WARMTENETTEN

KERNENERGIE
KLEINE CENTRALES
HELPEN VERDUURZAMING
JOS VERVUURT ROERMONDSE GRIFFIER NEEMT AFSCHEID
ARBITRAGE GANG NAAR DE RECHTER IS ZELDEN KANSRIJK

WARMTENETTEN
KERNENERGIE
KLEINE CENTRALES
HELPEN VERDUURZAMING
JOS VERVUURT ROERMONDSE GRIFFIER NEEMT AFSCHEID
ARBITRAGE GANG NAAR DE RECHTER IS ZELDEN KANSRIJK
Geactualiseerde editie 2024
De Gemeentewet helder uitgelegd
Met het praktische boek De Gemeentewet in eenvoudig Nederlands wordt de Gemeentewet voor iedereen toegankelijk
Voor raadsleden en andere geïnteresseerden actief in de gemeente
Geen juristentaal maar begrijpelijk Nederlands
Voortaan bent u zeker van de juiste interpretatie van de Gemeentewet
isbn 978 90 12 40927 8 Els Boers & Douwe Brongers 150 pagina’s
te bestellen via : www.sdu.nl/shop
Coverfoto: ANP/Laurens van Putten | Nummer 1 verschijnt op 24 januari 2025
Jos Vervuurt
Na 23 jaar neemt de Roermondse
eigen ambtelijke organisatie kreeg ‘was heel belangrijk’.
THEMA Netcongestie
THEMA Kernenergie
Kleine modulaire centrales kunnen een belangrijke rol spelen in de energieverduurzaming, zegt hoogleraar Nasser Kalantar.
14 22 8 18 28 38
THEMA Warmtenetten
Leiden en Voorschoten willen met eigen distributienetten aansluiten op het transportnet WarmteLinq.
leiden ertoe dat zelfs kleinverbruikers in de provincie Utrecht geen aansluiting meer kunnen krijgen.
THEMA Sporthallen Verduurzamen van sportlocaties helpt bij het halen van de klimaatdoelen.
Constitutioneel hof Een gang naar de rechter is voor gemeenten vaak een moeilijke weg. Andere vormen van arbitrage zijn effectiever bijtrale overheden.
VERDER
Lopende
Alleen als er een substantiële positie van gemeenten, kunnen zij de afspraken in de door de VNG ondertekende Woontop waarmaken.
De VNG stelt die voorwaarde aan de uitvoering vanwege de forse bezuinigingen die op gemeenten afkomen in het ravijnjaar 2026. Met het kabinet is afgesproken dat rondom de Voorjaarsnota duidelijkheid is over die financiële positie. De afspraken uit de Woontop houden in dat gemeenten financieel een forse bijdrage moeten leveren. Van hen wordt waarschijnlijk cofinanciering van nieuwbouwprojecten gevraagd. Maar daarnaast moet ook de woon- en leefomgeving worden ingericht en er moeten voorzieningen zoals sportgelegenheden komen.
SNELLER BOUWEN
Op de recente Woontop zijn op hoofdlijnen afspraken gemaakt om de woningbouw te versnellen. Zo is onder meer
afgesproken dat er een norm komt van dertig procent sociale huur en twee derde betaalbare koop (voor lage en middeninkomens) bij nieuwbouw. Het belangrijkste uitgangspunt voor de VNG is dat dit in de Wet versterking regie volkshuisvesting wordt vastgelegd. Een regierol van gemeenten is daarvoor essentieel.
De VNG geeft aan dat bij de versnelling landelijke regie en samenwerking prima zijn als dat nodig is, maar wel met oog voor lokale inpassing. Ook is het van belang woningen te bouwen waar ook een volgende generatie zorgeloos in kan wonen. Die moet niet opdraaien voor bijvoorbeeld de kosten van fundering- of waterschade als gevolg van klimaatverandering.
MAATWERK
Bij alle gemaakte afspraken stelt de VNG als kanttekening dat die niet de lokale autonomie mogen aantasten. Maatwerk om de bestaande voorraad beter te benutten of mogelijkheden om op eigen erf bijvoorbeeld een mantelwoning te bouwen, moeten mogelijk blijven. De afspraken uit de Woontop worden nu verder uitgewerkt. Daarnaast zijn, aldus de VNG, niet alle knelpunten opgenomen in de afspraken. Ook netcongestie en grondbeleid zijn bij het beschikbaar stellen van grond door gemeenten van belang. (MM) ←
Ik vind het heel naar dat er nog mensen zijn die dat zeggen en zo hun straatje willen schoonvegen. Beduusd ben ik daarvan.
Raadslid Jenneke Laurense-Weidema uit Montferland werd met vuurwerk bekogeld en hekelt mensen die zeggen dat het incident verzonnen is, de Gelderlander 3 december
Gemeenten kunnen binnen afzienbare tijd regels opstellen om de warmtetransitie in de gebouwde omgeving tot uitvoering te brengen.
Die mogelijkheid biedt het wetsvoorstel Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie dat door de Eerste Kamer is aangenomen. Dit wetsvoorstel voegt aan de Omgevingswet, de Gaswet en de Warmtewet instrumenten toe die gemeenten handelingsperspectief bieden. Met dit voorstel kunnen gemeenten samen met bewoners en gebouweigenaren een afweging maken over wat per wijk het beste warmtealternatief is. (MM) ←
Lees vanaf pagina 22: Warmte op het netvlies
Met een nieuwe wet ‘Van school naar duurzaam werk’ gaat het kabinet jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt beter helpen. Gemeenten moeten volgens die wet verplicht gaan samenwerken met scholen en de ‘doorstroompunten’ (voorheen de Regionale Meld- en Coördinatiepunten).
Nederland telt ruim 100.000 jongeren zonder werk die geen opleiding volgen. Gemeenten kunnen deze jongeren niet altijd een passende ondersteuning bieden. Jongeren kunnen uit beeld raken of weten de weg naar hulp niet te vinden. De nieuwe wet slaat een brug tussen gemeente, scholen, doorstroompunten en werkgevers om dit te voorkomen.
De school of het doorstroompunt kan in individuele gevallen hulp vragen van de gemeente bij het matchen op werk of het combineren van werken met leren. Ook jongeren die geen werk hebben, kunnen ondersteuning krijgen van gemeenten. Voor het uitvoeren van deze taak wordt de Participatiewet aangepast.
De nieuwe wet moet op 1 januari 2026 ingaan. (LM) ←
Onafhankelijk van elkaar brachten de rekenkamers van Utrecht en Den Haag tegelijkertijd kritische adviezen uit over de (informatie)veiligheid bij beide grote gemeenten. Die laat nog te wensen over.
De Utrechtse rekenkamer constateert dat de gemeente sinds 2021 goede stappen heeft gezet met de beveiliging van haar digitale systemen. Het lukte ethische hackers niet die te kraken. Maar waar Utrecht zijn digitale beveiliging op orde lijkt te hebben, geldt dat niet voor de fysieke beveiliging. De rekenkamer had ‘ingehuurde insluipers’ ingezet om te onderzoeken hoeveel moeite het kost om de beveiligde delen van het stadskantoor en het stadhuis te betreden.
INSLUIPERS
Dat bleek nog altijd betrekkelijk eenvoudig, ondanks de investeringen die de gemeente had gedaan na 2021 toen een soortgelijk onderzoek plaatsvond. Nog steeds konden insluipers ongezien de beveiligde delen van beide gebouwen betreden en daar ook langere tijd verblijven.
Sterker nog: de insluipers werden geen enkele keer door medewerkers op hun aanwezigheid aangesproken. Dit is niet zonder risico’s, schrijft de rekenkamer. Want nog altijd wordt belangrijke informatie soms op papier bewaard en informatie – en apparaten –kunnen nog altijd worden gestolen.
In het algemeen constateert de Rekenkamer Utrecht dat het gedrag van medewerkers niet is verbeterd. Niet alleen spreken ze insluipers niet aan, ze geven ook gevoelige informatie zoals inloggegevens af aan mensen met slechte bedoelingen.
MOBIEL WERKEN
Het onderzoek van de Rekenkamer Den Haag richtte zich op de kwetsbaarheden van mobiel werken. Bij het besluit om mobiel werken uit te breiden, heeft de gemeente volgens de rekenkamer onvoldoende onderzocht wat daarvan de risico’s zijn. Ook doet ze te weinig aan het bewust en medeverantwoordelijk maken van medewerkers voor veilig werken.
Den Haag maakt verder te weinig gebruik van de technische mogelijkheden om mobiel werk te beveiligen, en heeft onvoldoende zicht op wie voor welk programma verantwoordelijk is.
Overigens kwamen uit het onderzoek geen ‘directe bedreigingen’ voor de digitaleveiligheid naar voren, schrijft de rekenkamer enigszins geruststellend. (LM) ←
Meer over de commissies en het vergaderschema: vng.nl/vereniging
TEKST: VNG
TERUGBLIK COLLEGE
VOOR ARBEIDSZAKEN
20 NOVEMBER 2024
Tijdens deze vergadering van het college en WSGO-bestuur stonden onder andere de volgende punten op de agenda: een terugkoppeling van de onderhandelingen over de Cao Gemeenten/SGO en Cao Aan de slag en het onderwerp zzp.
TERUGKOPPELING ONDERHANDE
De VNG, WSGO en vakbonden hebben op vrijdag 15 november hun inzetten toegelicht. Werkgevers gaven aan voor stabiliteit en continuïteit te willen gaan in deze financieel moeilijke tijden. De drie vakbonden hebben een grote wensenlijst neergelegd die in de ogen van werkgevers niet past bij de financiële situatie van de sector. Naar aanleiding van dat overleg hebben de VNG en WSGO de vakbonden gevraagd om te komen tot een prioritering van hun voorstellen. Tijdens het overleg op woensdag 4 december gaven de bonden aan pas te willen prioriteren na een loonbod door de werkgevers. De VNG en WSGO gaan zich bezinnen op een volgende stap om uit deze impasse te komen.
TERUGKOPPELING CAO AAN
Op woensdag 13 november vond een eerste gesprek plaats met de bonden over de Cao Aan de slag. De bonden hebben hun wensenlijst kenbaar gemaakt voor 2025 en voor de toekomst. Aangezien er in het bestuurlijke overleg met het ministerie van SZW vooralsnog geen financiële toezegging is gedaan, is het overleg over een nieuwe cao opgeschort tot er meer duidelijkheid is.
Cristel van de Ven, voorzitter van de Vereniging Zelfstandigen Nederland (VZN), was uitgenodigd om te vertellen over het onderwerp zzp. Nederland kent een hoog percentage flexwerkers en staat met 35 procent op de eerste plaats in de EU. In de gemeentelijke sector ligt het percentage externe inhuur echter lager. Wel zijn er door cao-partijen in de vorige
cao al enkele afspraken gemaakt in verband met de risico’s en nadelen van het inzetten van veel zzp’ers. Eén van de risico’s is schijnzelfstandigheid. De Belastingdienst gaat werkgevers hierop controleren, want per 2025 vervalt het handhavingsmoratorium. In de vorige cao is afgesproken dat een arbeidsovereenkomst het uitgangspunt is en dat de omvang van externe inhuur wordt gemonitord. De voorzitter van de VZN (h)erkent de risico’s. Ze sluit af met enkele aandachtspunten die belangrijk zijn zoals duidelijke criteria voor zelfstandig ondernemerschap, voorwaardelijke fiscale faciliteiten en sociale zekerheid voor alle werkenden, ook zzp’ers.
RAADSLEDEN & GRIFFIERS
7 NOVEMBER 2024
De VNG-commissie Raadsleden & Griffiers kwam op donderdag 7 november bijeen. Belangrijkste onderwerp van de agenda was de concept-Model Participatieverordening en bijbehorende implementatiehandleiding.
De VNG verstuurt binnenkort een ledenbrief over de Model Participa-
tieverordening (zie ook pagina 32). De modelverordening schetst twee varianten van mogelijke verordeningen. Vanuit de commissie wordt geadviseerd om de positie en verantwoordelijkheden van de gemeenteraad te verduidelijken in de toelichting op de modelverordening. De raad stelt de kaders op voor de uitvoering door het college. Als de gemeente een participatieverordening heeft vastgesteld is er altijd de mogelijkheid om meer te doen dan vastgelegd is in de verordening.
Ook kwam de voortgang inzake de afronding van de modelinstructie griffier ter sprake. Naar verwachting wordt een aangepaste modelinstructie besproken in de eerstvolgende commissievergadering.
ACTIEPLAN VERBETERING
De commissie heeft het actieplan nagelopen ter verbetering van de zichtbaarheid van de raadsleden en griffiers binnen en buiten de VNG-governance. Onderdeel daarvan is dat er meer verbinding wordt gelegd met de overige commissies binnen de VNG. De verbinding wordt gelegd vanuit de relatie en de inhoud. Tijdens de VNG Bestuurdersdag van vrijdag 29 november heeft de commissie ideeën hierover opgehaald.
Leonard Geluk Algemeen directeur VNG leonard.geluk@vng.nl, linkedin.com/in/leonardgeluk
In een sfeer van vertrouwen is het prettig werken. Je voelt dat je niet in het pak wordt genaaid, dat de gesprekspartners begrijpen in welke context je opereert, en omgekeerd. Dan is tegendruk ook gemakkelijker te accepteren, het is geven en nemen. Zo’n gevoel van veiligheid is lang niet altijd vanzelfsprekend. Maar dat is wel het geval in het maandelijks overleg met Aedes, de koepel van woningcorporaties, en het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO). Samen met onze directeur Leefomgeving, Albert Vermuë, spreek ik Martin van Rijn (Aedes), Chris Kuijpers (secretaris-generaal VRO) en Marco Pastors van de wijkaanpak in Rotterdam-Zuid, die dagelijks in de praktijk ziet welke knelpunten het bouwen belemmeren. En ook wat we kunnen verbeteren in de samenwerking tussen gemeenten en woningcorporaties, het levert veel praktische ideeën op voor hoe we dit kunnen vormgeven.
