Sint-Franciscusziekenhuis, een eeuw toewijding en zorg aan jouw zijde

Page 1


Inhoud

43 13 51 18 75 31

66 29

p. 06-23 | HOOFDSTUK 1: DE GEBOORTE VAN EEN GASTHUIS

p. 24-41 | HOOFDSTUK 2: MET HART EN HANDEN: MEDEWERKERS DOOR DE TIJD

p. 42-59 | HOOFDSTUK 3: BOUWEN, UITBREIDEN, GROEIEN

p. 60-77

p. 78-89

p. 90-99

p. 100

| HOOFDSTUK 4: MEER RUIMTE, UITGEBREIDER ZORGAANBOD

| HOOFDSTUK 5: TECHNOLOGIE: AL JAREN EEN BONDGENOOT

| HOOFDSTUK 6: SAMEN BOUWEN AAN ZORG

| DANKWOORD

HOOFDSTUK 1

DE GEBOORTE VAN EEN GASTHUIS

© Verhulst, Maryline - Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Het zwarte goud: het begin van een omwenteling

Honderd jaar geleden was Heusden een stille, landelijke gemeente, bevolkt door ‘keuterboerkes’ – zoals ze in de volksmond werden genoemd – die moesten vechten om te overleven op de schrale Kempische heidegrond. Tot plots alles veranderde. In het noordoostelijke gehucht Voort werd steenkool aangeboord – het zwarte goud dat de regio boven én onder de grond voorgoed zou transformeren.

Spectaculaire mijnuitbouw

De mijnsite groeide razendsnel: hoge betonnen schachten, stalen lifttorens en indrukwekkende gebouwen verrezen uit het niets. De Franstalige mijnexploitanten hadden horden arbeiders nodig. Er moest zes op de zeven dagen afgedaald worden in de donkere, diepe buik van het vroegere bos- en heidelandschap. Zoals het in de bekende mijnwerkersschlager klinkt: “In donkere schachten, waar nooit eens een zonnetje schijnt …”

Alles veranderde in ijltempo. Boerenzonen verdienden in de mijn een mooi loon voor het zware en ongezonde werk onder de grond en daalden massaal op jonge leeftijd af.

Multiculturele folklore

De nieuwe economische kansen trokken niet alleen mensen uit de regio aan, maar ook mijnwerkers uit verre landen. In Heusden – en later ook Zolder – groeide een bonte, multiculturele ge-

meenschap rond de mijnsite. Die groei bracht nieuwe noden met zich mee: woningen, scholen, diensten en ook een gasthuis. Dat laatste kwam er snel, en eerder toevallig.

Hospitaal - Kapel Heusden

Berkenbos: het nieuwe epicentrum

In de wijk Berkenbos, niet ver van de mijn, was het ondertussen een drukte van jewelste. Woningen voor mijnwerkersgezinnen, logementshuizen en nijverheidsgebouwen werden uit de grond gestampt. En … de paters minderbroeders vestigden zich er. Ze leefden naar het voorbeeld van Sint-Franciscus van Assisi, stonden zieken en armen bij, en zorgden voor onderwijs. In Berkenbos richtten ze hun eerste klooster met kapel en school op.

Zicht op een eerste klooster... en

meer

Hulp van de Grauwzusters

Hoe verpleegkundigen en artsen van vroeger mijnwerkerspatiënten meteen konden herkennen?

Aan de zwarte streepjes op hun knieën. Sporen van het harde werk ondergronds en stille getuigen van een leven in het stof.

Zieke pater Albertus

De plannen van de paters dreigden even te ontsporen. In juli 1924 werd pater Albertus Lismont – oud-provinciaal en stichter van het prille klooster in Berkenbos – ernstig ziek. Hij ijlde van de koorts en had permanente, deskundige verzorging nodig. Pater Idesbaldus Pieters, provinciaal secretaris van de orde, ging bij hem op ziekenbezoek. De twee paters overlegden, en Idesbaldus wist al snel met wie hij contact moest opnemen: Moeder Benedicta (Octavie Michielsen), overste van de Grauwzusters in Zoutleeuw. Ook zij waren volgelingen van Sint-Franciscus en al eeuwenlang actief in de ziekenzorg.

Pater Pieters richtte zich tot Moeder Benedicta met een dringende vraag: kon een van haar zusters de zieke Albertus permanent verzorgen? Samen met twee lekenbroeders verbleef de pater toen nog in het bescheiden klooster, dat in een gewoon woonhuis ondergebracht was. Moeder Benedicta twijfelde niet en vertrok diezelfde middag nog per taxi naar Berkenbos, samen met zuster Anna (Louisa Corbeels).

Grauwzusters

A match made in heaven

Moeder Benedicta stelde de zieke pater Albertus gerust: hij zou de nodige hulp krijgen. Maar tijdens dat overleg deed Albertus nog een ander voorstel: waarom zouden de zusters van Zoutleeuw geen ‘gasthuis’ oprichten in Berkenbos, vlak bij de paters minderbroeders? De taakverdeling lag voor de hand: de paters zouden zich buigen over de geestelijke bijstand en het onderwijs voor de snelgroeiende mijnwerkersbevolking, de zusters over de lichamelijke zorg in een volwaardig gasthuis.

Het bleek het begin van een bijzondere samenwerking tussen beide orden. Door hun krachten te bundelen, boden de twee franciscanenorden een grote meerwaarde voor de mensen in Heusden én de omliggende dorpen. Moeder Benedicta omarmde het plan met hart en ziel, en besloot het startschot te geven.

Een missie vol hindernissen

BOUWEN AAN ZORG, DOOR DE JAREN HEEN

Grauwzusters komen aan in Heusden-Zolder

1924

Kort na haar terugkeer in het klooster van Zoutleeuw riep Moeder Benedicta haar medezusters samen. Ze deelde vol vuur haar plan om in Heusden een gasthuis op te richten. De zusters waren meteen enthousiast. Het voorstel werd dan ook unaniem goedgekeurd.

Grondruil en eerste spadesteek voor het gasthuis op 20 oktober Een vurige droom

1925

Eerste patiënt op 3 oktober

1927

Een hobbelig parcours

Maar de weg naar realisatie was bezaaid met obstakels. Heusden-Berkenbos lag toen nog ‘ver weg’ van Zoutleeuw, het project bracht een hele administratieve molen met zich mee, en er was geld nodig. Gelukkig waren de zusters vastberaden, en zelfs bereid om op bedeltocht te gaan. Alleen hadden ze eerst groen licht nodig van de kerkelijke overheid. Niet alleen om een gasthuis op te richten, maar ook om collectes in kerken te houden.

Eindelijk toestemming

Er volgde een intensieve briefwisseling met kardinaal Mercier, toenmalig aartsbisschop van Mechelen. Met resultaat, want de plannen werden goedgekeurd! Ook monseigneur Rutten, bis-

Officiële inwijding ziekenhuis op 12 mei

Eerste operatie

Moeder Benedicta (Octavie Michielsen), overste van de Grauwzusters in Zoutleeuw © Guido Coningx

schop van Luik, gaf zijn zegen. Andere Belgische bisschoppen én bisschop Diepen van het Nederlandse bisdom ’s-Hertogenbosch (in de volksmond: Den Bosch) stemden bovendien toe dat de zusters in hun kerken geld mochten inzamelen. Wat een opluchting!

Juridische fundering

De kogel was nog niet helemaal door de kerk. Om alles wettelijk in orde te brengen, moesten de zusters een vzw oprichten. De eerste wet op de vzw’s was nog maar net in het Belgisch Staatsblad verschenen (1921) of Moeder Benedicta was er al als de kippen bij. Op 24 november 1924 werd de oprichtingsakte van de vzw ‘Grauwzusters van Zoutleeuw’ verleden.

Eerste schenking, eerste tegenslag

En dan was er – op het eerste gezicht – nog een meevaller: amper een maand later kreeg de vzw een gulle schenking van eerwaarde heer Jan Berchmans Paquay, pastoor-deken van Bilzen: twee gronden in Heusden-Berkenbos, ‘De Halheide’ en ‘De Halweide’, samen goed voor bijna 4 hectare.

Maar de vreugde was van korte duur: al snel bleek dat de terreinen ongeschikt waren. De reden? De naburige koolmijn plande er een treinstation, wat te veel overlast en lawaai zou veroorzaken. Geen plek waar zieken tot rust konden komen.

Schenking leidt tot grondruil

Grondruil met goede afloop

Er moest snel een oplossing komen, en die kwam er. De ‘Vereniging der Parochiale Werken van het Dekenaat Beringen’, een organisatie met aanzienlijke eigendommen, was bereid tot een grondruil.

Op 9 november 1925 kreeg de vzw via een nieuwe akte twee andere percelen op Halheide toegewezen, samen goed voor ruim 2 hectare. Zo kreeg de ‘gasthuisdroom’ weer – letterlijk en figuurlijk – grond onder de voeten.

Bouwgrond voor het eerste ziekenhuis

Exact honderd jaar na de eerste historische spadesteek wordt er opnieuw druk gebouwd op de Sint-Franciscusziekenhuis-site. De spreekwoordelijke cirkel is rond: met de nieuwe vleugel is het terrein bijna volledig bebouwd.

Eerste spadesteek: dé start

Eindelijk! Op 20 oktober 1925 werd de eerste spadesteek in de grond gezet voor het nieuwe gasthuis in Heusden-Berkenbos. Moeder Benedicta, zuster Francisca (Marie Bosmans), de architect en de aannemers waren erbij om dit belangrijke moment te markeren. De bouwwerkzaamheden zouden twee jaar duren en stonden onder strikt toezicht, zowel lokaal als in de bredere regio.

De lastige reis naar Heusden

Moeder Benedicta reisde vaak van Zoutleeuw naar Heusden, een lange en vermoeiende tocht die ze moest doorstaan om het project te begeleiden. Gelukkig bood Arthur Hendrix, een belangrijke steunpilaar voor het project, zijn auto aan om haar regelmatig te vervoeren. Hij zou een cruciale rol spelen in de vroege ontwikkeling van het Sint-Franciscusziekenhuis.

In archieven uit die tijd lezen we letterlijk deze passage: “Twee jaren lang doorstond zij (Moeder Benedicta) den last der moeilijke reis uit Zout-Leeuw naar Heusden totdat den Heer Arthur Hendrix, intusschen Voorzitter benoemd der Burgerlijke Godshuizen te Zout-Leeuw, voor deze lange en lastige reis bereidwillig zijn auto ten haren dienst stelde, zoals hij later niet ophield te doen …”

De eerste vleugel

Ondertussen kwam het terrein op de vroegere heidevlakte van Berkenbos steeds meer tot leven. Vrachtwagens reden af en aan, en de bouw had veel bekijks. De eerste vleugel werd snel opgetrokken, gevolgd door een omheiningsmuur en de uitbreiding van het complex met een keuken, refter en andere noodzakelijke diensten.

De eerste mijlpalen van het nieuwe gasthuis

Van kapel tot apotheek

Op 13 mei 1927 werd een contract getekend om naast het gasthuis een boerderij te bouwen, gevolgd door een derde vleugel met een kapel, operatiezaal en apotheek. Minder dan een jaar later werd centrale verwarming geïnstalleerd, waren de boomgaard en de Franse tuin aangelegd en stond er een garage voor drie auto’s. De eerste wagen die in de garage werd gestald, was die van Arthur Hendrix, de trouwe weldoener van het ziekenhuis en taxichauffeur van Moeder Benedicta en haar zusters.

De eerste patiënt

De werken vorderden sneller dan verwacht. In die tijd kon het heel snel gaan als het moest. Hoewel de eerste bouwfase pas half maart 1929 klaar moest zijn, werd de eerste patiënt al op 3 okto -

ber 1927 opgenomen, op voorschrift van de bekende Zolderse huisarts Johan Hillen: mejuffrouw Mathilde Van der Hoydonck.

De eerste zusters

De opening van het gasthuis naderde snel, en op 4 december 1928 kwamen de eerste Grauwzusters aan in Heusden: eerste overste zuster Teresia (Johanna Martens), zuster Rosa (Jeanette Bogaerts) en zuster Coleta (Virginie Vissers).

Inwijding van het ziekenhuis

Op 22 maart 1929 werd de nieuwe klok van het ziekenhuis ingezegend door pater Amadeus Ceyssens. En op 10 mei van dat jaar volgde de officiële inwijding van de apel, geleid door deken

Overleg tussen zusters en verpleegkundige
De zusters hadden een eigen busje voor hun vervoer

Het ziekenhuis opent de deuren

Spaas van Beringen. Twee dagen later, op 12 mei 1929, was het groot feest: monseigneur Kerkhofs, bisschop van Luik en Limburg, leidde de plechtige inwijding van het hele ziekenhuiscomplex, onder het toeziende oog van verschillende hoogwaardigheidsbekleders en natuurlijk de altijd aanwezige beschermheer van de Grauwzusters: Arthur Hendrix.

Op 3 juni 1929 startte de officiële zieenzorg in het nieuwe gasthuis. Acht patiënten werden opgenomen. Het was het begin van een nieuw hoofdstuk voor de zorg in de regio. Maar het zou nog tot januari 1930 duren voordat de eerste patiënt werd geopereerd. Dat was Jan Claes uit Heusden. En helaas was er ook in die periode een eerste overlijden: dat van de Poolse gastarbeider Paculas Stanislaus.

Van huisartsen naar chirurgen

Tot ongeveer 1950 werden de medische zorgen in het jonge ziekenhuis voornamelijk verleend door huisartsen uit de regio, die hun patiënten persoonlijk naar het ziekenhuis begeleidden. Er was één uitzondering: in 1937 werd dr. Eugeen (Gène) Gerard als eerste vaste chirurg aangesteld door de Grauwzusters.

In 1950 breidde Moeder Benedicta het medisch team verder uit met een tweede vaste arts, dr. Martens, een jonge specialist in inwendige ziekten. Hij was getrouwd met de dochter van de Zoutleeuwse huisdokter Lowet. Deze arts was niet alleen verantwoordelijk voor medische zorg, maar ook voor radiologische onderzoeken en laboratoriumwerk in de beginjaren van het ziekenhuis.

