PSC Magazine editie 2 - 2016

Page 1

Editie 2 • 2016 • 6 e jaargang

Emotie en technologie zijn niet los te koppelen Kan ONLINECOUNSELING het ‘echte’ gesprek vervangen? Kinderen begeleiden vanuit

hun geboortepatronen DE INFORMATIEBRON VOOR PROFESSIONALS IN DE PSYCHOSOCIALE GEZONDHEIDSZORG AANGESLOTEN BIJ DE NFG, ROSEGARDEN EN TPNET


2


Vo o rwoord

Technisch vernuft De nieuwe drukproef van PSC Magazine komt binnen via de e-mail net wanneer ik een skypegesprek beëindig. Over techniek gesproken.

Toen het boek The Outerweb - En de vrouwen tegen de robots van Rogier van Kralingen binnenkwam op onze redactie, waren we wel geïntrigeerd. En na het interview dat we met hem hielden, was dit alleen maar gegroeid. Wat een enthousiasme en gedrevenheid! Ik had dan ook reden genoeg het boek van voor tot achter te lezen. Normaal gezien zou ik denken dat een boek over techniek en internet een beetje saai zou zijn. Maar integendeel. Dit is geen saai, droog technisch boek. Nee, het staat vol met grappige voorbeelden en inspirerende denkbeelden. En eigenlijk gaat het vooral over de mens en de samenleving waarin wij leven. En dat is uiteindelijk waarmee u zich als professional in het psychosociale werkveld dagelijks bezighoudt.

"Ik denk dat we allemaal steeds meer de invloed van techniek en internet ons leven zien binnendruppelen."

Ik denk dat we allemaal steeds meer de invloed van techniek en internet ons leven zien binnendruppelen. Privé, maar ook professioneel. Met Facebook is het eenvoudig om geen verjaardag meer te missen. Een berichtje in m’n inbox dat er iemand jarig is, en direct plaats ik mijn felicitaties online. De laatste keer dat ik een kaartje heb gestuurd of een brief heb geschreven, kan ik me niet meer herinneren. Nu was ik niet zo’n brievenschrijver, maar nu alles via mijn telefoon kan, raak ik de pen bijna niet meer aan. Ook in het vakgebied zien we hoe internet ons leven binnenkruipt. We kunnen online afspraken plannen, online de boekhouding bijhouden en zelfs de mogelijkheid tot onlinecoaching is niet meer ongewoon. Al deze technische vernuftigheid is vaak ongemerkt onze samenleving binnengeslopen. Soms hebben we niet eens in de gaten dat we erin meegaan. Daarom is het boek The Outerweb wel een eyeopener. Want laten we vooral het menselijke en sociale aspect van het leven niet vergeten. Of het ‘feminiene’, zoals Van Kralingen het noemt.

Aansluitend op het onderwerp leest u achterin het magazine een artikel van Myriam Limper. Dit artikel richt zich op die vormen van onlinecontact waarbij je de ander niet ziet of hoort. Ze verkent hoe onlinecounseling verschilt van face to face counseling en wat de consequenties daarvan zijn voor het contact.

In deze editie vindt u ook persoonlijke verhalen van NFG-leden. Zo vertelt Cindy van der Vliet over hoe het was om een praktijk op te zetten in een periode dat in Nederland het hele zorgstelsel ‘op de schop’ ging. Het antwoord was voor haar heel simpel: “Het was voor mij de start van een nieuw begin.” NFG-lid Jenneke Fieten van Dalen beschreef haar zoektocht naar wat te doen met alle veranderingen rondom het PSBK. “Als de zorgverzekeraar gaat bepalen wat ik moet leren, wat doe ik dan? Ga ik mee in de eisen van deze zorgverzekeraar? Zijn deze eisen reëel? Hoeveel cliënten zijn zo aanvullend verzekerd om voor vergoeding in aanmerking te komen? Blijft het hierbij? Wat is de meerwaarde? Maakt mij dit tot een betere therapeut? Is dit mijn hart? Past dit bij mij?” Jacco Bouwes, ook NFG-lid, schreef een artikel over familieopstellingen volgens het nieuwe opstellen. Zoals u ziet hebben we in deze editie naast techniek ook veel ruimte gemaakt voor persoonlijke verhalen. Mocht u zelf ideeën hebben of wat bij willen dragen aan PSC Magazine, schrijft u dan vooral een mail naar onze redactie! Voor nu wens ik u veel leesplezier! Sacha van den Ende Hoofdredacteur redactie@pscmagazine.nl

PSC

3


Col o fon

Colofon

PSC MAGAZINE, DE INFORMATIEBRON VOOR PROFESSIONALS IN DE PSYCHOSOCIALE GEZONDHEIDSZORG AANGESLOTEN BIJ DE NFG, ROSEGARDEN EN TPNET Hoofdredactie Sacha van den Ende E-mail: sacha@pscmagazine.nl

Bladmanagement: Maartje Albert E-mail: maartje@pscmagazine.nl Eindredactie: Marianne Smits

Redactieadres Arthur van Schendelplein 130 2624 CV Delft Telefoon: +31 (0)6 12 98 64 89 E-mail: redactie@pscmagazine.nl Uitgever Inspired Publishing Contactpersoon: Sacha van den Ende Arthur van Schendelplein 130 2624 CV Delft Telefoon: +31 (0)6 23 63 38 65 info@inspiredcommunications.nl Vormgeving Eefje Kleijweg | The Fine Line Studio www.thefineline-studio.com Druk Drukkerij Damen Lezersservice PSC Magazine verschijnt zes keer per jaar. Het wordt toegezonden aan alle register- en aspirantleden van de beroepsorganisatie NFG en de leden van TPnet en Rosegarden. Abonnementen Jaarabonnementen per zes nummers: â‚Ź 39,95. De abonnementsprijs dient bij vooruitbetaling te worden voldaan. U ontvangt hiervoor een factuur. Nieuwe abonnementen kunnen op elk moment van het jaar ingaan. Opzegging dient schriftelijk, ten minste 2 maanden voor afloop van de abonnementsperiode te worden ingediend bij de uitgever. Adreswijzigingen Adreswijzigingen graag zo spoedig mogelijk schriftelijk indienen bij de uitgever per post of per e-mail: abonnement@pscmagazine.nl Losse edities Kijk voor losse edities op www.pscmagazine.nl Disclaimer De informatie in dit blad is uitermate zorgvuldig opgesteld en gecontroleerd. De uitgever is evenwel niet aansprakelijk voor de inhoud van ingestuurde c.q. aangeboden artikelen, product-informatie en voor eventuele schade als gevolg van vermeende (medische) adviezen, onverhoopte onjuistheden en/of onvolledigheden. De uitgever draagt geen verantwoordelijkheid voor de inhoud van advertenties. Informatie over gebruikte bronnen kan opgevraagd worden bij de redactie. ŠCopyright Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Inspired Publishing. Alle rechten voorbehouden.

4

PSC

Inhoud

3 6

Voorwoord Sacha van den Ende

Emotie en technologie zijn niet los te

koppelen Interview met Rogier van Kralingen

10

Familieopstellingen volgens het nieuwe

opstellen Jacco Bouwes

13 14

Column Wilma de Haas

Starten in een roerige periode Cindy van der Vliet

6


I nho ud s opg ave

27

30 29

EDITIE 2 • 2016

16 18

Uitgedeukt Jenneke Fieten van Dalen

Hoogsensitiviteit in relatie met extra

ontwikkelingspotentieel Els Umans

22

Kinderen begeleiden vanuit hun

geboortepatronen Martine Bökkers

24 27

Zintuigenprikkels

Melatinine Slaapmutsje met gevoel voor (bio)ritme

28 29

Column Cathelijne Wildervanck

Teamwork Hanneke Nijkamp

30 Liefdevolle wijsheid van de ziel TPnet 33 34 36

Column Martine Clausen

Zintuigenprikkels

Kan onlinecounseling het ‘echte’ gesprek

vervangen? Myriam Limper

PSC

5


Emotie e n te ch n olog ie z ij n n ie t los t e k op p e le n

Emotie en technologie zijn niet los te koppelen Rogier van Kralingen is muzikant, spreker en schrijver. In de breedste zin, want hij publiceert van alles. Zijn laatste boek is The Outerweb - En de vrouwen tegen de robots, een boek dat gaat over de toekomst van het internet. INTERVIEW MET ROGIER VAN KRALINGEN

Hoe is het idee voor het boek The Outerweb ontstaan? ‘Zoals zoveel mensen werd ik in 2008 getroffen door de crisis. Dit was voor mij aanleiding om eens diep na te denken en te onderzoeken wat er nu eigenlijk misging. Wat gebeurde er nu eigenlijk en hoe kunnen mensen zo stom zijn om in deze situatie terecht te komen? Uiteindelijk heb ik vijf jaar research gedaan en geschreven, en daar is het boek uit tot stand gekomen. Wat ik in het boek beschrijf, is dat we een nieuwe type internet aan het bouwen zijn, waarin we alles op alles aan het aansluiten zijn. Digitale informatie is niet alleen beschikbaar op je computer of telefoon. Alle informatie gaat als het ware naar buiten; het is een ‘buitenweb’, een Outerweb van openbare camera's die onze lichaamsfuncties kunnen meten, drones, robots tot aan op afstand bestuurbare insecten. Digitale informatie komt de fysieke en biologische wereld in. De vraag die ik daarbij stel, is de vraag of we daar eigenlijk wel klaar voor zijn. Na de crisis is er zoveel aan het licht gekomen. Ik noem dat in het boek ‘de faalgolf’. Wat ik zie, is dat we op technologisch gebied ontzettend snel gaan. Maar op emotioneel en menselijk gebied staan we stil. Misschien gaan we zelfs wel achteruit. Mijn stelling is dat we bouwen aan een ‘buitenweb’ waarin we alles op alles aansluiten en we doen dat in een periode van een moreel vacuüm. In mijn boek wil ik een antwoord op de vraag geven, hoe we dat morele vacuüm zouden moeten oplossen. Het antwoord waar ik op uitkom, is dat technologie een middel is en geen doel. En dat vergeten we nogal eens in dit tijdperk. Een heel eenvoudig voorbeeld om dit uit te beelden is een bijl. Je kunt een bijl gebruiken om oorlog mee te voeren. Of je kunt een bijl gebruiken om er een boom mee om te hakken en daarmee een huis te bouwen. Daarmee wil ik zeggen dat het ons gebruik van technologie is, dat bepaalt hoe de wereld eruit komt te zien. De grap is dat we leven in een tijdperk waarin technologie als een doel wordt gezien. De vraag is echter niet wat we maken. De vraag is, wie wij zelf zijn en of we onszelf beter kunnen leren kennen? Als we die vraag kunnen beantwoorden, kunnen we beter leren omgaan met technologie. Net zoals je die bijl op verschillende manieren kunt gebruiken. Het antwoord dat ik heb gevonden, zit in, wat ik noem, de feminiene waarde. Zonder te zeggen dat het over mannen en vrouwen gaat, zie ik een beweging die belangrijker is voor 6

PSC

"We leven in een tijdperk waarin technologie als een doel wordt gezien. De vraag is echter niet wat we maken. De vraag is, wie wij zelf zijn en of we onszelf beter kunnen leren kennen?"


I nter v i ew m et R o g i er v a n Kraling e n

begrijp ik het niet helemaal. Mensen zijn

"Mensen hebben altijd een perfecte wereld voor ogen op het moment dat ze iets maken. Dat geldt voor het bedrijfsleven, maar ook voor technologie."

voortdurend op zoek naar controle, naar data, naar de doelen van technologie, terwijl echte kracht eigenlijk is om eerst eens heel diep in onszelf te kijken en de vraag te stellen en wat wil ik nu eigenlijk doen met deze technologie? Hoe ga ik daar nu eigenlijk op reageren? En om daarachter komen

de toekomst dan technologie zelf. Ik zie

technologie, dat als doel had dat mensen

zijn geen data nodig, maar menselijk con-

feminiene zienswijzen de wereld in komen,

zich sneller konden voortbewegen, name-

tact en samenwerking.’

die veel meer gaan over samenwerking

lijk doordat ze gaan lopen op de roltrap.

(versus het masculiene van competitie).

Mensen bleken het tegenovergestelde te

En dit hebben we hard nodig, willen we de

gaan doen. Zodra ze de roltrap op gingen,

Zie je dit gebeuren in onze samenleving?

technologie in goede banen leiden. Ik pleit

gingen ze stilstaan!

‘Ik zie een tegenbeweging op gang komen

voor een meer feminiene, emotioneler

waarin yoga en mindfulness steeds vaker

en opener kijk op hoe we met technolo-

Er komen momenteel allerlei prachtige

beoefend worden. Ik zie dit als een soort

gie zouden moeten omgaan. Ik vind het

technologieën op: 3D-printing, com-

onderstroming die naarstig op zoek is naar

belangrijk dit naar buiten te brengen. Op

mando’s geven via hersengolven, virtual

dat contact. En ik denk dat dat cruciaal is.

dit moment is het gedachtegoed zeer bèta

reality. Ook op medisch gebied gaan we

Als ik in de wereld kijk, zie ik maatschap-

en op de functie gericht, en daarmee slaan

steeds verder vooruit door het implanteren

pijen waar dat contact tussen mensen

we in mijn ogen de plank mis.’

van technologieën in het lichaam. Hier-

steeds minder aan het worden is. Met alle

mee worden allerlei data verzameld en

desastreuze gevolgen van dien.

De titel van het boek doet denken dat het over technologie gaat, maar eigenlijk gaat het dus vooral over emoties?

met die data gaan we conclusies trekken.

Stap meer eens een metro in in Shanghai.

Maar eigenlijk is dit hetzelfde als de rol-

Iedereen staart naar grote beeldschermen

trap: we weten helemaal niet hoe mensen

ondertussen luisterend naar muziek door

op bepaalde dingen gaan reageren. En

koptelefoons. Wat daarvoor wordt inge-

‘Ja, in het boek praat ik over allerlei fasci-

vooraf weten we eigenlijk ook niet hoe

leverd is menselijk contact. Terwijl dat nu

nerende nieuwe technologieën die eraan

mensen een bepaalde techniek kunnen

juist hetgeen is dat zo belangrijk is.

zitten te komen. Technologieën die eigen-

gaan gebruiken. Daarnaast leven we in

Zelfs als het gaat om gezondheidszorg.

lijk science fiction zijn. Maar ik leg ook uit

een maatschappij waarin op grote schaal

Daarbij is menselijk contact cruciaal. En

hoe de mensen die deze technologieën

gehackt wordt en privacy wordt onder-

daarom probeer ik tegengas te geven op de

maken, nadenken. En daarbij zet ik grote

mijnd. En wie zegt ons dat bijvoorbeeld een

huidige ontwikkelingen en blijf ik hameren

vraagtekens. Mensen hebben altijd een

verzekeringsmaatschappij daar niet gigan-

op het feit dat we allemaal mensen zijn en

perfecte wereld voor ogen op het moment

tisch misbruik van gaat maken. De grap is

dat dat op de eerste plaats moet staan.

dat ze iets maken. Dat geldt voor het

dat mensen altijd denken dat dat niet zo is.

Wat ik bemerk is dat de technologie de

bedrijfsleven, maar ook voor technologie.

En ook de verzekeringsmaatschappij denkt

afgelopen jaren met sprongen vooruit is

Ze zetten als het ware een doel neer en

van zichzelf dat ze dat niet gaat doen.

gegaan, maar dat we moreel gezien alleen

bekijken dit door een roze bril.

Maar zodra de verzekeringsmaatschappij

maar achteruit zijn gegaan. We bekijken

Een mooi voorbeeld is de introductie van

die data krijgt, reageert ze als een mens en

onze wereld door een roze bril en denken

de Tom Tom. Ineens reden verdacht veel

zal ze toch die data gaan gebruiken. Ik wil

dat we met technologie een perfecte

mensen de sloot in. Waarschijnlijk letten

mensen bewust maken van dit natuurlijke

wereld creëren. We kunnen alles contro-

ze niet meer op de weg, maar waren ze aan

gedrag; de natuurlijke neiging van mensen

leren, ook op medisch gebied. Maar als je

het kijken naar die Tom Tom.

om te falen; de natuurlijke neiging om

kijkt in de geschiedenis, zie je dat de beste

En zo zijn er verschillende technologieën

slechte dingen te doen terwijl ze misschien

ontdekkingen zijn ontstaan vanuit gunnen

te noemen, waarbij het beoogde doel

wel goed bedoeld zijn. En dat is een heel

en geven.’

niet wordt behaald. In de praktijk zijn wij

emotioneel spel. En al die emoties vind ik

mensen emotionele wezens. Zo’n 80 tot 90

veel en veel belangrijker dan de technolo-

procent van de beslissingen die we maken,

gieën zelf. Waarom zijn we ons niet in ons-

zijn gebaseerd op onze onderbuik.

zelf aan het verdiepen? Want wie en wat

Waaruit blijkt voor jou dat we de afgelopen jaren moreel achteruit zijn gegaan?

