemen worden aangepakt. Daarbij is het ook van belang om - als dat verloren is gegaan het perspectief op een zinvol leven te herstellen. Een volgende stap is het herstellen van een gezonde levensstijl. Het vinden van een balans tussen inspanning en ontspanning, voldoende slaap, veel bewegen en gezond eten. Vervolgens kan de vitaliteit van de bijnieren worden verbeterd en kunnen de tekorten aan bouwstoffen worden aangevuld. Dit is een wetenschap op zich en het verdient dan ook aanbeveling om daarbij deskundig advies in te winnen. Bron: Kees Aaldijk Praktijk Transpersoonlijke en integrale psychotherapie en coaching www.transpersoonlijk.nl

TRANSPERSOONLIJK.NET NETWERK VOOR ZORGPROFESSIONALS

Transpersoonlijk.net (TPnet) is hét netwerk voor de coach, counselor & therapeut LID WORDEN Wordt lid en je ontvangt een webpagina. Leden van TPnet hebben nog meer voordeel. Zie: www.transpersoonlijk.net/ info-lidmaatschap/

PSC

31


www.aukeherrema.nl

De complete 2 jarige opleiding tot kinder- of jongerencoach

www.torikindercoachopleiding.nl

Kindercoach worden?

Download de kindercoach test: www.torikindercoachopleiding.nl

“Je leert een kind begrijpen, wanneer je jezelf leert begrijpen.�

www.torikindercoachopleiding.nl Advertentie TORI PSC Magazine versie 05.indd 1

|

info@torikindercoachopleiding.nl 16-12-2016 15:54:55


Colu m n

Illustratie: Bob Clausen

Ikigai Mijn dochter gaf me een boek te lezen over Ikigai. Het is geschreven door twee mensen die geïntrigeerd werden door de ‘blauwe zones’ in de wereld. Blauwe zones zijn plaatsen waar bewoners het langst en gelukkigst leven. Ikigai is een Japanse term voor ‘raison d’être’, een bestaan met een doel. De schrijvers reisden naar blauwe zone nummer 1, te weten Okinawa, een eilandje in Japan met de oudste bewoners ter wereld. Ze ontdekten het volgende: Bijna alle mensen hebben een eigen groentetuintje waarin ze dagelijks werken. Ze verbouwen hun eigen (biologische) groenten, eten zeker 30% groente per dag en wat ze niet op kunnen, verkopen ze op de markt. In feite slaan de mensen zo 3 slagen in 1. Ten eerste zijn ze dagelijks lange tijd in beweging. Helemaal geen extreme sport of fitness, maar wel veel bewegen. Tevens gaan zij overal liefst lopend of op de fiets heen. Er is geen sprake van uren op de bank voor de tv hangen en chips eten. Ten tweede bestaat hun dieet uit tofu, vis, zeewier, witte rijst en veel groene jasmijnen sencha-thee, en bovendien hebben ze daar de shikuwasa, een soort citrusvrucht waarin 40 maal meer nobiletine (antioxidanten) zit dan in onze sinaasappels, en ze eten heel veel van die vruchten. Ten derde eten ze weinig. Ze hebben een uitspraak ‘Hara hachi bu’ die zij net zo vaak zeggen als wij ‘smakelijk eten’. Alleen betekent hun ‘toost’: vul je maag voor 80%. Met andere woorden, nooit eten tot je vol zit en eigenlijk best nog wat zou lusten als je van tafel gaat. Tot zover denk je misschien: nou dat wisten we al zo’n beetje. Echter, de belangrijkste