De Woontop van Mona Keijzer van vorige week, met alle overheden en koepels van de bouw- en vastgoedsector, is een lichtpuntje in een donkere tijd. De kansen om te versnellen zijn reëel. Het is belangrijk dat we hebben afgesproken om 100.000 woningen per jaar te bouwen, waarvan 30 procent sociale huur, en twee derde betaalbare koop. Belemmerende regels worden aangepakt en gemeenten gaan de regels voor het bouwen meer standaardiseren. Daarnaast komt er een ondersteuningsprogramma met extra menskracht voor planologie en vergunningverlening.
Van betekenis is ook de beweging naar meer ‘open boeken’ van ontwikkelaars en corporaties. Gemeenten kunnen dan zien hoe reëel het is als een partij claimt dat er een onrendabele top op een project zit. De gemeente moet dan zelf ook zoveel mogelijk openheid geven over de financiële aspecten. In de praktijk zal dit nog weleens listig zijn, maar het gaat om vertrouwen. In de onderhandelingen over de Woontop liepen veel zaken door elkaar, zoals het Overhedenoverleg over de balans tussen taken en middelen. In woningbouwprojecten wordt veel medefinanciering van gemeenten gevraagd, waar ze nu de begrotingen al niet rond krijgen. We maken daarom de disclaimer bij de afspraken van de Woontop dat het alleen lukt wanneer het kabinet in de Voorjaarsnota ruimte maakt voor een structurele verbetering van de financiële positie van gemeenten. Zo gezien is de Woontop een zwak kerstlichtje. Het brandt op een sprank van verbinding, geloof in vooruitgang bij alle betrokken partijen, en op de wil om collectief belang te laten prevaleren boven het individuele voor het gezamenlijke doel. Met samenwerking en vertrouwen kan het lichtje opflakkeren tot een vuurtje dat misschien wel overslaat naar andere maatschappelijke opgaven. Dat zou nog ’s een mooi perspectief zijn voor 2025! ←
THEMA KERNENERGIE
ZONDER KERNCENTRALES GAAT HET NIET
LUKKEN DE KLIMAATDOELEN TE HALEN, NAYESTANAKI. KLEINE, MODULAIRE
CENTRALES KUNNEN EEN BELANGRIJKE
ROL SPELEN IN DE VERDUURZAMING.
‘Als fossiel wordt gesubsidieerd, waarom kernenergie dan niet?’
‘Laten we beginnen met de bouw van twee grote centrales’
De boodschap van Nasser Kalantar-Nayestanaki, hoogleraar kernfysica en kernenergie aan de Rijksuniversiteit Groningen, is duidelijk. In Parijs zijn afspraken gemaakt hoe de opwarming van de aarde tegen te gaan. Om de uitstoot van CO2 terug te dringen, is een mix van energiebronnen nodig. ‘Zonder kernenergie redden we het niet tot 2050. Alle verschillende internationale rekenmodellen komen binnen een paar procent verschil uit op een aandeel kernenergie van rond de tien procent in de toekomstige energiemix. Dat is niet echt gigantisch.’
is...
Nasser
KalantarNayestanaki is hoogleraar kernfysica en kernenergie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij is ook wetenschappelijk directeur van ESRIG, het Groningse onderzoeksinstituut voor energie en duurzaamheid.
Deze maand bezocht Kalantar Zuid-Korea om daar met een delegatie in opdracht van het ministerie van Klimaat en Groene Groei meer kennis te vergaren rond alle aspecten van kernenergie, waaronder kleine modulaire kerncentrales (smr’s). Het ministerie werkt aan een nieuw kernenergieprogramma met daarin mogelijk een rol voor zulke kleine centrales.
Heeft Nederland kernenergie nodig om zelfstandig in duurzame energie te kunnen voorzien?
‘Alleen met wind en de zon redden we het niet. Ook hier is kernenergie nodig. Financieel gezien is dat volgens sommige berekeningen zelfs goedkoper dan andere alternatieven. Zo heb ik grote twijfels bij zonneenergie opgeslagen in batterijen. Je kunt berekenen hoeveel batterijen er voor deze opslag nodig zijn. We maken Moeder Aarde kapot vanwege de resources die daarvoor nodig zijn. Wat betreft die onafhankelijkheid, vraag ik me als internationaal wetenschapper af wat dat eigenlijk is. In principe hoort ieder land een alternatief voorhanden hebben wanneer een energiecrisis ontstaat. Zeker een rijk land als het onze. Nederland is net als ieder Europees land best kleinschalig. Europa hoort als eenheid antwoord te hebben op mogelijke crises. Ik noem het redundantie in het energiesysteem. Sommige oplossingen zijn heel duur, je kunt niet alles dubbel maken. Alle landen moeten hun rol op energievlak Europabreed spelen. Voor ons eigen belang zou
Nederland echter dom bezig zijn als kernenergie geen onderdeel uitmaakt van de energiemix. Dat biedt ons de nodige flexibiliteit.’
De ecologische urgentie neemt toe, de publieke opinie draait bij en de politieke wil is er voor een groot deel. Is de kritische massa groot genoeg voor een nucleaire renaissance in Nederland?
‘Met mijn collega’s doe ik de test met onze studenten, jonge, nieuwsgierige mensen. Als ik hun zeven jaar geleden had gevraagd wie voor of tegen kernenergie was, dan was driekwart neutraal en de rest verdeeld. Stellen we dezelfde vraag nu, dan is rond de driekwart voor, iets van twintig procent neutraal en tien procent tegen. Bij één lezing die ik geef, verandert de helft van de meningen die tegen waren. De rugdekking van de maatschappij wordt steeds groter. Peilingen laten zo ongeveer zien dat de helft van de bevolking nu voor is en de andere helft neutraal of tegen.’
De opwekking van elektriciteit met kernenergie is de enige opwekking waar nog wat publiek geld bij moet. Als de overheid de economische risico’s niet wil afdekken, dan heb je toch geen businessmodel?
‘Mijn collega-hoogleraar economie Machiel Mulder heeft enige tijd geleden berekend wat er gebeurt als de subsidies op de fossiele energie worden stopgezet. Dan blijkt dat kernenergie in de energiemix prima betaalbaar is. Als fossiel wordt gesubsidieerd, waarom kernenergie dan niet? Alles wordt gesubsidieerd, maar rond kernenergie bestaat daarover discussie. Natuurlijk zijn de bedrijven aan zet als het gaat om de grote investeringen. Maar om kernenergie een goede start te geven, moet de regering eigenlijk gedeeltelijk garant staan voor de onvoorziene kant van het verhaal.’
Dat kerncentrales altijd veel duurder uitvallen dan verwacht en de bouw altijd uitloopt?
‘De twee argumenten die altijd worden gebruikt tegen kernenergie. Japan heeft als recordhouder een kerncentrale in vier jaar tijd gebouwd. Zuid-Korea doet dat in zeven jaar. Er is net een complex met vier reactoren
geleverd aan de Verenigde Arabische Emiraten binnen de tijd en de begroting.
‘Dat het Zuid-Korea wel lukt, komt vooral doordat eenzelfde team onder hetzelfde management jaar in, jaar uit samenwerkt om kerncentrales te bouwen. De regelgeving is ook daar zorgvuldig, ook daar kent men de gevaren. Zuid-Korea is niet minder veilig dan Nederland op dit vlak.
‘Intussen doen wij er in Europa tien tot vijftien jaar over om een kerncentrale te bouwen. Hoe langer het duurt, hoe voorzichtiger investeerders zijn. Ze zijn er huiverig voor dat in the middle of the game de spelregels veranderen. Dat heeft niks te maken met kernenergie, maar met willekeurig overheidsbeleid. In dat opzicht is een maatschappelijke discussie relevant. Vinden we kernenergie belangrijk, maak daar dan consistente afspraken over, anders wordt het twee tot drie keer zo duur.’
Dan de klassieke beren op de weg. Kernenergie is gevaarlijk, en er zijn zorgen over het afval.
‘Als je kijkt naar het aantal ongelukken en doden, is kernenergie een van de veiligste bronnen in de industrie. Maar straling is geen grap. De ramp in Tsjernobyl ontstond door een menselijke fout. Er vielen zeven- à achtduizend doden en twintig- tot dertigduizend gewonden. Een omgeving van rond de honderd vierkante kilometer is onbewoonbaar verklaard. Ik ontken de feiten niet. De huidige derde en vierde generatie reactoren zijn echter onmiskenbaar veilig. Er zijn zo veel reactoren die elke dag actief zijn. Tsjernobyl is het enige serieuze ongeluk dat ooit gebeurd is. In Fukushima was het de tsunami die voor de meeste slachtoffers zorgde.
‘Wat betreft de opslag van afval, dan praat je voor de lange termijn over meer dan tweehonderdduizend jaar. De opslag voor een paar honderd jaar om het materiaal te laten afkoelen is te overzien. Dat is technisch opgelost. De belangrijkste vraag speelt rond opslagsystemen voor de lange duur. Daar worden veel studies naar gedaan. In Finland hebben ze de oplossing gevonden. Daar nemen ze volgend jaar een geologische opslagruimte in gebruik waar het afval twee miljoen
jaar veilig ligt. Als Finland een oplossing vindt, kunnen andere landen dat ook. Gezien de opwarming van de aarde hebben we niet de luxe om te wachten op de ideale oplossing in alle landen. Door de weerstand tegen kernenergie heeft de ontwikkeling daarvan lang stilgelegen. Al die jaren zijn we fossiele brandstoffen blijven gebruiken. Dat heeft veel schade aan de aarde toegebracht.’
Is het goed dat de Nederlandse overheid de ogen richt op kleine kerncentrales?
‘Ik ben ook een groot voorstander van de small modular reactor. Belangrijkste reden zijn de kosten. Deze centrales worden modulair in fabrieken gebouwd en vervolgens ter plekke in elkaar gezet. Een tweede voordeel in een dichtbevolkt land als Nederland is dat je zo’n kleine centrale direct bij een grootverbruiker als Tata Steel kunt plaatsen. Sluit Tata Steel op den duur, dan kun je de centrale gebruiken voor het opwekken van waterstof.
‘De smr’s functioneren naar behoren. Daar zijn allerlei tests mee gedaan, alleen nog niet op massaproductie. Rolls-Royce bouwt er één in opdracht van de Britse regering. Dat bedrijf heeft met een Nederlandse onderneming afgesproken om te onderzoeken of er voor ons land ook één kan worden gemaakt. Laten we beginnen met de bouw van twee grote centrales. Als de infrastructuur er dan ligt kun je daar waar nodig een kleine aan toevoegen. We moeten dan wel het probleem van human capital oplossen. Voor twee nieuwe reactoren zijn zo tien- tot vijftienduizend mensen met verschillende kennisniveaus nodig die met kernenergie kunnen werken.’ ←
‘Kernenergie biedt ons de nodige flexibiliteit’
is sinds 2019 de afname van het aantal vierkante meters openbaar groen per huisadres in de 30 grootste gemeenten.
AGENDA
Bron:
Natuur & Milieu
6, 13, 20 EN 27 JANUARI
GemeenteDelers 2025 Online, 13.00-13.30 uur | vng.nl/agenda
14 JANUARI
Gemeentelijke visie voor een kindvriendelijke wijk Online, 10.00-12.00 uur | platform31.nl
16 JANUARI
Burgeronderzoek gemeentelijke dienstverlening Utrecht, 10.00-12.00 uur | vng.nl/agenda
16 JANUARI
Een regionale personele
Utrecht, 12.00-15.30 uur | vng.nl/agenda
16 JANUARI
Monitor huisvesting aandachtsgroepen Online, 11.00-12.00 uur | vng.nl/agenda
20 JANUARI
Tien jaar decentralisaties
Utrecht, 14.00-18.00 uur | movisie.nl
20 JANUARI
Deelmobiliteitshubs helpen de autoluwe stad verder Online, 15.00 uur-16.30 uur | stedelijketransformatie.nl
21 JANUARI
Interbestuurlijke afspraken energiesysteem
Utrecht, 14.00-16.00 uur | vng.nl/agenda
23 JANUARI
Europadag Green & Digital: duurzaam, weerbaar en slim de toekomst in Den Haag, 11.00-17.00 uur | platform31.nl
30 JANUARI
Licht op schaarste in het jeugddomein
Online, 12.00-13.00 uur | nji.nl
Beste Thorbeckeprofessor,
EEN ‘MOTIE VREEMD AAN DE ORDE VAN DE DAG’ GAAT NIET OVER EEN ONDERWERP DAT OP DE AGENDA VAN DE RAADSVERGADERING STAAT. ZO’N MOTIE EINDIGT STEEVAST MET DE WOORDEN ‘EN GAAT OVER TOT DE ORDE VAN DE DAG’. VAAK WORDEN DE MOTIES AAN HET EINDE VAN DE VERGADERING BEHANDELD, WAARNA DIE WORDT GESLOTEN. MOETEN
ZEGGENDE SLOTWOORDEN?
OLAF SCHUWER, LIEFHEBBER VAN GEMEENTERECHT
Geachte heer Schuwer
De ‘orde van de dag’ slaat vanouds op de vergaderagenda. Die is niet alleen bedoeld om de vergadering te structureren, maar ook om vooraf duidelijk te maken over welke onderwerpen de raad zal spreken. Daarom zijn er ook voorschriften over het vooraf mededelen van de agenda. Zo bezien is het van waarde om goed te blijven markeren welke onderwerpen de raad vooraf heeft aangekondigd en welke daar aan het begin of tijdens de vergadering aan worden toegevoegd: de moties of interpellaties die vreemd aan de orde van de dag zijn.