Een ander voorbeeld van een technologie

zijn we nu eigenlijk? Moeten we dat niet

‘Wat ik zie, is dat er twee systemen met

waarbij het beoogde doel niet behaald

eerst ontdekken, voordat we die constante

elkaar aan het clashen zijn. We zitten in

werd, is de roltrap. De roltrap is een stukje

focus op technologie hebben? En eigenlijk

een transitie naar een nieuwe wereld PSC

7


Emotie e n te ch n olog ie z ij n n ie t los t e k op p e le n

er een clash tussen de twee werelden. En daarom zie je dat er nu een heleboel ‘shit’ naar boven komt, van dingen die misgaan. Ik noem dat de faalgolf. Bij deze systemen speelt vertrouwen een rol. Het oude systeem vertrouwt de mens niet en wil daarom dingen controleren. Het nieuwe vertrouwt de mens wel, ook al gaat er af en toe wat mis. Voor beide is natuurlijk wat te zeggen. De stuiptrekking op dit moment is om heel functioneel te denken en dat is dus te denken in termen van controle. En dit terwijl samenlevingen minder crimineel worden op het moment dat je ze vrijlaat. En deze situatie waarin we nu zitten, speelt niet alleen tussen regeringen en bedrijven, maar is heel persoonlijk. Het gaat ook jou en mij aan. Een voorbeeld is de vraag van de CIA aan Apple om een stukje technologie om de informatie op een iPhone te waarin we makkelijk met elkaar kunnen

ging plaatsvindt en dat systemen horizon-

kunnen zien. Als Apple die geeft, kan de

connecten. Dat neemt met zich mee dat

taal gaan werken. Er hoeft niet meer één

CIA echter alle iPhones inzien. Het gaat dus

alle informatie vrij is. Wat ik zie, is dat een

leider te zijn. Wat er gebeurt, is dat er een

heel veel mensen aan en het gaat om hoop

grote groep oude instituties en oude sys-

probleem of uitdaging wordt gedumpt en

versus vrees; vrijheid versus controle. Het

temen, die gebaseerd zijn op het feit dat

vervolgens kunnen we dit met 100, 1000 of

raakt ons persoonlijk en dit wordt alleen

niet alle informatie openbaar is, hard bezig

100.000 man gaan oplossen.

maar meer op het moment dat we meer

is om informatie weer achter gesloten

Een prachtig voorbeeld is een ingewikkeld

technologieën aan het bouwen zijn - een

deuren te krijgen. Voor deze oude syste-

medisch proces: het vouwen van proteï-

outerweb zoals ik dat noem - en dus is nu

men is informatie macht. En in ons tijdperk

nen. Daar zou normaal gezien 15 miljoen

de vraag hoe we hiermee om willen gaan.

betekent macht meestal geld. Al deze oude

euro ingestoken moeten worden en dan

Nu is de vraag: wie zijn wij? Waarom doen

instituten, ik noem dit het vaste model, zijn

zouden een paar briljante onderzoekers

we dit en waarom willen we dingen con-

verticaal opgebouwd zoals een apenrots.

10 jaar onderzoek gaan uitvoeren. Met

troleren? Het antwoord is nooit zwart-wit,

Er staat een leider bovenaan op de rots en

het nieuwe systeem en het internet is

maar ik denk dat hoe mensen nu tegenover

de beslissingen worden verticaal gelaagd

dit proces in een aantal weken blootge-

elkaar staan, wel zwart wit is. Het is een

genomen. Vanuit het ontstaan tijdens

legd, doordat ze er een game van hebben

keus tussen hoop en vrees.’

het industriële tijdperk is dit een logisch

gemaakt die door 50.000 mensen is

model, want toentertijd was niet alle

gespeeld. Die game heeft waarschijnlijk

informatie beschikbaar. Informatie werd

maar een fractie gekost van die 15 miljoen.

gefilterd door lagen van mensen. In elke

Er is dus een nieuw systeem, horizon-

Kun je voorbeelden noemen van samenlevingen waarin het anders gaat?

laag bleef er een stukje informatie over

taal en gebouwd op feminiene waarden

‘Ik zie iets, maar dat vertaal ik naar het

dat naar de laag erboven werd gestuurd.

(samenwerking), dat misschien wel 1000

vrouwelijke. Het is in mijn ogen geen

Uiteindelijk bleef er één stukje informatie

keer sneller kan innoveren met ook nog

toeval dat de emancipatiebewegingen

over en dat kwam aan bij de aap bovenop

eens 100 keer zoveel draagvlak en dus veel

zijn samengevallen met de ontwikkeling

de rots en die nam de beslissing. Dit was de

meer power heeft dan die hiërarchische

van technologie. Eigenlijk is de Flower

enig werkbare manier, omdat de opperaap

systemen.

Power-beweging belangrijker dan we wel-

niet alle werknemers kon spreken om tot

eens denken, want die heeft eigenlijk de

een beslissing te komen. Al onze oude

Wat ik zie, is dat mensen die nog bij die

emancipatie van alles ingezet. Ik denk dat

systemen zijn zo opgebouwd: vakbonden,

hiërarchische systemen zitten, en dat zijn

die vrijheid en openheid, die laissez-faire

industrieën, grote bedrijven, universiteiten

nog steeds de meesten van ons, denken

attitude, ervoor gezorgd heeft dat techno-

en overheden. Wat je nu echter ziet, sinds

in het verticale. Er komt echter zoveel op

logie ontwikkeld is.

informatie is vrijgekomen door het inter-

ons af, waardoor dat oude verticale sys-

Het is heel grappig: we denken dat tech-

net, is dat er een tegenovergestelde bewe-

teem niet meer volstaat. En dus ontstaat

nologie zoals bijvoorbeeld Facebook het

8

PSC


I nter v i ew m et R o g i er v a n Kr aling e n

sociaal-zijn bevordert, maar dat is niet zoals het gegaan is. Er is eerst een beweging gekomen die op menselijk vlak ons sociaal-zijn opnieuw gedefinieerd heeft. Allereerst ging dit alleen om vrouwen, maar inmiddels gaat het om veel meer dan alleen vrouwen. En die openheid, die spirit heeft ervoor gezorgd, dat er mensen op de universiteit van San Francisco in die openheid die technologie zijn gaan ontwikkelen. Het is niet eerst de uitvinding van het internet geweest. Nee, het is eerst de emancipatie geweest en daarna de uitvinding van het internet. Dat is voor mij het voorbeeld dat vrijheid werkt, waarin je ook duidelijk kunt zien, wat daar de voordelen van zijn. Eigenlijk zeg ik glashard dat de vervrouwelijking van de samenleving 100 keer belangrijker is geweest voor onze ontwikkeling dan de uitvinding van allerlei technologieën. De mindset verandering is belangrijker dan de technologische verandering. Want wederom: je kunt technologie gebruiken voor een goed doel of misbruiken.'

Hoe kijk jij tegen het menselijk brein aan? ‘Voor mij zijn het brein en de geest twee verschillende dingen. Een mooi voorbeeld is dat er nu een heel positief beeld bestaat van neurotechnologie waarmee activiteit in het brein gemeten kan worden. Dat gaat zover dat sommige mensen beweren dat dit werkt volgens een mechanisch systeem. En daarmee wordt de vrije wil uitgesloten. Dick Swaab bijvoorbeeld, zegt dat de vrije wil niet bestaat. Volgens mij is dat een klassieke denkfout. Eentje die door de eeuwen heen al vaak is gemaakt in de filosofie en de medische wetenschap. Die fout berust op het idee dat, wanneer je iets meet, je dan ook kunt verklaren hoe een mens reageert. Wanneer je iets ziet in het brein, zou dat betekenen dat je kunt zeggen hoe de geest daarmee omgaat. Het feit bijvoorbeeld dat er in het brein een angstprikkel wordt waargenomen, wil nog niet zeggen dat een mens die angst niet kan overwinnen. Er wordt enorm veel aan data verzameld over het brein, maar die data vertellen niet hoe een individu daadwerkelijk reageert. Het

"Als je niet begrijpt hoe een mens emotioneel werkt en als je niet accepteert dat dit weleens raar en onverwachts kan zijn, dan kun je ook niet voorspellen hoe wij mensen uiteindelijk met technologie omgaan."

is weer hetzelfde verhaal als het voorbeeld van de roltrap. Was het maar zo simpel dat we kunnen verklaren hoe mensen reageren! Dan hadden we alle psychologische klachten allang kunnen oplossen. Dit is een van de velden waartegen ik mij behoorlijk hard verzet. Ik vind het fantastisch dat het onderzoek er is en ik denk dat we veel uit die data kunnen halen, maar ik zie ook dat men alleen maar staart naar die data. Volgens mij is er een angst om op menselijke wijze die data te interpreteren. Volgens mij moet dat niet te lang doorgaan, want dan gaan er grote medische fouten gemaakt worden in mijn ogen.’

Wat is het verband tussen hetgeen wat je ons zojuist verteld hebt en je vorige boek over emotionele innovatie? ‘In dat boek leg ik uit wat de rol is van emoties wanneer je innoveert; wat je moet weten en hoe je hierachter kunt komen. En dat is eigenlijk door mensen direct te vragen en dus niet door te meten. Door te vragen betrek je mensen. De twee boeken liggen dicht tegen elkaar aan, want ik ben van mening dat je moet weten hoe een mens emotioneel werkt, als je wilt begrijpen hoe we omgaan met technologie. Als je niet begrijpt hoe een mens emotioneel werkt en als je niet accepteert dat dit weleens raar en onverwachts kan zijn, dan kun je ook niet voorspellen of we een goed beeld vormen van hoe wij mensen uiteindelijk met technologie omgaan. En ik denk dat dit belangrijk is, omdat - zoals ik al eerder zei - technologie voor goed en voor kwaad te gebruiken is. Het emotionele aspect is dus zeer belangrijk. Emotie en technologie zijn niet los te koppelen!’

PSC

9


Fam ilieopstellin ge n volge n s h e t n ie u w e op st e lle n

Familieopstellingen volgens het nieuwe opstellen Familieopstellingen is een methode, die steeds meer bekendheid krijgt in het therapeutische veld. In de opstelling komen zaken aan het licht, die in een een-op-eengesprek niet naar boven zouden zijn gekomen. In relatief korte tijd biedt een opstelling een blijvende oplossing waar de cliënt mee verder kan in zijn of haar leven. DOOR: JACCO BOUWES Een familieopstelling is geen therapie maar een bewustzijnsceremonie met een fascinerende oplossingsgerichte benadering, die vooral laat zien wat er in het hier-en-nu nog (steeds) een rol speelt vanuit het verleden en wat wij met ons meedragen. De grondlegger Bert Hellinger werkte als priester in Afrika en leidde oecumenische trainingen. In 1968 keerde hij terug naar Duitsland, waar hij een priesterseminarium ging leiden. Inmiddels was hij in contact gekomen met groepsdynamische technieken en begon groepstrainingen te geven. In 1971 besloot hij de missieorde te verlaten. Hij ging trouwen en studeerde psychoanalyse in Wenen. Zijn interesse bleef niet beperkt tot Freud. Nadat hij een boek over de oerschreeuwtherapie had gelezen, ging hij naar de VS om de lichaamsgerichte techniek te leren. Hij maakte kennis met gestalttherapie, transactionele analyse, hypnotherapie, psychodrama en de gezinstherapie van Virginia Satir. In het begin van de jaren 1980 vestigde hij zich als therapeut in München, waar hij zijn eigen ideeën en methoden ontwikkelde. In de loop der jaren heeft Bert Hellinger de manier van werken doorontwikkeld, en heet de eerste manier van opstellen het Klassieke Opstellen en nu is er alweer 10

PSC

sprake van het Nieuwe Opstellen. Met deze manier van werken komen we veel dieper op de plek waar de ‘wond’ zit om zo tot heling te komen. Bij familieopstellingen is er een veld, dat geleid wordt door een onzichtbare kracht. Het Klassiek Opstellen kenmerkte zich door een actieve opsteller, die zelf therapeutisch ‘knutselde’ met de representanten om het goed te maken. De opsteller, veelal met een therapeutische bagage, probeerde het zo te ordenen dat het goed voelde voor de cliënt. Hierbij liet de opsteller zich natuurlijk ook leiden door het veld, al was de opsteller zelf ook (te) hard aan het werk om het goed te doen voor de cliënt. Bert Hellinger zegt hier later over dat juist dit te harde werken en het zelf goed proberen te doen, ervoor zorgde dat je niet meer echt in contact stond met het veld. Bij het Nieuwe Opstellen bracht Bert meer representanten in en liet hij ook los het te willen begrijpen met zijn ‘mind’. Deze fundamentele stap bracht hem dichter bij het geestelijke. Er werden meer representanten ingebracht en er werd losgelaten dat er een interventie gedaan moest worden of dat de opsteller zou weten wat een goede orde zou zijn of wat nu goed zou zijn voor

de cliënt. Ze vertrouwden steeds meer op de onderstroom van het veld en op de kracht die het leidt. Op deze manier kon er sneller gewerkt worden en veel meer de diepte in worden gegaan om de wortel van het probleem waar de cliënt mee kwam, aan het licht te brengen. Vaak tot vele generaties terug. Als we een familiesysteem in zijn geheel bekijken, is dit net als het menselijk lichaam dat ook altijd op zoek is naar balans. Ook het familiesysteem is bezig om de balans te bewaren of weer terug te brengen. Zo kan het zijn, dat er ergens in de voorgaande generaties iets niet gezien werd of geaccepteerd werd. We zien dan in een opstelling dat dit in de daaropvolgende generatie weer opduikt. Of dat iemand in het systeem zijn plek niet in heeft genomen. Een ouder wordt niet volwassen en blijft kind. Of een kind wordt de ouder en neemt dingen op zich, die niet bij het kind passen, waardoor het kind nooit kind heeft kunnen zijn. Dit gebeurt allemaal onbewust en het dragen van deze last wordt gedaan uit liefde voor de ouders. Zo krijgt het kind een ballast mee, die niet van hem is, en hij kan daar in de loop van zijn leven last van krijgen met vage of soms zelfs heel sterke


J a cco B ouwe s

klachten. Zonder te weten wat daaraan ten grondslag ligt. Ook geheimen en andere zaken die in de doofpot zijn gestopt, komen bij een opstelling aan het licht om zo hun plek te krijgen. Dit kunnen verboden liefdes, doodgeboren of jonggestorven kinderen of vroeg overleden ouders zijn, die letterlijk doodgezwegen zijn en hun verdiende plek weer krijgen in het systeem. Soms tot wel zeven generaties terug. We zien daarom ook regelmatig thema’s in de opstelling terug, die gerelateerd zijn aan de 2e Wereldoorlog, omdat zich daar heel veel leed heeft afgespeeld, waar de huidige generatie nog steeds last van ondervindt. Om dat nu in tijd van vrede op te gaan lossen. Je kan je zo voorstellen dat mensen na een opstelling een stuk lichter naar huis gaan. Wat begon met een basisfamilieopstelling is nu uitgegroeid tot de inzet op veel verschillende vlakken. Zo zijn er nu ook Organisatie-, Relatie-, Loopbaan- en Opvoedopstellingen. Ook op het gebied van trauma en werken met kinderen biedt de familieopstelling vele mogelijkheden. Alle vormen van systeemopstellingen hebben met elkaar gemeen dat het gaat over het onderzoeken van de hier-en-nu verhoudingen. Je zou het een onderzoek kunnen noemen naar het systemische veld waarin de vraagsteller geïnteresseerd is. Dit kan bijna ieder veld zijn.

