

Een woning voor juf Selma Omdat haar hart bij onze kinderen ligt












We willen graag dat Selma in de buurt van haar school kan blijven wonen. Dat is belangrijk voor Selma, maar ook voor de buurt. Wonen moet voor iedereen betaalbaar blijven. Daarom hebben we BPD Woningfonds opgericht. Hiermee werken we samen met gemeenten en woningcorporaties aan meer energiezuinige middenhuurwoningen door heel Nederland. Van Alkmaar tot Almelo en van Groningen tot Rosmalen.






















Meer weten over onze projecten, zoals bijvoorbeeld in Diemen of Groningen? Kijk op bpd.nl/woningfonds






Bouwen aan het hart van de buurt


IN DIT NUMMER
Coverfoto: ANP / Bart Stoutjesdijk | Nummer 1 verschijnt op 20 januari 2023
THEMA Ongeduldig
Er is haast bij de aanleg van nieuwe warmtenetten, ziet Teun Bokhoven.
THEMA Nieuwkoop
Nieuwkoop ontwikkelde in eigen beheer een warmtenet voor de verwarming van een bedrijventerrein.

THEMA Energielabel C
Kantoren moeten vanaf januari ten minste energielabel C hebben.



Gaan gemeenten handhaven?

Verkiezingen
Hebben verkiezingen invloed op het gemeentelijk beleid?

Amper, ontdekte onderzoeker Harm Rienks.
Verslag ALV
Wat werd er zoal besproken op de algemene ledenvergadering van de VNG?
THEMA Sharon Dijksma

Burgemeester Sharon Dijksma was als speciaal VN-gezant op de klimaattop in Egypte.
Rekenkamers
Vanaf 1 januari moeten gemeenten een volwaardige rekenkamer hebben.
Een wetswijziging plaatst de raad op afstand.
EN VERDER
Wethouders: proactief omgaan met tegenmacht
Het lokaal bestuur krijgt te maken met nieuwe vormen van tegenmacht, onder meer door de opkomst van sociale media. Wethouders kunnen deze tegenmacht, in alle vormen, het best proactief opzoeken.

Dat concluderen onderzoekers van Avans Hogeschool in een onderzoek dat is uitgevoerd in opdracht van de Wethoudersvereniging. ‘Het stelsel van macht en tegenmacht is essentieel voor een goed functionerende overheid’, stellen de onderzoekers. En ook wethouders zien dat stelsel ‘als een groot goed’.
ONRUSTEN
Maar de manier waarop tegenmacht wordt uitgeoefend, verandert snel, onder meer door sociale media en door ‘onrusten in de samenleving’. Ondanks die volgens de onderzoekers oplopende druk, blijven wethouders positief over de tegenmacht. Invloed van buiten helpt te komen tot goede besluitvorming.
Het betekent wel dat wethouders zich bewust moeten zijn van het belang van de partijen die reageren op voorstellen, en hoe je daarmee omgaat, zeggen de onderzoekers. Ook is het belangrijk in kaart te brengen of iedereen in beeld is. Op sommige punten leidt tegenmacht tot wrijving en irritatie. Dat gebeurt vooral wanneer partijen op de stoel van een ander gaan zitten, of zich bovenmatig laten
gelden. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om lokale media die een incident maar blijven uitventen, of een ambtenaar die een wethouder toefluistert dat die ‘slechts een voorbijganger is’.
Uit ander recent onderzoek van de Wethoudersvereniging blijkt dat wethouders knellende regels in incidentele gevallen omzeilen, als dat voor een nobel doel is en wanneer andere oplossingen niet werken. Volgens dat onderzoek, ook door Avans Hogeschool in opdracht van de Wethoudersvereniging, vertonen wethouders soms ‘Robin Hood-gedrag’. Dat gedrag vertonen ze niet impulsief: in principe volgen de wethouders de regels, maar als het echt niet anders kan, en na overleg met ambtenaren en collegawethouders, wordt er een passende oplossing gezocht. Daarbij gebruiken ze eufemistische termen, zoals ‘zoeken naar ruimte’, ‘maatwerk toepassen’ of ‘buiten de gebaande paden treden’. (RvdD) ←
Corrupte bestuurder gestraft bij verkiezingen
Kiezers straffen politici die zich schuldig hebben gemaakt aan corruptie, bij verkiezingen af. Gemiddeld leidt een corruptieschandaal tot een verlies van 15 tot 20 procent van de stemmen.
Dat blijkt uit onderzoek van Harm Rienks, die vorige week aan de Rijksuniversiteit Groningen promoveerde op onder meer de gevolgen van bestuurlijk falen op het aantal stemmen.
Verkoelen
een boycot door raadsleden
Volgens Rienks straft de kiezer lokale bestuurders ook af bij professioneel falen en bij schandalen in de privésfeer. Beide leiden tot een zetelverlies van 7,5 tot 10 procent. (RvdD) ← Lees meer vanaf pagina 32.
Veel mensen weten niet meer hoe ze de eindjes aan elkaar kunnen knopen. Dan gaan wij toch niet decadent dineren in het stadhuis?De Rotterdamse 50Plus-fractievoorzitter Ellen nam het initiatief
voorvan het jaarlijkse kerstdiner in het stadhuis, AD 7 december
Download voor meer nieuws de VNG Nieuwsapp
Tilburg aan de slag met basisbanen
Tilburg start binnenkort met een experiment met basisbanen: duurzaam en betaald werk voor mensen die kunnen en willen werken, maar voor wie dat op de huidige arbeidsmarkt niet mogelijk is.
Het experiment start met maximaal vijf banen op verschillende plekken in de gemeente. Bijvoorbeeld bij woningcorporaties, stichtingen of bedrijven. Werknemers met deze basisbanen krijgen begeleiding op maat.
Tilburg doet de proef met de basisbanen, omdat de gemeente vindt dat via de huidige Participatiewet nog te weinig mensen een kans op langdurig werk kunnen krijgen.
De gemeenteraad beslist begin van het nieuwe jaar over de betaling van deze proef. Het is de opmaat naar een breder experiment dat duidelijk moet maken of basisbanen een definitieve oplossing zijn voor mensen die niet zomaar kunnen functioneren op de arbeidsmarkt. (MM) ←
Giftrein blokkeert woningbouw
Er rijden te veel giftreinen door de steden. Staatssecretaris Vivianne Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat moet de regie nemen en zorgen voor veilige routes.
Die oproep doen de vier burgemeesters Theo Weterings van Tilburg, Paul Depla van Breda, Jeroen Dijsselbloem van Eindhoven en Wouter Kolff van Dordrecht in de Volkskrant. De risico’s zijn te groot, zeker nu er duizenden huizen bijgebouwd moeten worden, aldus de burgemeesters. Veel van de woningen zullen rondom spoorzones worden gebouwd.
De vier dringen er bij de Tweede Kamer en het kabinet op aan serieus werk te maken van de alternatieven. Zo kan er meer gebruik worden gemaakt van de Betuweroute. Daarnaast kan er meer vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvinden over water, of via een buizennetwerk.
De VNG en het IPO riepen het rijk onlangs al op de verantwoordelijkheid te houden voor de veiligheid bij het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor. (MM) ←

Gemeenten krijgen de wettelijke bevoegdheid om aanbieders van ongezonde voeding, zoals snackbars, te weren uit de omgeving van scholen en uit wijken waar al een onevenredig aanbod aan fastfood is.
Eén op de zes kinderen is te dik. In sommige wijken gaat het zelfs om 1 op de 3 jongeren. Ook de helft van de volwassenen heeft overgewicht. Staatssecretaris Maarten van Ooijen van Volksgezondheid investeert daarom ook in het gezonder maken van plekken waar kinderen veel tijd doorbrengen, zoals scholen en sportverenigingen. Ook mogen aanbieders van ongezonde voeding geen reclame meer maken die is gericht op jongeren. (RvdD) ←

LOPENDE ZAKEN
Meer over de commissies en het vergaderschema: vng.nl/vereniging
Uitslag stemmingen Najaars ALV 2022
Tijdens de Najaars ALV op 2 december hebben de leden ingestemd met zes moties en diverse onderwerpen op de agenda waaronder het Integraal Zorgakkoord (IZA) en het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA), de Geschillencommissie sociaal domein, de Principes voor de digitale samenleving
en de vacatures in VNG-bestuur en -commissies. Alle uitslagen van de stemmingen vindt u op vng.nl.
Lees meer over de Bestuurdersdag en de ledenvergadering vanaf pagina 34.
BESTUURSVERGADERING
Het VNG-bestuur vergaderde op 25 november. Na de opening door voorzitter Jan van Zanen bespreekt het bestuur een aantal actuele ontwikkelingen. Aan de orde komen onder meer de nieuwe regelingen ter compensatie van de hoge energieprijzen en de ontwikkelingen rond het accres.

