Tof 5

Page 1

TOF magazine

Vuufde uutgaeve

Robin de Puy

Een kiekje in het leven van een topfotograaf

WE GAEN OP REIS

met Instagram bloggers Hannah en Nick

GOEREEËRS KEN JE OM EEN BOODSCHAP STUURE

DE RAMP

Het ware verhaal vertelt

FLAKKEE HEIT TALENT

Mick Vos is wereldkampioen honkbal

TOF magazine is op geselecteerde plaatsen beperkt gratis verkrijgbaar

Oplage: 5.000 stuks


Meraekels wat binne d’r toch buutegeweune dingen te vertelleh!

Colofon TOF magazine #5 Uitgiftedatum: 29 november 2017 Copyright © 2017 stichting Trots Op Flakkee Coverfoto: Ernst Coppejans © Design: Alex van Kampen Drukwerk: Drukkerij Damen Redactie:

Alex van Kampen (eindredactie) Gert van Nieuwaal Moniek Bakelaar (eindredactie) Mie-Wah Pang Lianne Mulder Anne Karsbergen (eindredactie) Jaap Reedijk (eindredactie) Pau Heerschap Kees van Rixoort (eindredactie) Marijn Pannekoek Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, door middel van druk, fotokopieën, geautomatiseerde gegevensbestanden of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van stichting Trots Op Flakkee.


Inhoud TOF magazine #5

4 CULTINAIR ERFGOED

6 ROBIN DE PUY 10

FLAKKOS

12 DE LION KING 14 TOFFE UUTDRUKSELS 18 WE GAAN OP REIS 20 TOFFE KIEKJES

22 OP SAFARI MET... 26 TOFFE MAENSE KIEKE 30 DE BLOMMETJES EN DE BIETJES 32 GOEREËRS KEN JE OM EEN BOOSCHAP STIERE

34 DE BUUTEPLAETS 36 DE RAMP 40 GOEREE-OVERFLAKKEE VANUIT DE LOCHTE 44 VAN WIE BIN JOE D’R EEN? 46 KINDERRESTAURANT

48 UUT DE ZEE OP JE BORD 49 VURKJE PRIKKE 50 FLAKKEE HEIT TALENT

56 TOFFE WHEELS 58 DANKIE!


Aan deze editie werkten mee DIT IS NIET HET GEHELE TEAM, DAT PAST NIET MEER OP ÉÉN PAGINA...OMMERS

Kees neemt ons mee op reis De vierde editie gemist? Geen nood, want die is nog online te lezen op www.trotsopflakkee.nl.


Cultinair erfgoed? Is dat een woord? Waarschijnlijk niet maar het is wel allesomvattend als het gaat om de verbazingwekkende verzameling van verhalen die we weer mogen vertellen over Goeree-Overflakkee. Deze editie staat weer vol verrassende talentvolle maense. Van schrijver tot musicalster en van filmmuze tot ambitieuze reisvloggers. En omdat we toch aok motte eten, nemen we het ervan en hebben we iets lekkers voor jullie samengesteld. Pak je vurkje maar alvast. Maar we vergeten ons nalatenschap niet. Het cultureel erfgoed krijgt aandacht. De ramp, een gebeurtenis die Goeree-Overflakkee tot diep in de ziel heeft geraakt. Het mooiste straatje van het eiland en het antwoord op de vraag; waar komen onze straetnamen toch vandaan? Dus vooral culinaire-, culturele- en erfgoedverhalen. Wordt TOF dan het cultinaire erfgoed van Goeree-Overflakkee? Dink ‘t nie, maar als we er een bijdrage aan kunnen leveren dan is dat al...TOF. Geniet ervan, net als wij dat met het samenstellen hebben gedaan. Toffe groet van Team TOF ALEX, GERT, MIE-WAH, MONIEK, LIANNE, ANNE, JAAP, PAU, KEES & KEES, EDWIN, MARIJN, COERD, PIETER, JOOST, JAN, PASCAL, MATTHEW, ELLEN, ELLA, LEONARD, RENÉE, ANNE-MARIE, HANNAH, MARIJN, NIENKE, LEONARD, GERMA, NICOLE EN COEN.

5


De Puy ROBIN

HET WAS TIJDENS DE VOORBEREIDINGEN VAN DE EXPOSITIES ROND KUNSTKIJK OP GOEREE-OVERFLAKKEE DAT IK STEEDS DE NAAM ROBIN DE PUY HOORDE. IK KENDE HAAR NIET. EEN FOTOGRAFE VAN ONS EILAND DIE IK NIET KEN…..

M

ijn ontdekkingstocht naar die jonge meid uit Oude-Tonge was één grote verrassing. Het was vooral de lef om zulke foto’s te exposeren dat mij het meest aansprak. Totaal anders dan het fotowerk dat ik kende van de eilandelijke fotografen. Ik hoopte toen vooral dat ze haar eigenzinnige keuze voort zou zetten. Het is 2017 en die jonge meid uit Oude-Tonge is gekozen tot Fotograaf des Vaderlands. Robin de Puy (1986) studeerde in 2009 af aan de Fotoacademie in Rotterdam en won gelijk een Photo Academy Award voor haar serie Girls in Prostitution. In de jaren erna neemt haar carrière een vlucht en volgen vele opdrachten voor diverse nationale en internationale magazines. Zelfs zoveel dat ze besluit haar werk in opdracht tijdelijk stop te zetten om een drie maanden durende roadtrip door Amerika te maken. Een jaar later is haar eerste solo-expositie, ‘If This is True’ in het Fotomuseum in Den Haag te zien en wordt De Puy gekroond tot Fotografe des Vaderlands. Ze is geregeld te gast in televisieprogramma’s als De Wereld Draait Door of zit aan tafel bij Jeroen Pauw of Eva Jinek. De documentaire ‘Ik ben het allemaal zelf’ door regisseuse Simone de Vries en cameraman Maarten van Rossem, gefilmd tijdens haar roadtrip in Amerika, is onlangs genomineerd voor de prestigieuze International Emmy Awards, en eind dit jaar opent een nieuwe solo-expositie in het Bonnefanten in Maastricht. Robin woont tegenwoordig in Amsterdam, maar ze is Goeree-Overflakkee allerminst vergeten. “Ik kom niet vaak op het eiland, maar mijn ouders, zusje en broertje wonen er nog, dus af en toe ben ik er nog wel te vinden. Pas had ik een klus in de buurt en toen sliep ik bij mijn ouders in het hotel.

tekst: Jaap Reedijk foto’s: The Ravestijn Gallery



Mijn moeder bakte lekkere visjes en iedere avond deden we een drankje, whisky, op het terras. Hele typische geluidjes, zoals het piepen van de masten van de boten in de haven of het fonteintje in de bak met goudvissen, de rammelende sleutelbos van mijn moeder als ze voorbijloopt, vallen me op. Dat zijn typische geluiden die me doen denken aan thuis van vroeger. Het voelt veilig, maar… ook niet helemaal meer van mij. Ik kijk er van een afstand naar. Dat geeft op een bepaalde manier ook wel weer rust, als in: ik hoef er niet per se meer bij te horen. Het werk dat ik laatst deed op Goeree-Overflakkee was voor Windmolenpark Krammer. Ik werd gevraagd om tien portretten te maken van mensen die op wat voor manier dan ook verbonden waren aan het park. Zo fotografeerde ik bouwers, initiatiefnemers, omwonenden, etc. Het is een mooie serie geworden met hele mooie koppen en verhalen. Het dwong mij ook om op een andere manier naar de omgeving te kijken en te zoeken. Dus tja: als ik een vrije opdracht op Goeree-Overflakkee zou hebben dan zou ik hoogstwaarschijnlijk iets in die trant doen. Denk aan portretten van mensen die bijvoorbeeld hun hele leven op Goeree-Overflakkee woonden, portretten van mensen die de watersnoodramp meemaakten of misschien wel portretten van ‘nieuwe’ inwoners. Dat laatste is misschien nog wel interessanter. Ik deed pas een project in Den Haag, Studio Aleppo, waarbij ik nieuwe en oude inwoners van Den Haag fotografeerde. Vijftig portretten in één weekend. Een oude inwoner kocht een portret en daarmee betaalde ze er ook meteen een voor een nieuwkomer. Het leverde een mooie mix aan portretten met heel veel diversiteit, maar ook herkenning.” Al pratend over ons eiland zijn er toch wel specifieke herinneringen aan het dorpsleven in Oude-Tonge. De beste herinneringen heeft ze aan de vissen aan de haven. “Ik weet nog dat ik een lange spijkerrok kreeg van mijn moeder en dat ik langs de kant van de haven zat, leunend op een bil/heup. Ik had mijn benen mooi neergelegd en ik deed alsof ik een zeemeermin was. Haha. De rok was, vanzelfsprekend, mijn staart. Ik was altijd bij het haventje te vinden. Ik viste met mijn kruisnet en ving ook echt altijd ontzettend grote karpers en paling. Af en toe gooide ik per ongeluk het touw waaraan het kruisnet bevestigd zat per ongeluk mee de haven in. Mijn vader dook mijn kruisnetje dan weer op. Na een paar keer was hij het zat en maakte hij een speciale haak waarmee hij het net meestal wel weer terugvond. Wat ik ook echt typisch Flakkees vind is de ruimte en de taal. Ik had altijd een hele lieve vriend toen ik nog daar woonde, maar hij sprak alleen maar Flakkees. Ik weet nog dat ik hem net leerde kennen en dat ik heel vaak niet verstond wat hij zei. Na drie keer vragen, zei ik dan maar gewoon oké. Ook wilde hij een keer een saucijzenbroodje bestellen in Rotterdam, maar de serveerster begreep maar niet wat hij zei. Uiteindelijk heb ik het saucijzenbroodje besteld. Ik kan het overigens nog steeds niet in het Flakkees uitspreken. Iets in de trant van sauwsiezubroadje. Zoiets?” De herinneringen aan haar jeugd rond de haven zijn een groot contrast met het drukke bestaan dat ze nu leidt in Amsterdam tussen de redacties en reclamebureaus. Momenteel werkt Robin aan een boek over de Amerikaanse Randy. “Randy is een jongen wonend in Ely, een klein casinostadje in Nevada, Amerika. Randy valt overal een beetje buiten, maar is een enorm interessant en gevoelig iemand. Juist zijn onaangepastheid, maakt dat hij me zo enorm intrigeert. De eerste acht jaar van zijn leven praatte hij bijvoorbeeld niet. Op zijn schoolrapport staat ook dat hij slecht in communicatie is. Ik zie dat anders. Randy communiceert absoluut wel, maar op zijn eigen manier. Hij is niet heel goed met woorden, maar voelt veel aan. Zijn leven is klein en vrij simpel. Van veel is Randy zich niet bewust, maar dat is ook exact wat ik aan hem zo bewonder. Ik fotografeerde hem voor het eerst tijdens mijn 8000 mile motorreis, twee jaar geleden. Op de een of andere manier kon ik hem maar niet loslaten en daarom besloot ik mijn volgende boek helemaal aan hem te wijden. Over twee maanden komt het boek uit en rond die tijd opent ook de expositie in het Bonnefantenmuseum. Een project zoals ‘Randy’ vind ik wel echt fijn om te doen - volgens mij is dat waar mijn fotografie om draait. De onaangepastheid

Foto’s: The Ravestijn Gallery


in het mentale en fysieke zo fotograferen dat de schoonheid daarvan weer zichtbaar wordt.” Doordat Robin veel op pad is komt ze niet veel meer op Goeree-Overflakkee. De vrije tijd die ze heeft is erg schaars. Ik heb zelden vrije tijd, maar dat is misschien ook wel goed. “Als ik vrije tijd heb, weet ik niet wat ik ermee aan moet. Ik geef momenteel veel lezingen. Ik vind dat dat ook een beetje hoort bij Fotograaf des Vaderlands. Ik zou ook, denk ik wel, goed les kunnen geven, maar ik wil het niet en met mijn planning is dat ook niet echt mogelijk nu. De constante druk is het moeilijkste. Uiteindelijk gaat het toch om wat ik maak, wat ik laat zien. Als dat tegenvalt, krijg ik de ongezouten mening zonder pardon op mijn bord. Inmiddels kan ik dat ook wel naast me neerleggen. En veelal zijn de reacties goed, maar bij ieder project blijft dat spannend. Wat ik ook moeilijk vind, is dat al mijn projecten me persoonlijk ook best wel raken en er vaak niet de tijd is om stil te staan bij wat ik meemaakte - de snelheid is soms moeilijk bij te houden.” Op de vraag hoe ze het ervaart om in het nieuwe magazine van TOF te staan zegt ze dat ze het vooral leuk vindt voor haar ouders. Doordat ze veel in de publiciteit is, is het onvermijdelijk dat vreemden haar aanspreken of herkennen. Vind je het fijn als mensen je aanspreken omdat ze je herkennen? “Haha. Nou, ik vind het vooral leuk als mensen me komen vertellen dat ze mijn werk kennen, dat Randy ze raakt, dat ze geïnspireerd zijn geraakt door de documentaire en ga zo maar door. Dat heeft niet zoveel te maken met fijn vinden dat ze me herkennen, maar wel met dat ik weet dat mijn werk (en iedereen die daarin voorkomt) gezien wordt. Veel mensen herkennen me ‘ergens van’, maar weten dan niet waarvan. Als ik geen camera in mijn handen heb, hebben de meeste mensen geen idee. Meestal lach ik lief als ze dat zeggen, maar ga ik er verder niet op in. Dat voelt een beetje gênant. Haha. Ik heb eigenlijk niet zoveel contact meer met vrienden of schoolgenoten. Dat neemt niet weg dat ik wel heel veel herinneringen heb aan ze. Zo denk ik af en toe nog aan de schoolconciërge Nelis op de RGO in Middelharnis. Ik had enorme faalangst, maar mocht altijd bij hem in het conciërgehokje tijdens de pauze even naar huis bellen, zodat mijn ouders me konden verzekeren dat alles oké was. Ook overhoorde hij me weleens als ik dacht dat ik niet genoeg geleerd had. Dat was zo’n lieve man! Hij gaf ruimte om even uit te huilen en dan daarna kon ik weer door. Vrienden van toen spreek ik ook niet echt meer, maar een aantal volg ik wel op Facebook, dus ik zie af en toe wat voorbijkomen. En ik heb nog een achttal ogen daar wonen in de vorm van mijn ouders, zusje en broertje, dus ik hoor genoeg.“ Robin de Puy. De eigenzinnige fotografe uit Oude-Tonge is een van de bekendste en meest gevraagde fotografen van Nederland geworden. Het is ze allemaal niet komen aanwaaien en ze heeft er hard voor gewerkt. Met de huidige digitale mogelijkheden heeft Nederland er de laatste jaren heel wat ‘fotografen’ bij gekregen. Nederland heeft belachelijk veel fotografen. Veel te veel voor ons kleine land. Dat betekent automatisch dus dat er veel net afgestudeerden zonder werk zitten. “Ik ben echter de laatste die zal zeggen dat je er daarom niet aan moet beginnen, maar realiseer je wel dat het niet vanzelf gaat - althans: als je geld wilt verdienen en exposure wil creëren rondom je werk. Ik heb alles op fotografie ‘gegooid’. Ik ben verhuisd naar Amsterdam, investeer vrijwel alles in mijn (vrije) projecten, ben constant bezig met wat een goede volgende zet zou zijn, pas alles aan op dit leven. Het geeft me een houvast, maar maakt tegelijkertijd eenzaam. Wat volgens mij ook belangrijk is, is dat je begrijpt wat een ‘eigen stijl’ is. Vaak wordt een eigen stijl gekoppeld aan een technische uiting zoals het wel of niet gebruiken van flitslicht, in zwart/wit of in kleur werken, op film of digitaal, etc. Volgens mij is de eigen stijl meer een weerspiegeling van de fotograaf. Die weerspiegeling maakt ieder beeld onderscheidend, maakt dat ieder beeld ‘past’ bij de fotograaf. Het gaat veel meer om een gevoel in een beeld, een blik, een soort mens. Dus mijn tip: niet zoeken naar je eigen stijl, maar fotograferen op een manier die bij je past en onderwerpen zoeken die bij je passen.”


