TOF#11

Page 1

‘t

Het staat niet op een officiële lijst met musea, niet in een museumgids en toch kent iedereen het…

3-Generaties

Een familieavontuur van 1 moeder, 1 dochter en 1 hofnar in de moestuin

Dr. Jo Vreuls

Vele eilandbewoners zijn via zijn handen op de wereld gezet

Merijn Scholten

TOF-magazine is op geselecteerde plaatsen beperkt gratis verkrijgbaar Oplage: 5.000 stuks van de kermis in Dirksland naar Carré TOF-magazine
elfde uutgaeve
|
Tabakswinkeltje
‘t Tabakswinkeltje
Niet weg te denken van d’n Diek

Inhoud

Merijn Scholten Cabarettalent uut Dirksland

De column van Pau Over de herkomst van namen

Toffe maense kieke De plaet van de straet

6
10
14 20

De bunkerroute Indrukwekkend en leerzaam gezinsuitje

Waaien en draaien

Molenaars met een tik van meule

Brôôd Van ‘t eiland

3 generaties in de moestuin

Een familieavontuur

Danny Blok De roofvisser uut Oude-Tonge

Dr. Jo Vreuls

Zette bijna 10.000 kinderen op de wereld

38 42 29 52 32
44

Wie zijn toch die toffe lui?

Martijn

TCorine Pau

offe lui zijn al die mensen die geheel belangeloos hun expertise inzetten om ons prachtige eiland positief in woord en beeld over te brengen aan de inwoners. Een superleuk team van 23 eilandofielen. We stellen drie van deze 23 toffe maense aan je voor.

TOFFE LUI

Eiland zijn met elkaar!

Hallo! Mijn naam is Martijn Lambert en ik ben dertig jaar. Ik ben opgegroeid in Zuidzijde en ondertussen woon ik in het mooie Stellendam. Al vijf jaar werk ik bij onze gemeente. Hier zet ik mij in voor het erfgoed van ons eiland. Zodoende kom ik over heel het eiland, van Ouddorp tot Ooltgensplaat, en zie ik elke dag hoe mooi

Goeree-Overflakkee is. Hoe tof is dat!

Mijn liefde voor Goeree-Overflakkee is ook de reden waarom ik mij inzet voor TOF. Ik hou van de natuur, de dorpen, het dialect, de mensen, de activiteiten en het ‘eiland zijn met elkaar’. Heel gaaf om dat allemaal samen te brengen in een TOF-magazine! Ik behoor nog maar kort tot de TOF-club, maar ik geniet nu al met volle teugen!

Bewondering voor Goeree-Overflakkee

Hallo, ik ben Pau Heerschap. Ik was bijna veertig jaar werkzaam in het onderwijs, eerst als onderwijzer in het basisonderwijs, later als leraar Nederlands en schooldecaan in het voortgezet onderwijs. Ik houd lezingen en voordrachten, vind het leuk om bij allerlei gelegenheden toespraken te houden – ook in dialect – en schrijf over diverse onderwerpen.

Verder ben ik voorzitter van de Zeeuwse Dialectvereniging en van Museum Ouddorp. Het dialect heeft mijn speciale belangstelling, ik doe al meer dan veertig jaar dialectonderzoek. Al vanaf het begin ben ik betrokken bij TOF en

bij het samenstellen en schrijven voor het TOFmagazine. In elke editie staat wel een bijdrage van mij.

Als schooldecaan op de Prins Maurits kwam ik in contact met alle leerlingen van havo en vwo. Tijdens die contacten probeerde ik altijd bewondering op te wekken voor het mooie eiland Goeree-Overflakkee.

Trots op Trots op Flakkee

Hallo, ik ben Corine de Vries (-van der ‘Giese’:). Samen met manlief Leendert, Boerboel Bram en negen chickies woon ik aan de Stadsen Diek. We hebben twee volwassen kinderen en zijn de trotse opa en oma van vier geweldige kleinkinderen. Gelukkig wonen ze ook allemaal op het eiland.

Als operationeel directeur van Terra trainingen werk ik veel aan de ‘overkant’. Een fijne baan waar ik veel energie van krijg. Maar het gevoel dat ik heb als ik na een lange werkdag over de brug rijd, is een gevoel van thuiskomen. Zo’n gevoel dat ik iedereen gun.

Dat ik een bijdrage mag leveren aan de Trots Op Flakkee vind ik een compliment en doe ik met veel plezier. Waarom? Voor iedere editie mag ik samenwerken met een groep positieve, creatieve mensen. Vergaderen is zelfs een feestje met deze groep TOFfe mensen, de intentie is altijd positief – en zeg nou zelf: hoe vaak kom je dit nog tegen?

Als fotograaf ontmoet ik inspirerende mensen, ontdek ik nog altijd mooie of bijzondere plaatsen op ons mooie eiland en – last but not least – ben ik bezig met mijn passie: fotografie en verhalen vertellen.

Tekst Kees van Rixoort en fotografie Jaap Reedijk

5

Het verborgen museum

ERFGOED

Het staat niet op een officiële lijst met musea, niet in een museumgids.

Krijgt geen subsidie. Staat niet bekend als rijksmonument en toch kent

iedereen het…

Als je het over gemoedelijkheid hebt, dan zit je direct op het goede adres. Het sigarenwinkeltje van Ad en Janneke Visser kenmerkt zich door de serene sfeer en de rust die er hangt. Eigenlijk wel vreemd voor een winkel die zo vol met spullen staat en waar de lucht van tabak zo overheerst.

Achter een schuifje

Als je voor het eerst de winkel binnenstapt, kijk je je ogen uit. Verbaasd over zo’n grote hoeveelheid verschillende tabakswaar en dan ook nog eens zo uitgestald dat het lijkt alsof je een dependance van het streekmuseum binnenloopt. Overal waar je om je heen kijkt ga je terug in

de tijd en het enige dat je in 2024 houdt is de Nederlandse loterij, waar reclame voor gemaakt wordt. De balken hangen vol, het smalle houten trappetje naar de zolder zit volgeplakt en er is geen stukje muur dat vrij is.

De winkel zit eigenlijk net zo vol als de eigenaar zelf. Als je iets zoekt dan zit het wel ergens in een lade of achter een schuifje. Als je iets wilt weten dan weet Ad overal antwoord op. Zowel in de winkel als in het privégedeelte erachter hangt dezelfde sfeer van de vorige eeuw. De oude verzameling langspeelplaten springt al direct in het oog. De lucht komt zo uit de jaren 50/60, de warmte van de kolenkachel herinnert aan een heel andere tijd en de verhalen van Ad en Janneke kunnen zo bijgezet worden in de dorpsgeschiedenis. Aan alles hierbinnen zit wel een verhaal.

Herkenbaar gewoon

“We zijn een dankbaar herinneringspunt in Middelharnis”, zegt Ad terwijl we op een natte vrijdagmiddag behaaglijk bij de snorrende kolenkachel aan de koffie zitten. “We zijn eigenlijk een soort museum en we proberen het ook zo goed mogelijk in stand te houden. Niet bewust of overdreven potsierlijk, maar juist zo herkenbaar gewoon. Dit hoort bij onze winkel. Het roept inderdaad sentiment op en brengt veel verhalen met zich mee en dat vinden we eigenlijk ook zo mooi. We kennen alles hier in de zaak. Elke doosje, elke oude reclame vertelt wel een verhaal.”

En verhalen zijn er genoeg opgebouwd vanaf 1 augustus 1971. “Dat was het moment dat we onze winkel openden. We hebben het opgebouwd tot waar we nu staan. Een grote hoeveelheid spullen en heel veel verhalen die we graag vertellen. We zijn er elke dag en kunnen onze klanten goed

Het TABAKSWINKELTJE op d’n Diek in Middelharnis. Tekst en fotografie Jaap Reedijk

7

helpen, want dat is belangrijk. En wat ook belangrijk is, is dat we voor iedereen de tijd nemen. Als mensen ons iets vragen dan geven we ook uitgebreid de informatie die erbij hoort. Of dat nu speciale tabak is of de nieuwe wijze van roken. We proberen er zoveel mogelijk van te weten en te vertellen.”

Nieuws opsteken

Het komt regelmatig voor dat de winkel gewoon vol staat. De winkel is al niet zo groot en het bankje staat er dan ook niet voor niets.

Klanten wachten hun beurt rustig af en steken gelijk nog iets nieuws op. “We weten ook wel dat we eigenlijk een soort toeristische attractie zijn geworden en zijn daar best wel trots op. We hebben iets unieks opgebouwd en zien elk jaar oude bekenden terug. Mensen die hier opgegroeid zijn en even de oude sfeer willen proeven of de jeugd van vroeger die nog steeds zwijmelt bij de wijnballen die ze hier vroeger kochten. Hele hordes scholieren hadden we hierbinnen. Ze kennen ons allemaal nog.”

“Wil je nog een bakkie? Dan laat ik je nog wat moois zien.”

Aan de balken in de winkel hangt een vissersnet. Een herinnering aan de tijd dat Ad nog als visser werkte. Hij doet zijn achternaam ook echt eer aan, want hij was twaalf jaar palingvisser op de Grevelingen. Ook daar zijn veel verhalen over te vertellen. “Ik ben een echte Flakkeeënaar en weet veel van mijn eiland. Mijn interesses zijn erg groot en ik steek mijn mening eigenlijk

ERFGOED
Foto Fons Kern

ook niet onder stoelen of banken. Als je dan ook nog eens een grote voorliefde hebt voor alles wat met geschiedenis te maken heeft, dan kun je overal wel je woordje meespreken. Echt ver van huis ben ik nooit gegaan voor werk. Zo was ik nog filiaalchef bij VIA (Voordeel In Alles) in het gebouw van Sporthuis Centrum, hier op d’n Diek bij Holland-Zeeland, en heb ik nog bij Van Groningen Sloopbedrijf gewerkt. Maar de drang om als zelfstandige te werken is er altijd geweest.”

Loten met grote prijzen

“De grote ommekeer kwam eigenlijk toen Janneke een grote val maakte op het ijs. Die kwam verkeerd terecht en had daarna alle zorg en rust nodig. Dan moet je niet ver van huis gaan en bij elkaar blijven. Een winkel overnemen doe je ook niet zomaar even en dan is het fijn dat er vrienden zijn die je kunnen helpen met raad en daad, of borg kunnen staan. We zijn Willem Vis van Heemst dan ook nog steeds dankbaar voor het vertrouwen. Zo hebben we nu een unieke en enige ‘tabaksspeciaalzaak’ in de regio. We mogen ook alleen maar tabakgerelateerde zaken verkopen. Geen andere artikelen behalve loterijen en dagbladen.

Zo zijn er ook speciale voorwaarden waar we aan moeten voldoen.

Misschien is het je opgevallen, maar je mag bijvoorbeeld vanaf de straat niet direct naar binnen kijken in de winkel. We mogen onze tabak niet laten zien.

De jeugd mag vanbuiten niet kunnen zien wat we verkopen. De buitendeur mag niet open staan en er moet matglas in de deur zitten. Alsof ze dat niet weten. Regeltjes… In 1986 is de Staatsloterij erbij gekomen. Dat is ook wel een publiekstrekker geweest, want we verkochten veel loten waar grote prijzen opvielen. Sommigen komen daarom ook speciaal hier hun lot kopen.”

“We houden van de oude spullen en zijn eigenlijk ons hele leven al verzamelaar. Ik kan ook niets wegdoen. Mijn opslag staat vol en overal zit een verhaal aan vast. Mijn werk is ook mijn hobby en dan wil je graag alles bij je hebben. Het liefst bouw ik een mooi magazijn om het culturele erfgoed te bewaren. Het is ook een stuk geschiedenis van Goeree-Overflakkee dat hier achter de winkel verscholen zit.”