Of het zinnig is om laat op de avond een motie af te handelen die concludeert dat we weer overgaan naar ‘de orde van de dag’ terwijl het enige punt op de agenda nog de sluiting is, valt inderdaad te bezien. Anderzijds: het politieke staatsrecht hangt van tradities aan elkaar. ←
Geerten
Boogaard, Thorbeckehoogleraar
Ook een vraag voor Geerten Boogaard? Stuur een mail naar: thorbeckehoogleraar@ vngmagazine.nl.
De gemeente Amsterdam moet haar producten en diensten zo veel mogelijk in Amsterdam inkopen.
Vóór geld de stad verlaat, moet het eerst hier worden uitgegeven, vind gemeenteraadslid
Elisabeth IJmker (GroenLinks).
Wat is de kern van uw initiatiefvoorstel?
‘Jaarlijks koopt de gemeente Amsterdam voor meer dan 3 miljard euro aan diensten en producten in. Als je dan zoveel geld uitgeeft, doe het dan aan de economie die we willen in plaats van te kiezen voor de laagste prijs. De Europese regels maken het mogelijk om aan te besteden bij het mkb en daarbij economische, sociale en duurzaamheidsdoelstellingen mee te nemen. We moeten erover nadenken hoe ons geld terechtkomt bij het type ondernemers en het type economie dat we willen stimuleren, dus lokaal, sociaal, duurzaam enzovoort. Een euro moet dan bijvoorbeeld eerst zeven keer in Amsterdam zijn uitgegeven, voor hij de stad uit gaat. We hebben nu ook al een programma voor inkopen met maatschappelijke waarde, maar we meten niet welke impact dat heeft.’
Dat is niet zo makkelijk te organiseren.
‘De Spaanse stad Santa Coloma de Gramenet heeft laten zien dat zo’n lokaal betaalsysteem een enorme boost kan geven aan de lokale economie. Een lokaal betaalsysteem zorgt ervoor dat geld terechtkomt bij lokale ondernemers en organisaties die netjes belasting betalen, in plaats van bij multinationals die hun winsten met schimmige constructies wegsluizen. En de Engelse stad Preston is actief gaan sturen op meer lokaal inkopen. Waar in 2012 zo’n vijf procent lokaal werd uitgeven, groeide dit in 2016 tot meer dan 18 procent. Manchester behaalde vergelijkbare resultaten. Ik had een jaar geleden een expertsessie georganiseerd en daar sprak ook iemand uit Manchester. Dat gaf veel inspiratie. Mijn voorstel komt in januari in de raad, de reacties zijn tot nu toe positief. Ik moet nog horen wat de wethouder ervan vindt, maar dat we de lokale economie willen stimuleren is een breedgedragen opvatting.’
En als een dienst of product niet voorhanden is in Amsterdam? ‘Dan kunnen we de lokale markt uitnodigen om zo’n product te gaan ontwikkelen. Dat levert weer nieuwe banen op en dat is goed voor onze economie en de stad. We willen dit ook niet alleen als gemeente doen, maar samen met onze grote instellingen als de musea en de universiteiten. Samen kunnen we kijken wat we nodig hebben en dan kunnen we misschien gezamenlijk inkopen of iets lokaal oprichten als daar een grote behoefte aan is.’ ←
HIJ ZOU ZOMAAR EENS DE LANGSTZITTENDE RAADSGRIFFIER VAN EEN EN DEZELFDE GEMEENTERAAD KUNNEN ZIJN. SINDS DE INVOERING VAN HET DUALISME OP 7 MAART 2002 IS JOS VERVUURT GRIFFIER VAN DE ROERMONDSE GEMEENTERAAD. BIJNA 23 JAAR LATER, OP 1 JANUARI AANSTAANDE, DRAAGT HIJ HET STOKJE OVER.
Zeven burgemeesters maakte Jos Vervuurt mee sinds hij in 1980 voor de gemeente Roermond ging werken, als financieeladministratief medewerker welzijn. Hij is er nooit meer weggegaan. Een kind van de stad dus, en dat blijkt ook wel uit de liefde waarmee hij over Roermond, het stadhuis, de ambtenaren en natuurlijk ‘zijn’ raad spreekt. Vervuurt maakte een lange mars door de gemeentelijke organisatie, voor hij uiteindelijk griffier werd. Bij de invoering van het dualistisch stelsel in 2002 werden raad en college uit elkaar getrokken, elk met hun eigen taken en bevoegdheden. Wethouders waren niet langer lid van de raad, en de raad kreeg zijn eigen ondersteunende organisatie: de griffie.
Vervuurt: ‘Het jaar daarvoor had ik net een project afgerond en was aan het zoeken naar iets nieuws. Ik werd kwartiermaker voor de invoering van het dualisme. Het lag daardoor voor de hand dat ik op 7 maart 2002 griffier werd. Dat ik bijna 23 jaar later nog op die stoel zou zitten, had ik toen niet gedacht.’ Affiniteit met raadswerk en politiek had hij wel. ‘Ik was ambtenaar, zat als secretaris bij de raadscommissie Financiën en sprak veel met raadsleden. Als financiële man kon ik goed uitleggen hoe gemeentefinanciën in elkaar zitten en doordat ik veel met ze sprak, wist ik aan welke kennis de raad behoefte had.’
EIGEN AGENDA
De beoogde cultuurverandering die het dualisme had moeten brengen, heeft bijna een kwart eeuw later nog altijd niet overal plaatsgevonden. Ook
in Roermond gaat de raad weliswaar formeel over zijn eigen agenda, maar negen van de tien raadsvoorstellen komen als vanouds uit de pen van het college. Helemaal afwachtend is de raad niet, zegt Vervuurt. Deze maand bijvoorbeeld buigt de raad zich, op eigen initiatief, over het proces ten aanzien van de financiële problemen bij de GGD Limburg-Noord. Het college stelde zich daarin te passief op, vond de raad. ‘Dus het is niet zo dat het college de agenda helemaal bepaalt’, zegt Vervuurt. ‘Maar het zou beter kunnen.’
POLITIEKE LEIDERS
Een groot verschil met vroeger, zegt Vervuurt, is dat politieke leiders nu ook in de raad opstaan. ‘Vroeger was de wethouder vaak de grote man of vrouw van een partij, die ook bepaalde hoe de fractie moest stemmen. Dat is nu wel voorbij.
Er is absoluut een betere scheiding van rollen dan voor 2002.’
Maar de allergrootste revolutie binnen de raad was de introductie van de eigen griffier. ‘Misschien preek ik nu voor eigen parochie, maar dat de gemeenteraad een eigen, onafhankelijke, ambtelijke organisatie heeft gekregen was toch wel heel belangrijk. En gelukkig wordt daar veel gebruik van gemaakt.’
GLAD IJS
Maar als dat zo is, waarom is de omvang van de griffie dan nog altijd vaak onderwerp van discussie? Raadsleden klagen vaak over de werkdruk, maar zijn terughoudend om budget beschikbaar te stellen voor hun eigen organisatie. ‘De werkdruk van de raadsleden is hier eigenlijk nooit een discussiepunt geweest. De griffie moet geen kopie van de ambtelijke organisatie worden. Ik kan tot op zekere hoogte meepraten over bepaalde onderwerpen, maar ik ben geen materiedeskundige. Ik wil ook geen mensen op de griffie die hetzelfde gaan doen als de ambtenaar van de gemeente. Dan krijg je dubbelingen en dat is nergens voor nodig. Ik spreek met griffiers, vooral van grotere gemeenten, die inhoudelijk meepraten en adviseren over raadsvoorstellen. Dan begeef je je op glad ijs. Raadsleden kunnen met ons klankborden, en wij kunnen een heel
eind met hen meedenken, maar als het echt over de inhoud gaat, kunnen we altijd nog een beroep doen op de ambtelijke organisatie.’
De coronaperiode was spannend. ‘Ineens moesten we anders gaan werken. Digitaal vergaderen, niemand had ooit van Teams gehoord en ineens werd gezegd dat we daarmee moesten gaan werken. We werden in het diepe gegooid, als griffiers. En ook raadsleden worstelden ermee. Ga maar eens uitleggen aan een raadslid van 73 dat hij toch echt die vijftig apps op z’n iPad eerst moet afsluiten voor hij een goede verbinding met de raad heeft. Digitaal vergaderen is prachtig, en Teams is niet meer weg te denken, maar de opluchting was bij iedereen groot toen we weer veilig fysiek bij elkaar konden komen.’
Politiek Roermond kende een roerige
periode. Acht jaar lang, van 2014 tot 2022, werd de grootste partij, de Liberale Volkspartij Roermond van voormalig VVD-wethouder Jos van Rey, buiten de coalitie gehouden. Het onderzoek door de rijksrecherche naar de politieke handel en wandel van Van Rey en zijn uiteindelijke veroordeling tot aan de Hoge Raad, zorgden voor onrust. Het was volgens Vervuurt voor iedereen een moeilijke tijd: ‘Voor Van Rey persoonlijk, voor de lokale politiek en de stad. Zo’n cordon sanitaire doet pijn, maar daar heb je als griffier geen enkele invloed op. De 31 raadsleden zijn mij allen even lief en dan is het jammer als de raad in twee kampen is verdeeld. Politieke verschillen mag je in verkiezingstijd uitventen, maar als raad moet je een team zijn. In 2022 is de grootste partij gelukkig weer in de coalitie gekomen, zoals het hoort. De verhoudingen zijn genormaliseerd, ik kan met een gerust hart vertrekken.’ ←
‘De griffie moet geen kopie van de organisatieambtelijke worden’
De lichtjes van de grote kerstboom voor het Rotterdamse stadhuis aan de Coolsingel branden weer. Burgemeester Carola Schouten ontstak de lichtjes nadat kinderen van een scholenkoor kerstliedjes hadden gezonden. Aan het koor, van ZangExpress, deden voor het eerst kinderen mee van mytylschool De Brug. Dat is een school voor kinderen met een lichamelijke beperking. Na de feestdagen wordt de boom duurzaam hergebruikt. Van de stam worden planken gemaakt. Wat er dan nog overblijft, wordt versnipperd en gebruikt voor bijvoorbeeld looppaden in het bos.
DE VERDUURZAMING VAN OUDERE EN ENERGIESLURPENDE SPORTACCOMMODATIES KAN BIJDRAGEN AAN HET BEHALEN VAN LOKALE EN NATIONALE KLIMAATDOELSTELLINGEN. VEEL GEMEENTEN RICHTEN ZICH AL OP VERDUURZAMING VAN HUN SPORTVASTGOED. KOUDE, TOCHTIGE KLEEDKAMERS BEHOREN BINNENKORT WELLICHT TOT HET VERLEDEN.
Een grote brand legde vier jaar geleden gymzaal De Meet in Haren volledig in de as. Ondanks de inzet van verschillende brandweerkorpsen was de belangrijke buurtvoorziening uit 1975 niet te redden. Na kort onderzoek besloot de gemeente Groningen, waar Haren deel van uitmaakt, dat er een nieuwe gymzaal moest komen. Liefst zo snel mogelijk, aangezien de sportvoorziening bij meerdere basisscholen in gebruik was voor bewegingsonderwijs. Wie nu door de Mellenssteeg in het dorp loopt, ziet een state-of-the-art circulair sportgebouw met een gevel van hergebruikte stoeptegels en duurzaam hout.
TOCHTIGE GEBOUWTJES
Nederland heeft ruim 10 duizend sportlocaties en 22 duizend sportverenigingen. Van die locaties is zo’n 60 tot 70 procent gemeentelijk vastgoed. Een deel van de verenigingen kan financieel maar net de eindjes aan elkaar knopen. Zij bivakkeren vaak in oude, tochtige gebouwtjes. Door de snelle en sterke stijging van de energieprijzen in 2022 en 2023 kwamen veel sportclubs dan ook in de problemen. Veelal ontbreekt bij de clubs een buffer om onvoorziene uitgaven op te vangen en hebben ze
bijvoorbeeld de contributie moeten verhogen, met consequenties voor mensen met een kleine portemonnee. Terwijl, daar zijn vriend en vijand en alle gemeenten het over eens, iedereen moet kunnen sporten.
Het rapport Amateursport fit voor de toekomst, Optiedocument Versnelling Routekaart Verduurzaming Sport van het Nationaal Klimaat Platform onderstreept het belang van het sneller verduurzamen van sportvastgoed.
MOEILIJKE PANDEN
Op verschillende plekken in het land hebben ze die aansporing niet nodig. Zo is Haarlem al druk bezig met het verduurzamen van
het eigen vastgoed, zegt wethouder Eva de Raadt (CDA). Het gaat in totaal om 165 objecten, waaronder aardig wat sportlocaties. ‘We zijn in 2021 gestart en het hele proces moet in 2034 zijn afgerond. Het uiteindelijke doel van de verduurzamingsoperatie in Haarlem is een jaarlijkse vermindering met 5000 ton CO2, 49 procent van de totale uitstoot nu. De gemeenteraad heeft hier 60 miljoen euro voor uitgetrokken.
Twee tranches zijn al vrijgekomen, een van 9 miljoen euro en een van 14 miljoen, zegt De Raadt. ‘We lopen mooi op schema met het uitvoeringsprogramma en hebben de grote bulk moeilijke panden gehad. Daar was de meeste winst te behalen.’ Ook verschillende kleedkamers en kantines op sportlocaties zijn al of worden nog voorzien van bijvoorbeeld ledverlichting, gevel- en dakisolatie, zonnepanelen of een warmteboiler.