GEZOND EN ACTIEF LEVEN AKKOORD
Vanuit de commissie Zorg, Jeugd en Onderwijs (ZJO) geeft voorzitter Cathalijne Dortmans aan dat de VNG in gesprek is met het rijk over het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA).
HERVORMINGSAGENDA JEUGD
Dortmans praat het bestuur bij over de stand van zaken van de Hervormingsagenda Jeugd. Hieraan is het afgelopen jaar hard gewerkt door gemeenten, rijk en zorgprofessionals, maar er is helaas nog steeds geen overeenstemming met het rijk.
AGENDA NEDERLAND 2040
De eerste bijeenkomst van de Denktank 2040 – een initiatief van de VNG en de ArgumentenFabriek – was op maandag 14 november. Jan van Zanen zit de Denktank voor, samen met Mariëtte Hamer. Hij roept de bestuursleden op zich aan te melden voor de denkteams die van start gaan. Ook commissieleden worden hiertoe uitgenodigd. De voorzitter benadrukt
dat de VNG weliswaar de Denktank faciliteert, maar dat deze onafhankelijk opereert.
INTERBESTUURLIJKE VERHOUDINGEN
De minister van BZK werkt aan het Actieprogramma Sterk Bestuur. Namens de VNG overleggen bestuursleden Liesbeth Spies, Saskia Bruines en Robbert Lievense hierover met de minister. Aan het overleg nemen ook de Unie van Waterschappen en het Interprovinciaal Overleg deel. Naast een herziening van de Code Interbestuurlijke Verhoudingen is met name de voorgestelde Uitvoeringstoets Decentrale Overheden (UDO) een belangrijk onderdeel van het programma. De VNG wil dat alle ministeries deze UDO gaan toepassen.
STAND VAN ZAKEN UITVOERINGS MIDDELEN KLIMAAT
Minister Rob Jetten voor Klimaat en Energie heeft de gemeenten een brief gestuurd met een voorstel voor de verdeling over de gemeenten van de beschikbare uitvoeringsmiddelen voor klimaat. Commissievoorzitter Economie, Klimaat, Energie en Milieu
(EKEM), Lot van Hooijdonk, stelt dat deze bestuurlijke afspraken een grote stap voorwaarts zijn voor gemeenten. Richting 2030 gaat de omvang nog stijgen. Het bestuur stemt in met de voorgestelde lijn om de uitvoeringsmiddelen te verdelen via een vaste verdeling en daar vanaf 2024 een verdeling aan toe te voegen die aansluit bij de gemeentelijke klimaatplannen.
Voorzitter Cathalijne Dortmans van de commissie ZJO licht de beslispunten toe die aan het bestuur worden voorgelegd. Deze gaan onder meer over regionaal samenwerken aan het terugdringen van dakloosheid en over het verbeteren van de huisvesting van aandachtsgroepen met het programma Een thuis voor iedereen. Het bestuur stemt in en verleent commissievoorzitter Dortmans het mandaat om namens het bestuur te tekenen.
OVERIGE ZAKEN
Het bestuur stemt in met de benoeming van de leden voor de commissie Europa en Internationaal en met het Beleidsplan Commissie Europa en Internationaal 2022-2026. Ook is er goedkeuring om het convenant bij de NL Cybersecuritystrategie van het ministerie van Justitie en Veiligheid (NCTV) te ondertekenen. Het convenant bevat nadere afspraken die de VNG met het ministerie heeft gemaakt over onder meer medesturing door het lokaal bestuur op de uitvoering van de actieplannen.

FAMILIETRADITIE
Op kerstavond eten we eendenborst. Ooit deden we dit een keer en het bleef zo. De tafel feestelijk gedekt. Servetten, een kandelaar, gepoetste glazen. Alle kinderen komen naar thuis-thuis. We praten, eten en wandelen naar de kerstnachtdienst. Het ritueel geeft extra betekenis aan het samenzijn.
Zo is het ook met de Bestuurdersdag en de Najaars ALV. Je ziet elkaar weer, wisselt verhalen uit over ideeën, successen en mislukkingen. Er is oprechte belangstelling voor elkaar. Thuis in de eigen gemeente heeft iedereen pittige uitdagingen. Ik spreek een burgemeester die vertelt dat er in z’n gemeente in een crisissituatie iemand van de VNG kwam helpen, en dat dit verschil maakte. Ik vind dat leuk om te horen.
In zijn toespraak spreekt VNG-voorzitter Jan van Zanen van een samenleving die vergruizelt door de stapeling van problemen en crises. De gemeentebesturen die dit jaar aantraden, moesten meteen hurry-up aan de slag. Met de opvang van Oekraïners en asielzoekers, woningbouw, jeugdzorg en de bestaanszekerheid van inwoners. Jan van Zanen vergelijkt gemeenten met Hansje Brinker, de jongen die zijn vinger in de dijk steekt. Alle golven komen samen in gemeenten, het vergt een Deltawerk om het water buiten te houden. In de discussienota over de Verenigingsstrategie 2030 is dit een belangrijk gegeven. Meer samen optrekken, de banden versterken en op grote dossiers het initiatief nemen om te voorkomen dat zich telkens nieuwe crisissituaties aandienen.
HET VERGT EEN DELTAWERK OM HET WATER
Het verhaal van Josse de Voogd over mensen die zijn afgehaakt, inspireert de uitwisseling over waarden. Over lokale samenlevingen waar iedereen meedoet en meetelt. Waar gemeenten het goed doen voor de mensen die de overheid het meest nodig hebben. Bestaanszekerheid en het recht op wonen zijn vastgelegd in de Grondwet, ze staan buiten kijf. De ideeën voor de nieuwe verenigingsstrategie krijgen weerklank. Elke bestuurder kent het gevoel te worden opgeslokt door de waan van de dag. Elke gemeente maakt een eigen ontwikkeling door. Die ontwikkeling kan in collectief VNG-verband winnen aan betekenis. Door de uitvoeringspraktijk een grotere stem te geven in de beleidsvorming en met meer collegiale uitwisseling. In alle lunchpraatjes valt het me op dat er grote collectieve bereidheid is om van elkaar te leren met benchmarks en intervisie. Ook op de arbeidsmarkt komen we samen verder, overal zijn er te weinig goed opgeleide ambtenaren. Daar ligt zeker een opdracht voor de VNG. Samen. Moest ik één wenkend woord kiezen voor 2023, dan zou dat het zijn. In elke familie is er weleens wat. Maar je kent de achtergrond en de kwetsbaarheden. Je helpt elkaar. Prima traditie die ALV en Bestuurdersdag, de afdronk was plezierig en warm. ←
‘We zijnallemaal ongeduldig’
OM DE URGENTE ENERGIETRANSITIE TE VERSNELLEN, KUNNEN NIEUWE WARMTENETTEN ALLEEN NOG WORDEN AANGELEGD ALS ZE IN PUBLIEKE HANDEN ZIJN. ER IS HAAST BIJ, ZEGT TEUN BOKHOVEN: IN 2030 MOETEN EEN HALF MILJOEN WONINGEN ZIJN AANGESLOTEN OP HET WARMTENET.
Het kabinet wil gemeenten meer mogelijkheden en bevoegdheden geven bij de ontwikkeling van warmtenetten. Als het aan Den Haag ligt, mogen straks alleen bedrijven die voor minstens de helft in publieke handen zijn, collectieve warmtevoorzieningen aanleggen als duurzaam alternatief voor aardgas. Het wetsvoorstel daartoe, de Wet collectieve warmtevoorziening of Warmtewet 2, regelt dat.
Teun Bokhoven is voorzitter van het Uitvoeringsoverleg Gebouwde Omgeving van het Klimaatakkoord. Hij is blij dat er eindelijk een besluit ligt. De onzekerheid duurde te lang, zeker gezien de taakstelling om een half miljoen bestaande woningen voor 2030 aan te sluiten op warmtenetten. Bokhoven maakt zich zorgen over de kennisachterstand van gemeenten en pleit ervoor zo snel mogelijk met de warmtebedrijven om de tafel te gaan. Want daar zitten de kennis en capaciteit.
Waar staat het Uitvoeringsoverleg Gebouwde Omgeving momenteel?
‘Wij werken aan de door alle partijen ondertekende afspraken uit het Klimaatakkoord en zorgen dat iedereen doet wat is overeengekomen. De doelen zijn door de huidige coalitie intussen aangescherpt van 49 procent CO₂-reductie in 2030 naar 55 procent, en het liefst 60 procent.
BZK is daar nu meer verantwoordelijk voor gemaakt. Ook is er een aanvullend pakket aan maatregelen aangekondigd en al deels ingevoerd waar we nu verder aan werken.’
De ambities gaan omhoog terwijl er een energiecrisis woedt. Hoe moeilijk is de omschakeling? ‘We zijn allemaal ongeduldig. De transities kosten veel tijd en geld. Ik maak een onderscheid op drie niveaus. We moeten veel verstandiger omgaan met het gebruik van energie. Dan gaat het gewoon om menselijk gedrag. Sinds de oorlog in Oekraïne is het aardgasverbruik met tientallen procenten gereduceerd, puur doordat mensen veel zuiniger met energie omgaan.

‘Ik ken veel gemeenten die een kennisachterstand hebben’
Wie is...
Teun Bokhoven is voorzitter van het Uitvoeringsoverleg Gebouwde Omgeving van het Klimaatakkoord. Eerder was hij onder meer voorzitter van de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie.