Gecastreerde hanen

“Ergens rond 1875 bleek hier al een sigarenmaker gevestigd te zijn. Toen was dit winkeltje hier nog niet, want het huidige pand is eigenlijk maar een soort slop waar ze balken tussen gezet hebben en daarna overdekt hebben. In 1700 is het een klein pandje geworden. Er werden in die tijd kapoenen gehouden, gecastreerde hanen, met vergunning!

“We hebben geen kapitaal in huis maar onze zaak is ons kapitaal. We zijn er zuinig op en houden alles in de gaten. Zo ouderwets als het lijkt, zo modern gaan we met de tijd mee. We zien alles wat er in de zaak gebeurt. Zo’n camera is fijn.”

De rest in huis, de keuken, de tegels, de bedstede, de oude opkamer, de waterput houden we graag een beetje uit beeld maar dragen wel een hele historie met zich mee. We hebben zoveel verrassingen in huis waar men geen weet van heeft.”

9

Van de kermis naar Carré

Als je over theater en Goeree-Overflakkee praat dan zul je niet als eerste zijn naam noemen. Toch was ons eiland een veilige en stabiele thuisbasis voor

Merijn Scholten

Hij staat in het rijtje met genomineerden van de grootste cabaretprijzen. Trekt volle zalen en is veelvuldig op televisie te zien. Zijn gezicht komt velen ‘wel bekend voor’ en toch is hij vaak niet in een hokje te plaatsen. Vooral dat laatste vindt hij prima want zijn voorstellingen zijn dan ook heel moeilijk te omschrijven.

Hij noemt zichzelf ‘geëngageerd muzikaal absurdist’ en vertelt erover terwijl we in zijn kleedkamer, na de

voorstelling, nog even napraten. De laatste golf van het staande applaus ebt weg en de bezoekers verlaten de zaal met een grote glimlach.

Vrij leergierig

Merijn Scholten komt oorspronkelijk uit Assen maar kwam op 6-jarige leeftijd in Dirksland te wonen. Zijn vader kreeg een nieuwe baan bij AKZO in het Botlekgebied, het gezin zocht een rustige woonplek en kwam zo op GoereeOverflakkee terecht.

“We woonden een paar maanden in Sommelsdijk aan de Kokseweg en daarna aan de Bromelia in Dirksland.

Van m’n zesde tot m’n elfde. Ik heb m’n jeugd dus doorgebracht op obs De Inktvis in Dirksland. Ik vond het een leuke school. Naast het buitenspelen op het schoolplein, met overlopertje, verstoppertje en ‘kustikkertje’, was ik in de klas vrij leergierig. Ik deed een cursus computerprogrammeren voor kinderen. Ik weet nog dat ik dat heel erg vet vond.”

Het computerwerk speelt nog steeds een grote rol in zijn voorstellingen. Naast het eerdergenoemde mooie lichtconcept is het audiovisuele duidelijk aanwezig op de bühne, onder andere met grote kleurrijke projecties.

Sfeer verspreiden

Zo af en toe komt Goeree-Overflakkee nog wel eens terug in zijn voorstellingen. “Ik heb zelfs nog weleens het accent nagedaan en hoopte dan altijd dat het een beetje oké

Tekst en fotografie Jaap Reedijk

POLDERGLAMOUR
11

was. In mijn huidige programma zit het dialect niet. Ik speel nu mijn theatervoorstelling ‘Team Solo’ nog tot komende zomer en sluit deze af in Carré op 17 juni. Daarna ga ik de tijd nemen voor het maken van een nieuwe voorstelling.”

Terwijl we samen een paar oude edities van het TOF-magazine doorkijken, komt natuurlijk ook de vraag of hij weer op Goeree-Overflakkee zou kunnen wonen. “Ik heb er weleens over gedagdroomd maar echt vast wonen zie ik niet zo snel gebeuren. Een plek om te kunnen werken als een soort vakantiehuis zou dan beter passen, denk ik. De komende tien jaar zal ik voornamelijk theatervoorstellingen maken en spelen. Dat gaat door het hele land en dan is Goeree-Overflakkee niet erg gunstig wat betreft de reistijd. Ik wil vooral alles wat ik doe met veel liefde en toewijding doen. Naast theatervoorstellingen maak ik ook sketches voor internet en televisie. Maar nog veel belangrijker is wat mij betreft de liefde, mijn vrienden en familie. En in deze toch wel wat grimmige wereld gewoon een beetje sfeer proberen te verspreiden.”

Vrijheid

“Wat mij het meeste bijblijft van GoereeOverflakkee is toch wel de vrijheid. Toen ik in Dirksland kwam, mocht ik ineens overal naartoe zonder m’n ouders, op m’n gele crossfiets. Er was overal avontuur: crossbanen aanleggen, in aardappelvelden zoeken naar archeologische vondstjes, hutten bouwen, vissen in de Boezem, tennissen in Melissant, zwemmen in De Gooye. Ik vond het allemaal leuk. Eigenlijk kan ik niets bedenken dat ik echt heel vervelend vond. Ik moest wel wennen aan de strikte scheiding tussen de christelijke school en de openbare school. Het absolute hoogtepunt van het jaar was voor

mij wel de braderie en de kermis. Zodra de eerste wagens in het dorp waren stond ik de hele dag te kijken hoe ze de botsauto’s aan het bouwen waren. Als de kermis begon, was ik er elke dag, van ’s ochtends tot ’s avonds. Ik maakte van tevoren een planning hoe ik mijn geld ging verdelen over de hele week. En in De Vazze knipte ik de bon uit waardoor je met korting botsautomunten kon kopen. En dan maar rondhangen en rondjes lopen over de braderie. Ik vond het fantastisch.”

Comedytrain

Terwijl Merijn over het eiland vertelt glimmen de ogen. Dezelfde tinteling die hij ook heeft tijdens zijn voorstellingen. De theaters lopen goed vol voor hem en ook internet en televisie zijn intussen vaste waarden geworden.

Merijn studeerde kunstmatige intelligentie, bedrijfskunde en radio- en televisiejournalistiek aan de Rijksuniversiteit in Groningen. Tijdens zijn studie ontdekte hij cabaret en won in 2007 het Amsterdams Studenten Cabaret Festival en het Knock Out Comedy-kampioenschap. Het befaamde comedygezelschap Comedytrain lijfde hem in 2008 in en zijn teksten schreef hij gedurende een tiental jaren voor het televisieprogramma ‘Dit was het nieuws’. Van het een kwam het ander en tussen 2015 en 2020 werkte Merijn mee aan het cabaretgedeelte van het VARA-radioprogramma ‘Spijkers met koppen’. Het cabaretduo De Partizanen, dat hij samen met Thomas Gast, vormde kreeg de mooiste recensies. In 2013 wonnen ze zowel de publieks- als de juryprijs van het Leids Cabaret Festival en in 2015 ontvingen ze de cabaretprijs Neerlands Hoop voor hun voorstelling ‘De Partizanen’. Vanaf 2020 waren zijn één minuut durende sketches op Instagram grote publiekstrekkers. Voor het televisieprogramma ‘Klokhuis’ is hij sinds 2021 schrijver. Zijn eerste solovoorstelling kwam in 2022. De voorstelling ‘Team Solo’ speelt hij momenteel tot de afsluiting in het Koninklijk Theater Carré in Amsterdam.

Magische ervaring

Eigenlijk zou je verwachten dat het er van jongs af aan al in gezeten heeft maar volgens Merijn ging dat allemaal niet zo hard. “Behalve een bescheiden

POLDERGLAMOUR

rol in de Groep 8 musical in de Schakel ben ik nooit verder gekomen op het eiland, maar wie weet… Ik heb er eigenlijk nooit zo over nagedacht maar als het ervan zou komen om een voorstelling op Goeree-Overflakkee te spelen, zeg ik daar natuurlijk geen nee tegen. Wat is leuker om oude bekenden tegen te komen? In 2017 was ik er voor het eerst in twintig jaar weer en dat was een magische ervaring.

Alsof ik de filmset opliep van een film over mijn jeugd.

En tot mijn vreugde werd ik bij bakker De Visser herkend, daar bleek iemand te werken bij wie ik in de klas gezeten heb. Daardoor voelde ik me weer erg welkom. Sindsdien ben ik er nog een paar keer geweest en heb ik nog sporadisch contact met mensen van Goeree-Overflakkee. Het is altijd fijn om oude herinneringen op te halen. Die van mij zijn gelukkig goed. Zo herinner ik me nog dat mijn goede vriend Sander de Vos het telefoonnummer 1010 had. Dat was gemakkelijk te onthouden.

Andere vrienden waren Jan Looy, met wie ik ongelofelijk veel op de Nintendo heb gespeeld en natuurlijk Koos van Marion met wie ik altijd dingen aan het uitvinden was, zoals zelf vuurwerk maken. Dat soort dingen. Maar er waren er meer, zoals een aantal jongens uit Herkingen met wie we ’s zomers naar het strandje gingen daar. Mooie momenten en dan nu met m’n hoofd in het magazine…. Wat leuk.”

Het eiland is kalm

Als ik Goeree-Overflakkee bij vrienden zou moeten aanraden dan roep ik als eerste dat ze vooral met de fiets moeten komen en dan lekker het hele eiland over. Bolussen eten bij bakker De Visser in Dirksland. Even op het bankje zitten aan De Ring. Tennissen in Melissant, naar het strand gaan in Ouddorp en dan ‘s avonds lekker eten in Goedereede. Dat lijkt me wel een mooi programma en dan hebben we nog maar een klein gedeelte van het mooie eiland gehad. Als ik het eiland in één woord zou moeten omschrijven dan komt ‘kalm’ als eerste bij me boven.

13

Hoeveel haringen zitten er in hetHaringvliet?

OVER NAAMGEVING

Het toekennen van namen. In de eerste eeuwen van onze cultuurgeschiedenis bestonden er alleen roepnamen, die bijna allemaal van Germaanse oorsprong waren. Deze eigennamen hadden een duidelijke betekenis.

Enkele voorbeelden ervan zijn, met de betekenis van het Germaanse woord erachter vermeld, de namen Bart (bijl), Brecht (schitterend), Bald (sterk), Win (vriend), Ger (speer). Op een gegeven moment werden er ook twee elementen gecombineerd tot één naam: Ger-hard (hard als een speer), Bald-win (stoutmoedige vriend), Wil-helm, (beschermd door zijn wilskracht), Friede-gonde (zij die strijdt voor vrede), Hu-brecht (geest die straalt), Sieg-linde (schild der overwinning).

Het ontstaan van familienamen

In het dichtbevolkte graafschap Vlaanderen ontstonden rond 1200 de eerste achternamen. Men gaf personen bijnamen om ze te kunnen onderscheiden van anderen. Zo werd bijvoorbeeld

de naam van de vader, de plaats van herkomst of een bijzondere eigenschap aan de eigennaam toegevoegd: Dirk Janszoon, Lambrecht van Aken of Pierre den Dikken. Als een bijnaam erfelijk wordt, spreken we van een familienaam. De bijnaam ging dan over van vader op zoon of dochter.

Rond 1300 ontstonden er in het hertogdom Brabant familienamen. Na de invoering van het christendom werden er Bijbelse namen gegeven. Vooral de naam Maria werd heel populair. In Holland en Zeeland gebeurde naamgeving pas in de vijftiende en zestiende eeuw. In het oosten en noorden van Nederland kwamen tot 1811, toen de burgerlijke stand ingevoerd werd en een achternaam verplicht werd, heel weinig familienamen voor. Iedereen moest toen over een achternaam beschikken en wie er nog geen had, moest er een verzinnen.

Sommigen dachten dat die Franse verordening wel van voorbijgaande aard zou zijn en verzonnen als grap een bespottelijke naam, als Zondervan en Naaktgeboren. Anderen namen reeds gebruikte namen over, zoals Bakker, Molenaar, Jansen en Van Sliedrecht.

