Bb201704

Page 1

april 2017

• Brandweer Brussel een jaar na de aanslagen • Volop ontwikkeling in beheersing natuurbranden • De geleerde lessen door brandonderzoek vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding

Hoogspanningskabels zijn gevaar bij brand Groningen

B&B Brand&Brandweer

www.brandenbrandweer.nl

4

jaargang 41


Meer dan 30 jaar ervaring op het gebied van grootwatertransport Ruim 800 units wereldwijd operationeel Uw betrouwbare partner voor als het er echt op aan komt

Evenementenhal Gorinchem 16 - 18 mei 2017

WERELDPRIMEUR

Tijdens de 112 vakdagen introduceert HYTRANS het volautomatische slangopneemapparaat

“HFS AUTOFLAKER” voor 6“ en 8” slangen.

Deze unit wordt getoond in combinatie met 2 km 6” slang en dompelpomp.

E-mail: sales.hfs@hytrans.com Website: www.hytrans.com Tel: 0514 608 996


INHOUD

nummer 4 april 2017

Coverstory 10

32

Hoogspanningskabels zorgen voor gevaar bij brand autosloperij

Drones, het Fire Bucket Operations Team, stralingsdeskundigen en teams voor scheepsincidentbestrijding. Het is slechts een greep uit alle bijzondere eenheden en specialismen in het land. Een rondje langs de regio’s leverde een divers overzicht op.

Een grote brand bij een autosloperij in Groningen bezorgt de brandweer de nodige kopzorgen. Boven de brandende stapels autowrakken lopen hoogspanningskabels die ook bij de brand worden betrokken. De ingezette eenheden moeten bovendien alles op alles zetten om te voorkomen dat de brand overslaat naar een naastgelegen stadsnomadenkamp. 40

Artikelen 14

17

43

Mindfulness kan bijdrage leveren aan betere besluitvorming onder druk

Deelprojecten natuurbrandbeheersing in volle gang Er is de afgelopen jaren hard gewerkt aan de gebiedsgerichte aanpak, vuistregels natuurbrandbeheersing, het natuurbrandverspreidingsmodel en de Risico-Index Natuurbranden. Wat is de stand van zaken?

28

Opleiding jeugdleider moet zorgen voor kwaliteitsimpuls Met de opleiding jeugdleider wil Jeugdbrandweer Nederland zorgen voor een betere aansluiting van de jeugdbrandweer op de volwassen brandweer, zodat jeugdleden makkelijker door kunnen stromen.

Mindfulness leidt tot een grotere mentale veerkracht en levert daardoor ook een bijdrage aan betere besluitvorming onder druk door commandovoerders. Dat zijn de belangrijkste conclusies van een verkennend onderzoek van de Brandweeracademie van het IFV naar mindfulness. 18

Effectievere feedback bij vaardigheidstoetsen Een nieuw seizoen van de vaardigheidstoetsen is gestart. Een van de veranderingen dit jaar is dat de persoonlijke feedback die deelnemers krijgen, nog effectiever dan voorheen.

‘Honderd procent voorbereid zijn op terrorismegevolgbestrijding kan niet’ De aanslagen in Brussel zijn alweer een jaar geleden. Wat heeft de Belgische brandweer van deze aanslagen geleerd? En hoe kun je je voorbereiden op terrorismegevolgbestrijding?

Unieke eenheden, specialismen en maatwerk in de regio’s

Teams Brandonderzoek leveren veel nieuwe kennis op Brandonderzoek resulteert in betere brandbestrijding en effectievere preventie. Wat zijn de ervaringen tot nu toe? En wat wordt geleerd van brandonderzoek?.

Rubrieken 5 6 23 31 36 39 44

Van de redactie Actueel Brandweer Nederland Onder de Helm 40 jaar Brandweer Buitenland Gespot in de Markt

Op de cover: Brandweer Groningen staat op 15 februari voor een grote uitdaging. In een hoge stapel autowrakken onder hoogspanningskabels woedt brand. Fotografie: Ginopress.

Brand&Brandweer

Sdu Uitgevers - nummer 4 april 2017

3



VAN DE REDACTI E

Verwacht het onverwachte

E

r was een tijd dat het nog best duidelijk was. Alles wat je kon bedenken, kon gebeuren. Deze brandweerspreuk is mij geleerd en nodigde uit om na te denken over de risico’s die gebouwen, treinen, schepen en veel meer liepen. Als de brandweer zich goed voorbereidde op deze risico’s, kende het brandweeroptreden weinig grote verrassingen. Natuurlijk is deze wijsheid een enorme versimpeling, maar het voedde in ieder geval mijn nieuwsgierigheid naar de risico’s van het verzorgingsgebied en de stand der techniek.

schutter, het aantreffen van een derde explosief en de ingewikkelde samenwerking met veel andere diensten. Dit had niemand vooraf kunnen bedenken. Behalve de daders natuurlijk.

Alles wat je kan bedenken, kan trouwens ook echt gebeuren. Dit gevoel kent menig collega die bezig is met vakbekwaamheid en die een bijzonder scenario bedenkt. Tot je stomme verbazing lees je na korte of lange tijd een incidentverslag dat het scenario echt is gebeurd. Een voorspellende gave of zieke geest? Of het bizarre bewijs van de brandweerspreuk?

Gelukkig is er de afgelopen periode in veel regio’s al nagedacht over de werkwijze van de brandweer bij grootschalige geweldsincidenten. De ervaringen van buitenlandse collega’s helpen bij onze vragen. Hoe treden we op, welke middelen hebben we nodig maar vooral, hoe zorgen we ervoor dat we voorbereid zijn op de impact en chaos. Er is veel uitwisseling en veel samenwerking met andere diensten. Dit is een onderwerp waar landelijke samenwerking ons verder helpt. Een mooi resultaat daarvan is het gezamenlijk ontwikkelde vakbekwaamheidsprogramma.

Ik twijfel steeds meer aan deze brandweerspreuk. Het lijkt alsof er steeds meer incidenten zijn die je vooraf niet had kunnen bedenken. Een aantal voorbeelden waren te horen tijdens de jaarlijkse Incidentonderzoeksdag van Brandweer Nederland en de Brandweeracademie, in maart van dit jaar. Er zijn incidenten besproken waar het optreden van de brandweer verrassend anders verliep dan vooraf was bedacht. Het optreden was ingewikkelder of risicovoller doordat de medewerkers van het bedrijf geen Nederlands spraken, de loods helemaal was volgeladen met spullen en de hoeveelheid brandbaar materiaal groter was dan bedoeld. Het onbewuste menselijk handelen veroorzaakte een onverwachte wending voor de brandweer. Slechts een enkeling had deze wending vooraf verwacht.

De aanslagen van Brussel zijn op het moment van schrijven een jaar geleden. De gevolgen van terrorisme waren nog niet eerder zo dichtbij en zo zichtbaar. De aanslagen stellen ons ook als brandweer voor veel nieuwe vragen. We willen en moeten ons voorbereiden op incidenten met een dader.

De komende tijd kunnen we aan de slag om nog meer bewust te worden van het onverwachte. Dat er incidenten zijn waar we de omvang en ernst niet van kunnen bedenken. Onvoorspelbaar en onvoorstelbaar. Het is tijd voor een nieuwe brandweerspreuk. Lucas de Lange

Het meest ingewikkeld zijn de incidenten waar vooraf bewust is nagedacht over hetgeen dat wordt veroorzaakt. De incidenten waar de ellende en chaos met opzet zijn bedacht met als doel onze samenleving te raken. Het voorbeeld dat veel indruk op mij maakt, is het verhaal van de aanslag op het vliegveld in Brussel. Tijdens een lezing van een collega van de brandweer van vliegveld Brussel werd mij nog meer duidelijk dat dit vooraf nooit door de brandweer had kunnen worden bedacht. Met kippenvel heb ik naar zijn verhaal geluisterd. Hij dacht na de eerste melding, zoals veel van zijn collega’s, dat het een oefening betrof. Luisterend naar het berichtenverkeer van zijn collega’s drong bij hem langzaam maar zeker het besef door dat dit echt anders was. Ter plaatse werden al zijn verwachtingen ingehaald door een bizarre werkelijkheid van chaos, onwaarschijnlijk veel zwaargewonden en overal gevaar. Gedurende de hele inzet kwamen er telkens zaken terug die de werkwijze van de collega’s compleet overhoop gooide. De dreiging van een rondlopende

Brand&Brandweer

Sdu Uitgevers - nummer 4 april 2017

5


ACTU E EL

Fotografie: Brandweer Twente

Brandweer Twente start radioprogramma

Hilde Slagers en Joop Wessels tijdens de opnames van het radioprogramma.

In samenwerking met de lokale radiozender AAFM in Almelo is Brandweer Twente gestart met het maken van een radioprogramma. In vijf uitzendingen van een uur worden verschillende onderwerpen op het gebied van Brandveilig Leven behandeld. ‘We doen dit voor het eerst. Iedere luisteraar die we hiermee bereiken is mooi meegenomen’, vertelt Hilde Slagers van Brandweer Twente. Het idee voor het radioprogramma is ontstaan op de Slingerbeurs, een jaarlijkse beurs op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Bedrijven, verenigingen en organisaties kunnen daar met gesloten beurs iets voor elkaar doen, laat Slagers weten. ‘Ik zag dat AAFM op de lijst met aanwezige bedrijven stond en ben gaan nadenken of en hoe we daarmee samen konden werken. In overleg met

hen zijn we uitgekomen op vijf radiouitzendingen van een uur waarin we de luisteraar op een leuke manier laten kennismaken met onderwerpen op het gebied van Brandveilig Leven.’ In iedere uitzending komt een ander thema aan bod. ‘In de eerste aflevering zijn we ingegaan op de brandweer. Wat doen we en wat is het verschil tussen vrijwilligers en beroeps? En we hebben gesproken over

Inschrijving Jan van der Heydenprijs geopend Innovaties en vernieuwende ideeën kunnen tot 1 mei worden ingezonden voor de Jan van der Heydenprijs van Brandweer Nederland. Deze prijs is bedoeld om innovaties te stimuleren en bestaat uit een geldbedrag om de innovatie landelijk uit te rollen. Om in aanmerking te komen voor een nominatie moet de inzending voldoen aan enkele criteria. Een ervan is dat het idee echt vernieuwend moet zijn en dus meer moet zijn dan een verbetering van iets dat al bestaat. Daarnaast moet de innovatie ook interessant zijn voor andere korpsen en de potentie in zich hebben om landelijk uitgerold te kunnen worden. Tot slot moet het idee ook een raakvlak hebben met Brandweer over morgen. De Jan van der Heydenprijs wordt jaarlijks uitgereikt op het Brandweercongres in oktober.

6

nummer 4 april 2017 - Sdu Uitgevers

het voorkomen van koolmonoxidevergiftiging. In de tweede uitzending stond de top drie van brandoorzaken centraal. De derde aflevering draait om voorlichting. We vertellen de burger hoe ze een woningcheck aan kunnen vragen en interviewen iemand die zo’n check heeft gehad. Brandveiligheid op de camping staat centraal in de vierde uitzending en in het vijfde en laatste programma maken we een compilatie van de uitzendingen ervoor’, aldus Slagers. Informatie wordt afgewisseld met interviews en muziek. ‘We willen het luchtig houden. En we maken de uitzending zo tijdloos mogelijk, zodat we ze ook aan andere radiostations aan kunnen bieden. Bovendien kunnen mensen ze terug luisteren via onze site.’ In hoeverre de uitzendingen bijdragen aan het verminderen van het aantal branden en het aantal slachtoffers is moeilijk te zeggen. ‘Iedere brand die we kunnen voorkomen is mooi meegenomen. We willen mensen vooral bewust maken van brandveiligheid. Tot nu toe zijn de reacties van de luisteraars positief. Dat mag ook wel, want het maken van de uitzendingen is een hele klus. Gelukkig hebben we iemand in ons team die hier kennis van heeft en beschikt over de benodigde materialen om de uitzendingen op te nemen.’

Brand&Brandweer


Actueel

Zelfverdedigingsarmband kan zorgen voor meldingen gasincidenten

De invi-bracelet, een nieuwe zelverdedigingsarmband kan zorgen voor alarmeringen van gaslucht. De armband is voorzien van een stankstoffen die een belager moeten afschrikken. De geur die na activatie vrijkomt is niet giftig, niet bedwelmend en lijkt op gaslucht. Dit kan leiden tot alarmeringen voor de brandweer, zo heeft AGS Claudia Prins van Veiligheidsregio Hollands-Midden al ondervonden.

Vier veiligheidsregio’s genomineerd voor Galjaardprijs Brandweer Amsterdam-Amstelland, Veiligheidsregio Fryslân, Brandweer Twente en Veiligheidsregio Zeeland zijn genomineerd voor de Galjaardprijs. Deze prijs wordt jaarlijks uitgereikt aan een inspirerende projecten, acties of campagnes van publieke instellingen. De prijs wordt uitgereikt tijdens de Galjaarddag op 11 mei. Brandweer Amsterdam-Amstelland is genomineerd met de eindejaarscampagne. De video Brandweer steekt huis in brand! was de bijzondere aftrap van de eindejaarscampagne van het Amsterdamse brandweerkorps. En ‘Brandweer introduceert… de brandveilige kersttrui!’ was het vervolg. De opvallende en luchtige boodschap tijdens de feestdagen met bewustwording als doel waren voor de jury reden om Brandweer Amsterdam-Amstelland te nomineren. Veiligheidsregio Fryslân is genomineerd met een burgerbelevingsonderzoek dat kan worden gehouden na verschillende crises of incidenten. Samen met communicatiestudenten van NHL Hogeschool heeft de regio een burgerbelevingsonderzoek ontwikkeld. De studenten hebben een vernieuwende vragenlijst ontwikkeld waarmee de veiligheidsregio na een crisis de inzet van de

‘Wij zijn tijdens een praktijktest van de armband in Delft gealarmeerd voor een melding van gaslucht. Ter plaatse troffen we geen gaslek aan, maar zijn we eigenlijk per toeval tot de ontdekking gekomen dat de armband de veroorzaker was van de gaslucht’, vertelt Prins. Ze komt in contact met de ondernemer die de armband heeft laten ontwikkelen. ‘Hij liet ons weten dat de stankstoffen in samenwerking met TNO zijn onderzocht, niet giftig zijn maar wel genoeg stinken om een aanvaller te verjagen. De explosiegevaarmeter slaat niet aan als gevolg van de vrijgekomen stoffen, maar de lucht is wel op flinke afstand waar te nemen.’ In Rotterdam loopt op dit moment een pilot met de armband. Vanaf mei komt het product op de markt. Prins: ‘Het is goed om te weten dat meldingen van gas dus ook bij een armband vandaan kunnen komen, zodat je het kunt herkennen. Aan de lucht hoef je niets te doen, je kunt je dan richten op het slachtoffer.’

hulpdiensten kan evalueren door in gesprek te gaan met de burger. Brandweer Twente is genomineerd met het jaarbericht dat op interactieve en beeldende wijze is vormgegeven. In het jaarbericht wordt niet alleen de hoeveelheid inzetten getoond, maar ook welke innovatieve projecten zijn ontstaan om brandveiligheid bij de burger onder de aandacht te brengen. De manier waarop Veiligheidsregio Zeeland risico- en crisiscommunicatie één gezicht heeft gegeven is de reden dat ook Zeeland is genomineerd voor de prijs. Alle partners, waaronder brandweer, GGD, politie en waterschappen gebruiken hetzelfde logo.

Brand&Brandweer

Sdu Uitgevers - nummer 4 april 2017

7


ACTU E EL

International Safety Education Seminar in Nederland Het vierde International Safety Education Seminar wordt op 7 en 8 juni gehouden in Arnhem. Op dit congres komen brandweerlieden uit verschillende landen bijeen om hun ervaringen op het gebied van Brandveilig leven te delen. Thema’s als verminderd zelfredzamen, de multiculturele samenleving, jeugd, gedragsverandering en effectmetingen staan tijdens het congres op het programma. Het laatste International Safety Education Seminar was twee jaar geleden in Zweden.

Sprekers uit verschillende landen nemen de bezoekers mee naar leermomenten en praktijkervaringen. Rondom het plenaire programma is er een marktplaats waar bedrijven hun innovaties op het gebied van brandveiligheid in de woonomgeving presenteren. Voor meer informatie: www.internationalsafetyeducationseminar2017.nl

Brandweeracademie publiceert Leren en brandweer Het delen van nieuwe invalshoeken, ontwikkelingen en concepten rond het leren van brandweerlieden. Dat was voor de Brandweeracademie de reden om de publicatie Leren en brandweer te schrijven. Het eerste exemplaar is tijdens de Incidentonderzoeksdag op 16 maart uitgereikt aan twee congresdeelnemers uit de zaal. ‘We willen dit soort ontwikkelingen, bijvoorbeeld uit het project Versterking Brandweeronderwijs, delen met onze collega’s in het land’, aldus Wim Beckmann, manager Brandweeracademie. ‘Te vaak horen we nog het geluid dat er weinig geleerd wordt binnen de brandweer. Met dit boekje willen wij laten zien dat er juist continu geleerd wordt. Tegelijkertijd willen we zo als Brandweeracademie een extra steentje bijdragen aan het ondersteunen van onze collega’s in hun vakbekwaamheid en hun laten zien hoe er ook geleerd kan worden.’ Annemieke Hendriks, projectleider onderwijscontent bij de Brandweeracademie, beaamt dat. ‘We richten ons dan ook niet alleen op de collega’s van Vakbekwaamheid die een belangrijke rol vervullen bij vakbekwaam worden en blijven, maar ook op bijvoorbeeld leidinggevenden en medewerkers HRM die bezig zijn met organisatieontwikkeling en individuele ontwikkeling van medewerkers. En niet te vergeten op de kennisregisseurs en (brand)onderzoekers die zich inspannen voor kennisontwikkeling en -verspreiding.’