We kunnen met deze eerste slag twintig tot dertig procent besparen. Daarnaast kunnen we fysiek veel aan met name oudere woningen en gebouwen doen, om zo het energiegebruik drastisch terug te dringen. De derde vraag is hoe we resterende deel aan warmte en elektriciteit kunnen verduurzamen. Dat vraagt om een gestructureerde aanpak. Daarbij hebben met name gemeenten een heel belangrijke rol. Zij zorgen ervoor dat de verduurzaming van de energievoorziening plaatsvindt via een gebiedsgerichte aanpak. Ook kunnen zij ervoor zorgen dat duurzame bronnen snel beschikbaar komen, bijvoorbeeld door versnelde vergunningsprocedures.’
Welke rol spelen de warmtenetten daarbij? ‘Er zijn slechts twee routes om bestaande woonwijken om te zetten naar duurzame energievoorziening: of via een collectief systeem, of via een individuele aanpak met een elektrische warmtepomp. ‘Waterstof vormt de komende decennia geen reële optie in de gebouwde omgeving, maar is nodig voor sectoren als de industrie, luchtvaart en scheepsvaart. De hoeveelheid groen gas die we in dit land kunnen produceren, is bescheiden. Dat gebruik je waar de omstandigheden bijna geen alternatief kennen. Denk aan monumenten en oude binnensteden. Collectieve warmte zal voor dertig tot vijftig procent de oplossing moeten bieden. Het is een kwestie van goed organiseren en de kosten en baten afwegen. Hoe zien energieprestaties van de gebouwen eruit en welke bronnen zijn beschikbaar? In een kosten-batenanalyse kun je per wijk of buurt de meest gunstige optie vaststellen. Ik denk dat er veel kleinere wijkgerichte warmtenetjes gaan komen.’
‘We moeten niet wachten tot 2028’
‘Werk samen om de klus te klaren’
Zorgt de aanpassing van de Warmtewet voor een betere ordening van warmte?
‘We hebben lang moeten wachten op het besluit hoe die ordening eruit moet zien. Ik ben blij dat er nu duidelijkheid is. Het lijkt nu een voldongen feit dat de warmtenetten met vijftig plus één procent in publieke handen komen. Mijn grote zorg daarbij is of het wel in voldoende mate bij alle gemeenten doorklinkt. Ik ken veel gemeenten die een kennisachterstand hebben. Die moeten zich nog oriënteren op de wijze waarop ze kunnen voldoen aan die nieuwe wet. Dat kan al snel leiden tot vertraging. Bied daarom de bestaande warmtebedrijven in de overgangsfase zo veel mogelijk comfort, zodat zij samen met gemeenten tot oplossingen komen die vooral de snelheid erin houden.’
Er zit toch een overgangsperiode ingebouwd?
‘Ja, die loopt tot 2032. Dat betekent niet dat gemeenten moeten wachten tot 2028 voor ze aan de slag gaan. Ze moeten zo snel mogelijk met de warmtebedrijven om de tafel. Daar zitten de kennis en capaciteit. Probeer zo snel mogelijk projecten in werking te zetten. Dat vraagt om samenwerking tussen de publieke en private partijen, en niet te vergeten de energiecorporaties. Dat is in de komende jaren de uitdaging.’
Wat vindt u ervan dat gemeenten de regie krijgen? Warmtebedrijven zetten de hakken in het zand. ‘Regie en eigendom zijn twee verschillende zaken. Regie kan losstaan van eigendom. Afgelopen oktober verkocht Rotterdam het publieke warmtebedrijf aan de private partij Vattenfall onder strenge regisserende condities. Dat is een goede illustratie hoe je met regie en eigendom twee verschillende trajecten kunt lopen. Je kunt ze bij elkaar brengen, maar dat hoeft niet automatisch. Het gaat hier wel over investeringen met een commitment voor dertig tot vijftig jaar. Daar zijn partijen bij nodig die de kennis en middelen hebben om voor die lange tijd te willen investeren.
‘Veel gemeenten zijn hierdoor overvallen. Die moeten de komende jaren al concreet aan de slag met een forse opgave in de wijken, en krijgen dan ook nog de verantwoordelijkheid om een warmtebedrijf in te richten.
Zoek naar manieren om iedereen het comfort te geven dat we het met elkaar oplossen. Gooi minder olie op het vuur, maar werk samen om de klus te klaren.’
Klopt het dat er een regionaal aanbod komt om in te schrijven voor expertise?
‘Er wordt hard gewerkt aan het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW) om gemeenten goed te ondersteunen. Het gaat niet alleen over wijken en uitvoeringsplannen, ook de organisatie moet op tijd op orde zijn. Het is bijna niet te verwachten dat iedere gemeente voldoende expertise weet op te bouwen in korte tijd. Daarom organiseert het NPLW die expertise op regionale schaal. Als je in 2030 een half miljoen collectieve warmteaansluitingen wilt hebben, dan moet je morgen beginnen, gezien de doorlooptijd van minimaal zes tot zeven jaar. In de Warmtewet en andere wetten wordt geregeld dat gemeenten de juiste bevoegdheden krijgen.’
Een ongelijke ordening van energie-infrastructuren kan leiden tot een onevenredige kostenverdeling over inwoners. Gemeenten pleiten voor wetgeving. Helpt de Warmtewet hierbij?
‘Als het erom gaat warmte, elektriciteit en gas op eenzelfde manier te duiden, dan is dat nu niet het geval. Dat heeft mede te maken met de karakteristieken van een lokaal warmtenet in vergelijking met bijvoorbeeld een landelijk elektriciteitsnet. Dat zijn verschillende systemen die om een andere aanpak en organisatie vragen. Het is van groot belang ervoor te zorgen warmtebronnen dezelfde prikkels te geven in energie- of CO₂-belastingen. Dat moeten we eenduidiger gaan benaderen. Bij gas en elektriciteit was dat absoluut in onbalans. We betaalden relatief gezien te weinig belasting voor gas en te veel voor elektriciteit. Dat wordt nu deels gecorrigeerd, maar we zijn er nog lang niet. Ten aanzien van warmte zullen we de fiscale kant op een andere manier moeten inrichten. In het algemeen zou de hoofdbeweging moeten zijn dat je niet zozeer de energie belast, maar de CO₂-uitstoot van de energievorm. Daarmee creëer je een gelijk speelveld tussen de bronnen.’ ←

3 VRAGEN AAN...
Koen Schuiling






Begin dit jaar bleek uit onderzoek dat de aanpak van ondermijning een tandje hoger kan in Groningen. Komt uw oproep daarvandaan? ‘Ja, dat onderzoek heeft er al toe geleid dat de gemeente hiervoor tien extra formatieplaatsen heeft gecreëerd en dat de controles in het kader van de Wet Bibob zijn geïntensiveerd. Er zijn voorbeelden te over. De Raad van State bepaalde onlangs dat we terecht een dwangsom hadden opgelegd voor het illegaal verbouwen van een pand, eergisteren stond in de krant dat in Oude Pekela een woning veel te duur is verkocht aan een analfabete Bulgaar. Zo zien we bijna dagelijks voorbeelden van ondermijnende criminaliteit. Als de overheid, de banken, de advocaten en de notarissen de handen ineenslaan, kunnen we echt heel veel bereiken. De overheid investeert tientallen miljoenen per jaar om de leefbaarheid in de kwetsbare wijken overeind te houden, daar hoort ook bij dat we hand in hand lopen met deze partijen om ervoor te zorgen dat dit soort lieden geen poot meer aan de grond krijgen.’
NRC meldde dit voorjaar dat een kwart tot een derde van de notarissen grote moeite heeft met de naleving van antiwitwaswetgeving. Dat is nogal wat, vindt u ook niet?
‘Ik zie dat vooral de financiële sector, de banken, het toezicht en de controles flink aan het intensiveren zijn. Maar het is een feit dat transacties zoals die in Oude Pekela op de een of andere manier gefinancierd zijn, en dat er aktes bij notarissen zijn gepasseerd. Het zijn wel onze poortwachters hè, notarissen. Als zij merken dat er iets niet klopt voordat zij hun handtekening zetten, en als dat keer op keer negatief in het nieuws komt, dan kunnen zij natuurlijk ook zelf zeggen tegen hun klant: hier scheiden onze wegen. Dat gebeurt onvoldoende.’





Hoe komt dat dan? Is het onkunde, onverschilligheid, of zijn ze zelf onderdeel van het systeem dat de samenleving ondermijnt? ‘Voor dat laatste heb ik geen aanwijzingen. Onkunde kan het in ieder geval niet zijn, het wereldje is hier klein genoeg om te weten bij welke mensen je een vinkje kunt plaatsen. Dat is dan ook mijn oproep: op het moment dat je merkt dat er iets aan de hand is in de vastgoedsector, werk er dan niet meer aan mee. De vraag aan hen is ook: als je ziet wat ondermijning met mensen doet, wil je daar dan mee geassocieerd worden? Het is toch een smet op je reputatie. Ik denk dat men niet altijd even goed begrijpt dat wij als overheid hen nodig hebben om de stad leefbaar te houden. Gelukkig zijn er ontzettend veel heel goede partijen, de meeste. Daarom geloof ik erin dat we dit systeem kunnen doorbreken, als we elkaar beter informeren en beter helpen.’ (LM) ←





