TOF 1

Page 1

TOF magazine

Eêrste uutgaeve

RICHARD GROENENDIJK IS OAK TOF! HÉT FLAKKEES BESTAET/ BESTÔÔT NIE! Door Pau Heerschap ZEEHONDENVERZURGER VOOR ÊÊN DAG WAER KOMT ONS DRINKWATER VANDAEN? HELDEN VAN FLAKKEE VURKJE PRIKKEN MET TOF TOFFE MAENSEN KIEKE FLAKKEE HEIT TALENT! TOF magazine is op geselecteerde plaatsen beperkt gratis verkrijgbaar

Oplage: 5.000 stuks


Hier mot je kieke voor wat er in’t megezien zit

Colofon TOF magazine #1 Uitgifte datum: 27 maart 2015 Copyright © 2015 stichting Trots Op Flakkee Design:

Alex van Kampen

Drukwerk: Veenman+

Redactie:

Alex van Kampen (eindredactie) Gert van Nieuwaal Moniek Bakelaar Mie-Wah Pang Lianne Mulder Anne Karsbergen Jaap Reedijk Pau Heerschap Mauren van Leeuwen Kees van Rixoort (eindredactie) Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, door middel van druk, fotokopieën, geautomatiseerde gegevensbestanden of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van stichting Trots Op Flakkee.


Inhoud TOF magazine #1 4

WIJ ZIJN TOF

6 HÉT FLAKKEES BESTAET/BESTÔÔT NIET 10 RICHARD GROENENDIJK IS OAK TOF 14 ZEEHONDENVERZURGER VOOR ÊÊN DAG 18 TOFFE WIELS 20 TOF KIEKJE 22 INSPIRATIECENTRUM GREVELINGEN 26 FLAKKEESE BUBBELS 28 WAER KOMT ONS DRINKWATER VANDAEN? 31 GOEDEREEDE KLOKKENDIEVEN 32 MUURSCHILDERINGEN OP FLAKKEE! 36 TOFFE MAENSE KIEKE 38 FLAKKEESE DAGEN 40 VURKJE PRIKKE MET TOF 44 HELDEN VAN FLAKKEE 48 FLAKKEE HEIT TALENT 51 TOFFE PEER 52 FLAKKEESE BIENAEMEN 55 SPONSOREN GEZOCHT!


Wij zijn

Joe toch oak?


Hallo toffe lezer, Je hebt de eerste editie van TOF magazine in handen. Dit is een resultaat van een initiatief waarin een aantal enthousiaste Flakkeeënaars (die gasten hier links) aan hebben gewerkt om een positieve weergave te realiseren die recht doet aan ons prachtige eiland. Wij van TOF vinden namelijk dat we onze trots op Goeree-Overflakkee wat meer mogen uiten, want ons eiland is toch te mooi om over te zwijgen? We hebben daarom een belangeloos project opgestart ter promotie van Goeree-Overflakkee. Het team bestaat uit een bonte verzameling van mensen die elk vanuit hun expertise invulling geven aan de stichting Trots Op Flakkee. Van fotograaf tot officemanager en van communicatiespecialist tot enthousiasmeur. Om dit magazine te realiseren, de website en de social media te vullen met interessante, positieve en unieke Flakkeese artikelen is veel input en vooral ook professie nodig. TOF biedt dan ook aan professionals een platform waarop jij als enthousiaste fotograaf, copywriter of tekstschrijver, filmmaker, graficus en vooral ook jij als inwoner van Goeree-Overflakkee positieve onderwerpen, foto’s en filmpjes van ons eiland kunt aandragen. Je kunt ook je hulp aanbieden om TOF te ondersteunen. En we kunnen nog professionals gebruiken, alleen wel belangeloos. Heb je een idee? Een mooie foto? Een leuk of bijzonder topic of een andere kijk op Goeree-Overflakkee; van bijzondere inwoners tot ondernemers en van draaiorgel tot festival, laat het ons weten! Mail naar info@trotsopflakkee.nl. Om het TOF magazine te kunnen blijven uitgeven zijn we ook nog op zoek naar sponsors en vrienden van TOF. Wil je ons blij maken met een financiële bijdrage dan kun je onze dag niet beter maken! Ook dan kun je mailen naar het bovenstaande adres. Ook zijn we heel benieuwd naar jullie reacties en mening over ons magazine. Laat eens wat horen. Toffe groet, Team TOF ALEX, GERT, MIE-WAH, MONIEK, LIANNE, ANNE, JAAP, PAU, MAUREEN, KEES, EDWIN, DICK, COERD, PIETER, WIM, JAN, PASCAL, DAGMAR, MATTHEW, ELLEN EN ELLA.

Kiek oak es op onze spiksplinternieuwe website: www.trotsopflakkee.nl

5


Hét Flakkees

Pau Heerschap over de grenzen van het dialect

tekst: Pau Heerschap

SJIBBOLETS ZEEUWEN? “Wiele binne gêên Zêêuwen!” Dat is het meest gehoorde antwoord, als iemand van ‘de overkant’ denkt dat een inwoner van Goeree-Overflakkee een Zeeuw is en hem of haar ook als zodanig aanspreekt. Het is ook wel logisch dat men dat denkt, want wie de kaart van Nederland ziet, krijgt onmiddellijk de indruk, dat het (voormalige) eiland Goeree-Overflakkee ook wel tot de Zeeuwse archipel zal behoren. Bovendien is er een bekend rijmpje, waarbij een ieder die het hoort, denkt dat het van toepassing is op de Zeeuwen: ‘Kiek, kiek, een kacheltje op den diek.’ Het gaat in dit geval niet alleen om het bijzondere woord kacheltje, maar ook om een typisch klankverschijnsel, namelijk het gebruik van -ie voor -ij. Men is dit zinnetje gaan gebruiken omdat het woord kachel bij niet-Zeeuwssprekenden vooral bekend is in de betekenis verwarmingstoestel. In het westelijk gedeelte van het deltagebied kent men het woord kachel voor veulen. Ook op Goeree-Overflakkee kent men het woord in deze betekenis. Hoewel GoereeOverflakkee geografische tot de provincie Zuid-Holland behoort, worden reeds vanouds de dialecten, gelet op de overeenkomsten, gerekend tot de Zeeuwse dialecten.

Zo’n rijmpje als hierboven is een zogenaamd sjibbolet. Rijmpjes, zinnen, woordgroepen of woorden kunnen gebruikt worden als sjibbolets. Met sjibbolets kunnen ‘buitenstaanders’ worden gedetermineerd en zo is een sjibbolet heel geschikt om taalgrenzen te kunnen trekken. Het Hebreeuwse woord sjibboleth, dat oorspronkelijk ‘korenaar’ betekent, komt uit het Bijbelboek Richteren (12:1-15). Er is daar strijd tussen twee stammen. Personen van de ene stam kunnen het woord sjibbolet niet goed uitspreken. Vluchtende soldaten trachten te ontsnappen door de Jordaan over te steken. Wie wordt aangehouden moet sjibbolet zeggen. Wie sibbolet zegt, wordt gedood. Tijdens de mobilisatie in 1939 wordt bijvoorbeeld het woord Scheveningen als sjibbolet gebruikt om Duitsers van de zogenaamde Vijfde Colonne aan te kunnen houden. Een Duitser is namelijk niet in staat om een scherpe schklank te realiseren. Bekende sjibbolets op Goeree-Overflakkee zijn de zinnen Gôô je weig of ik slôô je weig om het dialect van de bewoners van Goeree te typeren. Omgekeerd worden dan die van Overflakkee bespot met Gae je weg of bluuf je stae. Zo wordt dan gelijk de ‘taalgrens’ tussen Goeree en Overflakkee aangegeven. Begrijpelijk, want deze voormalige eilanden waren tot 1751 door water van elkaar gescheiden.


bestaet nie?! bestôôt HET WOORDENBOEK DER ZEEUWSE DIALECTEN Omdat de dialecten van Goeree-Overflakkee behoren tot de Zeeuwse dialecten, vonden zij een plaats in het Woordenboek der Zeeuwse Dialecten. In de jaren ‘20 van de vorige eeuw werd door de Nijmeegse professor dr. Jac. van Ginneken een aanzet gegeven tot het samenstellen van woordenboeken van alle dialectregio’s in Nederland. Ook in Zeeland, waar men begon met het verzamelen van gegevens voor een Zeeuws woordenboek. In 1929 werd daartoe de Zeeuwsche Vereniging voor Dialectonderzoek opgericht.

een hele verzameling kaartenbakken. Het onderzoek duurde 35 jaar en de dag na haar tachtigste verjaardag, op 23 november 1964, werd Rika Ghijsen in de Provinciale Bibliotheek niet alleen gehuldigd, maar werd haar ook het eerste, in leer gebonden, exemplaar van het Woordenboek der Zeeuwse Dialecten aangeboden. Het was een karwei geweest van 35 jaar. Bijzonder was het dat voor het eerst in Nederland een vrouw een woordenboek samenstelde.

De secretaresse van die vereniging, de letterkundge juffrouw dr. Rika Ghijsen en telg uit een voorname Middelburgse familie, begon met het onderzoek. Er werd een netwerk van 600 informanten gevormd, in het hele Zeeuwse dialectgebied. Ook geïnteresseerden op Goeree-Overflakkee werd verzocht deel te nemen. Zo leverde bijvoorbeeld de uit Goedereede afkomstige talenleraar aan een kweekschool voor onderwijzers Flip den Eerzamen honderden woorden en uitdrukkingen aan. Talloze vragenlijsten werden in het hele gebied verspreid. Juffrouw Ghijsen – zo werd ze aangeduid, want een ongehuwde vrouw, ook uit de hogere kringen, werd in die tijd aangesproken als ‘juffrouw’ – werkte alles thuis in haar woning in Domburg uit. De gegevens werden met de typemachine op systeemkaarten getikt en zo ontstond er

Juffrouw Ghijsen

7


EEN TOONAANGEVEND WERK Al direct trok het Zeeuws woordenboek de aandacht door de wetenschappelijke aanpak. Voor het eerst werd in een dialectwoordenboek nauwkeurig de vindplaats van een woord, gezegde of uitdrukking bij het betreffende lemma vermeld, door steeds de afkorting van de vindplaats achter een woord of gezegde te plaatsen. Ook het opnemen van een groot aantal voorbeeldzinnen, waar de verschillende woordfuncties duidelijk tot hun recht kwamen, was nieuw. Ook nieuw was dat er aandacht werd geschonken aan volksgebruiken.

van vragenlijsten, het raadplegen van informanten en het verwerken van de gegevens. Besloten werd om de verzamelde gegevens nu in een aantal regioboeken uit te geven. De gegevens werden hierin nu niet alfabetisch geordend, maar thematisch. Zo kwamen per regio alle facetten van leven, gevoelen, werken en omgeving van de mens aan de orde. In totaal verschenen negen regioboeken. Al deze boeken zouden dienen als uitgangspunt voor het samenstellen van een supplement op het woordenboek.

Bovendien zijn er talrijke illustraties van de hand van Jacques Prince in het woordenboek opgenomen, die zeer verhelderend werken. Het Zeeuws woordenboek werd dan ook niet alleen toonaangevend voor wetenschappelijk dialectonderzoek, maar ook een voorbeeld voor het samenstellen van dialectwoordenboeken. In de loop der jaren zijn heel wat drukken verschenen, in totaal een tiental. Wil men dus iets weten over de dialecten van

Rika Ghijsen overleed in 1976 in haar woonplaats Domburg, waar een school en een straatnaam haar naam dragen. Na haar dood werd het werk voortgezet door de ook reeds hoogbejaarde nieuwe secretaresse van de vereniging, mevrouw E. J. van den Broecke-de Man uit Vlissingen. Het Supplement op het Zeeuws woordenboek verscheen in 2003. VIER DIALECTEN OP GOEREE-OVERFLAKKEE In dialecten komen heel oude taalvormen voor. Zo is er in het dialect van Ouddorp zelfs nog een oude derde naamvalsuitgang te beluisteren. De zin Hij stond te dansen en te springen wordt dan Hie stieng te dansene in te spriengene. Het voorzetsel -te regeert namelijk de derde naamval. Met deze sjibboletzin ben ik toen maar eens op stap gegaan naar de andere plaatsen op Goeree-Overflakkee. Ik kwam tot de volgende indeling:

Goeree-Overflakkee, dan is dat te vinden in het Zeeuws Woordenboek. Omdat ook de vindplaatsen zijn aangegeven, kan men woorden en uitdrukkingen te weten komen van het eigen dorp. In 2014 bestond het woordenboek dus vijftig jaar. Dit werd op 22 november 2014 in de Provinciale Bibliotheek in Middelburg feestelijk gevierd. Tevens werden op deze dag de digitale versie van het woordenboek gepresenteerd. Op www.zeeuwsewoordenbank.nl zijn nu woordenboek en supplement te raadplegen. Een papieren herdruk van het woordenboek zit er niet meer in. Al gelijk na het verschijnen in 1964 bleek dat het woordenboek eigenlijk nog niet compleet was. Dus ging het werk voor mevrouw Ghijsen gewoon door: het verzenden

Het Goerees, de dialecten van Ouddorp en Goedereede. Wel is er verschil tussen beide dialecten. Dat van Goedereede is een zogenaamd stadsdialect, waarin een heldere -ee en een -oo te beluisteren zijn. De verschillen zijn echter dermate klein, dat buitenstaanders ze niet eens opmerken. Beide dialecten zijn heel oud en vertonen een zeer sterk Zeeuws karakter.