Hierbovenop stelde de gemeente afgelopen mei een tweejarige subsidie beschikbaar van 1,2 miljoen euro, specifiek voor de verduurzaming van het vastgoed op sportlocaties, vooral dat van sportverenigingen zelf.
Deze subsidie is volgens De Raadt voordeling voor zowel de sportvereniging als de gemeente. ‘Kleedkamers worden prettiger en comfortabeler, de club bespaart op energiekosten en draagt daarnaast bij aan de CO2besparing in de hele stad.’
ENERGIESCAN
Veel sportclubs in Haarlem hebben al samen met een energiecoach een energiescan gemaakt. Dat heeft tot nu toe geleid tot vijf ingediende plannen voor een taartpunt uit deze speciale subsidiepot. Per sportlocatie is er maximaal 100 duizend euro beschikbaar. Om voor een bijdrage in aanmerking te komen, moet
een sportvereniging zelf 20 procent meefinancieren en met een goed onderbouwd verduurzamingsplan komen.
De Raadt: ‘Een van de ingediende plannen is van een voetbalvereniging. Die vraagt om een hybride warmtepomp, zonnepanelen op het dak van de kantine en de aanschaf van een zonneboiler. Ook wil deze club een energiemonitoringssysteem installeren, zodat ze kunnen kijken waar de energiekosten eventueel nog verder omlaag kunnen na de aanpassingen.’ Verenigingen die zelf geen eigen middelen hebben kunnen ook een aanvraag indienen, maar dan voor maximaal 10 duizend euro.
DUURZAAM RUGBYEN
Rugbyclub RFC Haarlem liep met de verduurzaming van haar sportcomplex al voor de troepen uit. In september 2019 nam de club een gloednieuw duurzaam clubhuis in gebruik, dat in de plaats kwam van een oude afgedankte keet uit de wegenbouw. De kosten bedroegen 750 duizend euro, bijeengebracht door de vereniging zelf, de leden en sponsors. Deels ook in natura, door bijvoorbeeld gebruik te maken van de
‘We hebben de grote bulk pandenmoeilijke gehad’
‘Kleedkamers worden prettiger en comfortabeler’
diensten van een rugbyende dakdekker. De buitenkant en vloer van het clubhuis bestaan uit bamboe, muren en dak zijn geïsoleerd en het hele gebouw is voorzien van ledverlichting en bewegingssensoren voor douches en lampen.
Voor aanvullende energiebesparende maatregelen is de gemeente met twee andere partijen te hulp geschoten. De Raadt: ‘Volgens mij is het nu de meest duurzame sportvereniging van Nederland. Ze zijn van het gas af, hebben een warmte-koudeopslag, 129 zonnepanelen en zijn nog bezig met oplaadpunten voor elektrische auto’s.’
Terug naar circulaire gymzaal De Meet in Haren. ‘Een prachtig voorbeeld voor veel andere sportverenigingen in de gemeente die hun sportlocatie willen verduurzamen. Maar ook voor de gemeente zelf, die een meerderheid van het sportvastgoed in handen heeft’, vertelt Douwe Veltman, programmamanager maatschappelijk vastgoed bij de gemeente Groningen. Omdat de basisscholen na het afbranden van de oude gymzaal niet te lang zonder locatie konden zitten, moest er zoals gezegd snel worden gehandeld. De gemeente koos daarom voor een design & buildconstructie in plaats van de traditionele nieuwbouwroute.
‘In deze constructie zijn het ontwerp en de bouw zelf in handen van één partij’, licht Veltman toe. ‘We hebben een aanbesteding uitgeschreven, waarbij we op voorhand hebben aangegeven aan welke duurzaamheidscriteria het ontwerp moest voldoen. Ook hebben we laten weten dat een hoge score op circulariteit erg belangrijk was om deze wedstrijd te winnen.’
Er kwam een nagenoeg volledig circulair ontwerp uit de bus. Veltman: ‘Demontabel bouwen vereist dat je dat in elke laag van het bouwproces goed uitdenkt. De afwerking is ook op een ander niveau. Je hoeft er tenslotte niet in te wonen, daarom zijn extra toevoegingen niet nodig.’
Het gebouw met een gevel van hergebruikte stoep-
tegels en duurzaam hout heeft ondanks de soberheid wel een heel andere sfeer dan de 45 jaar oude gymzaal die er voorheen stond. ‘Veel warmer door al dat hout. Eén van de kinderen zei over de nieuwe gymzaal: “Het is alsof ik in een overdekt bos mag spelen”.’
De gebruikte stoeptegels zijn beschikbaar gekomen bij het zogenaamde tegelwippen in de gemeente, dat plaatsvindt met behulp van inwoners. Daarbij verdwijnen stenen en komt er groen voor in de plaats.
SPORT050
In Groningen moet een masterplan ervoor zorgen dat dit voorbeeld uit Haren een breed vervolg krijgt. Onder het plan worden de opgaven voor uitbreiding, vervanging, verbetering en verduurzaming in kaart gebracht van al het gemeentelijk sportvastgoed. De mate van energiezuinigheid van al die locaties is vastgesteld aan de hand van toegekende energielabels. ‘Daar is een stel adviseurs een jaar lang mee bezig geweest’, zegt Veltman. ‘Zo kunnen we bijvoorbeeld beter bepalen of je een heel oude gymzaal nog moet verbouwen of beter kunt afbreken en er een duurzaam exemplaar voor terug moet brengen.’
Onderdeel van het masterplan is het opstellen van een uitvoeringsagenda. Anders dan in Haarlem, zijn hiervoor in Groningen nog geen gelden beschikbaar.
Naar verwachting zal dit gefaseerd verlopen. Intussen zet Groningen ook kunstmatige intelligentie in om de energiekosten in sportlocaties te verlagen, zoals voor een groot al wat ouder sportcomplex met ijsbaan en zwembad, twee grote energieslurpers.
‘Met behulp van AI worden alle aanwezige klimaatsystemen in het complex doorgemeten’, zegt Veltman. ‘Aan de hand van de data die daaruit komen, kunnen we zien hoe al die verschillende systemen presteren. En ze vervolgens zo instellen dat het zowel een energiebesparing als meer comfort voor de sporters oplevert. Een mooie tool die zichzelf snel terugverdient.’ ←
HET AANTAL LAADPALEN IN NEDERLAND NEEMT SNEL TOE. DAT LEIDT SOMS TOT RUZIES IN WOONWIJKEN OMDAT EIGENAREN VAN BENZINEAUTO’S VAAK GEEN PARKEERPLEK VINDEN, SCHREEF HET AD ONLANGS.
BRON: DATABANK
LAADINFRASTRUCTUUR IN NEDERLAND
Aantal reguliere publieke laadpalen, semipublieke laadpalen, snellaadpunten en thuislaadpunten
Per
AANTAL REGULIERE LADERS
Per provincie
Zuid-Holland
Noord-Holland
WARMTENETTEN
WARMTENETTEN ZIJN AANTREKKELIJK OM BESTAANDE BOUW TE VERDUURZAMEN. LEIDEN EN VOORSCHOTEN WILLEN MET EIGEN DISTRIBUTIENETTEN AANSLUITEN OP TRANSPORTNET WARMTE
De term ‘T-stuk’ klinkt nogal technisch. De door Leiden en Voorschoten in juli ondertekende intentieovereenkomst om een aftapmogelijkheid te bouwen op het leidingnet van WarmtelinQ, is evenwel een grote stap in de toekomstige warmtevoorziening in beide gemeenten. WarmtelinQ is het 55 kilometer tellende hoofdnet dat restwarmte van de industrie uit de Rotterdamse haven kriskras door Zuid-Holland transporteert. Het plan van Leiden en Voorschoten is om distributienetten aan te sluiten op dit warmtenet. Er is voldoende capaciteit om zo’n 120.000 huizen en bedrijven te verwarmen. Het tracé van Vlaardingen naar Den Haag komt in 2026 gereed. De bouw van het leidingnet van de aftakking bij Rijswijk naar Leiden start volgend jaar zomer. Vóór eind 2027 zal beheerder Gasunie van WarmtelinQ naar verwachting de eerste warmte in Den Haag leveren.
ENTHOUSIAST
Boren van leidingen aan de De La Reyweg in Den Haag. (Beeld: Vincent Basler)
De wethouders Yvonne van Delft (GroenLinks) van Leiden en Hubert Schokker (CDA) van Voorschoten zijn enthousiast. Leiden kan een derde van zijn warmtevraag uit de leiding van WarmtelinQ halen, zegt Van Delft, ‘dus we kunnen onze CO2-uitstoot flink beperken’. In de gemeente
‘We moeten deze warmte nog op de juiste plekken krijgen’
is het 7.500 woningen tellende Leiden-Zuidwest als een geschikte wijk voor een warmtenet geïdentificeerd.
In Voorschoten, waar de raad in juli groen licht voor een collectief warmtenet gaf, zou Noord-Hofland de eerste wijk kunnen zijn om vanaf 2030 op restwarmte over te stappen. De wijk heeft ruim 2.700 woningen, een kwart van de 12.000 woningen in de gemeente, en ligt ook nog eens tegen Leiden-Zuidwest aan, dus er liggen gezamenlijke ‘warmtekansen’ in het verschiet.
‘We hebben hier dan ook duidelijk ja tegen gezegd’, vertelt Schokker. ‘De precieze invulling gaan we nog uitwerken. Hier zijn capaciteit en tijd voor nodig, ook om de bevolking hierbij te betrekken. Er leven veel vragen onder de inwoners, ook in de raad.’
Warmtenetten zijn een aantrekkelijke optie om de energietransitie in bestaande bouw vorm te geven. In
WarmtelinQ is een ondergrondse leiding waarmee restwarmte uit de Rotterdamse haven kan worden gebruikt om huizen en bedrijven in ZuidHolland duurzaam te verwarmen.
april dit jaar berekende onderzoeksbureau Berenschot dat warmtenetten in stedelijke gebieden met een hoge bebouwingsdichtheid maatschappelijk gezien de goedkoopste oplossing zijn, onder meer vanwege de kosten om het net te verzwaren. De meerkosten voor all-electric warmtepompen liggen 40 procent hoger. Bovendien zijn warmtenetten de enige manier om duurzame bronnen te ontsluiten die anders onbenut blijven, zoals naast restwarmte ook geothermie en aquathermie.
‘We weten dat er voldoende warmte is, alleen moeten we deze warmte nog op de juiste plekken krijgen’, zegt Van Delft. Bij de inzet van warmtenetten is bovendien geen verzwaring van het elektriciteitsnet nodig, een niet onbelangrijk pluspunt vanwege de congestie op het net. Schokker: ‘We kunnen geen oneindig beroep blijven doen op het net en zullen alle warmte die er is moeten gebruiken.’
Op de huidige warmtemarkt hebben gemeenten te weinig invloed op de monopolies van de private energiebedrijven. Met de Wet collectieve warmtevoorziening (Wcw), die in het voorjaar van 2025 in de Tweede Kamer wordt behandeld, krijgen ze meer de regie. Een meerderheidsbelang in een warmtebedrijf moet dan in publieke handen zijn. Een warme woning is een publiek belang en publieke partijen kunnen beter op een betaalbare en betrouwbare warmtevoorziening sturen, is de gedachte hierachter. Leiden en Voorschoten willen met de vier andere gemeenten in het programma Warmte Leidse Regio een regionaal warmtebedrijf oprichten. Later kan een groter warmtebedrijf ontstaan met andere gemeenten in Holland Rijnland. Een publiek meerderheidsbelang geeft veel zekerheid, zegt Schokker. ‘Dat is de reden waarom projecten nu boven de markt blijven zweven. Voor de lange termijn is dit een betere keuze. We kunnen als gemeente goedkoper geld aantrekken dan de markt, hebben geen winstoogmerk en redeneren vanuit het algemeen belang. Wat onverlet laat dat we per project de businesscase moeten maken. Of een warmtenet betaalbaar wordt, weet je pas als je echt berekeningen gaat maken.’
Van Delft benadrukt dat de kosten per warmtenet verschillen: ‘Bijvoorbeeld als je bij een project met de leidingen onder het water door moet, maar het is
belangrijk dat het voor alle inwoners betaalbaar blijft. Als gemeenten willen we dat deze warmtenetten er gaan komen. We willen ook dat de provincie en het rijk daarin faciliteren.’ De beide wethouders zouden ook graag zien dat de versnipperde subsidiestroom wordt gebundeld, zodat initiatiefnemers met één regeling een gebied aardgasvrij kunnen maken.
In de discussie rond warmtenetten staat betaalbaarheid voorop. De Wcw voorziet in een tarieflimiet, die gebruikers de garantie geeft dat ze niet een veel hogere energierekening gaan betalen als hun warmtenet
duurder uitvalt dan voorzien. Ter compensatie krijgt het warmtebedrijf dan geld uit een vereveningsfonds. ‘Het is belangrijk dat er een maximum komt’, stelt Van Delft, ‘maar tegelijkertijd is het noodzakelijk een deel van het risico voor warmtebedrijven af te dekken. Deze ruimte is nodig om tarieven betaalbaar te houden voor onze inwoners. Veel projecten kunnen nu geen aansluiting krijgen. In Leiden hebben we letterlijk zo’n project bij een woningcorporatie. De prijzen zijn dermate hoog, met name het vastrechtdeel, dat huurders niet akkoord zullen gaan met een warmtenet. Daar worden mogelijk gasketels opgehangen en dat is echt een gemiste kans.’ ←
Súdwest-Fryslân volgt een eigen aanpak om warmtenetten te realiseren. ’s Lands grootste plattelandsgemeente, met 89 kernen, is geïnspireerd door Denemarken,. Daar is zo’n zestig procent van de bevolking op een warmtenet aangesloten. De Denen en Friezen werkten al samen in het initiatief Frontrunners Cities, bedoeld voor het uitwisselen van kennis rond warmtenetten. Samen met de Danish Board of District Heating kreeg de gemeente subsidie om Deense warmteexperts met de eigen medewerkers te laten sparren over de mogelijkheden.