Een podium voor de stad
DE KLIMAATTOP IN EGYPTE LIEP UIT OP EEN TELEURSTELLING, MAAR DE UTRECHTSE BURGEMEESTER SHARON DIJKSMA ZIET DESONDANKS EEN LICHTPUNT: STEDEN KRIJGEN EEN MEER PROMINENTE ROL IN DE KLIMAATAANPAK.
Donald Trump zette bij zijn aantreden als president van de Verenigde Staten een streep door de Amerikaanse deelname aan het Klimaatakkoord van Parijs. Californië, een van de grootste economieën ter wereld, ging desondanks door met maatregelen om toch aan de klimaatambities te voldoen. Veel burgemeesters van grote Amerikaanse steden deden hetzelfde. Daarmee hebben ze voorkomen dat de Verenigde Staten een fundamentele achterstand opliepen, zegt Sharon Dijksma.
Onder de huidige president Joe Biden heeft Amerika zich weer aangesloten bij Parijs. Maar steden en regio’s, wil Dijksma maar zeggen, hebben een cruciale rol bij de klimaataanpak. De burgemeester van Utrecht (en nieuwe vicevoorzitter en beoogd voorzitter van de VNG) was in november als speciaal klimaatgezant van het stedennetwerk van de Verenigde Naties op de klimaattop in Egypte. Steden, zei ze daar, moeten een prominentere rol spelen bij de klimaataanpak.
‘Een belangrijk deel van wat er moet gebeuren, komt in de steden terecht,’ zegt Dijksma nu. ‘Het verduurzamen van de mobiliteit, de energietransitie, huizen van het gas afhalen, dat is niet alleen nationaal beleid, het zijn keuzes die lokaal gemaakt worden.’
De klimaattop geldt als mislukt. Op de top in Parijs in 2015 spraken de deelnemers af te streven naar een maximale opwarming van de aarde van anderhalve graad ten opzichte van 1990. In Egypte zou daar een nadere
invulling aan gegeven moeten worden, maar tot concrete afspraken kwam het niet. Wel was er een akkoord over een schadefonds, om landen die kwetsbaar zijn voor de gevolgen van klimaatverandering te steunen. Het zijn vooral de armere landen die nu al structureel de gevolgen ondervinden.
Dijksma vindt het ‘ontzettend jammer’ dat de top is mislukt. ‘Er is te weinig voortgang geboekt om koers te houden richting de anderhalve graad.’
UNICUM
Toch telt ze haar zegeningen.
In Egypte werden lokaal bestuurders nadrukkelijk naar voren geschoven als deel van de oplossing. Een unicum: doorgaans zijn wereldtoppen zoals deze het
terrein van regeringsleiders en ministers, voor het eerst voerden lokaal bestuurders er het woord.
‘Het was heel bijzonder dat burgemeesters spreekrecht kregen op een vergadering van ministers’, zegt Dijksma. ‘Maar het Egyptische voorzitterschap had echt de bereidheid om zaken te doen, en de VN wilde het ook.’ Dat VN-secretaris-generaal António Guterres haar tijdens de top uitnodigde voor een gesprek, laat volgens Dijksma zien dat de VN belang hechten aan een goede band met de steden.
DOORSLAAND SUCCES
De klimaataanpak vraagt samenwerking tussen het nationale en lokale bestuur, zegt ze. Toen Dijksma aankondigde het podium te betreden met de Nederlandse klimaatminister Rob Jetten aan haar zijde, werd de organisatie in eerste instantie dan ook best een beetje zenuwachtig: ‘Ik wilde het toch doen. Show, don’t tell. Maar het werd een doorslaand succes.’
Dijksma werd door het stedennetwerk gevraagd vanwege haar ervaring, zowel in de landelijke politiek als nu in het lokaal bestuur. Ze draait al mee sinds ze als

kersverse staatssecretaris van Milieu – in het buitenland mocht ze zich minister van Milieu noemen – in 2015 in Parijs het woord voerde. Ze was één van de vier ministers die namens de EU meeonderhandelden over het akkoord. ‘Dat is mensen kennelijk opgevallen,’ zegt ze.
Lokale overheden hebben laten zien dat ze een belangrijke rol spelen bij de klimaataanpak. Als regeringen terughoudend zijn, zoals de VS onder Trump, maar ook in Polen waar de regering conservatiever is dan een fors deel van de steden, dan zijn het vaak de lokale overheden die doorgaan. ‘Ik heb veel burgemeesters ontmoet die worden dwarsgezeten door hun regering. Er is altijd hoop wanneer je naar de steden blijft kijken. Het is belangrijk om je dat te realiseren.’
OVERVECHT
Dijksma kijkt daarvoor ook naar haar eigen gemeente. Ook in Nederland, zegt ze, zien we de gevolgen van klimaatverandering. Neem de overstromingen in Zuid-Limburg vorig jaar, of de droogte van afgelopen zomer. ‘Daarbij belandde de grondwaterstand op een gevaarlijk laag niveau en raakten huizen beschadigd. We moeten niet onderschatten wat de impact is, klimaatverandering raakt ons nu al. We zijn daarom bezig met de invloed van hittestress op de stad. En in Overvecht halen we een wijk verplicht van het gas. Dat besluit wordt gelukkig gedragen door de inwoners, dat is heel belangrijk.’ Gemeenten worden alsmaar belangrijker. Dat is ook de reden dat Dijksma ‘ja’ zei op het verzoek van de scoutingscommissie van VNG om zich te kandideren voor het vicevoorzitterschap en vanaf volgend jaar juni het voorzitterschap van de VNG. Begin deze maand stemden de leden in met de voordracht. ‘We merken dat er steeds meer werk naar de gemeenten toekomt’, zegt Dijksma op de vraag waarom ze zich beschikbaar heeft gesteld. ‘Dat geldt voor het klimaat, maar ook voor bijvoorbeeld het sociaal domein. Dat betekent dat de positie van gemeenten belangrijk is. Ik hoop daar mijn bijdrage aan te kunnen leveren. We willen één overheid zijn, en daar willen we als gemeenten echt onderdeel van zijn. Maar zover zijn we nog niet.’ ←
‘Er is te weinig voortgang geboekt om koers te houden richting de anderhalve graad.’
‘Het was heel bijzonder dat burgemeestersspreekrecht kregen’
IN BEELD

WACHTRIJ BIJ DE VOEDSELBANK
Boodschappentrolleys vormen een lange rij voor de voedselbank in Amsterdam-Oost. Mensen staan daar soms ruim twee uur in de rij voordat ze aan de beurt zijn. Het aantal mensen dat een beroep moet doen op de voedselbank is door de stijgende energiekosten en de
Voedselbanken verwachten de komende winter een groei van ruim 40 procent ten opzichte van dit jaar.

Het kan wel! Samenwerken aan duurzame warmte.
Elke dag moeten minimaal 1000 woningen over op duurzame warmte. Dat lukt niet nu slechts 64% van de openbare aanbestedingen slaagt. De kracht van de energietransitie ligt in samenwerking. Eteck gaat met vernieuwende processen en werkvormen voor maximale samenwerking en transparantie. Zo kunnen we samen de uitdagingen aan en vaart maken met grote gebiedsontwikkelingen en het verduurzamen van de bestaande bouw. Benieuwd hoe? Met meer dan 250 warmteprojecten en 20 jaar ervaring helpen wij u op weg. Op weg naar nul CO2-uitstoot en nul gebruik van fossiele brandstoffen. Ga vrijblijvend met ons in gesprek om de kansen en mogelijkheden voor uw gemeente te ontdekken.


‘Balans in de Participatiewet’
Minister Carola Schouten (armoedebeleid en participatie) komt met meer dan twintig maatregelen die de Participatiewet ‘meer in balans moeten brengen’, zoals ze het uitdrukt. Daarmee geeft ze invulling aan de ommezwaai in het beleid die ze deze zomer al aankondigde.
In plaats van wantrouwen van de overheid richting bijstandsgerechtigden, moet vertrouwen weer centraal komen te staan. Want weliswaar is de Participatiewet volgens de minister een goede steun voor mensen met een bijstandsuitkering, maar in de praktijk pakken de regels niet altijd uit zoals was bedoeld. Dat moet veranderen, onder meer door de opstap naar werk gemakkelijker te maken, het mogelijk te maken dat mensen met een uitkering giften mogen ontvangen (tot 1.200 euro per jaar) en door meer ruimte te geven aan mantelzorgers.
Om de opstap vanuit de uitkering naar werk gemakkelijker te maken, worden voor de toekenning van een uitkering bijverdiensten voor 15 procent voor de duur van een jaar buiten beschouwing gelaten. En voor wie door individuele omstandigheden niet meer uren kan werken, kan deze regeling worden verlengd. (LM) ←
Beste Thorbeckeprofessor,

DE GEMEENTEWET VERBIEDT EEN HELE SERIE OVEREENKOMSTEN DIE RAADSLEDEN DUS NIET MET DE GEMEENTE MOGEN AAN GAAN. EÉN DAARVAN IS HET ONDERHANDS HUREN OF PACHTEN VAN DE GEMEENTE. ZIET HET VERBOD ALLEEN OP HET AANGAAN VAN EEN DERGELIJKE OVEREENKOMST OF OOK OP HET BESTAAN ERVAN?
BARBARA SPANINKS, JURIDISCH ADVISEUR GEMEENTE STEIN
Geachte mevrouw Spaninks,
Ik heb er diep voor moeten graven, maar uiteindelijk vond ik in de oorspronkelijke toelichting bij de integrale herziening van de Gemeentewet uit 1992 een opmerking van de regering dat het verbod uit artikel 15 van de Gemeentewet in principe alleen ziet op het aangaan van overeenkomsten en niet op het eventuele voortduren ervan. Dat is ook de meest logische interpretatie, denk ik. Het verbod aangaan van huurcontracten en niet op het aangaan van huurcontracten in het algemeen. Dan ligt het voor de hand om raadsleden alleen uit te sluiten van het aangaan van onderhandse contracten en niet alle raadsleden die iets van de van hun zetel te stoten. ←
Geerten Boogaard, Thorbeckehoogleraar
Ook een vraag voor Geerten Boogaard? Mail naar: thorbeckehoogleraar@ vngmagazine.nl.
Maar als ik zeg dat jouw oldtimer wordt opgeblazen door een explosie omdat de buurman in de box ernaast illegaal vuurwerk opslaat, krijg ik wel begrip.Burgemeester Arjen Gerritsen van Almelo begrijpt dat privacy een gevoelig punt is bij het openbreken door de gemeente van willekeurige garageboxen van onschuldige burgers, Trouw 7 december