8

nummer 4 april 2017 - Sdu Uitgevers

Brand&Brandweer


Fotografie: Nederlandse Brandwonden Stichting

Actueel

Rookmelders verplicht in Vlaamse woningen Het Vlaams Parlement heeft besloten dat vanaf 2020 rookmelders verplicht worden in alle Vlaamse woningen. In Vlaanderen is het installeren van een rookmelder nu al wettelijk verplicht bij nieuwbouwwoningen of renovaties. Ook voor de meeste huurwoningen geldt deze verplichting. Vorig jaar vielen in Vlaanderen minstens 46 doden bij woningbranden. Dat is meer dan twee keer zoveel als het jaar ervoor toen 22 personen bij brand om het leven kwamen. In heel BelgiĂŤ vielen vorig jaar 78 doden bij brand.

Brand&Brandweer

Sdu Uitgevers - nummer 4 april 2017

9


bran d van de maan d

Hoogspanningskabels zorgen voor gevaar bij brand autosloperij

Een grote brand bij autosloperij Maris in Groningen bezorgt de brandweer op 15 februari de nodige kopzorgen. Boven de brandende stapels autowrakken lopen hoogspanningskabels die bij de brand worden betrokken. Als na ruim anderhalf uur de spanning van de kabels af is, bestaat de angst dat de kabels beschadigd zijn en kunnen knappen. De ingezette eenheden moeten bovendien alles op alles zetten om te voorkomen dat de brand overslaat naar een naastgelegen stadsnomadenkamp.

10

nummer 4 april 2017 - Sdu Uitgevers

Brand&Brandweer


bran d van de maan d

Boven de brandende stapels autowrakken lopen hoogspanningskabels. Fotografie Sander Graafhuis, 112Groningen.nl

Brand&Brandweer

Sdu Uitgevers - nummer 4 april 2017

11


Fotografie: Ginopress

bran d van de maan d

De volgende ochtend wordt nog nageblust.

Door Jildou Visser

O

fficier van Dienst (OvD) Thijs Zondag van Brandweer Groningen wordt die avond om 22.10 uur gealarmeerd voor een brand bij de autosloperij. ‘De locatie was bekend. Op het industrieterrein zitten meerdere van dit soort bedrijven. Er liggen altijd veel auto’s opgeslagen. De eerste bevelvoerder had dat goed in de gaten, want hij heeft direct een schuimblusvoertuig mee laten alarmeren.’ Zondag besluit met prio 2 naar het incident te rijden, in afwachting van het verdere berichtenverkeer van de eerste bevelvoerder. ‘Toen hij ter plaatse kwam en me vroeg of ik met prio 1 door wilde rijden wist ik genoeg. Dit was serieus. Achteraf gezien had zijn verzoek te maken met een opmerking in de kladblokregels van de Mobiele Data Terminal (MDT). Daar stond vermeld dat er gevaarlijke honden aanwezig waren. Gelukkig wist ik dat dat op het adres ertegenover was.’ Ter plaatse ziet Zondag dat aan de voorkant met de eerste TS ongeveer twaalf autowrakken zijn weggesleept om daarmee toegang te verschaffen tot de brand. Aan de achterkant van het terrein woedt de brand in een acht meter hoge stapel met autowrakken onder en naast de hoogspanningskabel. ‘Gelukkig heeft de eerste bevelvoerder direct het gevaar van die kabel erkend en bij de meldkamer TenneT, de netbeheerder, laten alarmeren. Hij heeft het schuimblusvoertuig op gepaste afstand van de brand ingezet en een manschap het naastgelegen terrein laten verkennen. Ik wist dat stadsnomaden op dat terrein woonden en het behoorlijk uitgestrekt was. Lopend zou het te lang duren, dus ben ik met mijn voertuig rijdend het terrein op gegaan’, vertelt de OvD. 12

nummer 4 april 2017 - Sdu Uitgevers

Stadsnomaden Op het terrein van de stadsnomaden constateert Zondag dat de brand woedt in een hoek die grenst aan enkele caravans en schuren van de stadsnomaden. ‘Het was alles behalve onder controle. Ik heb opgeschaald naar middelbrand met een extra hoogwerker en een TS. De kans op overslag was groot. Ik wist dat zodra de caravans en schuren bij de brand betrokken zouden worden, het waarschijnlijk een onbeheersbare brand zou worden. Het stadsnomadenterrein is namelijk dicht bebouwd. Alle caravans en schuren zijn aan elkaar gespijkerd met ertussen smalle wegen. Alles staat er kris kras door elkaar. Als een deel bij de brand betrokken zou raken zou het vuur zo het terrein over kunnen lopen.’ Hij laat het terrein ontruimen.

‘de caravans en schuren zijn aan elkaar gespijkerd met ertussen smalle wegen’ Zodra de TS en hoogwerker ter plaatse komen, duurt het nog even voordat ze daadwerkelijk kunnen worden ingezet. Zondag: ‘Het was een uitdaging om een opstelplaats te creëren. Uiteindelijk hebben we een toegangshek geforceerd en de voertuigen opgesteld op ongeveer veertig tot vijftig meter afstand tot de brandende bult autowrakken.’ Op de scheiding tussen de brand en het stadsnomadenterrein is ook een waterkanon ingezet. ‘Ondanks de goede afscherming is uiteindelijk toch een van de

Brand&Brandweer


Fotografie: Veiligheidsregio Groningen

bran d van de maan d

SB

De inzetplattegrond van de eenheden.

caravans van de stadsnomaden bij de brand betrokken geraakt. Tijdens de brand heb ik dat niet gezien. Ik zag het de volgende ochtend pas.’ Hoogspanningskabel Hoewel TenneT al vrij snel na de start van het incident aangeeft dat de spanning van de hoogspanningskabel is afgehaald, duurt het nog zeker anderhalf uur voordat de brandweerlieden ter plaatse die zekerheid hebben. ‘Nadat de stroom was afgesloten, moest het eerst nog geaard worden om het ook echt zeker te weten. Na anderhalf uur konden we dus pas het schuimblusvoertuig op het terrein van de autosloperij dichterbij de brand plaatsen’, vertelt Zondag. Wel moet hij dan nog rekening houden met de mogelijkheid dat de kabels kunnen knappen. ‘De hoogspanningskabels waren bij de brand betrokken geraakt. Er was een kans dat ze zouden breken. Er staat vier ton trekkracht op, dat brengt dus een risico met zich mee waardoor je alsnog een veiligheidszone van vijftien meter vanaf de buitenste draad in stand moet houden.’

‘Er was een kans dat de hoogspanningskabels zouden breken’ Effectgebied Als Zondag van de OvD-Politie doorkrijgt dat zowel het Bastionhotel in de stad als het cellencomplex last hebben van de heftige rookontwikkeling, besluit hij GRIP1 af te geven. ‘In het effectgebied hebben we de meetplanorganisatie ingezet en met NL Alert de omwonenden gewaarschuwd. Het cellencomplex is overgeschakeld op interne luchtcirculatie, maar dat kunnen ze niet oneindig lang volhouden. Als ze in de ochtend nog steeds last hadden van de rook, moesten ze worden ontruimd. Dat is op de achtergrond door de politie voorbereid.’

Brand&Brandweer

Brand meester Na ongeveer 2,5 uur hebben de brandweerlieden de brand onder controle. De inzet van drie waterkannonnen met de benodigde worplengte heeft ervoor gezorgd dat de brand beperkt is gebleven tot de stapel van ongeveer driehonderd autowrakken. Met een kraan wordt de brandende stapel autowrakken langzaam uit elkaar getrokken en afgeblust. ‘Ik heb toen niet het sein brand meester gegeven. In mijn hoofd wel, maar ik heb het niet uitgesproken. Een leerpunt. Een ander leerpunt is de aflossing. Het was voor alle eenheden een behoorlijk intensieve inzet, maar we hebben pas afgelost op het moment dat de beroeps normaal gesproken hun ploegwisseling doen, om 8.00 uur. Vanaf 22.00 uur waren ze al bezig. Dat moet een volgende keer anders’, blikt de OvD terug. Als de brand de volgende dag volledig is geblust en de medewerkers van TenneT de hoogspanningskabel inspecteren, constateren ze dat deze niet zijn beschadigd. Zondag: ‘Hoe dat kan is een raadsel, want ze zijn echt bij de brand betrokken geraakt. We zijn daarover nog in gesprek met TenneT, zodat we ook voor volgende incidenten weten wat de kabels kunnen hebben en wat de risico’s zijn als ze bij een brand betrokken raken.’ Risicobeheersing Naast de gesprekken die met TenneT worden gevoerd, wordt ook met de afdeling risicobeheersing goed gekeken naar de inrichting van het stadsnomadenterrein. ‘Vanuit het oogpunt van brandveiligheid kun je vraagtekens plaatsen bij hoe dit terrein is ingericht. Er zijn grote bouwsels aan elkaar en dicht naast elkaar geplaatst zonder dat de betreffende instanties eraan te pas zijn gekomen. Als hier een serieuze brand uitbreekt, is die niet te houden’, aldus Zondag. ‘Met de gemeente zijn we aan het inventariseren of daar iets aan veranderd kan worden.’ ■

Sdu Uitgevers - nummer 4 april 2017

13


preparati e

‘Honderd procent voorbereid zijn op terrorismegevolgbestrijding kan niet’ De brandweerlieden uit het Casualty Extraction Team zijn uitgerust met kogelvrije vesten en helmen.

Twee bommen gaan in de ochtend van 22 maart 2016 af op luchthaven Zaventem en bij metrostation Maalbeek in Brussel. Het brandweerkorps uit de stad heeft na de aanslagen in Parijs in november 2015 al veel geïnvesteerd in de voorbereiding op terrorismegevolgbestrijding. ‘Maar helemaal voorbereid zijn op dit type incidenten bestaat niet’, aldus Peter Roseleth van Brandweer Brussel. Wat heeft het Belgische korps van deze aanslagen geleerd? En hoe bereiden zij zich nu voor op terrorismegevolgbestrijding?

Door JILDOU VISSER Fotografie Brandweer Brussel

E

en van de grootste aandachtspunten na de aanslagen is volgens Roseleth de psychische hulp die na het incident moet worden geboden. Niet alleen kort erna, maar ook een jaar later. Niet alleen voor de rechtstreeks betrokkenen, maar voor iedereen. ‘Direct na de inzet en in de weken erna hebben we de nabesprekingen in groepsverband gedaan. Later zijn we overgestapt op individuele hulptrajecten’, vertelt Roseleth. ‘Je moet waakzaam zijn en blijven voor de problemen 14

nummer 4 april 2017 - Sdu Uitgevers

die je personeel van zo’n incident kan ondervinden. Niet alleen vlak na het incident, maar ook maanden erna en nu nog steeds. Door een combinatie van factoren kunnen de problemen ook later de kop opsteken.’ Hoe de hulp het beste kan worden vormgegeven, is volgens de Brusselse brandweerman afhankelijk van de wens van de betrokkenen. ‘Wij hebben ervaren dat onze collega’s het ook fijn vinden om met elkaar te praten. Zij weten wat ze hebben gezien, wat er ter plaatse is gebeurd en begrijpen elkaar. Daar moet je tijd en ruimte voor maken. Het heeft de onderlinge banden in ons korps versterkt. We waren al een grote familie, maar het is nu nog meer een hechte familie.’

Brand&Brandweer


preparati e

Casualty Extraction Team Vorig jaar zomer is Brandweer Brussel aan de slag gegaan met het opzetten van een nieuwe brandweereenheid, het Casualty Extraction Team (CET). Dit team wordt opgeleid voor het redden bij schietincidenten en wordt daar ook voor uitgerust. Bij de aanslagen in Brussel was dit team nog in oprichting. Roseleth: ‘Bij de aanslagen bij Bataclan in Parijs zagen we dat brandweerlieden in de vuurlinie stonden. Zij waren terechtgekomen in een situatie waar ze niet voor opgeleid waren en waar ze ook niet de persoonlijke beschermingsmiddelen voor hadden. Brandweerlieden zijn opgeleid om te redden in gevaarlijke situaties, maar niet in schietgevaarlijke situaties. Toch kun je erin terechtkomen. Om onze mensen daar beter op voor te bereiden, hebben we het CET opgericht. Dit team is uitgerust met helmen en kogelvrije vesten. De brandweerlieden die dit specialisme uitoefenen worden opgeleid om slachtoffers in gevaarlijke omstandigheden sneller te kunnen redden. De opleiding hebben we samen met politie en Defensie opgezet. We zijn net gestart.’ Terror Awareness opleiding Naast het oprichten van het CET is het brandweerkorps in Brussel ook aan de slag gegaan met het opzetten van een Terror Awareness opleiding. In deze drie uur durende training worden aandachtspunten behandeld van een terroristische aanslag. ‘Daarbij gaat het onder andere om het herkennen van verschillende wapens en boobytraps. We moeten alert zijn op extra risico’s. Denk aan vuile bommen, die niet alleen door de explosie maar ook door de stof die vrijkomt na de explosie veel slachtoffers kunnen maken’, legt Roseleth uit.

Na de aanslagen in Brussel is ieder voertuig voorzien van een medische kit waarmee ernstige bloedingen kunnen worden gestelpt en brandwonden kunnen worden verzorgd.

‘We moeten alert zijn op extra risico’s zoals vuile bommen’ Naast de training wordt nog gewerkt aan een oefenprogramma. ‘Veel oefenen is noodzaak. Mensen keren in een noodsituatie terug naar de basis, wat ze geleerd hebben en waarin ze geoefend zijn.’ Richtlijnen Een belangrijk punt in het leertraject is volgens de Brusselaar dat er richtlijnen moeten zijn waarbinnen flexibel optreden mogelijk blijft. Na heftige incidenten en aanslagen is het makkelijk om veel plannen te maken en zaken vast te leggen in procedures, zo laat hij weten. ‘Maar elke ramp is anders. Het opstellen van nieuwe strakkere procedures betekent niet dat we zaken beter hebben geregeld. Het is belangrijk dat we de richtlijnen en de structuren waarbinnen we handelen helder hebben en dat er goed wordt opgeleid en geoefend. Rampen en dus ook aanslagen blijven onvoorspelbaar. Daar moeten we flexibel op kunnen blijven acteren, zonder erop afgerekend te worden.’ Daarnaast benadrukt Roseleth dat de richtlijnen moeten voortborduren op de dagelijkse praktijk. ‘In heftige situaties val je terug op wat je gewend bent. Wijk daar niet te veel van af.’ Oefeningen Roseleth adviseert om naast het investeren in opleidingen en middelen ook veel te oefenen. ‘Dat hoeft niet altijd in de praktijk, met een table-topoefening kun je ook goed in kaart brengen waar

Brand&Brandweer

de knelpunten zitten. Oefen met veel verschillende cases. Als het dan eens in het echt gebeurt, kun je makkelijker probleemoplossend werken. Waak ervoor dat je na de table-topoefeningen niet probeert te veel richtlijnen en procedures te introduceren. Het is lastig om daar de perfecte balans in te vinden, maar onze ervaring leert dat te veel richtlijnen in de praktijk onwerkbaar zijn.’ Medische handelingen In Brussel zijn alle brandweerlieden opgeleid voor alle brandweertaken en medische taken. Iedere brandweerman is daardoor ook hulpverlener op de ambulance. ‘Bij de aanslagen in Brussel was dat een groot voordeel’, erkent Roseleth. ‘Wij zijn flexibel in onze inzet en konden daardoor snel medisch opschalen. Brandweerlieden die dienst hadden, konden medische taken als de triage uitvoeren. Het voert te ver om alle Nederlandse brandweerlieden op te leiden tot medicus. Dat is te ingrijpend. Wellicht is het wel handig om in gebieden waar de kans op een aanslag groter is op te leiden voor enkele simpele taken, zoals het aanleggen van een tourniquet. Daarmee kun je levens redden en het verlicht de druk op de medische organisatie bij een aanslag. Wij hebben op ieder voertuig nu een kit liggen waarmee we simpele medische handelingen kunnen verrichten.’ Hoewel Roseleth goed weet dat niemand honderd procent voorbereid kan zijn op een aanslag besluit hij met het advies: ‘Wees zo goed mogelijk voorbereid. Investeer in opleidingen en oefen veel.’ ■

Sdu Uitgevers - nummer 4 april 2017

15



on derzoek

Mindfulness kan bijdrage leveren aan betere besluitvorming onder druk Mindfulness bevordert de emotionele stabiliteit, draagt bij aan het geestelijk welbevinden van brandweerlieden, leidt tot een grotere mentale veerkracht en levert daardoor ook een bijdrage aan betere besluitvorming onder druk door commandovoerders. Dat zijn de belangrijkste conclusies van een verkennend onderzoek van de Brandweeracademie van het IFV naar mindfulness. Het onderzoek maakt deel uit van het onderzoeksprogramma naar situationele commandovoering.