"Als we een familiesysteem in zijn geheel bekijken, is deze net als het menselijk lichaam dat ook altijd op zoek is naar balans." In Loopbaanopstellingen kan de loopbaan worden onderzocht. Ook geschikt voor assessment. Er kan in één keer duidelijk worden of de betrokken persoon past binnen het team of de organisatie. Soms leiden deze opstellingen toch tot familieopstellingen, omdat bepaalde blokkades in de ontwikkeling van de loopbaan terug

te voeren zijn tot de familiegeschiedenis. Geen nieuwe stap durven zetten en het gevoel hebben vast te zitten, kan een verborgen loyaliteit bevatten aan iemand uit de familie van herkomst. Een Supervisieopstelling geeft een prachtig beeld van de onbewuste overdrachten tussen bijvoorbeeld leraren en leerlingen, of tussen therapeuten en cliënten. Deze opstelling laat zien hoe belangrijk persoonlijk ontwikkelen is voor mensgerichte beroepen en hoe snel je bepaalde aspecten van je eigen verleden meeneemt en op je leerlingen of cliënten plakt. Hellinger zelf houdt zich veel bezig met de kunst van het helpen en hoe in de klassieke therapeutische relatie de cliënt verstrikt raakt met jou als (goede) vader of moeder, wat je nooit kunt worden omdat de cliënt toch loyaal blijft aan de eigen vader of moeder. Organisatieopstellingen zijn opstellingen die de organisatie in beeld brengen. De opstelling maakt een cultuurscan van de onderliggende relationele dynamiek. Deze opstellingen kunnen meer gericht zijn op de onderlinge dynamiek binnen een managementteam maar ook op de organisatie als geheel inclusief alle stakeholders. De energetische dynamiek in deze opstellingen is lichter dan in familieopstellingen. Je kunt immers wel ergens anders gaan werken, maar niet uit je familie stappen. Naast de familieopstellingen met representanten zijn er ook de individuele opstellingen. Erg handig voor mensen die een bepaalde groepsvrees hebben. Dit zijn opstellingen die gebruikt worden

in individuele coaching of therapie. In deze sessies werkt de begeleider niet met andere mensen, maar hij opent het systemische veld van de cliënt met behulp van bijvoorbeeld papier op de grond of met stukken tapijt. De cliënt zelf staat dan op alle verschillende plekken en doet zelf het onderzoek. Mijn ervaring is, dat dit net zo krachtig kan werken als een opstelling in een groep. In individuele sessies kun je ook gebruik maken van poppetjes, schaakstukken of theekopjes om daarmee de verhoudingen duidelijk te maken Een ander speciaal gebied zijn de opstellingen met ziekte, waaronder kanker. Met de toename van het aantal mensen dat met kanker te maken krijgt, kan het doen van een ziekteopstelling van enorme toegevoegde waarde zijn. Thema´s die spelen in het proces van gezondheid, ziekte en heelwording, spelen een rol in de boodschap achter de ziekte. We zien dat ziekte een manier is voor het systeem om iets aan het licht te brengen. Dit kan een bevrijdend en helend effect hebben. In Duitsland is het Stephan Hausner die hierin een grote rol speelt. In Nederland is het opsteller Hylke Bonnema die dit, in samenwerking met arts Henk Fransen, verder aan het ontwikkelen is en daar ook opleidingen en workshops in geeft. Naast bovengenoemde vormen blijken de mogelijkheden haast onbegrensd en blijft het opstellen zich steeds verder doorontwikkelen. Het voordeel van deze ontwikkeling is dat we verwachten, dat het opstellen steeds meer grond gaat krijgen in de samenleving vanwege de brede toepasbaarheid en het grote positieve effect ervan. PSC

11



C olumn

k heb héél veel zin om jou te slaan! Mijn zoon was boos. Héél boos. Hij wou op de Play Station en ik had daar nee tegen gezegd. Ik vervloek soms nog steeds de dag dat ik hiermee ben begonnen. Zijn eerste Game Boy kreeg hij toen hij zeven was. Toen al kon ik niet mee met Mario en nu al helemaal niet. Ik snap er niets van en vind het soms eng. Maar goed, ik blijf de overtuiging houden dat een kind moet leren omgaan met de verleidingen en de gevaren van deze tijd. Daar hoort Play Station drrrrrrrrrrrrrrrrrrríééééé (ja, dit heel hard roepen) bij.

"Zoals ik als moeder moet leren met mijn kind om te gaan, moet mijn kind met mij

leren omgaan."

Zoals ik als moeder moet leren met mijn kind om te gaan, moet mijn kind met mij leren omgaan. Dus met nee leren omgaan. Hij dus boos. Hij keek en keek en zei niks. Toen kwam het eruit. Hij stapte op me af en zei, bijna toonloos: ‘Ik heb héél veel zin om jou te slaan. Heel hard te slaan.’ Ik deed mijn best om niet in lachen uit te barsten. Wat kwam dat er mooi oer uit en wat een eerlijkheid. Ik kon alleen maar reageren met een bevestiging van zijn gevoel. Natuurlijk was hij boos. Natuurlijk is het frustrerend als je een nee te horen krijgt en natuurlijk moet je dat dan kwijt. ‘Ja, als ik jou was, zou ik ook willen slaan’, zei ik. En toen werd het stil. Ik had hem de ruimte gegeven voor zijn negatieve emoties. Was niet in de verdediging gegaan of een preek gaan houden over hoe slecht het wel is om boos te zijn. Hij draaide zich om en liep naar buiten. Na tien minuten kwam hij met rode wangen en warm terug. ‘Weet je wat ik gedaan heb?’ zei hij. ‘Nou, ik ben naar de sloot gegaan en heb keihard met steentjes gegooid.’ ‘En’, vroeg ik. ‘Hielp dat? Ben je het nu kwijt?’ Zijn antwoord was bevestigend. Negatieve emoties, het blijft lastig. In de kiem smoren. Beredeneren. Uitpraten. Toelaten. Wat ik graag zie, is dat kinderen ervaren dat ze erbij horen. Er mogen zijn. En een manier kunnen vinden om dat te uiten. Zeggen dat je de behoefte hebt te slaan, helpt volgens mij om dat vervolgens juist níét te doen en een andere weg te vinden. Een weg, die ik mijn klanten vaak nog moet leren vinden. Leve de steentjes en het water!

WILMA DE HAAS IS EIGENAAR VAN HAAS & KONIJN®, EEN BUREAU VOOR PERSOONLIJKE EN PROFESSIONELE ONTWIKKELING EN AUTEUR VAN K-THERAPIE.

PSC

13


St arte n in e e n roerig e p e riod e

Starten in een roerige periode Cindy van der Vliet heeft sinds 1 juli 2014 een praktijk voor EMDR (trauma- en angsttherapie), IAG (Intensieve Ambulante Gezinsbegeleiding) en individuele psychosociale begeleiding. Speciaal voor PSC Magazine vertelt zij haar verhaal over hoe het was om een praktijk op te zetten in een periode dat in Nederland het hele zorgstelsel ‘op de schop’ ging. Het antwoord was voor haar heel simpel: “Het was voor mij de start van een nieuw begin.” DOOR: CINDY VAN DER VLIET ’De regelzaken, aquisitie, veranderingen in de jeugdzorg, financiën; ook echt jouw ding (not!)’ Dit is een kleine greep uit de dingen die mijn ietwat negatief, kritische stemmetje me naar mijn hoofd slingerde, toen ik plannen kreeg om een eigen praktijk te gaan starten.

De start van een nieuw begin Nadat ik 12 jaar bij mijn laatste werkgever, een jeugdzorgorganisatie, gewerkt had, kwamen aan het begin van 2014 berichten van bezuinigingen. Forse bezuinigingen dit keer. Tot die tijd had ik bij eerdere berichten over bezuinigingen altijd zoiets gehad van: ach, dat zal wel goedkomen. Ik vind het werk met de cliënten immers geweldig en mooi om te doen, ben loyaal aan de organisatie en weet dat ik goed ben in wat ik doe (nee, ik doe niet aan ‘beleefdheidsbescheidenheid’). Toch maakte deze nieuwe bezuinigingsronde dat ik serieus na ging denken over een droom, die ik al een jaar of 6 had: het opzetten van een eigen praktijk. Bij de jeugdzorgorganisatie was ik IAG-medewerker (Intensief Ambulant Gezinsbegeleider) en deed ik intakegesprekken. Geregeld merkte ik dat ik op zoek was naar iets anders; naar meer. Dat ‘meer’ vond ik in de opleiding tot EMDR-therapeut. Dit sloot perfect aan bij de kennis en ervaring die ik had. Ik kwam in het werk vaak cliënten tegen, die hard aan de slag waren met hun ontwikkeling, maar voortdurend een terugslag hadden door trauma’s uit het verleden. Hoe mooi zou het zijn om ook dat stukje te kunnen aanpakken naast de gezinsbegeleiding. Keuze gemaakt en opleiding gestart. Rond de tijd dat ik de opleiding half af had, kwamen de berichten over de bezuinigingen. Wat nu? In eerste instantie rees de vraag: hoe groot is de kans dat ik ontslag krijg? De onbezonnenheid die ik tijdens eerdere ontslagrondes gehad had, was verdwenen. Uiteindelijk zou het een kwestie van geluk of pech worden. De keuze 14

PSC

was zelf vertrekken met een vertrekregeling of wachten op ontslag en hopen dat er mensen vertrokken waren waardoor ik kon blijven. Gelukkig is er naast mijn ietwat negatief kritische stemmetje een goede tegenhanger, mijn ‘komt wel goed hoor’ stemmetje. Dat vertelde me meteen dat dit wellicht een kans was; een nieuwe start; een schop onder je kont. Ik ging op een rijtje zetten, wat een eigen praktijk inhield en wat het opstarten van een praktijk zou doen met de financiële situatie van mijn gezin. Daarnaast vroeg ik mij af: heb ik genoeg in mijn rugzak? En: hoe zit het met verantwoordelijkheden en overige regelzaken? De belangrijkste vraag voor mij was de vraag of ik genoeg in mijn rugzak had. Op zich wist ik dat wel, maar de onzekerheid stak even fors de kop op. Een ander belangrijk punt waren de financiën. Een geluk voor mij was dat mijn man een vaste baan had met een zeker inkomen. Dit gaf mij ruimte om mijn plan door te zetten. En zou het echt niet gaan lukken financieel, dan zou ik altijd nog opnieuw kunnen gaan solliciteren.

Een nieuw begin. Waar begin ik aan? Het leek erop dat ik een keuze gemaakt had. Ik ging een eigen praktijk opzetten. Maar wat wilde ik dan precies doen? De keuze om EMDR aan te bieden vanuit mijn praktijk was een hele logische, dus dat stond vrij snel vast. De vraag was alleen of ik daarmee voldoende cliënten zou weten te krijgen. IAG is waar mijn netwerk me van kent. Maar wilde ik dat nog wel na 12 jaar? Na goed overleg met mensen in mijn omgeving en wat nuchter nadenkwerk, kwam ik tot de conclusie dat IAG zo’n grote bron van kennis en ervaring was, dat ik gek zou zijn als ik dat overboord zou gooien. Ik zou tevens de mogelijkheid hebben om de overstap te maken naar EMDR en rouw- en verliesbegeleiding (momenteel ben ik met een opleiding bezig) op het moment dat ik voldoende cliënten had. Het idee stond en de beslissing was gemaakt. Mijn praktijk zou gaan bieden: IAG (voor gezinnen met opvoedproble-


C i nd y v a n d e r V lie t

organisaties) bleek al snel dat de meesten tegen dezelfde problemen aanliepen. Gelukkig waren de mensen die ik om hulp vroeg bij de gemeentes en in mijn netwerk, allemaal erg behulpzaam. Begin december 2014 kreeg ik bericht dat ik goedgekeurd was: ik had de contracten met de 7 gemeentes binnen. Wat was ik achteraf blij dat ik ondanks alle hectiek de kans aangegrepen had om meteen met de eerste aanbestedingsronde mee te doen. Hierna was de eerste prioriteit het maken van een goed uitziende website. Omdat websites bouwen voor mij gelijk staat aan een acute hoofpijnaanval, heb ik hiervoor de hulp ingeschakeld van iemand die mijn website technisch in elkaar kon zetten en iemand die de grafische vormgeving en het logo kon ontwerpen. De klik met vooral de grafisch ontwerper was voor mij belangrijk, omdat het logo en het uiterlijk van een website iets is wat een eerste indruk achterlaat.

men), EMDR (trauma- en angsttherapie) en individuele psychosociale begeleiding (voor mensen die in hun huidige leven knel zitten in hun patronen). Het begin was gemaakt.

Begin…einde…hollen…stilstaan; welke weg is de beste? Toen ik alles voor mezelf duidelijk had, ben ik in een stroomversnelling terechtgekomen. Ik nam ontslag met als afspraak om tot het einde van 2014 te blijven om de zaken goed af te sluiten en over te dragen. De volgende belangrijke stap was het inschrijven bij de Kamer van Koophandel. Ik dacht van dat laatste: nou dat doen we effe, even een naam voor mijn praktijk bedenken en inschrijven. Niet dus! Geen enkele naam was goed genoeg, bekte lekker of klonk okay. Er volgde een week van lijstjes met namen en avonden op de bank met woorden, namen en zinnen hardop zeggen. Uiteindelijk bleef er een lijstje met 5 namen over waarvan er eentje uitsprong: Kracht in Verandering. Niet alleen voor mijn man en mij, maar ook voor twee collega’s, die ik met mijn lijstjes al diverse keren ‘gestalkt’ had. De inschrijving bij de KvK was daarna zo gepiept. Al jaren riep ik: als ik later groot ben, dan heb ik een eigen praktijk. Dat moment van groot zijn was dus eindelijk aangebroken! Naast de drukte van mijn baan die nog gewoon doorliep tot het einde van het jaar, bracht de eerste ronde aanbesteding van de gemeentes in september veel werk met zich mee. Als zorgaanbieder is het belangrijk dat je bij de gemeentes bekend bent, maar vooral dat je als aanbieder contracten hebt met de gemeentes. En dus werd de volgende stap het verdiepen in de aanbesteding. Ik werd ineens geconfronteerd met internetprogramma’s waar ik nooit van gehoord had en kreeg juridische taal onder mijn neus, die ik na 4 keer lezen nog niet snapte. Kortom, niet erg goed voor het zelfvertrouwen! In overleg met andere zzp’ers (en grotere

Toen de website klaar was en de visitekaartjes binnenkwamen, werd het voor mijn gevoel allemaal nog meer ‘echt’. De keuze om een link met mijn nieuwe website naar mijn netwerk te sturen was makkelijk, maar doodeng. Want: wat vinden anderen ervan? Is de website wel duidelijk en laagdrempelig genoeg? Herkennen mensen mij terug in de taal die gebruikt is? Ik heb altijd het idee gehad dat mijn contacten met de mensen in mijn netwerk erg positief waren. Maar vinden zij dat ook? Mijn ietwat negatief kritische stemmetje heeft in die periode overuren gemaakt!

Een eerste tussenstop op de juiste weg Ik ben nu anderhalf jaar verder en heb effectief een jaar met cliënten gewerkt voor mijn eigen praktijk, en jeetje, wat is het een goede keuze geweest! Ik heb meer aanmeldingen gehad dan ik aankon. In eerste instantie waren de aanmelding zoals verwacht had vooral voor de Intensieve Ambulante Gezinsbegeleiding. Nu meer verwijzers me beginnen te kennen en weten wat ik bied, zie ik steeds meer aanmeldingen voor individuele trajecten voor EMDR en psychosociale begeleiding komen, wat een mooie balans geeft. De verantwoordelijkheid voelt met momenten in ‘heftige zaken’ anders en zwaarder dan toen ik voor een organisatie werkte, omdat ik nu niemand achter me heb staan. Maar door te blijven overleggen met andere hulpverleners in intervisiegroepen en tijdens supervisie loopt ook dit stuk goed. Het is fijn bevraagd te worden op je manier van handelen en moeilijke dingen te delen waardoor het lichter voelt. Het meest geweldige vind ik, dat het werk met de cliënten onverminderd leuk is en enorm veel energie geeft. Langzamerhand begint er in het hele ‘gemeente- en verwijzingenverhaal’ steeds meer duidelijkheid te komen. De samenwerking met verwijzers, gemeentes en netwerkpartners verloopt prettig en geeft het gevoel dat we allemaal samen eenzelfde doel nastreven: de cliënt op een zo goed mogelijke manier begeleiden in zijn proces. Wat betreft Kracht in Verandering kan ik alleen maar zeggen dat de naam achteraf voor mij ook erg passend is, want wat vraagt verandering kracht terwijl het tevens zoveel kracht oplevert.  www.krachtinverandering.nl

PSC

15


U i tgedeu kt

Uitgedeukt

Ik herinner het mij als de dag van gisteren, de eerste lesdag bij de opleiding psychosociale therapie van Bureau de Roos. Het voelde als thuiskomen! Na die eerste lesdag was het verlangen naar meer gewekt en de reis begonnen. De studiedagen die volgden, brachten onbewuste processen naar boven. Door de aangeboden lesstof, onderbouwd met metaforen, beelden en opdrachten, werd ik mij bewust van mijn overlevingsstrategieën en ging ik begrijpen wat het betekent om echt te leven. Puzzelstukjes vielen op zijn plaats. Er staat in de Bijbel: “Bewaar je hart boven alles wat te bewaren is want daaruit ontspringt het leven.” Het terugkeren naar dit eigen authentieke hart was de rode draad van al deze veranderingsprocessen.