Alleen
maar winnaars
GEBRUIK WARM AFVALWATER VOOR DE VERWARMING VAN HUIZEN OF BEDRIJVEN. HET IDEE IS EENVOUDIG, TOCH WORDT HET ZELDEN TOEGEPAST. NIEUWKOOP DEED HET WEL EN LEGDE IN EIGEN BEHEER EEN WARMTENET TERREIN. MET GEZUIVERD RIOOLWATER ALS BRON.
Wethouder Antoinette Ingwersen bij het ‘zenuwcentrum’ van het warmtenet op het Nieuwveense bedrijventerrein Schoterhoek. (Beeld: Pim Mul)
Het is maar een klein, onopvallend gebouwtje. Het zou een transformatorhuisje kunnen zijn, ware het niet dat een van de vier zijden voor een groot deel van glas is. Achter dat glas blinkt het staal van een buizenstelsel. Het is het zenuwcentrum van het warmtenet van het Nieuwveense bedrijventerrein Schoterhoek II. Hier komt het water binnen dat zojuist in de naastgelegen afvalwaterzuiveringsinstallatie (awzi) is gereinigd, vervolgens wordt het in het warmtenet gepompt waarop alle bedrijven op het tien hectare grote terrein zijn aangesloten. Een warmtenet is op zichzelf niet bijzonder meer. Wat dit warmtenet wel uniek maakt, is dat het door de gemeente Nieuwkoop, waar Nieuwveen onder valt, zélf is ontwikkeld en aangelegd – al voor het bedrijventerrein werd ingevuld. Inmiddels is het warmtenet eigendom van de aangesloten bedrijven die zich in een coöperatie hebben verenigd. Het is, zegt wethouder Antoinette Ingwersen (CDA), het eerste en bij haar weten vooralsnog enige bedrijventerrein dat in deze vorm tot stand is gekomen. Bijzonder voor een gemeente met niet veel meer dan dertigduizend inwoners. ‘We hebben hiermee echt onze nek uitgestoken. Het was gewaagd, maar het heeft goed uitgepakt.’
Nieuwkoop had kunnen wachten op nieuwe technieken die nog ontwikkeld worden, bijvoorbeeld op een massale toepassing van waterstof waarmee een bedrijventerrein ook duurzaam ontwikkeld kan worden. ‘Maar waar je initiatieven kunt nemen om minder gas te gebruiken, moet je dat doen. Je moet nu de kansen benutten die er zijn, en niet eindeloos wachten op utopische oplossingen. We hebben wel goed gekeken naar duurzame oplossingen, je bron moet wel langdurig beschikbaar zin. We hebben hier ook diverse glastuinbouwbedrijven die interessant kunnen zijn voor warmtelevering.’
Aan die voorwaarde van een betrouwbaar aanbod wordt in Nieuwveen in ieder geval voldaan. Het hoogheemraadschap Rijnland was even van plan om de kleine awzi’s te sluiten en te concentreren in één grote installatie, maar zag daar toch vanaf. En dus blijft de awzi in de toekomst haar ‘effluent’ (gezuiverd water dat een zuiveringsinstallatie verlaat) beschikbaar stellen voor het bedrijventerrein.

ZWEMBAD
Het begon allemaal een jaar of vijf geleden. Rijnland loosde het gezuiverde water altijd rechtstreeks in het Aarkanaal. Tot iemand op het idee kwam om een aftakking te maken naar het zwembad, dat praktisch naast de awzi ligt. Jan Willem van der Linde, procesmanager ruimtelijke ontwikkeling bij de gemeente: ‘Het effluent is in de zomer warmer dan 20 graden. Dat wilden we benutten voor de verwarming van het zwembad. Dat was heel kleinschalig. Zo konden we ervaring opdoen voor het bedrijventerrein, waarvoor de plannen toen al klaar lagen.’
Toen Ingwersen in 2018 als wethouder begon, was Nieuwkoop al bezig met het experiment van het zwembad. ‘Het was spannend’, herinnert ze zich. ‘Er waren veel onzekerheden, maar we geloofden erin om dit ook toe te passen voor het nieuw aan te leggen bedrijventerrein. Natuurlijk is er in de raad veel over gesproken, iedereen zat met vragen. Wie is de eigenaar van de warmte, hoe werkt dat met zo’n coöperatie? Dat hadden wij ook nog niet helemaal helder, maar we wilden het opstarten om dit te onderzoeken. We zagen veel kansen, maar wisten dat we in de loop van het traject nog van alles zouden moeten uitzoeken. Gelukkig hadden we die geslaagde pilot van het zwembad. En bij elke vertraging hebben we de raad meegenomen in onze afwegingen.’
Maar ook de ondernemers die belangstelling hadden voor een plekje op het industrieterrein, zaten met vragen. De belangrijkste: wanneer begint de gemeente eindelijk eens met de aanleg?
Het kost tijd, zo’n project voorbereiden en in de markt zetten, zegt Ingwersen. ‘Het besluit om een bedrijventerrein te ontwikkelen dateert al van 2016. De gemeenteraad heeft in juli 2018 het krediet beschikbaar gesteld en bijna twee jaar later, in september 2020, is pas gestart met de aanleg. Ondernemers willen het liefst zo snel mogelijk gewoon bouwen,
‘Het was gewaagd, maar het heeft goed uitgepakt’
maar dat kon even niet. Daarom hielden we vast aan ons verhaal. We hielden onze rug recht en bleven met de ondernemers in gesprek. Nu zijn ze enthousiast, en het terrein is volledig uitgegeven.’
En dan was er nog Rijnland. ‘Dit was nieuw voor ze’, zegt Van der Linde. ‘Wij vroegen Rijnland zijn effluent aan ons beschikbaar te stellen. Dat betekende onder meer dat wij een pomp op zijn terrein moesten plaatsen om het water uit de kelder weg te pompen. Het duurde even, maar er zijn uiteindelijk goede afspraken over gemaakt.’ Inmiddels is Rijnland een groot fan van het warmtenet en bereid om het effluent op meer plekken beschikbaar te stellen. Ingwersen: ‘We gaan hier aan de overkant nog een woonwijk bouwen en onderzoeken, samen met de coöperatie, of een aftakking van het warmtenet naar die wijk mogelijk is.’
AANBESTEDING
De techniek is niet zo ingewikkeld, zegt Van der Linde. Leidingen, een pomp en een warmte-koudeopslag (wko) die dient als buffer als het effluent-aanbod even wat minder is en in de zomer kan worden gebruikt voor koeling van de bedrijven. Veel meer is het niet. De aanbesteding was een ander verhaal. Van der Linde: ‘De eerste aanbesteding liep op niets uit. We hadden het project integraal aanbesteed, maar de
offertes die daarop werden uitgebracht, gaven ons onvoldoende vertrouwen en waren bovendien heel hoog geprijsd. We hebben mensen in huis met kennis van zaken, die zagen dat ook. En we wilden vooral zelf de regie houden om dat de onderlinge afstemming en de voortgang zo belangrijk waren. Toen hebben we voor een andere opzet gekozen en het opgeknipt in drie grote projecten: het installatiehuis, de wko en het leidingenwerk. Drie onderdelen, maar met één projectleider. Dat liep wél goed. Doordat we het uit elkaar hadden getrokken, kwamen we ineens ook bij andere aanbestedingsgrenzen uit. Dat scheelde uiteindelijk zo’n 35 procent. Best schokkend eigenlijk, als blijkt dat hetzelfde product voor zoveel minder geld kan worden gerealiseerd. Dan zie je hoe belangrijk het is om zelf kennis in huis te hebben, regie te houden en kritisch mee te kijken.’
KLEINSCHALIGHEID
Alles klopte in Nieuwkoop: de aanwezigheid van de zuiveringsinstallatie, de geslaagde pilot bij het zwembad en de mogelijkheid om op die plek ook een bedrijventerrein te ontwikkelen. Toch kan het ook inspirerend zijn voor andere gemeenten waar de omstandigheden minder ideaal lijken, zegt Van der Linde. ‘Bijna elke gemeente heeft wel een zuiveringsinstallatie, die liggen vaak in de buurt van bebouwing.’