Door JILDOU VISSER Fotografie Ginopress

U

it eerder onderzoek van de Brandweeracademie is gebleken dat de menselijke factor een grote rol speelt in de commandovoering. ‘De menselijke factor is niet statisch, maar is beïnvloedbaar door training. In het onderzoek hebben we gekeken naar de invloed van stress op factfinding, de analyse en besluitvorming. Hieruit kwam onder meer naar voren dat mindfulnesstechnieken kunnen helpen om beter om te gaan met stress, waardoor de analyse en besluitvorming kunnen verbeteren’, vertelt onderzoeker Clemon Tonnaer van de Brandweeracademie. Om te kijken of mindfulness in de brandweerpraktijk kan worden toegepast, heeft de Brandweeracademie met Veiligheidsregio Kennemerland en Brandweer Amsterdam-Amstelland een praktijktraining opgezet. Uit beide regio’s hebben vijf Officieren van Dienst (OvD’s) een training gedaan die deels op mindfulness is gebaseerd. praktijktraining Bert Meijer van Brandweer Amsterdam-Amstelland is een van de deelnemers aan de praktijktrianing. ‘Ik had vooraf geen verwachtingen. Ik was vooral nieuwsgierig naar wat het mij in mijn werk op zou kunnen leveren’, begint hij. ‘Vanaf de eerste bijeenkomst was ik verkocht. Het was interessant, leuk en nuttig. Het is indrukwekkend wat ademhaling kan doen. De eerste dag lagen we met z’n allen op een matje ademhalingsoefeningen te doen. Het is niet zo dat ik nu iedere 24-uursdienst op een yogamatje begin, maar de ademhaling pas ik toe op het moment dat ik uitruk.’ De training in Amsterdam is afgesloten met een oefening waarbij de brandweerlieden enkele minuten in het koude water in het Amsterdamse bos moesten zitten. ‘Normaal zou ik dat niet gekund hebben, maar door de ademhalingsoefening merkte ik dat ik veel meer aankon.’ Situational awareness Uit de training blijkt volgens Tonnaer dat mindfulness kan helpen om in hectische situaties rust te creëren waardoor de situational awareness kan worden vergroot. ‘Stress kan het verzamelen van feiten, de analyse ervan en de besluitvorming die daaruit volgt erg beïnvloeden. Door met mindfulness de stress te verminderen, kunnen brandweerlieden komen tot een betere factfinding, analyse en besluitvorming’, aldus Tonnaer. Meijer herkent dat

Brand&Brandweer

‘Door met mindfulness de stress te verminderen, kunnen brandweerlieden komen tot een betere beeld- en besluitvorming.’

beeld. ‘Ik merk dat ik zowel in het privéleven als bij hectische incidenten baat heb bij de ademhalingstechnieken. Door vier of vijf keer via de buik diep in te ademen creëer je rust in je lichaam. Het vermindert de stress, daardoor kan ik helder blijven nadenken, ook in hectische situaties. Ik vergeet het ook nog weleens. Tijdens een hectisch moment word ik soms nog zo in het incident gezogen dat ik er niet bij stilsta. Achteraf denk je er dan pas aan.’ In Amsterdam-Amstelland zijn nu vijf OvD’s die de cursus hebben gevolgd. ‘Het zou mooi zijn als dat er meer worden. Als je dan bij een van je collega’s ziet dat hij of zij onrustig of gestresst is, kun je een hand op de schouder leggen, zodat hij of zij even aan de oefeningen wordt herinnerd. Ik denk dat het goed is dat in de officiersopleidingen standaard aandacht is voor mentale veerkracht, in welke vorm dan ook. Je moet er wel voor open staan, anders werkt het niet.’ Of mindfulness daadwerkelijk in de officiersopleidingen wordt verwerkt, kan Tonnaer nog niet zeggen. ‘De Brandweeracademie kijkt naar mogelijkheden voor een vervolg in de vorm van een praktische, laagdrempelige training. ‘Dat we een onderwerp te pakken hebben dat leeft, blijkt uit het feit dat we vanuit allerlei hoeken enthousiaste reacties krijgen. Ook van mensen van wie we het niet hadden verwacht’, sluit Tonnaer af.’ ■

Sdu Uitgevers - nummer 4 april 2017

17


Risicobeh eersi ng

Deelprojecten natuurbrandbeheersing in volle gang Gebiedsgerichte aanpak, Vuistregels natuurbrandbeheersing, het Natuurbrandverspreidingsmodel en de Risico-Index Natuurbranden zijn vier deelprojecten die vallen onder het omvangrijke project Natuurbrandbeheersing van Brandweer Nederland. De onderwerpen zijn niet nieuw, er is de afgelopen jaren al hard gewerkt. Nu is het een kwestie van verder ontwikkelen en de projecten op elkaar afstemmen en borgen.

Door Jolanda Haven

Om de visie Natuurbrandbeheersing, die eind vorig jaar is vastgesteld, landelijk uit te voeren is het project Natuurbrandbeheersing Brandweer Nederland, dat valt onder het programma Samen werken aan grootschalig en specialistisch optreden Brandweer Nederland, in het leven geroepen. Het project kent drie hoofdonderwerpen: informatievoorziening, specialisatie en organisatie. Onder deze drie hoofdonderwerpen vallen de verschillende activiteiten of deelprojecten. We lichten vier deelprojecten toe. 18

nummer 4 april 2017 - Sdu Uitgevers

Gebiedsgerichte aanpak Klaas Noorland is deelprojectleider van de gebiedsgerichte aanpak. Op dit moment wordt de projectgroep samengesteld met zowel mensen vanuit de brandweer als vertegenwoordigers van natuurbeheerorganisaties. ‘De doelstelling is om samen tot een uniforme aanpak te komen om zo de kans op onbeheersbare branden te verkleinen en de effecten ervan te verminderen’, begint Noorland. ‘Natuurbranden hebben niet alleen impact op onze flora en fauna. In veel gebieden ligt vitale infrastructuur, zijn zorginstellingen gevestigd en liggen recreatiegebieden middenin

Brand&Brandweer


Risicobeh eersi ng

de bossen. Dat loopt risico bij brand en dus moet met al deze factoren rekening worden gehouden bij het opstellen van een gebiedsgerichte aanpak.’ Met ervaringen die zijn opgedaan in eerdere pilots wil Noorland de gebiedsgerichte aanpak vormgeven. ‘Dit moet de rode draad vormen voor alle regio’s en de natuureigenaren. Uiteraard gaat het om maatwerk. We ontwikkelen een soort toolbox met maatregelen die regio’s en natuureigenaren kunnen gebruiken om risico’s te reduceren. De gebiedsgerichte aanpak kun je zien als een richtlijn waarop wordt voortborduurd. Belangrijk is dat we kennis verzamelen en borgen.’ Ook binnen de regio’s en bij de natuur-eigenaren moet de informatie worden geborgd voor de kennisoverdracht en om vakbekwaam te blijven. Het moet volgens Noorland niet persoonsafhankelijk zijn, want dan is de kans groot dat kennis weer verloren gaat. Ook moet er continu verbinding zijn tussen de betrokken partijen die werken aan de verdere ontwikkeling en opleiding, zoals de Brandweeracademie, het IFV, natuurbeheerorganisaties en hogeschool Van Hall Larenstein. Maatregelen in de natuur dragen volgens Noorland binnen de gebiedsgerichte aanpak bij aan het verminderen van risico’s. ‘Denk aan het aanplanten van andere soorten vegetatie die min-

der brandbaar zijn of een minder hoge vuurbelasting hebben. Of het versterken van natuurlijke barrières. Door bij het (her)inrichten van een gebied te kijken naar de preventieve mogelijkheden raak je beide doelstellingen: het verkleinen van de kans en het kunnen beheersen van de effecten. We moeten ook rekening houden met klimaatverandering om natuurbranden in de toekomst beheersbaar te houden. Meteorologische factoren zoals droogte, temperatuur en harde wind zijn van invloed waardoor de effecten groter kunnen zijn.’ Gebiedsgerichte aanpak is niet nieuw. In het land hebben diverse regio’s al pilots gedraaid. Dat wil volgens Noorland nog niet zeggen dat die regio’s daarmee klaar zijn. ‘Zij hebben van een bepaald gebied de risico’s in kaart gebracht en ideeën hoe zij het risico kunnen verminderen. Het vormgeven aan de maatregelen, daar gaat vervolgens nog eens een groot aantal jaar overheen. Samen met natuurbeheerorganisaties brengen we de risico’s in kaart. Door elkaars belangen en verantwoordelijkheden te bespreken, kun je kijken naar passende en realistische maatregelen.’ Voorbeelden van concrete maatregelen die een natuurbeheerder kan uitvoeren zijn het vervangen van naaldhout rond een transformatorstation door struikgewassen die minder brandbaar zijn.

Brand&Brandweer

Klaas Noorland: ‘Met best practices willen we gebiedsgerichte aanpak vormgeven.’

‘Of in een groot aaneengesloten gebied met naaldhout een meanderende corridor van heide aanleggen’, vervolgt Noorland. ‘Daarbij gaat het niet om een recht stuk natuurgebied dat is vervangen, maar een nieuwe strook vegetatie dat door het hele gebied heen slingert.’ Natuurbeheerders moeten aan bepaalde doelstellingen voldoen op het gebied van ecologie en diversiteit. Je kunt niet zomaar een deel natuurgebied kappen of een andere vegetatie aanleggen. Noorland: ‘In goed overleg kun je tot een besluit komen. Door deze oplossing wordt bovendien de diversiteit van de ecologische waarde van het gebied vergroot, een win-winsituatie. Elkaar vinden en je verantwoordelijk voelen is belangrijk om samen een toekomstgerichte en uniforme aanpak te realiseren. Natuurbrandbeheersing vergt een lange adem.’ Vuistregels Een ander deelproject is het opstellen van vuistregels die als uitgangspunt dienen bij natuurbranden. Henk Schuijn is deelprojectleider en geeft samen met vijf collega’s uit het land invulling aan het project dat eveneens net van start is. De projectgroep gaat zich de komende tijd bezighouden met het inventariseren en beoordelen van bestaande vuistregels op nut en noodzaak. De vertegenwoordigers komen verspreid uit het land. Schuijn: ‘Zij hebben kennis en ervaring in natuurbrandbestrijding en kennis van hoe een brand verloopt, kijkend naar hun ‘eigen’ regionale gebieden met onder andere bos, heide, duin, veen en riet. De brandweerlieden uit het zuiden hebben bovendien contact met de collega’s in België. Na een aantal grote branden pakken ook zij dit onderwerp grootschalig aan. We kunnen veel van elkaar leren.’ Iedere vegetatie vraagt om een specifieke aanpak. ‘Op basis van de beschikbare gegevens zoals windsnelheden, droge of natte grond, hoogte van de vegetatie, vlambreedte of -hoogte stellen we vuistregels op voor het beheersen van natuurbranden’, vervolgt Schuijn. ‘Niet alleen de bevelvoerder, OvD of HOvD kan op basis van de beschikbare vuistregels snel een inschatting maken wat voor materiaal, middelen en menskracht hij of zij nodig heeft, maar ook de collega’s van risicobeheersing kunnen dit gebruiken bij de gebiedsgerichte aanpak. Het gaat om hele basale regels. We willen het overzichtelijk, beperkt en zeer toegankelijk maken.’ De vuistregels ondersteunen de beeldvorming en dragen bij aan de besluitvorming over de inzet. ‘Maar ook op logistiek vlak en qua waterwinning worden regels opgenomen’, vertelt Schuijn. ‘We gaan daar waar mogelijk vuistregel met betrekking tot water-

Sdu Uitgevers - nummer 4 april 2017

19


Risicobeh eersi ng

Henk Schuijn: ‘Bij het opstellen van vuistregels gaat het om hele basale regels. Op ongeveer een half A4 moeten de belangrijkste uitgangspunten komen te staan per vegetatiesoort.’

transportsystemen opnemen die de voertuigen van water kunnen voorzien. Afgezien van water is het ook op het gebied van logistiek handig om vuistregels beschikbaar te hebben. Met al deze gegevens kun je vervolgens ook een goede inschatting maken van je opschaling.’ In het land zijn al veel vuistregels in gebruik. Al dan niet wetenschappelijk of door ervaring onderbouwd. Schuijn: ‘Wij gaan al die gegevens bundelen, maar kijken ook waar we nieuwe informatie vandaan kunnen halen zoals ervaringen in het buitenland. Het onderwerp vereist verdieping. Daarom zullen we ook kijken naar de bruikbaarheid van (bestaande) vuistregels en waar we eventueel nog wetenschappelijke onderbouwing voor nodig hebben. Het document dat we opstellen zal altijd door voortschrijdend inzicht in ontwikkeling zijn. We zijn nog steeds lerende en dat is goed. Het gaat erom dat we een goede fundering leggen waar we in de toekomst op voort kunnen borduren. De input uit dit deelproject zal uiteindelijk ook worden opgenomen in de (vernieuwde) les- en leerstof.’ Natuurbrandverspreidingsmodel Het natuurbrandverspreidingsmodel, het model dat uitrekent hoe een natuurbrand zich naar verwachting in zes uur tijd ontwikkelt, staat op het punt landelijk uitgerold te worden. ‘Technisch/functioneel is alles gereed’, vertelt deelprojectleider verspreidingsmodel Ester Willemsen van het IFV trots. ‘Op dit moment worden de laatste formele stappen gezet.’ In het natuurbrandverspreidingsmodel worden gegevens over de brandbaarheid van het type vegetatie en meteorologische gegevens toegevoegd. Op basis van deze informatie berekent het model hoe snel en in welke richting de brand zich uitbreidt. Het model is samen met de regio’s, Brandweer Nederland, natuurbeheerders en het IFV ontwikkeld. ‘Door de input van diverse partijen kunnen we het model zo maken dat het in alle regio’s met natuurbrandrisico inzetbaar is’, aldus Willemsen. Ze is blij dat het na jaren ontwikkeling eindelijk in de praktijk door de regio’s kan worden gebruikt. ‘Ik kan niet wachten totdat de regio’s ermee aan de slag kunnen. Iedere regio krijgt een aantal inlogaccounts van het online model. Ook het grondteam van het Fire Bucket 20

nummer 4 april 2017 - Sdu Uitgevers

Operation Team gaat gebruikmaken van het model bij een inzet van de blushelikopter. Naast een handleiding is ook les- en leerstof beschikbaar in de ELO omgeving en het train-de-trainer programma is klaar.’ Hoewel het verspreidingsmodel op het punt staat om in gebruik te worden genomen, wordt al gewerkt aan een 2.0 versie van het model. ‘De huidige versie is een prachtige start en zeer waardevol. We hebben alleen veel wensen en gegevens die we technisch gezien niet meer in de eerste versie van het verspreidingsmodel kwijt kunnen’, vervolgt Willemsen. ‘De afgelopen jaren hebben we gedetailleerdere kaartgegevens en meer brandstofdata verzameld. Ook weten we meer over de huidige vegetatie en waar de hiaten zitten. In de eerste versie hebben we vijf brandstofmodellen opgenomen, maar er zijn wel twintig modellen mogelijk. Door samenwerking met diverse partijen krijgen we steeds meer informatie en weten we steeds beter wat we kunnen gebruiken voor het verspreidingsmodel.’ Op dit moment wordt met het Netherlands Space Office (NSO) onderzocht in hoeverre satellietbeelden omgezet kunnen worden

‘De eerste versie van het natuurbrandverspreidingsmodel staat op het om uitgerold te worden. Ondertussen wordt hard gewerkt aan een nieuwe versie waar nog we nog meer gegevens in kwijt kunnen.’

Brand&Brandweer


Risicobeh eersi ng

in bruikbare vegetatiekaarten. ‘Satellietbeelden worden steeds vollediger en nauwkeuriger gevoed met informatie’, vertelt Willemsen. ‘Medewerkers van bedrijven die ruwe satellietbeelden om kunnen zetten in vegetatiekaarten worden jaarlijks getraind om het juiste vegetatietype te onderscheiden. Hierdoor ontstaat generiek kaartmateriaal voor heel Nederland.’ Twee keer per jaar wordt een kaart opgeleverd, in het voor- en najaar. Voor de brandweer en natuurbeheerders gunstige momenten. Willemsen: ‘Zo kunnen we goed zien hoe de natuurlijke ontwikkeling is van het landschap door vegetatiegroei en biomassa bijvoorbeeld. Op basis daarvan kunnen wij berekenen hoe brandbaar een gebied is en waar de risico’s zitten. Dit staat weer in verbinding met het deelproject RIN.’ Er loopt op dit moment een Europese aanbesteding voor de ontwikkeling van de 2.0 versie van het verspreidingsmodel. Voor de zomer wordt bepaald welke partij een definitieve versie mag maken. Het projectteam heeft al een goed beeld van wat ze willen en hoe het systeem eruit moet komen te zien. Risico-Index Natuurbranden (RIN) De Risico-Index Natuurbranden (RIN) verder digitaliseren, dat is de taak waar de projectgroep RIN, onder leiding van deelprojectleider Wim Verboom, de komende maanden mee aan de slag gaat. De RIN is een instrument dat op basis van vaste en variabele gegevens inzichtelijk maakt hoe groot de kans op onbeheersbare natuurbranden in een bepaald gebied is. ‘We willen ongeveer 85 procent van alle gegevens die van belang zijn voor de RIN digitaliseren’, aldus Verboom. ‘Het doel is om in het najaar in totaal dertien parameters digitaal te hebben. Ambitieus, maar niet onmogelijk. We hebben al veel gegevens beschikbaar. Nu is het een kwestie van het op de juiste manier implementeren.’ De eerste RIN is in 2002 opgesteld voor de Veluwe door Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland en Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden. Wanneer in 2010 op de Strabrechtse Heide een enorme natuurbrand woedt, worden Kamervragen gesteld over hoe regio’s voorbereid zijn op dergelijke branden. De RIN wordt verder ontwikkeld zodat ook andere regio’s ermee kunnen werken, dan nog met een analoge versie van het model. Verboom: ‘De afgelopen jaren is gewerkt aan het digitaliseren van het model. Ook hebben we de afgelopen jaren veel data opgebouwd die van belang zijn om een steeds nauwkeurigere inschatting te kunnen maken van de risico’s in een gebied.’