Al van in het prille begin stemde het gasthuis de werking af op de zorgnoden van de regio en de veranderende samenleving, met aandacht voor demografische groei en culturele diversiteit. Zo werd al vroeg het fundament gelegd van de latere slogan ‘Aan jouw zijde’.

Eerste lekenbestuur zet koers

Begin jaren zeventig werd duidelijk dat een nieuwe koers nodig was. Steeds meer zusters met een verpleegkundig of vroedkundig diploma traden uit, terwijl de overheid hogere eisen stelde op het vlak van professionalisering en financiële transparantie

Toeval of niet: honderd jaar later zoeken ziekenhuizen en huisartsen opnieuw de samenwerking op in het bredere zorglandschap. Spoedgevallendiensten en huisartsen organiseren zich om de steeds grotere druk op de acute zorg samen op te vangen.

Om de continuïteit van zorg te garanderen, stelde het bisdom Hasselt een beheerraad samen. Die bestond uit Moeder Benedicta, zuster Hyacintha Leysen, senator Martens, burgemeester Aerts en de heren Meurant, Coomans, Vanden Bussche (Caritas) en Moermans. Na een zorgvuldige selectie werd Carlos Cassaert aangesteld als administratief directeur. Hij kreeg de steun van verpleegkundig directrice zuster Lutgart Calsius.

Met de komst van gediplomeerde lekenverpleegkundigen en een externe boekhouder brak een nieuwe fase aan: de stap naar modernisering en professioneel beheer.

Zuster Lutgart stond moeder Benedicta bij in haar laatste levensdagen.

Adieu Moeder Benedicta

Op 5 januari 1972 overleed Moeder Benedicta onverwacht. Hoewel haar gezondheid al langer verzwakt was, kwam haar overlijden hard aan. De afscheidsviering vond plaats op 8 januari in Berkenbos. Ze werd bijgezet in de grafkelder, geschonken door Arthur Hendrix.

Haar overlijden liet niet alleen een emotionele, maar ook een praktische leegte na: niemand had nog een volledig zicht op de lopende dossiers of financiële situatie. Het bisdom besloot daarom een nieuw intern bestuur aan te stellen. Zuster Laurentia werd benoemd tot algemeen overste voor één jaar, met zuster Lutgart als eerste assistente, zuster Hyacintha als econoom en zusters Juliana en Gerarda als raadsleden.

Ondanks het gemis zetten de zusters hun werk voort, vastberaden om de visie van Moeder Benedicta levend te houden.

Gouden kloosterjubileum van moeder Benedicta 1932

Opening van een zaal voor radiodiagnose

Eerste vaste chirurg dr. Eugeen Gerard aangesteld

Uitbreiding met een zaal van 30 bedden en een verloskamer

Aanstelling eerste internist die ook radiologie en labo op zich neemt

© Guido Coningx

VRIEND EN SPONSOR VAN DE ZUSTERS

Een mannenrol in een vrouwenzaak

De bouw, ontwikkeling en exploitatie van het Heusdense gasthuis waren in de eerste decennia vrijwel volledig een vrouwenzaak. Het waren de Grauwzusters van Zoutleeuw –met een kleine kolonie zusters in Heusden – die aan het roer stonden. Onder leiding van Moeder Benedicta werd alles geregeld. Toch komt in de geschiedenis van de eerste twintig jaar (1924-1943) telkens de naam van één man naar voren die een belangrijke rol speelde: Arthur Hendrix (1879-1943).

De band met de zusters

Arthur Hendrix was actief in Zoutleeuw en bekleedde verschillende maatschappelijke functies, zoals griffier van het vredegerecht en voorzitter van de Commissie van Openbare Onderstand. Door die rollen had hij regelmatig contact met de Grauwzusters en raakte hij persoonlijk bevriend met hen. Hij hielp hen niet alleen met juridische zaken, maar was ook betrokken bij de oprichting van het gasthuis in Heusden, dat hij met zorg en toewijding volgde.

Steun op veel fronten

Hendrix stelde zijn auto ter beschikking om Moeder Benedicta en de zusters naar en van Heusden te vervoeren tijdens de bouw van het gasthuis. Hij was altijd bereid om te helpen waar hij kon, en zette zich onvoorwaardelijk in om de zusters te ondersteunen, zowel praktisch als financieel

Het testament van Arthur Hendrix

In 1941, twee jaar voor zijn overlijden, stelde Arthur Hendrix een testament op waarin hij al zijn bezittingen naliet aan het gasthuis. De opbrengst van zijn onroerende goederen moest

dienen voor de bouw van ‘Zaal Hendrix’, bestemd voor gewonden uit de koolmijnen en andere zieken.

Maar Hendrix stelde nog een paar duidelijke voorwaarden: na zijn dood én die van Moeder Benedicta moesten er duizend missen voor hun zielenrust gelezen worden. Zijn meubelen mochten bovendien niet verkocht worden, maar moesten naar het gasthuis verhuizen. Zijn financiële middelen kwamen olle-

© Guido Coningx

dig ten goede aan liefdadige werken, volledig naar het oordeel van Moeder Benedicta. En tot slot bepaalde hij dat ook de zusters op dezelfde plek als hij begraven zouden worden.

Kostelijke begraafplaats

Hendrix werd op 11 september 1943 begraven op het kerkhof van Berkenbos, met een grafkelder en een arduinen herdenkingssteen, zoals hij in zijn testament had beschreven. Door de oorlogsomstandigheden werd de grafkelder pas in 1946 afgewerkt.

Kostprijs van de inrichting van de begraafplaats van Arthur en de zusters: net geen 200.000 Belgische frank, of zo’n 5000 euro.

Omdat het oude kerkhof volledig onder water stond, werden in mei 1957 de lichamen van Arthur Hendrix en de inmiddels overleden zusters Theresia en Elisabeth Vos opgegraven en herbegraven op het nieuwe kerkhof. Zijn imposante arduinen grafmonument verhuisde mee. Getuigen die aanwezig waren bij het openen van zijn kist, vertelden dat zijn lichaam volledig intact was gebleven. Een zoveelste wonder?

Het graf is er nog altijd, op het kerkhof van Berkenbos in Heusden-Zolder.

Grafzerk van zuster Benedicta, andere Grauwzusters en Arthur Hendrix op het kerkhof van Berkenbos.

Blik op de toekomst

HET VERHAAL VAN TOEN LEEFT VERDER IN HET NU

Zorg in vele talen en kleuren

In het Sint-Franciscusziekenhuis is het verleden nooit veraf. De culturele diversiteit die ooit ontstond in de mijnwerkersgemeenschappen is vandaag nog altijd terug te zien in het zorgteam en de patiëntenpopulatie, die even kleurrijk en veelzijdig zijn.

Het ziekenhuis speelt daar bewust op in, met cultuursensitieve zorg en meertalige communicatie.

De spirit van zorg blijft voelbaar

Ook het spirituele erfgoed leeft voort. De oorspronkelijke samenwerking tussen paters en zusters komt nu tot uiting in warme pastorale zorg, ethische reflectie en initiatieven zoals de ziekenhuistuin of de palliatieve waakmanden.

Ruimte maken voor morgen

De uitdagingen van toen zijn nog

brandend actueel. Net als vroeger blijft de zoektocht naar ruimte voor zorg anno 2025 aan de orde: terwijl Moeder Benedicta ooit gronden moest ruilen om te kunnen bouwen, werkt het Sint-Franciscusziekenhuis vandaag aan een duurzame infrastructuur en slimme ruimtelijke oplossingen om aan de groeiende zorgvraag tegemoet te komen.

Besturen met visie en vertrouwen

De voortdurende groei van het ziekenhuis vraagt om een professionele en transparante aanpak, nu én in de toekomst. Als privaat ziekenhuis binnen vzw Lumen wordt het SintFranciscusziekenhuis geleid door een ervaren en deskundige raad van bestuur, samengesteld uit professionals, ieder met zijn eigen expertise. Maar de oorspronkelijke bezieling blijft

zichtbaar: één zuster zetelt vandaag nog altijd in de raad van bestuur en drie zusters maken deel uit van de algemene vergadering. Zo blijven traditie en toekomst hand in hand gaan.

Vrijwillige inzet, blijvende waarde

Een ander actueel fundament dat in de beginjaren werd gelegd, is de kracht van vrijwillig engagement.

Wat Arthur Hendrix toen betekende voor de zusters, ziet het ziekenhuis vandaag weerspiegeld in een warme groep vrijwilligers die met hart en ziel klaarstaan voor patiënten, bezoekers en medewerkers. Net als Arthur destijds dragen zij bij aan de menselijkheid en nabijheid waarvoor het SintFranciscusziekenhuis al honderd jaar bekendstaat.

HOOFDSTUK 2

MET HART EN HANDEN: MEDEWERKERS DOOR DE TIJD

De eerste artsen: het begin van een groeiende medische staf

Decennialang speelden de Grauwzusters een centrale rol in de zorg. Met toewijding legden zij de basis voor de warme, mensgerichte zorgcultuur van het ziekenhuis. De medische zorg werd toevertrouwd aan huisartsen zoals dr. Hillen en dr. Bollen, huisartsen uit respectievelijk Zolder en Hasselt.

In 1937 kwam met dr. Gerard voor het eerst een chirurg in beeld, en in 1952 volgde internist dr. Martens, die ook de radiologie en het laboratorium op zich nam. In de jaren zestig breidde het artsenteam uit met een bijkomende internist, gynaecoloog, kinderarts, anesthesist en specialisten in onder meer oogziekten, neus-, keel- en oorziekten, dermatologie, neuropsychiatrie en fysische geneeskunde.

Onderwijs als fundament: de oprichting van de huishoudschool

Vanaf de jaren vijftig werden jonge vrouwen betrokken bij de zorg. In 1957 startte zuster Lutgart Calsius met lesgeven, al was er op dat moment geen officiële erenning voor de opleiding tot zorgkundige. Wel bleef een aantal afgestudeerden aan het werk in het ziekenhuis, onder meer in de keuken en het onderhoud.

Zuster Lutgart, onderwijzeres van opleiding, kreeg de taak om een echte school op te richten. Na veel administratieve obstakels en met de steun van Moeder Benedicta gingen de lessen op 2 september 1957 van start. In maart 1958 kwam de officiële erenning van de Verrekenkas.

Home Sinte Lutgart:

een model van modern intern leven

De eerste leerlingen, de zogenaamde assistenten, verbleven aanvankelijk in de kliniek. Moeder Benedicta liet een boerderij ombouwen tot een verblijf met moderne voorzieningen. In april 1958 betrokken zij deze nieuwe opleidingsplaats, compleet met eigen bed, kast en wastafel. De school, Huishoudschool C5 Sinte Lutgart, was ondertussen ondergebracht in een lokaal met degelijk meubilair en naaimachines. De assistenten hielpen niet alleen bij de zorg voor patiënten, maar stonden ook in voor het onderhoud. Moeder Benedicta koesterde de hoop dat de school meer jonge vrouwen zou aanzetten tot een leven in dienst van de congregatie.

De opbouw van een medisch team

Na het vertrek van chirurg dr. Gerard in 1958 nam dr. Bollen het roer over. Maar toen klachten over zijn functioneren en conflicen met de ziekteverzekering toenamen, besliste Moeder Benedicta in 1962 om hem te vervangen. Ondanks weerstand werd de West-Vlaamse dr. Callewaert aangetrokken. Zijn benoeming luidde een nieuwe fase in: het artsenkorps breidde uit met onder meer dr. Degreef (nko), dr. Macken (pediatrie), dr. Jadoul (oogarts), dr. Vandendriessche (gynaecologie) en dr. Miserez (interne). Ook kinesisten en andere specialisten traden toe, terwijl nieuwe afdelingen voorbereid werden.

De huishoudschool stopt, het personeel groeit

Door de toenemende zorgdruk en het vertrek van vier zusters in 1970 kwam het onderwijs in de huishoudschool tot stilstand.

Verpleegsters van toen

Zuster Scholastica (Elza Knaepen) verliet het klooster en werd opgevolgd door zuster Lutgart, die haar taak als lesgever moest neerleggen. Tegelijkertijd werden steeds meer leken aangeworven, zowel in de zorg als in het onderhoud, om te voldoen aan de erkenningsvereisten van de overheid. De nood aan structuur en beleid leidde tot de oprichting van een beheerraad.

Van congregatie tot gedragen zorgstructuur

Vanaf de jaren zeventig werd de impact van de secularisering voelbaar. Steeds meer gediplomeerde zusters verlieten het klooster, waardoor het ziekenhuis genoodzaakt was om lekenpersoneel aan te werven. Vanaf de jaren tachtig breidde het personeelsbestand steeds verder uit: niet alleen in de zorg, maar ook op technisch en administratief vlak.

Verbreding van de expertise

Het was ook in de jaren tachtig dat de rol van verpleegkundigen aanzienlijk verbreedde. Ze werden niet alleen ingeschakeld voor hygiënische zorg en medicatietoediening, maar ook voor technische handelingen en assistentie bij heelkundige en endoscopische ingrepen. Tegelijk groeide het team van laboratoriumtechnologen en breidden ook de administratieve diensten uit, om de toenemende complexiteit en groei van het ziekenhuis te ondersteunen. Zo evolueerde het Sint-Franciscusziekenhuis naar een multidisciplinaire organisatie waarin zorg, techniek en administratie nauw samenwerken om patiënten steeds meer gespecialiseerde en kwalitatieve zorg te bieden.