Dat inwoners of bedrijven zelf eigenaar zijn van hun eigen warmte, scheelt ook, vult Ingwersen aan. ‘Het warmtenet is een gezamenlijke verantwoordelijkheid geworden. Dat zorgt voor onderlinge verbinding, de ondernemers moeten sowieso twee keer per jaar een ledenvergadering van de coöperatie houden.’
Het lijkt een project met alleen maar winnaars: het klimaat, want minder gasverbruik, de ondernemers die hun warmte afnemen voor de kostprijs, en de gemeente die haar investering van anderhalf miljoen al voor twee derde heeft terugverdiend uit de grondexploitatie van het bedrijventerrein en een belangrijke ervaring rijker is.
Het smaakt dus naar meer? Ingwersen: ‘Zeker. We zijn bezig met de nieuwbouw van een paar scholen. Daar willen we ook een wko met overcapaciteit realiseren om voor de omliggende huizen ook een warmtenetje aan te leggen. We zijn nu zo ver dat we dit soort dingen aandurven. Door onze ervaring met dit warmtenet is alles wat er nu aan komt, minder spannend.’ ←
De techniek is net zo ingewikkeld.
(Beelden op pagina 22-23: gemeente Nieuwkoop)
Liever
belonen dan straffen
KANTOORGEBOUWEN MOETEN PER 1 JANUARI ENERGIELABEL C OF BETER HEBBEN, ANDERS MOET DE GEMEENTE HET GEBOUW EIGENLIJK LATEN SLUITEN. MAAR HOEVER GAAN ZE DAAR IN, EN HOE ZIT HET MET DE EIGEN PANDEN? ‘WE KIEZEN IN EERSTE INSTANTIE VOOR SAMENWERKING.’
Per 1 januari 2023 moet kantoorgebouwen groter dan 100 vierkante meter minimaal energielabel C hebben. Gemeenten moeten kantoren die niet aan die eis voldoen, vanaf 1 januari eigenlijk sluiten.
Kantooreigenaren die na de jaarwisseling niet aan de energie-eisen voldoen, hebben dus een probleem. En volgens de statistieken zijn dat er heel wat. Nog net de helft van de rond de 65.000 kantoorgebouwen die onder de verplichting vallen, hebben energielabel C of beter, blijkt uit cijfers van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (zie ook pagina 29).
Kortom, de bal ligt bij gemeenten als bevoegd gezag. Gaan zij kantoren zonder energielabel C na de jaarwisseling meteen dichtspijkeren, of krijgen eige-
naren nog een laatste kans? Wethouder René Tuijn (PvdA) van Zaanstad laat weten dat de toon in zijn gemeente serieus wordt. ‘Dit jaar hebben we kantooreigenaren vooral geïnformeerd over wat er komen gaat. Vanaf volgend jaar gaan we de bedrijven die nog niets hebben gedaan, waarschuwen dat ze met een plan van aanpak moeten komen.’
In Zaanstad moeten 271 kantoorgebouwen aan de energielabel C-eis voldoen. Daarvan zijn er 74 op orde, 39 niet en van 158 is de status onbekend, aldus Tuijn. ‘Een aantal zal mogelijk aan de verplichting voldoen, maar hoeveel is onduidelijk. De omgevingsdienst gaat deze groep binnenkort benaderen.’
GRATIS ENERGIEADVIES
Zaanstad zette vorig jaar voor kantooreigenaren een gratis energieadvies- en begeleidingstraject op. Via de plaatse-
lijke Green Business Club werden – toen nog in coronatijd – webinars georganiseerd, die gemiddeld tien tot vijftien deelnemers trokken. ‘Dat is niet enorm veel’, geeft Tuijn toe, ‘maar één kantooreigenaar ging actief met een energiescan aan de slag, en inmiddels zitten we op 22 deelnemers. Het belangrijkst is het doel waar we dit voor doen, namelijk zo veel mogelijk gebouwen energiezuinig proberen te maken. Dat is de grote opgave waar we voor staan. Voor de gemeente is de label C-plicht voor kantoren een maatregel die helpt. We kunnen zo aandacht voor de verduurzaming van gebouwen vragen. Een deel van de kantooreigenaren wil heel graag en heeft daar de mogelijkheden voor. Er zijn ook eigenaren die van goede wil zijn, maar de investering niet kunnen opbrengen. Met hen gaan we anders om dan met de groep die het wel kan betalen. We proberen deze
bedrijven zo goed mogelijk te ondersteunen, zodat ook zij hun kantoren energiezuiniger kunnen maken.
‘We kiezen in eerste instantie voor samenwerking. Met de kantooreigenaren die niets doen, komen we ongetwijfeld in een handhavingstraject terecht. Zo ver is het nog lang niet. Ik verwacht dat veel kantooreigenaren vanwege de huidige hoge energiekosten in zullen zien dat ze er financieel baat bij kunnen hebben.’
VERLEIDEN
Wethouder Jürgen Vissers (Groen Drimmelen) van Drimmelen staat er net zo in. De Biesboschgemeente telt 108 kantoorgebouwen en 56 daarvan hebben energielabel C of beter. ‘We zijn in contact met de bedrijven die daar nog niet aan voldoen. Weliswaar is er een handhavingsplicht, maar we willen bedrijven liever belonen dan straffen.

De beste weg is hen te verleiden om in verduurzaming te investeren.’ Drimmelen heeft zijn duurzaamheidsloket voor particulieren uitgebreid naar ondernemers. Verder zijn er informatieavonden, om bedrijven te laten zien wat mogelijk is. ‘Technisch kan er heel veel, maar waar ondernemers vaak tegen aanlopen is de financiering. Veel bedrijven hebben het nog moeilijk door de coronacrisis. Dan staat duurzaamheid
van Zaanstad. (Beeld: gemeente Zaanstad)
niet boven aan het wensenlijstje. Voor particulieren is in onze gemeente een duurzaamheidslening beschikbaar, zodat ze hun huis kunnen verduurzamen. Bij ondernemers ligt dat ingewikkelder, maar we kunnen ze op weg helpen door informatie te geven over de financieringsmogelijkheden. Als volgend jaar blijkt dat het niet snel genoeg gaat, zullen we de faciliteiten uit moeten breiden. Ook het rijk heeft hier een rol in.’ De gemeente gebruikt zelf maar één kantoorgebouw. Het uit 1978 daterende gemeentehuis, dat in 2007 flink is verbouwd, is de afgelopen twee jaar van energielabel D naar label B gegaan, onder meer door de aanleg van 243 zonnepanelen, twee warmtepompen en isolatie met HR+++-glas. Vissers: ‘We vinden dat we ook andere gemeentelijke gebouwen moeten verduurzamen, denk aan scholen. Daar beginnen we volgend jaar mee. We hebben een inventarisatie laten doen, om na te gaan wat er nog moet gebeuren. Als overheid hebben we beslist een voorbeeldfunctie.’
GOEDKOPER
Zaanstad is ver met het verduurzamen van de circa zestig eigen gemeentelijke gebouwen. ‘Per 1 januari voldoet nagenoeg al ons vastgoed aan de label C-eis’, vertelt Tuijn. Energielabel C halen is niet ingewikkeld, weet hij. Zaanstad investeerde vorig jaar twee miljoen euro om zeven panden te voorzien van zonnepanelen, veertien van spouwmuurisolatie en HR+++-glas en 24 gebouwen van automatisch gestuurde ledverlichting. Ook werden leidingen geïsoleerd, zodat er geen warmte meer weglekt. Alle gemeentelijke gebouwen passeerden zo de label C-streep. ‘In een aantal gevallen ging het bij ons om gebouwen die hard
proberen bedrijven zo goed mogelijk te ondersteunen’
‘We
In 2050 moeten alle woningen in Nederland losgekoppeld zijn van het aardgas. Die enorme klus kan alleen geklaard worden als gemeenten en woningcorporaties nauw samenwerken. Woningcorporaties trekken graag met gemeenten op in de uitvoering van de wijkaanpak. Zij spelen immers een belangrijke rol in de energietransitie: corporaties moeten hun bestaande woningen aardgasvrij maken. Nieuwe corporatiewoningen krijgen geen aansluiting op het aardgas, maar maken gebruik van een alternatieve warmtebron.
wonendoenwesamen.nl
‘‘Ik heb alles op 25m2’’
Energieneutraal wonen in een tiny house
Acht tiny houses staan op een bescheiden lapje grond in een nieuwbouwproject in de gemeente Rijswijk. Mariëlle Jakobs is een van de gelukkigen die werd ingeloot voor de een- en tweepersoonshuizen.

‘In december ben ik vanuit een studentenstudio in Utrecht verhuisd naar dit vrijstaande mini-huis. Veel van mijn familie en vrienden van vroeger wonen in de omgeving van Den Haag. Daarom wilde ik graag weer terug naar deze regio, ook om dichter bij het strand te wonen. Als klein meisje zei ik dat ik nooit in een rijtjeshuis wilde wonen. Ik had nooit gedacht dat ik zo’n leuke woonruimte zou kunnen krijgen.’
Energieneutraal
‘Mijn woonkamer, keuken, slaapkamer met bureau, badkamer en bergruimte met wasmachine passen allemaal in 25m²! Voor mij is dit voldoende ruimte. Ik heb vorige week zelfs mijn neefje en nichtje te logeren gehad. Het huis is energieneutraal, wat betekent dat ik minimaal even veel energie aan het elektriciteitsnet lever als
Rijswijk Wonen heeft zonnepanelen op het dak gelegd voor mijn energievoorziening:
infraroodpanelen verwarmen mijn woning. En ik kook elektrisch.’
Samen de buurt vergroenen ‘Met een selectieprocedure heeft Rijswijk Wonen de bewoners voor dit buurtje bij elkaar gezocht. We zijn uitgezocht op wat we kunnen bijdragen aan de buurt. De huisjes zijn uiteindelijk verloot onder de mensen die het best pasten bij dit project. We hebben verschillende achtergronden en variëren in leeftijd van 22 tot 65, vrouwen en mannen. Maar we zijn heel hecht.
Samen organiseerden we dit voorjaar een buurtfeest. Met een bingo konden buren uit de omliggende straten planten en een make-over voor hun tuin winnen. En we gaven een rondleiding, buren waren heel nieuwsgierig naar onze huisjes.
Met groen kun je de buurt klimaatadaptief maken. Daarom gaat Rijswijk Wonen aan de slag met de gezamenlijke tuin, samen met ons. Er staan al wel wat planten in, die we hebben uitgewisseld met buren uit omliggende straten. En we bouwen zelf alvast een kruidenspiraal.’
Samen aan de slag voor duurzaam wonen!

aan renovatie toe waren, daar hebben we energiezuinige maatregelen meteen bij meegenomen. Dat maakte het relatief goedkoper. Ons doel is de komende jaren voor de helft van de gebouwen toe te werken naar energielabel A. We zijn daar volop mee bezig.’

Dit hoogste energielabel voor gebouwen is voorlopig niet verplicht. In het Klimaatakkoord staat alleen het streven dat alle kantoren in ons land in 2030 energielabel A hebben. ‘Kan wel zijn’, zegt Tuijn, ‘maar als je als gemeente het goede voorbeeld geeft, kun je met meer overtuiging aan andere gebouweigenaren vragen hetzelfde te doen.’