Wim Verboom: ‘In het najaar willen we veertien parameters voor de Risico-Index Natuurbranden digitaal hebben. Op dit moment hebben we er drie digitaal.

de digitale versie gaan werken’, aldus Verboom. ‘Het voordeel is dat je kennis en ervaring uit kunt wisselen en dezelfde taal spreekt. Zeker als we straks de meeste parameters digitaal hebben verwerkt, is dit een waardevol instrument om de risico’s op een onbeheersbare brand in kaart te brengen. Als regio kun je dan passende maatregelen treffen, dan wel je bestuur inzicht geven in de kans op een dergelijke natuurbrand.’ Alle deelprojecten hebben een belangrijke link met elkaar. Het één versterkt het ander, en andersom. Daarom wordt binnen het project continu informatie met elkaar gedeeld, zodat koppelingen ontstaan in deze omvangrijke klus. ■

Interregionale oefening Op 11 en 12 maart vond een interregionale oefening plaats van Veilig-

‘Op dit moment zijn drie parameters digitaal’, vervolgt Verboom. ‘De vegetatie, de kans op uitbreiding en de ontsluiting van het gebied. Er zijn wel zeventien parameters, maar een viertal is niet te digitaliseren, zoals hoe snel een brand wordt ontdekt en gemeld. Ook de terreinbekendheid bij de korpsen is verschillend in het land. Deze factoren zijn wel van belang om een inschatting te maken op het risico van een onbeheersbare brand. Regio’s zullen daar zelf een inschatting van moeten maken.’ De overige parameters zijn wel te digitaliseren en ook voor de meeste regio’s van toepassing. Iedere regio heeft, in meer of mindere mate te maken met recreatieparken en campings in het gebied. Of zorginstellingen, vitale infrastructuur, vaste bewoners in het gebied, waardevolle objecten, waterwinpunten en brandkranen. Daarnaast heeft iedere regio een dekkingsplan van het gebied dat aan de RIN gekoppeld kan worden. Op dit moment werken ongeveer acht veiligheidsregio’s met de digitale versie van de RIN die op dit moment beschikbaar is. ‘Wij hopen dat alle regio’s met natuurgebieden uiteindelijk met

Brand&Brandweer

heids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden en Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland. Een realistische oefening waarbij brand is geënsceneerd. Naast ondersteunende eenheden voor logistiek en waterwinning zijn zestien bluseenheden ingezet. In de CoPI-bak is het verspreidingsmodel ingezet. Op verzoek van de Leider CoPI zijn berekeningen uitgevoerd door het model. In het CoPI-overleg is vervolgens de uitkomst van de modelberekening samen met de projectie van LCMS-mobiel optimaal benut als ‘dynamische praatplaat’ als basis voor de tactische en strategische besluitvorming. Groot voordeel hierbij is dat dankzij deze beeldvorming van LCMS-mobiel aangaande de actuele situatie (footprint van de brand), de ingezette voertuigen en logistieke routes, ook andere betrokken partijen zoals de natuurbeheerder, mee kunnen kijken naar de berekende branduitbreiding. In dit geval kon de natuurbeheerder samen met de Leider CoPI overleggen over de praktische details in het veld waarmee rekening gehouden moet worden, zoals de berijdbaarheid of de zwaartepunten in de natuur.

Sdu Uitgevers - nummer 4 april 2017

21


Fotograaf: Nathan Alblas

Foto-oproep aan alle lezers van Brand&Brandweer In het kader van het 40-jarige bestaan van uw Vakblad Brand&Brandweer, treft u als extraatje een door een B&B-lezer ingezonden foto op posterformaat aan. Ook voor het komende nummer zijn wij op zoek naar uw mooiste brandweeractiefoto’s!

bepaalt - zonder verdere correspondentie daarover – welke foto voor vermenigvuldiging in aanmerking komt. • Alleen foto’s met een resolutie van minimaal 300 dpi komen in aanmerking. • De foto dient haarscherp te zijn.

Heeft u recentelijk een prachtige actiefoto gemaakt en vindt u het leuk om die foto in posterformaat gedrukt te zien en naar alle B&B-abonnees verstuurd te krijgen? Stuur dan uw foto direct in en maak met uw inzending kans op een afdruk op A2-formaat!

Als u onder deze voorwaarden mee wilt doen, mail dan onder vermelding van ‘Posterfoto’ uw actiefoto naar b&b@sdu.nl en schrijf daarbij: • door wie de foto is gemaakt (naam van de fotograaf); • waar de foto is gemaakt (plaatsaanduiding); • wanneer de foto is gemaakt (datum).

De condities zijn bij inzending als volgt: • U verleent Sdu (uitgever van Brand&Brandweer) zonder verdere voorwaarden het publicatierecht voor het plaatsen en/of afdrukken van uw actiefoto; • Sdu maakt maandelijks een keuze uit de inzendingen en

Kijk voor meer informatie op www.sdu.nl

We zien uit naar uw inzending(en)! Roel W. Roos, Sdu Uitgevers Uitgever Brand&Brandweer


Brandweer Nederland is het samenwerkingsverband van alle brandweerkorpsen. Wij staan voor 30.000 brandweermensen die zich met hart en ziel inzetten voor hun medemens. Die 24 uur per dag en 7 dagen per week werken aan een brandveilige samenleving. Wij treden eensgezind en slagvaardig op, met als doel: minder branden, minder slachtoffers, minder schade.

Samen sterk, samen veilig

Brandveilig leven gaat internationaal! 4th INTERNATIONAL SAFETY EDUCATION SEMINAR

Brandveiligheid houdt niet op bij de landsgrenzen en gaat dan ook internationaal. Collega’s uit verschillende landen komen bijeen om hun ervaringen op het gebied van Brandveilig leven te delen. Thema’s als verminderd zelfredzamen, de multiculturele samenleving, jeugd, gedragsverandering en effectmetingen komen deze dag aan bod. Voor wie? Voor alle collega’s brandweer en partners van de brandweer die zich willen verdiepen in Brandveilig leven en graag kennis delen.

Kijk voor meer info en aanmelding op www.brandweernederland.nl/ises

ZET HET IN

JE AGENDA

7 EN 8 JUNI

ARNHEM

INTERNATI ONAL SAFE TY EDUCATIO N SEMINAR

Sdu uitgevers - Brand & Brandweer - nummer 4 - april 2017


Kennis is macht, delen is Incidentonderzoeksdag 2017 Een dag waarbij collega’s van risicobeheersing, incidentbestrijding, vakbekwaamheid en onderzoek kennis en ervaringen met elkaar deelden. Het leren van incidenten stond centraal. De Brandweeracademie en Brandweer Nederland organiseerden op 16 maart 2017 alweer voor de vierde keer de Incidentonderzoeksdag. Meer weten over: > > > > > > >

De theorie van de voorspelbare afloop Leren en brandweer De Mythburners CasuĂŻstiek en brandonderzoek Ondergeventileerde branden: waterbehoefte en ventilatie Grootschalige incidenten: uitzondering of standaard? Een brand in een woonzorgcentrum, vanuit verschillende invalshoeken besproken > Het lerend effect van branden. De brand bij het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) > Leren bij de brandweer, een leuke uitdaging

Alle presentaties en films van de Incidentonderzoeksdag 2017 vind je op www.brandweernederland.nl/incidentonderzoeksdag

Dit katern is tot stand gekomen onder redactie van Brandweer Nederland


kracht!

De theorie van de voorspelbare afloop Ricardo Weewer, lector Brand­ weerkunde, gaf tijdens de Incidentonderzoeksdag een introductie over de theorie van de voorspelbare afloop. Dat bevat een aantal eenvoudige principes voor de verkenning en de werkwijze bij brandbestrijding. Het is bedoeld om brandweermensen in de praktijk te helpen bij het doen van een veilige en effectieve brandbestrijdingsinzet.

Nieuwsgierig? Bekijk de films en presentaties op www.brandweernederland.nl/incidentonderzoeksdag

Grootschalige incidenten: uitzondering of standaard? Hans Hazebroek: In Nederland vindt bijna 6 keer per week een incident plaats waar grootschalig brandweeroptreden voor wordt gealarmeerd. Veel van deze klussen lijken voor de betrokkenen uniek, maar op landelijke schaal zijn er veel overeenkomsten. Dit zijn prototypische grootschalige incidenten, met ieder eigen kenmerken en leerpunten. Deze leerpunten zijn interessant voor bevelvoerders, (hoofd)officieren en risicobeheersers, omdat er voor het eerst een gezamenlijk beeld van grootschalig optreden ontstaat.

Sdu uitgevers - Brand & Brandweer - nummer 4 - april 2017


TWEE INSPIRERENDE DAGEN OVER DE KRACHT VAN VERBEELDING EN HET VERMOGEN OM DOOR TE ZETTEN

5-6 OKTOBER 2017 SAVE THE DATE!

DOENERS

dOOrzetters

• BRANDWEERCONGRES 2017 • EFTELING Sdu uitgevers - Brand & Brandweer - nummer 4 - april 2017


On derzoek

Fotografie: Ginopress

Teams Brandonderzoek leveren veel nieuwe kennis op Vrijwel elke veiligheidsregio beschikt over een Team Brandonderzoek (TBO). Doordat deze teams al in een vroeg stadium onderzoek doen, ontstaan waardevolle inzichten. Het resulteert in betere brandbestrijding en effectievere preventie. Sinds 2011 zijn de TBO’s officieel actief. Wat zijn de ervaringen tot nu toe? En wat wordt geleerd van brandonderzoek? Brand&Brandweer spreekt met de landelijke TBOcoördinator en drie onderzoekteams van het eerste uur.

‘De brandonderzoeken hebben de afgelopen jaren al behoorlijk wat waardevolle kennis opgeleverd.’

Door Casper Ferwerda

‘D

e onderzoeken hebben de afgelopen jaren al behoorlijk wat waardevolle kennis opgeleverd’, zegt Jacquelien van ‘t Zand, coördinator brandonderzoek, kennisregie en innovatie bij Brandweer Nederland. ‘Onder andere over de oorzaken van brand, brandontwikkeling, de effectiviteit van brandpreventie, de kwaliteit en veiligheid van brandbestrijding en het gedrag van mensen. Dankzij de verzamelde data en casuïstiek is er meer bewustwording gekomen. We weten nu veel meer over brand en handelen steeds minder vanuit onderbuikgevoelens en aannames.’ Eerste stappen Voorheen werd na een incident wel onderzoek verricht, maar door andere partijen. Verzekeraars keken naar de schuldvraag, de politie naar strafrechtelijke vervolging. ‘Totdat een regionaal commandant van de Brandweer Apeldoorn in 2006 de vraag stelde waarom de brandweer niet zelf onderzoek deed’, vertelt Van ‘t Zand. ‘Als proef voegde Apeldoorn brandonderzoek toe aan hun activiteiten.’ Mede door de brand in De Punt in 2008 begonnen twee jaar later zes veiligheidsregio’s aan een landelijke pilot met een TBO: Amsterdam-Amstelland, Haaglanden, Midden- en WestBrabant, Noord- en Oost-Gelderland, Rotterdam-Rijnmond en Twente. Er werd daarbij goed gekeken naar de aanpak in Zweden

Brand&Brandweer

en vooral Groot-Brittannië, waar de brandweer al vertrouwd was met brandonderzoek. Een belangrijk aspect was de kennisdeling tussen de TBO’s in de regio, wat leidde tot de aanstelling van Van ‘t Zand als landelijk coördinator brandonderzoek. ‘Ik zorg er voor dat de TBO’s op dezelfde manier werken. Ik ondersteun hen ook, bijvoorbeeld bij het leggen van contact met onderzoekers van de politie en verzekeraars, waarmee steeds meer wordt samengewerkt.’ Niet alle branden Een TBO bestaat uit minimaal vijf man, vier onderzoekers en een coördinator. Het kan gaan om brandweerlieden die daarnaast werkzaam zijn in de repressie of preventie. ‘Het is onmogelijk voor de TBO’s om alle branden te onderzoeken’, zegt Van ‘t Zand. ‘Dat is ook niet nodig. Van een groot aantal branden is de oorzaak en het brandverloop gauw bekend. Gemiddeld onderzoekt een TBO één op de vijf woningbranden. Daarbij gaat het om allerlei type woningen, van portiekflats in de stad tot een boerderij met rieten dak.’ In veel regio’s wordt vanaf een middelbrand ook het TBO gealarmeerd. ‘Naast woningbranden wordt sowieso onderzoek verricht bij incidenten met een vreemd brandverloop, wanneer er slachtoffers onder collega’s of burgers zijn gevallen en bij branden die meer dan één compartiment betreffen.’ Alle brandonderzoekers hebben een speciale opleiding gevolgd bij de Brandweeracademie. Meestal gaat één teamlid ter plaatse

Sdu Uitgevers - nummer 4 april 2017

27


Fotografie: Brandweer Nederland

On derzoek

de oorzaak en het brandverloop. Daarnaast proberen we de effectiviteit van rookmelders in beeld te krijgen.’ TBO Amsterdam-Amstelland werkt met een 24/7-piketdienst. ‘We krijgen vanaf middelbrand een melding en als er slachtoffers zijn gevallen. We onderzoeken niet alle meldingen, maar bellen altijd met de bevelvoerder of hij of zij bijzonderheden heeft waargenomen. Bevelvoerders laten ons ook alarmeren bij kleinere bijzondere branden. Zo hadden we onlangs in korte tijd vier branden met hoverboards, die tijdens het opladen vlam hadden gevat.’ De resultaten worden gedeeld met diverse afdelingen. Steeds vaker vragen betrokken repressieve collega’s hier ook om. Tot tevredenheid van Meijer. ‘Steeds vaker worden de resultaten opgenomen in lesprogramma’s. Van een aantal grote incidenten zijn voor lesdoeleinden ook (animatie)films gemaakt. Bijvoorbeeld die in de Marnixstraat (2015) en op het Hoofdorpplein (2016). Bij beide inzetten raakten collega’s gewond. Ons team deelt verder kennis en ervaringen via korte lijnen met TBO’s in andere regio’s. Na de hoverboardbranden hebben we bovendien contact opgenomen met de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit en brandveilig leven op de hoogte gesteld.’

bij een incident. soms twee. Van ‘t Zand: ‘Er worden sporenonderzoeken gedaan en veel foto’s gemaakt. Er vinden ook interviews plaats met betrokken collega’s van de repressieve dienst en – als het kan – de bewoners of eigenaren van een pand.’ Kennisdeling De resultaten worden op diverse manieren gedeeld. Naast het vastleggen van de gegevens van het onderzoek in een landelijke database krijgen collega’s die betrokken waren bij een incident een presentatie van het TBO, op initiatief van het onderzoeksteam of op eigen verzoek. De rapportages worden daarnaast onder andere gebruikt voor onder andere het bepalen van opkomsttijden en brandrisicoprofielen, bij het opstellen van voorlichting naar burgers en voor overleg met zorginstellingen, woningstichtingen en andere organisaties. TBO’s werken ook interregionaal en landelijk samen. Dat kan verder gaan dan kennisdeling. Onderzoekers uit meerdere regio’s vormen ook met elkaar een TBO. Zo tekenden Rotterdam-Rijnmond en Zuid-Holland Zuid in 2013 een convenant en vormen Friesland, Groningen en Drenthe sinds dit jaar TBO Noord-Nederland. ‘Verder komt er veel aan bod tijdens onze jaarlijkse netwerkdag en bij de Incidentonderzoeksdag’, aldus Van ‘t Zand. ‘Casuïstiek uit brandonderzoek wordt gebruikt bij onderzoeken van de Brandweeracademie en kan leiden tot herziene opleidingen en oefenprogramma’s Er zijn inmiddels twee casuïstiek uit brandonderzoek met authentieke verhalen, foto’s en tips verschenen: over de oorzaken van brand en over repressie. Het derde deel, met casussen waarin preventie in relatie tot incidentbestrijding een hoofdrol speelt, komt voor de zomer uit.’ Amsterdam-Amstelland: ‘Steeds vaker gevraagd om terugkoppeling’ Het TBO van Amsterdam-Amstelland is sinds 2011 actief en bestaat uit zes personen, onder andere medewerkers van repressie, een AGS en een Fire Safety Engineer. ‘We onderzoeken branden in alle type gebouwen, maar woningbranden komen het meest voor. We onderzoeken bij zo’n 180 tot 200 woningbranden 28

nummer 4 april 2017 - Sdu Uitgevers

Haaglanden: ‘We kunnen verbanden leggen tussen branden’ ‘We hadden eerst wat successen nodig voor we goed in beeld waren bij de andere afdelingen’, zegt Robert van den Ende, teamcoördinator van TBO Haaglanden. ‘Mede dankzij uitgebreid onderzoek naar de brand in een bedrijvencomplex aan de Westvlietweg in Den Haag werd onze plek binnen de organisatie duidelijker. We krijgen steeds meer vragen naar onderzoeken, zowel van preventie als repressie. Het is ook mooi om te zien dat collega’s bij een nieuwe brand verbanden gaan leggen met vergelijkbare branden die door ons onderzocht zijn. Ze komen vervolgens met heel gerichte vragen. Je bent op die manier echt met je vak bezig.’ TBO Haagladen gaat naar één op de vijf woningbranden. Meestal brengt één van de onderzoekers het incident in kaart en maakt daarbij een tijdslijn; wanneer is wat gebeurd? TBO Haaglanden kwam op 8 maart in actie bij een grote brand in het Kurhaus. Fotografie: Veiligheidsregio Haaglanden