Basisdisciplines en subdisciplines

In die periode verschenen naast de bestaande basisdisciplines inwendige ziekten en heelkunde, pediatrie en gynaecologie ook

Verpleegkundig teamoverleg

tal van subdisciplines zoals cardiologie, pneumologie, gastro-enterologie, geriatrie, endocrinologie, oncologie, intensieve zorgen, nefrologie, hematologie, orthopedie, abdominale heelkunde, vaatheelkunde, urologie, stomatologie, neurochirurgie, dermatologie,

Oprichting afdeling inwendige geneeskunde

Refter en slaapzaal voor de zusters

Oprichting van de materniteit

Opstart huishoudschool en Home Sinte Lutgart

radiologie, narcodontie, neurologie, oogheelkunde, psychiatrie, reumatologie en plastische heelkunde. Binnen de dienst anesthesie gingen ook de disciplines intensieve zorgen en pijnbehandeling van start. Als gevolg van dat sterk uitgebreide zorgaanbod nam het aantal artsen-specialisten in het Sint-Franciscusziekenhuis sinds 1980 aanzienlijk toe: van een twintigtal tot meer dan honderd.

Afdelingen groeien, teams volgen

De groei van het ziekenhuis werd vanaf de jaren negentig zichtbaar in de uitbouw van bijkomende afdelingen, telkens met gevolgen voor de personeelsstructuur. De fusie met de Sint-Annakliniek in Beringen* bracht een toename van het aantal erkende bedden met zich mee. Dat creëerde ruimte voor de opstart van geriatrie en psychiatrie, naast de bestaande afdelingen in heelkunde, inwendige ziekten, intensieve zorg, pediatrie en materni-

teit. Ook de oprichting van een PAAZ (psychiatrische afdeling in het algemeen ziekenhuis) vroeg om gespecialiseerde medewerkers. Om te voldoen aan erkenningseisen werden zelfs bedden ‘gekocht’, een maatregel die gepaard ging met een gerichte aanwerving van zorg- en ondersteunend personeel.

*Meer over de fusiegeschiedenis in hoofdstuk 3

Personeelsgroei de jaren heen

Sterke groei in artsen en medewerkers sinds 1980

Actief inzetten op samenwerking

Het Sint-Franciscusziekenhuis groeide van een kleinschalige, congregatiegedreven zorgplek uit tot een modern ziekenhuis met een breed team van artsen, verpleegkundigen en ondersteunende medewerkers. Op het fundament dat de zusters met toewijding hebben gelegd, bouwen vandaag vele handen verder aan het Sint-Franciscusziekenhuis van morgen. De kleinschaligheid van vroeger bracht een warme, bijna familiale sfeer met zich mee in een omgeving waar collega’s elkaar kennen over de afdelingen heen.

Die verbondenheid dreigt bij schaalvergroting soms te vervagen. Daarom blijft het Sint-Franciscusziekenhuis actief inzetten op samenwerking, betrokkenheid en mensgerichte zorg, ook achter de schermen. De uitbreiding van het zorgaanbod vraagt immers niet alleen om extra infrastructuur, maar ook om sterke, multidisciplinaire teams die vanuit een brede welzijnsvisie de patiënt centraal stellen. Dat weerspiegelt zich ook in het personeelsbeleid, met doorgedreven opleidingen voor specialisaties en referentieperso-

nen in specifiee domeinen. Maar ook in leiderschap, verbindende communicatie, het uitdragen van de waarden en aandacht voor werkgeluk. Goede zorg is altijd teamwerk, van artsen en verpleegkundigen tot ondersteunende medewerkers en vrijwilligers.

Eind 2023 en begin 2024 voerde het SintFranciscusziekenhuis een uitgebreide welzijnsscan uit bij alle medewerkers en artsen. Maar liefst 70% nam deel. Op basis van de resultaten volgden acties rond sport, gezonde voeding, work-lifebalans, inspraak en teamcohesie – allemaal met één doel: niet alleen een warme zorgplek creëren, maar ook een warme werkplek waar welzijn écht telt, voor iedereen.

Opening pediatrische afdeling

1967 1972

Overlijden Moeder Benedicta en aanstelling nieuw intern bestuur

1973

Groen licht voor uitbreiding met 60 rust- en verzorgingsbedden en 24 revalidatiebedden

1975

Nieuw akkoord voor volledige vervangingsbouw met 224 bedden, verdeeld over meerdere diensten

VERPLEEGKUNDIGE:

EEN MOOI BEROEP IN EVOLUTIE

De voorbije decennia maakte het verpleegkundig beroep een grote transformatie door. Waar vroeger zusters en jonge vrouwen uit de huishoudschool instonden voor basiszorg, is de verpleegkundige vandaag een volwaardige professional die uitgebreide verpleegkundige handelingen uitvoert met een klinische blik, communicatievaardigheden en coördinerende verantwoordelijkheden.

Meer druk, meer verantwoordelijkheid

Die evolutie kwam in een stroomversnelling vanaf 2001, parallel met de groei van het ziekenhuis. Door de toename van daghospitalisatie en acute zorg ligt er ondertussen meer druk én verantwoordelijkheid op de schouders van verpleegkundigen. Ze voeren triage uit, bouwen zorgteams rond de patiënt en geven logistieke taken door aan ondersteunende collega’s.

Breder dan zorg alleen

De structurele uitbouw van het departement verpleegkunde ging hand in hand met een verbreding van het vak. Verpleegkundigen nemen vandaag niet alleen zorgtaken op, maar ook een rol in coaching, opleiding, innovatie en kwaliteitsbewaking.

Klaar voor de toekomst

Technologische vooruitgang, kortere verblijven en complexere zorgvragen vereisen bovendien flxibiliteit en samenwerking, binnen én buiten het ziekenhuis. Tijdens de COVID-19-pandemie bewezen verpleegkundigen hun schakelkracht, leiderschap en betrokkenheid – kwaliteiten die blijvend hun plek krijgen in het zorgmodel van de toekomst.

Een nieuwe zorgstructuur

Vanaf 2026 wordt de hervorming van het beroep concreet: met duidelijke rollen voor basisverpleegkundigen (HBO5), bachelors (VVAZ) en gespecialiseerde masters ontstaat een zorgstructuur die ruimte biedt voor expertise, doorgroei en kwaliteitsvolle zorg op maat van elke patiënt.

Een mooi beroep in evolutie

Aan jouw zijde: multidisciplinaire zorg als basis voor kwaliteit

In het Sint-Franciscusziekenhuis staat de patiënt écht centraal, en dat is voelbaar in elke stap van de zorg. Een multidisciplinaire aanpak vormt de ruggengraat van veilige, doordachte en mensgerichte zorg. Rond thema’s zoals bekkenbodem, obesitas, IBD (inflammatory bowel disease) of menopauze bundelen artsen en zorgverleners hun expertise om samen tot een gepersonaliseerd behandeltraject te komen.

Ook patiëntenbegeleiding is al jarenlang een essentieel onderdeel van de zorgverlening. Vanuit diverse invalshoeken – met psychologen, sociaal werkers, het Palliatief en Oncologisch Support Team, pastors en een intercultureel bemiddelaar – vormt zich één sterk netwerk rond de patiënt en zijn of haar naasten. Zij bieden houvast en ondersteuning, zowel in kwetsbare als betekenisvolle momenten.

Alleen al in 2024 vonden meer dan 30.000 contacten plaats, van psychologische begeleiding en ontslagplanning tot palliatieve, oncologische en spirituele zorg. Dankzij interculturele bemiddeling ervaart elke patiënt bovendien erkenning, begrip en respect, ongeacht taal of achtergrond. Wat al deze professionals verbindt, is de gedeelde overtuiging dat patiëntgerichte zorg een wereld van verschil maakt. Elke dag opnieuw wordt invulling gegeven aan de belofte van het ziekenhuis: ‘aan jouw zijde’, en dat al honderd jaar lang.

Van handwerk tot hightech: de evolutie van de ziekenhuisapotheek

Honderd jaar geleden was de ziekenhuisapotheek een kleine werkplaats waar geneesmiddelen handmatig werden bereid en verdeeld. Vandaag is ze een hoogtechnologische schakel in het zorgproces, waar digitalisering en automatisering de kwaliteit en veiligheid naar een hoger niveau tillen. Medicatieverdeling verloopt al grotendeels digitaal, en binnenkort zorgt een medicatierobot voor nog meer efficiëntie

Steriele bereidingen op hoog niveau

Steriele bereidingen gebeuren ondertussen in speciaal uitgeruste ruimtes. Met de ingebruikname van een nieuwe cleanroom in 2026, uitgerust met isolatoren volgens de strengste internationale normen, wordt ook dit luik naar een state-of-the-art niveau getild.

De evolutie van de ziekenhuisapotheker

De rol van de ziekenhuisapotheker is de voorbije decennia sterk veranderd. Waar hij vroeger vooral geneesmiddelen, materialen en implantaten leverde, is hij vandaag een volwaardige, onmisbare zorgpartner. Het apotheekteam werkt niet langer enkel achter de schermen, maar is zichtbaar aanwezig op spoed en de verblijfsafdelingen. Daarnaast nemen de apothekers actief deel aan multidisciplinaire projecten en comités binnen en buiten het ziekenhuis en werken ze intensief samen met artsen, verpleegkundigen en andere zorgprofessionals.

Samen sterker in nieuwe uitdagingen

Nieuwe uitdagingen, zoals medicatietekorten en strengere regelgeving, maken samenwerking tussen ziekenhuizen noodzakelijker dan ooit. Ziekenhuisapothekers slaan de handen in elkaar om samen oplossingen te vinden en in te spelen op deze noden.

Een vaste waarde in veilige zorg

Eén ding is wél onveranderd gebleven: de ziekenhuisapotheek blijft een vaste waarde in veilige zorg, met kwaliteit en patiëntveiligheid als kern van haar werking.

Tot de jaren zeventig werden de geneesmiddelen nog geleverd vanuit een private apotheek in het dorp. Pas met de nieuwbouw in 1985 kwam er een eigen ziekenhuisapotheker die instond voor bereiding, aankoop, kwaliteitscontrole en verdeling van medicatie, infusen en implantaten. Vandaag is die apotheekwerking uitgegroeid tot een team van ziekenhuisapothekers en medewerkers die nauw samenwerken met artsen, en dus ook op de ziekenhuisvloer van elke afdeling aanwezig zijn.

VIPS: VIER PIJLERS VOOR WARME

EN PROFESSIONELE ZORG

In het Sint-Franciscusziekenhuis draait alles om vier kernwaar den: Vriendelijk, Inlevend, Professioneel en Samenwerkend – samen kortweg: VIPS. Geen loze woorden, maar een leidraad die elke medewerker dagelijks volgt.

Vriendelijk

Iedereen wordt met respect en waardigheid behandeld. Wat patiënten belangrijk vinden – hun visie, achtergrond, geloof of cultuur – is een bewust onderdeel in de zorg. Hun keuzes en beleving doen ertoe.

Inlevend

Elke medewerker maakt tijd. Voor de patiënt, voor de familie, voor elkaar. Want je goed voelen is ook een vorm van genezing. Er is erkenning voor patiënten en hun naasten als volwaardige partners, maar ook gerichte hulp in het beslissingsproces rond de zorg.

Professioneel

Elke ziekenhuismedewerker doet zijn werk deskundig, integer en met zin voor initiatief. Niet afwachtend, wel vooruitdenkend. Er wordt een veilige omgeving gecreëerd, met eerlijke informatie voor patiënten en hun familie, zodat ze bewust kunnen meebouwen aan hun zorgtraject.

Samenwerkend

Zorg is teamwork. Daarom slaat iedereen binnen het ziekenhuis de handen in elkaar: op de afdeling, over de diensten heen én met de patiënt en zijn omgeving. Want échte samenwerking overstijgt grenzen en maakt zorg sterker.

Die sterke waarden, gecombineerd met het compacte en toegankelijke karakter, maken van het Sint-Franciscusziekenhuis een warme werkplek waar steeds meer artsen en medewerkers bewust voor kiezen. Omdat niet alleen kwaliteitsvolle medische zorg telt, maar ook echte betrokkenheid.

Meer dan alleen witte jassen

In het Sint-Franciscusziekenhuis draait zorg niet alleen om artsen en verpleegkundigen. Ook stagiairs, vrijwilligers en patiënten zelf zijn onmisbare schakels. Hun betrokkenheid maakt de zorg warmer, persoonlijker en krachtiger.

Samen leren zorgen

Het ziekenhuis investeert in de zorg van de toekomst door jongeren actief te betrekken. Via initiatieven als de Zorgberoepenrally en Care for Limburg ontdekken scholieren wat zorg echt betekent.

Het aantal stagiairs in het Sint-Franciscusziekenhuis verdubbelde in twintig jaar tijd. In het schooljaar 2001-2002 liepen er 175 studenten verpleegkunde en vroedkunde stage; vandaag zijn dat er 243. Ziekenhuisbreed steeg het aantal stagiairs van 248 naar 410. En nog altijd met hetzelfde doel: elke student en elke nieuwe collega een warm welkom geven en de ruimte om te groeien.

Begeleiding van studenten verpleegkunde

Voor laatstejaarsstudenten geneeskunde is het Sint-Franciscusziekenhuis bovendien uniek. Elk jaar organiseert het ziekenhuis een stationsproef, een realistische simulatie voor laatstejaars geneeskunde van KU Leuven. Daarbij oefenen tal van studenten medische consultaties onder begeleiding van artsen en personeel, met aantoonbaar betere resultaten op het officiële xamen. Maar ook studenten verpleegkunde en studenten van andere zorgopleidingen krijgen intensieve begeleiding en maken volwaardig deel uit van het team.

Vrijwilligers maken het verschil

Als regionaal ziekenhuis zet het Sint-Franciscusziekenhuis sterk in op beleving en nabijheid. Vrijwilligers bieden een luisterend oor, geven uitleg of zorgen voor geruststelling, vaak nog voor de patiënt erom vraagt. Hun aanwezigheid maakt écht het verschil op geriatrie, spoed, operatiekwartier, onthaal en tal van andere diensten. Altijd in lijn met de bekende VIPS-waarden: vriendelijk, inlevend, professioneel en samenwerkend.

Ook de SFZ-senioren dragen hun steentje bij. Zij zetten zich in voor vaccinatiecampagnes, Levensloop en andere ziekenhuisinitiatieven. Elke medewerker of arts die met pensioen gaat, kan aansluiten bij deze warme groep geëngageerde oud-collega’s. Een waardevolle schakel in het zorgverhaal, ook na de actieve loopbaan.