factor die zij zelf aangeven als mogelijke oorzaak voor hun lange levens, is het feit dat ze een rijk sociaal leven hebben. Zo bestaat er in de plaats Ogimi een systeem waarin alle bewoners van de stad zijn opgenomen in een register op basis van leeftijd en ‘moai’ wat zoiets als club betekent. Die clubs bestaan uit groepen mensen die elkaar helpen. Deze ‘moai’ functioneren als een familie. Vrijwilligerswerk is belangrijker dan geld verdienen in Ogimi. Iedereen doet mee en de lokale overheid organiseert door middel van het verdelen van vrijwilligerstaken. Dit creëert een gevoel van saamhorigheid. Mensen maken vrienden, helpen elkaar, voelen zich gewaardeerd en nuttig. Ze zitten namelijk niet in een verzorgingstehuis te verpieteren. Ik herinner mij een keer toen ik bij mijn oma op bezoek ging, die aan het revalideren was in zo’n huis. Ik kwam binnen en de ‘verzorging’ had haar in haar rolstoel aan een tafel geschoven, die tegen een witte muur stond. Oma zat diepongelukkig naar die muur te staren. Ze overleed in dat verzorgingshuis. Ze had van haar leven nog nooit tofu gegeten, laat staan zeewier. Maar ze kwam pas in dat huis terecht, nadat zij was gevallen en toen was ze al 101.

staat van ‘mindfulness’. Ze zijn vriendelijk voor elkaar. Nu moet je niet denken dat ze daar gewoon toevallig in een soort paradijs wonen waar geen stressfactoren zijn, want Okinawa heeft grote gevolgen ondervonden van de verschrikkelijke atoombom uit WOII. Het lijkt mij dat deze mensen blij zijn om het leven zelf en dat hun doel eenvoudig is: aandachtig (mindful) zijn, vriendelijk zijn en samen zijn. Mooi voorbeeld.

Ten slotte een belangrijke factor: de blauwe zone levensstijl is harmonieus en ongehaast. De mensen glimlachen veel. Ze besteden aandacht aan alles wat ze doen. Ze hebben geen jachtig bestaan. Het doel in hun leven is niet zozeer een groots ideaal dat zij nastreven. Als ik het zo lees, lijkt het erop dat hun tevredenheid eerder ontstaat door een voortdurende

MARTINE CLAUSEN IS MANTELZORGER, COUNSELOR EN CREATIEF THERAPEUT.

PSC

33


Boekrecensi e

Zintuigenprikkels In deze rubriek bespreken we elke editie vakgerelateerde boeken, cd’s, dvd’s en apps.

Sensorimotorische psychotherapie De wijsheid van ons lichaam, verloren en hervonden…. Met het lijvige, indrukwekkende

De Sensorimotor Psychotherapy is ontwikkeld door Pat Ogden. Het is een lichaamsge-

en zeker ook boeiende boekwerk

richte psychotherapie die aan het werk gaat met de bewuste en onbewuste lichamelijke

Sensorimotor Psychotherapy breekt Pat Ogden een lans op het gebied

reacties zoals bijvoorbeeld Fight, Flight, Freeze en arousal, welke ontstaan naar aanleiding van heftige gebeurtenissen (trauma) in iemands leven. De stressreacties die hieruit vloeien, hebben invloed op het aangaan van verbindingen, contact en hechting. Pat

van de lichaamsgerichte psycho-

Ogden heeft tientallen jaren gewerkt aan de totstandkoming van dit boek waarin inter-

therapie.

venties terug zijn te vinden voor traumaverwerking en het herstel van de gehechtheid. De

Ik moet eerlijk bekennen dat de titel Sensorimotor Psychotherapy bij mij

Sensorimotor Psychotherapy is bedoeld als aanvulling en ter ondersteuning van bestaande behandelmethodieken. Het boek is onderverdeeld in een 5-tal delen, die weer in hoofdstukken worden gesplitst.

in eerste instantie wat ‘mistig’ over-

In het 1ste deel wordt het fundament van de Sensorimotor Psychotherapy besproken.

kwam. Misschien leek het wel te

Tevens wordt daarin uitgelegd dat het boek niet alleen voor de hulpverlener bedoeld is,

veel op het woord Senseo en bleef

maar ook gelezen kan worden door cliënten. Kanttekening die ik hierbij maak, is dat er

ik daarom te lang met koffie en

mijns inziens in de tekst veel gebruik gemaakt wordt van het therapeutisch jargon, wat maakt dat ik het minder geschikt vind voor cliënten.

een dicht boek aan de tafel zitten.