Jacquelien van ‘t Zand

Robert van den Ende

Brand&Brandweer


On derzoek

Rotterdam-Rijnmond: ‘Dankzij ons onderzoek werd er actie ondernomen’ Kenneth van Veen is teamcoördinator van een TBO met tien man, acht van Rotterdam-Rijnmond en twee van Zuid-Holland Zuid. Beide regio’s besloten in 2013 om samen op te trekken en hebben een piketdienst. ‘Rotterdam-Rijnmond zette in 2008 de eerste onderzoekstappen’, aldus Van Veen. ‘Het was voor de repressieve collega’s eerst wat wennen en aftasten wat we kwamen doen. Dat was snel verdwenen na onze eerste onderzoeken.’ Vorig jaar voerde het TBO maar liefst 230 onderzoeken uit. ‘We gaan gemiddeld naar één op de vijf woningbranden. Bij elke woningbrand worden wij geïnformeerd en vanaf grote brand gealarmeerd. We onderzoeken alle branden met slachtoffers en branden in gevangenissen en ziekenhuizen. Bevelvoerders kunnen ons inschakelen, maar we kiezen zelf ook opvallende incidenten uit.’ De resultaten zijn tot nu toe waardevol gebleken. ‘In maart is het rapport verschenen van de brand aan de Ringersstraat in Schiedam. Hierbij raakten drie brandweercollega’s gewond. Dit incident stond niet op zichzelf. Voor het onderzoek hebben we dan ook gebruik gemaakt van eerdere casussen, zoals de branden bij Vodafone in Rotterdam, Bombeke in Capelle aan den IJssel en aan de Flevodwarsweg in Leiden. De symptomen en

Brand&Brandweer

Fotografie: Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond

‘De oorzaak was vrij snel duidelijk’, aldus Van den Ende. ‘Een frituurpan had vlam gevat. Maar de snelle rookontwikkeling was interessant om te onderzoeken. We konden daarbij verbanden leggen met een eerdere brand in een monumentaal pand.’ Van den Ende merkt op dat het belangrijk is dat alle geledingen weten hoe een TBO werkt. ‘Cruciale sporen moeten bij een inzet absoluut niet vernietigd worden. De manschappen hebben hierover een training gehad’ Ook de preventiecollega’s weten de weg naar het TBO inmiddels te vinden -– en andersom. Net als de politie, verzekeraars en het Openbaar Ministerie. ‘Ook met de TBO’s in andere regio’s onderhouden we goed contact. Zo heeft hij onlangs aan de brandweer in Leiden ter bewustwording een presentatie gegeven over de grote brand in de historische binnenstad van Leeuwarden in 2013.’

Kenneth van Veen

effecten waren bij deze branden hetzelfde. We gaan steeds vaker symptomen van branden herkennen. Dit mede dankzij de interne presentaties die wij over de onderzoeken geven.’ Van Veen is blij dat de resultaten ook regionaal en landelijk worden gedeeld. ‘Onder andere tijdens de bijeenkomsten met coördinatoren van TBO’s, via de landelijke TBO-database en in overleg met andere partijen. In het laatste geval gaat het bijvoorbeeld om woningcorporaties. Bij een recente brand met een scootmobiel bleken de deuren van woningen niet voldoende brandwerend te zijn. Daarnaast waren er enkele voorzieningen uit het pand gehaald die de brandweer hadden kunnen helpen. Dankzij ons onderzoek en de samenwerking met Brandveilig Leven, Risicobeheersing en de woningstichting is toen actie ondernomen en het pand rigoureus aangepast.’ ■

Sdu Uitgevers - nummer 4 april 2017

29


Brandweer, GHOR en Veiligheidsregio Almanak

• Veiligheidsregio’s • Brandweren: regio en gemeente • GHOR/Publieke gezondheid

Kijk voor meer informatie op www.sdu.nl/brandweeralmanak


on der de h elm

‘De manier waarop ze ondanks haar verwondingen reageerde, raakte me’ Dat een keukenbrandje grote indruk kan maken weet Officier van Dienst (OvD) Jan-Bert Heinen van Veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek als geen ander. Als hij op 14 maart 2004 stage loopt bij een OvD in de regio, wordt hij gealarmeerd voor een keukenbrand in Huizen. De situatie die hij ter plaatse aantreft, had hij zich nooit voor kunnen stellen. ‘Dat iemand zulke ernstige brandwonden heeft, erg rustig is en je nog met het slachtoffer kunt communiceren, doet wat met je.’

Door JILDOU VISSER

A

ls de bemanning van de eerste TS ziet dat er een slachtoffer is, wordt Heinen met de OvD waar hij stage loopt gealarmeerd. Aanrijdend luisteren ze mee met het berichtenverkeer. ‘Ik wist dat een vrouw bij de keukenbrand behoorlijke brandwonden had opgelopen. Je probeert je voor te bereiden en een beeld te vormen van wat je aan kunt treffen.’ Ter plaatse ziet Heinen twee collega’s van de eerste TS op een muurtje zitten bij te komen van de inzet. Hij ziet de emotie op hun gezicht. ‘De indruk die je bij je collega’s op het gezicht ziet, raakt je. Ik probeerde ze een hart onder de riem te steken. Voor een aantal was het de eerste keer dat ze met een ernstig gewond slachtoffer te maken kregen. Dat is heftig. De een kan daar beter mee omgaan dan de ander. Daarna ben ik doorgelopen naar het slachtoffer.’ Van een afstand ziet hij een Huizer vrouw in klederdracht op een bankje naast het huis zitten. Ze zit er vredig, stil, met haar handen gevouwen en wat voorover gebogen. Een collega staat bij haar. Ambulancepersoneel is met voorbereidingen bezig. De bevelvoerder staat te praten met getuigen. ‘Toen ik dichterbij kwam, zag ik haar verwondingen. Dat was confronterend. Haar kleding was deels weggebrand en ze had ernstige brandwonden op haar gezicht, armen en benen. De huid van haar benen was strak met hier en daar loshangende vellen. Door de strakke huid dacht ik aanvankelijk dat ze jonger was. Achteraf bleek ze 97 jaar te zijn. Ze sprak met zachte stem. Ze vroeg zich af wat we allemaal kwamen doen, het was zo druk aan haar hoofd. Ik ben op m’n knieën voor haar gaan zitten en heb geprobeerd haar moed in te praten. Ze reageerde wel. Ze bleef maar prevelen dat het zo druk aan haar hoofd was. Ze wilde dat we weg zouden gaan, maar dat ging niet. Ze moest geholpen worden’, blikt Heinen terug. ‘Het moment dat ik op mijn knieën tegenover haar zat, raakte me. Op dat moment kun je niets. Het enige dat ik kon doen was proberen contact met haar te houden, zodat de ambulanceverpleegkundigen hun werk konden doen.’ Nadat het slachtoffer in de ambulance naar het ziekenhuis wordt gebracht, gaat Heinen de woning in. De brand is dan al geblust. ‘Ik wilde zien wat er precies gebeurd was. Hoe is de brand ontstaan? Toen ik daar stond, vertelde de bevelvoerder wat er was gebeurd. Een gordijn onder het fornuis was in de brand gevlogen en daarna ook de kleding van het vrouwtje. Zij is vervolgens als een bran-

Brand&Brandweer

dende fakkel naar buiten gegaan waar ze door de melkboer is opgevangen en geblust, al voordat de eerste TS ter plaatse kwam. Je ziet het gebeuren als een soort van film in je hoofd. Nadat zij ter plaatse kwamen, hebben ze de keukenbrand geblust en het slachtoffer gekoeld. Die brand was in no time uit, maar de impact was groot.’ Na het incident volgt een nabespreking op de kazerne. ‘Heftig. Het had op iedereen een behoorlijke indruk gemaakt. Dan is het fijn dat je er zowel met je collega’s als thuis met je familie over kunt spreken.’ In de dagen erna vraagt Heinen zich meerdere malen af hoe het verder moet met het slachtoffer. ‘Ze was 97 jaar en voor meer dan zestig procent verband. Onmenselijk. Het was een wonder dat ze ter plaatse nog zo reageerde. Ze moet een ontzettend sterke vrouw zijn geweest’, vertelt hij. Enkele dagen na het incident krijgt Heinen via een collega van de politie te horen dat het slachtoffer alsnog is overleden. ‘Ergens gaf dat een soort van berusting. Het was goed zo. Haar is veel pijn en verdriet bespaard gebleven. Mede door er veel over te praten heb ik dit incident een plek kunnen geven, maar het blijft bijzonder en het blijft je bij. Ik zie het zo weer voor me.’ ■

Sdu Uitgevers - nummer 4 april 2017

31


repressi e

Unieke eenheden, specialismen en maatwerk in de regio’s Drones, het Fire Bucket Operations Team en teams voor scheepsincidentbestrijding. Het is een greep uit alle bijzondere eenheden en specialismen in het land. Soms zijn deze voortgekomen uit specifieke risico’s in het verzorgingsgebied. Andere keren is het een team dat landelijk kan opereren, maar in één of enkele regio’s is opgezet. Een rondje langs de regio’s leverde een divers overzicht op. Door Jildou Visser

Belgisch-Nederlandse TS In Baarle Nassau en Baarle Hertog in Midden- en West-Brabant is een volledig Belgisch-Nederlandse brandweerpost met de primaire brandweertaak in beide landen. Deze post kan zowel door de meldkamer in Antwerpen als door de GMK in Tilburg worden gealarmeerd. 'In Nederland gebruiken we het C2000-netwerk, in België Astrid. Wij zijn uitgerust om via beide netwerken te kunnen communiceren en in beide landen te opereren', vertelt clustercommandant Sasbout Korting. De Belgische brandweerlieden zijn bijgeschoold in de Nederlandse procedures en andersom. 'Daarnaast hebben we op Belgisch grondgebied enkele extra taken die in de Belgische wet zijn vastgelegd, zoals het bestrijden van een wespennest en het bestrijden van gevaarlijke situaties in de openbare ruimte zoals omgeknakte lantaarnpalen. De Nederlanders zijn hier ook voor opgeleid.'

Blusrobot Brandweer Amsterdam-Amstelland onderzoekt de mogelijkheden voor de inzet van onbemande systemen, zoals de SCARAB blusrobot bij complexe objecten, als parkeergarages. 'Met dit onderzoek kijken we in hoeverre deze bij kan dragen aan een veilige verkenning en repressieve inzet in gebouwen waarbij het voor ons niet mogelijk is naar binnen te gaan’, vertelt innovatiemanager Peter Butter. Omdat de mogelijkheden nog worden onderzocht, is er nog geen inzetinstructie voor de SCARAB.

Bronpompaanhangers Veiligheidsregio Gelderland-Midden beschikt over speciale aanhangers met bronpompen waarmee water opgepompt kan worden uit geboorde putten op de Veluwe. Frank Schreers: ‘Op de aanhangers liggen buizen die we aan elkaar kunnen klikken en in de geboorde putten 32

nummer 4 april 2017 - Sdu Uitgevers

kunnen plaatsen, tot een diepte van zestig meter. In ongeveer twintig minuten kunnen we dit opbouwen. In vijf minuten kunnen we uit de put een waterbak met 20.000 liter vullen.’

Dorpshulpverlening Op het eiland De Woude in Veiligheidsregio Noord-Holland Noord beschikken de inwoners over een dorpshulpverleningsvoertuig. Het eiland is alleen toegankelijk per pont, waardoor brandweereenheden van het vaste land een langere opkomsttijd hebben. Om tijd te winnen, kan de dorpshulpverlening de brandweerinzet voorbereiden. 'Het is een soort bhv-organisatie, maar dan uitgerust met extra middelen', legt Ruud IJtsma uit. 'Ze beschikken over een klein wendbaar voertuig met vierwielaandrijving dat overal op het eiland kan komen, ook in straatjes die te nauw zijn voor een TS. Op dit voertuig liggen bijvoorbeeld de slangen om de waterwinning op te bouwen, zodat de eerste TS na aankomst direct een inzet kan starten.'

Drones Veiligheidsregio’s Midden- en West-Brabant en Twente hebben de afgelopen jaren, met dank aan een uitzonderingspositie in de wet, in pilotvorm geoefend en geëxperimenteerd met de inzet drones. Met deze onbemande vliegtuigen kunnen vanuit de lucht beelden worden gemaakt van een incident. In het maartnummer van Brand&Brandweer las u een langer verhaal over de drones.

Fire Bucket Operations Team In samenwerking met Defensie heeft Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland voor natuurbrandbestrijding het Fire Bucket Operations Team (FBO) opgezet. Dit team bestaat uit een Defensiehelikopter, het Mobile Air Operations Team bestaande uit een grondeenheid van de luchtmacht, en het heliteam brandweer. Christiaan Velthausz van het heliteam brandweer: 'Bij grote natuurbranden kunnen we de hulp van de Defensiehelikopter met de waterzak eronder alarmeren. Ons heliteam vertaalt ter plaatse

Brand&Brandweer


repressi e

dan 250 kilo zetten we de kraan steeds vaker in. Of bij ongevallen met vrachtwagens.' In december is de kraan in Weesp voor het eerst ingezet voor blussing op grote hoogte. Voor het werken met de kraan zijn enkele brandweerlieden opgeleid tot kraanmachinist. Volgens Van de Laar is de kraan in heel Nederland inzetbaar. 'Maar, regio's moeten zich realiseren dat de kraan maar 80 km per uur kan rijden.'

de situatie naar een inzetplan. Dit plan geeft aan waar en op welk moment water gedropt moet worden. Deze informatie delen we met het Mobile Air Operations Team van de luchtmacht. Deze eenheid stuurt vanaf de grond de helikopter aan.' Het FBO kan in alle natuurgebieden in Nederland en België worden ingezet.

Gepantserde voertuigen beknellingen In Haaglanden rijden door de aanwezigheid van veel ambassades, de Internationale Zone en het Binnenhof meer gepantserde voertuigen dan in de rest van het land. Speciaal voor ongevallen met deze voertuigen heeft de regio in samenwerking met de Landelijke Politie het landelijk inzetbare specialisme pantser ontwikkeld. 'In onze regio hebben we één hulpverleningsvoertuig uitgerust met speciaal materieel voor beknellingen en zwaar beveiligde bouwwerken. Dit voertuig beschikt over een lier, zodat grote krachten kunnen worden uitgeoefend op gepantserde voertuigen', vertelt Paul van de Wetering. Een echte inzet heeft het team nog nooit gehad. Wel is het team al meerdere keren gevraagd om bij internationale toppen paraat te staan. 'Dat kan zowel in onze eigen regio als in andere regio's.'

Grootschalige ontsmettingseenheid Om grote aantallen mobiele en immobiele slachtoffers te kunnen ontsmetten is de grootschalige ontsmettingseenheid opgericht in zes steunpuntregio's; Rotterdam-Rijnmond, Brabant-Zuidoost, Amsterdam-Amstelland, Groningen, Haaglanden en Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland. Ingrid van Rossum van Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond: 'Zodra we gealarmeerd worden zijn we binnen twee uren inzetbaar.' De eenheid bestaat uit een aantal decontaminatieunits met douches en omkleedspullen. 'De douches zijn op 30°C ingesteld, vooralsnog de beste temperatuur om te ontsmetten', aldus Van Rossum. Eén ontsmettingseenheid kan maximaal vijf uur negentig slachtoffers per uur ontsmetten. 'Meer decontaminatiepakketten met schone kleren en handdoeken hebben we niet. Zijn er meer slachtoffers dan alarmeren we een tweede team.'

Grote kraan Veiligheidsregio Haaglanden beschikt al vanaf 1970 over een grote kraan van ongeveer vijftig ton die een hoogte van bijna vijftig meter kan bereiken. De kraan is volgens Duncan van de Laar een uitkomst bij incidenten op hoogtes die de hoogwerker niet kan bereiken. 'Maar ook bij tilassistentie bij zwaarlijvige personen van meer

Brand&Brandweer

Handcrew Overijssel Om natuurbanden efficiënter te bestrijden hebben IJsselland en Twente de Handcrew Overijssel opgericht. 'Wij kunnen offensief en defensief optreden en nabluswerkzaamheden verrichten. Wij gaan met vuurzwepen, kettingzagen, McLeods en Pulaski's te voet natuurgebieden in om branden te bestrijden. En we hebben een quad om te verkennen en materiaal en water makkelijk mee te nemen', aldus Erik Pluim. 'McLeods zijn een soort harken met een scherpe kant waarmee we gaten in de grond kunnen maken. De Pulaski is een handgereedschap dat je kunt vergelijken met een combinatie tussen een bijl en een soort schoffel. Hiermee kunnen we hakken, schrapen en de grond losmaken om grondvuur goed te kunnen bereiken. In combinatie met onze waterrugzakken met handspuit kunnen wij het grondvuur afblussen. Met de vuurzwepen kunnen we het vuur uitslaan.'

Hoogtereddingsteam Voor reddingen waarbij hoogteverschillen overbrugd moeten worden of waar slachtoffers in een ingesloten ruimte zitten, hebben Utrecht, Brabant-Zuidoost, Zeeland en de Gezamenlijke Brandweer het hoogtereddingsteam. Dit team kan met touwen en brancards grote hoogten en diepten overbruggen. 'Voor dit specialisme beschikken we over een bergsportuitrusting. Met verschillende touwtechnieken kunnen we in veel gevallen het slachtoffer bereiken, hoe hoog, diep of ingesloten de ruimte ook is', vertelt John van Norden van Veiligheidregio Utrecht. De teams worden alleen gealarmeerd als daadwerkelijk slachtoffers gered moeten worden. 'We zijn in het hele land inzetbaar en hebben een opkomsttijd van een uur. Voor de regio's die we niet binnen een uur kunnen bereiken hebben we een samenwerking met de luchtvaarteenheid van de landelijke politie.'