FlakKos? Kefalos

Antimáchia

L

iefhebbers van de Griekse zon is het ongetwijfeld opgevallen: de nagenoeg gelijke vorm van GoereeOverflakkee en het Griekse eiland Kos. Kos, vorig jaar nog in het nieuws vanwege de vluchtelingenstroom en in de afgelopen zomer vanwege een aardbeving is ondanks dat een geliefd toeristenoord. De vraag is: hoe groot zijn de verschillen tussen Flakkee en haar zonnige Griekse zusje? Om dat te ervaren gaan we een ritje maken!

Kardamena

We rijden – laten we zeggen vanaf het Brabantse Willemstad – via het Hellegatsplein het eiland Goeree-Overflakkee op, langs de wetlands met zijn grote grazers. Maar in gedachten varen we vanaf het Turkse Bodrum rechtstreeks de beroemde haven in van Kos Town, de hoofdstad van het Griekse eiland. Groter kan het verschil haast niet zijn. Toch valt onmiddellijk verwantschap op met Flakkee, waar we immers mogen roemen op vele fraaie jachthavens en uitstekende horeca.

De fietspaden, waarvan veel en gretig gebruik wordt gemaakt, geven opnieuw een Flakkees gevoel. We kiezen niet voor de N59, en vermijden daarmee de bergen van Kos, dat voor Griekse begrippen overigens een


vlak eiland is. De landoppervlakte van Kos is vrijwel gelijk aan dat van Goeree-Overflakkee. De fietspaden, waarvan veel en gretig gebruik wordt gemaakt, geven opnieuw een Flakkees gevoel. Bij de Hoezemoos kiezen we voor de noordelijke route en rijden langs Den Bommel. In de verte heeft Tiengemeten plaats gemaakt voor het eiland Psérimos, dat overigens met haar 130 inwoners nauwelijks dichter bewoond is. Ter hoogte van Stad aan ’t Haringvliet arriveren we in Tigáki. Eerlijk gezegd een beetje saaie badplaats, maar het ontbreken van kleur wordt gecompenseerd door de hier verblijvende flamingo’s. Dat doet denken aan Flakkee! We rijden snel door en laten het hooggelegen Pylí, ter hoogte van Middelharnis en Sommelsdijk dit keer links liggen. We komen aan in Antimáchia, het Griekse Melissant. Hier treft ons een opvallende gelijkenis: gastvrij, maar beslist niet overdreven op toerisme ingesteld. Antimáchia heeft exact evenveel inwoners als Melissant. De landbouw overheerst, maar daarnaast: overal mekkerende geiten!

De tocht gaat door naar de kop van het eiland. Kéfalos, het Griekse Ouddorp, is de voormalige hoofdstad van Kos en is authentiek gebleven. Op de Punt treffen we geen bezoekerscentrum, wel een kapelletje: Agios Mámas. Religie speelt een grote rol op het Griekse eiland, al wordt dit over het algemeen anders beleefd dan op Flakkee. Langs de slikken rijden we terug naar het Griekse Herkingen: Kardamena, met zijn schitterende boulevard. Hier vinden iets waar veel Flakkeeënaars al jaren naar snakken: een heuse McDonald’s! Het wordt tijd om langs spannende wegen, omzoomd door talloze olijfbomen, terug te keren naar de hoofdstad Kos Town. The place to be op dit mooie eiland. En overal waar we komen schijnt de zon. Op Kos wonen ongeveer 31.000 mensen. Beduidend minder dan de ongeveer 49.000 op Flakkee. Er zijn naar schatting evenveel katten. Die zijn van iedereen en van niemand, en over het algemeen minder weldoorvoed dan hun Flakkeese soortgenoten. We maken de balans op. De verschillen tussen Kos en Goeree-Overflakkee zijn groot. Hotels, olijfbomen, een vliegveld, gigantisch veel zon-uren en een Grieks-orthodoxe voorganger die op zondag tussen zijn verplichtingen door ontspannen op een terras plaatsneemt. Maar er zijn ook zeker overeenkomsten. Naast de vorm kennen beide eilanden jachthavens, toeristen, oudere dames in het zwart en flamingo’s. En vooral heel veel aardige mensen. Een aanrader voor elke Flakkeeënaar.

Pyli Tigaki Psérimos

Kos

Tekst: Kees Kuijper Illustratie: Alex van Kampen

11


JONATHAN VROEGE SPEELDE SIMBA IN DE MUSICAL THE LION KING

JONATHAN VROEGE (24 JAAR) IS GEBOREN OP ONS MOOIE EILAND, IN HET ZIEKENHUIS IN DIRKSLAND, EN OPGEGROEID IN MIDDELHARNIS. WINNAAR VAN DE PIA DOUWES SPECIAL TALENT AWARD EN SINDS VORIG JAAR AUGUSTUS ONDERDEEL VAN DE CAST VAN DE MUSICAL THE LION KING. HIJ SPEELT DAARIN ONDER MEER DE UNDERSTUDY VAN SIMBA. TOF SPREEKT HEM - OP ZIJN VERJAARDAG OP VRIJDAG 8 SEPTEMBER – IN

HET

CIRCUSTHEATER IN DEN HAAG.

J

onathan kreeg als klein jongetje trompetles bij Muziekvereniging Sempre Crescendo. Hij bleek daar best goed in te zijn. “Maar”, geeft hij aan, “Ik deed er eigenlijk niet zo veel aan. Ook muziekles vond ik niet zo boeiend en uitdagend.” Pas op zijn veertiende of vijftiende komt hij er, tijdens een optreden in het kerstprogramma van de kerk, achter dat hij eigenlijk best goed zingt en dat hij het leuk vindt om te doen. Vervolgens doet hij mee aan het songfestival op de Prins Maurtits. “Ik mocht de winnares van het jaar ervoor begeleiden op de piano en ik zong als backing vocal.” Jonathan heeft de smaak te pakken en doet het jaar daarop zelf mee met het nummer Home van Michael Bublé, en wint! WIE WEET…. “Na de overwinning op de Prins Maurtits dacht ik: wie weet, misschien kan ik hier verder mee. Ik besloot me muzikaal verder te ontwikkelen door extra pianolessen te nemen.” Toen kwam de keuze voor een vervolgstudie steeds dichterbij. Na een periode van twijfel, schrijft Jonathan zich in voor de studie geneeskunde, maar op het laatste moment schrijft hij zich toch weer uit. “Ik wist niet zo goed wat ik wilde, en wilde ergens alleen voor de volle 100 procent voor gaan en anders niet. Toen kwam de HQ School op mijn pad. Ik koos ervoor om daar een particulier tussenjaar voor Bijbel en Kunst te volgen.” Hij doet auditie, wordt aangenomen en ontdekt daar pas echt zijn passie voor muziek en zang! Hier ontwikkelt hij zich verder en ontmoet hij zijn vrouw Arianne. EEN AVONTUUR Jonathan doet vervolgens auditie bij het Utrechts Conservatorium en wordt aangenomen. “Ik wilde in eerste instantie verder als soloartiest, in de jazz met een poppy, funky soul feel.” Arianne

tekst: Mie-Wah Pang foto’s: Portretfoto: Roy Beusker Scenefoto: Deen van Meer


haalt hem echter in 2013, tijdens zijn studie, over om toch in te gaan op het aanbod om auditie te doen voor de semi professionele musical Joseph and the Amazing Technicolor Dreamcoat. Hij vindt musicals op dat moment eigenlijk allemaal over de top en te veel de handjes in de lucht. Maar hij doet toch auditie en krijgt de hoofdrol. “Toen stapte ik in een avontuur waar ik nog steeds in zit.” Het werd een groot succes, maar liefst vijf uitverkochte voorstellingen. Uiteindelijk krijgt hij er zelfs de Pia Douwes Special Talent Award voor tijdens de Amateur Musical Awards in 2014. THE LION KING “Toen ging het balletje pas echt rollen. Tijdens mijn studie zag ik de auditie-oproep voor The Lion King, en ik had nooit durven hopen dat de uitslag uiteindelijk zo mooi zou zijn!” Jonathan doet mee aan de professionele audities en wordt aangenomen. Hij krijgt niet zomaar een rol, hij wordt de understudy van Simba! Daarnaast speelt hij in het ensemble met een vaste track bestaande uit verschillende rollen, van neushoorn, gras (hoe gek dat ook klinkt) uitbundige hyena en wildebeest. Of het Simba of zijn vaste track wordt, hoort hij soms pas een half uur van tevoren, dus hij moet altijd voorbereid zijn. HEFTIG MAAR LEERZAAM Op de vraag of hij veel geleerd heeft, antwoord hij: “Ja, ontzettend veel, vooral hoe je een rol invult. Bij Joseph was het acteren compleet nieuw, daar ben ik helemaal open in gegaan. In de musical Movie2Musical leerde ik met het nummer Gethsemane in de rol van Jezus hoe je er helemaal in moet kruipen. Dat was emotioneel soms zwaar, maar heel tof om te doen, echt een uitdaging. Bij Disney heeft regisseur John

Stefaniuk me geleerd om emoties en gebeurtenissen uit mijn eigen leven te gebruiken in een rol. Dat doet echt wel wat met je hoor, je stelt je helemaal open, dat is heftig maar heel leerzaam. Het is bijzonder hoe je als mens de capaciteit hebt, om je zo in een rol in te leven.” NA THE LION KING “De ene helft van mijn hart ligt nog steeds bij een carrière als soloartiest, de andere helft bij een first cast rol in het theater. In beide wil ik me verder ontwikkelen. Als soloartiest wil ik in de toekomst nog graag een keer toeren met mijn eigen muziek en band. Overdag schrijf ik mijn eigen muziek en geef ik zanglessen. Daarnaast wil ik nog een keer in een musical een hoofd- of bijrol als first cast of alternate (vaste tweede hoofdrol) spelen. Ik heb gehoord dat de musical Aladdin misschien naar Nederland komt. De rol van Aladdin of van een van zijn beste vrienden Omar zou ik graag spelen. Aladdin behoorde vroeger samen met The Lion King en Toy Story tot mijn favoriete films…” BROADWAY Op de vraag of Jonathan zijn verdere carrière in Nederland of internationaal ziet, antwoordt hij: “Ik ga voor de top! En wil uiteindelijk wel een keer mikken op Broadway in Amerika. Ik heb altijd gezegd dat wordt een van mijn hoogtepunten. In maart gaan Arianne en ik de route 66 in Amerika rijden, dan kunnen we de sfeer van het land proeven. Ik weet dat ik nog aan het begin van mijn carrière sta en veel ambities heb, maar ik werk er graag hard voor en wil mezelf blijven ontwikkelen. Gelukkig steunen Arianne en mijn ouders me in alles. Me blijven ontwikkelen is voor mij een speerpunt om het interessant te houden en om werk voor de toekomst te houden.”