‘De gedachte is dat warmtenetten vooral geschikt zijn in dichtbebouwde stedelijke gebieden, maar er is veel meer potentie’, zegt wethouder Henk de Boer (FNP).
‘De Denen lopen hierin voorop en willen deze kennis graag met ons delen. Hun eerste warmtenetten draaien op fossiele brandstof. Voor volgende netten zetten ze alternatieve warmtebronnen in, zoals biomassa. Ze kijken mee hoe wij een nieuwe generatie warmtenetten opzetten zodat zij daar ook weer van kunnen leren.’ Het probleem van netcongestie is voor de Friezen ook een goede reden om naar warmtenetten te kijken. In de warmtevraag in de kernen van Súdwest-Fryslân wordt voor 80 procent met aardgas voorzien, zegt De
Boer. ‘We hebben niet de ruimte op het net om dat
De gemeente is voor haar hele grondgebied een masterplan aan het maken. Het warmteplan hierin geeft per dorp, wijk en industrieterrein aan hoe groot de warmtevraag daar is, met hieraan gekoppeld een energiestructuur die het aanbod van warmtebronnen weergeeft. ‘Dit plan geeft een goede basis voor waar we met een warmtenet kunnen starten en wat er nodig is om het rendabel te maken’, zegt De Boer. ‘Voorheen waren we te ad hoc met initiatieven bezig. Nu kunnen we veel logischer en onderbouwd uitleggen wat er mogelijk is en waar we naartoe willen. Ook voorkomen we zo dat we te veel hooi op de vork nemen.’ Op vier locaties lopen al projecten. In het waterrijke Heeg zijn bewoners vergevorderd met een warmtenet op aquathermie. In Bolsward zijn geothermie en restwarmte uit de productie van waterstof een mogelijkheid. De gemeente wil de schone energiedrager laten produceren met groene elektriciteit uit het windpark op het IJsselmeer voor de industrie in de regio. In Workum is het afvalwater van de kaasfabrieken daar een geschikte warmtebron. In de wijk Het Eiland in Sneek werkt de gemeente samen met de woningbouwvereniging om bij de renovatie van woningen een warmtenet aan te leggen. De gemeente hoopt het masterplan begin 2025 te presenteren. ←
Het ontwikkelen van toekomstbestendige, gezonde leefomgevingen met bodem, water en biodiversiteit als uitgangspunt. Dat is waar het bij landschappelijk ontwikkelen om draait. Samen met gemeenten koppelt BPD | Bouwfonds Gebiedsontwikkeling grootschalige gebiedsontwikkeling aan duurzame transities en aan het versterken van de landschappelijke kwaliteit. Een gesprek met Esther Agricola, regiodirecteur Noord-West bij BPD.
Bij landschappelijk ontwikkelen denk je misschien in eerste instantie aan wonen in een mooi landschap. Toch is dat voor BPD niet het primaire doel. ‘Onze ambitie is het koppelen van de woningbouwopgave aan het versterken van het landschap en de natuur’, zegt Agricola. ’Woningen bouwen, dat kunnen we goed en dat doen we al heel lang. Maar het verbinden van de klimaatopgaven aan die woningbouwopgave, dat is een hele kunst. Dat betekent woongebieden realiseren die over een eeuw nog steeds hun dienst bewijzen. Om dat doel te bereiken, hebben wij als BPD een ambitie geformuleerd.’
Letterlijk vanuit de bodem denken en ontwikkelen
Een ambitie die begint bij het landschap en bij de bodem zelf. ‘Van daaruit werken we vervolgens de plannen voor gebiedsontwikkeling en stedenbouw uit’, gaat Agricola verder. ‘Dat klinkt misschien abstract, maar wat we bedoelen is letterlijk de gebiedsontwikkeling benaderen vanuit de grote systemen als bodem, water, ecologie, energie.’
Als voorbeeld noemt Agricola de Oostflank in Purmerend waarin BPD samen met de gemeente een visie ontwikkelde voor het bouwen van 4.500 woningen. ‘We hebben geanalyseerd hoe het watersysteem buitendijks loopt en hoe de stand van het grondwaterpeil functioneert met het stijgen en dalen ervan op gezette tijden. Vervolgens hebben we berekend wat de consequenties hiervan zijn voor de waterberging in het stedenbouwkundig plan.
Dit is dus echt anders denken én anders doen. Net als bij de gebiedsontwikkeling Lange Weeren in Volendam, waar we samen met de gemeente en landschapsbureau B+B kijken naar uitbreiding van het veenweidegebied om de piekbelasting van Volendam – dat de waterstijging zelf niet goed aan kan – te kunnen opvangen. Door te investeren in woningbouw ontstaat tegelijkertijd perspectief voor het opvangen en oplossen van de waterproblematiek. Zo koppelen we dus samen met de stakeholders verschillende opgaves aan elkaar en gebruiken we de woningbouw als hefboom voor de klimaatopgaven.’
Van onze vijand onze vriend maken Een ander voorbeeld is Reevedelta bij Kampen. ‘Langs de IJssel is een klimaatdijk gebouwd van honderddertig meter breed en twee kilometer lang’, legt Agricola uit. ‘Dit is een innovatieve oplossing die de beschikbare ruimte goed benut en bijdraagt aan waterveiligheid in combinatie met het realiseren van nieuwe woonmilieus. De discussie in Nederland is natuurlijk of je in lage polder en riviergebieden verantwoord kunt wonen. Hier moeten we heel kritisch op zijn. Deze discussie hebben we gevoerd in Alphen aan den Rijn, in de Gnephoek. Daar kijken we zowel naar het landschappelijk concept als naar de woonvormen, die passen in een waterrijk landschap. Dit hoort bij de rijke Nederlandse traditie waarin we van onze vijand, het water, onze vriend maken.’ Het klimaat, de wateropgave en de biodiversiteit op
deze manier meenemen in plannen is echt anders dan voorheen. ‘Maar we moeten wel’, zegt Agricola. ‘Als we natuur, landschap en klimaat nu niet meenemen in onze plannen dan weten we zeker dat we in de toekomst grote problemen krijgen.’
Co-creatie
De rol van de gemeente, waterschappen en andere publieke partijen hierbij is volgens Agricola groot. ‘Een woonwijk ontwikkel je natuurlijk nooit geïsoleerd. Meteen vanaf het begin moet je met alle expertises aan tafel zitten, transparant en open zijn en elkaar inzicht geven in processen, werkwijzen en financieringssystematiek. Dat vergt vertrouwen, openheid, creativiteit maar ook lef. Gemeenten moeten het wel aandurven om met marktpartijen een band op te bouwen.’ Tegelijkertijd ligt daar volgens Agricola ook een kans. ‘Juist omdat veel gemeenten kampen met tekort aan capaciteit en expertise, is het mooi dat we samen optrekken en dat we met elkaar de kaders van de klimaatopgaven onderzoeken. Zo wordt het ook veel meer een co-creatie en daarmee een gemeenschappelijk resultaat. We hebben een enorme woningbouwen klimaatopgave. Laten we die twee aan elkaar verbinden en die twee werelden samenvoegen door slimme gebiedsontwikkeling. Ons land is te klein om het niet te doen. Alles wat we nu doen, heeft impact voor de komende vijftig á honderd jaar. Die verantwoordelijkheid hebben we met elkaar.’
HET STROOMNET IN DE PROVINCIE UTRECHT KAN DE VRAAG NAAR ELEKTRICITEIT NAUWELIJKS NOG AAN. EEN WACHTLIJST VOOR GROOTVERBRUIKERS IS ER AL, DIE VOOR KLEINVERBRUIKERS LIGT OP DE LOER. HET IS MAAR DE VRAAG OF HET AMERSFOORTSE STAD HUIS IN AANBOUW STRAKS WORDT AANGESLOTEN OP HET NET.
De provincie Utrecht werkt nu bijna twee jaar samen met de netbeheerders, de gemeenten Utrecht en Amersfoort en de regio’s U10, Food Valley en regio Amersfoort in de Energy Board aan oplossingen voor netcongestie. Het fenomeen steekt overal de kop op, maar de Utrechtse gedeputeerde Huib van Essen (GroenLinks) durft te stellen dat het nergens zo ernstig is als in zijn provincie.
De netbeheerders Stedin en TenneT hanteren een wachtlijst voor nieuwe grootverbruikersaansluitingen. Van Essen: ‘Ieder nieuw zonneveld, bedrijventerrein, appartementencomplex met een lift, school of mkb-bedrijf dat veel verbruikt komt op die wachtlijst, tenzij de aanvraag al daarvoor was gedaan. Ze
zijn in principe pas aan de beurt als het elektriciteitsnet is uitgebreid.’
Nu zijn er meer provincies die hiermee kampen. Uniek in Utrecht is echter dat de autonome groei van kleinverbruik de netcapaciteit over enige jaren kan overschrijden, voordat de capaciteit is uitgebreid, zegt Van Essen. ‘Dan zijn de poppen echt aan het dansen, want dan ontstaan storingen op het net. Die autonome groei zit hem onder meer in de toename van het aantal warmtepompen, elektrische auto’s en alle andere vormen van elektrificatie.’
STOPCONTACT
Amersfoort ervaart die last nu al concreet, bijvoorbeeld door die wachtlijst voor grootverbruikers. ‘Daardoor kunnen grotere bedrijven niet meer uitbreiden of zich verplaatsen’, vertelt wethouder Jeroen Bulthuis (GroenLinks). Het bedrijf
Newasco is bijvoorbeeld verhuisd naar een andere plek in de stad. De onderneming had de oude aansluiting al opgezegd en kreeg geen nieuwe aansluiting op de nieuwe locatie. Oplossing werd gevonden in het op specifieke tijden uitschakelen van de machines door dat bedrijf. ‘Amersfoort bouwt momenteel een nieuw stadhuis en in principe hebben we daar nu geen stroomaansluiting voor. Als we niets doen, moeten we maar zien of er straks iets uit het stopcontact komt. Nieuwe schoolgebouwen die worden opgeleverd, krijgen ook geen stroomaansluiting. Zo nijpend is het vandaag de dag al.’
Die nijpende situatie raakt ook indirect de woningbouwopgave. Op bedrijventerrein Isselt bijvoorbeeld zit afvalverwerker ROVA. Die moet worden verplaatst vanwege een woningbouwproject. Maar die verplaatsing kan niet doorgaan, omdat
het bedrijf op de nieuwe plek vooralsnog geen stroomaansluiting krijgt. ‘Als daar ook nog eens netcongestie voor kleinverbruik bij komt, raakt dat alles en iedereen’, zegt Bulthuis. ‘In het ergste geval komen alle woningbouwprojecten stil te liggen, met alle maatschappelijke impact van dien. Dat gaat zelfs tot en met het aansluiten van verkeerslichten aan toe.’ ‘Als we niet oppassen, wordt het een crisis in slow motion’, waarschuwt Van Essen. Om dat te voorkomen, zet de Energy Board in op drie hoofdlijnen. ‘Ten eerste vergroten we als de wiedeweerga de netcapaciteit. Dat betekent stations bijbouwen door de netbeheerders. De overheid versnelt daarbij zo veel mogelijk de procedures. Dat is keihard nodig om de fysieke ruimte vrij te spelen om de groeiende elektriciteitsvraag te bedienen.’
SAMENSPEL
Volgens de gedeputeerde vragen veel van de te nemen maatregelen om samenspel tussen provincie en gemeenten. Daar waar een hoogspanningsstation bij Breukelen-Kortrijk moet worden uitgebreid, is met de gemeente afgesproken dat de provincie dit via het provinciaal inpassingsplan regelt. Bij stations waarvoor de gemeente het bevoegd gezag is, ‘speelt de provincie ook vaak een rol gezien opgaven rond landschap, natuur, water of mobiliteit’, zegt Van Essen. ‘Dan is het
noodzaak snel met elkaar te schakelen, te zorgen voor de juiste onderzoeken en waar nodig compensatie te regelen. De overheid heeft daar echt een belangrijke verantwoordelijkheid in.’
Samenwerking binnen de Energy Board is nodig omdat netcongestie een probleem is van ketens, vertelt Bulthuis. Het hele net is overbelast en vraagt om versterkte infrastructuur. De netbeheerders voeren dit uit en gemeenten en provincie als bevoegd gezag hebben een belangrijke rol bij de ruimtelijke procedures. Bulthuis schetst het heel praktisch voor Amersfoort. ‘Bij Breukelen-Kortrijk moet een station worden bijgebouwd om de stroom van het hoofdnet af te halen. Dan moet er in Utrecht-Noord een station worden gebouwd, één in Bunschoten en één in Amersfoort. Die moeten alle vier tegelijk klaar zijn om de netcongestie hier in Amersfoort op te lossen. Loopt er één vertraging op, dan gaat het hele feest niet door. Daarnaast moeten we in
de stad ook nog eens vierhonderd transformatorhuisjes bijbouwen om de stroom op de juiste plaats te krijgen.’ Amersfoort heeft nu ook al te maken met netcongestie op onderliggende stations. Zo zit station Amersfoort-Noord vol. Dat betekent dat de nieuwe woonwijk Bovenduist daar niet op kan worden aangesloten. Daarvoor wordt een nieuw station gebouwd.