De patiëntgerichte aanpak blijft niet onopgemerkt. Al in 1999 krijgt het SintFranciscusziekenhuis de Intra Murosprijs voor het meest patiëntvriendelijke ziekenhuis.

Dr. Marc VandesandeRina Vanhove - Jos GeebelenKrista Bogaerts - Erwin Bormans - Jef Ceunen

Vrijwilligers maken het verschil

PATIËNTEN ALS PARTNERS: VAN

ZORGVERLENING

NAAR SAMENWERKING

De relatie tussen patiënt en zorgverlener is door de jaren heen veranderd onder invloed van maatschappelijke trends, medische vooruitgang en technologische innovaties. Ook in België is patiëntenzorg geëvolueerd van een hiërarchisch model naar een patiëntgerichte samenwerking.

Begin 20e eeuw: hiërarchie en autoriteit

In de eerste helft van de twintigste eeuw was de zorg sterk hiërarchisch. Artsen hadden de absolute autoriteit en patiënten kregen weinig inspraak. De medische kennis lag exclusief bij de artsen, en dialoog was beperkt. Kortom: het ziekenhuis was een plaats waar het oordeel van de arts en de zusters leidend was.

In de jaren tachtig vroeg een arts tijdens een consultatie aan een patiënt met een opvallend litteken wie hem geopereerd had. “Geen idee”, antwoordde de man zonder aarzelen. Op de vraag wat er precies was weggenomen, volgde: “Dat heeft hij mij nooit verteld.” Medische dossiers? Die waren er wellicht gewoon niet, dus wat weggenomen werd, is nooit aan het licht gekomen.

Van informeren naar echt samenwerken

In de loop van de voorbije decennia evolueerde de patiënt van passieve ontvanger naar actieve partner in het zorgtraject. Waar in de jaren zestig tot tachtig vooral werd ingezet op betere informatie en bewustwording, evolueerde dat in de jaren negentig naar meer inspraak en gedeelde besluitvorming. Vandaag staat gepersonaliseerde zorg centraal, met aandacht voor de voorkeuren, context en noden van elke patiënt. Technologie, duidelijke communicatie en feedback vormen daarbij belangrijke hefbomen. In het Sint-Franciscusziekenhuis krijgt die aanpak concreet vorm via de VIPS-waarden en een open dialoog met patiënten en zorgpartners.

Blik op de toekomst

SAMENWERKEN, SPECIALISEREN, VERBINDEN

Samen voor de patiënt

De toekomst van het Sint-Franciscusziekenhuis is gestoeld op samenwerking. De kleine zustersgemeenschap van weleer maakte plaats voor een uitgebreid, multidisciplinair team waarin artsen, verpleegkundigen, therapeuten, ondersteuners en vrijwilligers elkaar aanvullen. Via zorgpaden, huisartsenoverleg en multidisciplinair overleg bouwen ze samen aan zorg op maat, afgestemd op de persoon achter de patiënt.

Een cultuur van leren en groeien

Permanente vorming en specialisatie blijven een speerpunt in de visie van het ziekenhuis. Binnen elk team is er ruimte

voor expertiseontwikkeling, onderbouwd door evidence-based practice. Verpleegkundigen nemen steeds vaker een trekkersrol op als referentiepersoon of expert in een domein, wat de zorgkwaliteit én het werkplezier versterkt.

Een warme werkplek

als fundament

Een ziekenhuis groeit niet alleen in aantal bedden of disciplines, maar ook in teamwerk. Om verbondenheid en betrokkenheid te behouden, zal het Sint-Franciscusziekenhuis blijven investeren in welzijnsbeleid, teamcoaching, een warm welkom en opvolging voor nieuwe medewerkers, een uitgewerkte en gedragen leiderschapsvisie en een heldere interne communicatie.

HOOFDSTUK 3

BOUWEN, UITBREIDEN, GROEIEN

De regio groeit, het ziekenhuis groeit mee

Parallel met de groei in medewerkers is er ook een groei ‘in bakstenen’. De forse bevolkingsgroei in Heusden tijdens de jaren dertig dwong het ziekenhuis tot verdere ontwikkeling. De Grauwzusters investeerden voortdurend in aanpassingswerken, nieuwe toestellen en extra gronden. Ze anticipeerden en keken vooruit. Gronden werden strategisch aangekocht om toekomstige uitbreiding mogelijk te maken, zoals een perceel van bijna 2 hectare van gravin de Theux de Meylandt. En pastoor-deken Paquay schonk ruim 4 hectare heidegrond uit dankbaarheid. Ook kleinere stukken hooi- en bouwland in ‘De Beun’ en ‘De Hoeve’ kwamen in handen van het ziekenhuis.

Innovatie in de schaduw van de oorlog

Zelfs tijdens de Tweede Wereldoorlog bleven de Zoutleeuwse zusters bouwen aan de toekomst. Ze openden een nieuwe ziekenzaal met dertig bedden en creëerden een aparte zaal voor besmettelijke ziekten. In oktober 1941 kwamen er nog een zaal met achttien bedden, een werkhuis, een washuis en een kolenhok bij.

Ook in technologie investeerde het ziekenhuis: via de firma Fueter in Brussel werd een mobiele röntgenpost en een toestel voor uv-stralen aangeschaft.

Na de oorlog ging de vernieuwing verder, met verbeteringen aan zalen, gangen, keukens en sanitaire voorzieningen. Doordat het Sint-Franciscusziekenhuis tijdens de oorlogsjaren gespaard bleef, kon de uitbreiding snel worden hervat.

Begin 1952 kreeg de radiologieafdeling een donkere kamer en een nieuw röntgentoestel. Tijdens diezelfde zomer trad dr. Martens aan als eerste internist-radioloog. Daarmee begon een evolutie waarbij het Sint-Franciscusziekenhuis onafgebroken inzette op technologische vooruitgang.

Meer over het innovatieve DNA in hoofdstuk 5

L’histoire se répète. Want ook vandaag, bij de voorbereiding van de nieuwe bouwwerken, bleek de waterafvoer een grote uitdaging. Net als toen was het zoeken naar voldoende ruimte om de geplande uitbouw mogelijk te maken. Toch is er een groot verschil: het Sint-Franciscusziekenhuis zet nu sterk in op duurzaamheid. Denk aan uitgebreide wateranalyses, zonnepanelen, groene zones en een energiezuinige infrastructuur die klaar is voor de toekomst.

De mijnschade slaat toe

Eind jaren veertig kregen gebouwen in de buurt, ook het ziekenhuis, te maken met verzakkingen door de mijn van Zolder. De schade was enorm: gescheurde muren, ingestorte plafonds en waterinsijpeling. Herstelwerkzaamheden boden slechts tijdelijk soelaas, want in 1949 kwam het volledige plafond van kamer 8 naar beneden.

Toch gaven de zusters de moed niet op. Ze bouwden vastberaden verder. Eind 1952 begonnen ze aan een nieuwe refter en slaapzaal voor de zusters. Kort daarna volgde de bouw van een modern moederhuis, stevig gefundeerd tegen mijnschade. Goed voor 4,7 miljoen frank. De materniteit werd in 1955 met veel bombarie ingewijd. Mevrouw Lemmens uit Heusden was de eerste die er een kind op de wereld zette.

Jonge moeder in het nieuwe moederhuis

Op de plaats van het vroegere klooster staat nu de administratieve I-blok. Een stukje geschiedenis onder de voeten van het heden. Tijdens COVID werd dit gebouw ingericht als test- en behandelzone, bemand door huisartsen uit de regio.

Start afdeling intensieve zorgen met beademing

1977 1985

Ingebruikname van het nieuwe ziekenhuis op 25 september

1990

Fusie met Sint-Annakliniek Beringen: toename erkende bedden en opstart van erkende geriatrische (G-) en psychiatrische (A-) bedden

Van huishoudschool naar ziekenhuisstructuur

Om aan de stijgende zorgvraag te voldoen, liet Moeder Benedicta in 1958 de kloosterboerderij ombouwen tot een school met een internaat: de huishoudschool (zie ook hoofdstuk 2)

Tegelijkertijd startte het ziekenhuis grote bouwwerkzaamheden volgens de normen van het ministerie van Volksgezondheid. Nieuwe afdelingen volgden elkaar snel op: geneeskunde, chirurgie, radiologie, laboratorium en administratie. Het internaat en de zusterkamers kregen een opknapbeurt. Ook het moederhuis werd gemoderniseerd. Wegen en parkeerterreinen werden geasfalteerd en uitgebreid. In 1959 kreeg de voorgevel een nieuw jasje, en in 1967 opende de pediatrische afdeling.

Een kwestie van bedden

De grote sprong kwam er in 1973, toen minister Jos De Saeger groen licht gaf voor een uitbreiding met 60 rust- en verzorgingsbedden (RVT) en 24 revalidatiebedden. Door de slechte staat van het oude gebouw liepen de werkzaamheden vertraging op, maar in 1975 volgde het definitiee akkoord voor een volledige nieuwbouw met 224 bedden.

Vlotte verhuizing

Het plan werd uiteindelijk werkelijkheid met de opening van het nieuwe ziekenhuis in 1985, goed voor maar liefst 16.000 m2. De verhuizing verliep opmerkelijk vlot: in één dag tijd werd met gebundelde krachten alles overgebracht, van patiënten tot apparatuur. Een historisch moment, dat bij velen nog altijd warme herinneringen oproept aan het ‘oude complex’, waar nu een groot deel van de huidige parking ligt.

Groeiende capaciteit

De capaciteit van het Sint-Franciscusziekenhuis groeide ge-

staag. Na een belangrijke fusie met de Sint-Annakliniek in 1990 verhuisden alle acute bedden naar Heusden-Zolder, terwijl de RVT-bedden onderdak kregen in het latere woonzorgcentrum in Beringen. Ook de psychiatrische zorg breidde uit: in 2008 nam het ziekenhuis 21 CD-bedden uit Tienen over en vormde die na verbouwing om tot 15 erkende A-bedden, waardoor de PAAZ in 2009 uitkwam op 45 A-bedden.

Extra uitbreiding

In 2014 volgde opnieuw een uitbreiding, met 24 heelkundige kortverblijfbedden. Zo kon het Sint-Franciscusziekenhuis de sterke groei in activiteiten opvangen en kregen specialisten ruimte om hun praktijk verder uit te bouwen. Sinds 2018 is er een verschuiving naar daghospitalisatie, waardoor de druk op de bedden zich nu voornamelijk nog voordoet bij griep- of corona–epidemie, of andere piekmomenten.

In de jaren zestig veranderde de naam plots in SintFranciskuskliniek – met een ‘k’ in plaats van een ‘c’, en ‘kliniek’ in plaats van ‘gasthuis’. Waarom die verandering? Dat weet niemand met zekerheid. Ondertussen schrijven we het weer zoals vanouds: met een ‘c’.

Steeds meer daghospitalisatie

Dankzij sneller herstel, nieuwe technieken en aangepaste medicatie verschoof het zwaartepunt snel van opname naar dagbehandeling. Begin jaren negentig waren er nog veel opnames voor stoflongen, egenwoordig komt dat nog nauwelijks voor. Die ontwikkelingen vragen om een wendbare organisatie met visie. Het Sint-Franciscusziekenhuis blijft trouw aan zijn missie: doelgerichte zorg, afgestemd op de noden van de regio.

INTERNE PROFESSIONALISERING

Begin jaren negentig zette het Sint-Franciscusziekenhuis een belangrijke stap richting professionalisering. De overstap naar een moderne vzw-structuur bracht nieuwe bestuurders uit de Sint-Annakliniek met zich mee, aangevuld met externe specialisten die — op vraag van banken, overheid en artsen — werden ingeschakeld na een moeilijke financiële periode. De Grauwzusers bleven nog jaren betrokken, maar droegen hun taken geleidelijk over aan een professioneel management voor het beheer van strategie, financiën en oganisatie.

Het dagziekenhuis van het Sint-Franciscusziekenhuis startte ooit met vier tweepersoonskamers en een gezellig ‘salonneke’ voor chemopatiënten. Geriatrie, kindergeneeskunde en zelfs pijnzorg zaten toen nog allemaal samen, met in totaal zes à zeven zetels en één pediatriebed. Gemiddeld werd er per beschikbare plaats maar 1 patiënt per dag behandeld: niet erg efficiënt.

Vandaag is dat helemaal veranderd. Dankzij het justin-timeprincipe wordt elke zetel nu meerdere keren per dag gebruikt, goed voor zo’n 15.000 patiënten per jaar. In 2002 volgde de eerste uitbreiding met een vierpersoonskamer, later kwamen er prefabunits voor de pijnkliniek met vijf privékamers. Eén overkoepelende afdeling groeide zo uit tot verschillende gespecialiseerde dagziekenhuizen: inwendig, chirurgisch, pediatrisch en geriatrisch – elk met een eigen diensthoofd en eigen werking. Een wereld van verschil.

Vanaf eind jaren negentig kreeg deze professionalisering steeds meer vorm: functies als financieel beheeder, hr-verantwoordelijke, kwaliteitscoördinator en ICT-verantwoordelijke werden geïntroduceerd. Er kwamen beleidsplannen, jaarverslagen en een meerjareninvesteringsprogramma tot stand. Personeelsgegevens, patiënttevredenheid, kwaliteit en kostenefficiëntie weden voortaan systematisch opgevolgd. Een nieuwe manier van werken, gebouwd op stevige fundamenten.

Doelgerichte zorg, afgestemd op de noden van de regio.

Medisch Centrum Beringen: voor een breder bereik

Medisch Centrum Beringen vervult nu en in de toekomst een belangrijke rol als toegangspoort tot zorg voor de bredere regio rond Heusden-Zolder. Dankzij de polikliniek vinden steeds meer patiënten uit de omliggende gemeenten snel en dichtbij de juiste zorg. In 2023 nam het Sint-Franciscus

huis in Heusden-Zolder. Binnenkort volgt een volledige technische modernisering, komen er flxibel inzetbare consultatieruimtes en krijgt de kelderverdieping een nieuwe bestemming. Daarmee wordt de zorg nog toegankelijker en completer in de zorgregio van het ziekenhuis.