In deel 2 volgt de uitleg van de basisbegrippen en vaardigheden, waarbij er veel aandacht

Daarbij is de omvang van het boek,

is voor mindfulness. Deel 3 behandelt het ontwikkelen van hulpmiddelen zoals: het aar-

maar liefst een kleine 900 pagina’s

den, hulpbronnen en somatisch besef van grenzen. In deel 4 ga je aan de slag met de her-

met een gewicht van een ruime 2 kilo, ontzagwekkend te noemen.

inneringen. De hekkensluiter, het 5de deel, gaat over het creëren van gezonde relaties en voldoening in het leven. In het hele boek is veel aandacht voor diepgaande inzichten, wetenschappelijke onder-

Ondertussen zijn het boek en ik

bouwingen en praktische toepassingen waarbij steeds weer actief gebruik gemaakt wordt

dikke ‘vrienden’ geworden.

van het lichaam. Cliënten leren holistisch kijken naar zichzelf, waarbij zij de relatie leren doorgronden tussen hun lijf, emoties, overtuigingen en gedrag. Ik ben absoluut ingenomen met de grote hoeveelheid aan werkbladen. Als verbeterpunt zou ik het taalgebruik aanpassen. Ook hier worden veel vaktechnische termen gebruikt. Omdat het boek zo dik is (ieder voordeel heeft weer zo zijn nadeel), is het lastig om de werkbladen te kopiëren. Het is mogelijk om bij de uitgever de digitale versies aan te vragen. Een foto maken met je mobieltje en deze doorsturen naar je printer is natuurlijk ook een oplossing. We zijn als hulpverlener zo gewend om woorden, het narratieve, te gebruiken als uitgangspunt. De vraag is of we wel nauwgezet genoeg luisteren naar wat het lichaam ons te vertellen heeft, ons somatische verhaal. Het lichaam slaat alles op wat onze zintuigen aan informatie opvangen. Heel gemakkelijk ontstaan chronische, fysieke patronen die beperkend kunnen zijn en waarbij we eigenlijk, fysiek gezien, in het verleden leven. Hoe mooi is het om met de interventies die in dit boek staan, een brug te slaan tussen verleden en heden. Voor de prijs van slechts 65 euro heb je echt een schat aan informatie tot je beschikking. Recensie door Anja van de Weerd Sensorimotor Psychotherapy, Pat Ogden en Janina Fisher Uitgeverij Mens!, ISBN 9789463160322

34

PSC



P s y chosoc i ale Kwa n tum th era p i e

Psychosociale

Kwantumtherapie Edo Mathijssen beschrijft in het Handboek van de Psychosociale Kwantumtherapie een nieuwe psychologische stroming. Nadat ‘de conciërge van de psychologie’ de psychologie in spreektaal uitlegt, neemt hij de lezer mee naar de vernieuwde school van de psychologie. In deze nieuwe school wordt de kwantumtheorie uitgelegd en geïntegreerd in de psychologie. Naast het medische en het sociale aspect komt er een dimensie bij: de materie. De materie heeft ons iets te zeggen.

Ik vind psychologie armoe. Hoe ver zijn we nu eigenlijk in de psychologie? Diagnoses worden gesteld en veelal behandeld met medicatie. Van persoonlijkheidsstoornissen kom je over het algemeen niet af. Depressies komen terug. Vergeleken met de psychologie is men in de medische wereld veel verder. Zes weken gips heelt een gebroken been. Door antibiotica verdwijnen infecties. Operaties zijn helpend. Medische ingrijpen zijn levensreddend. Maar wat doet de psychologie nu echt? Hysterie en trauma Psychologie kent inmiddels vele stromingen. Het begon met de psychoanalyse van Sigmund Freud. Daarvoor werd je, als het psychisch niet goed met je ging, als hysterisch gezien. Freud sprak al niet meer van hysterisch maar van getraumatiseerd. Trauma is een Grieks woord voor verwonding. Freud kwam erachter dat praten over trauma’s en frustratie helpt. Later werden andere begrippen zoals depressie en persoonlijkheidsstoornissen vastgelegd om het woord hysterisch te vervangen. Aan de hand van de symptomen wordt er een diagnose gesteld. Een diagnose waar je de rest van je leven aan vastzit. De vooruitzichten zijn somber. Ik kom als complementair hulpverlener met een alternatief. Ik ben geen psycholoog maar ik leid de cliënt rond in de school van de psychologie. Alles wat ik heb geleerd over de psychologie, deel ik met cliënten. Cliënten worden hun eigen therapeut zodat ze mij nadien niet meer nodig hebben. Conciërge van de psychologie Theo Maassen noemde René Gude in het 36