PAU’s COLUMN
15
Haaai Pau!

DE HERKOMST VAN

FAMILIENAMEN IS HEEL DIVERS.

Familienamen als gevolg van afstamming of familierelaties

De gemakkelijkste vorm om iemand nader aan te duiden is de vermelding van de naam van de vader. Hiervan zijn genoeg voorbeelden te bedenken: Joosse, Klaasen, Cornelisse, Jansen, waar het element zoon steeds is verbasterd tot -se(n). We spreken in dit verband van patroniemen, genoemd naar de vader.

Ook matroniemen, genoemd naar de moeder, komen voor. Dat werd soms gedaan als de moeder van hogere geboorte was dan de vader.

Voorbeelden hiervan zijn Kalle, van Katelijne en Mak, van Machteld. Ontleend aan andere familierelaties, zoals De Neve, Ooms, Zuster, Broer, Broere, Breur.

Beroepen en bezigheden

Talrijk zijn de achternamen die als grondwoord een beroep als oorsprong hebben. Veel verouderde namen zijn niet meer als een beroepsnaam te herkennen.

Kleermaker: de Schepper, Snijder, Sneijders, Schreuder, Parmentier, De Nooijer, De Naaijer.

Molen: Meulenaer, Mulder(s), Smulders, Van der Molen, Vermeulen

Bakker: Bekker, Bekkers, Blom, komt van bloem= meel.

Herder: Den Harder

Koster: Coster, Kuster, Custers

Boer: Den Boer, Boers, Boeren, Huisman, Bouwman

Rietdekker: Dekker, Den Dekker, Dikkers.

Bereider van meekrap voor de droogoven: Van der Est, Van Eest, van Reest, van As(t)

Kooiker, van de eendenkooi: Van der Kooij, Kooijker, Kooijman

Koning van de schutterij of een gilde: De Koning

Uiterlijke kenmerken

Waarbij eigenschappen en voorvallen het

uitgangpunt is van lichamelijke kenmerken: De Lange, Den Dikken, De Korte, Den Dunnen, Den Breejen.

Geestelijke kenmerken en eigenschappen: De Vreugd, Den Eerzamen, De Vriend, Rustige, Goedegebuur.

De Goereese/Ouddorpse achternaam Comtebedde kan te maken hebben met een bijzonder voorval. Waarschijnlijk heeft een of andere persoon dit ooit geroepen om iemand in bed te lokken. Sommigen denken dat de naam Heerschap te maken heeft met de beroepsnaam bestuurder of gebieder.

Zelf denk ik eerder aan ironisch taalgebruik, zoals tegenwoordig nog wel gebruikt in de uitdrukking

Dat is een wonderlijk heerschap.

Geografische herkomst

Achternamen als Van Groningen, Van Sint Annaland, Van Nimwegen en Melissant spreken voor zich.

Familienamen die van het woord veld zijn afgeleid

zijn Van der Velde(n), Veldman, Van ’t Veld, Ter Velde. Ongeveer van dezelfde orde: woestijn en heide: Van den Woestijne, Van der Heide, Van der Heijden, Van Ede(n).

In Ouddorp wordt een dergelijk stuk woeste grond haemete genoemd, waar in het eerste deel nog het grondwoord van heide te herkennen is. Afgeleid hiervan: Hamete en Hameeteman.

Moeras: Moerenhout, Moerland, Moermans en De Moor. Een oude benaming voor een drassig stuk land is broek: Van den Broek, Ten Broeke, Broekman, Broeck(x).

Poel voor stilstaand water. We zien het terug in Van der Poel, Van der Pol, Polleman(s) en Pulleman. Ven en veen komen allebei van het Germaanse fanja, dat ‘moerassige waterplas’ betekent: Van der Ven, Venneman en Van Veen.

Het oudste woord voor bebouwd land is akker: Van den Akker, Akkerman, Akershoek. Mede, meers en beemd zijn oude benamingen voor uitgestrekte hooilanden op waterrijk terrein. Ook hierop is een aantal familienamen gebaseerd: Van der Made, Vermaat, Maten, Miedema, Van der Ben(t), Vermeer.

PAU’s COLUMN

Vink is een heel oud woord voor drassig grasland: Vink en Vinke zijn hierop gebaseerd. Het is zeer waarschijnlijk dat ook de naam Kurvink hierop terugvoert.

Van het grondwoord dijk zijn ook familienamen afgeleid: Van Dijke, Zoutendijk, Lagendijk. Boomgaard is natuurlijk het grondwoord voor Van den Boogerd, Bogert en Bogerman. Ook planten, bomen en dieren in het landschap zijn de basiswoorden van een aantal familienamen: Blom, Van Eijken, Van den Abele, Noteboom, Van der Els(t), De Vos, Vogel, De Vogel, De Wolf, Kattestaart, Roseboom.

Interessant is de naamgeving van vondelingen. Van de Kerckhove is de naam die werd gegeven aan een kind dat op het kerkhof gevonden is, dus vlak bij de kerk, waar elke dag mensen kwamen om de mis bij te wonen. Ook de grootvader van de bekende schrijver Simon Vestdijk dankte zijn achternaam aan de plek waar hij in Harlingen te vondeling werd gelegd.

Een bijzonder achtervoegsel

Ook heb ik me beziggehouden met het ontstaan van waternamen. Daar kwam ik het verouderde achtervoegsel –ing(he) tegen. Dat betekende zijnde van of bezitter van. We komen dit tegen in de namen Bieningen, Beeninghe en Greveninge. Het is een verouderd achtervoegsel dat we tegenwoordig niet meer gebruiken. Vervolgens Grevelingen. Men denkt dat het grondwoord niets met het werkwoord graven te maken heeft, maar dat het een afleiding van ‘graaf’ (heer) is. Het betekent dus ‘stroom, behorende tot de graaf’.

Op een oude kaart zien we op de plaats waar nu het Haringvliet stroomt, de naam Herink. Deze naam wordt ook gerekend tot de ing-groep. Op een gegeven moment, nog in de dertiende eeuw, zou men het woord herink niet meer begrepen hebben en het geïnterpreteerd hebben als ‘haring’. Omdat men dit een onvolledige naam voor een water vond, is er het woord -vliet aangeplakt.

We spreken van volksetymologie als men een woord niet (meer) begrijpt en dan kiest voor een woord dat er op lijkt.

CONCLUSIE

HOEWELERWELHARINGEN INZWEMMENHEEFTHET WOORDHARINGVLIETDUS NIETSMETHARINGENTE MAKEN.

Heerschap Heerscap 17

De Langstraat

KNOKKEN VOOR JE BUURT

Zuidoostelijk van Achthuizen ligt de Langstraat, een buurtschap van twee straten met zo’n honderd huizen, een kerk en een buurthuis. We gaan ons licht opsteken bij Jeanet Leroy. Jeanet komt uit Lisse en heeft Friese wortels. Na veertig jaar Flakkee, waarvan dertig jaar in de Langstraat, is zij volledig vervlochten met dit voor velen onbekende eilandelijke plekje.

“Wist je dat de Langstraat vroeger bij ‘De Plaet’ hoorde en Achthuizen grotendeels bij Den Bommel?”, steekt Jeanet van wal vanachter haar kop thee. “De Langstraat was een bloeiende gemeenschap met behalve een kerk ook een café, een eigen openbare lagere school en een speeltuin.”

BUUTE KIEKE

Onverwachte verbroedering

“Ook kinderen uit de buitengebieden Kranendijk, ’t Hol en Zuidzijde zaten hier op school”, vertelt Jeanet. “Op ’t Hol woonden ook katholieken. Die kinderen moesten door de Langstraat naar de katholieke school in Achthuizen en dat leidde wel eens tot knokken.”

In 1973 moest de school sluiten, want er waren nog maar vier leerlingen. Tien jaar later was de buurt toch weer behoorlijk kinderrijk. Dit zorgde voor onverwachte verbroedering. Alle kinderen, ongeacht hun achtergrond, trokken samen op een grote kar met trekker naar het toenmalige raadhuis in Ooltgensplaat om een schoolbus te eisen voor vervoer naar de verderop gelegen scholen. “De actie slaagde en de schoolbus kwam er”, vertelt

Buurtschappen op Goeree-Overflakkee

Goeree-Overflakkee telt veertien kernen. In woord en beeld is heel wat over de geschiedenis en bijzonderheden daarvan te vinden. Maar onze buurtschappen komen er vaak wat bekaaid vanaf. Daar moet verandering in komen, vinden wij van TOF. Daarom zijn we in TOF#10 een serie gestart over de buurtschappen op Goeree-Overflakkee. We gaan daarbij kriskras over het eiland. Na de Oostdijk nemen we nu een kijkje in de Langstraat.

Jeanet. “Later werd dit een taxibusje dat weer verdween toen opnieuw het kindertal afnam.”

Maandelijks borreluur

“Maar langzaamaan komen hier weer gezinnen met jeugd”, aldus Jeanet, “en dat is belangrijk want een buurt wordt gedragen door de bewoners.”

Een mooi voorbeeld van zo’n gedragen initiatief is buurthuis ‘De Keet’ in de enige zijstraat van de Langstraat. ,

De mensen die in 1973 het schoolgebouw kochten om er een woonhuis van te maken, schonken hun bouwkeet aan de gemeenschap. Van de bruikbare onderdelen werd “De Keet’ gemaakt. Zo kreeg

de buurtschap een plek waar van alles en nog wat kon worden georganiseerd, van creatieve activiteiten tot bingo en klaverjassen. In 2019 was er zelfs een reünie met zo’n 70 oud-leerlingen van de lagere school. “Helaas heeft corona de activiteiten stilgelegd en is het moeilijk om de boel weer op te starten.

Net als op veel andere plekken gooit het gebrek aan vrijwilligers roet in het eten. Maar we hebben nog wel een maandelijks borreluur, een wekelijkse spelletjesavond en jeu de boules. Ook is er elk jaar een rommelmarkt. Ik verwacht dat we andere activiteiten in de nabije toekomst weer zullen oppakken. Ik heb er alle vertrouwen in dat ons buurtschapje zich terug knokt.” Met deze positieve noot nemen we afscheid van Jeanet en gaan weer op pad. Op naar de volgende toffe buurtschap!

19

Plaet van de Straet

EEN STRAATREPORTAGE DOOR DE LENS VAN

TOFFE MAENSE KIEKE
Anne-Marie Vermaat & Corine de Vries
21
TOFFE MAENSE KIEKE
23

De man van de laetste Plaetse nieuwtjes

UUT ‘T ARCHIEF

Piet in ’t Veld was herkenbaar aan zijn karakteristieke hoed, zijn bril, een notitieblokje en een camera. Spullen die te zien waren op de tentoonstelling in het raadhuis van Ooltgensplaat, die eerder dit jaar was gewijd aan de markante journalist, fotograaf, ondernemer en dorpsfiguur.

In ’t Veld runde samen met zijn zus Nel een manufacturenwinkeltje op de Molendijk. Maar wijdere bekendheid kreeg hij als journalist en correspondent. Hij schreef vanuit de Plaet voor Eilanden-Nieuws en wist zijn pennenvruchten ook te slijten aan de Landbouwkrant, Schuttevaer, het Rode Kruis, de KNRM en De Zaaier. Zodra er wat was te doen in en rond Ooltgensplaat, dan was Piet in ’t Veld erbij om – licht voorover gebogen – een foto te maken en gegevens te verzamelen voor een artikel. Dat schreef hij thuis op zijn typemachine. Een exemplaar van het merk Triumph was op de expositie te zien, vlak bij In ’t Velds legitimatiekaart.