Opstart van het geriatrisch dagziekenhuis

2000

Opening van het nieuwe Medisch Centrum (polikliniek) in Beringen

2003

Erkenning MUG

Nieuwe inkomhal met overkoepeling van de binnentuin

Uitbreiding psychiatrische zorgcapaciteit met extra bedden

Materniteit op maat van elke mama

In het voorjaar van 2021 kreeg het langverwachte bouwproject eindelijk groen licht. Naast de bouw van een volledig nieuwe ziekenhuisvleugel onderging het verloskwartier, na bijna veertig jaar, een complete metamorfose. Sinds de zomer van 2024 telt het vernieuwde en uitgebreide verloskwartier vijf kamers met natuurlijke lichtin-

Opening nieuwe vleugel

2005 2010 2008

Uitbreiding van het operatiekwartier (vijfde en zesde zaal) en verhuizing van de sterilisatieafdeling

Start van een grootschalige nieuwbouw: o.a. polikliniek, operatiekwartieren, laboratorium, sterilisatie, nachtverblijven

Verbouwingen pediatrie en dagziekenhuis

val en alle comfort. Partners kunnen blijven overnachten, en baby’s blijven na de geboorte dicht bij hun moeder. Ook voor het zorgteam is alles voorzien om vlot, veilig en discreet te werken – inclusief een reanimatieruimte en directe toegang tot de operatiezaal.

Een gloednieuwe ziekenhuisvleugel

Met de actuele bouw van een nieuwe ziekenhuisvleugel speelt het ziekenhuis in op de zorgnoden van morgen. Het duurzame gebouw, dat in 2027 volledig wordt opgeleverd, biedt plaats aan een nieuwe psychiatrische afdeling, een ruimer dagziekenhuis, een geriatrische afdeling en een groot oncologisch centrum.

Comfort, daglicht, rust en privacy staan centraal in het ontwerp. Deze nieuwe vleugel versterkt de regionale rol van het ziekenhuis door toegankelijke zorg dicht bij huis te bieden, in nauwe samenwerking met andere zorgverleners. Het project vergt een investering van 49 miljoen euro, mogelijk gemaakt door VIPA*, het ziekenhuis en de artsen.

*Het Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden of kortweg het VIPA is een afdeling van het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Het fonds ondersteunt de realisatie van duurzame, toegankelijke en betaalbare zorginfrastructuur.

Het nieuwe verloskwartier

Zorgomgeving met toekomst

De nieuwe vleugel biedt een krachtig antwoord op de groeiende zorgbehoefte in de regio. Elke verdieping kreeg een eigen functie:

• een ruim oncologisch dagziekenhuis

• een vernieuwd ambulant behandelcentrum met extra operatiezalen

• een grotere geriatrische afdeling

• een moderne psychiatrische vleugel met therapielokalen, sportzaal en binnentuin

Zo blijft gespecialiseerde en toegankelijke zorg ook in de toekomst verzekerd.

Bij het ontwerp werd volop ingezet op een helende omgeving met veel daglicht, rustgevende kleuren, groene zones en aandacht voor privacy en comfort.

Ook duurzaamheid kreeg een prominente plaats. De volledige nieuwbouw wordt CO2-neutraal verwarmd en gekoeld via een uitbreiding van de KWO-installatie: een systeem waarbij warmte en koude in de bodem worden opgeslagen en gebruikt om het gebouw in de zomer te koelen en in de winter te verwarmen. Ook zonne-energie speelt een rol: de geplande installatie op de personeelsparking zal ongeveer 15% van het totale verbruik dekken. Regenwater wordt hergebruikt, en een sponsbodem met specifiee beplanting buffert en filert overtollig water. Lage ramen zorgen bovendien voor maximaal daglicht.

De bouw voldoet aan de GRO-duurzaamheidsnormen en behaalt een ambitieuze score van 2,9. Zelfs de gevelstenen zijn CO2-negatief. Het resultaat? Meer capaciteit, meer welzijn, meer toekomst.

Nieuwe vleugel

SAMEN STERKER DOOR FUSIE

EN NETWERKEN

Fusie met Sint-Annakliniek in Beringen (1990)

Al in de jaren zeventig werd de druk opgevoerd en de impact ervan gevoeld in de kleinschalige ziekenhuizen. Het Sint-Franciscusziekenhuis zocht toenadering tot de Sint-Annakliniek in Beringen, in 1958 opgericht door de koolmijn en later overgenomen door de Christelijke Mutualiteit (CM). De eerste gesprekken leverden geen akkoord op, ondanks gedeelde bezorgdheden. Pas eind jaren tachtig, onder toenemende politieke en financiële druk, kwam de fusie er alsnog. De nieuwbouw van het Sint-Franciscusziekenhuis bood ruimte voor groei. Na de fusie volgde een forse uitbreiding van het zorgaanbod én het personeelsbestand.

Een kantelpunt in moeilijke tijden (1993)

Kort na de fusie kwam het ziekenhuis in financieel zwaar weer terecht. Door het moratorium van minister Dehaene mochten

slechts 150 van de 224 bedden als ziekenhuisbedden worden erkend, de rest moest verlieslatend als rustoord worden uitgebaat. Tegelijk liep de schuldenberg op, onder meer door hoge rentelasten.

Een nieuwe directie nam het roer over en voerde een streng herstelplan door. In een daad van solidariteit stonden artsen

Sint-Franciscusziekenhuis

tijdelijk een deel van hun ereloon af: goed voor een interne lening van 100 miljoen Belgische frank. Dankzij die gezamenlijke inspanning en een doordacht beleid kwam het ziekenhuis er weer bovenop. Op eigen kracht, maar ook dankzij samenwerking en wederzijds vertrouwen tussen bestuur en artsen.

Nieuwe polikliniek in Beringen: een uniek artseninitiatief (2000)

Na de fusie bleef het ambulante zorgaanbod in Beringen behouden en werd het zelfs uitgebreid. Tien jaar lang hielden artsen hun spreekuren in de voormalige Sint-Annakliniek, tot het gebouw niet langer voldeed.

Daarop namen 35 artsen het initiatief om een coöperatie op te richten en – zonder subsidies – een gloednieuwe polikliniek te financieen in Beringen-Mijn: het Medisch Centrum Beringen. Sinds 2001 biedt het centrum kwalitatieve, ambulante zorg voor

Sint-Annakliniek

de hele regio, met spreekuren in vrijwel alle specialismen van het Sint-Franciscusziekenhuis.

Fusie met Salvator-Sint-Ursula: oprichting van CAZ Midden-Limburg (2001)

Na de fusie met de Sint-Annakliniek bleek verdere schaalvergroting noodzakelijk om de toekomst van het ziekenhuis veilig te stellen. Eind jaren negentig werd daarom gezocht naar een partnership met de twee Hasseltse ziekenhuizen. De artsen gaven de voorkeur aan een samenwerking met het Virga Jesseziekenhuis, maar het bestuur koos – om ideologische en politieke redenen –voor een fusie met het Salvator-Sint-Ursulaziekenhuis.

Wat begon als een volwaardige ziekenhuisfusie veranderde onder druk van artsen en overheid in een tijdelijk lichtere holdingstructuur: de vzw Christelijk Algemeen Ziekenhuis Midden-Limburg (CAZ), met voor elk van de ziekenhuizen een eigen erkenningsnummer en directieteam.

Een verbindend verleden: de oprichting van vzw Lumen (12/08/2010) en vzw Cor Unum (07/06/2004)

Toen in de jaren negentig de beweging richting het Christelijk Algemeen Ziekenhuis Midden-Limburg (CAZ) op gang kwam, werden twee nieuwe structuren opgericht om de overgang in goede banen te leiden. De vzw Cor Unum bracht de drie stichtende congregaties samen – de Salvatorianessen van Hasselt, de Grauwzusters van Zoutleeuw en de Zusters Ursulinen van Hasselt - en waakt over het behoud van het christelijk gedachtegoed binnen de ziekenhuizen.

De vzw Lumen heeft de opdracht om een professionele bestuursstructuur uit te bouwen. In de beginjaren had elk ziekenhuis zijn eigen vertegenwoordiging in de raad van bestuur: vijf leden voor Salvator, drie voor het Sint-Franciscusziekenhuis en twee voor Sint-Ursula in Herk-de-Stad.

Maar tijden veranderen. Door het dalende aantal religieuzen wijzigde ook de samenstelling van de bestuursorganen. Vandaag is nog één zuster effectief lid namens de congregaties. De overige bestuurders zijn leken met brede expertise: 98% van hen komt uit de bedrijfswereld en wordt zorgvuldig voorgedragen op basis van de noden van het ziekenhuis of andere zorginstellingen die door de congregaties zijn opgericht.

Zo blijft vzw Lumen ook nu het verbindende kader waarin traditie, menselijkheid en toekomstgerichte zorg elkaar versterken.

Voorwaardelijke samenwerking met Hasseltse ziekenhuizen (2008)

In 2008 werd de bestaande samenwerking met de beide Hasseltse ziekenhuizen geformaliseerd in een ‘voorwaardelijk-exclusieve samenwerkingsovereenkomst’. Voor zorg die het Sint-Franciscusziekenhuis niet zelf kon aanbieden, deed het een beroep op een

van de Hasseltse partners. Dat leidde tot een aantal ziekenhuisoverschrijdende samenwerkingen, onder meer op het gebied van nucleaire geneeskunde, pathologische anatomie, oncologie en later ook urologie, cardiologie, orthopedie, neurochirurgie en psychiatrie.

Alleen wanneer een zorgdienst niet beschikbaar was in de Hasseltse ziekenhuizen – zoals neonatale intensieve zorg en fertiliteitsbehandelingen – werd er samengewerkt met andere zorginstellingen.

Vlaams Ziekenhuisnetwerk (sinds 2008)

Het Sint-Franciscusziekenhuis onderhoudt al jarenlang nauwe banden met het Universitair Ziekenhuis Leuven, vooral op het vlak van academische en hooggespecialiseerde zorg. Heel wat artsen-specialisten volgden er hun opleiding en schakelen het netwerk in bij complexe patiëntenzorg. Sinds 2008 maakt het ziekenhuis deel uit van het Vlaams Ziekenhuisnetwerk, een samenwerkingsverband van 31 Vlaamse ziekenhuizen. Dit netwerk richt zich op kwaliteitsverbetering, efficiënere zorgprocessen, opleiding en onderzoek. Met meer dan 58% van de erkende ziekenhuisbedden in Vlaanderen speelt het netwerk bovendien een belangrijke rol in de belangenbehartiging van de sector.

Defusie (2010)

In juni 2010 vond een defusie plaats en kreeg CAZ Midden-Limburg opnieuw de naam Sint-Franciscusziekenhuis, met adres in Heusden-Zolder, zoals dat vandaag nog steeds het geval is. Salvator verliet CAZ om samen met Virga Jesse en Sint-Ursula te fuseren tot het Jessa Ziekenhuis. Voor het Sint-Franciscusziekenhuis betekende dat een nieuwe start als zelfstandig ziekenhuis, met een focus op regionale verankering en een verdere uitbouw van de samenwerkingsverbanden.

Ook na 2010 bleven de bestaande samenwerkingen behouden en werden ze zelfs verder uitgebouwd.

In 1980 telde Limburg negentien ziekenhuizen.

Vandaag zijn dat er nog maar zes. Het SintFranciscusziekenhuis is het enige dat na honderd jaar nog altijd op dezelfde plek staat én onder dezelfde naam werkt. Dat zegt iets over standvastigheid. En over vertrouwen.

Ziekenhuisnetwerk Zuid-West Limburg

(Andreaz) (sinds 2021)

Sinds 2021 maakt het Sint-Franciscusziekenhuis deel uit van het netwerk Zuid-West Limburg dat vier ziekenhuizen verenigt: Andreaz. Samen met Jessa, Sint-Trudo en Vesalius streven de partners naar kwaliteitsvolle, toegankelijke en betaalbare zorg, dicht bij de patiënt.

Andreaz staat voor een zorgaanbod van a tot z, gedragen door expertise, menselijkheid en samenwerking. De naam verwijst naar Andreas Vesalius, grondlegger van de moderne geneeskunde, maar klinkt tegelijk warm en toegankelijk – net zoals het netwerk zelf wil zijn.

Door kennis en middelen te delen, bouwen de ziekenhuizen aan een ruimer medisch aanbod en nieuwe carrièrekansen voor zorgprofessionals. Patiënten blijven zoveel mogelijk in hun vertrouwde omgeving, maar kunnen altijd rekenen op de expertise van het netwerk. En ook buiten de ziekenhuismuren groeit de samenwerking met huisartsen, apothekers en thuisverpleegkundigen. Zo wordt geïntegreerde zorg een realiteit, vandaag en morgen.

Blik op de toekomst

EEN TOEKOMST VAN ZORG, VISIE EN VERTROUWEN

Ruimte voor zorg, toen en nu

Net als de Grauwzusters vroeger kijkt het Sint-Franciscusziekenhuis vandaag met visie naar ruimte en toekomst. Elke ruimtelijke opportuniteit wordt zorgvuldig afgewogen binnen een groter plan voor toegankelijke en nabije zorg. Nieuwe gronden aankopen is in de huidige context minder evident, maar dankzij erfpachtconstructies – zoals bij de realisatie van de nieuwe vleugel –blijft het ziekenhuis strategisch bouwen. Duurzaamheid en energie-efficiëntie zijn daarbij een belangrijk uitgangspunt.