Het Westflakkees, van Stellendam t/m Stad aan ‘t Haringvliet en Nieuwe-Tonge. Deze dialecten vertonen ook meer elementen uit de Hollandse dialecten, bijvoorbeeld veul (veel) en speule (spelen).

Het Oostflakkees, de dialecten van Den Bommel, Oolgensplaat en protestants Oude-Tonge. In deze dialecten zijn behoorlijk wat Brabantse elementen te beluisteren.

Rooms-katholiek Flakkees, het dialect van Achthuizen en rk-Oude-Tonge. Deze dialecten vertonen een zeer sterk Brabants karakter.

De verschillen kunnen verklaard worden uit historische ontwikkelingen. Waar kwamen bijvoorbeeld de ‘kolonisten’ vandaan die zich in de loop van de tijd zich in de nieuwe polders vestigden? En op welke schaal vermengden ze zich met de bevolking die er al woonde? In het algemeen vertonen alle dialecten op Goeree-Overflakkee veel gemeenschappelijke kenmerken. Daarom kunnen we spreken van een eenheid, maar het is een eenheid in verscheidenheid.


Joe heit prachtige blommen Dat benne blôômen or!

“Het dialect zal spoedig ter ziele gaan, want het wordt al in de peuterspeelzaal de nek omgedraaid” TOEKOMST VAN DE DIALECTEN Er bestaan op het ogenblik eigenlijk twee soorten dialect: het cultuurdialect en het gebruiksdialect. Onder het eerste versta ik het optreden, het schrijven en zingen in dialect, het maken van cd’s en films met dialect. Al deze zaken

bloeien momenteel. Het gebruiksdialect, zeg maar het ‘gewone’, zal spoedig ter ziele gaan, want dat wordt tegenwoordig al in de peuterspeelzaal de nek omgedraaid. Wim Daniëls schrijft in zijn nieuwste boek ‘De taal achterna’ dat het omstreeks 2050 met het gebruiksdialect gedaan zal zijn. Omdat de laatste halve eeuw grenzen zijn weggevallen is er een toenemend gebruik ontstaan van de standaardtaal, terwijl juist een dialect zijn bestaansrecht ontleent aan begrenzing. Dialectsprekers bleken heel goed in staat te zijn om Standaardnederlands te leren, omdat zij al over een groter arsenaal aan klanken beschikten dan de Standaardtaal heeft. Voor een Standaardtaalspreker blijkt het uitermate moeilijk om een dialect te leren spreken. Wie dat toch wel zou willen, moet zich eerst maar eens onderwerpen aan een aantal sjibbolettests, zo is het advies van Wim Daniëls. Het resultaat zal niet meevallen! De dialecten zullen verdwijnen uit het dagelijks leven. Dat is jammer, maar geen ramp. Het voortbestaan van de dialecten is dus onzeker, maar één ding weet ik zeker:

Hét Flakkees bestaet/bestôôt nie! 9


Richard Groenendijk is oak TOF! Een exclusief interview door Jaap Reedijk

Ik vind het echt hartverwarmend wat een lieve reacties ik altijd krijg als ik bijvoorbeeld op ‘d’n Diek’ loop

tekst en foto’s: Jaap Reedijk


Ik was zo’n tien jaar geleden in een theater aan het werk om voor een nieuwe theaterbrochure Richard Groenendijk te fotograferen. Diep verstopt in de meest donkere hoek zat ik onzichtbaar voor het publiek en voor de artiest. Op de achtergrond, vooral niet laten merken dat ik er ben. Dan begint Richard Groenendijk zijn voorstelling. Het hele verhaal over zijn geboortegrond en of men wel wist waar Goeree-Overflakkee ligt. ‘Niemand? Dat dacht ik al. Ik heb vanavond zelfs een fotograaf meegebracht van mijn eiland. Daar zit hij. In dat hoekje.’ En daar zat ik… vreselijk te kijk met een extra lichtje op de glanzende schedel. Mijn kennismaking met het fenomeen Groenendijk… BAM! Hij staat momenteel zelf enorm in de schijnwerpers en Nederland leert eindelijk Richard Groenendijk kennen. Toen hier op Goeree-Overflakkee zijn naam al rondging, moest de rest van Nederland nog kennismaken. Zo af en toe zagen we hem op de televisie en dat werd de dag erna natuurlijk direct aan de buurvrouw verteld. Een beetje zo’n verborgen trots: je roept het niet hardop op straat, maar erg leuk vind je het wel. TROTS Ik denk dat dit ook wel een beetje kenmerkend is voor het hele verloop van de bekendheid van Richard. Waar kennen we hem ook alweer van? Goeree-Overflakkee is trots op hem. Maar zou hij dat zelf ook weten? Waar merkt een cabaretier dat aan? Op Goeree-Overflakkee wordt zijn naam regelmatig genoemd. Met een bepaalde trots wordt er dan over onze cabaretier gesproken. Zag je ‘m gisteren op televisie? “Ja, dat is heel erg leuk natuurlijk” zegt Richard. “ls ik in het Oude Luxor Theater speel komen ze bij wijze van spreken met busladingen van het eiland af om te komen kijken. Ik neem het eiland natuurlijk altijd een beetje op de hak, maar ik merk aan de reacties vanuit de zaal dat ze dat alleen maar leuk vinden. Ik vind het echt hartverwarmend wat een lieve reacties ik altijd krijg als ik bijvoorbeeld op d’n Diek loop. En de mensen die het niks vinden zitten toch niet in de zaal, dus die hoor je niet.” Toen ik zijn laatste voorstelling fotografeerde en de lach onbedaarlijk door de zaal rolde, merkte ik ook dat trotse gevoel. ‘Hij komt toevallig wel bij ons vandaan.’ Raar eigenlijk om dat zo te merken. HETZELFDE EILAND Ik ontmoet Richard regelmatig in het theater. Is het niet om zijn voorstellingen te fotograferen, dan is het wel bij de voorstellingen van anderen of bij speciale festiviteiten. Toen ik voor Paul de Leeuw werkte kwam Richard dan ook direct ter sprake. ‘Jullie zijn van hetzelfde eiland, hè?’ Alsof we elke dag bij elkaar over de vloer komen voor koffie en een koekje. Trouwens, bij Richard thuis op de koffie zijn er geen koekjes, maar wel de beste bolussen van de bakker aan de overkant. Richard Groenendijk en Paul de Leeuw liggen elkaar goed. Dat merk je aan alles. Blijkbaar is de humor de verbindende factor want ze hebben weinig nodig om er binnen de kortste keren een pittige woordenstrijd van te maken. “We hebben een beetje dezelfde geschiedenis en nogal wat overeenkomsten natuurlijk. Hij heeft me met Ranking the

Stars echt de kans gegeven om te excelleren en ik merk dat nu terug in het theaters. De zalen zitten veel voller en vaak ook met jonge mensen die me kennen van Ranking. Ik heb echt wel wat aan Paul te danken. Dat siert hem. Niet iedereen geeft een ander zomaar de ruimte.” ZALENVULLER Binnen de theater- en cabaretwereld is Richard allang geen talent of belofte meer, maar een volwaardige zalenvuller. In onze regio zitten de zalen bij voorbaat al vol, met een wachtlijst, want we willen natuurlijk wel zien en horen hoe we zelf voor schut gezet worden. Eigenlijk best bijzonder. Heel Nederland lacht om de verhalen over het familieleven van Richard op Goeree-Overflakkee en wij vinden het de normaalste zaak van de wereld. We lachen net zo hard mee en zijn dan gewoon weer een beetje trots dat hij over ‘ons eiland’ vertelt. Natuurlijk zeggen we dat niet hardop want de gebeurtenissen in de conferences gebeuren niet bij ons thuis.

“Ze denken altijd dat het over een ander gaat” Ik vraag me dan af of er ook directe reacties van de omgeving (familie en vrienden) komen die de mensen in de situaties ook daadwerkelijk herkennen? En twijfelt hij soms wel eens of hij een bepaalde figuur wel of niet in de show verwerkt. “Het grappige is dat de echte personen zich nooit herkennen in de show”, zegt Richard. “Ze denken altijd dat het over een ander gaat. Ik “verbouw” de boel natuurlijk een beetje en soms is een personage een combinatie van verschillende personen. Annie M.G. Schmidt zei altijd: ‘Ik lieg nooit, ik maak alleen de waarheid wat aantrekkelijker.”’Nou, dat geldt ook voor hoe ik te werk ga. Ik heb het in mijn huidige show over het verhaal van mijn vriend, Marko, wat een vrij heftig verhaal is. Hij is op zijn dertiende gevlucht uit de oorlog in voormalig Joegoslavië. Dat overleg ik natuurlijk van te voren wel met hem en zijn familie. Ze vonden het prima.” Toen de nieuwe Rabobankzaal in het Diekhuus te Middelharnis geopend werd, kwam zijn naam als eerste naar voren. Natuurlijk moest hij daar optreden. Ik hoopte dat hij heel veel muziek in deze voorstelling zou stoppen, want dat vind ik nog steeds het meest onderbelichte stukje Richard. Dat deed hij. Zijn muziek, met tussendoor natuurlijk het relaas over zijn eiland. Op zijn Groenendijks uiteraard. LIEDJES ALS DOCUMENT In de theaterwereld werd steeds vaker geroepen dat hij een cd moest maken. Daar is het al langer bekend dat de liedjes van hem zo mooi zijn. In veel voorstellingen komen de liedjes terug, maar ik vind eigenlijk dat hij nog te weinig zingt. Daarom is het goed dat de cd, genaamd 1, verscheen. Op de cd wordt hij begeleid door Cor Bakker en zijn band. ‘Ik wilde al heel lang een cd maken en nu had ik er eindelijk de tijd en de mogelijkheden voor. Ik ben aan alle nummers erg gehecht en wilde ze graag als document vastleggen. Het was een van de leukste projecten die ik ooit gedaan heb 11


en ik ben blij dat ik dit met zulke goede vakmensen heb kunnen doen.” Richard speelde een hoofdrol in de musical over het schip Veronica: Herinnert u zich deze nog. De producent vroeg mij om deze te fotograferen en zo stond ik tijdens de prille repetities weer met Richard in dezelfde zaal. De musical werd geen succes, maar is wel een dankbaar onderwerp geworden voor de nieuwe voorstelling van Richard. Het zal wel door mijn werkherinneringen bij Veronica komen, maar ik vond het mooi om mee te maken. Een lied van Richard zorgde bij mij voor kippenvel. Met een bosje tulpen in zijn hand, de haren dik in het vet en gekleed in een aftandse regenjas kreeg hij mij bijna in tranen. Een vreemde gewaarwording in een lege zaal tijdens de repetities. Het hele Veronicaverhaal was dus geen succes als musical.

dan ook terug in de gesprekken of juist niet? “Er zijn altijd wel mensen die je wat minder lekker liggen, maar in het cabaret valt dat wel mee, hoor. Ik heb aan aantal goede vrienden binnen het vak, maar minstens net zoveel die niet in het theater werken. Dat is ook goed, het houd je nuchter en ik hoef privé niet zo nodig met alleen maar ‘vakmensen’ om te gaan.” Wat zijn de mooiste momenten in het theaterleven van Richard Groenendijk? Die zin speelt al een tijd door m’n hoofd. Is het de prijs die hij krijgt, het applaus, een televisieregistratie of de waardering van zijn collega’s? Zijn er vaste momenten die een houvast kunnen bieden in het dagelijkse leven, zowel privé als op werkgebied?