Luchtverkenners In droge perioden gaan in Noord- en Oost-Gelderland, IJsselland, Utrecht en Twente de luchtverkenners met een vliegtuig de lucht in om vroegtijdig natuurbranden te kunnen signaleren. ‘Als kleurcode oranje wordt afgegeven gaan wij de lucht in. We vliegen per dag twee keer drie uren in cirkels boven het natuurgebied. Zodra we rook zien, gaan we ernaartoe om de precieze locatie, de omvang en de aard van de brand te bepalen, zodat grondeenheden hiernaartoe uit kunnen rukken’, vertelt Hans Dijkman van Veilig-

Sdu Uitgevers - nummer 4 april 2017

33


repressi e

heidsregio Noord- en Oost-Gelderland. ‘Vanuit de lucht kunnen we beginnende natuurbranden snel detecteren en voorkomen dat ze uitgroeien tot onbeheersbare branden.’

Medische Ondersteuning Brandweer Bij de posten Arnhem en Ede in Veiligheidsregio Gelderland-Midden rukt de brandweer met de Medische Ondersteuning Brandweer uit bij onwelwordingen, ongevallen, reanimaties en voor tilassistentie. 'Op een aantal plaatsen in onze regio kunnen we met de MOB sneller ter plaatse zijn dan de ambulance. Wij kunnen een eerste medische check uitvoeren. Wij doen geen medische handelingen, maar kunnen bijvoorbeeld wel met drukverbanden levensbedreigende bloedingen stelpen', legt Martijn Bakker uit. 'Daarnaast hebben we een vacuümmatras waarop we patiënten naar beneden kunnen tillen. Het grote voordeel is dat wij op plaatsen kunnen komen die de ambulance niet kan bereiken, zoals in het bos of in een parkeergarage. Met een ambulanceverpleegkundige in onze auto kunnen we slachtoffers van de onbereikbare plaats naar de ambulance vervoeren.'

Motor Ondersteuning Brandweer Om in stedelijk gebied snel ter plaatse te kunnen zijn en maatwerk te kunnen bieden, beschikt Haaglanden over de Motor Ondersteuning Brandweer. Kour van der Laan: 'Iedere doordeweekse dag staat van 7.00 uur tot 19.00 uur de motor paraat voor de repressieve inzetten. Kleine buitenbranden kunnen we zelfstandig blussen. Bij middelbrand kunnen we als we een voorverkenning doen en later de OvD assisteren. Bij grote of zeer grote branden kunnen we in de stad de taak van commandant uitgangsstelling op ons nemen, zodat we ervoor kunnen zorgen dat ter plaatse alleen het benodigde materieel en personeel opgesteld staat. Of we kunnen als veiligheidsfunctionaris dienen. Ongeveer tien procent van onze werkzaamheden bestaat uit brand, de rest uit dienst- en hulpverlening.' Naast de repressieve taken is de tweede motor op doordeweekse dagen beschikbaar voor koude werkzaamheden. Van der Laan: 'We worden bijvoorbeeld ingezet bij evenementen, voor Brandveilig Leven, nazorg of integrale handhavingsacties met onze ketenpartners.'

Natuurbrandverkenners De natuurbrandverkenners van Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland zijn bij natuurbranden de oren en ogen van de OvD. Er zijn acht verkenners. ‘Wij brengen de vegetatie in kaart, beoordelen of de paden begaanbaar zijn en stellen vast waar de kop van de brand woedt. Hier34

nummer 4 april 2017 - Sdu Uitgevers

door heeft de OvD sneller het totale beeld en kan effectiever een inzetplan maken', aldus Constantijn Kok. De posten Epe, Voorst en Apeldoorn beschikken over een dergelijk team. ‘Hiermee kunnen we een groot deel van de Veluwe afdekken. Voor het overige deel zijn we samen met Gelderland-Midden aan het kijken of dit specialisme daar ook haalbaar is. Indien om interregionale bijstand wordt gevraagd, rukken we ook uit naar andere regio's. Zodra een OvD uit onze regio voor natuurbrandbestrijding naar een andere regio gaat, gaan wij mee.’

Ontmanteling drugslaboratoria Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland en Brabant-Zuidoost beschikken over vier specialisten voor de ontmanteling van drugslaboratoria. Zij zijn opgeleid bij de Landelijke Faciliteit Ondersteuning Ontmantelen van de Nationale Politie. 'Wij zijn extra geschoold in de chemische processen, de technische kennis van een ontmanteling en de risico's die bij een ontmanteling van een drugslaboratoria komen kijken. Onze taak ligt met name in het meten van gevaarlijke stoffen, het ontsmetten van zowel goederen als personen en het optreden als liaison naar de brandweer ter plaatse', vertelt Wil Linschoten van Veiligheidsregio ZaanstreekWaterland. 'Doordat we in heel Nederland opereren, hebben we een opkomsttijd van maximaal twee uur.'

Ontsmetting LTFO De opgeleide AGS'en voor de ontmanteling van drugslaboratoria zijn ook geschoold om het Landelijk Team Forensische Opsporing (LTFO) van de politie te helpen met ontsmetting van zowel gaspakkenteams als forensisch in beslag genomen materiaal, robots en overleden personen. Linschoten: 'Bij een besmette plaats delict kunnen wij in beschermende kleding alles wat nodig is ontsmetten. Dat geldt ook voor de ontsmetting bij grote calamiteiten.'

Rietenkapbrandbestrijding Utrecht, Gooi en Vechtstreek, Kennemerland en Gelderland-Midden beschikken over het specialisme rietenkapbrandbestrijding. Bij branden in rieten daken kunnen deze teams met bluslansen, rietstoeltjes en valbeveiliging het dak op om in het dak stoplijnen te creëren en de brand te blussen. 'In onze regio rukken we standaard uit met twee teams. Ieder heeft dan een dakkant', vertelt Niels Roelofse van Veiligheidsregio Utrecht. 'Met de bluslansen kunnen we in en onder het riet komen om de brand te blussen.' Het team wordt interregionaal ingezet.

Scheepsincidentbestrijding Voor het bestrijden van incidenten op schepen heeft een aantal kustregio's een scheepsincidentenbestrijdingsteam. Met de Maritime Incident Response Group (MIRG) werkt Veiligheidsregio Zeeland samen met teams uit België, Frankrijk en Engeland. 'Het team is speciaal opgeleid voor het bestrijden van incidenten op

Brand&Brandweer


repressi e

schepen. Dat kunnen branden zijn, maar ook ongevallen met gevaarlijke stoffen of ernstige beknellingen. Scheepsbrandbestrijding is ingewikkelder. Je hebt vaak te maken met een grote concentratie hitte bij de brandruimte, krappe ruimtes en beperkte middelen', vertelt Ruud Maljaars van Veiligheidsregio Zeeland. Het MIRG-team kan zowel met een helikopter als met een schip van de KNRM, Rijkswaterstaat of de Waterpolitie aan boord van een incidentschip worden gebracht. 'Dat is afhankelijk van de locatie.' Naast Zeeland zijn ook Groningen, Noord-Holland Noord, Kennemerland, Rotterdam-Rijnmond en Amsterdam-Amstelland bezig met dit specialisme. Op 29 maart hebben deze regio's samen met de Gezamenlijke Brandweer, het Havenbedrijf Rotterdam, de Marinebrandweer in Den Helder en de Koninklijke Marine een intentieverklaring ondertekend voor een betere samenwerking en kennisuitwisseling op het gebied van scheepsincidentbestrijding.

Specialisme Technische Hulpverlening Het landelijk Specialisme Technische Hulpverlening (STH) kan bij instortingen worden ingezet bij het lokaliseren van slachtoffers, het stabiliseren van de directe werkomgeving van de hulpverleners en het verschaffen van toegang tot slachtoffers. Dit specialisme wordt uitgevoerd door de veiligheidsregio's Hollands Midden, Fryslân, IJsselland, Gelderland-Zuid en Midden- en West-Brabant.

Stralingsdeskundigen Veiligheidsregio Zeeland is de enige regio met vijf kernreactoren en de landelijke opslag voor radioactief afval en is daardoor de voortrekker in het nucleair dossier Kernenergiecentrales vragen om specifieke deskundigheid. Om deze reden heeft Zeeland nucleair adviseurs opgeleid en wordt regelmatig met de exploitant, het Rijk en de buurregio Midden- en West Brabant een nucleair incident beoefend. 'Wij zijn een van de zeven A-regio's in Nederland, de regio's binnen de invloedssfeer van een nucleaire installatie. Zeeland is de regio met de hoogste concentratie nucleaire activiteiten. Dat maakt dat de voorbereiding op kernongevallen bij ons hoog op de agenda staat', stelt Peter van Beek, Programmamanager Nucleaire Veiligheid van Veiligheidsregio Zeeland. 'We zijn samen met Noord-Holland Noord, Twente, Haaglanden, Rotterdam Rijnmond, Brabant-Zuidoost, Zuid-Limburg en Middenen West-Brabant, aan het bezien hoe we in het kader van nucleaire veiligheid zo efficiĂŤnt mogelijk kunnen samenwerken onder koude en onder warme omstandigheden. In geval van nucleaire incidenten kunnen we interregionale of zelfs internationale bijstand verlenen, bijvoorbeeld door het leveren van een team van deskundigen.' Zeeland beschikt als enige regio in Nederland over specifieke persoonlijke beschermingsmiddelen voor de inzet bij kernongevallen. Dit zijn onder andere (extra) dosimeters, jodiumtabletten, wegwerppakken en overschoenen die over de uitrukkleding heen aangetrokken dienen te worden en speciale mondkapjes of volgelaatsmaskers met een filterbus om binnen besmet gebied veilig te kunnen werken.

Surf Rescue Team De post Scheveningen in Haaglanden beschikt over een uniek specialisme, het Surf Rescue Team. 'De Haagse Reddingsbrigade is er in de zomer acht weken lang, maar alleen overdag. Daarbuiten werden wij gealarmeerd', vertelt Ron van der Harst teamhoofd

Brand&Brandweer

van het Surf Rescue Team. 'Een aantal surfers van onze post hebben daarop een advies geschreven aan de veiligheidsregio. Zo is het team vijf jaar geleden ontstaan.' Het Surf Rescue Team beschikt over een speciaal voertuig met vierwielaandrijving en surfplanken. Bij een incident rukt het samen met het duinvoertuig van de post uit. In totaal bestaat het team uit zes personen; een bevelvoerder, twee chauffeurs en drie manschappen waarvan minimaal twee opgeleid zijn voor het Surf Rescue Team. Een van de teamleden gaat met de plank het water op om de drenkeling te redden. Op het strand staat altijd een reserve teamlid paraat die in noodgevallen kan ondersteunen.

USAR USAR.nl kan internationaal worden ingezet bij zware en complexe reddingsoperaties na grote instortingen als gevolg van bijvoorbeeld een aardbeving. Het team kan in Nederland worden ingezet bij incidenten die te complex zijn voor het Specialisme Technische Hulpverlening. Het USAR-team heeft vier reddingsgroepen, een staf- en ondersteuningsgroep en een commandogroep. De teamleden komen onder andere uit de veiligheidsregio's HollandsMidden, Haaglanden, Rotterdam-Rijnmond en Zuid-Holland Zuid.

Verbindingsvoertuig Noord- en Oost-Gelderland en Gelderland-Midden beschikken beide over een verbindingsvoertuig voor natuurbrandbestrijding. 'Met dit voertuig kunnen we in gebieden waar de verbindingen slecht zijn het internet en de onderlinge netwerken in de lucht houden. Bij natuurbrandbestrijding gebruiken we het LCMS systeem. Met het wifi uit de Manet kunnen we dit te allen tijde blijven gebruiken. De voertuigen uit onze regio zijn zo ingesteld dat ze automatisch verbinding maken met dit netwerk', legt Mark Janssen van Veiligheidsregio Gelderland-Midden uit. 'Bij voertuigen uit andere regio's is dit lastiger. In dat geval moeten we die eenheden koppelen aan een van onze eigen eenheden.' De VC-OIV van Noord- en Oost-Gelderland beschikt naast een internetwerk ook over satellieten, zodat met de verbindingswagen ook een telefoonnetwerk kan worden opgezet. 'Op dit voertuig hebben we bovendien een grote camera met 32 keer optische zoom. Hiermee kunnen we op grote afstand van het incident zien wat er gebeurt', vult Martin Bevelander van Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland aan.

Sdu Uitgevers - nummer 4 april 2017

35


40 jaa r

Veertig jaar brandbestrijding: ‘Het is vooral veiliger geworden’

Fotografie: archief Klaas Mulder

vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding

In dit jubileumjaar van Brand&Brandweer blikken we met een aantal jubilarissen terug op veertig jaar brandweer. Hoe zag het brandweervak er veertig jaar geleden uit? En hoe verwacht de nieuwe generatie dat de brandweer er over veertig jaar uitziet? Klaas Mulder van brandweerpost Veendam in Veiligheidsregio Groningen zit inmiddels ruim veertig jaar bij de brandweer. Met zijn kennis en ervaring helpt hij de jongere, nieuwe brandweerlieden in het korps als Peter Noordegraaf.

Klaas Mulder in 1976 in actie bij een woningbrand. ‘In die tijd was het een kwestie van een defensieve buiteninzet, net zolang tot het water door de kozijnen naar buiten liep.’

Door JILDOU VISSER

Klaas Mulder, instructeur Brandweer Opleidingen Noord en bevelvoerder post Veendam in Veiligheidsregio Groningen Hoe zag het brandweerkorps in Veendam er veertig jaar geleden uit? ‘Als je daaraan terugdenkt is alles anders. Veel van de mensen die er toen waren zijn niet meer actief in het korps, het materieel was niets vergeleken met het huidige materieel en de cursusboeken dateerden uit de jaren vijftig. In Veendam rukten we uit met een aantal omgebouwde legervoertuigen uit de oorlog. De legervoertuigen van de Engelsen en Canadezen die na de oorlog zijn achtergebleven, waren omgebouwd tot brandweervoertuigen. Er was een tank met een pomp en hoge druk op geplaatst. In het voorste deel van het dak zag je nog een koepel waar ooit een wapen op had gestaan, maar dat was het enige punt dat het nog aan een legervoertuig deed herinneren. Over brandbestrijdingstactieken hadden we het toen nog niet. Het was een kwestie van een defen36

nummer 4 april 2017 - Sdu Uitgevers

sieve buiteninzet, net zolang tot het water door de kozijnen naar buiten liep. Bij een grote boerderijbrand stonden we soms zo drie of vier dagen te blussen, twaalf uur op, twaalf uur af. Dat is niet meer te vergelijken met hoe we nu branden bestrijden.’ Kunt u zich uw eerste brandweeropleiding nog herinneren? ‘De opleidingen en oefeningen gingen vooral over het zo snel mogelijk transporteren van zoveel mogelijk water naar het vuur. Ik was in ons korps een van de eersten die de cursus voor het dragen van ademlucht mocht volgen. De toestellen hadden we al, alleen meer dan de helft van ons korps mocht er niet mee werken omdat ze geen opleiding hadden gevolgd. Binnenaanvallen deden we nauwelijks. Soms even met een handdoek voor de mond. Met het volgen van de cursus voor het dragen van ademlucht veranderde dat.’ Wat is de grootste verandering die u bij de brandweer heeft meegemaakt? ‘Dat is de continue professionalisering van de laatste twintig jaar.

Brand&Brandweer


Fotografie: archief Klaas Mulder

40 jaar

De wedstrijdploeg van Veendam uit 1978. Klaas Mulder draagt nummer acht.

Peter Noordegraaf is het nieuwste lid van brandweer Veendam.

Sindsdien is het brandweervak snel veranderd. De maatschappij is veranderd en daarin is de brandweer meegegaan. We kregen beter materieel om bijvoorbeeld sterkere auto’s open te knippen en in de brandbestrijding zijn nieuwe technieken en procedures ingevoerd. Met de komst van communicatiemiddelen kunnen we sneller en veiliger inzetten. We kunnen aanrijdend al objectgegevens opvragen. Dat was veertig jaar geleden ondenkbaar. Het vak is door alle veranderingen veiliger en efficiënter geworden.’

Peter Noordegraaf, manschap A post Veendam in Veiligheidsregio Groningen

In hoeverre heeft die professionalisering ook een keerzijde? ‘Het brandweervak is er niet makkelijker op geworden. Veel collega’s van vroeger zijn het minder leuk gaan vinden en haken af. Het is te veel geworden. Toen we begonnen oefenden we een of twee keer per maand, vaak ging dat alleen over de aflegsystemen. Nu heb je al snel een of twee avonden per week nodig om bij te kunnen blijven. Daarnaast is de saamhorigheid veranderd. De sfeer is nog steeds ontzettend goed, maar anders. Vroeger was er meer ruimte om vanuit de brandweer ook met elkaar te sporten. We volleybalden, hadden een zaalvoetbalteam en deden mee aan triathlons, hardloopwedstrijden en mountainbikewedstrijden. Dat is weggevallen. Door alle druktes in het dagelijks leven krijg je anderen niet zo snel meer mee om ook vanuit de brandweer te sporten.’ Wat is de meest indrukwekkende inzet die u heeft meegemaakt? ‘Bij iedere inzet heb je te maken met de ellende van iemand anders, dus mooi is een incident nooit. Veel branden vergeet je ook. Bij de incidenten die me bij zijn gebleven zijn vaak slachtoffers gevallen. En de branden in de schouwburg in Veendam en een hotel in het centrum zal ik nooit vergeten. Die branden hebben behoorlijke gaten geslagen in het centrum. Het waren tegelijkertijd ook direct ingewikkelde, grote inzetten met veel uitbreidingsmogelijkheden.’ In hoeverre voelt u zich verantwoordelijk voor de begeleiding van de nieuwe aanwas? ‘Ik heb een grote interesse voor het opleiden van mensen. Ik ben ook instructeur bij BON en zie daar veel aspiranten komen. Het is ontzettend leuk om ze tijdens de opleiding te volgen, maar ook daarna. Veel cursisten komen terug voor oefeningen en dan zie je dat je de kennis die je ze hebt bijgebracht is blijven hangen. Dat is fantastisch. Ook bij het lesgeven is trouwens veel veranderd. Niet alleen in de manier van presenteren, want dat gaat tegenwoordig allemaal digitaal. Vroeger stonden de sigaretten en sigaren op tafel klaar voor aanvang van de les. In het leslokaal mocht gewoon gerookt worden. Dat kun je je nu niet meer voorstellen.’