DOOR: JENNEKE FIETEN VAN DALEN Het verlangen om deze opleiding te gaan doen was bij mij gegroeid, omdat ik meer inzicht wilde krijgen in de mens achter de problemen. Wat maakt dat mensen doen wat ze doen, ook al is het destructief? Ook in mijn eigen binnenwereld waren er obstakels die soms de kop op staken, me behoorlijk onderuit konden halen, maar waar ik mijn vinger niet op kon leggen. Wat lag daarachter? Dát te herkennen, erkennen en op te ruimen heeft mij tot een mooier en vrijer mens gemaakt! Geen kalme reis maar wel een behouden aankomst. Het heeft mijn leven voorgoed veranderd! In mijn persoonlijk leven is het geloof in God als mijn Schepper van onschatbare waarde en de Bron waaruit ik leven mag. Ik ben dan ook heel blij dat ik de opleiding bij Bureau de Roos heb gevolgd, omdat die de geloofsbeleving en de psychologie heel mooi samenvoegt. Ik heb daarin een mooi evenwicht gevonden. Na drie jaar kreeg ik mijn diploma psychosociaal therapeut. Een diploma omdat ik de weg naar mijn eigen hart heb durven gaan en nu in staat ben om andere mensen, vanuit ditzelfde proces, mee te nemen in hun proces en zoektocht om terug te keren naar het eigen hart zodat dit (weer) gehoord wordt. Naast deze persoonlijke ervaringen en verworven gereedschappen vanuit de opleiding, kon ik mij aanmelden bij de beroepsvereniging van de NFG. De keuze om dit te doen was, dat ik verantwoordelijk en met kwaliteit in beweging wilde zijn en blijven. Maar ook om een stukje erkenning. Ik was nu therapeut, ik was geslaagd, had een diploma en had ruim 10.000 euro omgezet in een stuk levenswijsheid. Dat mag toch wel een naam hebben! 16

PSC

Toen in 2015 de vergoedingen door de zorgverzekeraars uit het basispakket overgingen naar de aanvullende verzekering, was dit voor mij nog geen probleem. Halverwege 2015 kondigden de zorgverzekeraars grote inhoudelijke veranderingen aan met betrekking tot de kwaliteitseisen van de therapeuten: het PSBK. In mijn zoektocht over de inhoud van het PSBK bemerkte ik bij mezelf een enorme weerstand. Als de zorgverzekeraar gaat bepalen wat ik moet leren, wat doe ik dan? Ga ik mee in de eisen van deze zorgverzekeraar? Zijn deze eisen reëel? Hoeveel cliënten zijn zo aanvullend verzekerd om voor vergoeding in aanmerking te


J enneke F i eten v an D ale n

komen?Blijft het hierbij? Wat is de meerwaarde? Maakt mij dit tot een betere therapeut? Is dit mijn hart? Past dit bij mij? Met deze vragen heb ik enorm geworsteld en alles in mij kwam in verzet. Vooral ook omdat dit betekende dat ik geen lid kon blijven van de beroepsvereniging; dat ik dus blijkbaar niet voldeed aan de gestelde kwaliteitseisen. Mijn verworven vrijheid om te leven vanuit mijn hart, geeft mij de mogelijkheid om te kiezen waarvoor en hoe ik mijn leven wil inzetten. Maar wat doe ik wanneer dat betekent dat ik ‘buiten de boot’ ga vallen? Laat ik mij dwingen dingen te doen die niet bij mij passen, die ik niet wil? Ik heb mijn keuze toen gemaakt: ik volg mijn hart en ga het niet doen, ook al betekent dit dat ik niet langer lid kan zijn van de beroepsvereniging. Ik zal eerlijk zijn, ik volgde mijn hart en toch voelde ik een deuk in mijn ego ontstaan en mijn pseudo-zelf begon als vanouds te galmen: ik hoor er (weer) niet bij. De deuk zit er, maar ik ga deze keer niet mijn 'pseudo stikkende' best doen om het weg te poetsen. Hij mag er zitten, mijn ego kan het nu hebben. In de zomer van 2015 viel het PSC Magazine op de mat. Daarin schreef Hanneke Nijkamp een prachtig artikel over PSBK, wat moet ik er mee? Hanneke omschreef precies de argumenten en afwegingen die ik voor mezelf aan het maken was geweest. Zij schreef namelijk (ik citeer): “Intervisie, bijscholing, supervisie, cursussen etc. zijn van groot belang voor de eigen ontwikkeling als therapeut. Beroepsverenigingen hanteren hiervoor een PE-puntensysteem waarbij een deel gewaarborgd is in kwaliteitsbewaking. Maar zodra de zorgverzekeraar gaat bepalen wat er in mijn spreekkamer gebeurt, is dat een stap te ver. Ze vertellen niet inhoudelijk hoe ik mijn werk moet verrichten, maar ze beïnvloeden momenteel wel waar ik tijd en geld in moet investeren qua bij- en nascholing. Het belangrijkste voor jou als therapeut is om je handelen, denken en wijze van werken langs de volgende meetlat te leggen: kan je nog jezelf zijn als therapeut en daarin groeien en ontwikkelen, of word je beperkt door de regels van buitenaf, waardoor je beknot wordt in je handelen richting de cliënt? Hoe vrij voel jij je als therapeut om datgene te doen waar de cliënt baat bij heeft?” Zulke rare vragen en overwegingen waren het dus niet. Ik ben een enneagram type 9, vandaar misschien de behoefte om bevestiging en erkenning. Ik heb het soms gewoon even nodig, dat mag. Dank je wel Hanneke, mijn ego fleurt op en de deuk begint te slinken!

"De NFG heeft een nieuw register geopend voor therapeuten die er bewust voor kiezen om niet mee te gaan met de nieuwe PSBK/MBK-eis van de zorgverzekeraars. De naam van dit register is OCR (Onafhankelijk Complementair Register)." Opnieuw voel ik mijn ‘type-negen-trekje’: ik word gehoord en gekend, professioneel bevonden. “Bewaar je hart boven al wat te bewaren is, want daaruit ontspringt het leven.” Een tekst uit de Bijbel die voor mij zoveel meerwaarde heeft gekregen door de opleiding, maar ook meerwaarde krijgt door ervaringen zoals deze, zelfs als dat een deuk oplevert. Daar, in de ontmoeting met mijn authentieke hart, mezelf zijn en blijven zoals mijn Schepper bedoeld heeft. Dát is voor mij echt leven, dát is vrijheid. Vanuit die vrijheid mag ik kiezen hoe ik mijn praktijk vorm wil en kan geven. Ik heb mij ingeschreven voor een studiedag over verhalen schrijven. Ik heb al zulke mooie sprookjes/verhalen gehoord en gelezen van cliënten. Ik heb gemerkt hoe onbewuste denkpatronen daardoor zichtbaar worden. Cliënten zijn verbaasd over hun eigen gedachtegangen in het verhaal. Ik ben ook verbaasd en verwonderd wat verhalen schrijven doet. Daar wil ik meer van weten, me verder in bekwamen. Daar heb ik zin! Zo zoek ik naar bijscholing, literatuur en ontmoetingen, die ik als gereedschap kan gebruiken in mijn praktijk. Waar ik in wil investeren, waar ik geld en tijd voor vrij wil maken. Zo wil ik verantwoordelijk en met kwaliteit in beweging zijn en blijven! O ja en niet geheel onbelangrijk... ik ben inmiddels weer helemaal uitgedeukt!  www.talitha-koem.nl

Enkele maanden later kwam het NFG met goed nieuws voor al diegenen die geen PSBK kunnen of wilden volgen. De NFG heeft een nieuw register geopend voor therapeuten die er bewust voor kiezen om niet mee te gaan met de nieuwe PSBK/MBK-eis van de zorgverzekeraars. De naam van dit register is OCR (Onafhankelijk Complementair Register). Bij registratie in het OCR hoef je niet te voldoen aan de PSBK- of MBK- eis of andere (steeds wisselende) eisen van de zorgverzekeraar. Dit betekent dat de consulten van cliënten niet meer vergoed worden door de zorgverzekeraars. Het betekent wel dat mijn cliënten weten, dat ik aan de kwaliteitseisen voldoe, die de beroepsvereniging NFG stelt aan therapeuten. PSC

17


Ho ogsen sitiviteit in re lat ie me t e xt ra on t w ik k e lin g s p o tenti eel

Hoogsensitiviteit in relatie met extra ontwikkelingspotentieel DOOR: ELS UMANS

Hoogsensitieve personen (HSP) en hoogsensitieve kinderen (HSK) hebben veelal een extra ontwikkelingspotentieel. Wat houdt dit in en hoe wordt tot deze conclusie gekomen? Sinds Elaine Aron de term hoogsensitiviteit in 1997 introduceerde, verschenen er naast haar eigen boeken, meer boeken op de markt. Blijkbaar bestond er behoefte aan dergelijke informatie. Hoogsensitiviteit is een veelvoorkomende eigenschap; ongeveer 10 tot 15% van de menselijke bevolking is hoogsensitief. Biologische oorsprong Het begrip hoogsensitiviteit werd door Elaine en Arthur Aron in 1997 in de wetenschappelijke literatuur geïntroduceerd. Door middel van een 7-tal studies heeft Elaine Aron het bestaan van het temperament aangetoond. Naar aanleiding van haar uitgebreide onderzoek concludeert Aron dat hoogsensitiviteit een biologische oorsprong heeft. Ook bij dieren komt het voor. Als verklaring stelt Aron dat er in de natuur zowel sensitieven als minder sensitieven nodig zijn om een populatie te laten overleven. In later onderzoek door Smolewska, McCabe en Woody, laten de auteurs zien dat de HSP-schaal uit drie componenten opgebouwd gezien kan worden, namelijk snelheid van prikkeling, esthetische gevoeligheid en lage sensorische drempelwaarde. Onderling correleren de componenten significant, zodat gesproken kan worden van hoogsensitiviteit als algemeen construct.

Diepere informatieverwerking Er worden in de populaire literatuur ook andere eigenschappen toegedicht dan de sensitiviteits-gerelateerde eigenschappen die voorkomen op de signaleringslijst ter bepaling van hoogsensitiviteit. HSP zouden creatiever en intuïtiever zijn, over een grotere verbeeldingskracht beschikken en vaker begaafd zijn. Volgens Aron is er bij HSP sprake van een diepere informatieverwerking: ‘Hoogsensitieve personen zijn mensen die zijn geboren met de neiging veel dingen op te merken in hun omgeving en diep te reflecteren alvorens te handelen, in vergelijking met degenen die minder opmerken en snel en impulsief handelen. Daardoor zouden HSP vaak invoelend, slim, intuïtief, creatief, nauwgezet en gewetensvol zijn’. Er waren voor deze vooronderstellingen nog geen wetenschappelijke onderbouwingen. Wanneer deze er zouden zijn, zouden ze ondersteuning kunnen bieden aan de bevindingen. Hiertoe 18

PSC

werd een onderzoek opgestart in samenwerking met de Radboud Universiteit.

Persoonlijkheidstheorie Dabrowski Omdat de veronderstelde eigenschappen van HSP, raakvlakken leken te hebben met de persoonlijkheidstheorie ‘Positive Disintegration’ van de Poolse psychiater, Kazimierz Dabrowski, werd deze bestudeerd.

Extra ontwikkelingspotentieel Dabrowski was geïnteresseerd in het ontwikkelingspotentieel van mensen. Hij trok de conclusie dat de onderliggende kracht om deze op een zo hoog mogelijk niveau te krijgen, gelegen was in de aanwezigheid van grote gevoeligheden (overexcitabilities). In de tijd dat Dabrowski leefde, bestond de term hoogsensitiviteit nog niet. De kern van zijn studie richtte zich op grote gevoeligheden van mensen, in relatie tot persoonlijke ontwikkeling. Dabrowski haakte met zijn Theorie over de Positive Disintegration (TPD) in op de onderzoeken van Kohlberg over ontwikkeling van het moreel oordeelsvermogen. Hij zag emoties als drijfveer voor onze ontwikkeling. Een kleiner aandeel van de mensheid zou, veelal gekenmerkt door een grote gevoeligheid, meer kans hebben om zich op een hoger niveau te ontwikkelen. Er zou bij deze mensen sprake zijn van een extra ontwikkelingspotentieel. Op jonge leeftijd zouden zij zich al bezighouden met levensvragen. Interne conflicten lagen ten grondslag aan hun persoonlijke ontwikkeling. Deze ontwikkeling verloopt in 5 niveaus en zijn weer onderverdeeld in 2 groepen: Unilevel en Multilevel.

Unilevel •

Niveau 1 Primary Integration Het gros van de mensheid laat zijn leven domineren door aanpassing aan omstandigheden, eigenbelang en eigen behoeften. Niveau 2 Unilevel Disintegration Men heeft te maken met innerlijke conflicten, die zich uiten door depressies, angsten en onrustgevoelens. Zij brengen geen persoonlijke groei teweeg, maar men blijft het erg belangrijk vinden om zich te conformeren en handelt nog steeds ‘omdat het zo hoort’. Niveau 3 Spontaneous Multilevel Disintegration Innerlijke conflicten geven nu aanleiding tot persoonlijke en emotionele groei. Men ontwikkelt een eigen normen- en waardensysteem. Aan de basis hiervan liggen persoonlijke ervaringen op emotioneel en cognitief gebied. Wanneer men eenmaal op niveau 3 is, kan men niet meer afzakken naar de lagere niveaus, omdat er een persoonlijkheidstransformatie plaats heeft gevonden.


E l s U mans

Multilevel •

Niveau 4 Organised Multilevel Disintegration Innerlijke conflicten geven richting aan de persoonlijkheidsontwikkeling die steeds dichter bij het eigen ideaal komt. Het individu is rustiger en het inlevingsvermogen neemt toe. De persoon is ook meer authentiek, zelfbewust en autonoom. Dit uit zich in het handelen naar buiten. Het vermogen tot zelfreflectie is erg groot. Deze episode wordt gekenmerkt door zelfperfectie. Niveau 5 Secondary Integration (Multilevel) Het eigen persoonlijkheidsideaal is bereikt. Dit is in lijn met wat men kan en met wie men wil zijn. De zelfgekozen waarden en normen zijn opgenomen in het gewone leven. Innerlijke conflicten zijn verdwenen en men is volledig in balans op zowel cognitief als emotioneel vlak. Altruïsme en inlevingsvermogen zijn sterk aanwezig.

Dabrowski stelt nu, dat het juist 5 gebieden van de grote gevoeligheden zijn waardoor bepaalde personen op Multilevel-niveau kunnen geraken (zie navolgende rubriek). Deze mensen hebben intensere en meer gevarieerde ervaringen, een groot empatisch vermogen en een voortdurende honger naar kennis en wijsheid. Daarnaast hebben zij een sterk beeldend vermogen. ‘Kenmerk 3, 4 en 5 van Dabrowski hebben een relatie met ontwikkelingspotentieel. Wanneer deze 3 gebieden wagenwijd open staan voor prikkels van buitenaf, geraakt men eerder op Multilevel-niveau’, aldus een beschrijving van De Mink. Hier wordt gedoeld op de overexcitabilities.

De 5 overexcitabilities van Dabrowski Psychomotorisch, lichamelijk (kenmerk 1 Dabrowski) Hierbij gaat het om de capaciteit om actief en energiek te zijn. Deze gevoeligheid verwijst naar een verhoogde prikkelbaarheid van het neuromusculair stelsel en kan zich uiten in zaken zoals energiek zijn of lichamelijk onrustig, bezig willen zijn, opgewondenheid, snel praten of gedrevenheid. Zintuiglijk gevoelig vermogen, sensueel (kenmerk 2 Dabrowski) Deze gevoeligheid verwijst naar een verhoogde zintuiglijke waarneming en beleving. Men kan extra genieten van allerlei waarnemingen op zintuiglijk gebied zoals schoonheid, kunst, muziek en in de natuur zijn. Vanwege deze gevoeligheid is het belangrijk om in een omgeving te verkeren waar weinig of geen verstoring is en die comfortabel aanvoelt. Intellectueel/filosofisch (kenmerk 3 Dabrowski) Deze overexcitability verwijst naar activiteit van de geest. Het verwijst niet naar academische successen, maar naar behoefte aan wijsheid en kennis. Er is een constante drang naar ‘meer willen weten’. Men heeft behoefte aan onafhankelijk denken, is kritisch en lost graag theoretische problemen op. Men wil lezen, heeft een zeer gedetailleerd geheugen en kan ‘denken over denken’. Artistiek/creatief (kenmerk 4 Dabrowski) Deze gevoeligheid staat voor het hebben van een sterke verbeeldingskracht. Men maakt graag gebruik van metaforen en is goed in staat tot levendige visualisaties. Men kan ook vluchten in dromen en sterk dramatiseren.