PSC

televisieprogramma 24 uur met … (VPRO/ BlazHoffski 2014) ‘de conciërge van de filosofie’. René Gude was geen filosoof, maar onderhield de filosofische stromingen die er al waren. René Gude zei: ‘Je moet niet vernieuwen, nee, je moet verbeteren wat er al is. Maintenance.’ Dit doe ik met de psychologie en ik noem mezelf dan ook ‘de conciërge van de psychologie’. Cliënten krijgen van mij een rondleiding in de school van de psychologie. Niet alle stromingen laat ik zien. Niet alle lessen bespreek ik. Sterker nog, ik laat vele lessen met rust. Want ik vind dat het veel van hetzelfde is. Ik laat alleen de lessen zien waarvan ik vind, dat ze interessant zijn. Het accepteren van het zelfbeeld Cliënten hebben een probleem en ik vind dat de therapeut iets moet hebben wat helpend is. Ik schiet allerlei psychologie op de cliënt af. Als je met hagel schiet, moet het een keer raak zijn. Vooral met EMDR en mindfulness is dat vaak het geval. Maar ook de T.A. en gestalttherapie zijn helpend in de chaos van emoties waar een cliënt in zit. Ik help de cliënt met de chaos van emoties en laat hem zelf zijn/haar orde scheppen. Ik werk aan de hand van een model waarin er naar het verleden, heden en naar de toekomst gekeken wordt. Middels de therapie wordt een zelfbeeld gecreëerd en uiteindelijk gaat het naar accepteren van het zelfbeeld. Zeg maar: ik ben oké. In mijn therapie en in mijn boek gaat het vooral over hetgeen waar we geen invloed op hebben. Zeg maar: jij bent oké. Ik wil mensen helpen zichzelf te accepteren maar vooral ook hun lot, hun leven te accepteren. Ik ben van mening dat we minder dan de helft invloed hebben op het geheel van wat er gebeurt in ons leven. We

hebben wel invloed en verantwoordelijkheid, maar deze is in ieder geval minder dan de helft van het geheel. Psychologie en nurture zit in het gedeelte van minder dan de helft en is daarmee armoede. Je kunt je succes bereiken wil zeggen dat, wanneer het minder met je gaat, het jouw schuld is. Ik heb een andere mening. De invloed van de nature is groter dan de nurture. Een nieuwe verdieping In mijn boek en in de therapie ga ik na uitleg van de bestaande psychologie een grote uitdaging aan om te proberen de kwantumtheorie uit te leggen. Als conciërge van de psychologie vind ik dat er met deze kennis een grote, nieuwe verdieping binnen de school van de psychologie moet komen. Deze verdieping dient dominant aanwezig te zijn in de moderne psychologie. Ik ben niet de eerste die de kwantumtheorie in de psychologie integreert. Mijn woorden zijn niet nieuw. Ik heb de verdieping niet gebouwd. Ik leid je er wel graag rond. Ik denk dat de kwantumtheorie de hedendaagse psychologie gaat veranderen. Deze nieuwe school moet er komen! De nieuwe school Onderzoeksjournaliste Lynne Mc Taggart geeft in haar boek The Field (2001) een overzicht van wetenschappelijke ontdekkingen die aantonen, dat er een energieveld bestaat dat mensen en materie met elkaar verbindt. McTaggert geeft in haar boek aan dat alle gegevens van ons bestaan en dat alle informatie van alle tijden is opgeslagen. Onze interactie met dit veld, een oneindige zee van energie, bepaalt wie


E d o M athijs s e n

"Waar wordt je enthousiast van. Je hart als kompas in het leven. Je hart als enige echte goeroe. Daar zijn waar je wilt zijn! Er is namelijk altijd een toeschouwer die naar je kijkt en dat ben je zelf. Bevalt het je als je doet wat je doet?"