NOOIT ONOPGEMERKT

“Op werkgebied is het fijn als je show door je publiek wordt gewaardeerd. Ik kreeg onlangs een mail van een van de forensisch onderzoekers van de MH-17. Hij had de avond voor zijn vertrek naar Oekraïne met een aantal collega’s mijn show gezien op tv en bedankte me voor de humor. Hij vertelde dat als het daar te zwaar werd er altijd wel iemand iets riep uit de voorstelling, zodat die ellende daar een beetje dragelijk werd. Dat was de eerste keer in mijn leven dat ik volschoot van een compliment. Daar doe je het voor. Die brief hangt op mijn koelkast en iedere keer als ik me rottig voel lees ik ‘m even. In mijn privéleven zijn natuurlijk Marko, mijn goede vrienden en mijn ouders een vaste rots. Mijn laatste oma is deze zomer overleden dus de groep wordt steeds kleiner.”

Tijdens het hele maakproces van deze musical merkte ik de grote invloed van Richard op het geheel. Volgens mij heeft hij dit zelf niet eens zozeer in de gaten, maar zijn aanwezigheid gaat nooit onopgemerkt voorbij. Zijn aanwezigheid bepaalt ook vaak de sfeer en menig theatermaker is blij met de belangstelling en vriendschap van Richard. Hij ligt goed bij de collega’s. Gaat de cabaretier veel om met collega-cabaretiers en komt het vak

Toen Richard in 2012 de Poelifinario, de belangrijkste cabaretprijs, won met zijn programma Alle dagen was de verbazing groot, maar ook de blijdschap. Verbazing omdat hij toch wel de grote underdog was en blijdschap omdat iedereen het hem wel gunt. Ik fotografeerde de uitreikingen van deze cabaretprijzen maar wist deze keer van tevoren niet wie de winnaar zou worden. Meestal werd dit me al ingefluisterd, zodat ik mijn positie daar

“Er zaten prachtige scènes en liedjes in, zoals dat lied in die regenjas, maar overall was het een stuurloos geheel. Er zat geen enkele gedachte achter. Dat las je ook terug in de kritieken. Terecht, vond ik dat. Ik heb die tournee echter wel vreselijk gelachen. Met collega’s als Martin van Waardenburg en Mylène d’Anjou is dat ook niet zo moeilijk. In mijn solovoorstelling die ik daarna maakte, Alle dagen, heb ik er een erg grappige scène over gedaan. Was het toch niet voor niets….”


kan aanpassen. Nu niet en ik weet nog dat ik moest kiezen waar ik ging staan en eigenlijk Richard in het vizier wilde houden maar uiteindelijk toch een andere, veilige, optie gekozen had.

vermelding staat over deze cabaretprijs. Je zou verwachten dat een cabaretier zou pronken met deze belangrijke onderscheiding. Het siert hem.

Daar stond hij. Richard Groenendijk van Goeree-Overflakkee, die even de mooiste cabaretprijs wint en de hele Nederlandse pers over zich heen krijgt. Ja, ik was trots. Apetrots. Het leuke was dat ik zelfs een felicitatie kreeg omdat we op hetzelfde eiland wonen. Ik

En nu? Met de mantel der liefde, heet de nieuwe voorstelling van Richard en de recensies zijn weer prachtig. Een speellijst vol verwachtingen staat ons te wachten. De tijd van de buurthuizen

vind dat bijzonder. Het mooie moment dat ik z’n vader en moeder opzocht om samen met Richard op de foto te gaan, vergeet ik niet snel. Over trots gesproken… Er zijn veel grotere fotomomenten in mijn leven geweest, maar dit moment vond ik heel erg bijzonder.

Poelifinario?

STUITERBAL Hoe belangrijk is deze cabaretprijs geweest? Ik herinner me het onthaal op het stuiterbal. Dat was een groot feest ter ere van de vijftigste verjaardag van Brigitte Kaandorp. Alle cabaretiers en musici op kleinkunstgebied waren uitgenodigd. Een besloten feest in Haarlem. Brigitte had mij gevraagd om deze dag te fotograferen. De uitreiking van de VSCD-prijzen kwam nogal eens ter sprake onder de collega’s. Halverwege de avond kwamen Richard en Ali B, de prijswinnaars, binnen. Zij waren direct na de tv-uitzending van De Wereld Draait Door naar de schouwburg in Haarlem gereden. “Het was fantastisch. Het was ook een lijst genomineerden – met onder anderen Theo Maassen en Maarten van Roosendaal – waar je u tegen zei, en het voelde wel erg goed dat ik ‘m dus won. En de volgende avond inderdaad het stuiterbal, een door Brigitte Kaandorp georganiseerd bal voor heel cabaret-Nederland, daar kwam ik natuurlijk als de gebraden haan binnen. Ja, dat voelde goed. Maar goed; ik moest de andere dag weer gewoon met de show naar weet ik veel waar, dus ik heb het leven ook weer snel opgepakt, hoor. Maar dat ik trots was moge duidelijk zijn. En nog eigenlijk. Het is toch een beetje wat een gouden kalf is voor acteurs.” Opvallend is het dan dat er op zijn website slechts een summiere

en kleine zalen is voorbij. De verwachtingen in de zaal zijn hoog en iedereen op Goeree-Overflakkee is natuurlijk nieuwsgierig of er meer van ons eiland herkenbaar in de voorstelling terugkomt. DROOM En de cabaretier zelf? Heeft hij nog dromen? “Ik heb nu natuurlijk twee ‘hits’ achterelkaar gemaakt. Voor beide shows overal recensies met vier en vijf sterren. Dat is heerlijk, maar dat houdt een keer op. Mijn droom is ooit nog een keer een grote show te maken inclusief band, dansers en een showtrap. Gewoon even iets heel anders, en stukken muzikaler. Er zijn nu wel gesprekken om dat over twee jaar te gaan doen. En ik kijk altijd naar mijn omgeving. Het is niet bewust dat ik denk: ik ga het over GoereeOverflakkee hebben, maar ik ben er geboren en ik woon er nu in deeltijd, dus ja, dat is dan bijna inherent aan de inhoud van mijn show. Terwijl er bijvoorbeeld in Alle Dagen geen enkel familielid voorbij is gekomen. Het is niet een bewuste keuze. Het dient zich aan of niet…” Het leven op Goeree-Overflakkee zal de komende jaren nog genoeg inspiratie opleveren voor zijn werk en met de Rotterdamse belevenissen weet hij als geen ander de mooie theatermix te maken. Ik hoop hem nog heel veel jaren te kunnen fotograferen en dan dat trotse gevoel met me mee te mogen dragen. 13


Zeehondenverzurger voor êên dag


Ze kijken je aan met grote zwarte oogjes, zijn heel nieuwsgierig en zijn gewoon te lief: wie krijgt er nu geen warm gevoel bij het zien van een zeehondje? In zeezoogdierenopvang A Seal in Stellendam zijn ze van dichtbij te bewonderen. In de opvang worden gestrande, verzwakte en zieke zeehondjes verzorgd en bijgevoerd tot het moment waarop ze weer sterk genoeg zijn om hun vrijheid tegemoet te zwemmen. TOF liep een dag mee met drie zeehondenverzorgers.

tekst: Mie-Wah Pang foto’s: Alex van Kampen en Pieter Kamp

15



De dag begint vroeg in Stellendam. De zon komt net op boven het Haringvliet, wat zorgt voor een schitterend uitzicht. Een mooie oranjegele gloed over het spiegelgladde water. Maar vandaag zijn we niet in Stellendam voor de zonsopgang. We hebben om klokslag 8.00 uur afgesproken in zeezoogdierenopvang A Seal waar de al klaar staan om te beginnen met de verzorging van de zeehondjes. HELEMAAL INGEPAKT “Er zijn bepaalde voorschriften waaraan voldaan moet worden als je met zeehonden werkt. Beschermende kleding is belangrijk”, geeft een van de verzorgers aan. Voor ze beginnen met de eerste verzorgingsronde van die dag, trekken ze twee paar handschoenen, een waterdichte overall en kaplaarzen aan en zetten een mondkapje op. DAGTAAK Het verzorgen van de zeehonden is een echte dagtaak, waar veel bij komt kijken. ’s Ochtends wordt het meeste werk verzet. De bassins en de zeehondjes zelf worden schoongespoeld en schoongemaakt en de bassins worden gevuld met vers water. Er wordt getemperatuurd. De zeehondjes krijgen medicijnen, extra drinkwater en worden gevoerd. Afhankelijk van de gezondheid van de zeehond bestaat de maaltijd uit water met een vispapje – dat vers wordt bereid – en met een trechtertje wordt gegeven of uit verse vis. Wel zo’n 5 kilo vis per zeehond per dag. Na de ochtendschoonmaak, worden de zeehonden de rest van de dag gevoerd.

Wist je dat er verschillende soorten zeehonden zijn? Je hebt de gewone zeehond, die een rond (poezen)kopje heeft. De grijze zeehond, die groter is dan de gewone zeehond. En die volgens de kenner meer op een herdershond lijkt met een spitse kop. En dan zijn er ook nog bepaalde exoten zoals de klapmuts. A Seal ving afgelopen zomer tijdelijk een klapmuts die verdwaald en verzwakt was. Klapmuts Sara is uiteindelijk in het Noorden van Nederland ver op zee weer uitgezet.

OPPASSEN GEBLAZEN Bij het verzorgen en voeren van de zeehondjes hebben de verzorgers nauw contact met de dieren. Maar ondanks het feit dat de zeehondjes eruit zien om te knuffelen, wordt er voorzichtig te werk gegaan. “Het blijven wilde dieren. En wilde dieren kunnen happen en bijten.” Op de vraag of de zeehondjes de verzorgers herkennen wordt geantwoord: “Nou misschien dat ze op een gegeven moment wel je stem herkennen, maar de focus ligt toch vooral op het eten dat ze krijgen.” MET ZEEHONDEN WERKEN IS BIJZONDER Alle drie de verzorgers zijn echte dierenliefhebbers en werken vrijwillig in de Zeezoogdierenopvang A Seal. Het werken met zeehonden is heel bijzonder, beamen ze alle drie. Ze zijn er min of meer ingerold. “Ik vind het fijn dat ik op deze manier dieren in nood kan helpen. En dat ik mee mag helpen om de zeehondjes uiteindelijk hun vrijheid weer te geven. Het mooiste moment is als we ze weer uit kunnen zetten in de natuur. Dan denk ik, JA het is weer gelukt!” vertelt één van de verzorgers gepassioneerd. VAN BINNENKOMST NAAR VRIJHEID De zeehondjes die binnenkomen zijn verzwakt, vermagerd en/ of hebben een kinderziekte of longworm onder de leden. De Eerste Hulp Bij Zeehonden (EHBZ) haalt na een melding de zeehond van het strand. En brengt het dier vervolgens naar A Seal. Daar onderzoekt een dierenarts eerst hoe de zeehond er aan toe is. Vervolgens wordt de zeehond de eerste dagen in quarantaine geplaatst. Het volgende station is een binnenbassin, dan volgt het buitenbassin en het eindstation in de vrije zee.

Zeezoogdierenopvang A Seal in de Expo Haringvliet in Stellendam opende eind juli 2014 haar deuren. Sindsdien worden zieke, verzwakte en gestrande zeehondjes opgevangen en verzorgd. Wanneer de zeehondjes zijn aangesterkt en minimaal 35 kilo wegen, worden ze weer vrijgelaten in zee. Het afgelopen jaar zijn diverse zeehondjes geholpen en vrijgelaten op de stranden op Goeree-Overflakkee. Kijk voor meer informatie over Zeezoogdierenopvang A Seal op WWW.ASEAL.NL of volg A Seal via FACEBOOK/STICHTINGASEAL of twitter @STICHTING_ASEAL 17


Toffe wiels

Een kar uut de U.S.A. riedt geweun op Flakkee! tekst en foto’s: Gert van Nieuwaal

Een koude zaterdagmorgen in januari. Het geluid van een brullende 5,7 liter V8. Een knalrode kleur met witte striping. Op ‘D’n Diek’ in Middelharnis blijven mensen even stilstaan. Lachende gezichten en duimen die de lucht in gaan. De toffe kar van Gavin maakt heel wat los bij de Flakkeeënaars. Je hoort het ze zeggen: ‘Ut liekent wel of we in Amerika benne!’

is er helemaal klaar voor om het Flakkeese asfalt op te vreten! Gavin heeft de Chevrolet nog amper de garage uitgereden of er komt al een voorbijganger op ons af. “Wat een butegeweun geluud, eej”, zegt de man lachend, “daer wor je toch helemael blieje van!” Gavin is het wel gewend: “Ik word vaak aangesproken door mensen die de auto helemaal te gek vinden.”