Het tweede spoor waar de Energy Board op inzet, is de langetermijnplanning. De provincie werkt aan een provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (pMIEK). Daarin worden keuzes vastgelegd over energieinfrastructuurprojecten, zoals hoogspanningsleidingen en transformatorstations. ‘Leg ruimtelijke plannen en de infrastructuur voor energie tijdig over elkaar heen’, zegt Van Essen. ‘Op de juiste plek op het juiste moment dat bouwen
‘We moeten maar zien of er straks iets uit het stopcontact komt’
‘Je kunt niet van gemeenten vragen die woningen te bouwen zonder dat daar iets tegenover staat’
wat nodig is om aan de energievraag te kunnen voldoen. Dat kan bijvoorbeeld uitstel van de bouw van een nieuwe woonwijk betekenen, omdat die pas in 2032 aangesloten kan worden. Het is een nieuwe manier van denken die we ons eigen moeten maken, energie als een sturend principe net als de mobiliteitstoets.’
De grootste opgave zit in de omgang met schaarste, zegt Bulthuis. Dat speelt met name tussen 16 en 20 uur, als iedereen tegelijk veel stroom gebruikt. Hoe de beschikbare capaciteit zo efficiënt mogelijk te gebruiken? Dat kan bijvoorbeeld met netbewust laden. Laadpalen zijn dan op afstand stuurbaar en tijdelijk in vermogen terug te schroeven op het moment dat de elektriciteitsvraag hoger is dan dat het net aankan. Met de concessiehouders kunnen netbeheerders daarover afspraken maken, zegt de wethouder. ‘In netbewuste nieuwbouwwijken kun je ook via hetzelfde principe sturen met slimme warmtepompen.’ Niet toevallig zet het derde spoor van de Energy Board ook in op betere benutting van het bestaande net. Daarmee willen de partijen ervoor zorgen dat kortetermijnontwikkelingen zoveel mogelijk binnen de bestaande netcapaciteit passen. Van Essen: ‘Dan gaat het bijvoorbeeld over netbewuste nieuwbouw, duurzame bestaande bouw en energiehubs op bedrijventerreinen.’
PIEKBELASTING
Als het gaat om het verduurzamen van bestaande bouw, zijn gemeenten aan zet. Daarbij wordt vol ingezet op warmtepompen. Dat zorgt voor een enorme extra elektriciteitsvraag met op bepaalde
momenten een grote piekbelasting. Van Essen: ‘Daar worden netbeheerders buitengewoon zenuwachtig van, zeker in de komende jaren wanneer alles snel met elektrische warmtepompen wordt ingevuld. Dan lopen ze tegen de grenzen van de netcapaciteit aan. Netbeheerders vragen gemeenten dan ook om in de komende jaren zeker bij grootschalige renovaties van woningbouwcorporaties in de prestatieafspraken tijdelijk te kiezen voor hybride warmtepompen. Hoe ongemakkelijk dat misschien nu ook voelt, voor die tussenfase is dat wel verstandig.’ Voor netbewuste nieuwbouw hebben gemeenten het rijk ‘keihard’ nodig, zegt wethouder Bulthuis. ‘Je kunt niet van gemeenten vragen die woningen te bouwen zonder dat daar iets tegenover staat. Netbewust bouwen betekent extra kosten maken. Als er een hogere onrendabele top is, staat de businesscase al onder druk. In de regelgeving zou het rijk het gebruik van slimme warmtepompen kunnen verplichten. Het rijk subsidieert warmtepompen, ook langs die weg valt daarop te sturen. Ook in de bestaande bouw moeten we een ongebreidelde groei van de elektriciteitsvraag voorkomen, anders is er überhaupt geen ruimte meer voor nieuwbouw. Daar helpt die verplichting ons ook.’
BOUWBESLUIT
Van Essen zoekt hulp van het rijk in de aanpassing van het Bouwbesluit. ‘Leg daarin vast dat nieuwbouwwijken minder belasting op het elektriciteitsnet geven. Gemeenten mogen daar niet zelf zomaar extra eisen aan stellen.’
De gedeputeerde verwijst naar de nieuw-
bouwlocatie Merwedekanaalzone in de stad Utrecht. Daar hebben de gemeente, bouwers en de regionale netbeheerder Stedin afspraken gemaakt over een lager maximaal piekvermogen per woning dan gebruikelijk. Daarvoor worden in de wijk allerlei innovaties toegepast. De gedeputeerde: ‘Met de ruimte die daarmee wordt vrijgespeeld, kunnen liften worden aangesloten, kan er een school komen, kan eigenlijk de hele wijk ontwikkeld worden. Zonder die afspraak had de woningbouwontwikkeling vijf jaar stilgelegen.’
WACHTLIJST
Volgens Bulthuis is het zaak de periode van de netcongestie zo kort mogelijk te houden. Daarnaast is het van groot belang om met aanvullende maatregelen te voorkomen dat er een wachtlijst voor kleinverbruikers komt. In het komende halfjaar is die wachtlijst nog niet nodig, aldus berekeningen van Stedin.
Toch ziet de wethouder hier wel een dilemma. Iedereen kan nog gewoon worden aangesloten, maar wie het eerst komt, wie eerst maalt. De vraag is of dat maatschappelijk gezien verstandig is om te doen. ‘Het is te overwegen om een wachtlijst in te stellen, zodat de resterende ruimte gecontroleerd kan worden toegewezen. Dit zal op basis zijn van maatschappelijke prioriteiten die nog moeten worden vastgesteld. Regelen we niks dan is de ruimte straks weg en hebben we het nakijken.’
Deze optie wordt op initiatief van de gemeenten Amersfoort en Utrecht nu als een van de alternatieve scenario’s verder uitgewerkt binnen de Energy Board. ←
Marije van den Berg onderzoeker en adviseur lokaal bestuur
Een raadseltje. We hebben het er niet over, we sturen er niet op, we verstoppen het probleem en dus de oplossing, en we constateren achteraf dat het weer niet gelukt is. Rara, wat is dat? Rechtvaardigheid in energiebeleid. Het is ook mijn samenvatting van het gelijknamige rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR). Er stroomt veel onrecht uit ons energiesysteem, en er is weinig bewijs dat de huidige aanpak en verdeling leiden tot verbetering — integendeel.
Rechtvaardigheid betekent in elk geval: toegang tot stroom en warmte niet afhankelijk van (invloed)rijkdom. ‘Materieel, en procedureel’ heet dat dan, oftewel: in de verdeling en in de aanpak. De WRR adviseert daarom om rechtvaardigheid ‘vooraf expliciet, zichtbaar en bespreekbaar’ te maken. Let op het woord ‘vooraf’. Daaraan zie je dat het advies niet is gericht aan mensen die het op dit moment koud hebben, rekeningen niet kunnen betalen en niet aan tafel zitten. Het is gericht aan mensen die daar geen last van hebben en op het punt staan hun bestuurlijke, politieke, beleidsmatige invloed weer eens te benutten. En vóór ze dat doen, de ingebakken ongelijkheid en oneerlijkheid moeten erkennen om die te kunnen verminderen.
Deze erkenning is weer eens niet te harden zo moeilijk. Het is vechten tegen vinkjes maar vooral tegen de schaamte. Voor ons, coproducenten van deze oneerlijke systemen, zijn het namelijk confronterende nulmetingen die we dan WE BLIJVEN
CONGRESSEN EN RES’EN
op tafel krijgen. Mensen in de kou en het wordt erger. Dus hebben we het er niet over, en dus sturen we er niet op, en we blijven het onrecht verstoppen onder dikke lagen congressen en RES’en.
Enfin. Dat gaan we anders doen. We willen een rechtvaardige verdeling van warmte en elektriciteit als uitkomst. We willen daarop onze taak en interventie als overheid richten. Toch? Dan is de startvraag: welke groepen kunnen er nu en in de toekomst in hun eigen warmte en elektriciteit blijven voorzien? Dat zijn op dit moment: (invloed)rijke mensen en industrieën. Bewijs van het bestáánde. Daar willen we het niet van laten afhangen of op laten uitdraaien. Hup, wat planning & control inzetten om die invloed te temperen. Meer hoeft het niet te zijn, de politieke doelen en wat grondrechten liggen klaar.
Maar: het zijn ook onze energiecoöperaties die dat doen. Bewijs van béter. Lokaal, duurzaam en met gebruikmaking van de winst voor breed welzijn. Daar moeten we zijn. Laten we gaan dealen met de mensen die onze systemen maar ook die van onze organisatie, nu juist uitsluiten. De mensen voor wie het huidige beleid nog geen werking ten goede heeft. Meen het met ze. Kies positie. ←
Gemeenten moeten vanaf komend jaar aan de slag met hun participatieverordening. Begin daar niet klakkeloos aan, schrijft gemeenteraadslid Johnny Lukasse, maar bedenk eerst hóé je het gesprek met je inwoners wilt aangaan.
Op 1 januari 2025 treedt de Wet versterking participatie op decentraal niveau in werking.
Gemeenten hebben dan twee jaar de tijd om hun inspraakverordening te vervangen door een participatieverordening. Deze nieuwe wet biedt gemeenten een mooie kans om hun participatiebeleid te herijken.
Tegelijkertijd vragen de te maken keuzes om grondige bezinning. Participatie kan voor gemeenten immers een krachtig middel zijn om het vertrouwen in de overheid te versterken, maar het is essentieel om alert te zijn en voorzichtige, duidelijke communicatie te hanteren. Alleen op die manier is de herijking ook succesvol.
‘Verleen je als gemeente inspraak als inwoners een park willen onderhouden?’
Een goed startpunt hiervoor is een gesprek binnen de gemeente over de vraag welke ambities er zijn als het om participatie gaat. Alleen een gesprek over hoe participatie nu vorm krijgt en wat de wensen voor de toekomst zijn, is echter niet voldoende.
Gemeenten moeten inwoners straks niet alleen bij de voorbereiding, maar ook bij de uitvoering en evaluatie van beleid betrekken. Dit betekent dat ze niet alleen vaker, maar ook op andere momenten met inwoners in gesprek moeten gaan. Maar hoe organiseer je dat?
Een mogelijke aanpak is om vooraf met inwoners gesprekken te voeren over de randvoorwaarden voor een goede uitvoering of de criteria die bij de evaluatie hanteerbaar zijn, maar het bepalen van die randvoorwaarden en criteria moet vooraf gebeuren. Dat vraagt aanpassingen in het werk- en besluitvormingsproces.
Verder moeten de participatievormen onderwerp van gesprek zijn. De wet schrijft voor dat gemeenten de voorwaarden bepalen waaronder inwoners en maatschappelijke partijen het uitdaagrecht, ook wel right to challenge genoemd, kunnen toepassen.
Schrijf ook een betoog voor VNG Magazine: redactie@vngmagazine.nl
Beeld: Cees van der Wal
Er zijn echter meer vormen van participatie. Denk aan burgerbegrotingen en burgerberaden.
Dit roept niet alleen de vraag op welke participatievormen gemeenten willen toepassen, maar ook hoe die zich tot elkaar verhouden. Verleen je als gemeente bijvoorbeeld inspraak als inwoners een park willen onderhouden of een buurthuis willen beheren?
AANDACHT
Daarnaast vragen de partijen die deelnemen aan dat gesprek aandacht.
Idealiter nemen niet alleen gemeenteraadsleden en leden van het college van burgemeester en wethouders deel, maar ook ambtenaren en inwoners. Maar hoe, en hoe zorg je dat dit een open gesprek is waarin de verschillende rollen van de partijen binnen het participatieproces aan de orde komen? Wat vragen de ideeën voor participatie bijvoorbeeld van de inwoners? En de bestuurlijke en ambtelijke werkprocessen? En wat vraagt dit van de houding en het gedrag van elke partij?
In het verlengde daarvan zou binnen de gemeenteraad een gesprek plaats moeten vinden over hoe de raad op participatieprocessen wil sturen. Dat kan natuurlijk vooraf door via het participatiebeleid en de
‘Welke rol wil de gemeenteraad in concrete gevallen spelen?’
participatieverordening kaders te stellen. Maar welke rol wil de gemeenteraad in concrete gevallen spelen? En wat doet de gemeenteraad met de uitkomsten van de participatie?
Kortom, mijn oproep is: bezint eer gij begint. Het managen van de verwachtingen van inwoners wordt namelijk nóg belangrijker dan voorheen. ←
Johnny Lukasse is gemeenteraadslid (SGP-ChristenUnie) in Goes en lid van de VNG-commissie Raadsleden & Griffiers. De VNG heeft een handreiking ontwikkeld om gemeenten te helpen bij het voeren van het gesprek over participatie. Daarnaast is er een Model Participatieverordening 2024 opgesteld. Deze zijn te vinden op vng.nl.
OVERSTAP
Susanne de Roy van Zuidewijn-Rive is gestart als burgemeester van Ouder-Amstel. Na een periode bij een organisatieadviesbureau keert ze terug in de lokale politiek. Eerder was ze wethouder van Bloemendaal.
‘Ik borduur voort op wat ik eerder heb gedaan. Ik heb met plezier gewerkt in Bloemendaal, het wethouderschap is een heel politiek inhoudelijke functie. Als burgemeester heb je een meer verbindende rol. Dat spreekt me aan. Ouder-Amstel is een bijzondere gemeente. Het dorp Ouderkerk aan de Amstel ligt tussen de polders, maar Duivendrecht is helemaal verweven geraakt met Amsterdam-Zuidoost. Je kunt de Johan Cruijff ArenA bijna niet bereiken zonder dat je door Ouder-Amstel komt. De stad rukt op, maar hoe houden we die unieke karakteristieken in stand?’
Wat neemt u mee? ‘Het werk bij een strategisch communicatieen adviesbureau is eigenlijk vergelijkbaar met het werk van de gemeente. Het gaat om positionering: wat is je doel, wie zijn je stakeholders, hoe kun je die bereiken en welke boodschap wil je dat iemand meekrijgt? Als burgemeester doe je dat ook. Bij Hill & Knowlton gebeurt dat strategisch, met behulp van data. Dat is interessant.’