Brand&Brandweer

Hoe ben je bij de brandweer terechtgekomen? ‘Van huis uit ging ik als kleine jongen al met mijn vader mee naar de kazerne. Ik ben erin gerold. Ik hielp vroeger al mee met oefeningen en open dagen. Nadat ik mijn mts-opleiding had afgerond, kreeg ik elders een baan en moest ik verhuizen. Nu ben ik weer terug in Veendam en heb ik me aangemeld. Ik heb net de opleiding Manschap A afgerond. Het was een pittige opleiding, vooral doordat er veel tijd in gaat zitten. Op mijn werk ben ik al ademluchtdrager en met veel onderdelen van het brandweervak ben ik opgegroeid, dat was een voordeel tijdens de opleiding.’ Wat vind je het leukste aan het brandweervak? ‘Dat je vooraf nooit weet wat je te wachten staat. Je moet altijd als team een probleem oplossen in soms spannende en uitdagende omstandigheden. Een tijdje geleden werden we gealarmeerd voor een verkeersongeval. Ter plaatse bleek dat een auto een woning had geramd en tegen een andere woning aan op de kop lag. Dan moet je even schakelen. Technische hulpverleningsinzetten vind ik erg leuk. Daarbij ligt de inzet minder vast in procedures. Het gaat meer om technisch inzicht en het goed in kaart brengen van de situatie om zo tot een oplossing te komen.’ Wat kun je van de oudere brandweerlieden leren? ‘Zij hebben zoveel ervaring en daardoor veel rust tijdens een inzet. Ze weten precies wat ze wanneer moeten doen. Het is fijn om van die kennis gebruik te maken. Tegelijkertijd kunnen zij zo nu en dan misschien ook wat van ons leren. Wij hebben soms sneller in de gaten hoe nieuwe dingen werken en hoe nieuwe procedures worden uitgevoerd. Het is een wisselwerking.’ Hoe ziet het brandweervak er over veertig jaar uit? ‘De veranderingen en verdere professionalisering zet zich denk ik door. Ik denk dat we tegen die tijd niet meer zelf in een auto rijden en er meer gebruik wordt gemaakt van technieken als sprinklersystemen. Dat betekent misschien dat we minder vaak hoeven op te komen, maar de brandweer blijft altijd bestaan.’ In hoeverre hoop je de veertig jaar bij de brandweer ook vol te maken? ‘Hopen zeker, maar die kans is nihil. Ik ben op mijn 32ste begonnen, dus dan zou ik door moeten tot mijn 72ste, dat lijkt me niet wenselijk.’ ■

Sdu Uitgevers - nummer 4 april 2017

37


Brandveiligheidsindex 2016

Brandveiligheidsindex 2016/1 Brandveiligheidsindex 2016/1

De Brandveiligheidsindex is een onmisbare uitgave voor de brandweer, zowel in het kader van de repressie (herkennen van toegepaste materialen) als in de preventie (toezicht en advisering).

ISBN 9789012399210

Kijk voor meer informatie op www.sdu.nl/brandveiligheidsindex


BRAN DWEER BU ITEN LAN D

Rotterdam-Rijnmond adviseert en leert in Oman Hoe kun je zorgen dat een nieuw havengebied met zware industrie voldoet aan de scherpste veiligheidseisen? Voor die vraag stond de havenautoriteit in Sohar in Oman. Het antwoord was simpel: je vraagt het mensen met ervaring. Om de Omani’s te adviseren is een delegatie van de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW), de DCMR Milieudienst Rijnmond en Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond afgereisd naar het Arabische land.

Door JILDOU VISSER

H

et is niet het eerste bezoek van Rotterdam-Rijnmond aan Oman. Eerder is met name gekeken naar het aanwezige ambulance- en brandweermaterieel, of dat passend is voor de scenario’s die zich voor kunnen doen en naar de geoefendheid van de hulpverleners. Tijdens het laatste bezoek is met name gelet op de industriële veiligheid. In negen dagen tijd heeft Brian Mo-Ajok, programmamanager impuls omgevingsveiligheid van Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, bij zeven bedrijven met quickscans een audit uitgevoerd. ‘Eigenlijk zoals we dat in Nederland ook doen, maar dan sneller. In Nederland hebben we drie dagen om een bedrijf te onderzoeken. Ik heb met name gelet op de planvorming en hoe die aansluit op de incidentbestrijding. Elk bedrijf heb ik aan twee scenario’s getoetst. Hoe zijn de opleidingen op dat onderwerp vormgegeven? Hoe staat het met de voorzieningen en het onderhoud ervan? En hoe is de hulp van derden geregeld? Daarnaast ben ik gaan kijken naar hoe de Omani’s leren van incidenten die elders in de wereld zijn gebeurd’, aldus Mo-Ajok. ‘Het was een bijzondere gewaarwording. Door bijvoorbeeld het klimaat loop je tegen andere risico’s aan. Waar wij veel leidingwerk onder de grond stoppen om het te beschermen tegen vorst, zijn bijna alle blusleidingen in Oman bovengronds. Dit vergt qua aanrijbeveiliging speciale aandacht.’ Externe veiligheid Doordat de haven in Oman en het bijbehorende industrieterrein nieuw zijn, zijn ook alle veiligheidsvoorzieningen nieuw. ‘Dat hebben ze goed gedaan’, vertelt Mo-Ajok. ‘Zij hebben met de kennis van nu en de huidige technieken alle installaties opgebouwd. Ze moeten nu zorgen dat ze de procedures voor het veilig werken scherp houden en de preventieve voorzieningen onderhouden. Ik vind het knap hoe ze daar in korte tijd veel leren en kennis inkopen om de veiligheid hoog te houden. Daar kunnen wij een voorbeeld aan nemen. Op een aantal dossiers proberen wij in Nederland het wiel uit te vinden terwijl elders in de wereld kennis beschikbaar is. Expertise van buitenaf kunnen wij beter benutten.’ Ook op het gebied van de brandkromme bij industriële veiligheid valt volgens Mo-Ajok in Nederland winst te halen. ‘Wij hebben hier een standaard opkomsttijd voor industriële incidenten. In

Brand&Brandweer

Brian Mo-Ajok

Oman hebben ze dat flexibel vormgegeven. Ik was bij een raffinaderij waar ze werken met een vijf-, tien-, en vijftien minuten regel. Een forse brand brandt in vijf minuten de meest essentiële kabels door, waardoor het aansturen van elektronische veiligheidsmaatregelen wellicht onmogelijk wordt. Na tien minuten kan de brand zo ontwikkeld zijn dat de producten die door de leidingen lopen exploderen. En na vijftien minuten kunnen onderdelen falen en instorten. Met die onderbouwing hebben zij de aanrijtijden per installatie vastgesteld. Dat doen ze beter doordacht dan wij.’ Ook op het gebied van transparantie kunnen de Nederlandse autoriteiten leren van die in Oman. ‘Wij leveren ieder jaar de monitoring BRZO aan bij de Tweede Kamer. Daarin staan altijd globale aantallen. Namen noemen we nooit. We hebben de angst dat als we zeggen dat een bedrijf de zaken goed voor elkaar heeft, er morgen iets gebeurt en we daarop afgerekend worden. In Oman is alles openbaar. Het stimuleert de bedrijven daar om het nog beter te doen. Ze willen aan de buitenwereld laten zien hoe veilig ze opereren. Dat draagt bij aan de verhoging van het bewustzijn en daarmee de industriële veiligheid.’ ■

Sdu Uitgevers - nummer 4 april 2017

39


Vakbekwaamh ei d

Effectievere feedback bij vaardigheidstoetsen De vaardigheidstoetsen van het Algemeen Brandweer Wedstrijd Comité (ABWC) zijn in maart weer van start gegaan. Tot en met eind september worden brandweerploegen in realistische en dynamische scenario’s tot het uiterste uitgedaagd. De persoonlijke feedback die deelnemers krijgen is nog effectiever dan voorheen. ‘En we maken ons sterk voor een betere borging van de vaardigheidstoetsen in het regionale vakbekwaamheidsprogramma’, aldus Gert Mulder, landelijk coördinator ABWC.

De organiserende post trekt alles uit de kast om uitdagende scenario’s neer te zetten. Door Ellen Schat

O

ngeveer zeshonderd ploegen strijden in vier klassen om provinciaal, gewestelijk en uiteindelijk landskampioen te worden. Mulder is positief verrast met het aantal deelnemers. ‘Het blijft de laatste jaren stabiel, terwijl alle vrijwillige activiteiten onder druk staan. Dat zegt iets over de passie voor het vak en de wil om vakbekwaam te blijven.’ Het imago van een spelletje dat de vaardigheidstoetsen vroeger hadden, is volgens Mulder bijna afgesleten. Het ABWC heeft de afgelopen jaren een flinke professionaliseringsslag gemaakt om beter bij te kunnen dragen aan het vakbekwaam worden en met name in het vakbekwaam blijven. Zo zijn de scenario’s van de vaardigheidstoetsen niet alleen realistischer, maar ook dynamischer geworden en wordt nu in breed verband gekeken of de inzet veilig, verantwoord en effectief is. Andere veranderingen zijn het geven van persoonlijke feedback en de communicatie met de geïnteresseerde burger. 40

nummer 4 april 2017 - Sdu Uitgevers

Dit jaar gaat het ABWC volgens Mulder verder op de ingeslagen weg. Hij maakt zich vooral sterk voor de borging van de vaardigheidstoetsen in het regionale vakbekwaamheidsprogramma. ‘We moeten meer gebruik maken van de resultaten uit de vaardigheidstoetsen. De combinatie van een realistische oefening met de spanning die het wedstrijdelement met zich meebrengt is uniek. Dat vind je bij geen enkele andere oefening terug. Ik ga op korte termijn in gesprek met alle provinciale coördinatoren van het ABWC. Ik ga met hen afstemmen waar op dit punt nog winst valt te halen. Ik hoop dat de uitkomsten van de vaardigheidstoetsen op die manier leiden tot een (individueel) betere vakbekwaamheid.’ Verzwaring scenario’s Uit de algemene evaluatie van vorig jaar is naar voren gekomen dat de scenario’s die de organiserende posten in de provinciale toetsen bedenken al behoorlijk op niveau zijn. ‘Het is dan soms lastig om die in de gewestelijke en landelijke rondes te overtreffen. De organiserende post trekt alles uit de kast, dat is fantastisch,

Brand&Brandweer


Vakbekwaamh ei d

Het neutraal verwoorden wat je ziet is cruciaal bij het geven van feedback.

maar soms moeten we dat een beetje afremmen. Het is immers wel de bedoeling dat ploegen die winnen in de provinciale en gewestelijke klasse nog meer uitdaging krijgen als ze in de landelijke finales komen.’ Bij het uitslagenboekje wordt verder voortaan een scenariobeschrijving met zwaartepunten toegevoegd. Mulder: ‘Deelnemers kunnen dan hun individuele prestaties linken aan hetgeen ze hebben gedaan. Verder kan een afdeling vakbekwaamheid op deze manier beter inschatten waar algemene verbeter- of goede punten liggen.’ Verbeteren feedback Ook is dit seizoen veel aandacht voor het geven van effectieve persoonlijke feedback. Mulder: ‘We willen dat het stramien in de feedback overal overeenkomt en aansluit bij de praktijk. Eerst benoemen wat goed ging en daarna wat opviel en snel verbeterd kan worden. Vervolgens een punt waarover je met elkaar in gesprek gaat.’ Om die uniformiteit te bereiken krijgen alle beoordelaars een bijscholing aangeboden. Thony Schipper is een van de beoordelaars die de bijscholing al heeft gevolgd. ‘De structuur van de feedback zorgt voor afbakening en focus. Dat is handig, want als beoordelaar moet je gedetailleerd kijken, maar uiteindelijk in grote lijnen teruggeven wat je ziet. Dat vergt oefening. Het scheelt dat ik vanwege mijn functie als centralist en ook door de opleidingen en trainingen die ik heb gevolgd in de gezondheidszorg, gewend ben om feedback op mijn functioneren te krijgen. Ik zie trouwens best veel verschillen tussen de beoordelaars. Iedereen heeft een andere achtergrond en werkervaring. Ook daarom is het goed om feedback in een vaste structuur aan te bieden.’ Schipper vindt het belangrijk dat de beoordelaar zelf vertrouwen heeft in zijn functie. ‘Door zo’n training groei je daarin.’ Hij speelde tijdens de avond van de bijscholing niet alleen de rol van beoordelaar, maar ook die van beoordeelde en observant. ‘Zo beleef je het van alle kanten en kun je je eigen blinde vlekken zien.’

iemand toegankelijk is, dat de ontwikkelpunten die je noemt ook aankomen bij de deelnemer. Mensen komen net uit een inzet die stressvol is en het lichaam zit nog vol adrenaline. Eerst iemand op z’n gemak stellen dus, een slokje water laten nemen, en daarna meenemen in het proces van de evaluatie. Pas dan kan bewustwording op gang komen.’ Die bewustwording is het uiteindelijke doel van de vaardigheidstoetsen. ‘Dat houd ik altijd in mijn achterhoofd. Het is de bedoeling dat de opbrengsten van de toetsen worden meegenomen in de oefeningen op de brandweerposten zelf. Dat is de kracht van leren. Het is fantastisch dat vakbekwaamheid en vaardigheidstoetsen zo met elkaar worden verbonden.’ ■

Thony Schipper: ‘Als beoordelaar moet je gedetailleerd kijken, maar uiteindelijk in grote lijnen teruggeven wat je ziet. Dat vergt oefening.’

De vaardigheidstoetsen De vaardigheidstoetsen meten kennis, kunde en kwaliteit van deelnemende brandweerploegen. Unieke elementen zijn stress en tijdsdruk. Het ABWC organiseert de vaardigheidstoetsen in vier klassen:

Tijdsdruk en bewustwording Schipper vindt de verminderde tijdsdruk voor het geven van feedback tijdens de daadwerkelijke ABWC-vaardigheidstoetsen een prettige verandering. In de zogenaamde feedback snack krijgt iedere beoordelaar vijf minuten om persoonlijke feedback aan de deelnemer te geven. ‘Vorige jaren waren hier ongeveer drie minuten voor, dat gaf veel tijdsdruk. Ter vergelijking, tijdens oefeningen en cursusavonden wordt ongeveer 25procent van de tijd besteed aan nabespreking en evaluatie. Het is dus van groot belang de feedback effectief te maken.’ Het neutraal verwoorden wat je ziet is cruciaal bij het geven van feedback. ‘Het is de toon die de muziek maakt. Oftewel, altijd in de ik-boodschap spreken, geen veronderstellingen doen en benoemen wat je zag in de inzet. Als je dit goed aanpakt, kom je niet in conflict, maar ben je in overleg. Je moet ervoor zorgen dat

Brand&Brandweer

• TS-HD: in de klasse TS-HD wordt een brandscenario geënsceneerd dat met hoge druk bestreden moet worden. Ook kunnen voertuigen met een drukluchtschuim worden ingezet. • Klasse 112: in deze klasse krijgen de teams een scenario voorgeschoteld dat bestaat uit brand, hulpverlening, een incident met gevaarlijke stoffen of een waterongeval. Op basis van de informatie die de ploeg krijgt, kan zij specifieke bijstand aanvragen. • Hoofdklasse: de hoofdklasse is op dezelfde wijze opgezet als de Klasse 112. Het grootste verschil is dat er in de hoofdklasse altijd sprake is van een incident waar minimaal twee eenheden betrokken zijn en een Officier van Dienst de coördinatie heeft. • Oppervlakteredding: in deze klasse bestrijdt een oppervlaktereddingsteam een waterongeval. Mogelijk moet het team samenwerken met een duikteam of een brandweereenheid.