Professionalisering en partnerschap

Dankzij het sterke fundament van de Grauwzusters, die met toewijding en ondernemingszin het Sint-Franciscusziekenhuis uitbouwden, groeide de zorginstelling uit tot een modern en professioneel zorgbedrijf. Het beleid wordt vandaag gedragen door exper-

tise, verantwoordelijkheid en transparante governance, met een sterke focus op datagedreven besluitvorming. De nauwe samenwerking tussen bestuur en artsen vormt de ruggengraat van een financieel geonde en persoonsgerichte organisatie. Initiatieven zoals de vernieuwing van het Medisch Centrum Beringen, de uitbreiding van de spoedgevallendienst, de volledige vernieuwing van het verloskwartier en het verder uitbouwen van samenwerking met ziekenhuizen uit het netwerk en andere zorgpartners illustreren hoe lokale verankering en samenwerking toegankelijke en kwaliteitsvolle zorg creëren, dicht bij de patiënt en klaar voor de uitdagingen van morgen.

Samen sterker

Fusies en netwerken hebben het ziekenhuis veerkrachtiger gemaakt. Vandaag maakt het Sint-Franciscusziekenhuis deel uit van Andreaz, een locoregionaal

netwerk dat kwaliteitsvolle, toegankelijke zorg garandeert – dicht bij huis en in samenwerking met andere zorgverleners in de regio. Samenwerken blijft cruciaal om zorg op maat te bieden.

Altijd dichtbij, altijd mensgericht

Het Sint-Franciscusziekenhuis telt vandaag meer dan duizend medewerkers, artsen en vrijwilligers. Professioneel, toekomstgericht, financieel geond en altijd met de patiënt centraal. Wat ooit zijn wortels vond vanuit roeping en geloof, is nu stevig verankerd in verantwoordelijkheid, visie en vakkennis.

Toch blijft de geest van de Grauwzusters voelbaar: het ziekenhuis is geen zorgfabriek, maar een plaats waar verbondenheid, kwaliteit en nabijheid elke dag opnieuw vorm krijgen. Die toewijding klinkt door in de slagzin ‘Aan jouw zijde’ en de VIPS-kernwaarden: vriendelijk, inlevend, professioneel en samenwerkend.

HOOFDSTUK 4

MEER RUIMTE, UITGEBREIDER ZORGAANBOD

De professionalisering van het Sint-Franciscusziekenhuis bleef niet beperkt tot nieuwe structuren of samenwerkingen op papier. Met de bouw van extra ziekenhuisinfrastructuur en de gemaakte fusies ontstond er niet alleen meer fysieke ruimte en een groter aantal erkende bedden. Ook het zorgaanbod in Heusden-Zolder kreeg een fline duw in de rug. Met elke extra vierkante meter groeiden ook de mogelijkheden om nieuwe diensten te ontplooien, bestaande afdelingen te versterken en de patiëntenzorg naar een nog hoger niveau te tillen.

Intensieve zorgen: expertise in crisismomenten

In 1977 was het Sint-Franciscusziekenhuis een van de eerste Limburgse ziekenhuizen met een afdeling intensieve zorgen mét

kunstmatige beademing. Die eerste afdeling had slechts vier erkende bedden. Met de nieuwbouw in 1985 groeide dat aantal naar zes. De dienst ontwikkelde zich ondertussen tot een cruciale pijler in de acute zorg, met expertise in cardiale, postoperatieve en neurochirurgische zorg.

In 2002 volgde een uitbreiding naar negen bedden. Zonder subsidies, maar mogelijk gemaakt door interne solidariteit. De afdeling werd in 2013 volledig vernieuwd en straalt nu openheid en rust uit, met veel natuurlijke lichtinval dankzij grote ramen en een uniform kleurenpalet. Spiegelglas en verduisterende rolgordijnen garanderen tegelijk volledige privacy voor elke patiënt.

Die ingrepen vergroten niet alleen het comfort, maar ondersteunen ook het dag- en nachtritme, wat het risico op acute verwardheid vermindert.

Vroegere afdeling Intensieve Zorgen
Intensieve zorgen nu

Spoedgevallen: van doorgang naar gespecialiseerde urgentiezorg

Tot 1985 beschikte het Sint-Franciscusziekenhuis niet over een aparte spoedafdeling. Patiënten kwamen binnen via een zijdeur en werden opgevangen in één ruimte waar alles gebeurde: van reanimatie tot het aanleggen van gips. Dat veranderde met de nieuwbouw: de spoed kreeg een eigen infrastructuur en vanaf 1991 werd medische permanentie verplicht. Dankzij regionale steun volgde in 1993 de opstart als MUG-centrum. Sinds 2000 kende de dienst een sterke groei, met de komst van urgentieartsen, een nieuwe infrastructuur en modernere apparatuur. In 2003 volgde de officiële erenning als MUG-centrum, en in 2008 verdubbelde de capaciteit. Vandaag werkt de afdeling met triagecoördinatoren, digitale voorschriften en een volledig uitgeruste 4x4-MUG. Met jaarlijks meer dan 25.000 patiënten is het een van de drie drukste spoedgevallendiensten van Limburg.

Aantal spoedgevallen

dienst spoedgevallen

In 2025 zet de spoedgevallendienst van het Sint-Franciscusziekenhuis nog een grote stap vooruit. In afwachting van het nieuwe masterplan zal de huidige garage omgevormd worden tot een fasttrack zone. Zo wordt de oppervlakte van de dienst uitgebreid en kunnen patiënten met kleine, acute zorgen voortaan sneller geholpen worden.

Vroegere

Grondige vernieuwing van de dienst spoedgevallen

Ingebruikname van een gloednieuwe polikliniek

PAAZ: psychische zorg op mensenmaat

Sinds 1990 biedt het ziekenhuis op de PAAZ-afdeling laagdrempelige, warme zorg aan mensen met psychische problemen. De focus ligt op crisishulp, stabilisatie en herstel, met ruimte voor dagtherapie en ambulante begeleiding. De groeiende vraag naar toegankelijke geestelijke gezondheidszorg leidde tot een verdubbeling van de capaciteit en uitbreiding van de afdeling.

Dankzij nauwe samenwerking met huisartsen en zorgpartners, én een sterke ambulante werking – ook in Medisch Centrum Beringen – blijft de afdeling inspelen op de stijgende zorgvraag. Achter de schermen wordt bovendien gebouwd aan een nieuwe, toekomstgerichte afdeling.

Verblijfsafdelingen: van grote zalen naar individuele zorg

De verblijfsafdelingen van het Sint-Franciscusziekenhuis zijn de voorbije decennia sterk geëvolueerd. Waar patiënten vroeger met velen op één zaal verbleven, groeide de infrastructuur langzaam naar kleinere kamers en meer privacy. Tegelijk daalde de gemiddelde ligduur aanzienlijk, dankzij betere behandelmethoden, snellere recuperatie en een goed gestroomlijnde zorgorganisatie. Vandaag telt het ziekenhuis, naast psychiatrie en materniteit, ook klassieke verblijfsafdelingen voor inwendige ziekten, heelkunde, kinder- en jeugdgeneeskunde en geriatrie. Al deze afdelingen leveren kwaliteitsvolle, toegankelijke zorg, afgestemd op de noden van hun specifiee patiëntengroep.

Revalidatie: verder gaan dan herstel

Revalidatie is meer dan fysiek genezen. Het is ook leren omgaan met beperkingen, opnieuw vertrouwen krijgen in het eigen lichaam én in het leven. Die holistische visie vormt de basis van een breed revalidatieaanbod binnen het ziekenhuis, gedragen door multidisciplinaire teams van artsen, kinesitherapeuten, ergotherapeuten, logopedisten, psychologen, diëtisten, sociaal werkers en verpleegkundigen.

Zorg op maat, in het ziekenhuis en thuis

Zowel gehospitaliseerde als ambulante patiënten krijgen gespecialiseerde zorg, gericht op uiteenlopende trajecten: van rug- en nekklachten, longaandoeningen en hartaandoeningen tot oncologisch of neurologisch herstel. Daarnaast voorziet het ziekenhuis gespecialiseerde ondersteuning voor bekkenbodemreëducatie, handtherapie, obesitas, relaxatie, prenatale kinesitherapie en babymassage. Psychosociale ondersteuning blijft een vaste waarde, met aandacht voor de mentale en emotionele aspecten van herstel.

De vooruitgang in de zorg blijkt ook duidelijk uit de medische resultaten: een hartinfarct vereiste in de jaren 1980 vaak nog een ziekenhuisverblijf van vier weken, met een sterftecijfer tot 25%. Nu blijven patiënten doorgaans slechts enkele dagen, en is de kans op overlijden binnen dertig dagen na opname gedaald tot ongeveer 3%. De reden? Snellere diagnosestelling, doeltreffende behandelingen en een zorgorganisatie die steeds efficiënter en patiëntgerichter werkt. Toch blijft één factor cruciaal om levens te redden: tijdig hulp zoeken.

Een intensieve samenwerking tussen artsen, paramedici, verpleegkundigen en ondersteunende diensten maakt een geïntegreerde zorgaanpak mogelijk. Zo krijgt iedere patiënt niet alleen lichamelijke, maar ook sociale en psychische begeleiding voor een herstel dat verder gaat dan puur het fysieke.

Revalidatie is meer dan fysiek genezen.

Ondersteunende diensten:

minder zichtbaar, maar onmisbaar

Naast de medische en verpleegkundige teams zijn er de ondersteunende diensten: stille krachten die het ziekenhuis mee draaiende houden. Door de jaren heen groeiden die diensten niet alleen in omvang, maar ook in expertise. Van de keuken, technische dienst en het onthaal tot boekhouding en facturatie, logistiek, IT, HRM, bouwcoördinator, dienst kwaliteit, beleids- en stafmedewerkers en secretariaten. Hun rol is onmisbaar: zij zorgen ervoor dat zorgverleners kunnen focussen op de patiënt, en dat alles achter de schermen vlot en professioneel verloopt.

Het Sint-Franciscusziekenhuis heeft als enige ziekenhuis in de regio een eigen keukenteam dat elke dag gezonde, smakelijke maaltijden bereidt én de legendarische huisgemaakte pudding serveert. Want goede zorg stopt niet bij medicatie of therapie: ook wat er op het bord ligt, maakt een verschil.

Kwaliteit, een prioriteit

Kwaliteit zit al decennialang verweven in de werking van het Sint-Franciscusziekenhuis, maar kreeg pas later ook een formele plek in wetgeving en beleid. In de ziekenhuiswet van 1986 werd de hoofdarts voor het eerst officieel erantwoordelijk gesteld voor de medische zorgkwaliteit, al kreeg hij daar weinig middelen voor. In de jaren negentig volgde een eerste beperkte financiering oor de deeltijdse functie van kwaliteitscoördinator. Het echte kantelpunt kwam in 2004, met het Vlaamse kwaliteitsdecreet voor zorginstellingen.

In de vroege jaren 2000 werkte het ziekenhuis systematisch aan kwaliteitsverbetering; projecten op de afdelingen, de ontwikkeling van klinische zorgpaden en de oprichting van de ombudsdienst droegen hieraan bij.

Veiligheid, betrokkenheid en voortdurende verbetering

Op weg naar accreditatie

Vanaf 2011 zette het ziekenhuis grote stappen richting structurele kwaliteitsverankering. Ter voorbereiding op de eerste NIAZ-accreditatie startte het met zelfevaluaties, interne audits en een grondige toepassing van het EFQM-model. Afdelingen werkten met actieplannen, protocollen werden aangescherpt, en leidinggevenden volgden extra opleidingen. Dankzij deze inspanningen werd het Sint-Franciscusziekenhuis in 2017, als tweede ziekenhuis in Limburg, bekroond met het NIAZ-label: een externe erkenning van het kwaliteitsbeleid.

Continu verbeteren

Tijdens de vierdaagse Qualicor-audit in juni 2024

kreeg het Sint-Franciscusziekenhuis lof voor zijn warme, transparante en mensgerichte aanpak. De auditoren prezen de voelbaarheid van de VIPS-waarden op de werkvloer, de holistische visie op verloskundige zorg, de werking van de Centrale Sterilisatie Afdeling en de sterke leer- en verbetercultuur. Verbeterpunten worden intussen verder aangepakt. Op naar een nog sterkere audit in 2026!

Vanaf 2018 schakelde het ziekenhuis over op de Qmentum-normen, waarbij onder meer patiëntenparticipatie stevig werd ingebed in beleid en opleiding. De vernieuwde ‘Zorgvisie’-opleiding, dienstoverschrijdende initiatieven en multidisciplinaire samenwerking kregen een extra impuls. Dankzij heldere kwaliteitsindicatoren, doorgedreven audits en voortdurende verbeteracties behaalde het Sint-Franciscusziekenhuis ondertussen ook het internationale Qualicor-label.

Meer dan een label

Kwaliteit werd zo veel meer dan een certificaat of een lijstje af e vinken taken; het groeide uit tot een gedragen cultuur van veiligheid, betrokkenheid en voortdurende verbetering die verankerd is in de hele organisatie.

Uitreiking van het NIAZ-kwaliteitslabel

COVID-19: ZORG ONDER DRUK

De coronapandemie trof het Sint-Franciscusziekenhuis bijzonder hard. In maart en april 2020 hoorde het zelfs bij de zwaarst belaste ziekenhuizen van het land. Toch bleef de zorg overeind, gedragen door een sterke organisatie en de uitzonderlijke inzet van álle medewerkers. Verpleegkundigen, artsen en artsen in opleiding leverden indrukwekkende prestaties onder extreme omstandigheden.

Proactief schakelen

Nog vóór de overheid maatregelen aankondigde, nam het Sint-Franciscusziekenhuis op 6 maart 2020 al ingrijpende besluiten: opleidingen en evenementen werden geschrapt, de kortverblijfafdeling sloot en niet-dringende consultaties en ingrepen werden uitgesteld. Tegelijk tekende het ziekenhuis

veilige patiëntenstromen uit. Er kwamen aparte afdelingen voor vermoedelijke en bevestigde covidpatiënten (57 bedden), intensieve zorg werd opgesplitst en patiënten voor de materniteit en de afdeling kinder- en jeugdgeneeskunde kregen aangepaste routes.