Wat heeft u geleerd? ‘Ik ben nu nog lid van de Bezwaarschriftenadviescommissie hersteloperatie toeslagen. In de toeslagenaffaire is de overheid het leven van mensen op ingrijpende wijze binnengegaan, terwijl dat niet de bedoeling was. Wij behandelen bezwaarschriften van ouders. Dat zijn lastige zaken. Je wilt mensen goed helpen, tegelijkertijd is het een publieke verantwoordelijkheid om dit zo zorgvuldig mogelijk te doen. Geen zaak is hetzelfde. Niet alle problematiek is direct toe te wijzen aan de toeslagenaffaire, maar voor betrokkenen voelt dat vaak wel zo. We proberen daar een goed evenwicht in te vinden. Het blijft echter waanzinnig lastige materie. Dat maakt een zitting niet gemakkelijk, maar wel waardevol voor de betrokkenen. Het gesprek kan erg steunend en troostend zijn. Het enkele feit dat er mensen zijn die luisteren kan al helpen.’ (RvdD) ←
Burgemeester Hans Vroomen van Ommen heeft zijn taken tijdelijk neergelegd vanwege burn-outklachten. De Overijsselse commissaris van de Koning zal in overleg met de vertrouwenscommissie van de gemeenteraad een waarnemer aanstellen. Vroomen is sinds 2017 burgemeester van Ommen. Eerder was hij wethouder van Bodegraven en Bodegraven-Reeuwijk.
Peter Rehwinkel begint op 20 januari als waarnemend burgemeester van Alphen aan den Rijn. Hij vervangt daar Liesbeth Spies (CDA), die voorzitter wordt van Aedes, de vereniging van woningcorporaties. Rehwinkel (PvdA) was eerder burgemeester van Naarden en Groningen. Later was hij waarnemend burgemeester van Zaltbommel, Bergen, Dijk en Waard en Voorne aan Zee. Hij was ook lid van de Tweede Kamer (1995-2002) en de Eerste Kamer (2007-2009). In mei start de procedure voor een nieuwe vaste burgemeester voor Alphen aan den Rijn. Naar verwachting kan die in december 2025 worden geïnstalleerd.
Pieter van de Stadt vertrekt als burgemeester van Lansingerland. Hij wordt op 1 maart dijkgraaf van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. De VVD’er is sinds september 2015 burgemeester van Lansingerland. Daarvoor was hij raadslid en wethouder in Heemstede.
redactie@vngmagazine.nl
Van de Stadt volgt bij het hoogheemraadschap Toon van der Klugt op, die per 1 januari 2025 met pensioen gaat. In januari en februari 2025 is hoogheemraad Josien van Cappelle waarnemend dijkgraaf.
Burgemeester Rob Welten van Haaksbergen stelt zich niet beschikbaar voor een tweede termijn. Hij stopt op 17 april. Welten begon in april 2019 als burgemeester van Haaksbergen. Daarvoor was hij tien jaar burgemeester van Borne. Eerder was de CDA’er lid van pro-
vinciale staten in Overijssel (2003-2006) en wethouder van Oldenzaal (2006-2009).
De gemeenteraad van Overbetuwe heeft burgemeester Patricia HoytinkRoubos voorgedragen voor een tweede termijn, die op 18 april begint. Hoytink begon in april 2019 in Overbetuwe. Daarvoor was ze politiek actief in Berkelland, waar ze namens het CDA gemeenteraadslid (2010-2014) en wethouder (2014-2019) was.
De Amstelveense burge-
meester Tjapko Poppens mag zich opmaken voor een tweede ambtstermijn. De gemeenteraad heeft hem voor herbenoeming aanbevolen. Poppens’ tweede termijn begint op 28 mei.
Voordat Poppens (VVD) in 2019 naar Amstelveen ging, was hij burgemeester van Wijk bij Duurstede (20122019). Eerder zat hij in de gemeenteraad van Deventer (2005-2012).
Burgemeester Doret Tigchelaar van Wierden is niet beschikbaar voor
Ingezonden mededeling
een tweede termijn. Dat betekent dat ze in juni stopt. Tigchelaar begon op 17 juni 2019 in de Twentse gemeente als burgemeester. Daarvoor was ze onder meer raadslid en wethouder van Hattem.
Burgemeester Petra Dassen-Housen van Kerkrade is door de gemeenteraad voorgedragen voor een tweede termijn, die op 11 juni start. Dassen (CDA) begon in juni 2019 in Kerkrade. Daarvoor was ze acht jaar burgemeester van Beesel.
Jan Willem Kradolfer is op 12 november begonnen als interim-gemeentesecretaris van Enschede. De benoeming, voor een periode van acht maanden, volgt op de ziekmelding van gemeentesecretaris Kees Meijer Kradolfer is sinds september 2018 partner bij consultancyorganisatie De Galan Groep. Hij was in 2018-2019 ook al interim-secretaris in Enschede.
Martin van Vliet vertrekt op 1 januari als gemeentesecretaris van Bergen op Zoom. Hij gaat per die datum aan de slag bij een wervings- en adviesbureau. Van Vliet begon in oktober 2021 bij Bergen op Zoom. Eerder was hij gemeentesecretaris van Vlissingen en daarvoor van Cranendonck en van Lith.
van de gemeenteraad van Boskoop.
Richard van der Weegen begint per 1 januari als grifvan Roermond. Hij is daar al sinds 1 december aan de slag om een ‘warme
overdracht’ te krijgen van Jos Vervuurt. De laatste gaat op 1 maart met pensioen. Van der Weegen was
Cuijk en daarna, na de totstandkoming van de nieuwe gemeente, in Land van Cuijk. Nog eerder was
de gemeenteraad van het toenmalige Meerlo-Wanssum.
Corinne Bos is met ingang van 1 januari de nieuweraad van Heeze-Leende. Ze wordt de opvolger van Paul Hertog, die met pensioen gaat. Bos werkt sinds april 2024 al bij de gemeente Heeze-Leende als concerncontroller en heeft daarvoor op diverse werkplekken functies vervuld als beleidsadviseur en business controller.
Philip Greep stopt per de gemeenteraad van Waterland. Hij gaat met pensioen. Greep is dan vier geweest. Voordat hij in 2021
Fred Baars wordt per 1 februari de nieuwe gemeentesecretaris van Maasdriel. Tot die datum is hij werkzaam als teammanager Ruimte en Projectrealisatie bij de gemeente Lingewaard. Daarvoor was hij onder meer manager bij de gemeenten Uden en Roermond. In Maasdriel volgt hij Jaap Lange op, die in juni 2023 vertrok. Sindsdien is Karen Coesmans interim-secretaris.
Jouke Douwe de Vries is voorgedragen als nieuwe burgemeester van Achtkarspelen. De Vries was tot voor kort wethouder van Noardeast-Fryslân. Daarvoor was hij jarenlang raadslid in Dongeradeel. In Achtkarspelen wordt hij de opvolger van Oebele Brouwer, die geen tweede ambtstermijn ambieert. De Vries wordt op 30 januari geïnstalleerd.
naar Waterland kwam, was adviseur in Lingewaard. Eerder werkte hij sinds 1981 als beleidsambtenaar bij diverse gemeenten in Noord-Holland en Utrecht.
Burgemeester Hans Teunissen van Gennep is op 6 december verkozen tot voorzitter van de K80, het netwerk van kleine gemeenten. Hij volgt Bob Vostermans op, die de K80 mede oprichtte, maar burgemeester is geworden van Peel en Maas. Hierdoor stopt hij als voorzitter. Teunissen is sinds oktober 2020 burgemeester van Gennep. Eerder was hij gedeputeerde in Limburg en wethouder in Venray.
Het is mogelijk om te solliciteren naar het burgemeestersambt van Oss (circa 94.700 inwoners), vacant
per 19 mei 2025. Het salaris bedraagt € 12.152,10 per kan worden opgevraagd via burgemeestersaangelegenheden@brabant.nl of tel. 06-18303119. Sollicitaties vóór 3 januari sturen naar de CdK in de provincie Noord-Brabant.
Belangstellenden kunnen solliciteren naar het burgemeestersambt van Albrandswaard (circa 26.500 inwoners), vacant per 1 juli 2025. Het salaris bedraagt € 10.358,31 per maand. De zuid-holland.nl/sollicitatieburgemeester. Sollicitaties vóór 11 januari sturen naar de CdK in de provincie Zuid-Holland.
De burgemeesterspost van de gemeente De Bilt (circa 43.800 inwoners) is vacant sinds 6 november 2024. Het salaris is € 11.218,35 brutoschets is te vinden op bit.ly/vacatureDeBilt. Sollicitaties moeten vóór 12 januari verstuurd worden naar de commissaris van de Koning in de provincie Utrecht.
Henk Don
‘In mijn functie geef ik onderwijs en doe ik wetenschappelijk onderzoek. Dat gaat vooral over kansrekening. Zo ben ik bezig met een wiskundige beschrijving van een populatie waarin een besmettelijke ziekte rondwaart. De meeste mensen kennen het R-getal nog uit de coronatijd. We kijken vooral naar de faseovergang: een kleine verandering van de paramaters kan een groot effect hebben.
Is het R-getal iets onder de 1, dan heb je een heel andere situatie dan wanneer dat boven de 1 is. Het voordeel van mijn werk als wiskundige is dat ik in de raad heel snel dingen doorzie. Ik ben gewend om analytisch te denken en om verbanden te zien. En ik heb ook wel iets geschreven over de wiskundige verdeling van restzetels in de gemeenteraad.’
DE COALITIEPLANNEN VOOR EEN CONSTITUTIONEEL HOF BIEDEN EEN NIEUWE KANS VOOR DE INVOERING VAN
BESLECHTING TUSSEN HET RIJK EN DE DECENTRALE OVERHEDEN. MAAR ANDERE VORMEN VAN ARBITRAGE BLIJVEN BETER GESCHIKT DAN EEN GANG NAAR DE RECHTER.
De wens van de coalitie om een constitutioneel hof op te richten, komt uit de koker van NSC. Partijleider Pieter Omtzigt diende al in april 2023, dus voor de start van zijn eigen partij, een initiatiefnota in bij de Tweede Kamer om constitutionele toetsing te verbeteren. Nederland is het enige land in Europa waar de rechter niet mag toetsen aan de Grondwet, en staat daarbij ‘in een rijtje met landen als Irak, Cuba, Noord-Korea en Saoedi-Arabië’, schreef Omtzigt in het stuk.
De coalitieplannen komen niet uit de lucht vallen. De staatscommissie parlementair stelsel, onder leiding van Johan Remkes, bepleitte in 2018 al de oprichting van een constitutioneel hof. Dat zou niet alleen zaken moeten behandelen van burgers die vinden dat hun grondrechten zijn geschonden, maar ook kunnen beslissen over ‘zuivere bestuursgeschillen’ tussen overheden onderling. Het gaat dan bijvoorbeeld, schreef de commissie, om ‘geschillen die rijzen uit decentralisatieoperaties, waarbij niet altijd duidelijk is waar bevoegdheden van rijk, provincies, waterschappen en gemeenten beginnen, eindigen, overlappen of ontbreken’.
Of het zover komt, is nog onduidelijk. Minister Judith Uitermark van Binnenlandse Zaken werkt de voorstellen uit. Die contourennota wordt op korte termijn verwacht.
JEUGDZORG
De VNG is al langer pleitbezorger van een permanente vorm van geschillenbeslechting tussen overheden. In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van 2020 presenteerde de VNG een voorstel voor een Wet op het decentraal bestuur. Dat was opgesteld door de Groningse emeritus hoogleraar staatsrecht Douwe Jan Elzinga en bevat ook een regeling voor geschillenbeslechting. Decentrale overheden liggen vaker overhoop met het rijk; of het nu gaat over de jeugdzorg, het asielbeleid, het wel of niet invoeren van zero-emissiezones of het plotseling annuleren van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Dergelijke spanningen zijn inherent aan de verhoudingen tussen
De gang naar de rechter is voor gemeenten niet altijd de meest kansrijke weg.
rijk en decentrale overheden, zegt de Nijmeegse hoogleraar staatsrecht Hansko Broeksteeg.
In 2021 leidde dat in het conflict over de financiering van de jeugdzorg al eens tot de oprichting van een ad-hoc-arbitragecommissie onder leiding van staatsraad en voormalig topambtenaar Richard van Zwol. Die oordeelde dat het rijk anderhalf miljard euro moest bijbetalen aan gemeenten om de jeugdzorg uit te voeren. Ook kwam er een Hervormingsagenda Jeugd. Daarin werken gemeenten en het rijk samen om knelpunten in de jeugdzorg aan te pakken en om het stelsel financieel houdbaar te maken. Een deskundigencommissie onder leiding van voormalig minister Tamara van Ark komt in januari met een zwaarwegend advies over de uitvoering van de agenda. Uitermark heeft zich nu al aan dat advies gecommitteerd. Het is niet de vraag óf, maar hóé de aanbevelingen van Van Ark worden overgenomen, zei ze eind november op de ledenvergadering van de VNG. Maar daarmee is een nieuwe episode in het jeugdzorgconflict nog niet van de baan. Op diezelfde bijeenkomst liet VNG-voorzitter Sharon Dijksma weten een gang naar de rechter niet te schuwen als het rijk zich, ondanks de goede intenties, toch niet houdt aan het advies van Van Ark.
WEINIG HOUVAST
Hoogleraar Broeksteeg ziet wel wat in de oprichting van een permanent arbitrage-instituut om conflicten tussen het rijk en de decentrale overheden te beslechten. Maar de vraag is, zegt hij, of de rechter, en dus ook een constitutioneel hof, daarvoor de juiste instantie is. De Grondwet bevat namelijk weinig houvast om te oordelen in conflicten tussen overheden.