13


Toffe uutdruksels ’t leste dêêl

R a di e s

Aerp el s

K a e ze

G or net

J uun

K ruui e n

Spruuten

Pau

(redies)

(gornet) (redies)

(spruut’n)

(erpuls)

(jun)

(eilandicus)

(kèzuh)

(kruujuh)

Vl e i s

(redies) (vlaais)

Pau Heerschap over de bijzondere verschijnselen in dialect


NOG WAT GRAMMATICA

R

egelmatig word ik gebeld door leerlingen die voor school een werkstuk over dialect willen maken of er een spreekbeurt over willen houden. Ze vragen dan om informatie. Ik verwijs ze dan naar wat ik daarover geschreven heb in de vier vorige afleveringen van het TOF-magazine. Daarin is naast algemene informatie een aantal onderdelen van de grammatica van de dialecten op Goeree-Overflakkee aan de orde gekomen. Meestal laten ze dan achteraf weten dat ze een goed cijfer behaald hebben. De informatie werkt blijkbaar. In deze laatste aflevering wil ik enkele onderwerpen aan de orde stellen die nog zijn blijven liggen, namelijk: de bijvoeglijke naamwoorden, bijwoorden, telwoorden en tussenwerpsels. Ook zal ik iets over de taal van geloof en bijgeloof vertellen. BIJVOEGLIJK NAAMWOORD Veel bijvoeglijke naamwoorden eindigen op -en, als het zelfstandig naamwoord dat erachter staat begint met een klinker of een h, (en ook als het in de eerste naamval staat), bijv. joe lêêleken aop/aep, onstran(g)ten hond da j’bint, ’n slechten aerpel, ’n grôôten honger. Het zelfstandig gebruikte bijvoeglijk naamwoord krijgt ook de uitgang -en, bv. diejn grôôten, d’n ouwen, diejn kleinen, d’n besten, d’n schôônsten. In de vergrotende trap van sommige bijvoeglijke naamwoorden wordt soms een extra d gehoord: schôônder, vuulder, kleinder, beterder, an(g)derster (O), netjesder. Bijvoeglijke naamwoorden die staan voor zelfstandige naamwoorden van oorspronkelijk mannelijk woordgeslacht, krijgen vaak de n-uitgang: diejn stienkenden bok, diejn rieken boer. Veel bijvoeglijk naamwoorden die naamwoordelijk deel van een naamwoordelijk gezegde zijn, eindigen op e, vb. ´k Bin èrg blieje Dat vleis is èrg diere. Die veint/vent is èrg dikke. Dit laatste verschijnsel komt het meest voor op Goeree, in het West-Flakkees in mindere mate en in het Oostflakkees in het geheel niet. BIJWOORD Bijwoorden zijn woorden die vaak plaats, tijd, hoedanigheid of omstandigheid in een zin aanduiden, bijv. : hier, daar, nu, vroeger, zo, mooi, moe, gelukkig. Ergens en nergens zijn in het Flakkees èrgens en nèrgens. In het Goerees wordt vaak iejvers en niejvers gebruikt. Verdere bijzonderheden: hierheen: ditop(G) daarheen: gintop(G), guntop (O) beneden: ommelêêge(G). on(g)der(O) laatst: lest(en, ong(d)erlesten zeer/veel èrrug, hard(e), vrêêd

Van sommige bijwoorden zijn de vormen op -e nog in gebruik: dichte dikwijls, Hie komt nogal dichte. duchte dicht(bij), Komt niejt te duchte bie. lange langdurig, Hie heit hier lange ‘eweund. Deze vormen komen vrijwel alleen op Goeree voor. Vorming van bijwoorden gebeurt soms van een bijvoeglijk naamwoord + verkleinwoorduitgang -je, (uitgesproken als -ie) + s: zoew’íes zoetjes: Hie woordt zoe’iesan oud. zachies zachtjes: Doew assieblief zachies an. Het is inmiddels al weer een tijdje geleden dat men op Goeree ouderen nog de dubbele ontkenning niejt en hoorde gebruiken: ‘k Zègge je toch, dat ik ’t niejt en weet. Toen ik in de jaren tachtig van de vorige eeuw voor het regioboek over de dialecten op Goeree-Overflakkee schreef, nam ik dit verschijnsel nog regelmatig waar. Ook merkwaardig is de toevoeging ik: Hei joe dat van heur (g)ezeid? Nêên ik! In gêên geval. TELWOORDEN De hoofdtelwoorden van 1 t/m 19 hebben de volgende vorm: êên, jin (RK) twêê drieje viere vuuve/vijf zesse zevene achte negene tiejne

elleve twèlve/twaolve dertiejne, dortiejne vièrtienjne vuuftiejne/vijftiejn (Oude-Tonge) zestiejne zeventiejne ach’tiejne negentiejne

Worden telwoorden bijvoeglijk gebruikt, dan vervalt de e-uitgang: Diejn boer heit twèlf koeien in driej paeren. ’n Nist mit vêêrtiejn ganze-eiers. Het telwoord zelfstandig gebruikt: Wiele binne mit z’n zessen, achttiejnen Dat is denden al die valt. Hie is derdes, vierdes, enz. De tientallen gaan als in het Algemeen Nederlands: twintig, dertig, veertig enz. Het is wonderlijk dat tachtig met een t begint, eigenlijk zou het achtig moeten zijn. In het dialect van Ouddorp hoorde je vroeger ook wel: tseventig, tachtig, tnegentig. Hoe is die t te verklaren? Het is waarschijnlijk nog een restant van het vormen van de tientallen in het oud-germaans. Tientallen werden toen gevormd met het voorvoegsel ant: sibunta is zeven, antsibunta is zeventig. In dialect is de t ervan overgebleven bij sommige tientallen. In het Algemeen Nederlands is die t constant in tachtig bewaard gebleven.

15


De rangtelwoorden worden gebruikt als in het Algemeen Nederlands. In het Ouddorps wordt door sommigen voor derden driejden gebruikt.

week een aantal vraogen uit je vraogeboekje leren. Je zou normaal vraeg verwachten, maar vraog klonk toch wat plechtiger dan vraeg.

Enkele bijzonderheden bij de onbepaalde hoofdtelwoorden: allemaele - allen alletwêê (bei) – beide alderleie – allerlei vierderhand enz. – vierderlei

Naast geloof was er ook veel bijgeloof. Als je te dicht bij het water kwam of op het deksel van d’n tras (regenbak) ging zitten, werd gezegd: ‘Pas op, want d’n broewlôôzen zal je er intrekken. Hoe dit woord te verklaren? Men bedoelde een watergeest, dus een wezen zonder vlees en bloed. Het woord is dan ook een verbastering van de bloedloze.

TUSSENWERPSELS Een tussenwerpsel is een uitroep, die buiten de woordvolgorde staat. Het kan gaan om een enkel woord, een hele woordgroep, of zelfs een hele zin die een expressie van emotie is. Het is een open woordklasse, want er komen geregeld nieuwe tussenwerpsels bij, zoals de betrekkelijk nieuwe oké, shit en vet. Bekende voorbeelden van tussenwerpsels zijn: au, pst, oh, bah. enz. Ook vloeken, bastaardvloeken en krachttermen moeten tot de tussenwerpsels gerekend worden. In de dialecten op Goeree-Overflakkee horen we: pel pel, is ’t gêên waer?, ik docht dat je wat zei, ee in Dat is toch vrêêd leuk, ee? Dat vrêêd komt ook zelf als tussenwerpsel voor: Vrêêd, wat ’n drukte. Ook bastaardvloekjes als vergeme, vergemesie, goh, getver worden gehoord.

Van sommige mensen werd gezegd dat ze beeldwit waren. Die konden zaken voorspellen. Ook werd gewaarschuwd voor hoosjepik. Dat was de duivel in eigen persoon. Paddenstoelen werden hôôsjesbrôôd genoemd. Men vond het maar vreemd dat die paddenstoelen zomaar als het ware plotseling uit de grond verrezen waren. Vooral als uit de hoed stukjes opgegeten leken te zijn. BESLUIT

GELOOF EN BIJGELOOF

Dit was dan de laatste aflevering van de Toffe uutdruksels. Veel is er nog over dialect te vertellen, maar er zijn nu eenmaal grenzen. Dialect is rijk aan taal. Veel uitdrukkingen zijn verdwenen, vooral degene die verbonden waren met nu verdwenen beroepen. Zo waren er vroeger veel spreekwoorden en gezegden ontleend aan de zeilvaart, maar wie ziet nog vissers of vrachtvaarders met een zeilschip uitvaren?

Voor sommige woorden die met kerk en geloof te maken hadden gebruikte men ook een andere klank. Zo werd de catechisatie de vraogkèrkje genoemd en moest je elke

Wie meer wil weten moet maar eens zoeken in het (sprekende) Woordenboek der Zeeuwse dialecten, dat op www.zeeuwsedialect.nl te raadplegen is.

illustratie: Nienke van Rossum


TOFFE UUTDRUKSELS HET WEER De locht stôôt/staet strek:

er is geen wolkje aan de lucht

’t Is ’n lochje as ’n gepoeste laerze:

een erg donkere lucht

D’r is verloap in de locht:

de lucht voor of na een onweersbui

‘Lochje licht, de juun een daelder:

als het weer beter wordt, stijgt de prijs van de uien

’t Is ’n hoage wind:

de wind komt uit het noorden

De welle/zienkpit stienkt:

we krijgen regen

“Droaiende winden in uutloapende vrouwen binne nie( j) te vertrouwen” GELD, HANDEL EN ZAKEN Hie bluuft dôôd op ’n cent:

is erg gierig

Hie schiet nie(j)t voor elleve, in dan is ’t nog dun:

hij is niet scheutig, gul

De plokke/ruuve hangt hoag(e):

het is er armoedig

Hie heit alles op heur bemaekt:

alles aan haar nagelaten.

Hie zit nog al kittug in de pepieren:

heeft veel effecten, is bemiddeld.

TIJD EN TIJDBEPALING M’n wazze nog bie den lichten thuus:

nog voor het donker thuis

In de zeumer maeke ze lange schooven:

werken ze lang door

’t Is bie of omtrent ’n uure loape:

het is ongeveer een uur lopen

Ze heit d’n tied an d’r eige:

ze heeft voldoende tijd

’t Lange lelletje zoeke:

proberen tijd te rekken door een kind dat naar bed moet

Kwà zei buure, in ze bleef nog ’n uure:

stelde haar tijd om te vertrekken steeds maar uitl

Ka j’ dat amparsant voor m’n doewe:

tussen het andere werk door even doen

GELOOF EN ONGELOOF Bidde voor je stik:

bidden voor de maaltijd

Hie is veranderd:

hij is bekeerd

Heur heit ’n aor leven lêêre kenne:

ze is bekeerd

Dat is nie(j) angenaem voor ’t vleis:

niet begeerlijk voor een mens in zijn natuurlijke staat

Dien dominee is zôô lucht as hoppe:

heel erg gemakkelijk in de leer

Hie is zôô gejoge of hoosje achter z’n zit:

hij voelt zich gejaagd

Hie kan hoosje in z’n moer an:

hij is erg verkwistend

’t Is of hoosje d’r mit speel/speult:

alles zit tegen

17


We gaan op reis en nemen mee...

100.000 VOLGERS! EEN FLAKKEES JONG STEL BESLUIT IN 2016 VIER MAANDEN TE GAAN BACKPACKEN IN AZIË. ZE BELOVEN FAMILIE EN VRIENDEN DAT ZIJ HEN OP DE HOOGTE HOUDEN DOOR FOTO’S TE PLAATSEN OP INSTAGRAM. DAT IS NOG NIET ZO BIJZONDER...

Tekst: Anne Karsbergen Foto’s: Salt in our hair

Voordat hun reis begint wint Nick, webdeveloper, een GoProcamera en maakt hiermee prachtige beelden. Hannah, grafisch ontwerper, bewerkt de foto’s op zo’n manier dat ze opvallen. Niet alleen bij familie en vrienden, maar bij mensen over heel de wereld. Inmiddels volgen zo’n 100.000 mensen dagelijks de foto’s die Nick en Hannah op Instagram plaatsen. Het reisavontuur bleef niet bij vier maanden backpacken. Het stel heeft grootse plannen! Ik heb het over Nick Noordijk (25) uit Dirksland en Hannah Spelt (24) uit Oude-Tonge. Na hun eerste reis starten ze hun reisblog op om ervaringen te delen, wonen ze bij Hannah’s ouders in huis om geld te besparen en proberen ze zoveel mogelijk te reizen naast hun toenmalig vaste baan. Inmiddels 2 jaar na hun eerste reis en heel wat nachturen werk verder hebben zij hun vaste baan kunnen opzeggen om volledig te leven en reizen van de inkomsten uit hun Instagram en reisblog.