Het duurt heel even voordat de 350 paarden van de American muscle car in beweging komen. “Hier moet je niet van schrikken bij een auto van meer dan 45 jaar oud”, aldus de 32-jarige Gavin. “Het starten gaat, zeker als het koud is, niet altijd even soepel.” Dan komt de Chevrolet Chevelle ‘Yenko Tribute’ uit 1969 tot leven. Het ronken van de motor en de harde klappen van de dubbele uitlaat onthullen het rauwe karakter van deze auto, hij

We stappen in en rijden door Middelharnis. Je moet iets harder praten om boven het brute geluid van de uitlaten uit te komen. “Ik heb in deze auto eigenlijk nooit de muziek aan”, zegt Gavin. “Het geluid van de motor en de uitlaten, dat is voor mij de muziek. Je rijdt in zo’n auto voor de totale ervaring, daar heb je geen muziek bij nodig.” Over de vraag wat Gavin met Goeree-Overflakkee heeft,


denkt de Dirkslander heel even na. “Ik woon hier nu drieënhalf jaar met veel plezier samen met mijn vrouw. Het is wat kleiner en landelijker, zo kun je heerlijk wandelen in de polder. Daarnaast heb je al die gekkigheid van de stad niet, wat trouwens niet wil zeggen dat het eiland saai is, er gebeurt genoeg!” Onderweg naar ’t Hoad trapt Gavin op een onverwacht moment het gaspedaal in. De G-krachten die daarbij vrijkomen drukken je diep in de comfortabele stoel van de Chevelle. Wat een power! Een grote brede glimlach verschijnt op het gezicht van Gavin. “Dit kan ik echt heel de dag volhouden!” Gavin zegt dat hij zijn hele leven al een grote passie voor auto’s heeft. “Ik heb altijd al eens een American muscle car willen hebben.” Ruim een jaar geleden kwam hij op internet

een prachtige Chevrolet Chevelle tegen. Deze auto stond te koop in Florida. Gavin deed het winnende bod en hij was een prachtige klassieker rijker. “Het importeren van zo’n auto is best complex, daar heb ik een bedrijf voor ingeschakeld.” Gavin heeft niet zoveel met alledaagse auto’s. “Een auto moet iets bijzonders hebben, iets wat afwijkt van de standaard.” Gavin sluit af met een idee. “In Amerika heb je zogenaamde Cars & Coffee meetings. Mensen met een toffe auto komen daar een uurtje of twee bij elkaar om over hun auto te praten en gezellig koffie te drinken. Misschien wel een leuk idee om dit voor Goeree-Overflakkee te organiseren?!” Wij vinden dit een TOF idee van Gavin. Houd de facebookpagina van Trots Op Flakkee in de gaten voor meer informatie. 19


@lisa_josy

@kathleenspaan

@alex_van_kampen

@jos_brouwer

@heijblommeke

@heleen2512

@journalistjelle

@kees_ontwerpt

@pimvandermaden

@jaaptanis

Carlo Bakker


@h2vanputten

@yschellevis

@maariadv

Wil je jouw kiekje terugzien in de volgende editie van TOF? Plaats ‘m op Facebook (Trots Op Flakkee), Twitter of Instagram met de vermelding: #trotsopflakkee @digimannetje

@k98ka

@kevinplaisier84

@northseaflavour

@edwinspictures

@arjenvb

@mandy__0501

@jakos21

21


Inspiratiecent Grevelingen Dit allemaal (en nog veel meer!) in één gebouw op een unieke locatie op ons mooie eiland. In april opent Inspiratiecentrum Grevelingen haar deuren op de Brouwersdam. AL WAT JE IN HET N TOF! WETEN NU

EN WIJ VA

tekst: Anne Karsbergen foto’s: IC grevelingen

INDEN…

GEBOUW KUNT V


trum

Uitzicht over de Brouwersdam vanuit een 26 meter hoge uitkijktoren, een panoramashow, interactieve en innovatieve attracties en een winkel met streekproducten‌

*

23


UNIEK Het is een langgekoesterde wens van Bert Kranendonk: een all-weather ‘attractie’ op één van de mooiste plekken van Nederland. De Brouwersdam natuurlijk! Bezoekers van FutureLand (Maasvlakte II) en Heineken Experience (Amsterdam) weten het: een attractie van Bert Kranendonk is uniek, inspirerend, innovatief en heeft een educatief karakter. Dit gaan we ook zien in het Inspiratiecentrum. WATERZAAL Groot onderdeel van het Inspiratiecentrum is de ‘Waterzaal’. In deze zaal komen 80 verschillende blauwe stoelen te staan. Bij elke stoel hoort een écht verhaal van inwoners van Goeree-Overflakkee en Schouwen-Duiveland. Deze verhalen zijn terug te vinden in het boek Stoel & Story, dat tijdens de opening uitkomt. In de zaal worden diverse films gedraaid met daarin elementen uit deze verhalen, maar ook over de omgeving, het produceren van verschillende streekproducten en overige bijzondere, regionale projecten. ATTRACTIES We mogen nog niet alles verklappen, maar duidelijk is dat het

centrum een aantal regionale kenmerken laat terugkomen in alle attracties: het water, de omgeving, de delta, natuur, historie en regioproducten. Informatie over ons eiland (en het eiland van onze zuiderburen) wordt op een interactieve wijze gepresenteerd. Bijvoorbeeld via de ‘weetjeswand’, met 120 weetjes over de Voordelta, Grevelingen, Brouwersdam, Goeree-Overflakkee en Schouwen-Duiveland. Je kunt je uren vermaken met de diverse attracties en speeltoestellen: denk onder andere aan een Panoramashow, spotlightswand, fotoroom en een interactief aquarium. Alles gezien? Dan kun je je vervolgbestemming bepalen bij de ‘eilandwand’. Op deze wand zie je met een verrekijker alle activiteiten en horecagelegenheden in de buurt.

“120 weetjes in de interactieve weetjeswand” ELKAAR VERSTERKEN Via de ‘eilandwand’ verwijst het Inspiratiecentrum bezoekers dus door naar horecagelegenheden in de buurt. Inspiratiecentrum Grevelingen wil geen con-


current zijn van de nu al aanwezige attracties en biedt daarom geen uitgebreide horecafaciliteiten aan. Het Inspiratiecentrum wil de positie van de andere ondernemers op en rondom de Brouwersdam juist versterken. De Brouwersdam heeft een geweldig en gevarieerd aanbod voor toeristen en dagjesmensen. Juist door ook een informatiecentrum met diverse (all-weather) attracties aan te bieden, zullen meer mensen de kop van ons eiland bezoeken. En zij willen voor of na hun bezoek aan het centrum natuurlijk ook graag een hapje eten in de buurt… SAMENWERKING Het inspiratiecentrum zoekt zoveel mogelijk de samenwerking op met ondernemers uit de directe omgeving. Zo worden er streekproducten verkocht in de shop. Op deze manier kunnen toeristen en dagjesmensen kennismaken met ‘onze’ producten. Uiteraard kunnen bezoekers ook wat drinken in het centrum. Hierbij wordt uitsluitend gebruik gemaakt van streekproducten. Denk hierbij aan een stukje ‘heimweegebak’ van de lokale bakker. Dit gebak moet ervoor zorgen dat bezoekers ooit weer eens terugkomen naar de Brouwersdam. OPENING Inspiratiecentrum Grevelingen opent haar deuren op donderdag 9 april, exclusief voor geïnteresseerde bewoners, bedrijven en bezoekers. Zij hebben de tijd om het centrum

alvast te bewonderen, voordat de rest van de wereld naar binnen mag. De feestelijke opening is op donderdag 30 april. Vanaf dit moment is iedereen welkom in het centrum. Aansluitend worden er op vrijdag 1 mei speciale activiteiten voor kinderen georganiseerd. Op zaterdag 2 mei is er een verse visen streekmarkt bij het gebouw. Inspiratiecentrum Grevelingen is straks gratis toegankelijk; voor aanvullende attracties zoals de uitzichttoren en speelvoorzieningen wordt de bezoeker om een bijdrage gevraagd. MEER INFORMATIE Informatie en de voortgang van de bouw en overige ontwikkelingen zijn te vinden op www.ICgrevelingen.nl.

Inspiratiecentrum Grevelingen opent haar deuren op 9 april exclusief voor inwoners van Goeree-Overflakkee en SchouwenDuiveland.

*

25


Van bouwkundige tot

rabarberkoning

Cees Breederland vertelt over zijn rabarberbubbels tekst: Alex van Kampen foto’s: Gert van Nieuwaal


Vertel Cees, hoe is deze passie ontstaan? Cees: “Ik maakte al rabarberwijn en met succes, al zeg ik het zelf, maar werd geïnspireerd om rabarberchampagne te maken door een lezing hierover bij ons wijngilde. Een paar leden van het gilde hebben het geprobeerd te maken, maar het was zo simpel nog niet. Flessen sprongen kapot en de kurken vlogen door het plafond. Daarna is het recept een beetje blijven liggen totdat de crisis kwam. Mijn werk als bouwkundige werd minder waardoor ik het recept weer heb opgepakt. Na enkele jaren van experimenteren ben ik tot een recept gekomen wat bijzonder in de smaak valt. En weet je, dat vind ik eigenlijk het leukste van alles. Dat mensen het product waarderen en ervan genieten.” Vind je rabarber lekker en eet je het veel? Cees: “Nou... we hebben al 40 jaar rabarberplanten in de tuin staan, maar we eten het eigenlijk nooit.” Cees kijkt zijn vrouw even aan. “We vinden het lekkerder in een glas.” Is het hobby of werk? Cees: “Het is hobby en ik wil ook graag dat het een hobby blijft. Onze productie is niet ingericht op grote hoeveelheden en daarbij, iedere champagne shift (van 30 liter) heeft nu zijn eigen karakter, wat het leuk maakt. We verkopen het niet in de winkel. Ik heb het liefst dat mensen een flesje bij ons komen proeven en/of een flesje komen kopen.” Mag het champagne heten ondanks dat het niet uit de streek komt? Cees: “Nee het is geen officiële champagne. Veel mensen vinden het ook lekkerder dan echte champagne”, zegt hij met een brede glimlach. “Het unieke is dat het een 100 procent biologisch product is. We noemen het de “Parel van Goeree”.” Rabarber is toch een groente? De meeste champagnes worden gemaakt van druiven, kunnen we dan ook een doperwtenchampagne verwachten? Cees: “Je zult het geloven of niet maar er is een klein bedrijfje in Frankrijk dat van vers hooi champagne maakt. En lekker! Dus je vraag is zo vreemd nog niet.” Hoe lang duurt het om rabarber te groeien? Cees: “De eerste rabarber komt in mei en kan worden geoogst tot de langste dag (24 juli). Tussentijds kun je oogsten. Je hebt aan 1,5 à 2 rabarberstengels al genoeg om een fles champagne te maken.” Hoe lang duurt het om te brouwen? Cees: “Vanaf het oogsten tot en met een goede champagne duurt ongeveer één jaar. Het is al eerder goed

drinkbaar, maar voor het beste resultaat moet het minimaal zes maanden narijpen in de fles. Wij werken nog volgens de ‘methode traditionelle’.” Moet je dan ook met je voeten in een ton? Cees: “Ha ha ha, nee dat hoeft niet.” Wordt het gemaakt van alleen rabarber of een combi? Cees: Kijkt mij even aan met een doortastende glimlach. “We hebben een rosé-variant die gemaakt wordt door wat rode bessen erbij te doen. De rest ga ik je niet aan je neus hangen, dat is mijn geheim.” Zegt ie met een knipoog. Heb je verschillende gradaties of smaken? Cees: “Jazeker! Jonge champagne is heerlijk. Net voordat die volwassen wordt. Wacht, kom even mee want dat moet je proeven.” We mogen even een kijkje in de keuken nemen in zijn champagne-chalet. Hij laat ons een jonge champagne in de gist proeven van een combinatie van rabarber en witte framboos. We blijven nog even!