Zijn interesse voor van alles en nog wat, kende geen grenzen. Hij ging ook gerust met burgemeester Van der Harst op pad om elders in het land een reportage te schrijven die voor zijn dorpsgenoten interessant was.

Fervent verzamelaar

De Platenaar was naast winkelier en journalist ook een fervent verzamelaar van alles wat met zijn dorp Ooltgensplaat te maken had. Krantenknipsels, foto’s documenten, boeken –alles bij elkaar een indrukwekkend geheel. Vier personen hadden vier dagen lang werk om al dat materiaal uit zijn huis te halen, nadat In ‘t Veld in 2022 op 103-jarige leeftijd was overleden. Om een beeld te geven: alleen al de collectie beeldmateriaal bestaat uit 9.000 foto’s en 11.000 negatieven.

Alles is een paar meter verplaatst, naar het raadhuis. Daar is het uitzoekwerk gaande: een hele klus. En daar was dus een selectie van het materiaal tentoongesteld, samen met voorwerpen als de hoed, de bril en de onafscheidelijke aktetas, maar ook advertenties voor de Jovanda

nylonkousen, flanellen lakens en Terlenka kinderkleding die hij en zijn zus verkochten.

Platenaar van het Jaar

Dat Piet in ’t Veld veel na zou laten, letterlijk en figuurlijk, was tijdens zijn leven al duidelijk. Niet voor niets is hij ooit uitgeroepen tot de Platenaar van het Jaar. Het krantenartikel hierover had hij zelf uitgeknipt en bewaard. Er staat in dat hij de onderscheiding te danken had aan zijn “ongetwijfeld grote verdiensten voor de Plaatse gemeenschap”.

De huldiging vond trouwens plaats op het bordes van het raadhuis. Enkele meters verwijderd van zijn collectie, die een geweldig tijdsbeeld geeft. Het tijdsbeeld dat Piet in ’t Veld zelf inkleurde.

Tekst Kees van Rixoort en foto’s uit archief Piet in ‘t Veld
25
Kijk niet om!

‘n lichtje opde donkere diek

Een Flakkeese sage, gebaseerd op de sagen van ‘Het Lichtje van Ouwe-Tong’ en ‘de Flodderduûvel’.

Op een koude herfstnacht

liep Jan over de buitendijk bij Oude-Tonge.

Er waaide een gure wind vanaf het water die over zijn gezicht striemde. Ook al was het een donkere nacht, en was het weer allesbehalve aangenaam, genoot Jan toch enorm van zijn wandeling. Hij kon het donker wel waarderen omdat het hem de rust gaf om na te denken.

Links van hem sloegen de golfjes zacht tegen het land aan. Jan keek omhoog naar de donkerblauwe lucht. De maan had zich verscholen in het donker, en liet alleen zijn schaduwkant zien. Het was roetdonker; gelukkig maar dat Jan deze weg kende als geen ander. In zijn gedachten dolend liep hij over de dijk terug naar zijn warme, knusse huis in Oude-Tonge. Plots scheen er vlak voor hem een zwak blauw lichtje op de weg. Jan wist niet goed waar het vandaan

kwam, of dat het er al die tijd al geweest was. Hij stopte op een paar meter afstand om het eens beter te kunnen bekijken. In het vage licht dat van het lichtje af kwam zag Jan de lucht trillen. Een vuurtje? Hier op de dijk? Dat kon toch niet.

Jan kwam voorzichtig iets dichterbij. Hij haalde zijn handen uit zijn zakken, en voelde de hitte die van het vuurtje af kwam. Toen hij het lichtje op een meter was genaderd verdween het in het niets. Jan deed snel zijn handen weer in zijn zakken en bleef verbaasd staan. ‘Nu ben ik toch wel gek geworden ook’, dacht hij bij zichzelf. Had hij het zich allemaal ingebeeld? Hij haalde zijn schouders op.

Hoe dan ook, nu was het weg. Hij had die gedachte nog niet afgemaakt toen er weer een lichtje verscheen op een paar meter van hem vandaan, op de dijk. Nu was het wat groter en feller.

Tekst Coen van Nimwegen en afbeelding m.b.v. AI

VERHAEL VAN COEN
27

Jan, die zich nu toch echt begon af te vragen of het wel goed met hem ging, liep weer voorzichtig op het plots verschenen licht af. Hij probeerde nog dichterbij te komen dan hij daarnet had kunnen doen, maar weer verdween het vuurtje toen hij te dichtbij kwam.

‘Is dit een droom?’, vroeg hij zich af. Hij kneep zichzelf in zijn arm, en besefte toen dat hij klaarwakker was.

Het lichtje verscheen weer aan hem, dit keer nog groter en nog feller. Het heldere, oranje-gele licht danste in de donkere nacht over het pad. Jan liep eropaf in de hoop dat hij het nu wel een keer kon vangen. Het vuur bleef nu op zijn plek, en toen Jan dichtbij kwam moest hij terugdeinzen voor de hitte.

Op korte afstand bleef hij staan en keek naar het lichtje dat zijn nachtwandeling had verstoord. Het leek zich te bewegen over het pad. Jan probeerde te zien wat zich in het midden bevond, maar de felle kern liet geen schijn blijken van wat daar, in de kern van het vuurtje, zat.

Jan moest nu wel wegkijken om te voorkomen dat zijn ogen volledig ongewend zouden raken aan het donker en hij straks de weg kwijt zou raken.

Toen hij zijn ogen weer opendeed was het lichtje verdwenen. Nu had het een boodschap voor hem achtergelaten. Jan ging op zijn hurken zitten om te kijken wat er stond.

Op het pad, geschreven in verschroeid asfalt, waren de woorden: ‘Kijk Niet Om’. Jan keek er verdwaasd naar. Toen hij weer rechtop probeerde te staan, voelde hij een loodzware last aan zijn schouders hangen.

“Kijk niet om”, klonk het achter hem in een rare, kabouterachtige stem.

“Pardon?”, zei Jan.

“Kijk niet om”, zei diezelfde stem weer.

Toch overwon de nieuwsgierigheid van Jan het bevel van de vreemde stem, en keek Jan over zijn schouder. Voordat hij iets kon herkennen in het beklemmende duister werd er een natte, ruwe tong over zijn gezicht gesleept. Jan trok zijn hoofd weg van de tong en keek snel weer voor zich uit.

“Jakkes, zeg. Waar was dat goed voor!?”, riep Jan uit.

“Kijk niet om”, zei de stem wederom. Wat er ook op zijn rug hing, het kende blijkbaar niet meer woorden dan die drie. Maar, last of geen last op zijn schouders, Jan moest doorlopen.

Zuchtend en steunend bewoog Jan zich weer voort in de richting van Oude-Tonge. Hij kon er nog steeds niet bij wat er nou allemaal was gebeurd in het afgelopen kwartier. Als kind had Jan wel eens gehoord over dwaallichtjes, maar hij had die verhalen altijd voor sprookjes aangenomen. Overigens had hij nog nooit het sprookje gehoord dat begon met een loodzware last op de rug en eindigde met een lik over het gezicht.

Af en toe prevelde het vreemde wezen de enige drie woorden die het kende voor zich uit, alsof de lik in het gezicht Jan nog niet genoeg had geleerd over het proberen te bekijken van de kwelgeest op zijn rug.

Het laatste stuk van zijn wandeling verliep langzaam, maar na wat voelde als een eeuwigheid zwoegen, zag Jan zijn geliefde Oude-Tonge steeds dichterbij komen. Gelukkig woonde hij aan de rand van het dorp, al had hij nog niet nagedacht wat hij moest doen om dit wezen van zich af te krijgen.

Toen hij buiten adem weer voet zette in de bewoonde wereld, werd deze kwestie voor hem opgelost, en viel de loodzware last van zijn rug.

“Kijk niet om, kijk niet om naar wat geweest is”, zei het nog een laatste keer en verdween toen in het niets.

“Kijk niet om… Ja ja”, zei Jan hoofdschuddend, en liep verder naar huis.

VERHAEL VAN COEN

Verstoppen in de bunkers

TOF UITJE MET DE KIDS

MOEDER VAN NU
29

Als moeder ben ik altijd op zoek naar de meeste toffe uitjes. Ouders herkennen het vast wel, soms moet je gewoon écht even de deur uit met de kinderen. Wat een geluk dat ons eiland zoveel (gratis) toffe uitjes kent.

Wanneer je aan de kop van het eiland denkt, denk je onvermijdelijk aan de stranden. Niet ver daar vandaan kan ik je de Bunkerroute in Ouddorp aanraden. Alleen, met een vriendin, met je partner of je gezin is dat een hele indrukwekkende en leerzame route.

Uitgraven

Dit is een bunkercomplex en door de Duiters aangelegd als verdediging tegen een eventuele invasie vanaf zee. Na de oorlog verdwenen de bunkers onder het zand en werden ze overwoekerd door braamstruiken. Jaren geleden groef een groep vrijwilligers het complex volledig uit. En kunnen wij genieten van dit indrukwekkende complex. De route is slechts een kilometer, dus dat is

MOEDER VAN NU
Tekst Angela Lodder en fotografie Corine de Vries

heel goed te doen met kinderen. Hoewel mijn kinderen geen enorme aandachtsspanne hebben, lukt dat bij deze Bunkerroute enorm goed. Aan de rand van de weg, waar je je auto parkeert, vind je al de eerste bunker. Je zou denken dat er weinig “oohs” en “aahs” uit de monden van mijn kinderen komen, omdat we er al een paar keer geweest zijn. Niets is minder waar. “Mama, mag ik erin?!”

Op avontuur

Dat blijft niet bij één keer, want er komen nog veel bunkers aan. Terwijl je de weg oversteekt, loop je een pad naar boven en dat voelt voor kinderen al als een avontuur. Het is een zandpad en dat gaat niet met je kinderwagen. Lang leve de draagzakken die er tegenwoordig zijn. Toen Daniël een baby was, deden we dat namelijk ook. Wat zo fijn is aan deze Bunkerroute, is het speelse karakter. Kinderen, ik ook, vinden het te gek om al die bunkers te bezoeken. Het wordt heel duidelijk aangegeven met bordjes welke bunker dit is. En zoals ik al zei, het is leerzaam. Bij veel bunkers vind je in drie talen (Nederlands, Engels en Duits) de uitleg.

Kiekie uut!!

Kanonne!

Bij de bunker die gebruikt werd als toilet, halen mijn kinderen altijd hun neus op. Waar munitie werd opgeslagen vindt mijn zoon heel gaaf. En Naomi kan ook zo genieten van het mooie uitzicht waar je op getrakteerd wordt. En een beetje tegen het einde van de route, staat er een grote verrassing. Iets waar de kinderen altijd gillend naartoe rennen en waar ze uiteraard ook op willen zitten. Het is een replica van een “gevaarlijke machine”, zoals mijn zoon dan zegt.

Je hebt geen gids nodig (kan wel, zie kader) en dat betekent dat je er zo snel en zo langzaam doorheen kunt als je zelf wil. Naomi is 8 en Daniël is 6 en zij rennen er het liefst doorheen. Je hebt minimaal een uur lang plezier in de winter, de lente, de zomer of de herfst. De bunkerroute is altijd een goed idee!

Liever met gids wandelen?
Die informatie vind je hier
31

Drie generaties ingroei en bloei

EEN FAMILIEAVONTUUR IN DE MOESTUIN

Verborgen tussen de bospaadjes van Sommelsdijk ligt een bijzondere moestuin. Hier, in dit kleine paradijs, ontmoeten we Elles, haar dochter Alisa en haar kleinzoon Seph. Of zoals de hofdames zichzelf op Instagram beschrijven: ‘1 moeder, 1 dochter en een kleine hofnar.’ Hun verhaal is er een van liefde voor de natuur, tuinieren met plezier en verbondenheid tussen generaties.