PRINCIPIËLE VRAAG
In Maasgouw hebben alle gemeentegebouwen inmiddels minimaal het vereiste energielabel C. De principiële
vraag is of je
kunt handhaven’
vraag of je als gemeente wel handhavend op mag treden, als je zelf niet aan de energie-eisen voldoet, is volledig terecht, meent wethouder Tim Snijckers (CDA). ‘Ik ben er dan ook trots op dat wij dat zelf als overheid goed geregeld hebben.’ Snijckers is voorzitter van het dagelijks bestuur van de Regionale Uitvoeringsdienst Limburg Noord. Ook de eigen panden van de vijftien deelnemende gemeenten voldoen aan de energieeisen, aldus Snijckers. Terwijl bijna de helft van de kantoren in de RUD-regio geen enkel energielabel heeft Ook Snijckers ziet echter geen reden om per direct streng op te gaan treden. ‘We hebben bedrijven jarenlang de wortel voorgehouden in plaats van met de stok te slaan. Ook op dit onderwerp moeten we niet zomaar ineens gaan handhaven. Bedrijven zijn wettelijk verplicht maat-
regelen voor energiebesparing te nemen, als deze zich binnen vijf jaar terugverdienen. De Landelijke Handhavingstrategie schrijft voor dat bedrijven drie maanden de tijd krijgen aan deze verplichting te voldoen. Drie maanden zou je ook als een acceptabele termijn kunnen zien om voor kantoorgebouwen minimaal het verplichte energielabel C te hebben. ‘De vraag is echter of je alles zo strikt naar handhaving door kunt zetten. Daar is bovendien veel onderzoek mee gemoeid en is er een gebrek aan handhavingscapaciteit. Bovendien blijft het een politieke keuze van de wethouders op de portefeuilles VTH, energie en duurzaamheid. Deze discussie moet binnen de gemeente zelf worden gevoerd. We kunnen daarom veel beter aan de voorkant bedrijven helpen te verduurzamen.’
‘De
alles zo strikt



























































Zwaar weer?

Voor het lokaal bestuur is zwaar weer op komst, is de conclusie uit de twintigste bundel van het Montesquieu Instituut.
In de bijdragen in Om de lokale democratie valt de zorgelijke toon op. Het worden voor gemeenten ‘heel zware jaren’, schrijft bijvoorbeeld bestuurskundige Klaartje Peters in haar bijdrage. Het rijk houdt zich structureel niet aan de bestuurlijke en financiële afspraken met de decentrale overheden, constateert ze. ‘Door de ernstige financiële consequenties voor gemeenten is het urgent geworden.’
In andere bijdragen is er aandacht voor de ontwikkeling van Nederland naar
Trendrapport informatiesamenleving



Wat is de impact van technologische ontwikkelingen, zoals deepfakes, op de lokale overheid en op de samenleving?
Het nieuwe Trendrapport informatie samenleving van de VNG brengt een nieuwe analyse van deze trends en ontwikkelingen. Zo is er aandacht voor de opkomst van desinformatie, algoritmen en toegankelijkheid.
Trendrapport informatiesamenleving 2023, te downloaden via vng.nl.


een ‘burgemeestersland’ (Thorbeckehoogleraar Geerten Boogaard), het einde van het wethoudersbestuur (hoogleraar Marcel Boogers), over de ontwikkeling naar een ‘burgemeestersland’, en over de positie van gemeenteraden (politicoloog Hans Vollaard).
Er wordt veel gesomberd over de gemeenteraden – zie de historisch lage opkomst afgelopen verkiezingen – maar gaat het wel zo slecht met de raden? Of is er juist reden tot optimisme?
Om de lokale democratie. Gemeentebesturen onder druk, Boom, € 21,50.
Digitale transformatie en Europa
Hoe gaan gemeenten en provincies om met Europese digitaliseringsvraagstukken, zoals de komst van de Single Digital Gateway, die inwoners en bedrijven eenvoudiger toegang moet geven tot de overheidsdienstverlening in de EU?
Dit en andere onderwerpen, zoals 5G, digitale ruimtelijke ordening en cybersecurity, komen aan bod in de nieuwe online special digitalisering van Focus op Europa, een initiatief van het Kenniscentrum Europa Decentraal en het Huis van de Nederlandse provincies.
Focus op Europa, special digitalisering, te lezen via europadecentraal.nl/focus-op-europa.

Amper
invloed op beleid
VERKIEZINGEN INVLOED OP HET BELEID VAN HUN GEMEENTE? PROMOVENDUS HARM RIENKS KEEK NAAR DE GEVOLGEN VAN VERKIEZINGEN VOOR DE HOOGTE VAN DE LOKALE BELASTINGEN EN CONCLUDEERT: DIE INVLOED IS ER NIET
Harm Rienks promoveerde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn onderzoek is te lezen via bit.ly/ VNGRienks.
Beleidsresponsiviteit heet het, de mate waarin beleid aansluit op de voorkeuren van burgers. Verkiezingen hebben hier een cruciale invloed op. In de ideale situatie vormt het gemeentebestuur na de verkiezingen een goede afspiegeling van de inwoners van de gemeente en voert de gemeente beleid dat door die inwoners gewenst is. Als de meerderheid van de inwoners voor een extra zwembad is, dan zal een meerderheid van de raad idealiter óók voor zijn, en komt dat zwembad er ook.
De praktijk is weerbarstiger, constateert Harm Rienks. Rienks promoveerde aan de Rijksuniversiteit Groningen op onderzoek naar de mate waarin inwoners door verkiezingen het gemeentebeleid kunnen beïnvloeden. Hij keek daarbij naar de lokale belastingen en constateert dat ‘veranderingen in de samenstelling van het gemeentebestuur niet leiden tot veranderingen in de hoogte of de verdeling van lokale belastingen’. Rechtse partijen zijn over het algemeen genomen voorstander van lagere belastingen dan linkse partijen. Als de samenstelling van de raad bij verkiezingen een ruk naar rechts maakt, leidt dat echter niet tot lagere lasten.
Daar zijn meerdere mogelijke verklaringen voor. Zo maken de lokale belastingen maar een klein deel uit van de gemeentelijke inkomsten. Daarnaast leidt het aanpassen van de belastingen altijd tot gedoe. Verhoging van de belastingen is niet populair bij de kiezer, verlaging leidt
vaak tot het afbouwen van voorzieningen. Rienks: ‘Ook dat doet electoraal pijn.’
De ruimte om de ozb te verhogen of te verlagen is er volgens Rienks wel degelijk, al zullen bestuurders die ruimte vaak niet voelen, onder meer vanwege de krappe gemeentelijke portemonnee. Het kabinet is van plan om na 2026 de financieringssystematiek voor decentrale overheden aan te passen. Mogelijk krijgen ze daarbij meer ruimte om zelf belastingen te heffen. ‘Dat zou heel goed de responsiviteit ten goede kunnen komen’, zegt Rienks.
GEEN ONWIL
In juni kwam onderzoeker Babs Broekema (Erasmus Universiteit) al tot de conclusie dat de wens van de kiezer weinig invloed heeft op

het beleid in het sociaal domein. Het is geen onwil van gemeenten, zegt ze nu, ‘maar de financiële ruimte is er vaak niet’.
De decentralisaties in het sociaal domein werden in 2015 doorgevoerd zodat gemeenten hun eigen beleid vorm kunnen geven. Dat zou ertoe leiden dat de voorzieningen in gemeenten van elkaar verschillen, afhankelijk van de wensen van de inwoners. En die wensen verschillen wel degelijk van gemeente tot gemeente, constateerde Broekema. Inwoners die kwetsbaarder zijn, stemmen vaker op linkse partijen die kwetsbaren wat sneller willen steunen. Inwoners die financieel meer zelfredzaam zijn, stemmen vaker rechts en verwachten juist een terughoudende overheid.

In de praktijk zie je dat verschil amper terug in het beleid, zag Broekema. ‘Neem het sociaal minimum. Linksere partijen willen mensen vaker tegemoetkomen in de bekostiging van voorzieningen door het sociaal minimum te verhogen. Maar dat kan vaak niet, omdat het geld er niet voor is. Daardoor is er minder variatie in het sociaal beleid dan inwoners zouden willen. Als je wilt dat gemeenten beleid kunnen maken, dan moet je ze daar wel de financiën voor meegeven.’
VERTROUWEN
Rienks ziet, ook met het onderzoek van Broekema in zijn achterhoofd, ‘geen aanwijzingen’ dat het lokaal bestuur heel responsief is. Dat is zorgelijk, zegt hij. ‘Uiteindelijk wil je dat verkiezingen over het beleid gaan, en over de wereld waarin we willen leven. Het is jammer om te zien dat je stem dan geen uitwerking heeft op het beleid. Dat zou je wel verwachten in een democratie.’
De opkomst bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen
was historisch laag. En het vertrouwen in de politiek, ook lokaal, daalt. Politici, zegt Rienks, ‘zouden best vaker hun nek kunnen uitsteken om meer recht te doen aan de verkiezingsuitslag. Bij gemeenten kan dat heel goed, omdat de afstand tussen burgers en de politiek kleiner is.’
FALEN
Er is nog een reden om responsiever te zijn. Partijen die deelnemen aan een coalitie worden daar bij de volgende verkiezingen doorgaans voor afgestraft. Kiezers zijn teleurgesteld dat niet alle beloftes zijn waargemaakt, of herkennen standpunten van hun partij niet terug in het gemeentelijk beleid omdat er compromissen zijn gesloten.