We eten eigenlijk nooit rabbarber, we vinden het lekkerder in een glas!

Waar kun je deze heerlijkheid het beste bij drinken? Cees: “Ik weet eigenlijk alleen maar waar je het niet bij moet drinken en dat is bij oliebollen. Absoluut geen goede combinatie.” Is er een proeverij? Cees: “Nou, niet zo zeer, maar mensen kunnen op vrijdagmiddag na 16:00 komen proeven. Ze moeten wel even bellen van tevoren, want anders wordt het een beetje te druk in huis.” Wat kost een fles? Cees: “Als ik al mijn tijd moet berekenen kost een fles € 75,00, ha ha ha! We bieden het aan voor een (h)eerlijke prijs.” Nou doe er dan maar vier! Cees: “Geen probleem, maar ik waarschuw je dat wij niet verantwoordelijk zijn voor het plezier wat je hieraan gaat beleven.” Een uitspraak om op te proosten!

27


Ons drinkwaete Goereese duune! tekst: Kees van Rixoort foto’s: Hans Villerius

Rucola? Ja, hier groeit rucola. In het wild, midden in de duinen

Je ruikt het en je proeft het, deze wilde variant is wat scherper dan de zakjes gesneden en gewassen rucola die je in de supermarkt koopt. Er groeit nog veel meer in de Middel- en Oostduinen, en er broeden tachtig soorten vogels. Een natuurgebied van formaat, al is de oppervlakte met ruim 200 hectare eerder aan de kleine kant. Dit binnendijkse duingebied – achter de zeewering ligt de Kwade Hoek – is echter veel meer dan een oord voor natuurvorsers en zondagmiddagwandelaars. Hier komt het drinkwater van Goeree-Overflakkee vandaan.


er komt uut de

Marten Annema is terreinbeheerder van de Middel- en Oostduinen. Hij is in dienst van Evides, de organisatie die ervoor zorgt dat er onder andere op Goeree-Overflakkee drinkwater uit de kraan komt. Voorheen deed Delta dat en nog verder terug in de tijd de Waterleidingmaatschappij Zuid-West-Nederland. Annema vertelt dat hier al sinds 1935 drinkwater vandaan komt. Ouddorp, dat maar een paar kilometer verderop ligt, is pas sinds begin jaren vijftig aangesloten op de waterleiding. Maar dit terzijde. DE BRON Let op: het water komt eigenlijk niet uit de duinen, maar uit het Haringvliet. “Het Haringvliet is de bron”, legt Annema uit. “Bij Scheelhoek pompen we het water op. Daarna gaat het via een kilometers lange leiding naar de Middel- en Oostduinen. Hier, in het productiestation, wordt het water eerst voorgezuiverd.

29


“Het Haringvliet is de bron. Maar wat als dat water te veel verontreinigd is?” Daarna gaat het via de infiltratiekanalen het zandpakket in om via de drains vervolgens hier weer terug te komen voor de nazuivering. Tot slot heb je drinkwater voor het leidingnet. Een deel van het voorgezuiverde water gaat naar Schouwen-Duiveland voor de productie van drinkwater op Schouwen.” Al die zuiveringen zijn nodig om betrouwbaar drinkwater te maken. In het zand moet het water minimaal dertig dagen verblijven om het bacteriologisch betrouwbaar te krijgen. Daar, zonder zuurstof, gaan de bacteriën dood en krijgt het water bovendien een temperatuur die aangenamer is. Het Haringvliet is de bron. Maar wat als dat water te veel verontreinigd is, bijvoorbeeld door een calamiteit stroomopwaarts? “Dan ligt het hier stil. De toevoer stopt. Als je zonder aanvoer water uit het zandpakket blijft trekken, trek je het gebied droog. Dat is schadelijk voor de natuur. Evides levert dan drinkwater bij vanuit de Berenplaat bij Spijkenisse. Om de natuur te sparen.” Want de natuur speelt de laatste decennia een belangrijkere rol in het waterwingebied. Vóór die tijd draaide het puur om de productie van drinkwater in de Middel- en Oostduinen. De infiltratiekanalen waren kaarsrecht en de omringende natuur was hooguit een gegeven. Bij het bepalen van de grondwaterstand kwamen de belangen van flora en fauna op de laatste plaats. EVENWICHT Nu is het én én. “Dit is een combinatie van waterwingebied en natuurgebied, beide zijn even belangrijk”, zegt Marten Annema. “Wij stemmen de belangen van natuur en waterwinning op elkaar af. Dat is een uitdaging en soms een strijd, maar na vijftien jaar pionieren hebben we het wel in de vingers. Er is evenwicht nu. Maar het kost ook veel inspanning om het zo te houden. De basis is de aansturing van de grondwaterstand. Daarnaast wordt het gebied beweid met runderen. Maar dat is niet genoeg, er moet ook gemaaid worden. Zo blijft het gebied open. Doe je dat niet, dan nemen de ruige soorten toe en wordt het uiteindelijk een bos.” Sinds 2005 voert Natuurmonumenten het natuurbeheer uit voor Evides. Gevolg van het actievere natuurbeleid – dat ook te zien is aan de infiltratiekanalen, die er met hun glooiende oevers en eilandjes totaal niet onnatuurlijk uitzien – is dat de soortenrijkdom in de Middel- en Oostduinen zeer groot is. “In 1990 stond in het hele gebied nog één orchidee. Nu groeien hier duizenden exemplaren van elf soorten. De harlekijn, bijvoorbeeld, en sinds kort de groenknolorchis. De duingentiaan groeit hier ook, en het is een belangrijk paddenstoelengebied. Ook bijzonder: de roerdomp is verschenen als broedvogel. Je ziet het, er is hier veel biodiversiteit op een kleine oppervlakte.” Er zijn reeën in het gebied, en konijnen, hazen, egels, verwilderde fretten en soms een hermelijn. Nee, een vos is nog niet aangetroffen. Wel veel planten, waaronder vijfenvijftig soorten die op de Rode Lijst staan en dus bedreigd zijn. Rucola? Niet bedreigd, wel lekker...

De bodempassage komt de smaak ten goede


Waerom klokkedieven? GOEDEREEDE

Klokkedieven

Goereeërs worden door Ouddorpers Klokkendieven genoemd, omdat zij - volgens de overlevering - de klokken uit de Ouddorpse toren hebben gestolen¬. Een andere bijnaam voor Goereeërs is Puuten (kikkers). De bewoners van het nabijgelegen buurtschap Goereese Havenhoofd worden dan ook Hôote Kikkers genoemd. Een gedichtje gaat als volgt: Goereese puut, trap op je huut, trap op je vel, Goereese puut we kriegen je wel. Lees verder op pagina 52

HÉ MANNE!

Manne...manne...

Even opletten graag. Je kunt ook zo’n lekker... gaaf flexibel shirt voor die babe van je bestellen én gelijk vriend worden van TOF!

€ 25,00 Dat kan voor slechts

Stuur een mail naar info@trotsopflakkee.nl met als onderwerp: “TOF shirt” en daarbij de maat en kleur.

Beschikbare maten: S, M, L, XL, XXL Kleuren: zwart, wit of roze

31


Ik sta regelmatig voor het oude Meijer Theater in Middelharnis en ga in mijn gedachten weer even terug naar de bloeitijd van dit theater. Het is voor velen van grote betekenis geweest. Als je de verhalen over het gebouw en alle aktiviteiten hoort dan kun je er een beetje een voorstelling van maken hoe het er aan de Vissersdijk in Middelharnis aan toe ging. Van het hele eiland kwam men een bezoek brengen. Wie er nu komt kijken ziet de bouwval achter het hek en de struiken. Een stukje verborgen geschiedenis. Dat Goeree-Overflakkee veel mooie verborgen plekjes heeft weten we allemaal wel. Steeds meer worden deze plekjes ook ontdekt door de vele toeristen die ons eiland aandoen.Een verborgen plek waar zelfs veel inwoners van Goeree-Overflakkee geen weet van hebben bevindt zich hier aan deze oude Vissersdijk in Middelharnis. Diep verborgen achter de vervallen muren van het voormalige theater bevindt zich in de opslagplaats, naast de zaal, een muurschildering met historische waarde. De zaal van het theater zullen velen nog wel herinneren van de filmvoorstellingen en de verenigingsuitvoeringen die er gegeven werden.We zullen in een volgende editie nog uitgebreid stilstaan bij de geschiedenis van het theater maar zeker ook bij de beleving van de bezoekers aan dit bijzondere pand. Wie zich tegoed deed aan een mooie film of uitvoering zal er geen moment aan gedacht hebben dat er aan de andere kant van de muur toch iets heel bijzonders zit verborgen.Een muurschildering van 1,50 bij 2 meter met een grote uiting van vrijheid erop. Deze muurschildering is gemaakt in de periode tussen 16 juli en 31 augustus 1945. Op de verjaardag van de toenmalige koningin Wilhelmina, de laatste augustusdag van 1945, werd er een groot feest georganiseerd in Middelharnis en het hele dorp was versierd. Tussen alle feestelijkheden was er ook een gezamenlijke broodmaaltijd.

Muurschild gevonden o Deze werd gehouden in de opslagplaats/garage rechts van de concertzaal van hotel Meijer (later het Meijer Theater genoemd) die met elkaar in verbinding staan en slechts op een paar meter afstand lag van de Vissersstraat. Deze opslagplaats/garage heeft thans het huisnummer Vissersdijk 63. DE MUURSCHILDERING Om de ruimte waar de broodmaaltijd werd gehouden op te fleuren werden versieringen aangebracht. Door gebrek aan van alles en nog wat, werden oranje vlaggetjes aan weerskanten van de ruimte geschilderd. De geschilderde oranje vlaggetjes die voor dit feest werden aangebracht zijn nog steeds zichtbaar op de wanden, zij het dat enkelen bij een ander feest in 1958 of 1959 zijn overgeschilderd. Naast de oranje vlaggetjes werd er voor de gelegenheid een grote muurschildering gemaakt. De muurschildering geeft een man weer, blazend op een bazuin, met het volgende bovenschrift: Vrij Vreugde. De man is uitgevoerd in het blauw. Hij rijst op uit een grote oranje V. Wellicht de V van vrijheid, vrede of de V van Vissersbuurt. Wie de muurschildering gemaakt heeft weten we niet zeker. Er woonden namelijk diverse bekende Flakkeese schilders in de Vissersbuurt, zoals Bogerman en Rasenberg. Volgens Maarten (Mart) Kaptein, is hoogstwaarschijnlijk de heer Van der Stadt


tekst: Jaap Reedijk en Bertrand van den Boogert foto’s: de familie Kaptein en Jaap Reedijk

deringen op Flakkee! de schilder geweest. In de opslagplaats/garage bevinden zich verscheidene muurschilderingen. De andere muurschilderingen zijn van latere datum en aangebracht voor het verjaardagsfeestje van Maarten (Mart) Kaptein in 1958 of 1959 door onder andere Nicolien van Schouwen. De muurschilderingen zijn geschilderd na het zien van de film Les Tricheurs. Enkele oranje vlaggetjes uit 1945 zijn toen overgeschilderd. Maarten is de zoon van de voormalige eigenaar van Hotel Meijer, Klaas Kaptein. Klaas was met zijn broer Adri eveneens eigenaar van het Meijer Theater. De muurschilderingen die herinneren aan het feest van de Vissersbuurt van Middelharnis zijn er nog steeds, maar het Visserstraatje is verdwenen. De watersnoodramp van 1953 had het rechte straatje als een van zijn eerste slachtoffers verzwolgen. De huizen werden onbewoonbaar verklaard en in 1955/1956 afgebroken. Op de vrijgekomen plaats is de gemeentewerkplaats gekomen en de nieuwbouwplannen worden ook daar voortvarend uitgevoerd. Alleen het verlengde van de Vissersstraat, “het Straetje van Slis” is nog aanwezig. De muurschildering was op het moment van het grote feest eigenlijk niet meer dan een versiersel op de muur. Mooie decoratie. Het feest zelf was het belangrijkste. Op 16 juli 1945 wordt in de concertzaal van Hotel Meijer (later Meijer Theater genoemd) opnieuw een Oranjevereniging opgericht. Er was veel belangstelling