Drie jaar geleden begon hun moestuinavontuur. Gedreven door een passie voor koken en de vraag waar hun eten vandaan komt, grepen Elles en Alisa hun kans.

“Mam, we nemen een moestuin”, verklaarde Alisa tijdens de lockdown, geïnspireerd door een collega. Hun echtgenoten waren aanvankelijk sceptisch, maar het duo zette door, vastbesloten om hun droom te verwezenlijken.

VAN WIE BENNE JULLU D’R EEN?
“mama, ik heb gepoeoeoept”
33

Ecologisch

Hun benadering van moestuinieren wijkt af van de traditionele methoden, zoals die van veel buur-tuinders in de polder tussen Sommelsdijk en Dirksland. Waar de naastgelegen moestuinen getuigen van strikte orde en intensieve arbeid, kiezen Elles en Alisa voor een samenspel met de natuur. In plaats van het land om te spitten en zorgvuldig geplande rijen te zaaien, omarmen ze de natuurlijke chaos en schoonheid. Neem een plant als smeerwortel. Deze plant waarderen in plaats van bestrijden, dat is hun aanpak. Het is de bondgenoot voor een gezonde bodem en aantrekkelijk voor bijen. Zaadjes van dille en andere ‘verdwaalde’ planten vinden hun eigen favoriete plek in deze tuin.

Een ecologische aanpak is niet vanzelfsprekend. Het is voor veel mensen iets nieuws. “Het is als

pionieren’, merken de dames op. ‘Naast dat we zelf nog veel moeten leren vindt de één er iets van, de ander zegt er wat van en weer iemand anders toont oprechte belangstelling voor onze natuurlijke aanpak”.

Speeltuin van ontdekkingen

In tegenstelling tot voor anderen, leidt deze benadering van tuinieren voor Elles en Alisa tot een diepere waardering voor de natuur. Ze genieten, ontdekken en leren elke dag meer over de samenwerking tussen plant, dier en mens. Als oma Elles en kleinzoon Seph samen zijn, zie je ze genieten. Wormen spotten, kijken naar in nectar duikende bijen, samen smikkelen van een door Seph geplukte framboos. Als je hier een half uur rondloopt is het gevoel van tevredenheid dat overheerst. Er is zoveel te ontdekken voor

VAN WIE BENNE JULLU D’R EEN?

oma, mama en hun vrolijke hofnar. Zelfs “mama, ik heb gepoeoeoept” klinkt hier heel anders dan in de betegelde wc thuis. Voor Seph, van baby af aan ging hij al mee naar de tuin, is dit een speeltuin van ontdekkingen. Zijn liefde voor alles wat groeit en bloeit, zijn nieuwsgierigheid naar insecten, en zijn blijheid bij het vinden (en opeten!) van frambozen geven de impact van deze natuurlijke leeromgeving weer. Samen met oma en mama leert hij de waarde van geduld, observatie en respect voor alle levende wezens.

Klaslokaal voor levenslessen

Deze moestuin is meer dan een plek om voedsel te verbouwen; het is een ontmoetingsplaats voor de familie, een oase van rust en een klaslokaal voor levenslessen. Het is een plaats waar generaties samenkomen, banden versterken, leren van elkaar en van de natuur. Zoals Elles en Alisa aangeven: “Zo’n plek gun je ieder kind.” In een wereld waar alles snel en efficiënt moet, biedt de moestuin van Elles, Alisa en Seph een tegengeluid. Het leven is hier rustig. Naast de hectiek van de drukke banen van de dames zijn ze hier offline

en werken ze met hun handen. De natuur biedt de tijd om te groeien en te bloeien, zowel voor planten als voor mensen. Wat ons bezoekje aan dit kleine paradijsje duidelijk laat zien is dat moestuinieren een geweldige bezigheid is voor mensen van alle leeftijden. Het is een avontuur waarin je zelfvoorziening, duurzaamheid en de vele voordelen van de natuur omarmt.

Groeien

De tuin van Elles, Alisa en Seph is een plek waar herinneringen worden gemaakt en ideeën worden geboren. Het is een plek waar het ritme van de seizoenen niet alleen het groeiproces van planten markeert. In de moestuin van de ‘hofdames met hun hofnar’ groeien niet alleen groenten en fruit, maar ook liefde, kennis en een diepe waardering voor het leven.

Heb je geen ervaring, maar wel interesse om met je (klein)kind, partner, buurvrouw of die goede vriend een moestuin te beginnen? Doe net als dit inspirerende drietal. Ga aan de slag, kijk, doe en… geniet. De benodigde kennis komt dan vanzelf.

Tekst en fotografie Corine de Vries
35

Patisserie tot in Perfectie

Het is vroeg in de morgen. Bij Bakkerij Van Harberden in de Julianaweg in Melissant brandt al licht. Het wordt een drukke dag. Jan van Harberden (jr.) controleert de producten die klaar staan om de oven in te gaan. Zijn oog valt op de spritskoekjes. Hij kan het niet geloven. Ieder koekje is tot in perfectie identiek gespoten. Jan roept Jan van Harberden (sr.). “Ongelofelijk. Het lijkt wel machinaal gemaakt. Wie is hier verantwoordelijk voor?” Even valt het stil. Jan en Jan kijken lachend elkaar aan en zeggen tegelijkertijd: “Manou!”

Manou van Winden (21) woont in Hellevoetsluis en werkt sinds 2022 bij Bakkerij van Harberden. Toen ze begon, zat ze in het laatste schooljaar van de opleiding Zelfstandig werkend Bakker. Twee jaar later heeft Bakkerij van Harberden niet alleen

een hardwerkend en enthousiast bakkerstalent in huis. Manou is een heuse Nederlands kampioen! We zijn erg nieuwsgierig naar haar verhaal en ontmoeten haar in de bakkerij van Van Harberden.

Tekst Gert van Nieuwaal en fotografie Gert van Nieuwaal en Alex van Kampen

Tekst en fotografie Gert van Nieuwaal

TOF TALENT

Bakker in hart en nieren

Het bakken zat er al op jonge leeftijd in bij Manou. Het bakkersvak zit dan ook in haar genen. “Mijn betovergrootvader had zijn eigen bakkerij. Zijn zoon, de opa van mijn moeder, stapte ook in het vak en zette de bakkerij voort. Daarna waren er geen opvolgers meer.” Maar, een aantal generaties verder kruipt het bloed toch waar het niet gaan kan. Manou is bakker in hart en nieren!

Trainen, trainen, trainen

Jan (sr.): “We zagen al snel dat Manou talent had en overtuigden haar om mee te toen aan wedstrijden.” Maar, Nederlands Kampioen brood- en banketbakken word je niet zomaar. Je moet je eerst zien te kwalificeren met een regiowedstrijd. Dat lukte Manou, waardoor ze het op het Nederlands Kampioenschap op mocht nemen tegen vijf andere regiokampioenen. Manou trainde maar liefst zes maanden voor de wedstrijd. “Natuurlijk ben ik degene die meedeed, maar toch is het teamwork.” Jan (jr.) vult aan: “We werken er met het hele team aan. Iedereen denkt mee. Dat maakt het zo leuk.”

“Je hebt geen rood

hoofd!”

Het was een spannende dag in Wageningen, de plaats waar het Nederlands kampioenschap plaatsvond. Manou: “Toen ik eenmaal bezig was, viel de spanning van mij af. Het is een race tegen de klok. Je hebt vijf uur de tijd om tien luxe gebakjes, zes zoete broden en zes hartige broden te maken.” Net als bij het spuiten van spritskoekjes ging ze perfectionistisch te werk. Degen, kneden, desem omslaan, zanddeegje maken, koelen, slagroom bavarois en glassage maken… enzovoort. “Ik voelde dat het goed ging”. Een bekende docent van Manou, ook jurylid, zei: “Manou, je hebt geen rood hoofd!” Dat lijkt een gekke opmerking, maar Manou zegt lachend:

“Als ik stress heb, krijg ik een rood hoofd.”

De rode kleur bleef dit keer uit, Manou was ‘in control’. Tijdens het gesprek met Manou pakt Jan

(jr.) een brood uit de winkel. “Eén van de broden waarmee Manou meedeed aan het Nederlands kampioenschap, maken en verkopen we nog steeds.” Iets waar we al een hoopje op hadden, gebeurt ook daadwerkelijk. Er komt een broodmes tevoorschijn en we krijgen een stuk om te proeven. “Ut sm..ekt bu..e..weun!” Lastig praten met een hap van het heerlijke zoete brood in je mond. Om je vingers bij af te likken, zo lekker!

Het oordeel van de jury

Terug naar het kampioenschap. Het spannendste moment moet nog komen. Een strenge jury beoordeelt de producten onder meer op structuur, originaliteit en smaak. Alle deelnemers staan te wachten op de uitkomst. Gespannen blikken. En dan komt het verlossende woord. “De winnaar van het Nederlands Kampioenschap brood- en banketbakken 2023 is geworden: Manou van Winden!” Manou maakt een sprong van blijdschap! Wat een prestatie, de beste van Nederland!

Trots op Manou

De toekomst van Manou is veelbelovend. “Mijn droom is om een eigen bakkerij te hebben, maar voorlopig voel ik mij helemaal op mijn plaats bij Bakkerij Van Harberden. We zijn een tof, jong en ondernemend team. Het werk is lekker afwisselend. Er is ruimte voor ontwikkeling en je ideeën worden serieus genomen.” Jan (sr.): “Kijk, daar word ik nu blij van… en dankbaar. Ik ben enorm trots op Manou en op mijn fijne team!”

37
ERFGOED
Tekst Kees van Rixoort en fotografie Leonard Braber

Als het lekker waait en draait

DRIE KEER EEN “TIK VAN DE MEULE”

Googel op Kinderdijk en molen, en je kan zomaar in Goedereede terechtkomen. Het overkwam een paar Chinese meisjes tijdens hun rondreis door Nederland. Dat daar maar één molen staat, de achttiende-eeuwse Windvang, was misschien een tegenvaller. Maar de ontvangst en het verhaal van de Goereese grondzeiler waren dat zeker niet.

Ga je op zaterdag naar de Windvang, dan heb je grote kans daar niet minder dan drie molenaars te treffen. Wim de Vries, die de wieken al vele jaren laat draaien, en Frank Moerland, met zijn 23 jaren een jonkie, hebben de molenaarsopleiding voltooid en Leonard Braber is molenaar in opleiding. Een zonnige zaterdagochtend in september. Rond tien uur staat de molen nog stil. Terwijl Wim een praatje maakt met de buurman, over de heg, zijn Frank en Leonard druk bezig om de Windvang in beweging te krijgen. Voordat het zover is, klimt de laatste soepel en snel op een van de wieken naar boven om op dit deel van het gevlucht het zeil voor te leggen.

Even later, als de wind voor wentelende wieken zorgt, is het tijd voor koffie. We zitten onder in de molen, bij het raam van de woonkamer van het molenaarsgezin dat hier ooit woonde, midden in een ‘fabriek’. Daar komen de verhalen los.

39

Molenaar Wim

wim de Vries: “Ik ben nu 57, maar toen ik een jaar of 12 was kwam ik al met een paar vriendjes uit het dorp op deze molen. Het vak heb ik geleerd van Chrissie Bergers – zijn vader was eigenaar van de molen geweest – en Teun van der Bok. De opleiding tot molenaar is hartstikke leuk. Na een jaar of twee – als je alle seizoenen, weertypes en temperaturen hebt ervaren – doe je examen.”