Hoe is dit zo ontstaan? N&H: “Geluk hebben én keihard werken! Tijdens onze eerste reis reageerde GoPro (grote Instagram pagina) op één van onze foto’s op Instagram. We kregen er direct 2.000 volgers bij. We kregen van alle kanten waardering voor de foto’s die we maakten en werden extra gemotiveerd om door te zetten. We startten ons reisblog, leerden meer over fotografie en plaatsten iedere dag een foto op Instagram van onze reizen. Na een jaar begon het blog te lopen, kregen we serieuze aantallen op Instagram en nodigde GoPro ons uit voor een reis naar Mallorca. Hier kregen we betere camera’s en werden we benoemd als ambassadeurs. Door het aantal volgers op Instagram en de type foto’s die wij maken werden we ook door andere merken benaderd. We hebben 1,5 jaar lang iedere dag aan het merk ‘Salt in our Hair’ gewerkt. (Die naam is trouwens ontstaan doordat we vaak in de buurt zijn van de zoute zee in Ouddorp). De mooiste plaatsen ter wereld verkennen en tegelijkertijd geld verdienen. Hoe doe je dat? N&H: “We beantwoorden dagelijks e-mails, schrijven blogs, werken aan video’s, we fotograferen en plaatsen foto’s op Instagram. Ook houden we reacties op onze foto’s en blogs in de gaten en proberen we zo vaak mogelijk iets terug te sturen. Per dag zijn we er zo’n zes uur per persoon mee bezig (7 dagen per week). Om zoveel mogelijk beelden te kunnen maken en te schrijven over de locaties, zijn we naast onze toenmalige vaste baan blijven reizen. We benaderen hotels, toeristenbureaus en kledingmerken met de vraag of zij met ons willen werken. We verdienen nu onze boterham door deals via Instagram en sinds een half jaar door inkomsten via ons blog, waar inmiddels 30.000 bezoekers per maand komen. Hoe zijn de reacties? Worden jullie herkend? N&H: “We worden er eigenlijk niet echt over aangesproken op Goeree-Overflakkee. We denken dat de meeste mensen van onze leeftijd wel weten wat wij doen. Maar iedereen is

Nick en Hannah volgen? www.instagram.com/saltinourhair www.saltinourhair.com

hier (gelukkig) zo nuchter. Vrienden hebben eigenlijk nu ook pas door hoe groot het is geworden. We worden tijdens het reizen wel vaak herkend door andere backpackers. Meestal herkennen mensen Nick aan zijn krullen! Laatst werden we uitgenodigd om te spreken op een grote toeristenbeurs in Breda. Mensen konden zich inschrijven per thema en tot onze verbazing zat onze workshop het eerst vol!” Ook CNN en National Geographic schreven een artikel over ons wat heel cool was! Afgelopen juni heeft onze blog ook een award gewonnen wat een kleine kroon op al het harde werken was. Maar dat we nu in TOF magazine komen, vinden we ook tof! Dan snappen mensen op het eiland ook wat beter wat we doen.” Heb je tijdens het reizen ook wel het idee dat je op vakantie bent? N&H: “Natuurlijk geniet je van de omgeving en wat er om je heen gebeurt, maar daarnaast is het ook onze inkomstenbron. We moeten blijven werken, anders houdt het reizen ook snel op. We kunnen natuurlijk niet stil blijven op social media en zoeken elke dag de mooiste plekjes om te fotograferen en filmen. Uitslapen is vaak geen optie. De zonsopkomst staat regelmatig op onze camera!” Hoe zien jullie de toekomst? N&H: “We hebben het gevoel dat dit pas het begin is en hopen de komende jaren nog veel te reizen. We gaan ook meer op YouTube inzetten en ons best doen ook daar groter te worden. Zuid-Amerika staat op ons verlanglijstje om te bezoeken.” En uiteindelijk weer terug naar Goeree-Overflakkee? N&H: “In de verre toekomst zien we onszelf weer wel op Goeree-Overflakkee wonen. Het ideaalbeeld is dat we twee huizen hebben. Eén bij het strand in Ouddorp. En één in het land dat het beste bevallen is. We plaatsen soms foto’s van onze ‘thuisbasis’. Een foto tussen de tulpen leverde bijvoorbeeld tienduizenden ‘likes’ op en we kregen reacties vanuit heel de wereld. Dat was mooie promotie voor het eiland! We zijn nu ook met de gemeente bezig om het eiland te promoten via onze kanalen. Dat is ook een leuke en spannende uitdaging voor ons!”

19


@dt_fotografie

@marit

@edwinvanbalen

@marlie

@ Joost van Wijk

@pietsperling

@matkoole

@heleenvdmade

@ingritraven


@louisijsselstein

@kevinplaisier84

Wil je jouw kiekje terugzien in de volgende editie van TOF? Plaats ‘m op Facebook (Trots Op Flakkee), Twitter of Instagram met: #trotsopakkee @matkoole

@melanievdvalk

@wilmasmit

@pietsperling

@peter.hermeling

@jarno_photos

@elbertkeizer

@Ellen van den Doel

21


Kiek, hier laope twee kleine zilverreigers. Die zie je zelden!

tekst: Alex van Kampen foto’s: Leonard Braber en Piet van Loon


Op safari met… BOSWACHTER PIET VAN LOON VERTELT OVER DE SLIKKEN VAN GOEREE-OVERFLAKKEE

23


P

iet van Loon is één van de drie boswachters op

geworden. “Een droom die waar is geworden.”

Goeree-Overflakkee. Hij is onderdeel van de

Piets werkdag is nooit hetzelfde. Hij houdt zich veel bezig

beheereenheid regio Zeeland-Noord. “Klinkt raar

met publieke zaken zoals recreatie en excursies. Het is

want we staan nu op de Slikken van Flakkee en

veel overleggen met externe partijen, van provincie en

niet in Zeeland. Dat komt omdat de Slikken een onderdeel

waterschap tot wandel- en mountainbikeverenigingen.

zijn van de Grevelingen en die valt onder beheer van Zeeland-Noord. Eigenlijk mag ik de Slikken wel mijn

De regelgeving en toegang moet hij ook handhaven. “Dat

gebied noemen”, zegt de goedlachse boswachter met

is niet alleen om de dieren te behoeden voor de mensen,

trots. Neemt niet weg dat zij veel samenwerken met

maar zeker ook andersom. We hebben op de Slikken Zuid

de beheereenheid Zuid-Hollandse eilanden omdat de

140 heckrunderen lopen. Prachtbeesten, maar bijzonder

gebieden elkaar overlappen.

onvoorspelbaar en daardoor soms agressief. Het is een kruising met onder andere een Spaanse vechtstier dus…”

Piet is 23 jaar en een rasechte Flakkeeënaar. Hij bracht

Piet kijkt mij aan met een ‘je begrijpt me wel he’-blik.

van kinds af aan al bezoeken aan natuurgebieden

“Loop dan liever door de Slikken Midden, een prachtig

met familie en sloot zich later aan als vrijwilliger

open gebied met verschillende wandelroutes waar de

bij natuurorganisaties. Vanuit die passie is hij

vriendelijke Schotse Hooglanders lopen.””Moeten we nog

Natuurlandschap en Recreatie gaan studeren aan de

opletten voor de Aziatische hoornaar?”, vraag ik ‘m. ”Ha

Hogeschool Holland in Delft. Zo is Piet boswachter

ha ha, nee hoor zelfs de Europese hoornaar is nog niet gespot.” GEHEIM Hij neemt me mee naar een van de twee nieuwe belevingsplekken op de Slikken van Flakkee-Zuid. Eerder een goed bewaard geheim, waar alleen de medewerkers van Staatsbosbeheer mochten komen. Maar nu een punt midden in het gebied waar vanuit je over het zuidelijke deel van de Slikken kijkt.


Eenmaal aangekomen overvalt je de rust. We hebben geluk, want Piet spot twee kleine zilverreigers in het water. “Die zie je hier maar zelden.” Hij pakt snel zijn smartphone en zet zijn verrekijker tegen de lens. Het resultaat is doeltreffend. “Een mooi plaatje voor op Facebook. We maken veel gebruik van social media. Het is ook een belangrijke onderdeel van mijn werk geworden. Heel soms komt er eens een zeearend op bezoek en voor zulke momenten heb ik altijd een camera in de auto liggen.” Het uitkijkpunt wordt ook wel een wild-arena genoemd. Dit heeft meer te maken met het feit dat de runderen, de vele reeën en fjordenpaarden hier niet in kunnen komen, maar als je geluk hebt kun je omringd worden door de beesten. Een leuke bijkomstigheid is dat de Noorse woelmuis zich bijzonder prettig voelt in deze afzetting. Die

wereld is een vallei met deze bloemen die ze jaarlang moeten onderhouden om de witte schoonheid te bewaren. En hier, op de Slikken, schiet het de grond uit als paddenstoelen. Mooi he?” In de maanden maart tot juli heeft het gebied een belangrijke functie als broedplaats voor de vele kust- en watervogels die hier nestelen. Denk aan strandpluvieren, maar ook kluten en sternen. Zelfs wordt een groot deel van het gebied geschikt gemaakt voor ganzen om te grazen en broeden zodat deze de boeren minder tot last zijn. Uniek is het feit dat het een stilstaand zoutwatergebied is. Zo bloeit en groeit hier zeekraal in een volume dat landelijk weinig voorkomt. De zeekraal kleurt begin september rood, wat een prachtig kleurenpallet geeft op

houdt namelijk niet van grazig gebied. “Ik zie je denken, wat doet de Noorse woelmuis op Goeree-Overflakkee? Nou”, zegt Piet, “het feit dat-ie hier zit vertelt veel over de kwaliteit van het natuurgebied. Als deze muis in een gebied leeft dan is het gehele ecosysteem aanwezig en heerst er een zeer gezonde habitat in het gebied.”

“de Noorse woelmuis voelt zich bijzonder prettig in deze afzetting”

de Slikken. “Fotogeniek zijn de Slikken zeker”, zegt Piet. ”Je kunt verre reizen maken en daar zal vast mooie natuur zijn, maar ik nodig de mensen graag uit om eens mee te gaan op excursie en te zien hoe mooi het hier is. Misschien spot je de Big Five van Goeree-Overflakkee wel. De Slikken zijn wat dat betreft in één woord te vangen…TOF.” Lachend stappen we in de auto van Staatsbosbeheer en rijden we naar de uitgang. Indrukwekkend, dat zijn de Slikken zeker. Een absolute aanrader om er eens een paar uur te genieten.

CADEAUTJE De Slikken zijn uitermate geschikt voor gevarieerde flora en fauna, vertelt Piet. En terwijl we lopen schiet hij op de knieën het gras in. “Kijk eens naar dit veld met parnassia. Een cadeautje van de natuur. Elders op de

25


Toe maense

kieke Door de lens van Anne-Marie Vermaat


27



29


WE MOTTE ‘T ES EVEN HEBBEN OVER

de blommetjes

en de bietjes B

ijen doen goed werk. Ze

Brabant benaderden hem met de

nemen zo’n 80 procent

vraag of ze hun bijenkasten neer

van de bestuiving van

mochten zetten op zijn land. Bijen

ons voedsel voor hun

halen namelijk veel nectar uit de

rekening. Helden dus, die bijen! En

teunisbloem. Het gevolg: heel veel

een imker die in zo’n groot wit pak

honing! Arie hielp de imkers en daar

tussen de zoemende, vliegende beestjes met scherpe angels

haalde hij veel plezier uit. De imkers schonken hem toen zijn

in gaat staan… die vinden wij ook best heldhaftig!

eerste bijenvolk. “Een eerste volk mag je volgens traditie niet kopen, maar moet je krijgen”, aldus Arie. Hij begon met twee

Een zwerm bijen in je tuin, daar worden de meeste

volken en heeft er inmiddels acht. Bij een volk horen zo’n 40

mensen niet blij van… Maar ga zeker niet aan de slag met

tot 50 duizend bijen. Per volk ‘wint’ hij 10 tot 20 kilo honing

bestrijdingsmiddelen, bel een imker in de buurt! Die haalt

per seizoen. En de bijen steken hem bijna nooit. Arie: “Dat

‘zijn volk’ graag weer terug. Want, “als in de buurt een

laat ik niet gebeuren! Ik kan er niet zo goed tegen en zwel

bijenzwerm wordt gemeld, is de kans groot dat ze van mij

dan helemaal op. Gelukkig steken bijen alleen als ze in nood

zijn,” aldus (hobby)imker Arie de Lint (55) uit Oude-Tonge.

zijn. En ik kleed me goed aan.”

“Afgezien van zo’n enkele verdwaalde zwerm, komen de bijen na hun bezoek aan de bloemetjes weer netjes terug naar

NATUURMENS

de plaats waar hun kast staat. Bijen zijn net postduiven. Ze

Het imkeren doet Arie als hobby. “Ik ben een natuurmens

weten precies waar ze vandaan komen en vliegen nooit een

en ik geniet van het gedrag van de bij… Het is zo bijzonder!

verkeerde kast binnen. Ik heb eens een volk cadeau gedaan

Je moet een bijenvolk niet zien als meerdere diertjes: ze

aan iemand in Herkingen. De volgende dag waren ze allemaal

handelen als één individu. Ze communiceren goed met elkaar

weer terug op mijn boerderij.”

en hebben allemaal hun eigen taak. Het is zo mooi om het hele proces te volgen.” Arie ziet zichzelf als een ‘natuurimker’.

HONDERDDUIZENDEN BIJEN

Hij laat de bijen zoveel mogelijk hun gang gaan en gebruikt

Arie begon dertig jaar geleden als imker. Hij is akkerbouwer

alleen natuurlijke middelen. Arie: “Mijn volken zijn daarom

en verbouwde de destijds populaire teunisbloem. Imkers uit

niet altijd sterk. De honingopbrengst zou op een andere

tekst: Anne Karsbergen foto’s: Leonard Braber


manier wellicht hoger zijn, maar daar gaat het mij niet om.”

of boom. En daarom is bestuiving door bijen

BIJENBOEKEN

ook zo effectief: ze zullen

Imkers op het eiland delen kennis, tips en trucs met elkaar

nooit eerst op appelbloesem

binnen de vereniging ‘Imkers van Goeree-Overflakkee’. Daar

zitten om vervolgens een perenboom

merk je dat iedereen zo zijn eigen methodes heeft. “Je kan

te bestuiven.”

nog zoveel boeken over bijen lezen, maar het probleem is dat de bijen die boeken zelf niet lezen”, grapt Arie. “Het

VERSCHIL MET DE SUPERMARKT

gaat altijd weer anders dan je verwacht. Maar, ik moedig

In de supermarkt lijkt de honing echter

beginnende imkers wel aan om een aantal cursussen te

altijd dezelfde kleur te zijn. Arie: “Ik ben

volgen. Want het is zeker niet makkelijk. Die basiskennis heb

niet zo’n fan van supermarkthoning. Die komt

je nodig.” Het kost overigens niet per se veel tijd om imker

vaak uit landen als China en Rusland en wordt in

te zijn. Je moet vooral de dingen op het juiste moment doen.

grote vaten naar Nederland gebracht. Daar wordt het verhit,

Daarom kijkt Arie elke dag wel even naar de stemming en het

want anders krijgen ze het niet in potjes. Door het

gedrag van de bijenvolken en of er geen gekke dingen zijn.

verhitten vergaan alle goede stoffen. Eigenlijk hou je dan

Eens in de zoveel tijd is hij één of twee dagen honing aan het

alleen de zoete smaak over. Alle goede enzymen zijn eruit.

‘slingeren’.