Sdu Uitgevers - nummer 4 april 2017

41


Volledig op de hoogte met Brand & Brandweer

B B&B &B Brand

Bra

nd&

&Bran

B&B Brand&Brandweer

JUNI 2016

B&B dweer

&Bran

d voor lad bla kb vak va

en erlening hulpv weer, brand

d voor

brand weer, hulpv erlening en

• Brusselse brandweer deelt de ervaring van de aanslagen

5

voor dacht j bi op aan • Vol idshygiëne arbe vakblad v akblad tra voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding n ce AN G 40 n JAA RG oefe er ers ov ernem • Ond dveiligheid bran

ing nbestrijd rampe

6

• Brancherichtlijn duiken moet zorgen voor kwaliteitsimpuls v va ak kb bla lad

6 ME I 201

Brand

dweer

rampe40 JAARGANG nb

estrijd ing

Brand papieropslag Scheemda duurt tien dagen

• S te bij unpun kla psych t voo cht oso r hu cia en • V le lp er Ma nieuw n feit scha de op pA le is e iding • L en es wo sen va Hel ningb n de f ata lev ran oet le d slu in is

7/8 STU S

201 6

v va akb • Rob lad voo ots, r bra ndw van de het materie toekom el eer, hulpver len st? ing • Blu en JAA RG ram AN spakk G 40 pen en bes afgest trij din emd op g de klu s

B&B Bra

nd&B

LTR_

P001

B&B Brand

&Brandwe

01_LTR

er

SE

PT EM

9 JA AR

G AN

B ER

20 16

G 40

Spe kw len m bij adran et cen brand ten tru mZ utp hen

om Zorgen ingen d verbin d n a r b j bi ren o zendt

B&B

JUL I / AU GU

ndw eer

• Vooruitblik op het brandweercongres

tie oriënta kamer • Her elijke Meld Land ie at is Organ

LTR_P0

• Red gere sterker edschap: kleiner , lichter en

Bra

_LTR

-BR-

ran

dw eer

09-2

016

ww w.b ran den bran dw eer. nl

1

www.b randen brandw eer.nl

-BR-07-

2016 1

Brand&Brandweer

www.brandenbrandweer.nl 23-6-201

6 9:54 :23

LTR_P001_LTR-BR-06-2016 1

25-8

-201

6 9:3 6:24

19-5-2016 11:03:20

6:21 6 11:3

28-4-201

B&B er

&Brandwe

Brand

eer.nl brandw randen www.b

2016 1

-BR-05-

01_LTR

LTR_P0

Brand & Brandweer houdt u volledig op de hoogte van alle ontwikkelingen in het brandweer en rampenbestrijdingsvak via de brand online. U vindt in Brand & Brandweer elke maand boeiende artikelen over de brandweer in al zijn facetten: repressie & preventie, rampenbestrijding & crisisbeheersing, bestuur & organisatie en actueel nieuws uit de korpsen. Neem nu een abonnement en u ontvangt maandelijks het blad en u heeft toegang tot brandenbrandweer.nl, waar u naast het nieuws over uw vakgebied, gratis toegang hebt tot de archieffunctie van Brand&Brandweer.

Ga naar sdu.nl/brandweer


JEUGDBr an dweer

Opleiding jeugdleider moet zorgen voor kwaliteitsimpuls Met de opleiding jeugdleider wil Jeugdbrandweer Nederland zorgen voor een betere aansluiting van de jeugdbrandweer op de brandweer. ‘We willen de jeugdleden beter opleiden, zodat ze makkelijker kunnen doorstromen naar de volwassen brandweer zodra ze achttien zijn’, aldus Marcel Jonkman, voorzitter van Jeugdbrandweer Nederland.

Door het inbrengen van competitieelementen, zoals wedstrijden, kun je de lessen interessanter maken.

Door JILDOU VISSER

D

e opleiding heeft Jeugdbrandweer Nederland samen met BOGO en Veiligheidsregio Utrecht ontwikkeld. ‘We hebben nu net de eerste pilot van de opleiding afgerond. Iedere regio had de mogelijkheid om een jeugdleider de opleiding te laten volgen. Het is de bedoeling dat zij als kwartiermaker de opleiding verder promoten in hun eigen regio’, vertelt Jonkman. Centraal in de vijfdaagse opleiding staat het vergroten van de didactische vaardigheden van de jeugdleiders specifiek gericht op de jonge doelgroep. ‘In de opleiding hebben we veel aandacht besteed aan leuke activerende werkvormen, de After Action Review en ELO. Bij de jeugd is ELO al een heel normaal hulpmiddel dat ook op school wordt gebruikt. Het is belangrijk dat jeugdleiders goed weten hoe ze dit kunnen inbedden in hun lessen.’ Ervaring Jan van der Kooy van de jeugdbrandweer in Veiligheidsregio Groningen was een van jeugdleiders die de opleiding heeft gevolgd. ‘Junioren en aspiranten zijn echt een aparte doelgroep als het op lesgeven aankomt. Ik had vooraf niet verwacht dat de opleiding zo interessant was. Ik heb technieken geleerd die ik nu in mijn lessen

Brand&Brandweer

kan toepassen, bijvoorbeeld het gebruik van meer activerende werkvormen en competitie-elementen in de lessen. Hiermee kan ik de les- en leerstof beter op de jeugdleden overbrengen’, aldus Van der Kooy. ‘Theorielessen zijn voor jongeren vaak al snel saai. In de opleiding hebben we daarom ook specifiek aandacht besteed aan hoe je de lessen interessanter kunt maken. Bijvoorbeeld door met een bal over te gooien waarbij de gooier een vraag mag stellen aan de vanger. Of met het verwerken van de online tool Kahoot in je lessen. We hebben vijftig werkvormen vastgelegd in een boek, zodat de jeugdleiders daar ook na deze opleiding nog inspiratie uit kunnen halen’, vult Jonkman aan. Evaluatie Hoewel de evaluatie nog moet plaatsvinden is Van der Kooy al overtuigd van het nut en de noodzaak van de opleiding. ‘Ik ben ervan overtuigd dat we hiermee de kwaliteit van de jeugdkorpsen in Nederland een impuls kunnen geven. Ik hoop dat daardoor de jeugdbrandweer straks ook beter aansluit bij de opleiding Manschap A, zodat jeugdleden makkelijker kunnen doorstromen.’ Na de evaluatie wordt volgens Jonkman het programma en de les- en leerstof van de opleiding definitief gemaakt, waarna BOGO de producten beschikbaar kan stellen aan alle brandweeropleidingsinstituten. ■

Sdu Uitgevers - nummer 4 april 2017

43


gespot i n de markt

HFS AutoFlaker maakt het opnemen en vouwen slangen makkelijker Hytrans toont op de komende 112 Vakdagen voor het eerst het nieuwe volautomatische slanopneemapparaat aan het publiek. De HFS AutoFlaker is geschikt voor het volautomatisch opnemen en

vouwen van 6” en 8” slangen. Hiermee kan de chauffeur in de truck het hele slangopnemen voor zijn rekening nemen. Door het slangopnemen te automatiseren zijn er dus geen mensen in de slangenbak

meer nodig. Op de 112 Vakdagen wordt dit systeem getoond in combinatie met een 2000 meter 6” slang, dompelpomp en armaturen. De AutoFlaker is een gepatenteerd systeem.

112 Vakdagen, hét kennis- en netwerkplatform voor innovatie in hulpverlening en veiligheid De tweejaarlijkse vakbeurs 112 Vakdagen is op 16, 17 en 18 mei 2017 in de Evenementenhal Gorinchem. 112 Vakdagen is het kennis- en netwerkplatform voor bedrijven, instanties en organisaties die zich op professioneel vlak bezighouden met algemene 112 hulpverlening, veiligheid, gebouw gebonden oplossingen, industriële veiligheidsoplossingen en publieke veiligheid. Actuele thema’s zoals big data, cyber en drones worden behandeld.

44

nummer 4 april 2017 - Sdu Uitgevers

De vakbeurs benadrukt het belang van een multidisciplinaire samenwerking met als doel: beter inspelen op rampen, crises, incidenten, situaties en dreigingen. Op het buitenterrein zijn diverse live demonstraties te volgen. Tevens wordt de beurs spectaculair geopend door Klaas Wilting, voormalig hoofd voorlichting en woordvoerder van de korpsleiding van de politie.

Tijdens 112 Vakdagen organiseert Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid een (betaald) congres op de eerste dag en diverse excursies, met als thema: Crisisbeheersing & Rampenbestrijding. Op dag 1 en 3 is de beurs te bezoeken van 10.00 tot 17.00 uur. Op beursdag 2 van 13.00 tot 21.00 uur. Ga voor meer informatie naar: www.evenementenhal. nl/112vakdagen.

Brand&Brandweer


B&B REGISTER

B&B Brand&Brandweer

vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding

Adviesbureau Brandpreventie

Floriaan B.V. Postbus 220 5300 AE Zaltbommel Tel. 0418 573800 Fax 0418 573801 info@floriaan.nl www.floriaan.nl

Vaste adverteerders (contract­ houders) worden gratis in één rubriek opgenomen voor een heel jaar. Heeft u ook interesse, stuur dan uw gegevens naar het aangegeven adres, zie bon.

Waar kunt u terecht voor producten en diensten? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Advertentieverkoop: I.S.-acquisitie, tel. 06-23700323, www.is-acquisitie.com

Geboorde brandputten Raaijmakers Bronbemaling Erfstraat 8 5408 SJ Volkel-Uden Tel. 0413 273065 Fax 0413 274190 info@raaijmakersbronbemaling.nl www.raaijmakersbronbemaling.nl

Verhuur & Brandweerpersoneel Droogkasten & reinigingsmachines Laundry b.v. Industrieweg 10 Postbus 7015 3286 ZG Klaaswaal  Tel. 0186 572900 Fax 0186 573210 laundry@laundry.nl www.laundry.nl

RegioSafe Fire & Rescue B.V. Nieuwe Schaft 9/B 3991 AS Houten Tel. 030 6704815 info@regiosafe.nl www.regiosafe.com

Ook wij willen opgenomen worden als bedrijf! Stuurt u mij vrijblijvend informatie over hoe mijn product of dienstverlening vermeld kan worden in deze rubriek. Bedrijf/organisatie Postadres Postcode/woonplaats Telefoonnummer Faxnummer Gewenste rubrieken

o per rubriek, per uitgave € 45,o per rubriek heel jaar (10 uitgaven) € 355,Prijzen exclusief BTW Datum

Handtekening

B&B Brand&Brandweer

U kunt deze bon inscannen en mailen naar: info@is-acquisitie.com. Voor deze en andere advertentiemogelijkheden in B&B, Ambulancezorg, Brandweer-, GHOR- en Veiligheidsregio-almanak e.a.: I.S.-Acquisitie, tel. 06-23700323, www.is-acquisitie.com

Brand&Brandweer

Sdu Uitgevers - nummer 4 april 2017

45


Brandweer houdt veroordeelde oplichtster aan Brandweerlieden uit het Overijsselse Goor hebben begin maart de politie ondersteund bij een wel erg opzienbarende aanhouding van een veroordeelde oplichtster. De hoogwerker moest eraan te pas komen om de vrouw uit haar appartement te halen. Ze was ziek en moest op een brancard uit de woning worden getakeld. De vrouw was al in 2008 veroordeeld, maar wist door een verblijf in het buitenland tot begin maart aan haar straf te ontkomen. Bron: opgelicht.avrotros.nl

brandweer bevrijdt inbreker uit liftschacht

BRAND&BRANDWEER Brand&Brandweer is het vakblad voor brandweer, hulpverlening en rampenbestrijding, en het communicatiemagazine van Brandweer Nederland. April 2017 - nummer 4 jaargang 41 REDACTIE-ADRES

Brand&Brandweer t.a.v. redactiesecretariaat Brand&Brandweer, Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, tel. (058) 2160862, e-mail: brand&brandweer@sdu.nl REDACTIE

Ing. Stephan J.M. Wevers, commandant brandweer Twente (voorzitter redactie) Drs. Albert-Jan van Maren, brandweer Gelderland-Midden Frans van der Veen, brandweer Gooi en Vechtstreek Marcel van Galen, hoofd risicobeheersing Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Frank Huizinga, woordvoerder Brandweer Nederland Lucas de Lange, Vernieuwde repressie Veiligheidsregio Haaglanden Gerard Bouwmeester, vrijwilliger Veiligheidsregio Utrecht EINDREDACTIE

Een inbraak in Schiedam is begin maart grandioos mislukt toen de inbreker vast is komen te zitten in de liftschacht, tussen de lift en de wand. Brandweerlieden moesten de lift gedeeltelijk demonteren om de dief te bevrijden. Met hulp van de hoogwerker is de man vervolgens naar beneden vervoerd waarna hij zelf naar de brancard kon lopen. Per ambulance is hij overgebracht naar het ziekenhuis. Bron: waarmaarraar.nl

Jildou Visser e-mail: info@jildouvisser.nl AAN DIT NUMMER WERKTEN MEE

Lucas de Lange, Sander Graafhuis 112Groningen, Ginopress, Brandweer Brussel, Jolanda Haven, Casper Ferwerda, Brandweer Nederland, IFV, Michel Preng, Veiligheidsregio Haaglanden, Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland, Paul Termorshuizen, Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden, Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland, Veiligheidsregio Utrecht, Ellen Schat, ABWC, Jeugdbrandweer Nederland. ONTWERP EN OPMAAK

SD Communicatie, Rotterdam DRUK

Wilco BV - Amersfoort UITGEVER

Sdu Uitgevers: Roel W. Roos Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail: r.roos@sdu.nl BLADMANAGEMENT

drs. Karel Frijters Postbus 20025, 2500 EA Den Haag, e-mail: k.frijters@sdu.nl ADVERTENTIE-ACQUISITIE

Lijst van adverteerders Evenementenhal Gorinchem 4 Holmatro 16 Hytrans Systems BV C2 Kortrijk XPO C4 Laundry BV 4 P & G Safety 4 Raaijmakers en Zn Bronbemaling BV 4 SDU 4, 16, 22, 30, 38, 42, C3

Tarieven, reserverings- en sluitingsdata voor (combinatie)advertenties in B&B, Ambulancezorg, Brandweer-, GHOR- en Veiligheidsregio-almanak e.a. op aanvraag beschikbaar bij: I.S.-Acquisitie, tel. 06-23700323, e-mail: info@is-acquisistie.com www. is-acquisistie.com Aanlevering van advertentiemateriaal bij loap@sdu.nl

ABONNEMENTEN

Opgave van abonnementen en adres-wijzigingen: Sdu Klantenservice, Postbus 20014, 2500 EA Den Haag, tel. (070) 378 98 80, fax (070) 378 97 83, e-mail: sdu@sdu.nl, www.sdu.nl/brandweer Vanwege de aard van de uitgave, gaat Sdu uit van een zakelijke overeenkomst; deze overeenkomst valt onder het algemene verbintenissenrecht. Het abonnement op Brand&Brandweer (10 nummers) kost 92 euro excl. BTW (97,52 euro incl. BTW). Deze prijs is inclusief verzendkosten. Prijs los nummer: 10 euro (incl. BTW). Prijs online-abonnement los: 76 euro Excl BTW (92,72 euro incl. BTW) Een abonnement op B&B geeft tevens toegang tot B&B-digitaal via www.brandenbrandweer.nl en de Sdu Tijdschriften App (STapp). Inlogcodes worden schriftelijk aan abonnees verstrekt. Een abonnement geldt voor een jaar en wordt automatisch met een jaar verlengd, tenzij uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van het abonnementsjaar schriftelijk wordt opgezegd bij Sdu Klantenservice (zie adres hierboven). Wilt u reageren op een artikel, of een onderwerp/artikel aandragen voor publicatie in B&B, neem dan contact op met de redactie via brand&brandweer@sdu.nl. De redactie houdt zich het recht voor artikelen in te korten dan wel journalistiek aan te passen. © Sdu Uitgevers 2017 Alle rechten voorbehouden. Alle auteurs­ rechten en databankrechten ten aanzien van deze uitgave worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij Sdu Uitgevers bv. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Op al onze producten zijn onze leveringsvoorwaarden van toepassing. Zie hiervoor onze website www.sdu.nl Persoonsgegevens worden bewerkt voor de uitvoering van de (abonnements)overeenkomst en om u van informatie te voorzien over Sdu Uitgevers bv en andere zorgvuldig geselecteerde bedrijven. Indien u geen prijs stelt op deze informatie, kunt u dit schriftelijk melden bij Sdu Klantenservice. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden auteurs, redac­teuren en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten of onvol­komenheden. ISSN 01656-4675

SLUITINGSDATA ADVERTENTIES EN BIJSLUITERS 2017

nummer Nr. 5 Nr. 6 Nr. 7/8 Nr. 9

verschijning sluiting 06-05 11-04 03-06 09-05 01-07 06-06 02-09 08-08

TERMIJN VAN ANNULERING:

6 weken voor verschijningsdatum Termijn van inzending:

3 weken voor verschijningsdatum

46

nummer 4 april 2017 - Sdu Uitgevers

Brand&Brandweer


Brand & Brandweer Vakdag De dag voor iedere brandweerprofessional

Voor beroeps en vrijwilligers

zaterdag 10 juni 2017 | soesterberg De vakdag voor iedere brandweerprofessional Op zaterdag 10 juni is de eerste editie van de Brand & Brandweer Vakdag, speciaal ontwikkeld voor alle brandweerlieden, zowel beroeps- als vrijwillige brandweerlieden. EĂŠn van de hoogtepunten van deze dag is het verhaal van de Belgische brandweercommandant Dirk Keymolen, die verantwoordelijk was voor de operationele leiding na de aanslag op Brussels Airport in Zaventem. Schrijf u in voor slechts e 99,- p.p. (excl. btw). Wilt u met uw team komen? Neem contact met ons op voor een groepsinschrijving.

www.brandenbrandweervakdag.nl

Medeorganisator:

Mediapartner:


Vakbeurs voor de uitrusting van politie-, bewakings- en veiligheidsdiensten, urgentiediensten en rampenbestrijding

25 - 2 6 - 2 7 | 0 4 | 2 0 1 7 9:30 -17:00

9:30 -17:00

9:30 -16:00

In samenwerking met de lokale en federale politie

www.infopol-xpo112.be SPONSORS

PARTNERS

GRATIS BEZOEK: registratie via de website met code

202


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.