Intuïtief/empatisch/fijngevoelig (kenmerk 5 Dabrowski) Dit verwijst naar de intensiteit van emoties en naar het vermogen om meer en andere dingen te kunnen voelen dan anderen. Men heeft complexe gevoelens en emoties en een sterk en verfijnd gevoelsbewustzijn. Daarnaast heeft men een sterk inlevingsvermogen..

HSP in relatie met extra ontwikkelingspotentieel Hieronder volgen enkele uitspraken en citaten vanuit de literatuur over hoogsensitiviteit. Intellectueel/filosofisch (kenmerk 3 Dabrowski) Aron stelt dat HSP intellectueel en filosofisch zijn en vindt dat er juist nu behoefte is aan hoogsensitieve mensen vanwege gebrek aan balans in de samenleving. ‘Gevaarlijk wordt het’, stelt Aron, ‘wanneer de wetenschap voorbijgaat aan intuïtie, levensvragen en wanneer zij diepgang mist’. Aron vindt dat juist de HSP hierin positief kunnen bijdragen. Nieuwenbroek stelt dat hersenen van HSP intuïtief ingesteld zijn op een diepere beschouwing van informatie. ‘De antwoorden die een hoogsensitieve leerling geeft, of de vragen die hij stelt, kunnen voor verrassende uitspraken zorgen’. Artistiek/creatief (Kenmerk 4 Dabrowski) Aron benoemt de ‘geweldige verbeeldingskracht’ van hoogsensitieve personen. Zij vermoedt dat het menselijk ras meer van hoogsensitiviteit profiteert dan andere diersoorten vanwege de verbeeldingskracht. Hoogsensitieve personen zouden meer tijd besteden aan het bedenken van oplossingen voor problemen omdat ze gevoeliger zijn voor honger, kou, onzekerheid, uitputting en ziekten. Voor Aron is het vanzelfsprekend dat hoogsensitieve personen een sterke intuïtie hebben waarbij zij hinder ondervinden van te veel innerlijke stemmen die ieder iets anders zouden roepen. Met hun intuïtie zouden HSP anderen vóór kunnen zijn bij het ontdekken van nieuwe behoeften, trends of markten.

PSC

19


Trainingen Verlies en Verlangen 2016 Omgaan met rouw en verlies 2-daagse training voor professionals die werken met cliĂŤnten met een rouw- en/of verlieservaring

Verlies en Verlangen, omgaan met de onvervulde kinderwens 2-daagse training voor professionals die werken met cliĂŤnten met een onvervulde kinderwens. Data: zie www.verliesenverlangen.nl accreditatie voor NFG, NVPA en Adiona leden. 06 27865750 www.verliesenverlangen.nl info@verliesenverlangen.nl

Help haar met protheses en revalidatie op lilianefonds.nl


E l s U mans

Intuïtief/empatisch/fijngevoelig (Kenmerk 5 Dabrowski) Kyra Mesich, klinisch psycholoog van beroep, ziet het empathisch vermogen van hoogsensitieve persoon als oorzaak voor het lijden van hooggevoeligen. Kenmerken op emotioneel gebied zijn, volgens het Landelijk informatiecentrum Hoog Sensitieve Kinderen (LiHSK): • aanvoelen van stemmingen en emoties, • inlevingsvermogen, zich goed kunnen verplaatsen in de gevoelens van anderen.

"Het is belangrijk voor de samenleving maar ook voor HSP met extra ontwikkelingspotentieel zelf, dat er meer kennis komt over hoogsensitiviteit en over extra ontwikkelingspotentieel à la Dabrowski."

Onderzoek

In de wetenschappelijke literatuur worden geen onderbouwingen gegeven voor de uitspraken die gedaan worden over HSP ten aanzien van eigenschappen zoals ‘creativiteit’, ‘artisticiteit’, ‘intellectualiteit’ en over een intuïtief vermogen. Om beweringen uit de literatuur over hoogsensitiviteit te toetsen werd, aan de hand van een daartoe opgesteld (werk)model waarbij eigenschappen van HSP gekoppeld worden aan de Dabrowski-kenmerken, een vragenlijst samengesteld. Deze bestond uit een combinatie van 54 nieuwe vragen en 38 reeds bestaande vragen. De 54 nieuwe vragen werden samengesteld, nadat systematisch de gedane uitspraken en vooronderstellingen over HSP waren genoteerd. Deze uitspraken en vooronderstellingen waren afkomstig uit de populair-wetenschappelijke literatuur en websites die met hoogsensitiviteit te maken hadden. De 54 nieuwe vragen hadden als doel om de uitspraken over de eigenschappen te toetsen. Het andere gedeelte van de vragenlijst bestond uit vragen die hoogsensitiviteit toetsen. Hiervoor werd de 38 vragen tellende vragenlijst gebruikt, die in 2007 werd samengesteld voor het onderzoek Hoogsensitiviteit in het basisonderwijs‘, door S. Walda. Voor deze vragenlijst was destijds gebruik gemaakt van de items van de HSP-Schaal, die werd vertaald naar een vorm voor kinderen uit de hoogste groepen van het basisonderwijs. Deze manier van vraagstelling werd ook geschikt geacht voor brugklasleerlingen. Verder bestond deze vragenlijst uit vragen, die afkomstig waren van items van de internaliserende en externaliserende schaal van de Child Behavior Check List (CBCL) van Achenbach. Er werd een vijfpuntsschaal gebruikt. De vragenlijsten werden in juni en juli 2010 bij 85 brugklasleerlingen van 2 middelbare scholen afgenomen. Het betrof 35 leerlingen die havo/vwo-onderwijs volgden en 50 leerlingen die vmbo-onderwijs volgden.

Conclusie Wat de samenhang betreft tussen hoogsensitiviteit en andere veronderstelde eigenschappen, kan geconcludeerd worden dat leerlingen die hoog scoren op de filosofisch-spirituele, sociaal-emotionele en kunstzinnige schalen hoog scoren op de hoogsensitiviteitslijst. Verder viel op dat de uitspraken uit de populaire literatuur over hoogsensitiviteit eveneens geplaatst kunnen worden in de rubrieken die een relatie hebben met extra ontwikkelingspotentieel. • Intellectueel/filosofisch (Kenmerk 3 Dabrowski) correlatie HSP .42, p<0.001*** • Artistiek/creatief (Kenmerk 4 Dabrowski) correlatie HSP .45, p<0.001*** • Intuïtief/empatisch/fijngevoelig (Kenmerk 5 Dabrowski) correlatie HSP .44, p<0.001*** Er was een significante samenhang tussen de score op de hoogsensitiviteitsschaal en de schalen volgens de indeling waarbij gekeken werd naar de persoonlijkheidstheorie van Dabrowski over extra ontwikkelingspotentieel. Dit betekent dat kinderen die hoog scoren op de drie Dabrowski-schalen meer kans hebben om ook hoger te scoren op de hoogsensititiveitslijst.

Aanbeveling Het is belangrijk voor de samenleving maar ook voor HSP met extra ontwikkelingspotentieel zelf, dat er meer kennis komt over hoogsensitiviteit en over extra ontwikkelingspotentieel à la Dabrowski. Wanneer men omstandigheden schept waarbij HSK met extra ontwikkelingspotentieel zich op allerlei fronten al jong kunnen ontwikkelen, zal onze hele maatschappij hier profijt van hebben. Momenteel lopen veel kinderen uit deze doelgroep nog te vaak vast in bestaande structuren en systemen, evenals volwassenen. Een zeer belangrijk aspect om hen te laten floreren is een gezonde en comfortabele omgeving waarbij zij hun talenten kunnen ontplooien en in kunnen zetten voor het belang van iedereen. Op basis van de onderzoeksresultaten werd een signaleringslijst en methode ontwikkeld. Deze wordt regelmatig ingezet om de kwaliteiten te laten (her)ontdekken, inzichten te vergroten, om advies uit te brengen en om HSP te helpen met hun persoonlijke ontwikkeling. Els Umans signaleert, adviseert en begeleidt hoogsensitieve en hoogbegaafde mensen met (h)erkenning, aanvaarding en bewustwording van hun talenten en kwaliteiten. Naast persoonlijke consulten geeft Els cursussen en workshops en organiseert zij bijeenkomsten voor jonge volwassenen uit de doelgroep. Via de blog www.passievolleven.nl wil zij mensen weer in contact brengen met hun passie en de ware essentie van hun ziel en de kern van hun zijn. Zij schrijft momenteel, aan de hand van haar praktijkervaring, onderzoek en de theorie van Kazimierz Dabrowski, aan het boek Hoogsensitief? Ontdek jouw hoogbegaafdheid! Een opgaaf van gebruikte referenties kan opgevraagd worden bij onze redactie. 

www.psychologiepraktijk-umans.nl

PSC

21


K i nde ren be geleiden van u it h u n g e b oort e p at ron e n

Kinderen begeleiden vanuit hun geboortepatronen DOOR: MARTINE BÖKKERS

Een kindercoach begeleidt kinderen in en tijdens hun kindzijn. Daarnaast leren ze kinderen en ouders om logische verbanden te leren zien tussen de binnen- en buitenwereld van een kind. De manier waarop een kind doet en laat, hoe het zich gedraagt, reageert en leert, is altijd logisch! De beste optie voor het kind. Volwassenen en ouders kunnen dit niet altijd plaatsen, en ook dat is logisch. Kindercoaches geven ‘ondertiteling’ waardoor begrip ontstaat, kinderen kind kunnen zijn en ouders de beste ouders voor hun kind blijken te zijn! Goedopgeleide kindercoaches hebben zich gespecialiseerd. Martine Bökkers’ specialiteit ligt op het gebied van het allereerste, prille begin.

De bevruchting, de tijd die we doorbrengen in de baarmoeder, en de geboorte behoren hét geschenk van het leven te zijn, voor ieder kind! De manier waarop we onze baby’s verwelkomen in onze wereld, vormt de basis voor het gevoel van veiligheid, eigenwaarde en verbondenheid. Ook het vermogen om gezonde relaties aan te gaan vanuit liefde, empathie en vertrouwen wordt hier gevormd. Meer dan 30 jaar onderzoek op het gebied van pre- en perinatale psychologie heeft uitgewezen, dat de periode van kort voor de conceptie tot en met vlak na de geboorte de meest kwetsbare en cruciale periode in ons leven blijkt te zijn, waarin fysieke, mentale, emotionele en relationele patronen worden gevormd. De dvd over zwangerschap en geboorte die ik te zien kreeg tijdens mijn opleiding bij TORI Kindercoachopleiding, heeft veel bij mij losgemaakt. Ik zag wat het met baby’s doet, wanneer ze na een stressvolle geboorte direct bij hun moeder worden weggehaald en dat deze eenzame start consequenties kan hebben in hun verdere leven. Mensen kunnen in hun latere leven onbewust nog steeds rondlopen met emotionele pijn, angsten en onopgeloste trauma’s.

Haar interesse voor baby’s was er al heel lang. Ze werd kraamverzorgster en toen ze zelf moeder werd, begreep ze pas écht hoe waardevol een kraamverzorgster is voor een gezin. Maar dan… toen deze de deur achter zich dicht trok, vlogen de regeldagen, slapeloze nachten, de huilende ontroostbare baby en de onzekere momenten haar om de oren. Ze heeft zelf heel veel vragen gehad in het eerste jaar van de kinderen. En niet eens specifiek alleen bij de eerste, maar bij alle drie. Martine heeft al veel gezinnen begeleid als babycoach.

22

PSC

In mijn praktijk staan conceptie, zwangerschap en geboorte centraal. Geboortepatronen kunnen zich herhalen wanneer ze niet worden opgelost. Het besef hoe de reis van ‘baarmoeder-naar-de-wereld’ ons leven vormt, helpt niet alleen om jezelf te bevrijden van belemmerende patronen en overtuigingen. Het zal ook iedere aanstaande ouder inspireren om zich te verdiepen in hoe ze kunnen voorkomen, dat hun baby wordt geboren met de erfenis van al hún emotionele pijn, angsten en onopgeloste kwesties. Welke behoefte van het kind is hier niet gehoord en wil tot op de dag van vandaag nog steeds vervuld worden? Wanneer je hier antwoord op krijgt, zie je de meest prachtige resultaten en een blijvende verandering bij de ouders én het kind.


Ma r ti ne B ök k e rs

- Een voorbeeld uit mijn praktijk De ouders van Tim (8) bellen mij met de volgende vraag. Tim heeft moeite om op school aan een opdracht te beginnen en accepteert geen hulp van de leerkracht. Ook vindt hij het lastig om aansluiting te vinden bij zijn klasgenootjes. Ouders zeggen dit zelf te herkennen en noemen met name de boosheid naar zijn moeder toe. Boosheid, die ineens op kan komen zonder dat hier enige aanleiding toe is. Zijn leerkracht maakt zich zorgen en ze adviseert de ouders om hulp te zoeken bij een kindercoach. Tim is het eerste kind van moeder (29), en ze geniet volop van haar zwangerschap. Omdat de bevalling na bijna 42 weken niet zelfstandig op gang komt, wordt ze ingeleid. Na een zeer moeizame en lange bevalling wordt hun zoon Tim geboren. Hij komt uiteindelijk met de vacuümpomp ter wereld. Moeder ervaart de bevalling als traumatisch. Ondanks dat, is ze zielsgelukkig met haar zoontje. Kinderen die zijn ingeleid, zijn niet op hun eigen tijd gekomen. Zij kunnen het lastig vinden om de motivatie uit zichzelf te halen en tegelijkertijd vinden ze het moeilijk iets opgelegd te krijgen. Kinderen die gehaald worden met een vacuüm, bieden vaak weerstand wanneer er hulp geboden wordt. In de praktijk zie ik vaak, dat kinderen die met een vacuüm gehaald zijn, boosheid laten zien wanneer ze onder druk staan, of juist in hun veilige omgeving

deren op school en in de buurt.

zijn. Zoals thuis. Martine: “Ik gun iedere professional die met kinderen werkt, Een ander geboortepatroon is dat van een kind, dat direct na de

kennis en inzicht over de periode van conceptie, zwangerschap

geboorte is weggehaald bij de moeder. Deze kinderen voelen zich

en geboorte standaard mee te nemen in het werken met kinde-

vaak buitengesloten tijdens het spelen met andere kinderen en

ren. Wanneer je kinderen wilt helpen, is het belangrijk om bij de

kunnen zich ‘in de steek gelaten’ voelen.

kern van het probleem te komen. En naar mijn idee lukt dit beter

Doordat Tim na de geboorte direct is weggehaald bij zijn moeder,

wanneer je oog hebt voor het geboorteverhaal. Het kind kan daar-

heeft hij het eerste contact met haar gemist. Een baby wil na de

door gezien en gehoord worden en je kunt een passend traject

geboorte maar één ding en dat is huid op huid bij zijn moeder

aanbieden dat daarop aansluit. Je bestrijdt op deze manier niet de

liggen, zodat hij kan bijkomen van alle ervaringen. Zijn cortisol-

symptomen, maar pakt het probleem bij de oorzaak aan. Een oor-

niveau daalt, zijn bloedsuikerspiegel wordt hersteld, hij hoort zijn

zaak, die vaak veel eerder in het leven van het kind kan liggen. Het

moeders vertrouwde hartslag en stem, ruikt haar geur, zijn tem-

gedrag van een kind kan een onvervulde behoefte laten zien, die

peratuur normaliseert en hij kan op deze manier zijn stress regu-

zijn oorsprong vindt in conceptie, zwangerschap en/of geboorte.

leren. Hij zal zijn moeder na verloop van tijd in haar ogen willen

Hier oog voor leren krijgen is voor kinderen en ouders een grote

kijken om de bevestiging te krijgen dat hij welkom en geliefd is.

stap in de goede richting!”

Doordat moeder heeft geleerd Tim anders te benaderen, is zijn

boosheid richting haar veel minder geworden. Moeder heeft

www.moederhart.nu

www.torikindercoachopleiding.nl

de leerkracht inzicht geven in het gedrag van haar zoon en de manier waarop ze hem het beste kan benaderen. Tim heeft nu geen moeite meer om aan opdrachten te beginnen en deze af te ronden. Ook neemt hij vaker initiatief om mee te spelen met kin-

PSC

23


Z i nt uige n prikke ls

Denken, voelen, doen: aan de slag met Acceptatie en Commitment Therapie

In deze rubriek bespreken we elke editie vakgerelateerde boeken, c d ’s , d vd ’s e n ap p s .