En bovendien weet je niet wat voor bestrijdingsmiddelen er worden gebruikt in die verre landen. Ik zou het lekker bij

KLEUR EN SMAAKVERSCHIL

‘koudgeslingerde honing’ van de imker in de buurt houden!”

Arie laat me twee potten honing zien. Het valt me op dat de kleur van de honing van elkaar verschilt. De ene pot honing kleurt naar het roomwitte toe, de andere pot is goudgeel. Arie: “Dat komt door de verschillende bloemensoorten waar de bijen op vliegen. De honing smaakt en kleurt hiernaar. Daardoor is er ook verschil tussen de honing in het voor- en najaar. Elke bij vliegt overigens wel altijd op dezelfde bloem

HONING VAN ARIE PROEVEN? Dat komt goed uit: we mogen een paar potten ‘Flakkeese honing’ van Arie weggeven! Hou Facebook in de gaten… Of kijk op www.bijenGO.nl voor de contactgegevens van de imkers op het eiland. Biezzzzonder lekker! 31


GOERIEËRS KUN JE OM

Fransje, goo joe bie Neele van Flupje effe ‘n ojnsje

de boodschappenwagen van Hannes Bas. De ijzerbeslagen

koffie haele. In bring dan geliejk ’n maetje mellek bie

paardenhoeven en wagenwielen maken flink kabaal op de

Miet van Keesje Teun op ’t Bekof.” Eigenlijk heeft ‘ie

kinderkopjes.

niet zo’n zin. Het is nog wel zijn verjaardag. Aan de haven is het een drukte van belang. Beurtschipper

Maar op moeders verzoek verlaat Fransje braaf met een

Dirk van Gelder laadt net een forse partij Goereese en

half litertje melk zijn ouderlijk huis aan de Catharinastraat.

Ouddorpse uien aan boord. De GO-2 van Hans Orgers ligt

Schuin tegenover de schuur waar vader de koemelk afroomt,

ook op z’n plekje. Op de kade zijn Orgers en zoon Gerrit

ziet hij oude Jans, de vrouw van Jan Hoogmoed de olieboer,

drukdoende de netten te koken in een grote ton “kesjoe”.

voor haar huisje staan. Hoogmoed zelf komt net aan met de

Een turfschip wordt gelost, olievaten rollen met veel

“ooliekarre” waarmee hij “peeterolie” rondbrengt. Die komt

gerammel over de keien en bij “‘t Café van Maore” nemen

zeker even “tuus een bakkie doeë”, denkt Fransje.

wat vroege klanten hun “elfuurtje”.

Halverwege de straat werpt hij een nieuwsgierige blik in

Fransje wurmt zich langs het werkvolk. Nu eerst maar dat

de timmermanswerkplaats van Leen Kleijn. De elektrische

maatje melk zien kwijt te raken. Over de Markt, langs de

zaagmachine maakt flink wat leven. Dan de hoek om naar

smederij van “d’ouwe Kluute” Kees Van Wijk en dan de brug

de Noordzijde Haven. Hij moet schielijk plaatsmaken voor

over. Op de Zuidzijde Haven passeert Fransje de winkel van

Tekst: Renée Bron


Jannetje Jansen waar je hoeden, petten, mattenkloppers

fotograaf, een commissionair, talloze kruidenierszaken en

en bretels kan kopen. In de etalage ernaast liggen de

zelfs een “Sjemin”, zoals de Jamin-winkel van Klaas Tanis en

“chocolaad, cadetjes en bolissen” van bakker Everaers.

Grietje Breen genoemd werd. Met name de Pieterstraat was

Voor het winkeltje van Dimmen Hoek staat de baas zelf.

een heuse, levendige winkelstraat met wel twintig winkels

Die gaat net met zijn hit “de pad op” om hemden, broeken,

en ambachtslieden.

boezeroens en kousen aan de man te brengen in het buitengebied. Miet van Keesje Teun wacht hem al op met

UIT NOOD GEBOREN

een praatje: “M’n kind, woor je noe vandaege al tiejn jaer?

Voor een deel was deze bedrijvigheid overigens uit nood

Dat is dan je eerste kroonjaer, weet je dat wel.” Fransje geeft

geboren. Met de nering vulde menig winkelierster het karige

haar de melk, loopt terug naar de Markt en slaat linksaf.

loon van haar man aan. Kleine boerenbedrijfjes verkochten “vanuit de deur” melk en boter. Zo ook Jaop van Heest en

De eerste winkel in de Pieterstraat, de smalle winkel met de

Jaen Huubje, de ouders van Frans. Zelf was Frans tientallen

hoge stoep, dáár moet hij zijn. Op de kleine toonbank, de

jaren melkboer in Goeree: ”As m’n jeugdjaeren meetelle,

“hoekbank” op z’n Goerees, staat een flinke koffiemolen met

dan ha ‘k vuufinvuuftig jaer bie Miet van Keesje Teun mellek

handvatten aan weerszijden, zodat met twee handen tegelijk

bezurregd.”

gemalen kan worden. Winkelierster Neele Tanis, de vrouw van Flip den Eerzamen, en dus beter bekend als Neele van

Het ondernemersgen gaf Frans door aan zijn zoon Klaas

Flupje, pakt een schep koffiebonen uit de grote rode bus

die jarenlang de supermarkt runde aan de Goereese

achter haar, maalt de bonen en weegt het maalsel op haar

Doelweg. Tot voor kort, want afgelopen september droeg

weegschaal met glanzend gepoetste koperen gewichten.

Klaas de zaak over aan een nieuwe generatie Goereese

Even later kuiert Frans met een papieren puntzakje gevuld

‘neringdoenden’: Pieter en Marjan den Eerzamen. Den

met koffie langs de drukte van de haven terug naar huis.

Eerzamen? Jawel, Pieters betovergrootvader was ‘Flup’ van

Hopelijk is hij de rest van de dag vrijgesteld van “loape” met

winkelierster Neele van Flupje! TOF dat Goedereede steeds

boter en melk. Het is tenslotte zijn verjaardag.

weer mensen met durf en ondernemerszin voortbrengt!

EEN BOOSCHAP STIERE BENODIGDHEDEN EN VERTIER Frans van Heest, met wie wij zojuist een denkbeeldige wandeling door het Goeree van voor de oorlog maakten, is inmiddels 90 jaar. Twaalf jaar geleden liet hij ons met zijn tweedelige boekwerk ‘Neringdoenden in Goedereede; Een terugblik in de jaren dertig’ kennismaken met de meer dan zeventig Goereese winkeliers, ambachtslieden en handelaren uit zijn jeugd. Via fictieve gesprekken met de ondernemers van toen, beschrijft hij een tijd waarin de eilandbewoners hun benodigdheden en vertier voornamelijk zochten en vonden in de eigen woonplaats, een tijd waarin de Goereese haven nog in vol bedrijf was. Goedereede telde toen onder meer drie bakkers, twee smederijen, meerdere timmermanswerkplaatsen en schildersbedrijven, twee schoenmakers, een kleermaker, drie kappers, verscheidene olieboeren en cafeetjes, een

33


tekst: Coen van Nimwegen foto’s: Leonard Braber


Spetteren, kliederen en klimmen Het toffe test team (eindbazen!)

COEN & MAKKERS TESTEN “DE BUUTENPLAETS�

Er waren helaas wel veel brandnetels en er was blauwalg. Aan blauwalg is niks te doen, maar het is misschien slim om de brandnetels te maaien, want als je van de boeischommel af valt lig je er middenin en dat is niet fijn. Maar dat zijn volgens ons de enige twee nadelen van de speeltuin. Nog een voordeel: een glijbaan die lekker hard gaat. In de zomer zijn er evenementen, zoals bijvoorbeeld vlot bouwen, een klimwand en bamboe-bouwen. Deze evenementen kan je vinden op de website: www.buutenplaets.nl. Maar aangezien het nu bijna herfst is, hebben wij dit niet kunnen testen. Ik weet wel bijna zeker dat dat ook leuk is, net als de rest. EILAND GEMAAKT

H

allo, ik ben Coen van Nimwegen en ik ben 11 jaar. Samen met mijn vrienden Marien Bosman en Daan Vreeken ben ik bij speeltuin de Buutenplaets geweest voor een test of het leuk is of niet. De Buutenplaets is een natuurspeeltuin bij de Galathese haven en Paviljoen Sluishaven.

Wij hebben daar op een schommel gezeten van zes stukken hout en een touw. Hij is heel instabiel en moeilijk om op en af te komen, maar dat maakt het juist leuk. Er is ook een buis door een heuvel gemaakt waar je lekker doorheen kan rennen. Wij hebben gevaren in een wit bootje, dat je alleen met een lange stok vooruit kan duwen. Het is moeilijk om te blijven staan, maar daardoor ook juist leuk, vooral bij harde wind. Dan is er een sterke stroming en is het moeilijk om een kant op te varen. Er is verder een soort lange driehoekvormige tunnel op de grond, gemaakt van takken. En nog een ander soort schommel, gemaakt van een boei en een touwtje aan balken. Dat is heel grappig, omdat je er niet goed op kan komen. Er zijn ook picknickbankjes voor je ouders. En een soort pier en een steiger, waar je met het bootje aan kan leggen.

Wat wij het leukste vinden is de waterpomp: door een soort houten geulen die aan de bovenkant open zijn stroomt het water naar de plas. Je kan daar heel goed met stenen en hout dammen en dijken bouwen. We hebben van een plat blok een eiland gemaakt, het eiland mocht niet overstromen. We moesten dus net als in het echte leven dammen en dijken bouwen. We hadden er twee in de bakken en drie op het land, waar de bakken uitkomen. De eerste twee dijken in de bakken braken en het water stroomde verder naar de eerste dijk. Na drie kwartier brak

die pas, wat ons tijd gaf om de extra derde dijk te bouwen. De tweede was de beste, die heeft het misschien wel een uur volgehouden, maar toen stond het water zo hoog dat het eroverheen ging. De extra dijk was in een kwartier kapot en een kwartier later was het eiland weggestroomd. Na een heerlijke dag spelen kan je naar het paviljoen om een ijsje te halen, een frietje te eten of even een bakkie doen. Op het terras van het paviljoen kan je, heel gaaf, kijken naar de boten die op het Volkerak varen. We gaan er alle drie zeker nog een keer naartoe. Dan willen we er soldaatje gaan spelen want je kan je daar ook heel goed verstoppen. We hebben er alle drie van genoten en raden het zeker aan om er te gaan spelen. 35


1 februari 1953

De ramp HET WARE VERHAAL

OP GOEREE-OVERFLAKKEE BEN

“In Oude-Tonge zijn twee zwaartepunten als je het over

JE VAN VÓÓR OF VAN NA DE

is en waar nu de Zweedse woningen staan, en het

RAMP. DE WATERSNOOD VAN 1953 HEEFT DIEPE SPOREN GETROKKEN IN HET LAND EN DE ZIEL VAN DE BEWONERS.

T

de Ramp hebt: de Julianastraat, die zwaar getroffen massagraf. Die twee punten liggen een eind uit elkaar, zodat onze wandeling ongeveer anderhalf uur duurt. Deze punten móét je benoemen, dus kan het niet korter”, zeggen Jaap van Nieuwenhuijzen en Chantal van Burg voorafgaand aan de rondleiding door het dorp. Beiden zijn Watersnoodambassadeur. Van Nieuwenhuijzen (80) is van vóór de Ramp, Van Burg (35) van ver erna. Ze behoren tot een groep van ongeveer vijftien Watersnoodambassadeurs, die een opleiding

och is er veel gezwegen. Spreken over de fatale

hebben gehad om het verhaal van 1953 over te brengen.

vloed was te zwaar, de diepte van het leed te

Al wandelend, tussen plekken waar de geschiedenis bijna

groot. Tegelijk moet het verhaal van de Ramp

voelbaar is. In Stellendam, in Nieuwe-Tonge/Battenoord

klinken. Of beter gezegd: de verhalen. De

en dus ook in Oude-Tonge.

verhalen van de immense watermassa, het verdwenen land, de verdronken familieleden en buurtgenoten, de

We vertrekken vanaf hotel-restaurant Lely, in het hart van

strijd, het bovenkomen, de hulp, de vrijgevigheid, de

Oude-Tonge, bij de haven die deels gedempt is. Gelukkig

beteugeling van de zee. Waar komen die verhalen beter

is het regenen net gestopt. Je denkt: wat zou het uitmaken

tot hun recht dan in de dorpen waar het water het meest

als er druppels blijven vallen, wat stelt een paar tienden

huishield?

van een millimeter water voor in het licht van toen…

tekst: Kees van Rixoort foto’s: Jaap Reedijk en Streekarchief


OVERAL WAS WATER Het licht van toen, dat voel je op de Molendijk, waar het water vanuit de Molenpolder door de sloppen en de voordeuren heen spoot. “Er stond al een enorme massa water – 2 meter 80 boven het havenpeil, tot een maximum van 3 meter 80 – en toen kwam het springtij er nog bij. Je hebt laag en hoog springtij. Dit was laag springtij. Inderdaad, het had nog erger kunnen zijn. Maar het was erg. Heel erg. De elektrische noodklok deed het niet, want de stroom was uitgevallen. Een telefoon hadden veel mensen nog niet, dus alarmeren was niet of nauwelijks mogelijk. De mensen zijn overvallen door het water. Ze konden geen kant op. Waar moesten ze heen? Overal was water…” Onder aan de dijk is de Rooms-Katholieke kerk. Het water stond er meer dan tweeënhalve meter hoog. De deurposten waren niet meer zichtbaar. Na de Ramp, toen de kerk weer droog was, is naast een van die deuren een plaquette opgehangen. Een kunstig vormgegeven geheel met 132 mokerslagen: de namen van alle verdronken parochianen. Wat zegt de Watersnoodambassadeur?

37


“Oude-Tonge had toen ruim 3000 inwoners.