we zijn, worden en waren. Dit veld bepaalt het alfa en omega van ons bestaan. Tussen het: ik ben oké en jij bent oké ligt een heel universum dat ons beïnvloedt! Ik gebruik McTaggert’s boek Het Veld (The Field 2001) om niet te verdwalen in de nieuwe school. Waar komt inspiratie vandaan? Waarom wordt een cliënt ziek? Vele vragen en weinig antwoorden. In het verlengde van Sigmund Freud ga ik een stapje verder waar Freud is gebleven, met een vleugje van Einstein. Een nieuwe holistische stroming. Naast het psychische en het sociale komt er een dimensie erbij: de materie heeft ons iets te zeggen. In de psychologie gaat de focus naar de hersenen. Maar onderzoeken wezen uit dat het hart een voorspellende gave heeft. Informatie komt als eerste binnen via het hart. Waar gaat je hart sneller van kloppen? Waar wordt je enthousiast van. Je hart als kompas in het leven. Je hart als enige echte goeroe. Daar zijn waar je wilt zijn! Er

is namelijk altijd een toeschouwer die naar je kijkt en dat ben je zelf. Bevalt het je als je doet wat je doet? De moderne psychologie gaat weg van de ratio, gaat op zoek naar intuïtie en intentie. Waarom ben je hulpverlener? Een cliënt kijkt vooral naar de intenties van de hulpverlener. Als hij/zij daarin gelooft, wordt hij/zij teruggeworpen naar zijn/haar eigen intenties. Van dualisme naar non-dualisme. Tot slot Het Handboek van de Psychosociale Kwantumtherapie is een waardevol boek voor elke therapeut en voor elk mens. Het boek geeft stof tot nadenken en is confronterend. Je wordt teruggeworpen op je eigen intenties met mij als spiegel. Ik geef allerlei handvatten aan cliënten maar ook aan jou als therapeut. De wijsheid zit vooral tussen de regels door. Jij met het boek, jij met jezelf. Het handboek legt in eenvoudige taal psychologische processen uit. De mix

van eigen ervaringen en alom vergaarde kennis maken het boek laagdrempelig om psychologie en de kwantumtheorie te begrijpen. Edo Mathijssen heeft als therapeut ruim duizend mensen geholpen door middel van kortdurende therapie. Het Handboek van de Psychosociale Kwantumtherapie is te bestellen via mailadres emathijssen@live.nl 29,99 euro (geen verzendkosten binnen Nederland)

PSC

37


C rossu i te

Professionalisering door digitalisering in de praktijk Overal waar we vandaag de dag kijken, heeft de technologie een plaats verworven in onze maatschappij. Ook in de medische wereld is de technologie al lange tijd aanwezig in allerlei toepassingen en meetinstrumenten voor de controle en verbetering van de zorg in het algemeen. Dit is natuurlijk vooral het geval in de ziekenhuizen en grotere gezondheidscentra, maar ook de privépraktijken blijven hierin niet achter en worden meer en meer geconfronteerd met de voordelen van digitale praktijkvoering.

Maximaliseer uw potentieel In de eerste plaats zorgt digitalisering voor een versnelde uitbouw van de praktijk dankzij een grotere performantie op het vlak van medisch dossierbeheer, administratie, opvolging, patiëntcommunicatie, enz.

Vlottere financiële administratie Verder stelt digitaliseren u in staat om snel en efficiënt al uw behandelingen te factureren volgens de eisen van de zorgverzekeraars. De nota’s kunnen makkelijk per mail worden bezorgd aan uw patiënten, wat maakt dat het ook voor hen makkelijker is om deze in te dienen bij hun zorgverzekeraar. Dag-, week- en maandstaten zijn eenvoudig op te roepen en geven u snel een correct overzicht in de omzet van de praktijk.

Onlineboekingen

"Uw praktijk krijgt een grotere bereikbaarheid door het werken met onlineboekingen. Deze zorgen ervoor dat de patiënt 24/7 de mogelijkheid krijgt een afspraak in te plannen, zonder dat u gestoord wordt tijdens lopende consultaties. Hierdoor wordt voor iedereen een meerwaarde gecreëerd."