Black Box-denken Goed nieuws! Fouten maken is een voorwaarde voor succes. Het boek Black Box-denken zet de wereld op zijn kop. Fouten zijn niet fout, maar juist goed. Talent of motivatie bepalen je succes niet, maar vooral de manier waarop je omgaat met wat misgaat. Zo is vliegen de veiligste manier van reizen, omdat de luchtvaart haar fouten serieus neemt: de black box wordt zorgvuldig geanalyseerd na een crash. Met suspense illustreert Matthew Syed aan de hand van voorbeelden uit de medische wereld, sport en luchtvaart wat er gebeurt als trots en schaamte de overhand krijgen en fouten worden weggemoffeld. Dus open je black box en laat je verrassen door je fouten: ze brengen je uiteindelijk succes. Black Box-denken, Matthew Syed Uitgeverij Kosmos, ISBN 9789021560540

24

PSC

De binnenwereld is alles wat er van binnen gebeurt: gedachten, gevoelens, lichamelijke sensaties, beelden, muziek, herinneringen, fantasieën, het Ik. Onze gedachten en gevoelens hebben veel invloed op ons gedrag en de keuzes die we maken. Ze bepalen daardoor voor een groot deel ons leven. Soms zit de binnenwereld ons in de weg. Dan hebben we nare gedachten en nare gevoelens en verliezen we de controle over ons gedrag. In dit boek wordt uitgelegd wat er in de binnenwereld gebeurt en hoe dat werkt. Je leert daarmee je gedachten en gevoelens beter te begrijpen en je leert er woorden aan te geven, waardoor je er makkelijker over kan praten. Je kan het boek lezen als je nieuwsgierig bent naar de binnenwereld en je kan het lezen als je wilt leren omgaan met nare gedachten of gevoelens. Naast informatie en voorbeelden vind je veel praktische oefeningen om mee aan de slag te gaan. Je wordt aan het denken gezet over wie je wilt zijn en wat je belangrijk vindt in jouw leven. Dit boek is geschreven voor kinderen en jongeren en voor de mensen om hen heen. De rode draad in het boek is de Acceptatie en Commitment Therapie (ACT), een nieuwe therapievorm waarvan de leertheorie (onder andere Cognitieve Gedrags Therapie) en recent onderzoek naar gedachten en taal de basis vormen. Maaike Steeman is GZ-psycholoog en heeft een eigen praktijk. Zij is getrouwd en moeder van twee dochters. Sinds 2007 is zij bezig met ACT. Het leerproces om zich deze therapie eigen te maken heeft haar eigen leven verrijkt. Zij ziet in de dagelijkse praktijk hoe cliënten opbloeien met behulp van ACT en hun leven meer in eigen hand nemen. Denken, voelen, doen, Maaike Steeman Uitgeverij SWP, ISBN: 9789085606710


Z i ntui g enprik k e ls

Happy Relax Kids, knuffel, klets en knutselboek voor kinderen en ouders Kinderen zijn vaak druk aan het spelen en zijn graag lekker bezig. Toch bewijst Marneta Viegas dat kinderen wel rustig kunnen zijn. Met Happy Relax Kids leren kinderen om zich fijn te voelen en om te gaan met tegenslagen. In het boek staan leuke spelletjes voor het hele gezin om elkaar beter te leren kennen, meer tijd met elkaar door te brengen en positief te denken. Happy Relax Kids is een vrolijk doeboek voor kinderen. Het boek staat vol met leuke en leerzame spelletjes, zoals zorgpoppetjes maken, tips om je humeur te sturen en hoe je een toekomstbord kunt maken. Al deze spelletjes helpen kinderen om zich fijner te voelen, maar ook om te gaan met zorgen en tegenslagen. Het boek staat boordevol inspiratie om een leuke dag met elkaar te hebben. Met spelletjes leren de kinderen om meer tijd voor elkaar te hebben, en daarmee beleven ze ook nog eens veel lol. Door de vele foto’s, illustraties en persoonlijke verhalen is Happy Relax Kids herkenbaar en makkelijk om te lezen voor kinderen. Relax Kids is opgericht door Marneta Viegas om kinderen te helpen ontspannen. Met haar vrolijke boeken helpt ze kinderen om blij en zelfverzekerd te zijn. Haar methode wordt in meer dan een half miljoen huishoudens en scholen wereldwijd gebruikt. In Nederland zijn al meer dan 50.000 exemplaren van haar Relax Kids-serie verkocht. Happy Relax Kids, knuffel, klets en knutselboek voor kinderen en ouders, Marneta Viegas Uitgeverij AnkhHermes, ISBN 9789020212563

Hoe we de wereld kunnen genezen

Grafische Dossieranalyse De methode van de Grafische Dossieranalyse is een unieke manier om het leven van een persoon op een simpele en overzichtelijke wijze in beeld te krijgen. In één oogopslag wordt duidelijk hoe het leven verlopen is, waar de problemen zitten, hoe de contacten met zorgpersonen zijn geweest, verhuizingen, schoolloopbaan en onderwerpen die voor een specifiek persoon van belang zijn. Hierdoor ontstaat als het ware een psychologisch paspoort. Door deze samen te maken met het kind, de jongere of de volwassene krijgt niet alleen de hulpverlener of diagnosticus inzicht in het leven van de hulpvrager en de aard van de problematiek, maar ook de hulpvrager zelf. Het stimuleert reflectie en zelfreflectie. De hulpverlener kan het ook alleen doen. Maar wanneer het met de cliënt gemaakt kan worden, ontstaat een vanzelfsprekende samenwerking die door beide partners gewaardeerd wordt. Het boek is helder en duidelijk geschreven, de methode is uitvoerbaar voor iedereen die de problematiek van een persoon in de context van zijn of haar leven wil zien. De beschreven methode is geschikt voor iedereen die werkzaam is in de hulpverlening, de zorg of het onderwijs om het kind, de jongere of de volwassen in de context van diens hele levensloop te zien. Martine Delfos ontwierp deze methode om aan de complexiteit van sommige levenslopen tegemoet te komen, en het leven vanuit het perspectief van de mens waarom het gaat te ervaren. Dr. Martine F. Delfos is biopsycholoog en werkzaam als wetenschapper en therapeut. Zij heeft verscheidene handboeken op het gebied van de psychologie op haar naam en schreef ook therapeutische kinderboeken. Grafische Dossieranalyse, Martine F. Delfos Uitgeverij SWP, ISBN: 9789088506703

Frédéric Lenoir houdt een gloedvol pleidooi voor de herontdekking van universele waarden zoals waarheid, schoonheid en vrijheid. De wereld is ziek, en daar zijn religieus fanatisme, de economische crisis en de opwarming van de aarde slechts symptomen van. In de meeslepende stijl die we van Frédéric Lenoir gewend zijn, laat hij zien hoe het zover heeft kunnen komen. Toch zijn er wereldwijd voldoende initiatieven - op het gebied van microfinanciering, ecologische landbouw en mensenrechten - die Lenoir hoopvol stemmen. Hij houdt in Hoe we de wereld kunnen genezen een gloedvol pleidooi voor de herontdekking van universele waarden zoals waarheid, schoonheid en vrijheid. Hoe we de wereld kunnen genezen, Frédéric Lenoir Uitgeverij Ten Have, ISBN: 9789025903428

PSC

25


KORTE PRAKTIJKGERICHTE OPLEIDINGEN erkend als na- of bijscholing door de NFG

NHA en Psychodidact verzorgen in samenwerking de Opleiding Psychosociaal Counselor (OPC). Studenten worden na het behalen van het diploma van deze geaccrediteerde SNRO HBO registeropleiding toegelaten tot het register van de NFG. Meer info over deze unieke opleiding vindt u op www.nha.nl. De modules uit deze registeropleiding kunt u ook los volgen. De te behalen certificaten voor deze modules zijn officieel erkend als na- of bijscholing door NFG: STUDIEGIDS

SNRO HBO Psychosociaa l Counselor (OPC)

Psychodidact

Sociale Psychologie - Uniek lesmateriaal (gratis 15 dagen op proef) - Studiebegeleiding door vakdocenten via onze digitale leeromgeving. - Contact met medestudenten via onze leeromgeving. - Inspirerende praktijkdag.

Lesgeld: € 499

of 9 maanden x € 60,00

Klinische Psychologie 1 en 2 - Uniek lesmateriaal (gratis 15 dagen op proef). - Studiebegeleiding door vakdocenten via onze digitale leeromgeving. - Contact met medestudenten via onze leeromgeving. - Drie praktijkdagen.

Lesgeld: € 699 of 12 maanden x € 66,00

Communicatie & Psychologie

Medische kennis Anatomie, Fysiologie en Pathologie

De voordeligste erkende

opleider van Nederland

!

Lesgeld: € 279

of 9 maanden x € 34,00

PSCM1015

BEL VOOR DE GRATIS STUDIEGIDS: ✆ 077-3067000 of www.nha.nl

- Uniek lesmateriaal (gratis 15 dagen op proef) - Studiebegeleiding door vakdocenten via onze digitale leeromgeving. - Contact met medestudenten via onze leeromgeving.


Melatonine

Slaapmutsje met gevoel voor (bio)ritme Slaapproblemen zijn een veelvoorkomend probleem. Blijkens gegevens uit de CBS GezondheidsenquĂŞte heeft 21,5% van de Nederlandse bevolking van vier jaar en ouder last van slapeloosheid. Slechts een klein deel van deze mensen gaat hiermee naar de huisarts. Naar schatting 3-4% van de Nederlanders gebruikt slaapmiddelen, waarvan de helft chronisch. Alleen al in 2014 gingen er 42,3 miljoen standaarddoseringen receptplichtige slaap- en kalmeringsmiddelen over de toonbank. Na een gebruik langer dan twee weken is de effectiviteit van slaapmiddelen echter dubieus. Bovendien kent langdurig gebruik van slaapmiddelen mogelijke complicaties, zoals een verminderd prestatievermogen overdag, anterograde amnesie en gewenning. Dit laatste maakt stoppen met chronisch slaapmiddelengebruik erg lastig. Een veelvoorkomende oorzaak van slaapproblemen is verstoring van het dag-nachtritme. Hierbij loopt het fysiologische slaap-waakritme niet synchroon met de andere circadiane ritmes. Dit kan optreden bij mensen die in ploegendiensten werken of een jetlag hebben. Ochtendmensen hebben hier meer last van dan avondmensen. Het neurohormoon melatonine heeft als voornaamste functie het reguleren van verschillende circadiane ritmes, zoals het slaap-waakritme en de lichaamstemperatuur. Daarom zou juist deze stof effectief kunnen zijn bij dergelijke slaapproblemen. Melatonine (N-acetyl-5-methoxytryptamine) wordt in de hersenen uit het aminozuur tryptofaan geproduceerd door de epifyse. De aanmaak en het vrijkomen van melatonine wordt gestimuleerd door duisternis en geremd door licht. Melatonine wekt slaap op door het afzwakken van een door de nucleus suprachiasmaticus (een kleine groep zenuwcellen in de hypothalamus die de biologische klok vormen) gegenereerd activerend signaal. Mensen bij wie melatonine niet op tijd

wordt aangemaakt, blijven alert ondanks hun opgebouwde slaapschuld. Zo zou een verstoorde melatoninebalans de oorzaak kunnen zijn van diverse slaapstoornissen en vermoeidheidsklachten. In een meta-analyse uit 2013 naar de effectiviteit van melatonine bij slaapstoornissen zijn 19 studies met in totaal 1.683 deelnemers bekeken. De toegediende doseringen melatonine varieerden van 0,1-5 mg. De inslaaptijd werd significant bekort met 7-10 minuten. Verder nam de slaapduur significant toe (8-12 minuten) en verbeterde de slaapkwaliteit. Naarmate studies langer duurden of de dosering melatonine hoger was, werd het effect op de inslaaptijd en de slaapduur groter. Een vooral bij tieners en jongvolwassenen voorkomende circadiane ritmestoornis is het vertraagde slaapfase syndroom (DSPS; Delayed Sleep Phase Syndrome). Hierbij is het gebruikelijke slaappatroon twee uur of meer verlaat. Mensen met DSPS hebben moeite met in slaap vallen tot laat in de avond en met op tijd opstaan voor werk of school. Het slaappatroon is verder normaal, alleen later dan (sociaal) wenselijk is. Het functioneren overdag kan ernstig beperkt worden door slaapgebrek. Het kan leiden tot overmatige slaperigheid overdag, vermoeidheid en concentratiestoornissen. Bij mensen met DSPS komt de melatonineproductie ook later op gang, waardoor ze ook pas veel later het gevoel krijgen dat ze willen gaan slapen. Onderzoekers van de Universiteit van Utrecht, de Radboud Universiteit Nijmegen en het ziekenhuis Gelderse Vallei in Ede hebben een meta-analyse verricht om duidelijkheid te krijgen over de effecten van melatoninesuppletie bij DSPS. In totaal voldeden 5 onderzoeken met 91 volwassenen en 4 onderzoeken met 226 kinderen aan de inclusiecriteria. Melatoninesuppletie vervroegde de start van de endogene melatonineafgifte met gemiddeld 1 uur

en 10 minuten en het moment van inslapen met 40 minuten. De inslaaptijd werd met gemiddeld 23 minuten bekort. Het moment van ontwaken en de totale slaapduur veranderden niet significant. Uit een Cochrane-review komt naar voren dat melatonine ook zeer effectief is in het voorkomen en verminderen van jetlag. Inname van melatonine rond bedtijd op de plaats van bestemming (22.00-00.00 u.) vermindert jetlag als gevolg van vluchten door vijf of meer tijdzones, maar ook reizigers die minder dan vijf tijdzones doorkruisen, kunnen er baat bij hebben. Dagdoseringen van 0,5-5 mg blijken even effectief, met dien verstande dat mensen na een dosering van 5 mg sneller in slaap vallen en beter slapen dan na een dosering van 0,5 mg. Doseringen hoger dan 5 mg lijken niet effectiever. Tevens is het tijdstip van inname belangrijk. Als melatonine op de verkeerde tijd wordt ingenomen, bijvoorbeeld vroeg in de morgen, kan dat slaperigheid tot gevolg hebben en de aanpassing aan de lokale tijd vertragen. Anders dan van de meeste slaapmedicatie zijn van melatonine geen bijwerkingen gevonden in de vele onderzoeken die met dit neurohormoon zijn gedaan. Bovendien werkt het niet verslavend. Melatonine in doseringen tot 5 mg kan daarom een nuttig en veilig alternatief zijn bij slaapproblemen. ď‚Š www.vitortho.nl

PSC

27


Col umn

De CoachVraag Ik was 24 en had mijn eerste management-

anders moet. Deze mensen hebben met

De CoachVraag. Ook als we hem niet stel-

functie. Omdat ik best een tikkie jong was

dat lange nadenken en spitsvondig conclu-

len, stellen we hem wel, maar de coach

daarvoor, zou ik wat extra ondersteuning

deren helaas uiteindelijk niet die weg naar

moet hem zien. Zien in hoe de cliënt doet,

krijgen. En dus mocht ik naar een coach!

verandering of groei gevonden. Daarom

reageert, vragen stelt of niet stelt. Zien

Nou dat leek me wel wat. Ik zag dat als

zijn ze bij jou! Wat ze nodig hebben, is

hoe het zenuwstelsel zich gedraagt in het

een soort verwenmomentje voor mezelf.

dus iets anders. Hun coachvraag zullen ze

gesprek, waar het op triggert en waar niet.

Lekker met iemand sparren, nieuwe gebie-

doorgaans stellen vanuit de paradigma’s,

Het gaat uiteindelijk namelijk niet om de

den ontdekken, uitgedaagd worden en

waarmee hun verstandelijke brein uit de

vraag die de cliënt stelt. Het gaat om het

onderzoeken wat ik nog niet wist en wel

voeten kan. En daar zul je dus niets nieuws

antwoord dat je als coach kunt geven.

wilde leren. Ik had er zin in.

vinden.

Het eerste gesprek duurde anderhalf uur. De coach stelde allemaal vragen, ik gaf

Dan heb je nog de mensen die begeleiding/

antwoord. Ik praat graag, denk graag over

hulp zoeken, omdat hun emotionele brein

mezelf na en ben niet echt een ongecom-

te veel in de melk te brokkelen heeft en

pliceerd persoon. Dus stof genoeg! We

er te weinig sturing, juist van het analyti-

gingen zogezegd alle kanten op. En na die

sche brein, komt. De kans dat mensen die

anderhalf uur hief ze haar handen wan-

in deze categorie vallen, een consistent

hopig ten hemel en riep: “Maar wat is nu

verhaal hebben waaruit je 1 coachvraag

eigenlijk je coachvraag?”

kunt filteren, is ook vrij klein. En ook deze mensen functioneren vanuit het para-

Het eerste gesprek was ook het laatste

digma, dat hun brein lekker in stand houdt.

gesprek; ik was gezakt. Ik was niet te coachen want ik ging alle kanten op en had

Het feest van de verandering zit vaak in

geen CoachVraag!

het oplossingsgerichte deel van het brein. Het visuele, creatieve en niet-talige deel.