EEN EERBETOON

Meer dan driehonderd mensen zijn hier verdronken. Dat is nogal een hap uit je gemeenschap. Onvoorstelbaar…”

Al wandelend – het is nog steeds droog en af en toe

Het water joeg door de Nieuwstraat, met grote kracht, als

schijnt de zon – komen we in de Julianastraat, waar

door een trechter, recht op de Luchtbal af. De Luchtbal?

65 mensen verdronken. Er staan Zweedse woningen,

Ja, een wijkje met verouderde, niet al te stevige woningen.

geschonken na de Ramp. De meeste zijn nieuw, er

Alles verdween in de golven. En zo waren er meer

resten nog enkele originele. Via de Kolfweg, waar de

trechters.

woningen van de beter gesitueerden standhielden, het zandzakkenmonument en de verdwenen garage Tuns,

De Jozefdreef bijvoorbeeld: zeventien huizen weg, 36

waar de lichamen werden geborgen, arriveren we bij het

slachtoffers. En dat terwijl dorpelingen een halve dag

eindpunt: het massagraf. “Altijd weer indrukwekkend”,

eerder in de filmzaal om de hoek nog onbekommerd naar

zegt Chantal. “Een eerbetoon in de rondleiding.”

een film keken.

Terug in hotel-restaurant Lely vertelt Chantal dat ze


allang het idee had om het verhaal van haar voorouders

“Het ware verhaal, daar gaat het om. Er wordt over de

op papier te zetten. “Mijn overgrootouders zijn in 1953

Ramp ook van alles verteld wat niet klopt. Mijn doel is te

verdronken. Dat verhaal heeft me altijd beziggehouden.

laten zien welke enorme kracht het water kan hebben,

Op de basisschool hoor je als kind wel wat over de Ramp,

maar ook hoe de hulpverlening op gang kwam. De

maar niet zo uitgebreid. Hier op Flakkee ben je omringd

moddermeisjes met hun bezems en dweilen, de opvang

door water. Dat is mooi: je kunt zwemmen, varen, naar

van evacués, de hulpgoederen, spontane hulpacties, daar

het strand. Maar het water heeft ook diepe wonden

kun je niet omheen in je verhaal…”

veroorzaakt. Daar moeten we ons van bewust zijn. Jaap maakte de Watersnood van afstand mee, vanaf Daarom wil ik het verhaal van 1953 doorgeven en

Dintelsas zag hij het dak van zijn vaders boerderij boven

tot leven brengen. Ook voor kinderen, die je moet

het water uit steken. Het maakte diepe indruk en nog

uitleggen dat er geen bruikbare telefoon was...” Jaap van

altijd zal hij op een camping nooit kiezen voor een

Nieuwenhuijzen knikt, neemt een slok koffie en zegt:

dalletje… “Wees steeds alert”, is zijn boodschap.

Wie het verhaal van de Watersnood wil horen, kan zich via de VVV Goeree-Overflakkee aanmelden voor een rondleiding van een Watersnoodambassadeur. Er zijn wandelingen in Stellendam, Nieuwe-Tonge, Battenoord en Oude-Tonge. Naast de Watersnoodambassadeurs zijn er de gratis app ‘Naar Toen’ met bijbehorende boekjes en het magazine ‘de Ramp op Goeree-Overflakkee, van toen naar nu’. Boekjes en magazine zijn te koop bij de VVV, het Streekmuseum en de bibliotheekvestigingen. In Stellendam en Ooltgensplaat zijn bovendien Kunstkruimelroutes te lopen, die ook voor kinderen interessant zijn. Een en ander is gerealiseerd in het kader van de Erfgoedlijn Goeree-Overflakkee en mogelijk gemaakt door onder andere de provincie Zuid-Holland en de gemeente Goeree-Overflakkee.

Artikel mogelijk gemaakt door:

39


Goeree-Overflakkee

ONS EILAND VANUIT DE LUCHT BEKEKEN; HET IS EEN PERSPECTIEF DAT NIET IEDEREEN DAGELIJKS TE ZIEN KRIJGT. MAAR FLAKKEESE DRONEVLIEGERS WEL! VEEL VOLGERS GAVEN AFGELOPEN ZOMER MASSAAL GEHOOR AAN ONZE FACEBOOK-OPROEP AAN DRONEEIGENAREN OM HUN MOOISTE LUCHTFOTO’S EN –VIDEO’S IN TE STUREN VOOR EDITIE 5 VAN TOF MAGAZINE. EN DAAR ZATEN EEN PAAR MOOIE PARELTJES TUSSEN! HET LEVERDE VERRASSENDE BEELDEN OP, WAARVAN WE EEN SELECT AANTAL IN DEZE EDITIE HEBBEN GEPLAATST. De andere beelden hebben we samengevoegd in een mooie videocompilatie, te vinden via:

www.trotsopflakkee.nl/drones.

foto: Bjorn Mierop tekst Marijn Pannekoek


vanuut de locht

Tekst: Jaap Reedijk foto’s: de familie Kaptein en Jaap Reedijk. Met dank aan Bertrand van den Boogert 41


foto: Digi Damco

foto: Ellen van den Doel

foto: Edwin Tieleman


foto: Gerben Vries

foto: Laurens Minnaar

foto: Bjorn Mierop

43


Van wie bin joe d’r êên? BOEKENSCHRIJFSTER SASKIA MAASKANT

I

k ben er een van Piet van Piet van Piet Maaskant. Mijn

in onderdompelen. Tijdens mijn zwangerschapsverlof

overgrootvader heeft, samen met met mijn opa Piet en

in 2009 heb ik mezelf een deadline gesteld, namelijk de

zijn broer, Maaskant & Zn in Bruinisse opgericht. Later

schrijfwedstrijd ‘De Zoute Zoen’ van uitgeverij Davidsfonds

kwam daar Maaskant Shipyards bij in Stellendam. Daar

in België. De keuze om mee te doen aan deze wedstrijd is

werkt mijn vader nog steeds, al meer dan 40 jaar.

heel goed uitgepakt, mijn manuscript werd genomineerd voor de ‘Zoute Zoen Publieksprijs 2010’. Met dit boek, ‘De

Maaskant is een naam waar ik trots op ben. Mijn ouders

Verteller van Beorga’, debuteerde ik in het voorjaar van

hebben heel bewust voor de naam Saskia gekozen omdat

2011.

ze die naam mooi vonden klinken bij Maaskant. Toen ik getrouwd ben, heb ik geen seconde getwijfeld of ik onder

Hoe werkt dat eigenlijk, een boek uitgeven?

mijn eigen naam zou blijven schrijven. Voor mij is schrijven

Je manuscript is af (het is niet af, maar voor je gevoel heb

net zo privé als naar het toilet gaan, daar heeft niemand iets

je er de volle 100% aan gegeven). Je stuurt het op naar een

mee te maken.

uitgever en meestal wordt er dan een redacteur opgezet. Bij mijn eerste boek heb ik een leermeester gehad (Ed Franck,

Wanneer ben je begonnen met schrijven?

de Thea Beckman van België). Onder zijn begeleiding heb

Als kind van acht schreef ik al schriftjes vol met verhalen.

ik mijn manuscript intens herschreven. Maar meestal krijg

Schrijven was jarenlang mijn hobby, ik kon me er helemaal

je een eerste en zonodig tweede redactieronde. Vervolgens

tekst: Moniek Bakelaar foto: Bru.nu


wordt het manuscript persklaar gemaakt, en ontvang je de

Komt Goeree-Overflakkee terug in je boeken?

drukproef. Dan kijk je het nog een keer na en daarna kijkt

Absoluut. Lezers zullen het misschien niet meteen

de eindredacteur het nog twee keer na. Het is een enorm

herkennen, maar mijn inspiratie haal ik uit dagelijkse

proces.

gebeurtenissen op Goeree-Overflakkee. Ik gebruik geen letterlijke situaties, ik combineer verschillende elementen

”Een tipje van de sluier: als je niet van lezen houdt, is schrijven niks voor jou!” Op welk boek ben je het meest trots en waarom? Op ‘Kieuw’. Er zitten autobiografische elementen in, maar ook flinters van een sprookje. ‘Kieuw’ is genomineerd voor verschillende prijzen en bekroond met de prijs voor beste Zeeuwse jeugdboek. Dat is de kroon op mijn werk, maar ook een juk op mijn schouders. Ik ben heel perfectionistisch. Schrijven is een ambacht, dus je moet jezelf elke keer verbeteren. Als je bij je tweede boek al een prijs krijgt, wat verwacht het publiek dan wel niet van je? Dit heeft voor mij

met elkaar. Wat vind je de mooiste plek op GO? De Kwade Hoek is mijn favoriet. Ik ben er ook trots op dat ik in Sommelsdijk woon. Ik vind het zo’n prachtig mooi dorp. Het streekmuseum is pittoresk, ik fiets ook graag door de Voorstraat. Verder eet ik graag aan de haven van Middelharnis. Ik heb heel wat favoriete plekjes eigenlijk, TOF he? Wil jij net zo leren schrijven als Saskia? Kijk op www.saskiamaaskant.com. Hier vind je tien schrijftips voor beginnende schrijvers. Een tipje van de sluier: als je niet van lezen houdt, is schrijven niks voor jou!

heel beklemmend gewerkt voor boek nummer drie. Welk proces doorloop je als je gaat schrijven? Ik schrijf in de eilandjestechniek: ik weet hoe het boek begint en eindigt, en dan ga ik het boek opvullen. Ik schrijf ook heel visueel. Op het moment dat ik een monoloog of dialoog uitschrijf, dan zit ik bij die persoon aan tafel. Ik kijk naar de gezichten, ik luister naar de geluiden en ik schrijf op wat ze zeggen tegen elkaar. Voor het schrijven sluit ik mezelf ook weleens op. Ik ga graag een weekend weg, naar een hutje

Na ‘De verteller van Beorga’ en ‘Kieuw’ verscheen vorig jaar de derde roman van Saskia Maaskant: ‘Dromer’. “Er wordt in de maatschappij zo snel een stempel gedrukt op iemand, ik kan daar niet goed mee omgaan. Die frustratie lees je terug in Dromer’, aldus Saskia. ‘In Dromer komen levensvragen terug waar veel mensen van alle leeftijden mee bezig zijn.”

op de hei. Ik schrijf anderhalf uur, loop een uur in de bossen. Daarna schrijf ik weer twee uur, en loop nog eens een uur tussen de bomen. Dit werkt waanzinnig, op deze manier schrijf ik zo 12.000 woorden in een weekend. Daar doe ik

‘Dromer’ staat op de longlist voor de Zeeuwse Boekenprijs 2017 en op de shortlist van de Kleine Cervantes stad Gent!

anders drie tot vier maanden over. Ik ben zo’n vervelende schrijver die een boodschap in zijn boek wil stoppen. Ik ben van gelaagdheid, van symboliek, van mooi taalgebruik, mooie zinnen maken. Ik behandel mijn tekst als een diamant: ik ga poetsen en poetsen, net zolang tot alle facetten even mooi blinken. Schrijven zie ik als muziek maken. Als er geen ritme in mijn tekst zit, dan is het niet goed. Met lezingen zeg ik daarom ook vaak: ‘Je moet gevoel hebben voor muziek om te kunnen schrijven. ’Ik heb ook altijd wel een boekje bij me. Als ik in een schrijfflow zit, zet ik soms gerust mijn auto op een vluchtstrook om m’n recorder in te spreken. Als de schrijfverslaving serieus is, dan ligt er ook een boekje naast mijn bed. Ik kan dan ook niet meer slapen, ik moet het opschrijven.

45



Toffe kokkies in Oostdijk KINDERRESTA URANT TIJDEN

S DE WEEK VA

N DE GOEREE

SE VIS

HET KINDERRE

A

STAURANT

andere vandaa

g hier.” “Zoals je ziet, is het geen gewoo ember n restaurant, m 2017 door de echt een kinder aar ramen kijk van re st au ra nt ,” Hoeve legt Sanne uit. Kortstaert aan “H Ki et nd er re staurant ben ik de Oostdijk in begonnen vanu Goedereede, it een stukje krijg ik een aand irritatie. Ik stoo oenlijk plaatje r m e aa n ki ndermenu’s. D te zien. Grote en kleine ie bestaan eigenlijk altijd kinderen zitten uit patat met ee keurig netjes aa verschillende ta n snack en appe n pasta bolognes fels, die met pr lmoes, e of een simpe achtig servies, le pannenkoek bestek en wijn Daarnaast zitten . glazen zijn opge dekt. Aan een kinderen vaak tafeltje zit een laag aan te hoge ta te hoge stoele kleuterjochie aa fels op n. Bi nd j ac he hti t Ki g nd te errestaurant dr kijken naar een garnaa aait het om de kinderen ltje tussen zijn . Voor elke leeft vingertjes. En aa ‘grotemensent ijd zijn er passen n de tafeltjes en stoe afel’ eet een w de at ouder meisje ltjes en op het met mes en vo menu staan ge keurig die de smaak va rk haar bord le re ch ten eg. n de kinderen uitdaagt en on twikkelt. “Welkom bij he Tessa (11) vert t Kinderrestau elt: “Ik heb me rant,” nodigt Sa opgegeven voor Staarink me na nne middag, omdat ar binnen. “Het deze ik heel veel van is de W ee k va de Goereese Vi n vi s ho ud . W e eten thuis ook vaak s en wij hebben vis. Maar vand die gelegenhei aag heb ik toch aangegrepen om d an weer de kinderen meer re smaken gepr te leren over vi oefd.” Samen met Ca s.” Het programm roline Melissan a is niet alleen t van de Stichti een culinaire be Verbreding Viss ng maar ook educ leving, erij Goeree-Ove ati ef rfl . ak Ar ke ja nn e (V e VG le Marijke Seip va gt -O ui ), t: “E er st luisteren de kinderen na n Hoeve Kortst ar een visser. D aert en Arjann ie legt uit welke Hameeteman va e vis er zijn, hoe soorten n Visspecialist ze gevangen w Hameeteman in orden, etc. De Ouddorp organi mogen zelf ook kinderen seert Sanne ee netten boeten, n kindermidda beleving en proe g vol garnalen pellen ruiken en voelen verijen. en aan de vissen di e ze nu ge serveerd krijgen.” Caroline vult aa n: “Hier zit de toekomst. Ook toekomst van de de Eerlijk gezegd vis. Kinderen m voel ik me toch oeten weten da een beetje een vis veel meer is t indringer. De ro dan een visstick llen zijn duidel . Al s ze w et en ijk omgedraaid vis vandaan ko waar middag staan de . Deze mt, hoe die geva kinderen centra ngen wordt en klaargemaakt en al. Nog nooit he zo veel kinderen hoe lekker dat b ik bij elkaar zo ru smaakt, zullen altijd blijven as sti ze g vi en s ne tje s zien eten en genieten. En sociëren met le terwijl Marijke kker, puur en ge eten. Dat stukje uitleg geeft ov zond gebruik van he er het bewustwording t vismes, sluip begint onder ik stilletjes weg . Wat een tof in itiatief! ls ik op woensda

gmiddag 7 sept

tekst: Lianne

Mulder foto ’s: Desiree va

n Halewijn 47


Vanuut de zee...