Dat stelt ook Geerten Boogaard, hoogleraar decentrale overheden aan de Universiteit Leiden. Ook hij is voorstander van een neutrale scheidsrechter voor conflicten tussen het rijk en de decentrale overheden. ‘Maar een rechtsgang leidt vooral tot het juridiseren van de onderlinge verhoudingen’, zegt hij. En ook Boogaard wijst erop dat de Grondwet noch de Gemeentewet nauwelijks concrete juridische normen bevat waar de rechter mee uit de voeten kan. Datzelfde geldt voor de Financiële-verhoudingswet, zegt Broeksteeg. ‘Daar staat in dat het rijk gemeenten moet compenseren voor medebewindstaken. Maar hoeveel dat dan zou moeten zijn, staat er niet bij.’ Een gang naar de rechter is dus weinig kansrijk. Broeksteeg duidt op 2004: toen schafte het rijk het gebruikersdeel van de ozb af. Volgens gemeenten werd daarmee het eigen belastinggebied van gemeenten, en daarmee de eigen autonomie, verkleind. De VNG legde een geschil voor aan de rechter, verwijzend naar het Europees Handvest inzake lokale autonomie, maar die wees uiteindelijk de vordering af. Het handvest was ‘te algemeen geformuleerd om zonder meer in de nationale rechtsorde als objectief recht te kunnen functioneren’. Een beslissing was daarom aan de wetgever,
‘Wat die autonomie van gemeenten inhoudt, is niet bepaald’
Het woord “zelflevering” zegt het eigenlijk al. Je bent zelf de leverancier van je benodigde energie. Je zit zelf aan de knoppen waar je de (lokale en duurzame) energie vandaan haalt. Die energie heb je of zelf geproduceerd of koop je ergens in. Bijvoorbeeld van een (lokale) producent of van de energiebeurs. Een simpele definitie van zelflevering is:
“Het als lokale of regionale overheid aan jezelf leveren van energie”
Maar hoe ziet dit er nu in de praktijk uit? Ondertussen zijn er al meer dan 45 gemeen-
mooie voorbeelden zijn Agem en OVEF.
Agem: voorloper op het gebied van zelflevering
hebben in 2017 een organisatie
gemeenten, die inmiddels bijna zeven was hiermee voorloper in Nederland. Disruptief binnen de energiemarkt, waarbij de basis niet langer de marktprijs is, maar de kostprijs. Geen tegengestelde belangen van opwekkers en afnemers, maar zelf opwekken wat je zelf verbruikt. De
dagelijkse operationele zaken voor de gemeenten en zorgen voor zo goed mogelijke afstemming van opwek en afname.
OVEF: unieke samenwerking van en voor Friese overheden
OVEF is een samenwerkingsverband tussen 18 Friese gemeenten, de
OVEF streeft ernaar zoveel mogelijk energie uit eigen opwek te benutten). Daarvoor wordt onder andere de opwek uit het Windpark Hiddum Houw (eigendom van een gemeente en het
worden diverse zonneparken bij waterzuiveringsinstallaties benut. Ook is het plan om gebruik te
partijen in de regio nu al kan leiden tot mooie duurzame resultaten.
OVEF heeft de ambitie om de gelijktijdigheid van opwek en verbruik verder te optimaliseren, onder andere door gebruik te maken van
batterijopslag. Daarmee verbetert
OVEF de CO2 prestaties en is ze een waardevolle referentie voor andere regio’s die de mogelijkheden van
een duidelijke gezamenlijke ambitie: betaalbare energiezekerheid voor iedereen. Met het pure
ben je zelf eigenaar van je eigen ener-
ke aankoop van een door een van de gemeenten zelf ontwikkeld zonnepark was hierin een belangrijke stap.
van afval in energie door het Friese afvalverwerkingsbedrijf Omrin. Het unieke aan OVEF is dat het opwekt dan ze verbruiken, wat op Zo bewijst OVEF dat een intensieve
Wil je meer leren over hoe je zelflevering toe kunt passen? Het whitepaper ‘De tools voor zelflevering’ is een complete gids naar meer regie over eigen energie voor lokale en regionale overheden. Download het nu op www.entrnce.nl/whitepaper-tools
‘Een rechtsgang leidt vooral tot het juridiseren van de verhoudingen’
aldus de rechter. Zonder juridische normen, stelt Broeksteeg, kan het rijk dergelijke maatregelen gewoon doorvoeren, en is een conflict erover niet zozeer een juridisch vraagstuk als wel een politieke discussie.
In federaties die staatkundig minder centralistisch zijn ingericht, zoals Duitsland en de Verenigde Staten, ligt dat anders. Zo oordeelt de Duitse constitutionele rechter, het Bundesverfassungsgericht in Karlsruhe, met succes over zaken tussen Berlijn en de individuele deelstaten. ‘Maar de Duitse grondwet bevat lange lijsten met onderwerpen die aan de federale overheid toekomen of aan de Bundesländer’, zegt Broeksteeg. ‘Bij een geschil pakt de rechter die lijsten erbij.’ In Nederland is de taakverdeling tussen overheden niet in de vaak als sober omschreven Grondwet vastgelegd. Het enige grondwettelijke houvast voor de rechter biedt artikel 124, waarin de autonomie van gemeenten en provincies wordt geregeld. ‘Maar wat die autonomie inhoudt en wat het minimumniveau is, is niet bepaald,’ zegt Broeksteeg. Dat maakt het moeilijk voor de rechter om uitspraak te doen zonder zelf de politiek ingezogen te worden, constateert hij. ‘We weten nu al dat er politieke partijen zijn die zagen aan de legitimiteit van rechters door ze te beschuldigen van politieke voorkeuren.’
Boogaard beaamt dat. ‘De rechter heeft vaak helemaal geen zin om zich te mengen in zulke conflicten, omdat die het nooit goed kan doen’, ziet hij. ‘Als hij de gemeenten gelijk geeft, is het rijk ontevreden, en als hij het rijk gelijk geeft, zijn de gemeenten boos.’
Wil een constitutioneel hof probleemloos uitspraken kunnen doen in conflicten tussen overheden, dan moet in de Grondwet dus eigenlijk ook duidelijk afgebakend worden welke taken waar belegd worden, inclusief expliciete financiële bepalingen. ‘Maar de vraag is of je dat moet willen’, zegt Broeksteeg. Bij de totstandkoming van de Grondwet van 1848, die van Thorbecke, werd nog uitgegaan van de ‘driekringenleer’, waarin rijk, provincies en gemeenten elk hun
eigen vastomlijnde taken en bevoegdheden hadden. ‘Dat was niet houdbaar, om de simpele reden dat er bijna geen onderwerpen zijn die exclusief van gemeente, provincie of rijk zijn.’
Toch is een dergelijke regeling niet helemaal vreemd in het Nederlandse staatsbestel, zegt Broeksteeg. Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden regelt de verhoudingen tussen de vier landen van het Koninkrijk: Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten. In het statuut is precies vastgelegd welke zaken het Koninkrijk regelt: denk aan de landsverdediging, het Nederlanderschap en de nationaliteit van zeeschepen. Andere zaken zijn aan de autonome landen zelf. En artikel 12a, toegevoegd in 2010 bij het veranderen van de staatkundige verhoudingen in het Koninkrijk, regelt de komst van een instantie die geschillen tussen het Koninkrijk en de landen moet beslechten. Een voorstel om daarvoor de Raad van State bevoegd te maken, sneuvelde echter in 2019.
ARBITRAGE
Broeksteeg en Boogaard wijzen beiden naar het conflict over de jeugdzorg. Daarvoor werd de kiem gelegd bij de decentralisaties van 2015. ‘Die waren ook een bezuinigingsmaatregel van het rijk’, zegt Broeksteeg. Tien jaar later kampen gemeenten nog altijd met tekorten. ‘Begrijp me niet verkeerd,’ zegt Broeksteeg, ‘ik steun de gemeenten die zeggen dat er een probleem is en dat alleen het rijk dit probleem kan oplossen met meer geld. Maar uit de Grondwet is niet af te leiden hoeveel geld gemeenten dan zouden moeten krijgen. Een rechter kan daar dus niet zoveel mee.’
Een minder juridische vorm van arbitrage, zoals de Commissie-Van Zwol, biedt meer mogelijkheden voor gemeenten om een uitspraak te krijgen waar rijk en gemeenten mee uit de voeten kunnen, zeggen Boogaard en Broeksteeg. Zo’n commissie kan eenvoudiger de politieke discussie meewegen. ‘Dat een oud-minister als Van Ark nu adviseert over de jeugdzorg, lijkt me heel verstandig’, zegt Broeksteeg. ‘ Zij weet ook hoe de politieke verhoudingen liggen. Dat is een voordeel.’ ←
Hét overzicht van vacatures binnen gemeenten voor hoger opgeleiden.
ICT service manager
Amstelveen
Senior adviseur informatievoorziening
De Ronde Venen
Functioneel beheerder belastingen en gegevens
Hilversum
Adviseur informatisering
Leeuwarden
Functioneel applicatiebeheerder
Lelystad
Online specialist
Soest
Systeembeheerder Texel
Applicatiebeheerder Filenet/DMS
Tilburg
BESTUURLIJK
Strateeg
Eindhoven
Bestuurscommunicatieadviseur
Maasdriel
Senior raadsadviseur/ Nijkerk
Raadsadviseur/plaats-
Olst-Wijhe
Programmacoördinator Wet open overheid
Tilburg
Adviseur inkoop en aanbesteding
Amstelveen
Senior beleidsmedewer-
Bloemendaal
Elburg
Inkoper Katwijk
Business controller Lansingerland CULTUUR
Beleidsadviseur jeugd en onderwijs
Alphen aan den Rijn
Beleidsadviseur onderwijs
Capelle aan den IJssel
Directeur Van Abbemuseum
Eindhoven
Projectmanager onderwijshuisvesting
Eindhoven
Voor een overzicht van alle vacatures en meer informatie zie www.gemeentebanen.nl.
Beleidsmedewerker kunst en cultuur
Schouwen-Duiveland
OPENBARE ORDE EN
Specialist Bibob Eindhoven
Integraal regisseur openbare ruimte
Almelo
Opgavemanager landelijk gebied
Alphen aan den Rijn
Senior planeconoom
Capelle aan den IJssel
Vergunningverlener bouw
Enschede
Planoloog
Haarlem
Projectleider civiel of bouw
Haarlemmermeer
Water- en riooladviseur
IJsselstein
Junior planoloog
Nijkerk
Junior beleidsmedewerker ruimtelijke ordening
Oldebroek
Stedenbouwkundig adviseur
Oldebroek
Vragen aan de VNG? Bel het team Informatievoorziening, tel. 070-373 83 93, info@vng.nl
Projectondersteuner
Ridderkerk
Medewerker stedenbouw
Schouwen-Duiveland
Strategisch adviseur warmtetransitie
Voorschoten
Projectleider lokale energietransitie
Wassenaar
WERKGELEGENHEID
Inkomensconsulent Leeuwarden
Jobcoach Leeuwarden
Beleidsadviseur inkomen, minimabeleid en schulddienstverlening
Zwartewaterland
WELZIJN
Jeugdcoördinator
Baarn
Gedragswetenschapper jeugd
Dijk en Waard
Kwaliteitsmedewerker
Wmo
Nijkerk
Klantmanager Wmo
Ridderkerk
Beleidsadviseur welzijn
Vijfheerenlanden
Mis niets!
Neem nu een jaarabonnement op VNG Magazine via sdu.nl/service of bel naar 070-378 98 80
Uitgever Dineke Sonderen, Sdu BV, tel. 070-378 99 24 Hoofdredactie VNG Chef redactie Rutger van den Dikkenberg Redactie Leo Mudde, Marten Muskee, Monique Westenbroek Medewerkers Marije van den Berg, Geerten Boogaard, Sandra Braakmann, Dimitry de Bruin, Pieter van den Brand, Jiri Büller, Annemieke Diekman, André Krouwel, Sanne van der Most, Martijn van der Steen Contact redactie tel. 070-378 96 43, redactie@vngmagazine.nl Ontwerp Fier.media Vormgeving Monique Westenbroek Druk Senefelder Misset, Doetinchem Advertentie-exploitatie Abonnementen parlementariërs en ambtenaren bij gemeenten en stads- en streekgewesten. Aanvragen en wijzigingen: www.vng.nl, vngleden@vng.nl of 070-3738393 Betaalde abonnementen Prijs jaarabonnement: 198 euro (excl. 9% btw). Sdu Klantenservice, www.sdu.nl/service, tel. 070-378 98 80. Schriftelijk opzeggen uiterlijk twee maanden vóór het einde van de abonnementsperiode bij Sdu Klantenservice, Postbus 20025, 2500 EA Den Haag © 2024, ISSN 1566-1636
Vind jij altijd de juiste informatie?
Alleen VIND levert gemeenten de unieke combinatie van werkprocessen én praktische informatie om de organisatie in de breedste zin te voorzien. De front- en backoffice sluiten daardoor naadloos op elkaar aan. Deze combinatie bespaart tijd én de dienstverlening naar burgers en ondernemers is professioneler, sneller en accurater.
Vind alle voordelen op sdu.nl/vind
Snel en gemakkelijk
Schrijf je in voor onze gratis nieuwsbrieven!
Het belangrijkste gemeentenieuws, achtergronden, opinieblogs en méér, 2x per week in je mailbox
Houd je je bezig met bedrijfsvoering, het sociaal domein, ruimte en/of veiligheid?
Schrijf je dan ook in voor onze themanieuwsbrieven
schrijf je snel en eenvoudig in via gemeente.nu/nieuwsbrieven