en alle aanwezigen gaven zich spontaan als lid op. Besloten werd dat er spoedig vergaderd zou moeten worden met de buurtverenigingen van Middelharnis. (Sommelsdijk was toen nog een aparte gemeente.) Aan elke buurt werd verzocht een buurtvereniging op te richten, zodat elke buurt vertegenwoordigd zou zijn op de algemene vergadering.Dit alles ter voorbereiding van het grote feest op 31 augustus, de verjaardag van H.M. Koningin Wilhelmina. Vanwege de Tweede Wereldoorlog kon vijf jaar lang geen Koninginnedag worden gevierd. Er moest groots uitgepakt worden, Nederland was immers bevrijd van de Duitsers. En zo gebeurde het dat in Middelharnis verscheidene buurtverenigingen werden opgericht, zoals buurtvereniging ’t Zandpad, Steneweg en de Vissersbuurt. Schitterende etalages, sprookjesachtige verlichte straten en machtige erepoorten waren het resultaat van de inspanningen van de buurtverenigigingen. Volksspelen, muziek, een kerkdienst, een optocht met praalwagens en spectaculair vuurwerk als afsluiting zorgden voor een gedenkwaardige 31 augustus 1945. De ouderen zullen zich de feesten, die ook in de andere dorpen groots gehouden werden, nog wel herinneren. Een enkeling herinnert zich misschien wel de muurschildering die intussen een onzekere toekomst tegemoet gaat maar de meesten hebben nooit weet gehad van wat er aan de andere kant van de zaal zat. Wat er met het voormalige theater gaat gebeuren is nog onzeker. Er zijn al diverse projecten voor opgezet en vele mogelijkheden bekeken. Een projectontwikkelaar buigt zich over een particulier initiatief voor het gebruik van het gebouw. Of de muurschildering in de toekomst ook in het gebouw blijft is dan ook nog niet zeker. Binnen de gemeente gaan er stemmen op om deze te behouden maar op welke wijze dit uitgevoerd zal moeten worden is nog de vraag. 33


TOFFE meanse

kieke foto’s: Dick van der Veer


35



37


FLAKKEESE DAGEN

van

tot

tekst en beeld: Alex van Kampen

“Zullen we eens een festival organiseren waar alleen maar Flakkeese bands optreden?” Deze brainwave van het bestuur van Popstichting Jailhouse werd de aanzet voor de realisatie van de eerste Flakkeese Dag in maart 1989. Destijds nog slechts één dag, maar de enthousiaste organisatoren hadden toen nog geen idee dat dit festival - in de 25 jaar daaropvolgend - zou uitgroeien tot het grootste en best bezochte twee-daagse popfestival van het eiland. Klaasjan Smit is al sinds de begin jaren van de Flakkeese Dagen betrokken bij de organisatie en in het bijzonder de programmering. “We begonnen met zeven bandjes op één dag maar door het succes van het festival meldden zich twee jaar later 13 bands aan. Toen werden het Flakkeese Dagen. Nu krijgen we ongeveer 40 aanmeldingen binnen van bands die mee willen spelen. Het mooiste van alles is dat zij geheel belangeloos meedoen. Het enige wat wij ze bieden is een podium, enthousiast publiek en een handvol consumptiebonnen. Prachtig dat deze bands en dj’s genoegen nemen met zo’n bescheiden beloning voor hun optreden. Daarom zijn wij als festival in staat om de prijzen voor entree en consumpties op een aanvaardbaar niveau te houden zodat het festival ook toegankelijk blijft voor mensen

die wat minder te besteden hebben.” De organisatie neemt behoorlijk wat tijd in beslag. In de periode november tot de eerste twee weken van januari kunnen de bands zich aanmelden. Om op de Flakkeese Dagen te kunnen spelen zijn er een paar eisen waaraan de band moet voldoen. Er moet minimaal één bandlid op Flakkee wonen, er moet genoeg muzikaal materiaal zijn om 45 minuten te vullen en het is prettig als het ook nog een beetje klinkt. In maart wordt de definitieve selectie gemaakt door de vier leden die verantwoordelijk zijn voor de programmering. “Vroeger werd er geloot wie wanneer mocht spelen. Briefjes in de hoge hoed met daarin de bands en de tijden die apart getrokken werden.”, vertelt Klaasjan. “Nu worden de aangemelde bands onafhankelijk beoordeeld op muzikaal niveau en wordt er ook gekeken naar de diversiteit in de muziekgenres van het programma. De bands die de beste beoordelingen hebben worden uitgenodigd om te komen spelen.” In de week voor het festival is het druk in de Edison op het industrieterrein van Middelharnis. Dan worden de bei-

m


mello de tenten opgebouwd, het festivalterrein ingericht en de verlichting en muziek worden op het laatste moment aangebracht en geinstalleerd. In totaal werken er zo’n 50 vrijwilligers mee aan het evenement. Ook allemaal belangeloze muziekliefhebbers die in 4 dagen de totale uitvoering realiseren en de festival dagen zelf niet te vergeten.

Het popfestival is vrijwel volledig self supporting. De grootste kosten bestaan voornamelijk uit een uitstekende beveiliging en de tenten. De opbrengst van de kaartjes en de drank zorgen voor een kostendekkende opbrengst. En als er wat overblijft wordt dat weer geïnvesteerd in de organisatie van de volgende edities of muziek gerelateerde evenementen die in het JAC georganiseerd worden. Daardoor blijft de muziekstroom op Flakkee gestimuleerd.

JE MOET HET GEWOON ZELF EENS ERVAREN

En die stimulans heeft voor verschillende mooie ontwikkelingen gezorgd. The Officials was bijvoorbeeld een typische Flakkeese band die de halve finale van de grote prijs van Nederland haalde. De band Goldfish is een wisselende samenstelling van studenten van de RGO waaruit veel muzikanten zijn doorgestroomd naar de muziekwereld. Sommigen zelfs professioneel. Zeer actueel is de puur Flakkeese band Way Beyond die richting de finale ging in de strijd om de beste coverband van Nederland te worden. De Flakkeese Dagen zijn ooit begonnen als puur bandjes festival maar sinds de introductie van het

dance stage in 2008 komen ook de liefhebbers van de elektronische dansmuziek er aan hun trekken. Op voorhand leek het een tegenstelling vanwege het verschil van muziekstijl en publiek, maar uit de praktijk blijkt dat het de mensen dichter bij elkaar brengt. Iedereen die naar het festival komt is een muziekliefhebber en door deze samensmelting worden de interesses over en weer gedeeld. De twee aaneengeschakelde tenten dragen daar zeker aan bij vanwege de makkelijke toegang van en naar de beide stages. Het publiek mixt perfect met elkaar wat de kracht van de Flakkeese Dagen alleen maar versterkt. Je moet het gewoon eens zelf ervaren. Dat kan ook dit jaar weer op vrijdag 17 en zaterdag 18 april 2015. Houd de site www.popstichtingjailhouse.nl in de gaten voor het programma.

17 EN 18 APRIL 2015 EDISON, MIDDELHARNIS ± 21 BANDS ± 6 DJ’S ± 2.500 BEZOEKERS 39


Vurkje prikke met TOF NASHIPEER MET GEPEKELD SPEK EN VITELOTTE-AARDAPPELEN Een uniek Flakkees gerecht met typisch Flakkeese producten ge(s)maakt door TOF kok Leo van Kempen


tekst: Lianne Mulder foto’s: Jaap Reedijk

41


Op een koude gure najaarsavond zijn Jaap en Lianne bij Leo in Middelharnis te gast om zijn peren met spek te beoordelen, foto’s te maken en tekst en uitleg te krijgen. Aan een lange houten tafel worden ze hartelijk ontvangen met koffie. De sfeer is huiselijk en gezellig. Boeken met streekgerechten en de Flakkeese geschiedenis komen uit de kast. De setting is gezet. Stiekem wordt er een blik geworpen richting de keuken en Leo zegt lachend: “Ja, bij een kok verwacht je misschien een uitgebreide luxe keuken, maar ik maak gewoon alles aan dit aanrechtje, hoor.” VROEGER

TOF kok: Leo van Kempen

Leo vindt dit boerengerecht om te koesteren. Het doet hem herinneren aan vroeger. Hij vertelt: “Als ik terugdenk aan vroeger tijden, thuis op de boerderij, zie ik het nog voor me dat mijn vader rond twaalf uur thuis kwam om te eten, na een werkochtend van zeven uren. De dagen dat er peren met spek op stond, was een waar feest voor mijn vader. Hij kon hier zo intens van genieten. Ik vergelijk dit met iemand die een perfect bereide kreeft geserveerd krijgt, alleen mijn vader wist niet hoe kreeft smaakte.” SMAAKCOMBINATIE

Waar we ook trots op zijn, zijn onze typische Flakkeese gerechten. Vele generaties groeiden op met bijvoorbeeld poters met spek en kruudplaetjes. In deze rubriek dagen we een eilandelijke kok uit om een oud-Flakkees gerecht te bereiden met streekproducten. Niet op de manier zoals we gewend waren om te eten en/of klaar te maken, maar op een geheel eigentijdse manier. Sexy en chic. Leo van Kempen durfde deze uitdaging aan te gaan en koos ervoor om het gerecht ‘peren met spek’ een hele andere look en taste te geven. De producten die zijn gebruikt in dit gerecht zijn allemaal van Flakkeese bodem. t’Is un overkanter mar hie ken wel almachtug lekkur kooke!

“Laet mien es proeve!”

“Nu ik zelf kok ben, snap ik ook dat de smaak van peren met spek een hele mooie combinatie is. Normaal gesproken wordt er de Gieser Wildeman, ook wel de Wildemanspeer, voor gebruikt. Zelf heb ik er nu de Nashi-stoofpeer voor gebruikt van fruitteler Kwako uit Sommelsdijk. Dit is een mooie ronde, stevige, biologische peer uit Azië, die nu gekweekt wordt op Flakkee. Dit ga ik combineren met gezouten spek van slagerij Floresteijn en een bijzonder aardappeltje van Leen van Es, namelijk de Vitelotte noir.” IN ÉÉN PAN “Wat heel belangrijk is, is dat de peren samen met het spek in één pan worden bereid, want ze hebben elkaars smaak nodig. Naar mijn bescheiden mening is peren met spek een gerecht uit de boerenkeuken waar je bovendien geen omkijken naar hebt. Groot voordeel: de peertjes hoeven voor dit gerecht niet te worden geschild! Je eet ze met schil en al en laat slechts het kleine klokhuis achter op de rand van je bord.“ Leo heeft alles voorbereid en hoeft alleen nog maar het bord op te maken om het gerecht te presenteren en te laten proeven. Het is verbazingwekkend dat dit mooie eindresultaat, dat er zo chic uitziet, gewoon door ons allemaal te maken is in onze eigen keukens. Succes en eet smaekelijk!


Wat joe ken ken’k oak! WILT U ZELF EENS DIT HEERLIJKE GERECHT MAKEN DAN DAGEN WE U UIT, MAAR HELPEN U WEL ALVAST OP WEG MET HET RECEPT.

BENODIGDHEDEN:

BEREIDING:

8 SPEKLAPPEN LICHT GEZOUTEN

Zet de ongeschilde peertjes (laat het steeltje zitten) tegen elkaar aan in een ruime stoofpan.

1 KG NASHI-STOOFPEREN OF ANDERE ROOD KOKENDE PEREN

Giet 3 dl water en de rode wijn bij de peren zodat ze royaal in het vocht staan.

2 DL RODE WIJN

Leg de speklappen bovenop de peertjes.

50 GR GROVE MOSTERD

Breng het geheel aan de kook en laat alles 3,5 uur zachtjes stoven in de gesloten pan.

3 DL WATER

Kook de Vitelotte-aardappelen in de schil. Daarna: pellen en in plakjes snijden.

1 EETLEPEL AARDAPPELZETMEEL

Giet het stoofvocht van de peertjes over in een sauspan en breng het weer tegen de kook aan.

2 KG VITELOTTE NOIR

Roer een papje van aardappelmeel en wat koud water en bind hiermee naar behoefte het stoofvocht tot een soepele saus. Roer er, van het vuur af, 2 of 3 eetlepels van de grove mosterd door. Proef de saus op zout, maal er peper bij. Serveer de peertjes met spek en geef de saus en aardappels er apart bij. Een gerecht om te koesteren!