Nu ik erop terugkijk, moet ik er een beetje

Ik vind de kunst van een coachsessie dus

om lachen. Want inderdaad leer je als

vooral om die drie breindelen weer goed

coach doorgaans dat je pas aan de slag

samen te laten werken. En dat bereik je

moet als de cliënt een duidelijke coach-

niet door de cliënt te veel sturing te laten

vraag heeft. En pas in de loop der jaren

nemen.

ben ik gaan ontdekken, dat de coachvraag eigenlijk nul interessant is. Boute uit-

Ik had verhalen en praatjes voor tien

spraak? Hier mijn uitleg.

tijdens mijn sessie. En nu, bijna twintig jaar later, weet ik dat deze dame me veel

Veel van onze problemen zijn het gevolg

meer bij de hand had moeten nemen. Dat

van een onevenwichtige samenwerking in

ze mijn emotionele brein een beetje had

het brein. Vaak is er een teveel aan denken,

moeten sussen, mijn verhalen wat had

analyseren, piekeren en dus neocorticale

moeten temperen en meer had moeten

activatie. De mensen die in deze categorie

inzoomen op mogelijkheden en de

vallen, hebben vaak lang en goed nage-

toekomst.

dacht over wat hun probleem is en hoe het

CATHELIJNE IS SCHRIJVER, MOEDER, TRAINER EN COACH. ZE WERKT BIJ TRAININGSINSTITUUT DE EERSTE VERDIEPING EN BIJ HET ADHD-CENTRUM NEDERLAND.

28

PSC


C olumn

Multidisciplinair samenwerken ins & outs Tijdens onze laatste intervisie brengt een van de collega’s, een psycholoog, een van zijn cliënten in; laten we zijn cliënte Linda noemen. Hij heeft 1 intakegesprek met haar gehad en daar zijn verschillende vragen voor hemzelf uitgekomen, waarin hij graag wil dat wij als team meedenken.

"Voor mijn collega is het waardevol geweest om na het

intakegesprek vanuit diverse

invalshoeken te kijken naar de

cliënte en haar hulpvraag."

Linda is gekomen, omdat ze merkt dat het op haar werk niet zo lekker loopt. Ze loopt aan tegen de wijze waarop haar leidinggevende met haar omgaat. In het intakegesprek heeft ze verteld, dat zij op eerdere werkplekken ook wel last had van de wijze waarop een manager met haar omging. Ze voelt weinig vrijheid en ruimte om haar eigen weg te kiezen, voelt zich onder druk gezet om op een bepaalde manier te werken en krijgt weinig groeimogelijkheden. Mijn collega vraagt diverse aspecten uit van de hulpvraag en haar levensgeschiedenis. Ze blijkt vanuit haar jeugd het een en ander meegemaakt te hebben waardoor zij in een bepaalde rol schiet bij een dominante leidinggevende. Na het intakegesprek blijkt voor mijn collega, dat Linda het doel richt op haar werk en de wijze waarop ze met haar leidinggevende omgaat en moeite heeft om te kijken naar haar mogelijkheden om te kunnen veranderen en verklaringen voor haar manier van doen vanuit het verleden. Tijdens de intervisie vraagt mijn collega wat hij nu het beste kan doen. Meegaan in het gestelde doel van het hier-en-nu, proberen in te zoomen op het verleden om wat dieper te gaan en daarmee verandering voor de lange termijn bewerkstelligen of het onderzoeken van de emoties die bij diverse situaties samenhangen. Het mooie is dat vanuit het team met allemaal verschillende disciplines heel diverse antwoorden komen. Onze psychomotorisch therapeut geeft aan dat het voor haar kan helpen om te zoeken naar wat haar lichaam aangeeft aan spanning in het contact met de leidinggevende; hoe gaat ze daarmee om, hoe voelt ze zichzelf sterker staan. Onze vrouwencoach stelt vragen die gaan over wat echt haar doel is, hoe ze praktisch aan de slag wil. Als collega’s proberen wij met hem mee te denken hoe hij het beste positie kan bepalen. Gaat hij haar uitdagen om toch een laagje dieper op onderzoek uit te gaan of gaat hij alleen in op haar hulpvraag? Hoe vind je hierin een goede balans en hoe zorg je dat je daarin voldoende aansluit bij de cliënt? Door de bespreking tijdens de intervisie krijgt hij diverse invalshoeken aangereikt waarmee zijn eigen gevoel, er speelt meer dan er verteld wordt, bevestigd wordt voor hem. Maar hij krijgt ook richting voor zichzelf hoe hij nu verder kan gaan inzake het behandelplan. Enkele weken later spreek ik mijn collega om te vragen hoe Linda heeft gereageerd op het behandelplan dat hij heeft besproken. Hij vertelt dat hij heeft geprobeerd haar uit te dagen om er breder en dieper mee aan de slag te gaan, maar dat zij voor nu heeft besloten daar niet op in te gaan, omdat ze een andere baan gaat zoeken. Mede vanwege financiële redenen zetten ze de gesprekken op een laag pitje. Voor mijn collega is het waardevol geweest om na het intakegesprek vanuit diverse invalshoeken te kijken naar de cliënte en haar hulpvraag. NB Tijdens intervisiebespreking noemen wij nooit namen van onze cliënten in verband met privacy. Voor deze column geef ik de cliënte een naam voor de leesbaarheid. Mocht je zelf een casus hebben waarin je zou willen weten hoe wij dat binnen een multidisciplinair team zouden aanpakken, mail dan gerust naar info@caritasgroep.nl o.v.v. PSC Magazine Teamwork.

HANNEKE NIJKAMP, PRAKTIJKHOUDER CARITASGROEP, PSYCHOLOOG, RELATIECOUNSELOR EN SUPERVISOR. WWW.CARITASGROEP.NL

PSC

29


D e l iefdevolle Wijshe id van d e Zie l

De liefdevolle Wijsheid van de Ziel Persoonlijkheid en ziel

Moeder en kind

Voor ons gevoel zijn we ons lichaam, dat ‘ding’ dat op aarde rondloopt, plus alle gevoelens en gedachten die erbij horen. Allemaal samen vormen die onze persoonlijkheid en daarmee treden we naar buiten. Daarnaast kunnen we vanaf een afstandje naar onszelf kijken. We kunnen onszelf observeren en zeggen: “Goh, wat was ik toen boos”, “Wat ben ik blij”, of “Wat voor gedachten spoken er nu weer door mijn hoofd.” Vanuit een soort waarnemerspositie kunnen we onverstoorbaar, op een milde manier, naar onszelf kijken. Dat is het begin van zielsbewustzijn. Hiermee hebben we twee belangrijke aspecten van onszelf omschreven: 1. Onze persoonlijkheid: die omvat ons lichaam, plus emoties en gedachten, en houdt zich bezig met onze dagelijkse ervaringen.

Bewustzijnsontwikkeling houdt in, dat we ons steeds meer met ons zielsbewustzijn identificeren en minder met onze persoonlijkheid. Dat kun je bijvoorbeeld bevorderen door je met spiritualiteit bezig te houden en vooral door je vaak en regelmatig te richten op het objectief naar jezelf kijken, zoals gebeurt bij mindfulness of vipassana meditatie. Zo kun je steeds meer ervaren hoe de wereld eruitziet vanuit het zielsniveau. Je merkt dan dat, waar we ons in het dagelijkse leven druk om maken, voor de ziel niet zo belangrijk is. Gedachten en emoties horen bij de persoonlijkheid, niet bij het zielsbewustzijn. Binnen het zielsbewustzijn is het stil in ons hoofd. Zielsbewustzijn is kalm en onverstoorbaar en vervuld van een milde, liefdevolle wijsheid. Het regelt en relativeert de gedachten en gevoelens van de persoonlijkheid, waardoor die haar niet langer voortdurend opjagen. De relatie tussen de ziel en de persoonlijkheid zou je kunnen vergelijken met die

2.

30

Ons zielsbewustzijn: dat is het deel van onszelf, dat als een buitenstaander kijkt naar alles wat de persoonlijkheid doet. PSC

tussen moeder en kind. De moeder kan op een kalme, zorgzame manier over haar kind waken, het zo nodig troosten en het verder zo veel mogelijk zijn eigen leven laten leiden. Zij gaat niet mee in alle emotionele uitbarstingen en impulsen van haar kind. Ze ziet de wereld op een andere manier, veel beschouwelijker. Zo laat de ziel ons de wereld bezien met een kalme wijsheid en brengt zij ons relativeringsvermogen en een natuurlijk inzicht, los van het denken. Een rustig, vanzelfsprekend weten, dat verdieping geeft aan de waarheden die wij door het denken verkrijgen en die resulteert in wijsheid. De weg naar de ziel is de weg naar wijsheid.

De alledaagse ervaring van zielsbewustzijn De ervaring van zielsbewustzijn is eigenlijk heel vertrouwd en vanzelfsprekend. Het vermogen om jezelf te observeren kent iedereen wel. Het is een heel simpele ervaring, die niets verhevens of extatisch heeft. Je zou


TPne t

zelfs kunnen zeggen dat we zielsbewustzijn ervaren, als we ons tegelijk objectief bewust zijn van onszelf en van de wereld om ons heen. Als we bijvoorbeeld iets lezen en daarbij onszelf observeren, hebben we een vorm van zielsbewustzijn. Maar als we volledig opgaan in een spannend boek, verliezen we ons in ons persoonlijkheidsbewustzijn en vergeten we onze ziel. Onszelf observeren lukt doorgaans wel even, maar snel wordt ons bewustzijn weer door emoties, gedachten of lichamelijke behoeften opgezogen in onze persoonlijkheid en verdwijnt de 'objectieve toeschouwer'. We zullen ons zielsbewustzijn dus moeten oefenen om het te versterken, zodat we er gemakkelijker onze aandacht bij kunnen houden.

Lichamelijke en emotionele behoeften Stel bijvoorbeeld dat je jezelf probeert te observeren en je hebt kiespijn. Dan zul je, hoe goed je ook je best doet, toch steeds je zere kies ervaren. Die zuigt als het ware je aandacht op. Die pijn kun je opvatten als een terecht signaal van je fysieke lichaam om actie te ondernemen. Datzelfde geldt voor gevoelens als honger en dorst, allemaal signalen dat er een behoefte is die om bevrediging vraagt. Niet alleen ons fysieke lichaam vraagt onze aandacht, ook onze emoties. We kennen in ons leven geen sterkere motivatie dan die van de emoties. Om emotionele verlangens te bevredigen zijn we bereid heel domme dingen te doen. En dan hebben we het alleen nog over bewuste verlangens. Er zijn ook nogal wat frustraties, angsten en pijnen waarvan we ons over het algemeen niet of nauwelijks bewust zijn, maar die het grootste deel van ons gedrag bepalen. Geen wonder dus, dat onze bewuste en onbewuste emotionele verlangens ons voortdurend uit ons zielsbewustzijn terughalen naar ons persoonlijkheidsbewustzijn. Ze dwingen ons, met onze aandacht naar onze alledaagse problemen te gaan en onze emotionele verstoringen onder ogen te zien. Zoals de kiespijn ons ertoe brengt, uiteindelijk toch maar naar de tandarts te gaan, zo zullen onze frustraties en ongemakken ons ertoe brengen om aan onszelf te werken. Onze problemen nodigen ons niet uit om te vluchten, maar om ze op te lossen.

Therapie We zien nu dat ons zielsbewustzijn zich niet goed kan ontwikkelen zolang we onze per-

soonlijkheid niet op orde hebben gebracht. Als je veel problemen hebt, los je die niet alleen op door te mediteren. Je zult ze daadwerkelijk moeten aanpakken, voor je je succesvol op het hogere kunt richten. Denk ter vergelijking maar eens aan iemand die een vervolgstudie wil doen zonder eerst de noodzakelijke vooropleiding af te maken. De informatie die hij op deze manier tot zich krijgt, kan hij niet of nauwelijks integreren, met onevenwichtige en verwarde ideeën als gevolg. Met een te hoog gegrepen studie voeg je geen nieuwe kwaliteiten toe. In plaats daarvan zul je je innerlijke verwarring alleen maar vergroten. Als we zielsbewustzijn proberen te bereiken door te vluchten van het persoonlijke, kunnen er psychische problemen ontstaan, die zelfs kunnen leiden tot een spirituele crisis. Als je een flat wilt bouwen, moet je beginnen bij het fundament. Zonder stevig fundament zal je hele bouwwerk vroeg of laat instorten. Veel therapieën richten zich op het herstel van het lichamelijke, emotionele of mentale evenwicht. Zo wordt vaak ook een bijdrage geleverd aan je spirituele ontwikkeling, al is het maar onbedoeld. Maar lang niet elke therapie die de rust op persoonlijkheidsniveau herstelt, levert automatisch een bijdrage aan de ontwikkeling van het zielsbewustzijn. Veel mensen met psychische problemen krijgen therapie of medicatie die erop gericht is hun problemen toe te dekken, niet om ze op te lossen. Ze leren hun klachten te accepteren, waardoor hun problemen beter hanteerbaar worden. Medicijnen zorgen er bijvoorbeeld voor dat het leven weer een beetje aangenamer wordt, en voorkomen zo, dat je problemen met je op de loop gaan. Dat kan er

vervolgens voor zorgen dat je in staat bent je zwakke punten onder ogen te zien en eraan te werken. Therapieën, vooral cognitieve, leren je om je problemen van een andere kant te bezien en op een andere manier naar jezelf te kijken.

De kern aanpakken Hoe nuttig en noodzakelijk zulke therapieën ook zijn, dikwijls pakken ze de kern van het probleem niet aan. Daarom dragen ze niet of nauwelijks bij aan het versterken van je zielsbewustzijn. Onbewust blijft die kern dan namelijk zijn zuigende invloed uitoefenen op je persoonlijkheid, en dat maakt het moeilijk om je zielsbewustzijn te ontwikkelen. Om echt effectief te zijn moet de therapie erop gericht zijn, de trauma's op te lossen die zich in het bewustzijn én het onderbewustzijn van de persoonlijkheid bevinden. Pas als dat grondig is aangepakt, ontstaat de mogelijkheid te gaan leven vanuit zielsbewustzijn. De ziel krijgt dan de leiding over ons leven. Als dat niet gebeurt, blijft de persoonlijkheid de baas. We laten ons dan besturen door alle trauma's, frustraties en verlangens die in die persoonlijkheid verborgen liggen overgeleverd aan de waan van de dag, waar we met onze gedachten, emoties en daden op reageren. Het resultaat daarvan kunnen we overal om ons heen zien. Pas als onze persoonlijkheid zich in dienst stelt van de liefdevolle ziel, ontstaat er liefdevol en wijs gedrag. Bron: Kees Aaldijk Praktijk Transpersoonlijke en integrale psychotherapie en coaching

Transpersoonlijk.net, netwerk voor zorgprofessionals Transpersoonlijk.net (TPnet) is hét netwerk voor de coach, counselor & therapeut Wil je intimiteit in je relatie verbeteren? Of wil je juist graag een relatie? TPnet organiseert op 5 november een workshop in het Noorden met Paul & Jane Goudsmit van In-communication. Plaats volgt. Kosten €95,- per persoon. Inschrijven voor 1 juli: €75,-; voor 15 september €85,-. Leden van TPnet krijgen €10,- korting op de geldende prijs. SKB-accreditatie wordt aangevraagd. Hou de website www.transpersoonlijk.net in de gaten voor het laatste nieuws. Of schrijf je in voor de nieuwsbrief en ontvang het laatste nieuws in je mailbox.