Menselijke en organisatorische impact

De zorg kreeg snel andere vormen. Studenten geneeskunde, huisartsen in opleiding én vaste artsen sprongen bij. Nieuwe richtlijnen volgden elkaar in sneltempo op. Toch bleef het team betrokken en beschikbaar, vaak als enige fysieke schakel voor patiënten tijdens hun laatste levensmomenten. De druk op medewerkers was immens, maar flexibiliteit, veerkracht en onderlinge solidariteit maakten telkens opnieuw het verschil.

Samen sterker

De samenwerking met huisartsen, woonzorgcentra en eerste -

lijnszorg verliep nauw en doordacht. Pretriage, dagelijks overleg en gedeelde informatie maakten snelle en juiste beslissingen mogelijk. Toch was de mentale impact groot: waar de publieke steun afnam, bleef de uitputting voelbaar.

Financiële zorgen

D e financiële gevolgen waren aanzienlijk. Kosten stegen, inkomsten vielen weg en compensaties bleven lang onzeker. Toch bleef de focus liggen op wat écht telt: veilige, warme zorg voor elke patiënt.

Van crisis naar herstel

Vanaf 2022 werd covid onderdeel van het ‘nieuwe normaal’. De blik verschoof opnieuw richting herstel, herwaardering en teamversterking. Initiatieven rond personeelszorg, betrokkenheid en interne communicatie kwamen centraal te staan. In 2023 bouwde het Sint-Franciscusziekenhuis daarop voort, met blijvende aandacht voor een zorgorganisatie die klaar is voor de toekomst.

Blik op de toekomst

FLEXIBEL INSPELEN OP EEN VERANDEREND ZORGLANDSCHAP

Het zorglandschap verandert razendsnel, en dat brengt nieuwe uitdagingen met zich mee. Toch blijft het Sint-Franciscusziekenhuis trouw aan zijn missie: zorg aan jouw zijde. Flexibiliteit is daarbij essentieel. Het ziekenhuis speelt in op veranderende zorgbehoeften, volgt de demografisch evoluties op de voet en anticipeert op maatschappelijke uitdagingen zoals vergrijzing, personeelsschaarste en de groeiende vraag naar chronische zorg.

Toegankelijkheid en nabijheid staan daarbij voorop. Waar mogelijk wordt zorg dicht bij huis georganiseerd, maar als doorverwijzing of centralisatie beter aansluit bij de noden van de patiënt, gebeurt dit steeds in nauwe samenwerking met andere zorgpartners.

Toegankelijke en geïntegreerde zorg

Het ziekenhuis zet in op zorg die voor iedereen bereikbaar is, met bijzondere aandacht voor kwetsbare groepen en chronische patiënten. Door de samenwerking met huisartsen, thuiszorg en lokale diensten beter te structureren, worden zorglijnen sterker op elkaar afgestemd en ontstaat

voor de patiënt een samenhangende en vertrouwde zorgervaring.

Die aanpak gaat hand in hand met de verdere uitbouw van het zorgaanbod, zowel in het ziekenhuis als in het Medisch Centrum Beringen. Ook de samenwerking met de eerstelijnszorg krijgt daarbij een stevige basis, zodat de regionale zorgnoden nog beter beantwoord worden.

Nieuwe infrastructuur

De uitbreiding van het zorgaanbod vertaalt zich ook in nieuwe gebouwen en voorzieningen. Concreet gaat het om:

• spoedgevallenzorg met uitbreiding via fasttrack

• een ruimer psychiatrisch zorgaanbod

• revalidatiezorg

• oncologische zorg

• extra operatiezalen

Samen vooruit

Iedereen binnen het Sint-Franciscusziekenhuis – van arts tot verpleegkundige, van beleidsmaker tot vrijwilliger – draagt bij aan dezelfde visie. Beleidsplannen worden samen vormgegeven, participatie wordt actief

aangemoedigd en er is blijvende aandacht voor talent, welzijn en leiderschap.

Ook buiten de muren van het ziekenhuis wordt die samenwerking versterkt. Binnen het Andreaz-netwerk, maar ook met huisartsen, eerstelijnszorg en andere partners, wordt gebouwd aan een sterk zorgnetwerk. Geïntegreerde zorgtrajecten zijn de toekomst, die de patiënt centraal plaatsen en multidisciplinaire teams samenbrengen voor het beste resultaat.

Kwaliteit en patiëntveiligheid blijven daarbij de maatstaf. Systematisch meten en rapporteren, value-based healthcare en blijvende investeringen in opleiding en procesoptimalisatie zorgen ervoor dat die kwaliteitsbelofte elke dag opnieuw waargemaakt wordt.

Klaar voor morgen

Het Sint-Franciscusziekenhuis kijkt met vertrouwen vooruit. Door te investeren in samenwerking, digitale innovatie, duurzame infrastructuur en patiëntparticipatie groeit een zorgaanbod dat klaar is voor de uitdagingen van morgen.

HOOFDSTUK 5

TECHNOLOGIE: AL JAREN EEN BONDGENOOT

Innovatie in dienst van de zorg

Het Sint-Franciscusziekenhuis bouwde altijd voort op zijn zorgzame oorsprong en groeide uit tot een modern regionaal ziekenhuis dat actief inspeelt op nieuwe wetenschappelijke inzichten. Met ondernemerschap en betrokkenheid als drijfveer kiest het ziekenhuis – ook als kleinere speler – bewust voor innovaties die het verschil maken. Niet vernieuwen om te vernieuwen, maar om zorg veiliger, menselijker en efficiëner te maken. Van robotchirurgie tot artificiële inelligentie en van veilige naaldsystemen tot een volwaardige MRI-installatie: telkens staat doordachte, toekomstgerichte zorg centraal.

MRI: eindelijk in eigen huis

In 2016 kreeg het Sint-Franciscusziekenhuis eindelijk de officiële vergunning voor een eigen MRI-toestel. Tot dan moesten patiënten voor een MRI-onderzoek uitwijken naar andere ziekenhuizen, met langere wachttijden tot gevolg. De komst van het toestel betekende een strategische én symbolische stap: het volledige diagnosetraject kon sindsdien onder eigen dak sneller en nauwkeuriger verlopen. Dat zorgde voor meer rust bij patiënten en meer efficiëtie op de werkvloer. Tegelijk verstevigde het ziekenhuis zijn positie als regionaal expertisecentrum, klaar om de groeiende vraag naar MRI-onderzoeken duurzaam op te vangen.

Toekomstgerichte precisie in het operatiekwartier

Wat ooit futuristisch leek, is nu realiteit. Met robotarmen die uiterst precieze bewegingen uitvoeren en een haarscherp 3D-zicht op het operatiegebied biedt robotchirurgie een unieke combinatie van controle, comfort en snelheid. De chirurg bestuurt de robot vanuit een console, het team kijkt live mee, en de patiënt herstelt sneller dankzij minimale insnijdingen.

Ook voor chirurgen is het een stap vooruit: een ergonomische houding en verhoogde precisie maken complexe ingrepen minder belastend. De technologie werd eerst ingezet bij hysterectomieën en breidde daarna snel uit naar onder meer urologische en bariatrische operaties.

In samenwerking met het Andreaz-netwerk realiseerde het Sint-Franciscusziekenhuis zelfs een Limburgse primeur in 2023: een volledig robotgeleide cystectomie, zenuwsparend en patiëntgericht. Een mooi voorbeeld van hoe technologie menselijke zorg versterkt.

AI in radiologie: een slimme tweede lezer

Artificiële inelligentie was lange tijd toekomstmuziek, maar daar kwam in 2024 verandering in. Sindsdien gebruikt het Sint-Franciscusziekenhuis AI actief bij de beoordeling van röntgenfoto’s. De technologie detecteert mogelijke breuken en markeert verdachte zones, nog voordat de radioloog zijn verslag maakt. Dat zorgt voor snellere en efficiënere beoordeling, vooral bij spoedonderzoeken. De rol van de radioloog blijft wel cruciaal, want AI is niet onfeilbaar en ziet soms dingen die er niet zijn, of mist belangrijke afwijkingen. De samenwerking tussen mens en machine levert dus betere en snellere zorg op, zonder in te boeten aan kwaliteit.

Digitale zorg: telemonitoring

Met de introductie van telemonitoring voor hartfalenpatiënten in maart 2025 zet het Sint-Franciscusziekenhuis een grote stap richting gepersonaliseerde, digitale en geïntegreerde zorg. Ge-

zondheidsparameters worden dagelijks via een mobiele app en slimme toestellen (bv. een bloeddrukmeter, weegschaal…) doorgestuurd naar zorgverleners. Zij kunnen bij afwijkende waarden tijdig ingrijpen. Die innovatieve aanpak verhoogt de levenskwaliteit, voorkomt heropnames en past perfect binnen

Eerste MRI-toestel in het ziekenhuis

2014 2017 2016

Opstart van de afdeling kortverblijf

NIAZ-accreditatie behaald

het model van waardegedreven zorg of value-based healthcare Dankzij de nauwe samenwerking met hartfalenverpleegkundigen, huisartsen en thuiszorgpartners groeit telemonitoring uit tot een laagdrempelige, efficiëne en patiëntgerichte opvolging, met merkbare winst voor zowel patiënt als zorgteam.

Toetreding tot ziekenhuisnetwerk Andreaz

Eerste robotchirurgie

Hybride

zorgmodel: de toekomst

Telemonitoring is pas het begin. In de toekomst zullen patiënten steeds vaker van thuis uit opgevolgd worden, niet alleen bij hartfalen maar ook bij andere chronische aandoeningen. Een centraal systeem detecteert afwijkingen tijdig en filert urgenties, zodat zorgverleners sneller en gerichter kunnen ingrijpen. Patiënten krijgen bovendien steeds meer digitale navigatietools die hen ondersteunen bij hun zorgtraject en zelfmanagement versterken.

Specialisten kunnen zich zo beter focussen op complexe zorg, terwijl beeldvorming en monitoring steeds preciezer en doelgerichter worden ingezet. Zo groeit het ziekenhuis stap voor stap naar een hybride zorgmodel, met meer comfort, veiligheid en regie voor de patiënt.

Groei naar een hybride zorgmodel

Volledige vernieuwing verloskwartier

Oplevering nieuwe ziekenhuisvleugel

Laboratorium: diagnostiek in een stroomversnelling

Het klinisch laboratorium van het Sint-Franciscuszieken huis is een onmisbare schakel in de zorg, waar snelheid, precisie en kwaliteit samenkomen. Dagelijks verwerkt het laboratorium honderden stalen – van chemie en hematologie tot microbiologie – en dit 24/7, inclusief bloedbank en spoedanalyse. Sinds de verhuis naar een ruimere, efficiëner ingerichte locatie in 2010 groeide de dienst uit tot een hoogtechnologische omgeving, met slimme automatisering zoals de AutoMate 1250 en geavanceerde analysetoestellen. Een toegewijd team van laboranten en klinisch biologen garandeert betrouwbare resultaten via strikte kwaliteitscontroles. Ook in de toekomst blijft het lab investeren in innovatie, samenwerking en uitbreidende technieken, om flxibel in te spelen op elke medische vraag.

Patiëntendossiers: van papieren archief tot digitale opvolging

Goede zorg begint bij heldere, gedeelde informatie. Al in 1985 beschikte het Sint-Franciscusziekenhuis over een centraal, papieren medisch archief – vooruitstrevend voor die tijd. In 2000 volgde de overstap naar het elektronische dossier C2M, wat zorgde voor snellere, veiligere en transparantere zorg. In 2010 stroomlijnde E.care de werking op spoedgevallen met één digitaal overzicht per patiënt en slimme koppelingen met andere systemen. In 2013 kwam er een eigen verpleegdossier: Camillus. Sinds 2019 bundelt het Klinisch Werkstation (KWS) alle medische info in één digitaal dossier, dat continu up-to-date is. Patiënten zelf kregen vanaf 2020 inzage via mynexuzhealth, waardoor opvolging niet alleen efficiëner, maar ook persoonlijker werd.

Met open geest en focus op praktische verbetering

Digitale sprong in de geestelijke gezondheidszorg

Sinds begin 2024 werkt het Sint-Franciscusziekenhuis samen met Jessa Ziekenhuis Hasselt, PZ Onzelievevrouw Brugge en het softwareplatform QIT (Quality in Treatment) aan blended zorgtrajecten binnen de residentiële geestelijke gezondheidszorg. Met steun van de FOD Volksgezondheid worden digitale tools ingezet die patiënten actiever betrekken, zorgtrajecten personaliseren en samenwerking tussen zorgverleners versterken. Het QIT-platform biedt toepassingen voor psychodiagnostiek, monitoring en communicatie, en ondersteunt zowel hulpverleners als patiënten. Technologie is daarbij geen vervanging, maar een krachtig hulpmiddel om zorg menselijk, efficiënt en oekomstgericht te maken.

Wist je dat het eigen verpleegkundig dossier van het

Sint-Franciscusziekenhuis vernoemd is naar Camillus de Lellis, de katholieke priester die als patroonheilige van zieken en verpleegkundigen wordt vereerd en de orde van de camillianen stichtte? Het dossier werd eerst uitgerold op de afdeling heelkunde en was tegen 2018 volledig in gebruik. Een symbolische én praktische keuze, in lijn met de zorgmissie van het ziekenhuis.

Innovatie op mensenmaat

Het Sint-Franciscusziekenhuis mag dan misschien een kleinere speler in het ziekenhuislandschap zijn, het denkt en handelt met ambitie. Innovatie is hier geen doel op zich, maar een manier om de zorg dagelijks te verbeteren. Die toekomstgerichte houding blijkt uit grote investeringen zoals een eigen MRI-toestel of operatierobot, maar ook uit minder zichtbare vernieuwingen: HoLEP-lasertechnologie, Hilotherm voor oncologiepatiënten, prikveilige naalden en het tijdig inzetten op elektronische patiëntendossiers. Mee evolueren met elke ontwikkeling is niet altijd vanzelfsprekend, maar het fundament is stevig en het ziekenhuis bouwt hierop verder – stap voor stap, met een open geest en een focus op praktische verbetering.