43


Helden van Flakkee Gaen, as de brandweervrouw!

Brand, omgewaaide bomen, een ongeval, een reanimatie... Binnen acht minuten moeten brandweerlieden ter plaatse zijn om ons te helpen. Dag en nacht staan zij voor ons klaar. Een - zowel fysiek als mentaal - pittige job, en dat ook nog eens op vrijwillige basis. Echte helden dus. Helden waar Flakkee trots op kan zijn!

tekst: Anne Karsbergen foto’s: Jaap Reedijk


Uhh...Kim? 45


Flakkee telt 200 vrijwilligers bij de brandweer. Zes¢ van hen zijn vrouw. We liepen een avondje mee met Kim Broers (27), die haar mannetje staat als enige vrouw bij het brandweerkorps van Oude-Tonge en in het ‘dagelijks leven’ eigenaresse is van taartenwebshop Specialitaart. SMAKELIJKE ONTVANGST “Zo, de mannen hebben geluk vanavond. Ze weten dat ik taarten bak, maar ik heb dat nog nooit voor hen gedaan. Vanwege het bezoek van TOF en omdat ze Nederlands kampioen oppervlakte-redden zijn geworden, heb ik een taart gebakken.” Zesenhalf uur heeft Kim vandaag in de keuken gestaan om de op-en-top gedecoreerde taart voor haar collega’s te maken. Dagelijkse koek voor haar. Ze runt een taartenwebshop en maakt regelmatig taarten op aanvraag voor bruiloften, verjaardagen en partijen. Dit alles op 400 meter van de brandweerkazerne. “Als de pieper gaat, ben ik in twee minuten op de kazerne. Dag en nacht, wel of geen taart…” LIEFDE De liefde voor het brandweervak ontstond zo’n zeven jaar geleden. De destijds 20-jarige Kim wilde graag vrijwilligerswerk gaan doen in haar toenmalige woonplaats Nieuwegein. Ze studeerde HBO Veiligheidskunde en kwam zodoende bij de politie terecht. Hier werd ze helaas afgekeurd, vanwege haar slechte zicht zonder bril, en kreeg ze te horen dat ze het wel bij de brandweer kon proberen. Na één keertje mee oefenen was Kim om. Een opleidingstraject van twee jaar werd gestart. “Eerst één jaar voor het brandwachtgedeelte, vervolgens één jaar hulpverlening. Pas na twee jaar en vier examens verder ben je basis-brandweer. Vervolgens ben ik nog verder gegaan met de opleiding ‘hoofd brandwacht’. Sinds twee weken mag ik mezelf ook oppervlakteredder noemen.”

OVERSTAP In totaal zat Kim zes jaar bij de brandweer van Nieuwegein. Sinds drie jaar heeft ze een relatie met Patrick uit Oude-Tonge. Vanaf de eerste date was zij erg duidelijk: “Wil je mij, dan krijg je de brandweer erbij.” Zo is het regelmatig voorgekomen dat Kim ineens wegrende tijdens een afspraak omdat haar pieper ging. Toen Kim begin 2014 overwoog bij Patrick in Oude-Tonge te gaan wonen, wilde ze eerst afwachten of ze aangenomen werd bij de brandweer in Oude-Tonge. Gelukkig was dit het geval en is Kim nu de eerste (en enige) vrouw bij de Oude-Tongse brandweer. GEEN SPECIALE BEHANDELING Kim vertelde het ons al, maar later beamen haar mannelijke collega’s het: ze krijgt geen speciale behandeling. In het begin vonden de mannen het wel even wennen. Moeten ze zich nu anders gaan gedragen? Kunnen ze nog wel dezelfde grappen maken? Maar na tien minuten was dit eigenlijk over. Kim is ‘one of the guys’ en volledig onderdeel van het team. Collega Jan Esser: “Ze doet precies hetzelfde als de rest, en dat moet ook wel. Het kan niet zo zijn dat ze bepaalde dingen niet doet of kan omdat ze een vrouw is. Dan kan een team niet goed functioneren, zeker niet in kritieke situaties.” Haar collega’s zijn vol lof over Kim. Ze is een aanvulling op het team. Ze ziet weer andere dingen dan de rest. Ze is misschien ook wat beter in de benadering van de slachtoffers en kinderen. Maar het is niet zo dat ze dit daarom automatisch maar doet. Het is maar net hoe uitkomt en wie op welke plek staat.


FLAKKEES Het verschil tussen de brandweer in Nieuwegein en OudeTonge? “Nou, hier kan ik ze af en toe niet zo goed verstaan. Vooral niet als iemand iets in het Flakkees door de portofoon roept. Maar dat gaat gelukkig steeds beter!” Kim vindt de sfeer in Oude-Tonge prettiger dan in Nieuwegein. Volgens haar komt dat doordat het een kleine groep is. In OudeTonge zijn er 17 vrijwilligers actief bij de brandweer, in Nieuwegein zijn dit er 34. De meldingen in Oude-Tonge zijn ook anders. Waar het in Nieuwegein voornamelijk om brand en vandalisme ging, krijgt de brandweer hier voornamelijk meldingen binnen van ongevallen en reanimaties.

melding. Ik zorg altijd dat mijn auto met de neus richting de weg staat. ’s Nachts leg ik mijn kleding zo neer dat ik er meteen in kan stappen. Sneeuwt of vriest het? Dan zorg ik dat mijn autoruit bedekt is met een doek en staan mijn laarzen bij de voordeur. Als ik iets niet kan vinden, dan neem ik het gewoon niet mee. Zo ben ik eens op mijn sloffen met blauwe strikjes bij de kazerne aangekomen, omdat mijn schoenen niet op de mat stonden. En een collega kwam eens op zijn blote voeten aan.” OEFENAVOND

BLAUWE STRIKJES

Elke donderdagavond is het ‘oefenavond’. Elke week zet de bevelhebber een incident in scene. Dit keer kwam er een melding binnen van een drenkeling in het Spui aan de Oostdijk. Twee redders sprongen het Spui in en haalden het slachtoffer uit het water. Collega’s aan de kant vingen het slachtoffer op en zorgden voor een veilige, afgezette omgeving. Ook hielden zij hun collega’s in het water (die overigens ook vastzaten aan een touw) in de gaten. Ook een tweede slachtoffer (een pop) werd even later uit het water gevist.

“Eigenlijk ben je 24/7 met de brandweer bezig”, zegt Kim. “Ik ben altijd in 2 tot 2,5 minuut op de kazerne aanwezig bij een

Na het incident werd de taart van Kim dan eindelijk aangesneden. Heerlijk, en verdiend!

Elk incident maakt natuurlijk veel indruk. Daarom houdt Kim een dagboek bij. Ze vindt het prettig om terug te kunnen lezen wat er is gebeurd en dit is meteen een stukje verwerking. De brandweer in Oude-Tonge verzamelt alle stukjes van de vrijwilligers en maakt er een jaarboek van.

47


Flakkee heit talent! Zoals zwemster Elise Tanis...


Op het tofste eiland van ons land, Goeree-Overflakkee, zijn veel verschillende sportverenigingen. In elk dorp is wel een voetbalclub te vinden, maar ook de minder bekende sporten kom je tegen. Zelfs de hockeyclub HCGO maakte na jaren weer een doorstart. De leden van alle verenigingen bezitten stuk voor stuk een verborgen talent, maar sommigen bezitten een opvallend talent: zij blinken uit in hun sport. Deze sporttalenten krijgen de ruimte in deze rubriek. NIEUWE GENERATIE Sporttalenten op Goeree-Overflakkee zijn geen uitzondering. Op Flakkee passeerden al vele bekende sporters de revue. Deze oud-sporters stonden al vele malen terecht in de belangstelling. Nu wordt het tijd voor de nieuwe generatie sporters. Deze jonge talenten staan nog aan het begin van een misschien wel imposante carrière. Zo ook zwemtalent Elise Tanis uit Middelharnis. Zij vertelt over haar nog prille zwemcarrière. TRAININGEN Al op vierjarige leeftijd liet Elise zien dat zij over zwemtalent beschikt. Na maar negen maanden zwemles had zij haar A-, B-, en C-diploma. Door dit resultaat, de passie van haar zwemmende vader Theo en broer Jorian, meldde zij zich aan bij de inmiddels 42 jaar oude zwemclub De Schotejil in Middelharnis. Vanaf haar vijfde jaar traint zij bij deze leverancier van talenten. Ook Elise is zo’n talent. Gestimuleerd en gesteund door een warm thuisfront traint zij zes maal per week en zwemt ze elk weekend haar wedstrijden. De Schotejil verzorgt de trainingen in De Staver te Middelharnis en De Gooye te Dirksland. Elise traint niet alleen in onze gemeente, maar ook één keer in de week bij een talentencentrum in Dordrecht. Om daar te zwemmen moest ze aan bepaalde limieten voldoen en een intake volgen. De trainers van De Schotejil, onder wie vader Theo, verzorgen de trainingen op Flakkee. Elise krijgt twee keer in de week training van haar vader. “Ik maak geen uitzondering voor Elise, elk kind krijgt bij mij dezelfde begeleiding”, antwoordt Theo op de vraag of hij extra streng is voor zijn eigen kind. “Dat zij een goede zwemster is, weten wij als trainers, maar zo zwemmen er nog meer rond bij onze club.”

tekst: Edwin van Os foto’s: Wim van Vossen

Niet alleen Theo is een bekende in de zwemwereld van Flakkee. Ook Arie Noordijk is al sinds jaar en dag een gediplomeerd trainer binnen de club. Hij geniet veel aanzien in de Nederlandse top. De groep van acht zwemmers waarin Elise traint, is erg fanatiek. Ze komen graag naar de zwemtrainingen en verzuimen nooit. De trainingen zijn voor de trainers en de zwempupillen altijd anders. Dit leggen zij vast, zodat zij nooit in één week dezelfde training krijgen. Bij de landtraining krijgen de 49


Meer dan 250 medailles en twintig bekers heeft zij al in haar bezit. Niet slecht voor een meisje van twaalf!

*

talenten krachttraining om spierkracht te ontwikkelen die nodig is voor prestaties op het hoogste niveau. “De trainingen zijn meestal eind van de middag of in het begin van de avond in De Staver”, zegt Elise. “Eenmaal per week gaan we trainen in De Gooye, maar dat is vroeg in de ochtend”, aldus de gymnasium-leerling uit Middelharnis. Ze zet veel opzij voor de sport, maar richt haar vizier ook op een maatschappelijke carrière. In haar sport is het niet als met sommige andere sporten, waar veel geld in omgaat. “Ik heb dit jaar een keer 30 euro gewonnen bij een wedstrijd in België, dus dat is geen vetpot. Ik blijf maar goed opletten op school.” De nuchtere Elise staat duidelijk met beide benen stevig op de grond. WEDSTRIJDEN Elise zwemt veel wedstrijden op zaterdag, ook na een trainingsochtend. Op de vraag of zij daar geen last van heeft, is Elise duidelijk: “Als je bij de top van Nederland wilt horen, moet je er ook wat voor doen. Dat er dan een training voor een wedstrijd is, is alleen maar lekker. Ik ben dan immers goed ingezwommen.” Je zou denken dat zij dan te moe is om een wedstrijd te zwemmen, maar meestal staat ze diezelfde dag nog op het hoogste podium na de wedstrijd. Ze grossiert in prijzen. Meer dan 250 medailles en twintig bekers heeft zij al in haar bezit. Niet slecht voor een meisje van twaalf jaar. Als je talent hebt, wil dit niet zeggen dat je automatisch de top haalt. In de tienerjaren verdwijnt soms de focus. Kinderen zijn het ineens zat om elke dag te trainen en haken af. Elise is hier niet bang voor. Ze vindt het nog steeds heel tof om het zwembad in te duiken en alles eruit te halen. Elke dag trainen en veel wedstrijden zwemmen, geeft haar nog steeds een kick.