Wim had geen moeite om zich in de dikke studiemappen te verdiepen, want hij wilde er alles van weten, van de molens. De verschillende typen, de techniek, de wiekensystemen, de kruiwerken, de weersomstandigheden – voor hem was het

Tijd om het met Frank Moerland over zijn passie te hebben. “Ik kom uit Hellevoetsluis en ben bij deze molen terechtgekomen door mijn opa. Vier jaar was ik toen. Wim ontving ons gastvrij

allemaal even interessant. “Als je de verhalen hoort, word je vanzelf enthousiast”, verklaart hij zijn tik van de molen terwijl hij de koffiekopjes op tafel zet en een lekkernij van de bakker presenteert. “De techniek is prachtig. Er zitten slimme dingetjes in, onvoorstelbaar dat het ooit zo bedacht is. Heel vernuftig.”

De Windvang – voorzien van twee buitentrapjes, wat vrij uniek is – draait voor de prins. Met andere woorden: van graan malen, waar de korenmolen ooit voor is gebouwd, is geen sprake en dus ook niet van de productie van meel, waar het tot de jaren zestig allemaal om te doen was. Voor molenaar Wim maakt het niet veel uit: “Wij draaien omdat we het leuk vinden. Wij willen altijd zo snel mogelijk los. Bijna iedere zaterdag – en soms ook nog op andere dagen – zijn we hier, het is een zeldzaamheid als de molen niet draait.”

Dat de Goereese korenmolen voor de prins draait, wil niet zeggen dat graan malen niet mogelijk is. De Windvang is maalvaardig, zoals dat heet, en wie graan heeft kan zich bij de molenaars melden om het te laten malen tot meel.

Dan komen er bezoekers – de Windvang trekt op een doorsnee zaterdag gerust honderdvijftig mensen – en is er werk aan de winkel voor Wim.

– dat was hij toen ook al – en daarna ben ik nooit meer weggegaan.”

Iedere week naar Goedereede om de molen te zien draaien en later te laten draaien, voor Frank is het een constante in zijn leven, terwijl hij op vrijdagmiddagen tevens de wieken van de molen in Geervliet in beweging brengt. Ook molenaar Frank roemt de aloude, beproefde techniek: “Heel simpel, het is de kracht van de natuur die de molen laat draaien. De wind vind ik sowieso mooi. Toen ik 16 was, op dat moment de minimumleeftijd, ben ik gelijk begonnen met de opleiding. Eigenlijk veranderde er niet veel voor me, want ik was voor die tijd ook al bezig op de molen…”

Frank is lid van een clubje jonge molenaars, al dan niet in opleiding, die het ambacht promoten. “We organiseren één keer per jaar een jongerendag. Geen EO-jongerendag, maar

ERFGOED
Molenaar Frank

een molen-jongerendag. Dat was vorige week in Geldermalsen. We trokken ongeveer zestig bezoekers. Verder heeft ons clubje een film laten maken, die we op scholen kunnen laten zien.” Hij schenkt nog een kopje koffie in. “Wat ik ook mooi vind, is als bezoekers het naar hun zin hebben en later weer terugkomen. Je draait voor jezelf, maar ook voor een ander. Ik probeer mensen enthousiast te maken. Wie weet zit er

Molenaar in opleiding Leonard

Leonard Braber woont tegenover de molen van Oude-Tonge. “Altijd als ik een nieuwe lens voor mijn camera heb, maak ik een foto van de molen. Ik speelde er ook al eens trompet op Open Monumentendag, met een stel andere muzikanten. Toen Oude-Tonge een nieuwe molenaar kreeg, ging ik eens een bakkie bij hem doen. Algauw dacht ik: ik ga de opleiding doen. Toen ik me bij

De Molenstichting GoereeOverflakkee beheert elf molens op het eiland, waaronder de Windvang in Goedereede. De twaalfde molen, die in Ouddorp staat, is in particulier bezit. De oudste molen op het eiland is de Korenbloem in Sommelsdijk, die gebouwd is in 1705. De Windvang is van 1719, al dacht men lange tijd dat het stichtingsjaar 1791 was.

een toekomstige molenaar tussen. Je maakt hier trouwens ook van alles mee…”

Wat volgt is een bizar verhaal over een Rus en een Frans stel, die er op een regenachtige zaterdagmiddag in de Windvang achter komen, dat ze elkaar al eens eerder ontmoet hebben: in een café in een gehucht met tweehonderd inwoners, ver weg in Siberië.

Wim en Frank meldde, stond de Windvang in de steigers. Zo kwam ik bij de molen in Zonnemaire terecht. Daar draai ik nog steeds, maar dus ook hier in Goedereede.”

“Vanaf dag één”, vervolgt Leonard, “vind ik het ontzettend interessant en ontspannend. Hier houd ik me niet bezig met begrotingen, financiën en personeel, zoals in mijn werk, maar maak ik me druk om de wind, de zeilen, het kruiwerk… Verder laat je alles los.” Molenaar Frank lacht. “Ja”, zegt hij, “als de molen draait stopt het hoofd met malen.” Leonard laat de mappen zien waaruit hij zijn leerstof put. “Best een pittige studie”, zegt hij over de opleiding tot molenaar. Er staat weer een bezoeker voor de deur. “Ja, het is een sociaal gebeuren hier. Je ziet hier alle nationaliteiten: Duitsers, Amerikanen, Polen… Superleuk om al die mensen de techniek te laten zien, vooral als ’t lekker waait en draait. Besef dat dit een techniek van honderden jaren oud is, die het nog altijd doet. Zonder elektriciteit, zonder elektrotechniek. Dit is cultureel erfgoed.”

Nog even doorleren en het examen halen, dan mag Leonard zich ook molenaar noemen.

41
MOLEN DE WINDVANG IN GOEDEREEDE
43

Brôôd van ‘t Eiland

“We bakken al twintig jaar brood van Flakkeese tarwe, maar dit brood is wel van een ander niveau!” Van Harberden staat bekend om zijn innovatieve bakkerij en is trots op het nieuwe brood.

Toen een jaar geleden het idee ontstond om een Flakkees brood te maken waarbij alle processen op de voet gevolgd kunnen worden en alleen lokale partijen samen voor een hoogwaardige kwaliteit zorgen, stapte Van Harberden graag in bij de ontwikkeling. Pieter Soeteman zat een jaar geleden met Jack van Vugt (NIVU in Oude-Tonge) aan een wijntje. “Wat zullen we eens voor leuks gaan doen? Flakkeese friet maken?” Vroeg Jack. “Ik heb niets met friet,

VAN ‘T LAND
Tekst Alex van Kampen en fotografie Alex van Kampen en Gert van Nieuwaal

maar wel met brood”, zei Pieter. Bij de tweede ‘wijnavond’ zei Jack: “Het zit in de grond hoor!” “Wat?” Vroeg Pieter. “Nou, 12 hectare tarwe”, zei Jack. “Om een Flakkees brood van te maken” “Ow, dat is wat veel voor mij alleen, maar er zijn vast nog meer bakkers die willen aansluiten bij het initiatief”, zegt Pieter. Binnen een half jaar was 80 procent van de bakkers op GoereeOverflakkee aangesloten. Allemaal bereid om er een topproduct van te maken.

Proeven

Pas in september zou bekend zijn wat er letterlijk uit de molen zou komen. De tarwe was geoogst, maar dan moet het nog meel worden. De firma Voogd is al jaren meelmaker en sleep zijn molensteen tot perfectie om hier het smakelijkste meel van te maken.

“We waren best kritisch”, zegt Jan van Harberen. “Want de eerste proefbatch begin dit jaar was nog niet van de kwaliteit die ons kon overtuigen. Maar de batch van september was zoveel beter dat we er volledig achter konden staan en het met trots in ons assortiment op wilden nemen. We zijn slechts één avond bij elkaar geweest met alle bakkers en hebben toen elkaars brood gezien en geproefd. Iedereen was het erover eens. Dit is een heerlijk smaakvol brôôd.”

Flakkeese smaak

Alle bakkers hebben hun eigen bakwijze maar ze proberen er wel uniformiteit in te krijgen. Het brood is een vloerbrood en ziet er ambachtelijk uit. Maar wat geeft het dan de Flakkeese smaak? Volgens Jan is het de Flakkeese zon, de lucht én het water die invloed hebben op het zetmeel en

maken dit brood oer-Flakkees. Sommigen vinden het iets meer notensmaak hebben.

Kleine foodprint

De hele club vindt het van belang dat er een kleine foodprint is. “Heel de keten zit dicht bij elkaar. Een van de redenen waar het ons om draait. Als je de QR-code scant, zie je zelfs op welke strook van het land het graan is geteeld, gevoed, bewaterd, geoogst en opgeslagen,” geeft Pieter aan. “Gerard van Nieuwenhuizen van Farm24 uit Oude-Tonge heeft hier de techniek voor ontwikkeld.” Kun je letterlijk zien in welk baantje de tarwe heeft gestaan”.

Vanuit de geconditioneerde bewaarloods van NIVU wordt de tarwe geleverd aan Voogd en het meel wordt direct bij alle aangesloten bakkers geleverd. Kleine, directe schakels tussen lokale ondernemers die een zeer beperkte CO2-belasting geven. Eerlijker en lokaler kan haast niet”, aldus Pieter en Jan. Daar sluiten wij ons helemaal bij aan.

Zelf proeven?

Waar kun je het Flakkeese brood kopen? Gewoon bij de bakker in de buurt.

- Bakkerij Akershoek

- Bakkerij De Visser

- Bakkerij Koese

- Bakkerij Wolfert

- Bakkerij Van Helden

- Bakkerij Van Harberden

- De broodbakkers (Brabant en Rotterdam)

En scan vooral de QR-code op de verpakking even, dan zie je precies wat de herkomst is.

45

Roof visser Danny Blok

Slaet regelmatig un moengster an de haek!

TOF TALENT
De zon is net opgekomen. Haar eerste stralen reflecteren op het rustig kabbelende water van het Haringvliet. Het wordt een zomerse dag.

Danny Blok tuurt vanuit zijn visboot geconcentreerd over het water. Samen met zijn vismaat Ronald Buijs geniet hij van de prachtige omgeving. Tegelijkertijd is hij gespannen. Zal zijn plan goed uitpakken? Ze komen aan op de eerste visstek. Een nieuwe stek die Danny pas ontdekte. Een diepte met mosselbanken en veel waterplanten. Een perfecte schuilplaats voor de grote rovers waar hij vandaag op jaagt: snoeken. Bij voorkeur snoeken groter dan een meter.

“Un moengster!”

En dan komt een magisch moment voor iedere visser: de eerste worp. Danny slingert zijn shad (kunstaas) op zo’n 20 meter van de boot, precies over de waterplanten. Helaas, geen resultaat. Een paar worpen later. Met rustige slagen vist Danny de shad binnen. Even laat hij hem stilvallen. Vaak is dat het moment dat… BOEM… het zal toch niet? Hij voelt een enorme klap op zijn hengel! De slip van zijn molen giert, net als de adrenaline door de aderen van Danny. Hij roept naar zijn maat: “Zeit Ronald, pak ut schepnet mar, ik ha un moengster an de lijn!”

Passie voor vissen

Je leest het goed. Danny Blok praat plat Flakkees. Hij werd 31 jaar geleden in Oude-Tonge geboren en woont er nog steeds. Op jonge leeftijd ging hij mee vissen met zijn vader, een fervent sportvisser. Toen voelde hij het voor het eerst: passie voor vissen op snoek, snoekbaarzen en baarzen. Het werd een passie die hij nooit meer losliet. Nu, ruim 25 jaar later, is deze passie alleen maar groter geworden. Wat in de loop van de tijd ook steeds groter werd, is het formaat van de

Tekst en fotografie Gert van Nieuwaal

vissen die hij vangt. Er is geen ander woord voor, zijn recordvissen zijn… bizar!