Blik op de toekomst

NAAR EEN ZORGMODEL DAT VOORUITKIJKT

Technologische vooruitgang is altijd een rode draad geweest in het Sint-Franciscusziekenhuis. Van mobiele röntgenapparatuur in de jaren veertig tot recente investeringen in digitale beeldvorming, AI-ondersteunde diagnostiek en duurzame infrastructuur: elk tijdperk bracht nieuwe mogelijkheden . Die evolutie zet zich vandaag door, richting het ziekenhuis van morgen.

Want innovatie stopt niet bij technologie. In 2025 zette het ziekenhuis een volgende stap met de uitrol van telemonitoring binnen de inwendige pathologie. Ook artificiële intelligentie wint terrein, met toepassingen in de radiologie én bredere ambities zoals voorspellende modellen bij spoedopnames of een druktebarometer.

Toegankelijke innovatie voor een brede regio blijft het uitgangspunt. Via een strategisch investeringsfonds werken directie, artsen en bestuurders samen aan projecten die nog geen overheids financiering krijgen, maar wel een concreet verschil maken voor patiënten en zorgverleners.

Maar niet alles hoeft groots te zijn. De grootste impact schuilt vaak in doordachte details die comfort, veiligheid of ef ficiëntie verhogen, zoals prikveilige naalden of ergonomische operatiesystemen. Als relatief compact ziekenhuis laat het Sint-Franciscusziekenhuis zien dat wendbaarheid een kracht is. Dankzij pragmatische vernieuwing slaagt het erin om toekomstgericht te blijven werken én trouw te blijven aan zijn missie: kwaliteitsvolle zorg, aan ieders zijde.

HOOFDSTUK 6

SAMEN BOUWEN AAN ZORG

Decennia van overleg en samenwerking

Al sinds de beginjaren zoekt het Sint-Franciscusziekenhuis actief naar samenwerking en partnerschap met andere zorgverleners en hulpdiensten. Wat begon als informele banden met huisartsen, scholen en lokale hulpdiensten, groeide uit tot een sterk netwerk waar vertrouwen, communicatie en gezamenlijke verantwoordelijkheid centraal staan.

Vanuit het ziekenhuis worden bovendien al decennialang overlegstructuren opgezet met huisartsenkringen en andere zorgverstrekkers, zoals rusthuizen, apotheken, kinesisten en thuisverpleegkundigen. In die open communicatie streven alle partners naar wederzijds begrip en zoeken ze samen oplossingen bij moeilijkere situaties.

De samenwerking tussen huisartsen en ziekenhuisartsen begon in 1964 met de oprichting van de geneeskundige kring Heusden-ZolderKoersel, naar aanleiding van de nationale artsenstaking. Die vroege verbondenheid tussen eerste en tweede lijn legde de basis voor het ruime netwerk dat het Sint-Franciscusziekenhuis vandaag omringt – van huisartsen tot hulpdiensten, scholen en patiënten. Want zorg was en blijft een gedeelde missie.

& politie samen sterk in veiligheid

Sinds 2007 werkt het Sint-Franciscusziekenhuis samen met de gemeente Heusden-Zolder en de lokale politie om de veiligheid op en rond de zorgsite te versterken. De politie staat altijd paraat bij incidenten met agressie en geeft bovendien trainingen in conflicthantering aan medewerkers. Ook de samenwerking bij logistieke taken verloopt vlot. Jaarlijkse evaluaties houden de afspraken actueel, zodat het ziekenhuis een veilige, warme omgeving blijft waar patiënten in alle rust kunnen herstellen.

& eerstelijnszorg dicht bij elke patiënt

Goede zorg begint niet alleen binnen, maar ook buiten het ziekenhuis. Het Sint-Franciscusziekenhuis zet daarom sterk in op samenwerking met huisartsen, thuiszorgverleners, woonzorgcentra en andere eerstelijnspartners. Dankzij die afstemming wordt de zorg menselijker en efficiëner, én daalt het aantal heropnames.

Ook acute zorg krijgt meer vorm dankzij samenwerking. Zo groeide de huisartsenwachtpost in Beringen sinds 2015 uit tot een vaste waarde in de regio. Dankzij overleg, heldere afspraken en gedeelde opleidingen bouwen alle zorgpartners samen aan kwaliteitsvolle zorg, dicht bij de patiënt.

In 2024 kwamen 25.152 patiënten via de dienst spoedgevallen naar het ziekenhuis – gemiddeld zo’n 70 per dag. Daarmee is het de derde drukste spoedgevallendienst van Limburg. Er waren bovendien 1.236 MUG-ritten dat jaar.

Hoewel de integratie van een huisartsenwachtpost aanvankelijk op weerstand stuitte, is Mijn-Wachtpost vandaag volledig verankerd in het Medisch Centrum Beringen. De samenwerking met het ziekenhuis is inmiddels hecht en de aanpak wordt samen verder geoptimaliseerd.

&Spoedgevallen brandweer pionierswerk in spoedzorg

In de jaren tachtig kreeg het dringende ziekenvervoer een grondige update. Met de komst van automatische externe defibrilatoren (aed’s) en de uitbouw van MUG-diensten evolueerde de aanpak van louter snel transport naar levensreddende interventies ter plaatse. Spoedverpleegkundigen deelden hun medische kennis met de ambulanciers van de brandweer, die op hun beurt praktische evacuatie-ervaring inbrachten. Die kruisbestuiving zorgde voor wederzijds begrip en een duidelijke kwaliteitswinst op het terrein.

Vandaag is het dringende ziekenvervoer volledig in handen van de brandweer. Vroeger ging er telkens één spoedverpleegkundige van het ziekenhuis mee, maar dat is niet langer het geval. Toch blijft de samenwerking even hecht. Spoedarts, verpleegkundige en ambulancier vormen nu samen een goed gecoördineerde driehoek, elk met zijn eigen expertise. Het Sint-Franciscusziekenhuis heeft hiervoor een formele overeenkomst met de gemeente (voor de MUG) en met de brandweerzone (voor ambulancevervoer).

& gemeente Heusden-Zolder samen voor zorg dicht bij huis

Het Sint-Franciscusziekenhuis en de gemeente Heusden-Zolder vormen al jaren een sterke tandem voor toegankelijke en doeltreffende zorg in de eigen regio. Die samenwerking gaat verder dan alleen medische zorg. De brandweer komt dagelijks langs op de spoedgevallendienst, de politie ondersteunt bij vormingen en opleidingen en MUG-routes worden afgestemd met het gemeentebestuur – onmisbaar tijdens grote verkeerswerken. Die

afstemming zorgt voor snelle, efficiëne hulpverlening wanneer dat nodig is.

Daarnaast zetten ziekenhuis en gemeente samen in op warme initiatieven zoals kunstprojecten, schoolbezoeken en sociale acties. Zo bouwen beide partners samen aan zorg die écht dichtbij voelt, letterlijk en figuurlijk

De MUG , een onmisbare schakel in de acute zorg

Lang voordat er sprake was van erkenning of financiering, nam het Sint-Franciscusziekenhuis zelf het initiatief voor dringende medische hulpverlening. Met een eigen MUG-dienst bood het ziekenhuis gespecialiseerde zorg in een regio die niet alleen veel inwoners telt, maar ook risicovolle sevesobedrijven en industrieterreinen.

Omdat een officiële erkenning en financiering door de overheid uitbleven, startten acht gemeenten – Heusden-Zolder, Houthalen-Helchteren, Lummen, Beringen, Leopoldsburg, Tessenderlo, Ham en Hechtel-Eksel – samen met het ziekenhuis een strategisch overleg op. Ze engageerden zich ook voor een financiële inbreng, op basis van hun bevolkingsaantal en het aantal MUGinterventies in hun gebied.

Die gedeelde inzet wierp vruchten af: in 2003 volgde de officiële erkenning en financiering van de MUG met terugwerkende kracht tot 1 januari 2000. Jaarlijks zijn er nu meer dan duizend interventies. Met andere woorden: een onmisbare schakel in de acute zorg voor de hele regio.

Meer over de fusiegeschiedenis in hoofdstuk 3. & omliggende gemeentebesturen eindelijk een erkende MUG-functie

& andere ziekenhuizen een bewuste groeistrategie

Vanaf de jaren negentig zet het Sint-Franciscusziekenhuis bewust in op fusies en samenwerkingen om als kleiner ziekenhuis stand te houden en de zorg beter te organiseren. De fusie met de Sint-Annakliniek in Beringen was daarin een belangrijke stap, gevolgd door de oprichting van CAZ Midden-Limburg en verdere samenwerkingsverbanden met de ziekenhuizen in Hasselt. Sinds 2008 maakt het ziekenhuis deel uit van het Vlaams Ziekenhuisnetwerk, wat de toegang tot academische en hooggespecialiseerde zorg vergrootte. In 2021 werd het ziekenhuisnetwerk Zuid-West Limburg (Andreaz) gevormd. Dit locoregionale netwerk rond het Jessa in Hasselt bundelt de krachten van Sint-Franciscus, Sint-Trudo en az Vesalius om regionale basiszorg en gespecialiseerde zorg optimaal te verdelen en op elkaar af te stemmen.

Door die samenwerkingen kan het Sint-Franciscusziekenhuis niet alleen zijn zorgaanbod verbreden, maar ook een efficiënte en kwaliteitsvolle patiëntenzorg garanderen.

& Memisa ziekenhuis

voor ziekenhuis

In 2005 stapte het Sint-Franciscusziekenhuis in het Memisa*-project ‘Ziekenhuis voor Ziekenhuis’. Wat begon met een jaarlijkse inzameling van 12.500 euro, groeide uit tot een warm en duurzaam twintigjarig engagement, gedragen door medewerkers, vrijwilligers en sympathisanten – een krachtig voorbeeld van solidariteit en duurzame zorg, over grenzen heen.

*Memisa, een Belgische ngo, ondersteunt meer dan 20 ziekenhuizen en 400 gezondheidscentra, goed voor zo’n 4,9 miljoen mensen.

& Zorgpartnersschouder aan schouder

Op de afdeling geriatrie test het Sint-Franciscusziekenhuis een vernieuwend beleid rond ‘zorgpartners’, mantelzorgers die actief deelnemen aan het zorgtraject van hun naaste. Ze ondersteunen bij onderzoeken, gesprekken met artsen en overdrachten aan bed. Dat versterkt de band tussen patiënt, mantelzorger en zorgteam. Het resultaat? Meer vertrouwen, betrokkenheid en samenwerking, helemaal in lijn met de visie van het ziekenhuis op persoonsgerichte zorg.

Blik op de toekomst

VERBONDENHEID ALS FUNDAMENT VOOR DE TOEKOMST

Samenwerking in de zorg is geen luxe, maar een noodzaak. Technologie, digitalisering en vernieuwende zorgmodellen vragen om afstemming, expertise en gedeeld engagement.

Het Sint-Franciscusziekenhuis kiest daarbij niet voor de grootste structuren, maar voor de kracht van verbinding. Door nauw samen te werken met artsen, medewerkers en netwerkpartners ontstaat ruimte voor innovatie die niet alleen slim is, maar ook haalbaar en gedragen.

Dankzij die partnerschappen blijft het ziekenhuis trouw aan zijn oorsprong: stevig verankerd in de buurt, met een open blik op morgen. Geen zorgfabriek, maar een plek waar mensen centraal staan en vooruitgang hand in hand gaat met nabijheid en betrokkenheid.

Die wendbare en warme aanpak is geen toeval. Het is de optelsom van honderd jaar zorg met hart, ziel en verstand. Wat begon bij de visionaire zusters uit Zoutleeuw leeft vandaag verder in een

modern, professioneel en mensgericht ziekenhuis. Met meer dan duizend medewerkers, artsen en vrijwilligers, met lef én verantwoordelijkheid. Aan jouw zijde, ook in de komende honderd jaar.

Dankwoord

Honderd jaar Sint-Franciscusziekenhuis betekent veel eerste momenten: de eerste opening, de eerste patiënt, de eerste operatie, de eerste arts... Maar het begon allemaal met de keuze voor een gasthuis, regionaal ingebed en afgestemd op de noden van de inwoners. Een legacy om trots op te zijn, en één die we met passie en gedrevenheid willen verderzetten.

We zijn ervan overtuigd dat we als regionaal ziekenhuis het verschil kunnen maken in de zorg van morgen en een antwoord kunnen bieden op de vele uitdagingen die voor ons liggen. Sterk verankerd in de regio, maar meer samenwerkend dan ooit: verticaal met alle zorgactoren om zorg rond de patiënt te organiseren, zowel binnen als buiten het ziekenhuis. En horizontaal, samen met onze collega-ziekenhuizen in Andreaz, Limburg en daarbuiten.

De zorgnoden in onze regio zullen blijven groeien, met een bijzondere focus op mentale gezondheid, vergrijzing en chronische zorg. We bouwen verder aan het ziekenhuis van morgen, klaar om deze uitdagingen aan te gaan.

Een welgemeende dankjewel aan iedereen die het Sint-Franciscusziekenhuis mee draagt: artsen,

medewerkers, vrijwilligers, gepensioneerde medewerkers, zorgpartners en lokale besturen. Zij vormen samen het fundament waarop al honderd jaar kwaliteitsvolle zorg rust.

Ook directie, medische raad en raad van bestuur verdienen een bijzondere vermelding voor de transparante en constructieve wijze van besturen, met een gedeelde visie die het ziekenhuis richting geeft.

En natuurlijk onze patiënten en bezoekers. Hun vertrouwen, samenwerking en ervaringen blijven de kern van persoonsgerichte zorg ... gisteren, vandaag én morgen.

Tot slot: iedereen die het jubileumjaar 2025 mee kleur gaf. Van de organisatie van de vieringen tot de interviews en het onderzoekswerk voor dit boek. Dankzij hun toewijding en verbondenheid werd de rijke historiek in kaart gebracht en opnieuw tot leven gewekt.

Voorzitter raad van bestuur Algemeen directeur Nadja Vananroye Nele Sneyers

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.