NEDERLANDS KAMPIOEN Elise heeft geen idool binnen de zwemwereld, maar ze vertelt met trots dat zij na de Pietercup in Eindhoven de tweede prijs van de 100 meter vrije slag kreeg uit handen van oud-olympisch kampioen Pieter van den Hoogenband. Op de door de KNZB georganiseerde SPEEDOdagen kan Elise wel eens een bekende uit de zwemwereld tegenkomen. Dit bekende merk zorgt namelijk voor een ‘meet-and-greet’ op deze dagen. Dit is leuk voor de jonge zwemmers, maar ook voor de bekende zwemmers. Zij zien gelijk hoeveel talent er zwemt in de Nederlandse baden. Elise heeft al vele van deze wedstrijden gewonnen. Zo ook de Nederlands juniorenkampioenschappen. Zelfs op twee afstanden is zij drager van deze titel. Op 22 juni werd zij kampioen op de 100 meter vrije slag en op 20 juni op de 100 meter vlinderslag. Zij verbaasde die dag haar eigen vader met een fantastisch resultaat op de 100 meter vlinderslag. Na een zinderende finale tikte Elise als eerste aan en was zij Nederlands kampioen in een nieuw Nederlands juniorenrecord. Een toffe prestatie van het jonge zwemtalent van Goeree-Overflakkee. Een prestatie die huidig Olympisch kampioen Ranomi Kromowidjojo niet voor elkaar kreeg op die leeftijd. TOEKOMST Elise Tanis bewijst in 2014 dat zij een toekomst heeft in het Nederlandse zwemmen. Spanning kan zij naar eigen zeggen goed verdragen. “Meestal voel ik niet meer dan een beetje zenuwen voor een wedstrijd”, zijn de nuchtere woorden van het zwemtalent uit Middelharnis. Dit hoeft dan ook geen belemmering te zijn voor een misschien wel prachtige toekomst. Met zo’n zwemtalent gaat zij in de toekomst hopelijk een mooie ontwikkeling meemaken, een ontwikkeling die wij de komende jaren van dichtbij blijven volgen.


Toffe peren Iedereen heeft wel mensen in zijn omgeving die iets bijzonders betekenen. Voor jou, voor mij, voor familie en of vrienden, voor het durp of voor het eiland. Vaak mensen die op de voorgrond verbleken, maar op de achtergrond van groot belang zijn. Dat noemen wij een toffe peer. En wij van TOF hebben notaris Benschop als onze eerste toffe peer betitelen voor de hulp met de oprichting van TOF. Heb je ook een toffe peer in je buurt die je wilt nomineren? Stuur dan een mail via het contactformulier met als onderwerp “toffe peer” en geef je reden van nominatie aan ons door. Iedere maand zullen we een toffe peer selecteren en aan het eind van het jaar wordt de originele Toffe Peer Award uitgereikt aan de meest spraakmakende toffe peer van dat jaar. Helpen jullie mee? Mail je nominatie en de reden daarvan naar info@trotsopflakkee.nl met als onderwerp; Toffe peer. Uit alle genomineerden zullen we aan het eind van het jaar de toffe peer van het jaar selecteren en in het zonnetje zetten!

Dames...dames...

HÉ dames!

Mogen we even storen. Je kunt ook zo’n heerlijk... vet koel shirt voor die kaerel van je bestellen én gelijk vriendin worden van TOF!

€ 25,00 Dat kan voor slechts

Stuur een mail naar info@trotsopflakkee.nl met als onderwerp: “TOF shirt” en daarbij de maat en kleur.

Beschikbare maten: S, M, L, XL, XXL Kleuren: zwart, wit of roze 51


Waer komt die bienaem

Jan Both vertelt over de herkomst van de dorpsnamen


Op Goeree-Overflakkee hebben de meeste dorpen en vele dorpelingen een specifieke bijnaam of zelfs scheldnaam. Sommige daarvan liggen in een ver verleden, en de exacte betekenis daarvan is niet meer te achterhalen. In verscheidene gevallen ligt zo’n naam enigszins voor de hand: hij schetst het karakter of eigenaardigheid van de inwoners van die plaats. VREEMDE PLAATSNAMEN Middelharnis wordt al eeuwenlang Men’eerse genoemd. Zelfs buiten Goeree-Overflakkee kennen velen die naam. De betekenis is niet helemaal duidelijk. Overigens is Middelharnis niet de officiële naam; de bedijkers hadden in 1465 namelijk bepaald dat het te stichten dorp Sint Michiel in Putten moest gaan heten, maar de gangbare naam werd Middelharnisse, een naam die reeds vóór de bedijking aan dit gebied werd gegeven. Melissant staat bekend als ‘t Geitedurp. De geit wordt wel eens de koe van de arme man genoemd. Veel landarbeiders hadden behalve een varken voor de slacht ook een geit voor de melk. Of er in Melissant nu meer geiten waren te vinden dan elders op Flakkee, is de vraag, maar Melissant heeft nu eenmaal de naam. Dirksland wordt Klein Parijs of ‘t Stropdassedurp genoemd. Dirkslanders zijn van huis uit trots: “zelfs de landarbeiders gingen met een stropdas naar ’t hof”, zo werd gezegd. Sommelsdijk werd door Middelharnissers (Men’eer¬senaers) wel eens - enigszins minderwaardig – ‘t Strontpittedurp genoemd. Een andere naam voor Nieuwe-Tonge is Nazareth. Stad aan ‘t Haringvliet staat doorgaans te boek als Stadje Droagbrôod, eventueel met aanvulling: “aerepels mit mosterd in ‘s aeves ‘n haering an de lampe”. Een dergelijke uitdrukking zal wel te maken hebben met de armoede. De naam Stad aan ‘t Haringvliet voluit wordt weinig gebruikt, meestal spreekt men alleen over Stad. Algemeen bekend is het, dat ze op Stad een aap hebben leren bidden. De naam Ooltgensplaat wordt door de eilandbewoners zelden gebruikt, men spreekt van De Plaete of in een enkel geval van Plaatje Boven. De Plaetenaers hebben het zelf overigens over De Plaet. BIJNAMEN BEWONERS DORPEN Niet alleen de dorpen hebben bijnamen, ook de bewoners ervan worden veelal op een speciale wijze aangeduid. In enkele gevallen is dit afgeleid van de dorpsnaam. Zo zijn inwoners van Melissant (‘t Geitedurp) Geiten, van Dirksland (Klein Parijs) Periezenaers, van Nieuwe-Tonge (Nazareth) Nazereeners en van Middelharnis (Men’eerse) Men’eersenaers. Maar de bewoners kunnen ook heel anders worden genoemd. Ouddorpers staan bekend als Duin’aezen. Goereeërs worden door Ouddorpers Klokkendieven genoemd,

vandaen? tekst: Jan Both foto’s: Streekarchief

Van oudsher is de vangst van garnalen (gornaet) een belangrijke inkomstenbron voor de bewoners van Stellendam. Het is bijna logisch dat de Stellendammers aan deze bedrijfstak één, ja zelfs meerdere bijnamen hebben over gehouden. Dit werd versterkt door het feit dat het niet alleen bij het vissen bleef; het pellen van garnalen was een huisnijverheid waaruit veel Stellendamse gezinnen extra inkomsten ontvingen. En nu de namen - al dan niet met het voorvoegsel Stellendamse...: Gornaetkoppen, Gornaetpikkers en Gornaetsnokkers. Hier blijft het niet bij, want Stellendammers staan ook wel te boek als Pieneuteschillers of Maoten.

53


Dirkslanders zijn Moppevreters. Vroeger werd er wel eens gevraagd: “Hei joe je mopje al op?”, waarmee je de Dirkslander in kwestie aardig op de kast kon jagen. Inwoners van Herkingen (Herkeneezen) zijn Panhaeringen. Deze vissoort werd vroeger overvloedig gevangen, niet alleen te Herkingen overigens. Sommerdiekers zijn Hollebollen. Een echte scheldnaam kun je het amper noemen, want de plaatselijke middenstandsvereniging organiseerde in het verleden de zogenaamde Hollebolledagen. Er is ook een gedichtje over de Hollebollen: Sommerdiekse Hollebollen, kanne van d’n diek ofrolle, van d’n diek al in de slôot, mit d’r hele kontje blôot. Volgens de Men’eersenaers zijn Sommerdiekers te herkennen aan een zakje onder de snelbinders van de fiets, en ze groeten steevast met ‘Hai-sai’, waardoor de uitdrukking: ‘Hai-sai Sommerdieker’ op Flakkee niet onbekend is. Bij onderlinge ruzies tussen Men’eersenaers en Sommerdiekers werden die van Men’eerse uitgescholden voor Kaoiers (i.v.m. de visserij aldaar). De jongelui uit het agrarische Sommelsdijk werden dan uitgemaakt voor Kluuten. De algemeen bekende bijnaam voor Men’eersenaers is Knikkertuuten (knikkerzakje). Voor Nieuwe-Tongenaers Blauwkousen. In de regel droeg men op het eiland zwarte kousen, behalve te Nieuwe-Tonge, daar werden donkerblauwe kousen gedragen.

Oude-Tongenaers zijn twee bijnamen rijk: Grippeschieters (grippe = greppel) en Natgatten. Of men in Den Bommel nu nieuwsgieriger was dan elders, durf ik niet te beweren, maar de Bommelaers worden wel Horrekiekers genoemd. Ten slotte Ooltgensplaat. De inwoners van dit dorp stonden vroeger niet altijd goed bekend bij de overige eilandbewoners. Dat wil niet zeggen dat bijvoorbeeld de Men’eersenaers of Dirkslanders zoveel braver waren, maar Ooltgensplaat had nu eenmaal de (slechte) naam. Uit de benaming Windbuulen (wilde personen) moge blijken, dat de Plaetenaers niet voor de poes waren. Er werd ook wel gesproken over Plaetse Messestekers, maar het bekendst is wel de naam die men te danken heeft aan een lekkernij, namelijk Plaetse Brokken. Opmerkelijk is het trouwens dat vele Plaetenaers brouwen - geen bier, maar met hun stem. Het is nu al een eind verwaterd, maar in het verleden kon je het dikwijls goed horen. Het schijnt, dat er een onderwijzer(es) is geweest die brouwde. Veel kinderen hebben dat blijkbaar overgenomen. Het vorenstaande is een globale uiteenzetting van bijnamen op Goeree-Overflakkee. Wellicht dat er nog meer van dergelijke namen in omloop zijn. Ik wil afsluiten met enkele dichtregels waarvan ik de herkomst en de betekenis niet weet, maar die ik u niet wil onthouden: Men’eerse het slot, Sommerdiek de sleutel, Dirksland het hoerekot.


TOF magazine is mogelijk gemaakt door de onderstaande toffe sponsoren:

Sfa Print b.v.

tbp electronics b.v.

Op Koers

Semaphore Signs b.v.

De Klepperstee

Dörr en Van Rossum

Estate Invest

Bluehome

Jaap Reedijk

Gniaal

WeDesignit

Gelukkig Ondernemen

Specialitaart

EverJeans

Point Office Support

Design van Morgen

Tieleman Keukens

Razzle Dazzle design

NIVU

Beachclub ‘t Gorsje

Straal!

Eetcafé No. 9

De Vos financiële diensten

Coolbergen

De Mekkerstee

Noordhuys Tomatoes

JK Leesmappen

De Wit Mechanisatie

Wilt u ons initiatief ook sponsoren dan vinden wij dat natuurlijk erg TOF. We willen namelijk graag dat we een vervolg kunnen geven aan dit positieve initiatief. Daar hebben we financiële hulp voor nodig. Ben jij ook Trots op Flakkee? Dan kun je ons sponsoren! We bieden een diversiteit aan pakketten aan. Kortom, de mogelijkheden zijn eindeloos... net als de trots op ons mooie eiland! Let wel: sponsor ben je niet voor het leven, maar voor de periode van één jaar. Buutegeweun TOF € 1.000,00

Je krijgt 5 T-shirts en 100 exemplaren van TOFmagazine

Das heel erg TOF

500,00

Je krijgt 2 T-shirts en 50 exemplaren van TOFmagazine

Das erg TOF

250,00

Je krijgt 1 T-shirt en 25 exemplaren van TOFmagazine

Das TOF

100,00

Je krijgt 1 T-shirt en 10 exemplaren van TOFmagazine

Mail naar info@trotsopflakkee.nl met als onderwerp ‘sponsor’. Je maakt onze dag onwijs TOF als je ons met een financiële bijdrage wilt helpen. Namens TOF en alle maense van Goeree-Overflakkee alvast buutegeweun bedankt!

55


info@trotsopflakkee.nl www.trotsopflakkee.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.