Een man met een plan

Wie denkt dat Danny deze ‘moengsters’ bij toeval of met een dosis geluk vangt, heeft het helemaal mis. Wat is zijn geheim? Danny glimlacht en zegt: “Ik ga natuurlijk niet alles vertellen, maar de sleutel tot succes zit in de voorbereiding. Je moet een plan hebben.” In aanloop naar een vissessie is Danny al weken aan het puzzelen. Hij ligt er soms zelfs wakker van. “Er spoken dan vragen door

mijn hoofd. Wat zijn de weersvoorspellingen van die dag? Wat is de windrichting? Welke stekken zouden dan vis op kunnen leveren?” Hij stippelt zijn strategie stap voor stap uit. “Bij de start van de visdag is dan ook de grote vraag: gaat mijn plan werken?”

47

Flakkeese wateren zijn de beste van Europa

Danny is gek op Goeree-Overflakkee, juist ook vanwege zijn passie voor vissen. “Ons eiland is zo ongeveer het mekka voor sportvissers. Prachtige wateren, op én rond het eiland.” Wat veel inwoners van Goeree-Overflakkee niet weten, is dat de Flakkeese wateren nationaal en zelfs internationaal bekend staan vanwege de goede visstand en de grote roofvissen. Sterker nog, er worden hier zelfs Europeseen wereldkampioenschappen roofvissen georganiseerd! De Predator Tour is daar het beste voorbeeld van. Danny is grôôs: “Dit jaar doe ik voor de vierde keer mee met deze Europese kampioenschappen, samen met mijn maat Ronald.” Het zegt veel over het niveau en de viskwaliteiten van Danny. Deze Flakkeeënaar neemt het op tegen de Europese top van het roofvissen!

“Dit is waar ik het voor doe”

Terug naar de zomerse morgen op het Haringvliet. Danny heeft een ‘moengster’ aan de lijn. Hij vermoedt een hele grote snoek. Het kost flink wat moeite om de vis onder controle te krijgen. Wat een kracht! “Toen ik zijn brede kop boven water zag komen, schoot het door mij heen: dit zou weleens mijn recordvis kunnen worden!” Samen met Ronald hijst hij de snoek zorgvuldig aan boord. Ongelofelijk, wat een machtig beest. Met trillende handen pakt Danny het meetlint. Hij meet en schreeuwt het uit:

“1 meter en 26 centimeter, mijn record!”

Na het fotomoment laat Danny de vis met grote zorg weer in het water zakken. Daar zwemt de reus alweer de diepte in. Danny zit nog even uit te puffen. “Dit dus. Dit is precies waar ik het voor doe. Het ultieme geluksgevoel. Mijn plan voor vandaag pakt goed uit, wat een kick! Buutegeweun!”

TOF TALENT
Snoek 126cm Snoekbaars 88cm Baars 51cm

“Flakkeese” eierkoeken

Natuurlijk vraagt het wat finesse en ook veel oefenen en proeven maar met dit recept kun je de heerlijkste “Flakkeese” eierkoeken maken. We zeggen succes en smikkelen maar!

Benodigdheden

Ingrediënten

• 2 eieren

• 1 eidooier

• 175 gr witte basterdsuiker

• rasp van ½ citroen

• ¼ tl zout

• 250 gr bloem

• 1 tl baking soda

• 100 ml melk

Voorbereiding

1. Doe de eieren, eidooier, witte basterdsuiker, citroenrasp en het zout in een kom en klop dit met een (hand)mixer met garde(s) tot een zeer luchtig beslag. Dit duurt zeker 5 minuten.

2. Meng de bloem met de baking soda en zeef dit boven de kom met de luchtige eiermasssa.

3. Spatel de bloem er voorzichtig door.

4. Spatel als laatst de melk door het beslag en laat het 10 minuten rusten in de koelkast.

Eierkoeken bakken

1. Verwarm de oven voor op 200 °C en bekleed een bakplaat met bakpapier.

2. Vorm met behulp van een grote ijslepel 4 hoopjes beslag per bakplaat. Zorg dat je voldoende ruimte houdt tussen de hoopjes beslag, want de koeken rijzen nog behoorlijk in de oven.

3. Bak de eierkoeken in 7-12 minuten lichtbruin en gaar.

4. Laat de gebakken eierkoeken afkoelen op het bakpapier en haal ze er daarna voorzichtig af.

Eet smakelijk!

VURKJE PRIKKE 49

Jagen met Willem Weltevrede

Een markante

persoonlijkheid die, als je hem eenmaal hebt aanschouwd, niet gauw van je netvlies verdwijnt. Willem Weltevrede uit Dirksland oogt woest met zijn mooie baard en donkere blik, maar is een man met een hart van goud en een liefde voor de natuur.

Willem woont samen met zijn vrouw Dorien, de bekende kunstenares, al sinds 1984 in Dirksland en heeft hier zijn liefde voor de natuur goed toe kunnen passen. Als 14-jarige aan boord van het ouderlijk schip was hij gefascineerd door de vele reeën die hij langs de waterkant zag.

Rentmeester

Door deze gebleven fascinatie kwam hij op Flakkee in aanraking met mensen die aan beheer en schadebestrijding deden. Het jagen wat deze mensen deden zat hen in het bloed en ging vaak over van vader op zoon. Als drijver meegaan was wat hij ging

WAH DOE JOE NOE?
Tekst Edwin van Os en foto’s van Willem Weltevrede

doen en daar zag hij hoe deze mensen eerbied toonden voor de dieren. “Zij doen aan kapitaalbeheer”, vertelt Willem vol enthousiasme. “Ik noem het rentmeester in Gods schepping, want er is eerbied voor de dieren en dat is waar ik mij goed bij voel.” Het jagen is op Flakkee een geaccepteerd begrip vanwege de landbouw. De boeren vragen vaak om beheer en schadebestrijding toe te passen op hun landen, zodat er niet te veel dieren op hun gronden verblijven en de boeren ook zo hun oogst binnen kunnen halen. Dat er alle soorten dieren neerstrijken op het land is een groot goed en wordt zeker geaccepteerd, maar alles wat op het land groeit opeten is niet te veroorloven. Dan komen deze jagers op verzoek in actie en verjagen er velen, maar uiteraard worden er ook dieren geschoten.

Toewijding

Dit komt door de toewijding van de jagers die, mede door een afschotplan, de wildstand op orde houden. Iedere jager is een liefhebber van de natuur. Deze fascinatie sloeg ook over op Willem en hij haalde de vereiste papieren om mee te werken aan dit kapitaalbeheer. Willem is inmiddels al jaren een bekende in deze wereld van flora en fauna op GoereeOverflakkee en niet alleen bezig met de uitoefening, maar vooral met het beheer. Sinds jaren is hij secretaris van de Wild Beheer Eenheid Goeree-Overflakkee die zo’n 280 leden heeft. Al deze mensen zetten zich in voor de schadebestrijding, maar ook voor de vele andere taken. Een andere grote taak is het monitoren van de wildstand van Flakkee. Gedurende het hele jaar zijn er verschillende momenten dat zij eropuit gaan voor het tellen van het aantal zwemvogels, kleinwild, reeën en ganzen. Vooral het tellen van de hazen is moeilijk. Dit gebeurt tegenwoordig als test in

het donker met warmtebeeld. De beesten zijn vaak vanaf de schemer actief en daardoor is de betrouwbaarheid van de telling beter.

Overstekende reeën

Op dit moment telt Goeree-Overflakkee zo’n duizend reeën. Dit zijn er best wel veel en daarom kunnen zij ook voor gevaar op de wegen zorgen. Per jaar vinden er op ons eiland redelijk wat ongevallen plaats met overstekende reeën. Een dier dat in aanraking met een auto komt kan zwaargewond zijn en zal op de juiste manier en met eerbied uit zijn lijden moeten worden verlost. Hiervoor heeft de WBE Goeree-Overflakkee 24/7 één team beschikbaar dat hier direct voor wordt opgeroepen. Het zogenaamde valwild houdt niet alleen ongevallen op de weg in, maar behelst steeds vaker ook door loslopende honden gebeten reeën.

Morele limiet

“De jagers mogen niet het hele jaar door jagen”, vertelt Willem. Het seizoen loopt van 15 oktober tot 31 december en in januari mag er nog worden gejaagd op fazantenhanen. De rest van het jaar zijn er wel ontheffingen voor het jagen op ganzen. Dit zijn er heel veel: een plaag voor de boeren. Toch wordt niet alles lukraak afgeschoten, er zit een morele limiet aan.“De overlast van de ganzen, daar komen wij nooit meer vanaf”, aldus Willem. Helaas zijn er voor kraaien en roeken momenteel geen ontheffingen en dat resulteert in een plaag die niet op te lossen is. Jagers door het hele land zijn ook verplicht om aan wildregistratie te doen. Al het geschoten wild wordt bijgehouden in een landelijk systeem. WBE GoereeOverflakkee is een professionele organisatie die leiding geven aan de grote groep jagers die ons mooie eiland nog rijk is.

51

De vangst

KEES’

ZINSBEGOOCHELING

Het motregende al urenlang op Flakkee. Snoek en Baars, al vanaf hun schooltijd kameraden, zwommen welgemoed richting het Sas van Dirksland. Ze zwommen dicht onder het wateroppervlak om optimaal te kunnen genieten van het door de regendruppels trillende water. “Ik heb het gevoel, dat vandaag onze grote dag wordt”, sprak Baars. “Dat weet ik wel zeker”, antwoordde zijn langwerpige vriend, “want ik zie hem al zitten.”

En inderdaad, op een oud krukje zat een wat triest uitziende figuur aan het water, starend naar een dobber. “Laten we maar geen tijd verspillen”, sprak Baars, en hij wierp zijn hengel uit over de lage oever. “Welk aas heb jij gebruikt?” vroeg Snoek. “O, gewoon, een worstenbroodje, daar trappen ze altijd in.” “Nou, daar heb ik zo mijn twijfels over”, zei Snoek, “het lijkt me meer een zoetekauw. Als het een Flakkeeënaar is, maak ik meer kans met dit kruukplaetje.”

Al binnen vijf minuten bleek hij gelijk te hebben. Na een korte worsteling lag de vangst in het water. “Wat heb ik je gezegd”, sprak Snoek triomfantelijk, “ik heb ‘m!” Baars hielp zijn vriend de angstig spartelende vangst onder water te houden. “Wat is het eigenlijk?” “Het is een onvervalste Nieuwaal, dat zie ik meteen”, zei Snoek. “Ik denk een mannetje, aan z’n bril te zien. Als je dat zeker wil weten moet je die kleren uittrekken, maar dat is onsmakelijk werk, en daar wordt ie ook niet mooier van.

Wat doen we, eten we hem op, of gooien wij hem terug?” “Opeten?”, sprak Baars met verschrikte kieuwen, “ben je gek, mensen zijn niet te eten! Laten we hem maar teruggooien. Maar dan wel even die kop boven water houden, anders is het te laat voor ‘m.” “Oké”, zei Snoek, “hij mag even luchthappen, maar niet te lang, want hij maakt veel lawaai met dat gejammer. Wat een aansteller, alsof die haak door zijn lip en gehemelte zo’n pijn doet! Neem jij nog even een foto, Baars? Dan meten we ‘m op en staat ie vanavond nog op Fishbook!”

Met enige moeite werd het nog steeds spartelende lijf opgemeten, en werd tevreden 1.82 meter geconstateerd. Daarna werd de vangst met vereende krachten op de smalle keitjes teruggeworpen. Daar bleef die nog even liggen, om pas na twintig minuten, druipend, met bloed in het baardje en nog steeds bitter klagend, naar zijn auto te strompelen.

Baars en Snoek waren inmiddels alweer op weg. “En, Snoek, ben je tevreden over onze succesvolle dag?” “Tja”, zei Snoek, “wat moet ik zeggen? Het ging voorspoedig, maar eigenlijk zou ik wel iets groters, iets meer spectaculair willen vangen.” “Waar denk je dan aan?” “Nou, een Kuijper bijvoorbeeld”, zei Snoek, met een dromerige blik in zijn vissenogen. “Dat zal je nooit lukken”, constateerde Baars nuchter, “want die zijn te verstandig om in de regen aan het water te gaan zitten!” “Ik vrees het ook”, zei Snoek, “maar wat een heerlijke dag is dit!” Tevreden sloegen de kameraden de vinnen om elkaars schouder.