“KIJK, DAAR KOMT NOG EEN KOTTER AAN!”

W

WAT ZIT ERIN?

e staan in restaurant De Zeemeeuw in

In de bakken zien we tussen het ijs inktvissen en diverse

Stellendam, gevestigd boven de visafslag,

andere soorten vis. “Dat is onze bijvangst”, legt Johan Baaij,

te genieten van het uitzicht als Kees van

eigenaar van de TH10, uit. “Wij zijn garnalenvissers.” Dat

der Bok ons op een schip in de verte

wordt duidelijk als de volgende lading kratten wordt gelost.

wijst. Het is vrijdagochtend en de meeste kotters zijn al

Plastic zakken vol roze garnalen! “Haha”, lacht Johan. “Dat

binnen. Beneden is men al druk bezig met het sorteren van

had je niet gedacht hè, dat die zo kant en klaar aan land

de vangst. Nog even en de verse vis wordt verkocht in het

zouden komen! Maar dat doen wij allemaal onderweg. Wij

afslaglokaal en daarna direct opgehaald door de kopers met

koken de garnalen direct na de vangst en houden ze dan

hun koelwagens.

koel. Zo blijven ze heel goed vers. Ze hoeven alleen nog maar gepeld te worden.”

We haasten ons naar beneden om de kotter te

Kees neemt ons mee naar de sorteerruimte binnen in de

verwelkomen en hopen dat er dit keer een mooie kabeljauw

vismijn. Bergen vis glijden een voor een over de sorteertafel

bij zit. Want dat staat vandaag op het menu!

en belanden in kratten. Soort bij soort en maat bij maat. Bakken vol met onder andere kreeften, krabben, scholletjes,

De kotter meert aan. De bemanning snoert het schip vast

tong, kabeljauw, poon en mul. Kersvers.

aan de kade en het is gelijk een drukte van belang. De een rolt waterslagen uit en koppelt die aan de waterkraan aan

Voor Kees ligt er al een mooie kabeljauw klaar. Via het

het begin van de steiger. Twee anderen zijn bezig met het

afslaglokaal, waar de vishandelaren geconcentreerd

openen van het ruim. Ondertussen is er ook een heftruck

wachten om op het juiste moment op de knop te drukken,

aan komen rijden vanuit de visafslag. Ongeduldig ronkt de

lopen we terug naar Kees’ restaurant. Daar duikt Kees met

motor en de lepels wachten op vracht. Aan boord worden

zijn verse kabeljauw de keuken in en leert ons hoe we in

kratten in kettingen gehesen en voor we het beseffen staan

20 minuten een culinair vishoogstandje kunnen bereiden.

deze al op de kant. Een van de mannen voorziet elk krat van

Simpel, puur en zonder veel toevoegingen om de volle

een label met het scheepsnummer. We zijn nieuwsgierig.

smaak uit de vis te halen.

tekst: Lianne Mulder foto’s: Anne-Marie Vermaat


op je bord! TOF-kok Kees van der Bok

Vurkje prikke

Op de huid gebakken kabeljauw met zeegroenten en Stellendamse garnaaltjes 4 personen – 20 minuten bereidingstijd

BEREIDINGSWIJZE Bestrooi beide zijden van de kabeljauwfilets met peper en zout. Haal ze even door de bloem. Verhit de roomboter in een koekenpan en leg de kabeljauwfilets op de huid in de hete boter. Laat 8 tot 10 minuten bakken. Meng ondertussen de zeekraal, de lamsoor en het gesnipperde uitje. Giet een scheutje olie in een wok en bak het zeegroentenmengsel in een paar minuten beetgaar. Draai de kabeljauw na 8 tot 10 minuten om en laat nog 3 minuten doorgaren op de andere kant.

INGREDIĂ‹NTEN: 800 gr. kabeljauwfilet 200 gr. zeekraal 200 gr. lamsoor 200 gr. Stellendamse garnalen 100 gr. roomboter 1 gesnipperd uitje scheutje olie peper en zout

Haal de vis uit de pan. Bak de garnaaltjes 1 minuutje in het overgebleven roombotervet.

Verdeel de groenten op de borden, leg daarop de kabeljauwfilet en garneer met de garnaaltjes. En dan...smikkelen!


Tekst: Nicole de Vos foto’s: Mick Vos


Flakkee heit talent DEZE KEER IN ‘FLAKKEE HEIT TALENT…’ EEN PORTRET VAN MICK VOS. EEN 15-JARIGE HONKBALLER UIT OUDE-TONGE, DIE DE BASIS VAN HET HONKBALLEN LEERDE BIJ DE OUDETONGESE VERENIGING THE ISLANDERS. INMIDDELS HONKBALT HIJ BIJ THE UNICORNS IN ROTTERDAM EN IS HIJ ZELFS ACTIEF IN HET NEDERLANDS TEAM ONDER DE 16 JAAR. HIJ IS NET TERUG VAN EEN TOERNOOI IN AMERIKA WAT HIJ MET ZIJN TEAM WINNEND AFSLOOT.

H

et begon allemaal zo’n tien

LANGE DAGEN

jaar geleden, toen Mick op 5-jarige leeftijd kennis

Na een jaar middelbare school in

maakte met zowel de

Middelharnis, besloot Mick zich volledig

voetbal- als de honkbalsport. Tijdens

te focussen op zijn honkbalcarrière en

deze zogenaamde ‘instuif’-dag kwam

zijn school hieraan aan te passen; hij

hij er al vrij snel achter dat achter een

vervolgde zijn havo-opleiding bij het

bal aanrennen niet zijn ding was; hij

Thorbecke College in Rotterdam. Daar

sloeg hem veel liever weg. Zo gezegd,

wordt zijn rooster aangepast op zijn

zo gedaan; Mick werd lid van de Oude-

trainingsschema. “Toen ik bij de Unicorns

Tongese honkbalvereniging The Islanders,

merkte dat ik goed mee kon draaien, gaf

waar ook zijn vader honkbalde. Inmiddels

dat zo’n kick dat ik besloot er echt voor te

speelt Mick alweer zo’n 3 jaar voor de

gaan.” Mick gaat op maandag, dinsdag en

Rotterdamse club The Unicorns.

woensdagochtend naar school, zodat hij

Mick maakte de overstap naar Rotterdam

die middagen kan trainen. Op donderdag

omdat hij The Islanders een beetje

heeft hij de hele dag les en traint hij

ontgroeide. Een switch richting de

’s avonds nog een keer. Mick zit ‘s

Randstad was daarom onvermijdelijk.

ochtends om zeven uur in de bus richting

“Ik was twaalf toen ik voor de eerste

Rotterdam en komt acht uur ’s avonds

keer, alleen, met de bus naar Rotterdam

weer thuis.

vertrok. Superspannend, maar dit was wat ik dolgraag wilde.”

51


Lange dagen voor een jongen van vijftien jaar oud; maar

ik in uitblink en ik werk er hard aan om daar nog beter in te

voor hem geen probleem. “Er is voor mij weinig anders dan

worden.”

honkbal, dit is wat ik het allerliefste doe.” Mick speelt op de korte stop-positie: een verdedigende

NOG STERKER

positie in het honkbalveld tussen het tweede en derde honk in.

Mick zou na de havo graag een jaartje college willen doen op een school in Amerika en van daaruit doorstromen

Dé positie waar de ballen het hardst op je afgeslagen

naar de Major League, waar honkballers kunnen leven van

worden, dus aan durf moet het je niet ontbreken. Wanneer

hun sport. Misschien wat onrealistisch zegt hij zelf, maar

de korte stop de bal krijgt moet hij ervoor zorgen dat de

wie Mick kent weet dat hij er hard genoeg voor werkt;

lopers uit gaan. Een positie waar het zogenoemde fieldwerk

naast de vier zware trainingsdagen en de wedstrijden in

(ballen van de grond afplukken en zuiver aangooien op een

het weekend, is er voor uitgaan geen tijd en heeft hij zelfs

medespeler) dus essentieel is.

gewichten op zijn kamer liggen om nog sterker te worden. Vorig jaar zomer waren er try-outs voor het

Gelukkig is dat nu net Mick zijn kwaliteit. “Als de scouts

Nederlands team onder de zestien. Mick vertelt: “Tijdens

zouden komen kijken, moet ik het van mijn fieldwerk

die try-outs werd je geselecteerd voor de selectierondes

hebben. Ik ben niet de snelste met het honklopen en slaan

voor Oranje onder de zestien.

doe ik ook niet het allerhardst van het team, dus dit is waar


“In de 66 jaar dat het toernooi bestaat is het nog nooit door een Europees team gewonnen”

teams als Mexico en Aruba.

Vervolgens moest je nog twee selectierondes door om

ik was nog nooit in Amerika geweest en dichterbij het hart

bij het uiteindelijke team terecht te komen. Ik viel af

van de honkbalsport dan dit kom je niet. Daarnaast hebben

tijdens de tweede ronde omdat ik een hele slechte dag

we met elkaar zo’n goed en leuk toernooi gespeeld dat dit

had. Bovendien was ik toch ook wel gewoon heel erg

voor mij een onvergetelijke reis was.”

Het toernooi verliep goed voor de jonge Oranje-helden want ze sloten het winnend af! Heel bijzonder, want in de 66 jaar dat het toernooi bestaat is het nog nooit door een Europees team gewonnen. Mick stond alle wedstrijden in de basis. “Deze reis was voor mij het hoogtepunt tot nu toe;

zenuwachtig. Volledig terecht dus dat ik afviel. Boos was ik niet op mezelf, ik was

De kans dat Mick doorstroomt naar het grote Oranje is

de jongste van de groep en soms heb je

volgens hem best groot. Maar eerst die hoofdklasse maar

nu eenmaal een slechte dag. Ik ben daarna

eens bereiken. “Ik hoop dat mijn tijd snel komt.” Twee

maar gewoon verder gaan trainen bij The

grote honkbaltoernooien in Nederland zijn de Haarlemse

Unicorns om mezelf te verbeteren. Een tijdje

Honkbalweek en het World Port Tournament. Volgens

later werd ik gebeld door de coach dat ik er

Mick duurt het nog wel een jaar of zeven voordat we hem

toch bijgevoegd was, omdat ik zo gegroeid

daar in de line-up gaan spotten, maar bij de Nederlandse

was in mijn spel. Daar was ik best trots op.”

hoofdklasse klopt hij volgens eigen voorspellingen volgend jaar misschien wel al aan de deur.

WORLD SERIES En wat nu als Mick zijn gestelde doel niet haalt? Een plan Het Nederlands team onder de zestien won

B is er volgens hem niet en daar gaat hij voorlopig ook niet

het Europese districtstoernooi van de World

over nadenken: “Ik hoop echt dat ik hier straks van kan

Series en mocht afreizen naar Amerika om

leven, want honkbal is het helemaal voor mij.”

het op te nemen tegen de andere districtwinnaars. Daar moesten ze aantreden tegen

53


Waer joe T A A R T EELS

KRAK

KAPOENS

BIJZONDERE STRAATNAMEN OP GOEREE-OVERFLAKKEE

E

r zijn vele honderden straatnamen op het eiland. Sommige komen in bijna ieder dorp wel voor, zoals Voorstraat, Ring, Achterwegen, Oost- en Westdijk, etc. In de twintigste eeuw zijn veel nieuwe straten aangelegd, die veelal naar leden van het Koningshuis werden vernoemd of men putte uit de natuur. Te denken valt daarbij aan bomen, bloemen en vogels. Een nieuwe wijk kreeg doorgaans namen rond een bepaald thema. Recentelijk zijn dat bijvoorbeeld componisten in Dirksland en schrijvers in Middelharnis-Sommelsdijk. Enkele decennia terug keek men in Oude-Tonge ver over de grens, want er werden Amerikaanse presidenten vernoemd en men ging zelfs de ruimte in. Je zult maar aan de Melkweg wonen. Erg origineel was het allemaal niet. Gelukkig werden er ook straten naar plaatselijke ‘grootheden’ vernoemd. Meestal ging het dan om burgemeesters of dominees, maar ook wel historische figuren. Een bijzondere groep vormen de straatnamen die verwijzen naar de Watersnoodramp van 1953. Wel apart is het Zweosplein te Herkingen. Hier staan enkele houten geschenkwoningen van Zweden en Oostenrijk…