Leden Leden van TPnet hebben veel voordelen, zoals adverteren met hun activiteiten en een persoonlijke webpagina.

 www.transpersoonlijk.net/info-lidmaatschap/

PSC

31


www.aukeherrema.nl


C olumn

Beweging Het hoofdartikel van deze editie gaat in zekere zin over het belang van emoties. Een synoniem voor het woord emotie is gemoedsbeweging. Wij mensen gebruiken taal voor communicatie en dus zijn er woorden ontstaan om dingen uit te drukken. Het woord emotie staat voor een innerlijke beweging die wij in lijf en denkhoofd ervaren. Zo hebben wij aan 5 van die bewegingen een b-woord gegeven: Blij, Bang, Boos, Bedroefd en Beschaamd. In feite geven ze een gevoel aan, dat komt in een golf en na een tijdje weer

nooit meer had teruggezien. Nu kwam zij dan bij mijn collega en

wegebt. Het mensenlichaam is met die functie uitgerust, net als

schudde hem de hand. Zij vertelde hem dat zij al haar bezittin-

met functies als ademen en denken. Niemand zou het ooit in zijn

gen had verkocht en de rest had weggegeven. Ze had nog 20 kilo

hoofd halen om de adem te onderdrukken, maar emoties worden

bagage over en die had zij in een rugzak gestopt. Ze had geïnves-

veelvuldig onderdrukt. Dit is uiteraard een vreemde ontwikkeling,

teerd in een paar goede wandelschoenen en kleding en ging de

aangezien wij er baat bij hebben de homeostase van ons ecosys-

pelgrimsweg naar Compostella lopen. Ze had haar flat opgezegd

teem van cellen dat wij ons lichaam noemen, optimaal in stand te

en ging het avontuur tegemoet. Mijn collega was een beetje onge-

houden.

rust, omdat 20 kilo op je rug erg zwaar is en zij inmiddels in de Ardennen liep waar het sneeuwde. Maar ik zei hem dat ik bewon-

Elke therapeut zal steeds weer bij cliënten opmerken dat zij hun

dering voor zijn cliënte had. Door te gaan lopen kwam zij in bewe-

emoties verdringen. Maar iets wat van nature wil bewegen, kun

ging, eigenlijk vanuit een poging om haar emoties te kunnen laten

je beter niet tegenhouden. Stel je een rivier voor; als je het water

meebewegen. Een moedige stap.

gaat tegenhouden door een dammetje van stenen te bouwen, zie je al gauw dat er voor dat dammetje allerlei takken en bladeren en

Beweging is inherent aan het leven, alles wat stilstaat, stagneert

dergelijke gaan drijven. Er vormt zich dus een opstopping.

uiteindelijk. Onze beschaving (weer een B) heeft ons geleerd dat

Het is zo logisch als je dit zo leest, en misschien denk je: nou, inder-

lachen en blij zijn, mits gematigd, oké zijn, maar verdrietig zijn of

daad, ik moet mijn emoties gewoon laten stromen. Helaas hebben

boos zijn, ongewenst. Tijd om te leren onszelf te zijn, onszelf te

we vaak al van kinds af aan geleerd ze tegen te houden en is het zo

leren kennen, wat wij hebben aangeleerd, kunnen we herzien. Het

een gewoonte geworden dat zij niet meer vrij kunnen stromen.

is mijns inziens tijd voor een massale beweging naar heelwording in de wereld.

Een bevriende therapeut uit het buitenland vertelde mij laatst van een cliënte van hem, die afscheid van hem was komen nemen. Zij was door haar man verlaten voor een jonge vrouw en voelde zich afgedankt en verdrietig. Na een aantal therapiesessies was zij tot de conclusie gekomen dat het verdriet zo diep zat, dat zij er niet zomaar met een paar huilbuien overheen zou kunnen komen. Zij had in haar leven een diep thema van verlatingsangst, omdat haar vader haar moeder op haar zevende verlaten had en zij hem

MARTINE CLAUSEN, IN BEWEGING ( MET EEN B ) PSC

33


34

PSC


Bes

tel

de

het

Koers m U it g erme ve rss ui tg ev i j oasnkhhe

e-b

50%

ook

van act Ga n ie-c aar De ode ww han w SPI do EG .insp pd EL i r es in. eren pie De ze dleve gel is g n. me eld nl/h t ig v an an dop 15- de 04- spie 201 ge 6 t l en ot 15- vul 06201 6

kor

tin

g

.

Een onwaarschijnlijk geloofwaardig verhaal over het leven na de dood De man van journalist Janis Heaphy Durham overleed aan slokdarmkanker toen hij 56 was. In de maanden daarna maakte Janis vreemde verschijnselen mee: flikkerende lampen, deuren die vanzelf open en dicht gingen, klokken die om 12.44 uur stil bleven staan - de exacte tijd van Max’ overlijden. Maar toen gebeurde er iets wat haar leven op zijn kop zette: precies een jaar na Max’ sterfdag verscheen er een poederachtige handafdruk op de spiegel in haar badkamer. De twee jaren daarna gebeurde hetzelfde. Dit was voor Janis aanleiding om een onderzoek te starten dat haar kijk op de werkelijkheid radicaal veranderde. Door interviews met wetenschappers en aanhangers van verschillende spirituele stromingen ontdekte ze hoe fragiel de sluier is tussen deze wereld en de volgende, en dat liefde een brug slaat tussen die twee werelden. Janis Heaphy Durham bezocht in september 2016 Nederland. PSC Magazine interviewde Durham over haar boek en ervaringen. Wil je dit interview teruglezen? Zie PSC Magazine editie 1, 2016.

De hand op de spiegel | Het verhaal van een journalist over leven na de dood | Janis Heaphy Durham € 19,99 | 9789021559490 | ISBN e-book 9789021559865 (€ 9,99) | www.kosmosuitgevers.nl PSC

35


K an on lin ecou n se lin g h e t ‘ e c h t e ’ ge sp re k ve rvan gen?

Kan onlinecounseling het ‘echte’ gesprek vervangen? Ik zie je niet, maar ik help je wel DOOR: MYRIAM LIMPER

Stel je voor. Je kunt je cliënt niet horen of zien. Je weet niet hoe ze erbij zit. Heeft ze nette kleding aan of zit ze in een oude joggingbroek? Zucht ze als je haar een vraag stelt, of verschijnen er denkrimpels op haar voorhoofd? Hoe kun je haar op haar gemak stellen als ze je stem niet kan horen, de meelevende blik in je ogen niet opvangt? Welkom in de wereld van de onlinecounselor. Dit artikel richt zich op die vormen van onlinecontact waarbij je de ander niet ziet of hoort, omdat deze situatie het meeste verschilt van een face to face gesprek. Verschillen tussen online- en face to face contact Vertrouwen, veiligheid en elkaar ‘verstaan’ zijn essentiële elementen in het contact tussen counselor en cliënt. Alle expliciete, maar veelal ook impliciete informatie die de counselor krijgt van de cliënt, geeft input om een goede begeleidingsrelatie op te bouwen. De open, non-confronterende en empathische houding van de counselor geeft de cliënt een gevoel van veiligheid. De counselor laat merken zich betrokken te voelen bij de ander. Dat gebeurt zowel verbaal als non-verbaal. Denk bijvoorbeeld aan spiegelen, luistersignalen geven (knikken, ‘hummen’), stiltes laten vallen of door wisselingen in intonatie, volume en toonhoogte van de stem. Door fysieke afstemming - ook wel rapport genoemd - kan de counselor een gevoel van ‘gezamenlijkheid’ laten ontstaan, waarbinnen de cliënt zich vertrouwd genoeg voelt om open over zijn situatie te spreken. Het grootste verschil met een fysiek gesprek is dat online veel informatie over de ander wegvalt. Er is geen non-verbale communicatie, je kunt niet zien hoe de ander erbij zit of hoe je woorden aankomen.

Online aansluiten: je baseren op wat de cliënt schrijft Door bewust aan te sluiten bij de taal, woordkeuze en stijl van de cliënt ontstaat nabijheid. De counselor is daarin volgend; de cliënt die jou formeel aanspreekt, tutoyeer je niet zomaar. Voor iemand die weleens een emoticon (‘smiley’) gebruikt in zijn teksten, kan een ;-) bemoedigender voelen dan woorden kunnen uitdrukken. Overigens kan het zoeken naar balans tussen enerzijds ‘professioneel communiceren’ en anderzijds de noodzaak om je in taal af te stemmen op de cliënt, een behoorlijke zoektocht zijn voor de onlinecounselor.

36

PSC

"Vertrouwen, veiligheid en elkaar ‘verstaan’ zijn

essentiële elementen in het contact tussen counselor en cliënt."


My r i a m Limpe r

Het zorgvuldig zoeken naar uitingen die iets zeggen over de emotie van de cliënt, biedt de counselor aanknopingspunten om aan te sluiten op gevoelsniveau. De counselor kan de emotie bijvoorbeeld benoemen (‘ik lees dat je bang bent’), een empathische opmerking maken (‘wat rot voor je dat je je zo bang voelde’) of een compliment geven (‘dapper dat je haar toch hebt aangesproken, terwijl je zo bang was’). Dit zijn natuurlijk geen nieuwe gesprekstechnieken. Wat het anders maakt, is dat de counselor nu ‘schriftelijk’ communiceert in plaats van mondeling en dergelijke zinnen bewust moet intypen. Bovendien komt een geschreven reactie - zeker als het gaat om kritische feedback - vaak steviger of confronterender over op het beeldscherm dan face to face, met alle gevolgen van dien.

Actief voorkomen van ruis in de communicatie In een fysiek gesprek zie je direct hoe je boodschap bij de ander aankomt. Dat geeft je de gelegenheid je woorden te nuanceren of extra uitleg te geven. Online mis je die feedback. De verleiding kan groot zijn het gemis aan informatie onbewust te compenseren met eigen invullingen van de situatie, bedoelingen, verwachtingen of behoefte van de cliënt. Wat je niet weet, vul je in gedachten in. Je loopt daarmee het risico dat je de aansluiting (ongemerkt) verliest. De ander voelt zich niet gehoord, er ontstaat wrijving of irritatie en in het slechtste geval haakt de cliënt af. Gedurende het onlinetraject moet de counselor daarom consequent aandacht houden voor de relatie, het proces en de motivatie van de cliënt. Ruis kan daarmee in veel gevallen voorkomen worden. Counselors zijn soms zo bang voor ruis dat zij maar liever helemaal niet beginnen aan onlinecontact. Dat is jammer. Er is niet direct een man overboord als er ruis optreedt. Sterker nog, het actief signaleren en bijsturen van ruis kan bijdragen aan het verstevigen van de relatie met de cliënt. De cliënt voelt en ziet dan hoe hard de counselor werkt aan het voorkomen van miscommunicaties. De impliciete boodschap die de counselor afgeeft is: ‘zoveel

belang hecht ik eraan jou goed te verstaan’. Als dan gedurende het traject toch ruis optreedt, zal de cliënt geneigd zijn mee te denken en mee te bewegen. Doordat online de communicatie volkomen transparant verloopt, is voor de cliënt bovendien makkelijker inzichtelijk waar en waarom de communicatie misliep. Niet zelden is dit een eyeopener, bijvoorbeeld als de cliënt zich realiseert dat hij zijn eigen hulpvraag onvoldoende helder heeft (gemaakt).

Methodische onlinecounseling Door de laagdrempeligheid en het gemak bestaat het risico dat de onlinecommunicatie grenzeloos wordt. De cliënt heeft immers alle ruimte en tijd om een bericht te formuleren of een veelheid aan kwesties en emoties ineens te presenteren. Een belangrijke vaardigheid van de onlinecounselor is het afbakenen en structureren van de onlinecommunicatie, zodanig dat systematisch de voor het counselingtraject noodzakelijke stappen worden doorlopen. De transparantie van onlinecontact biedt een prachtige mogelijkheid om zowel de contactmomenten als het gehele traject inzichtelijk te structureren. Wanneer de counselor methodisch te werk gaat, kan de effectiviteit van een onlinetraject daarom zelfs groter zijn dan van een face to face traject. Een onlinecounselingmethodiek dient een tweeledig doel. In de eerste plaats fungeert de methodiek als kapstok voor de counselor zelf. Door zorgvuldig de vraag van de cliënt uit het geschrevene te analyseren (vaak betreft het een ‘vraag achter de vraag’), die vraag verder uit te werken en samen het doel van het onlinecontact te verkennen in relatie tot de hulpvraag, ontstaat een duidelijke koers voor het verdere verloop van het traject, waarop de counselor telkens kan terugvallen. In de tweede plaats wekt het volgen van een onlinemethodiek bij de cliënt het vertrouwen dat hij ergens naartoe werkt, dat er een duidelijk begrensd begin en einde is, en dat de counselor professionele regie houdt op het verloop van dat proces. Het vertrouwen wordt verder vergroot doordat de cliënt ervaart dat de counseling aansluit bij zijn werkelijke behoefte of vraag.

5-fasenmodel Een veelgebruikte methodiek is het zogenaamde 5-fasenmodel voor onlinecounseling, gebaseerd op het gespreksmodel van Egan (1981) voor non-directieve gespreksvoering. Hierin staat de cliënt centraal en bouwt hij zijn hulpvraag met ondersteuning van de professional gefaseerd op. Het model van Egan kent drie fasen: probleemverheldering, nuancering en behandeling. Omdat in onlinecontact moet worden gecompenseerd voor het feit dat je elkaar niet ziet of hoort en omdat je beperkt informatie kunt uitwisselen, kent het 5-fasenmodel een uitgebreidere opbouw. Binnen de fasen maakt de counselor gebruik van technieken uit de motiverende gespreksvoering, zoals open vragen stellen, reflectief luisteren en ordenend samenvatten.

Het 5-fasenmodel ziet er als volgt uit: • • •

• •

Fase 1: Contact maken Fase 2: Hulpvraag weergeven (e-mail) of verhelderen (chat) Fase 3: Verwachtingen afstemmen (e-mail) of gespreksdoel vaststellen (chat) Fase 4: Inhoudelijke reactie (e-mail) of uitwerking van gespreksdoel (chat) Fase 5: Warme afsluiting

Fase 1 tot en met 3 vormen in feite de opmaat tot de inhoudelijke behandeling van de hulpvraag. Als de cliënt geen contact ervaart (fase 1), zal hij zich onvoldoende veilig voelen en komt de ‘vraag onder de vraag’ niet boven tafel. Door het expliciet weergeven van de hulpvraag of behoefte die de counselor uit het bericht van de cliënt heeft gedestilleerd (fase 2), wordt voor de cliënt inzichtelijk hoe de counselor zijn tekst heeft geïnterpreteerd en waarop hij dus zijn inhoudelijke reactie baseert. Dit voorkomt miscommunicatie. Bovendien geeft het de cliënt de ruimte om eventuele misinterpretaties te herstellen. Doordat de counselor op grond van zijn interpretatie in fase 2 vervolgens duidelijk aangeeft wat de cliënt, gegeven de hulpvraag of behoefte, wel en niet van hem kan verwachten (fase 3), ontstaat een realistische verwachting van het traject en de eigen verantwoordelijkheid daarin.

PSC

37


K an on lin ecou n se lin g h e t ‘ e c h t e ’ ge sp re k ve rvan gen?

Conclusie Face to face counseling is niet beter of slechter dan onlinecounseling; het is anders. Anders, omdat het contact door beide partijen anders wordt ervaren dan face to face contact en omdat het daarom andere voorwaarden stelt aan de vaardigheden en beroepshouding van de counselor. De sleutel tot succes is gelegen in het voortdurend aandacht hebben voor de kwaliteit van de online-interactie en het blijven aansluiten bij de begeleidingsvraag en situatie van de cliënt. Methodisch online counselen vergroot de kwaliteit van de online-interactie aanzienlijk. Geschreven berichten vragen om systematische analyse van de begeleidingsvraag van de cliënt en het aanbrengen van structuur. Het gaat daarbij zowel om het structureren van het traject als geheel, als om het aanbrengen van structuur binnen alle onlinecontactmomenten. Ten slotte is het van belang dat de counselor passende trajecten kan ontwerpen, gebaseerd op de behoeften van cliënten. Dat kan betekenen dat een traject volledig

38

PSC

online loopt, of dat er een blended vorm wordt ontworpen waarbij er afwisselend online- en face to face contact is. Voorwaarde daarvoor is dat de counselor op de hoogte is van de kansen, mogelijkheden en aandachtspunten van de verschillende vormen van onlinebegeleiding. Steeds vaker krijgen counselors de vraag ‘of het niet via internet kan’. Deze vraag zal alleen maar toenemen. Het ligt voor de hand dat de counselor (ook) onlinetrajecten aan gaat bieden. Naarmate de counselor meer ervaring krijgt met de nieuwe werkwijze, zal de kwaliteit van het contact zich verdiepen en kan er steeds efficiënter

worden gewerkt. Als daarbij methodisch wordt gewerkt, zal onlinecounseling zich in de praktijk zeker bewijzen als volwaardige vorm van counseling. Drs. Myriam Limper is psycholoog en werkzaam als adviseur en trainer onlinehulpverlenen. Zij begeleidt organisaties bij het ontwikkelen en implementeren van onlinehulpverlening.  www.myriamlimper.nl Dit artikel verscheen eerder in Counselling Magazine



Kindercoach worden? Download de kindercoach-test WWW.TORIKINDERCOACHOPLEIDING.NL

- WWW.TORIKINDERCOACHOPLEIDING.NL -

- INFO@TORIKINDERCOACHOPLEIDING.NL


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.