KEES KUIJPERS COLUMN
Ben je gek, mensen zijn niet te eten!
Afbeelding gemaakt m.b.v. AI
53

Dr.

Jo Vreuls

en de 10.000 kinderen

HERINNERT U ZICH DEZE NOG?

Er zijn maar weinig mensen op Goeree-Overflakkee en omstreken die Jo Vreuls niet kennen. In 1981 verhuisde hij naar het eiland met zijn vrouw Elly en de kinderen Jeroen, Inge en Maarten. Zij waren toen 6 jaar, 3 jaar en 4 maanden. Vreuls is jarenlang een gerenommeerd gynaecoloog in het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis geweest. Na een lange en mooie carrière nam hij in 2014 afscheid. Een carrière die hij in eerste instantie niet zelf had bedacht.

Vreuls zou eigenlijk in Rotterdam opgeleid worden tot chirurg. Hij vertelt: “Ik was net getrouwd met Elly, volgde een huisartsenopleiding in Utrecht en moest nog in militaire dienst. Ik wilde graag onder die dienstplicht uitkomen, dus ik hoopte dat die misschien na een jaar huisartsopleiding afgeschaft werd. Dat hele feest ging niet door. Via via kwam ik in gesprek met een uroloog in het militair hospitaal. Die zei: ‘Als jij belooft dat je een jaar lang bij ons blijft, dan regel ik dat je bij ons in het militair hospitaal geplaatst wordt.’ Ik ben een man van mijn woord en hij ook, dus zo geschiedde.”

Het beste toeval

De carrière van Vreuls is alles behalve saai. Het is een man die er volledig voor gaat! Toch was uroloog worden niet zijn droom. En huisarts, neuroloog, internist of dermatoloog zag hij ook niet zitten. En zo kwam hij per toeval in het vak gynaecologie terecht.

“Het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde viel op de mat met een advertentie. Het Maria Ziekenhuis in Tilburg was met spoed op zoek naar een assistent-arts in opleiding tot gynaecoloog. Toevallig had ik er drie maanden co-schap gelopen en kende ik een van de gynaecologen heel goed. Hans Merkus was net als ik een Limburger, dus ik belde hem gewoon op. Op korte termijn, was ook echt op korte termijn. Ik zou in oktober of november moeten starten. Dat ging ik niet redden, omdat ik tot 1 april als assistent op urologie

moest blijven. We kwamen eruit en ik startte uiteindelijk daar in Tilburg op 1 april 1976 mijn specialistenopleiding.”

Dat je nooit weet waar een bepaalde keuze toe leidt heeft Jo Vreuls aan den lijve ondervonden. Hij heeft veel verschillende dingen gedaan en opgezet op de plekken waar hij werkzaam was. De keuze om als gynaecoloog te werken vindt hij het beste toeval dat hem in zijn leven is overkomen, naast het ontmoeten van zijn vrouw, zoals hij zelf zegt. Hoe is deze, van oorsprong Limburger, dan terechtgekomen in het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis in Dirksland?

Tekst Angela Lodder en fotografie Corine de Vries
55

Niet heel goed in de markt

“Ik wist één ding zeker en dat was dat ik niet in een grote maatschap wilde werken. Ik had in mijn co-schappen al in veel verschillende ziekenhuizen gekeken. Toen zag ik een advertentie staan voor een tweede gynaecoloog in Dirksland. Daar was toen een vrouwelijke gynaecoloog genaamd Liesbeth van Adelsbergen. Ik stuurde een brief en werd uitgenodigd voor een gesprek. Uiteindelijk leidde dit tot een associatie en startte ik in februari 1981 mijn werkzaamheden in het Van Weel-Bethesda Ziekenhuis.

Na 33 jaar stopte Vreuls na een mooie carrière in Dirksland. Op exact 1 april 2014 is hij gestopt,

een mooie symboliek, omdat hij op 1 april 1981 officieel in dienst kwam. Of hij vanaf dat moment niks meer deed? Dat is zeker niet waar. Hij had eerder willen stoppen, maar er was geen opvolger. Daar waren ze al twee jaar mee bezig. Het was niet makkelijk, want Dirksland lag niet heel goed in de markt. Dat het hier op GoereeOverflakkee prachtig wonen is, dat maakte het feit dat het voor velen ver weg was en er geen treinverbinding was, niet goed.

“De eerste 10 jaar heb ik de afdeling samen met collega Van Adelsbergen gerund. Daarna heb ik een jaar alleen gezeten met af en toe een waarnemer. Dat vond ik best moeilijk als ik eerlijk ben. Daarna kwamen er gelukkig andere gynaecologen bij en konden we het met elkaar

HERINNERT U ZICH DEZE NOG?

doen. In 2012 waren we met 3,5 FTE en ik kon mijn kindje niet zomaar loslaten en zo viel het besluit dat ik nog twee jaar en drie maanden zou blijven en dan op 1 april 2014 zou stoppen.”

Het maakte mij nederig

Het vak liet Vreuls niet los. Hij zat al snel in het vliegtuig naar Aruba om daar 3 maanden als waarnemer aan de slag te gaan. Daarna nam hij ook waar in Winterswijk, Uden en op Sint Maarten. In totaal dus drie jaar met tussenpozen. In 2018 kwam het moment dat hij een keuze moest maken: registratie verlengen of niet? Hij heeft hem laten verlopen. En daarmee was hij dan officieel geen gynaecoloog meer. In hart en nieren is Vreuls dat zeker nog wel. Op de vraag wat een van de mooiste veranderingen is geweest in de afgelopen jaren, dan is zijn antwoord duidelijk: de echografie. “Dat apparaat is een zegen en dat maakt je als gynaecoloog heel nederig”, vertelt hij. “Je ziet dingen, die je niet kunt voelen. En wat je soms denkt te voelen, is er niet! Het maakte mij nederig.”

Een zwangerschap en een bevalling blijft bijzonder. Je kunt met zoveel baby’s niet alles onthouden. Uiteraard zijn een aantal bevallingen Vreuls bijgebleven. Hij vertelt erover: “Er zijn twee bevallingen die op mijn netvlies staan gegrift met een slechte afloop. Dat is je reinste nachtmerrie. En wat mij ook is bijgebleven zijn de bevallingen met goede afloop van drielingen. Er zijn er drie geweest in de tijd dat ik hier in Dirksland heb gezeten.”

Vreuls is een man met passie voor het vak die veel bevallingen heeft geleid. En dat waren nogal wat bevallingen. Tijdens zijn afscheid op 1 april 2014, deelde collega Ramuna hoeveel dat er geweest zijn. Vanaf 1983 kon het teruggevonden worden en kwam het aantal uit op ruim 9000 baby’s. In de eerste twee jaar dat hij hier was, deden ze ongeveer 300 bevallingen per jaar, dus het loopt ergens tussen de 9.500 en 10.000 baby’s in al die jaren. En aangezien veel inwoners van GoereeOverflakkee hier blijven wonen, heeft hij ook zéker een behoorlijk aantal baby’s van die kinderen op de wereld gezet.

57

Hebbe?

Dat kan zeker! Maar daar moet je wel wat voor doen :)

Mooi hè zo’n houten

Goeree-Overflakkee?

En weet je wat nog mooier is?

Hij kan zomaar bij jou aan de muur komen te hangen!

Toffe fan Hans Buijs uit Oude-Tonge schonk ons maar liefst drie, eigenhandig, van steigerhout gemaakte borden. Met zijn ongeveer

100 x 30cm formaat is het een prachtige muurdecoratie. ‘t Is haest kungst!

Van Hans mogen we deze drie borden verloten “...of kiek mar wat je dermee doet”. Nou Hans, hier gaan we een aantal van onze lezers heel blij mee maken!

Wat moet je doen?

We zijn altijd op zoek naar leuke nieuwe artikelen. Heb je een idee voor een artikel, stuur het ons dan toe en dan gaat de eindredactie van TOF er de leukste drie uit selecteren.

Er zijn een paar voorwaarden waar het idee aan moet voldoen:

• Het moet een origineel onderwerp zijn

• Met een positieve insteek

• Connectie met Goeree-Overflakkee

• Geen commercieel belang

Stuur je idee naar info@trotsopflakkee.nl Uit de leukste inzendingen trekken we drie winnaars.

We zijn heel benieuwd naar jullie ideeën!!

TOFFE ACTIE

Heule toffe peren:

“Hoofdsponsoren”

De coöperatieve Rabobank

Eilandmarketing GO

Alle arre toffe peren:

“Sponsoren”

DINK creatief bureau | Potterie KLEInschalig | Reedor | Noordzeepark | TROELLA | | Van Kempen Interieurs | Hilvest Food | Van Rossum Makelaardij | Grenen & Zo | De Vos Financiële Diensten | D-S!gn | Landwinkel ‘t Zand | Tieleman Keukens | JD repair | Mondhygiëne praktijk ’t Lesje | Da Costa Hairstyling | Hotel café restaurant Akershoek | Vakantiepark Klepperstee | Bouwcenter Esselink | NotaNumber | FlakkeeCenter | GO VvE beheer | Coöperatie Deltawind | M. van Zanten Zand- & Grindhandel | Vijfhuizen Service

| MAR Administratie & Advies | Eetwinkel ‘t Hoekje | | Benschop & Figee Notarissen | Adviesgroep De Vogel | Barbara’s Hairfashion | MM Lab bv| GO nieuws Goeree-Overflakkee

59
info@trotsopflakkee.nl | www.trotsopflakkee.nl
info@trotsopflakkee.nl | www.trotsopflakkee.nl
# 11
‘t

Het staat niet op een officiële lijst met musea, niet in een museumgids en toch kent iedereen het…

3-Generaties

Een familieavontuur van 1 moeder, 1 dochter en 1 hofnar in de moestuin

Dr. Jo Vreuls

Vele eilandbewoners zijn via zijn handen op de wereld gezet

Merijn Scholten

TOF-magazine is op geselecteerde plaatsen beperkt gratis verkrijgbaar Oplage: 5.000 stuks van de kermis in Dirksland naar Carré TOF-magazine
elfde uutgaeve
|
Tabakswinkeltje
‘t Tabakswinkeltje
Niet weg te denken van d’n Diek

Inhoud

Merijn Scholten Cabarettalent uut Dirksland

De column van Pau Over de herkomst van namen

Toffe maense kieke De plaet van de straet

6
10
14 20

Heule toffe peren:

“Hoofdsponsoren”

De coöperatieve Rabobank

Eilandmarketing GO

Alle arre toffe peren:

“Sponsoren”

DINK creatief bureau | Potterie KLEInschalig | Reedor | Noordzeepark | TROELLA | | Van Kempen Interieurs | Hilvest Food | Van Rossum Makelaardij | Grenen & Zo | De Vos Financiële Diensten | D-S!gn | Landwinkel ‘t Zand | Tieleman Keukens | JD repair | Mondhygiëne praktijk ’t Lesje | Da Costa Hairstyling | Hotel café restaurant Akershoek | Vakantiepark Klepperstee | Bouwcenter Esselink | NotaNumber | FlakkeeCenter | GO VvE beheer | Coöperatie Deltawind | M. van Zanten Zand- & Grindhandel | Vijfhuizen Service

| MAR Administratie & Advies | Eetwinkel ‘t Hoekje | | Benschop & Figee Notarissen | Adviesgroep De Vogel | Barbara’s Hairfashion | MM Lab bv| GO nieuws Goeree-Overflakkee

59
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.