Tekst: Jan Both foto: Anne-Marie Vermaat

TRAAT

GECASTREERDE HANEN Onder de oude straatnamen bevinden zich toch enkele bijzondere, waarvan lang niet allemaal de herkomst bekend is. Zo had men in Dirksland iets met dieren. Een naam als de Kattewacht, wat moeten we ons daar bij voorstellen? Het begrip hondenwacht is wel bekend uit de scheepvaart, maar een kattenwacht is een verhaal apart. En dan is er nog de Hondsgalgweg. Eigenlijk is dit geen oude straatnaam, het is de verwijzing naar een water met de naam Hondsgalg. Waarom de bestuurders van Dirksland het destijds wel aardig vonden deze naam te kiezen van een verder onbeduidende watergang in de buurt, is niet helemaal duidelijk. Het is een intrigerende naam, waarvan de herkomst in de nevelen van het verleden ligt verborgen. In Dirksland bevindt zich ook de Kapoenstraat. Een kapoen is een gecastreerde haan. Het castreren zorgde voor een vettere en malsere haan. Het was vroeger een scheldwoord. Sinterklaas kapoentje was zeker geen compliment voor de goedheiligman. ARME WEESKINDEREN EN BIER Straten kunnen verwijzen naar een bepaald gebouw dat er staat of er heeft gestaan. In Ooltgensplaat is Weespad een verwijzing naar een vroeger weeshuis. Echter, de naam Weesmolenstraat aldaar roept toch vragen op. Moesten


weun noe? N I E L P S O E W Z arme weeskinderen rondjes lopen om een molen aan te drijven? In het archief van Ooltgensplaat is niets te vinden over een dergelijke vorm van kinderarbeid. De betekenis van deze straatnaam blijft een raadsel. Een zeer oude straatnaam is Krakeelstraat (Oost en West) in Sommelsdijk. De naam ’t Krackeel duikt al aan het begin van de zeventiende eeuw op in archiefstukken. Er is dan sprake van het ‘slop naer de brouwerij genaempt het Krackeel’. De vraag is nu: heette de straat of slop het Krackeel of de brouwerij? Dit blijft onduidelijk. Wat we wel weten is, dat er sinds kort weer bier wordt gebrouwen in Sommelsdijk en de ketels staan… aan de Oost-Krakeelstraat. Overigens hebben de huidige brouwers niet gekozen voor de naam ’t Krackeel. Van bier drinken moet je toch geen krakeel krijgen. Drink het ‘om melancholie te verdrijven, solaes en vreught te vermeeren’, zoals in de instructie van de Sommelsdijkse rederijkers uit 1515 is opgenomen. BEKAF In Goedereede vinden we de historische naam Bekaf. Het stadje was vroeger versterkt met muren en enkele poorten. In 1605 werden vijanden tijdig opgemerkt door een schildwacht. Een jongen zou toen geroepen hebben: ‘Hier zijn se; haest u wat, of wij zijn allemael beck af.’ De

BEKAF straatnaam Bekaf zou daarvan zijn afgeleid. Een aardig verhaal, maar het klopt niet. Het woord bekaf heeft meerdere betekenissen. Zo kun je bekaf (buiten adem) zijn van het harde lopen. Dat bedoelde de jongen echter niet. Bekaf is ook een synoniem voor dood. In de zeventiende eeuw werden plaatsen van waaruit de vijand bekaf c.q. de dood werd ingejaagd ook Beck-af genoemd. We moeten daarbij denken aan verdedigingswerken. In andere versterkte plaatsen komt de naam Bekaf ook voor. In 1490 sloegen de inwoners van Goedereede een vijandelijke aanval af. Hierbij was een heldenrol weggelegd voor de vrouwen van het stadje, omdat de meeste mannen waren uitgevaren om te vissen. Zij verdedigden de plaats met verve, onder andere door het gieten van hete pek over de vijand. Er is van deze aanval nog een anekdote bekend. Eén van de aanvallers toonde, toen hij op de dijk stond bij de Mariapoort, zijn ontblote achterwerk richting stad en riep: ‘Ick ben mijn Heer van der Veere, Goeree magh mij niet deere’. Dat deed Goeree wel, want deze grappenmaker werd dodelijk getroffen door een stuk geschut. Of dit werd afgevuurd door één van de Goereese dames, vertelt de historie niet. Een beeld op een stuk gereconstrueerde stadsmuur bij het Bekaf toont een van de vrouwen die de stad verdedigden. Zij wordt in de volksmond ‘Keetje van Bekaf’ genoemd.

55


Toffe wheels tekst en foto’s: Jaap Reedijk

ITALIAANS RIJPLEZIER IN BATTENOORD

H

et was in de jaren tachtig dat ik met mijn oldtimer

minuut geopend. “Deze oudjes zijn de beste”, zei hij. “Ik heb

gestrand was in Ooltgensplaat. Met twee

ze ook.” Met ongeduldige kinderen ga je geen lang gesprek

kleine kinderen naast me stond ik te mopperen

meer aan, dus ik bedankte hem vriendelijk voor zijn geboden

op mezelf dat ik zo dom was geweest om de

inbrekerswerk.

autosleutels in de Peugeot te laten zitten. Na een autocross was het een drukte op de parkeerplaats met auto’s die

Later kwamen we elkaar nog weleens tegen en moest ik

nog in de stemming van het spektakel waren en met veel

altijd aan het ijzerdraadje denken als we elkaar zwaaiend

bravoure en soms plankgas wegreden. Behalve wij met onze

passeerden. Nu zit ik bij dezelfde man op een balkon in

bordeauxrode Peugeot 404. De politie is onze beste vriend,

Battenoord en kijk uit over het mooiste stukje natuur van

dacht ik en vol vertrouwen sprak ik de agent aan die alle

het eiland. De avondzon met een stevig briesje over de

vertrekkende auto’s, met een glimlach, op het gemak stond

Grevelingen. Rein Osinga woont al weer zo’n 17 jaar met zijn

na te kijken. “Da’s een beste Peugeot”, zei oom agent en hij

vrouw Suzanne op Battenoord en kijkt hoog boven de dijk uit

tikte eens op de motorkap van mijn Peugeot. “Daar weet ik

over het water. Je ziet de man genieten als hij over de natuur

wel raad mee”. Hij verraadde zich al als een echte liefhebber.

vertelt. De seizoenen en de mooie luchten maken deze plaats

Met een stukje ijzerdraad was de deur binnen een enkele

tot een waar woongenot.


Terwijl wij over de Battenoordse haven kijken, weet ik dat er beneden een prachtige hoeveelheid kleine mooie auto’s staan. Er wordt over geschreven in tijdschriften. Er wordt over verteld als je vraagt naar de slechtweersvoorzieningen op het eiland. De man die, tussen neus en lippen door, vertelde dat hij ook wat oude auto’s had, bleek dus groepscommandant Osinga te zijn. Van 1981 tot 1991 was hij geüniformeerd actief bij de politie op GoereeOverflakkee. Wie de politiek volgt op ons eiland kent hem uit de gemeenteraad, waar hij de VVD vertegenwoordigt en wie liefhebber is van oldtimers kent hem van zijn passie voor oude auto’s en dan met name de kleine Topolino.

WEGDROMEN

Tja, en als je toch de weg op mag… Ik moet zeggen: het is nogal krap zitten met twee personen in deze Topolino maar

Onder zijn woning is het een echt museum. Geen

wat is dit leuk rijden door de polder. Even langs de mooi

keurig opgepoetste uitgestalde verzameling, maar een

begroeide akkerranden naar de haven van Herkingen levert

museum dat ook dienstdoet als werkplaats. Hier wordt

veel belangstelling op. Al toeterend en zwaaiend waan ik me

nog echt gesleuteld en gerestaureerd. Het is het enige

even zo’n Italiaanse filmster die gaat picknicken.

Topolinomuseum in Europa en het is niet alleen de kleine Italiaanse auto die er pronkt, maar ook de NSU en de andere

TIJDSBEELD

Fiatmodellen zijn vertegenwoordigd. Ik zie er auto’s staan die ik alleen maar ken van mooie ouderwetse Italiaanse films.

“Laatst ben ik met mijn vrouw in deze auto naar Maastricht

Met zo’n koffertje achterop en een juffrouw achter het stuur

gereden. Een hele onderneming, want je rijdt natuurlijk wel

met zo’n hoofddoek. Je zou erbij wegdromen…

binnendoor. De grote wegen zijn niet geschikt voor deze wagen”, zegt hij lachend met de mededeling dat de hele reis

Eigenlijk hoef je bij Rein Osinga niet eens vragen te stelen

toch wel ruim vijf uur in beslag genomen had. Rein Osinga

want hij gooit al zijn kennis eruit. Niet alleen de technische

toert overal heen met zijn auto’s. In clubverband maar ook

wetenswaardigheden van de auto’s maar ook juist de

om ergens anders weer onderdelen of snuisterijen te zoeken

informatie erbij. Als kleine jongen verzamelde hij alles over

die met zijn Topolinos’s te maken hebben. Zo is er nog veel

deze auto. Het was de eerste auto die zijn vader kocht en

meer te zien naast zijn auto’s want een bezoek aan het

sindsdien is het de Topolino waar alles om draait. Een echte

museum van Osinga levert gelijk een heel tijdsbeeld op in

Weinsberg cabriolet staat zo maar voor mijn neus en als ik

verhalen en spullen. “Eigenlijk zijn we een raar museum. Als

ergens op een deurtje tik blijkt deze auto helemaal van hout

we thuis zijn, zijn we open en is iedereen welkom om binnen

te zijn. Zo staan er nogal wat. Niet alles is rijklaar, want er

te kijken. De vitrines liggen vol met historisch materiaal en

staan ook exemplaren puur voor de onderdelen maar zeker

elk stukje heeft zijn eigen verhaal.”

acht auto’s kunnen zo de weg op.

57


TOF kiekje: Bjorn Mierop

Inmiddels hebben 82 sponsoren ons geholpen om het TOF magazine te realiseren! Het wordt tijd om hen weer even allemaal in het zonnetje te zetten en heel hard bedankt te zeggen:

dankie!

Sfa Print b.v. - NIVU - Specialitaart - Design van Morgen - De Mekkerstee - De Wit Mechanisatie - tbp electronics b.v. - Bluehome - WeDesignit - EverJeans - Beachclub ‘t Gorsje - Gelukkig Ondernemen - Point Office Support - Coolbergen - Maeckbaar - Ria Tiggelman - 2serveU - TINC Advocatuur - Vogelcentrum GO - De Febriek - Hormiga Management - ‘t Ford Prins Hendrik - FidesWonen - Werelds aan het Strand - Plaza ‘t Hoekje - Albert Heijn Ouddorp - MM-Lab - Hans Meijer Advies - Dutch Festval Events JD Repair - Groenendijk coaching - Razzle Dazzle design - Talk2Move - Gniaal - Jaap Reedijk - Straal - Estate Invest - Gemeente Goeree-Overflakkee -

De Vos financiële diensten

- Kievit Warmte - Visbeen Transport - Praktijk voor Natuurgeneeskunde -

Bij Elles -

Dynamic Motion - Xsarus - Rabobank Het Haringvliet - C.Tanis & Zonen C.V. - Garage Diepenhorst - Barbara’s hairfashion - Van Wijk installaties & Constructies - Galathea B.V. - Da Costa Hairstyling - Wonen op Flakkee - Van Driel Kitwerken - Visser&Visser

TOF magazine #5 is mogelijk gemaakt door de onderstaande toffe sponsoren: Hoofdsponsors: Alfasan4animals & Zeelenberg architectuur JK Leesmappen - De Klepperstee - Noordhuys Tomatoes - Adviesgroep De Vogel - T-Toys - Van Rossum Makelaardij - Brasserie ‘t Vingerling - Het Huis van Jansen - WeDesignit JD Repair - Talk2Move - Spaik Recruitment & Detachering - Mondhygiëne prakijk ‘t Lesje - Adrie en Joke Schipper - Tieleman Keukens - Grenen & Zo - InterChem - InterGreen - Vogelcentrum GO - Kroon en De Koning b.v. - Autofirst Rommelse - Wagenaar BBQ Autobedrijf Admiraal - Beauté Anne Clair - Brasserie Molenzicht - Wijnenwereld - Centrum voor Biologische Geneeskunde - Restaurant De Zeemeeuw - Provincie Zuid-Holland Troella - De Wit Mechanisatie -


Wij zoeken sponsoren!

We zijn druk aan het sparen voor de lancering van TOF#6, maar we hebben een gaatje in ons budget. We willen namelijk graag een vervolg kunnen geven aan dit positieve initiatief. Daar hebben we financiële hulp voor nodig. Ben jij ook Trots op Flakkee? Dan kun je ons sponsoren! We bieden diverse sponsorpakketten aan. Kortom, de mogelijkheden zijn eindeloos... net als de trots op ons mooie eiland! Let wel: sponsor ben je niet voor het leven, maar voor één of twee edities.

TOFFE VRIEND € 100,00 Je krijgt 25 exemplaren van TOF magazine. Redactionele aandacht op Facebook, naamsvermelding op onze website en in het magazine.

TOFFE DEAL € 250,00 Je krijgt 100 exemplaren van TOF magazine. Redactionele aandacht op Facebook, naamsvermelding op onze website en in het magazine.

TOFFE PEER € 500,00 Je krijgt 100 exemplaren van twee edities van TOF magazine. Redactionele aandacht op Facebook, naamsvermelding op onze website en in beide magazines.

TOFFER KENNIE € 1.000,00 Je krijgt 250 exemplaren van twee edities van TOF magazine Fotorapportage in uw bedrijf. Redactionele aandacht op Facebook, naamsvermelding op onze website en in beide magazines. Mail naar info@trotsopflakkee.nl met als onderwerp ‘sponsor’. Je maakt onze dag onwijs TOF als je ons met een financiële bijdrage wilt helpen. Namens TOF en alle maense van Goeree-Overflakkee alvast buutegeweun bedankt!

59


info@trotsopflakkee.nl www.trotsopflakkee.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.