Uw praktijk krijgt een grotere bereikbaarheid door het werken met onlineboekingen. Deze zorgen ervoor dat de patiënt 24/7 de mogelijkheid krijgt een afspraak in te plannen, zonder dat u gestoord wordt tijdens lopende consultaties. Hierdoor wordt voor iedereen een meerwaarde gecreëerd. CROSSUITE stelt u in staat uw patiënt een persoonlijk onlineprofiel te bezorgen dat de patiënt onmiddellijk een grotere betrokkenheid geeft bij uw praktijk. Intakes en evaluaties zelf laten invullen door uw patiënt in dit profiel vereenvoudigt en vermindert niet enkel uw administratieve taken, maar verhoogt substantieel de nauwkeurigheid van de aangeleverde informatie door de patiënt. Verder beheert de patiënt binnen het profiel zijn persoonlijke gegevens en dat biedt het een extra kanaal om zijn afspraken, gemaakt binnen uw praktijk, steeds op een correcte manier op te volgen.

Voor elke praktijkgrootte Webbased werken maakt u totaal onafhankelijk van locaties en hardware. Dit geeft u als zorgverstrekker totale vrijheid in de praktijk. Samenwerken met collega’s wordt een evidentie, dit zowel binnen als buiten uw eigen organisatie. U heeft als het ware uw praktijk altijd binnen handbereik.

VOOR M EER INFO RMATIE: +31 20 81 1 6 0 48, W W W.C R O S S U IT E .CO M, IN F O @C R O S S U I T E .COM 38

PSC


Psychologie van Hoogbegaafdheid

Praktijkgerichte thuisstudie op HBO-niveau

Leer aan welke gedragingen je hoogbegaafdheid kunt herkennen en welke middelen je kunt inzetten om de verschillende kenmerken te meten. Ontdek waardoor hoogbegaafdheid vaak onopgemerkt blijft, welke problemen daardoor kunnen ontstaan en wat je kunt doen om deze problemen te voorkomen of te tackelen. Én, ontvang nuttige tips voor professionele ondersteuning van kinderen met hoogbegaafdheid.

16 PE punten â‚Ź 399,00


Hoera!

20

jaar inng di verbin

Opleidingsinstituut voor Geweldloze Communicatie

Nieuw - Leergang Verbindend Communiceren in Coaching Ben je werkzaam als coach, psycholoog of therapeut en wil je diepgaande veranderprocessen bij je cliënten initiëren? Dan helpt onze Leergang Verbindend Communiceren in Coaching jou hierbij. De thema’s die aan bod komen zijn: Transformatie, Zingeving, Schoonheid van behoeften en Compassievol leven. Ben jij klaar voor (nog) meer verdieping? Meld je dan vandaag nog aan voor deze unieke leergang op onze website, www.vinecoaching.nl.

Het Hoogeland, Museumlaan 2, 3581 HK Utrecht - tel: (030) 215 50 60 - welkom@vinecoaching.nl - www.vinecoaching.nl Onderstaande organisaties accrediteren verscheidene onderdelen uit ons opleidingspakket ABVC – Algemene Beroepsvereniging Voor Counseling NFP – Nederlandse vereniging voor Fysiotherapie BATC – Belangen Associatie Therapeut en Consument volgens de Psychosomatiek EMCC - European Mentoring & Coaching Council Registerplein –Kwaliteitskeurmerk voor sociaal professionals NOBCO - Nederlandse Orde van Beroepscoaches VBAG – Vereniging ter Bevordering van Alternatieve Geneeswijze LVNG – Landelijke Vereniging Natuurlijke Geneeswijzen VNT – Vereniging van Natuurgeneeskundig Therapeuten MFN – Mediators Federatie Nederland VVH – Vereniging enigging Van Haptotherapeuten Haptothera ptotherape apeeuten NBVH – Nederlandse Vereniging voor Hypnotherapeuten Cursussen en leergangen Kijk voor ons totaal aanbod aan opleidingen op onze website www.vinecoaching.nl


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.