Ook blijkt uit Rienks’ onderzoek dat wangedrag lokale politici stemmen kost. Professioneel falen, zoals een wethouder die aftreedt omdat een project waarop hij zich heeft geprofileerd mislukt, geeft kiezers het idee dat een politicus onbekwaam is. ‘Dergelijke incidenten kunnen partijen 7,5 tot 10 procent van hun stemmen kosten’, zegt Rienk. Schandalen in de privésfeer leiden ook tot een electorale afstraffing. Corruptie wordt nog wat harder afgestraft en kan leiden tot een verlies van 15 tot 20 procent. ←
Babs Broekema‘De financiële ruimte is er vaak niet’
‘Nu beginnen
aan de toekomst’
WE MOETEN NU BEGINNEN AAN ONZE TOEKOMST. DAT ZEI
‘ N ‘N
ederland struikelt op dit moment van probleem naar probleem, van crisis naar crisis’, zei Van Zanen in zijn toespraak aan de opening van de Najaars ALV. Hij doelde onder meer op de energiecrisis, de stikstofproblematiek, het asielvraagstuk, het woningtekort en de oorlog in Oekraïne. ‘Problemen en crises die zich opstapelen en elkaar versterken, waardoor we ons land en onze samenleving zien vergruizelen.’
NADENKEN
Volgens Van Zanen moet daarom nu worden nagedacht over de toekomst. Hij maakte de vergelijking met de jaren na de Tweede Wereldoorlog, toen er werd gewerkt aan de wederopbouw, niet alleen fysiek, ook mentaal. ‘We
staan weer voor zo’n opgave’, zei Van Zanen. ‘Een beetje plakband hier of een pleistertje daar is niet meer genoeg om de stukken bij elkaar te houden. Het is daarom tijd om keuzes te maken, om een pad uit te stippelen.
STRATEGIE
De VNG werkt daarom aan een nieuwe verenigingsstrategie richting 2030. En met de Argumentenfabriek is een denktank gevormd die zich komend jaar gaat buigen over Nederland in 2040. Dat
traject moet leiden tot een ‘inspirerend toekomstbeeld voor 2040’, zei Van Zanen. Bestuurders, beleidsmakers en wetenschappers gaan zich buigen over elf thema’s, waaronder werk en inkomen, het klimaat, wonen en de leefomgeving. De denktank kijkt daarbij ook naar de groeiende kloof tussen inwoners en de overheid, en aan ‘het groeiende verschil tussen de Randstad en het landelijk gebied’.
Van Zanen verwees daarbij nadrukkelijk naar Johan Remkes, die dat laatste bij de presentatie van zijn stikstofrapport een ‘steen des aanstoots’ noemde, omdat het niet alleen gaat om verschillen in culturele waarden, maar ook in positie en kansen.
COALITIEAKKOORDEN
Het was de VNG-voorzitter opgevallen dat er op lokaal niveau al over de toekomst wordt nagedacht. ‘Ja, we leggen de lat hoog. Maar het gaat lukken.’ (RvdD)
‘Problemen en crises stapelen zich op’
Gemeenten koersen aan op ingaan Omgevingswet per 1 januari 2024
Er is snel een besluit over de invoering van de Omgevingswet nodig. Gemeenten willen daarbij wel minimaal zes maanden voorbereidingstijd voordat de wet daadwerkelijk in werking treedt.
Gemeenten konden zich niet duidelijker uitspreken tijdens de afgelopen Algemene Ledenvergadering van de VNG. Een door Eindhoven en Tilburg ingediende motie over de inwerkingtreding van de Omgevingswet werd met ruim 93 procent van de stemmen aangenomen.
Het lokaal bestuur is nog steeds voor invoering van de Omgevingswet, maar er is iets meer tijd nodig is. Daarmee sturen de gemeenten eigenlijk aan op invoering van de wet per 2024.
DIGITAAL STELSEL
Verantwoordelijk minister Hugo de Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening stelde recent de invoeringsdatum van de Omgevingswet met een half jaar uit tot

1 juli 2023. Het digitale stelsel onder de Omgevingswet functioneert nog niet naar behoren. De Eerste Kamer moet nog buigen over de wet. Dat staat voor volgend voorjaar op de agenda. Daarmee wordt de voorbereidingstijd van minimaal zes maanden, voor gemeenten noodzakelijk om te testen en te oefenen, niet gehaald.
RANDVOORWAARDEN
De eerder door de VNG geformuleerde acht randvoorwaarden voor een verantwoorde invoering blijven onverlet van kracht. Daarbij gaat het onder meer om een voldoende werkend digitaal stelsel en om tijdelijke
oplossingen waar het stelsel nog niet voldoet. Ook moet het digitaal stelsel binnen jaar na inwerkingtreding op basisniveau zijn, waardoor het systeem gebruiksvriendelijker wordt. Verder is het zaak de juridische knelpunten opmoetkoming op orde zijn. Een eerdere motie van Moerdijk is aangehouden. Daarin was afgesproken dat als er sprake zou zijn van uitstel ten opzichte van de datum 1 januari 2023, een ledenraadpleging zou worden georganiseerd. Die is na de nieuwe motie en het intrekken van een deel van de motie-Moerdijk niet meer nodig. (MM) ←
Het digitaal stelsel functioneert nog niet naar behoren
Instemming met zorgakkoord
De gemeenten hebben tijdens de ledenvergadering van de VNG ingestemd met het Integraal Zorgakkoord, het IZA. Daarin maken rijk, gemeenten en verschillende zorgpartijen afspraken over de gezondheidsdoelen voor de komende jaren.
Een uitwerking van dat IZA is het ‘Gezond en actief leven akkoord’, kortweg GALA genoemd. Daarin staan aparte afspraken over de lokale aanpak van preventie. Gemeenten krijgen daarvoor structureel 180 miljoen euro. In het GALA staan ook afspraken over de versterking van de sociale basis en sport en bewegen.
BEWEGING
Volgens de VNG past zowel IZA als GALA in een beweging ‘van zorg naar gezondheid’ die al door gemeenten is ingezet.

Zo is al veel ervaring opgedaan met een integrale aanpak van gezondheidsbeleid, waarin niet zozeer het aanbod van zorg centraal staat maar de gezondheid en het welzijn van de inwoners. Uitgangspunt daarbij is het terugdringen van gezondheidsachterstanden en ‘gezond leven makkelijk maken’.
SOCIAAL DOMEIN
De IZA/GALA-afspraken zijn een directe uitwerking van de voorstellen die de gemeenten in april vorig jaar al deden in hun propositie De winst van het sociaal domein. Volgens de VNG hebben gemeenten een groot belang bij een goed zorgstelsel en bij een goede samenwerking met zorgpartijen. Ze hebben het zorgdomein ook iets te bieden: door een goede samenwerking met de eerstelijnszorg kan de druk op het zorgstelsel verlicht worden.
In de vergadering kwam ook een motie van Gorinchem aan de orde. Daarin werd het VNG-bestuur opgeroepen om samen met de 28 gemeenten met een streekziekenhuis in gesprek te gaan met de minister van VWS over de toekomst van de streekziekenhuizen. Daarvoor dreigt sluiting van de spoedeisende hulp en de intensive-careafdelingen, wat volgens Gorinchem grote gevolgen heeft voor de leefbaarheid van de stad. De motie, die al door het VNG-bestuur was omarmd, werd bijna unaniem aangenomen. (LM) ←
Meer over de bestuurdersdag en Najaars ALV is te vinden op op vng.nl/alv.
Bestaanszekerheid op de agenda
Gemeenten hebben een lange geschiedenis in het bestrijden van armoede. De VNG neemt nu het voortouw in de aanpak van bestaanszekerheid.
Het viel niet eens meer op, het nieuws dat de Rabobank nog geen einde ziet komen aan de stijgende prijzen in de supermarkt. Veel Nederlanders passen zich aan.
Steeds meer mensen kunnen zich helemaal geen dure boodschappen meer permitteren, of verse groente en een volkoren brood. Hun bestaanszekerheid staat onder druk.
Gemeenten zien ze dagelijks aan het loket, inwoners die niet meer rond kunnen komen. Zij kunnen hun basisvoorzieningen niet of nauwelijks meer betalen en leven in bestaansonzekerheid.
Het was het thema van een van de deelsessies tijdens de Bestuurdersdag. Gert-Jan Bakker, teamleider Inclusieve samenleving bij de VNG, herinnerde
een volle zaal eraan dat gemeenten een lange geschiedenis hebben in het bestrijden van armoede. Het was, in de vorige eeuw, Marga Klompé die in 1965 de Algemene Bijstandswet invoerde en er toen al bewust voor koos de uitvoering bij de gemeenten te leggen: ‘De gemeente overziet beter in welke context zo’n gezin of zo’n persoon zich in de gemeenschap van die gemeente beweegt.’ Dat is bijna zestig jaar later nog niet veranderd.
STRATEGISCHE AGENDA
Niet verwonderlijk dus dat de VNG nu het voortouw neemt voor een strategische agenda Bestaanszekerheid voor de komende tien jaar, om ervoor te zorgen dat we niet meer ‘van crisis naar crisis wandelen’. Om goed voorbereid te zijn voor de gesprekken met het rijk hierover, gaat de VNG nu een visie vormen op het begrip ‘bestaanszekerheid’.
Volgens Bakker bestaat brede bestaanszekerheid uit drie elementen:
Principes digitale samenleving
Gemeenten hebben unaniem ingestemd met de nieuwe Principes voor de Digitale Samenleving. Deze geven weer hoe gemeenten omgaan met digitalisering en innovatieve technologie in de openbare ruimte.
Het nieuwe document is een update van de principes die de VNG in 2019 vaststelde. Ze vormen een gezamenlijke kader voor de dilemma’s die digitalisering soms met zich meebrengt.
In de principes is bijvoorbeeld vastgelegd dat inzet van nieuwe technologie alleen mag als de gemeenteraad daar een besluit over is geweest. Ook wordt de techniek nooit gebruikt om individuele personen te volgen, en mag digitalisering ook niet worden ingezet voor financieel gewin of als ‘dataslurper’. (RvdD) ←
inkomenszekerheid, werkzekerheid en woonzekerheid. Hij voegde daar een vierde aan toe: een benadering van mensen door de overheid vanuit de menselijke maat.
INVESTEREN
Volgens Bakker moet de overheid af van het denken over bestaanszekerheid in termen van kosten. In plaats daarvan moet erin worden geïnvesteerd, omdat de kosten van bestaansonzekerheid hoog zijn: er is minder participatie en de reparatie van hardvochtig beleid is duur, evenals de compensatie in tijden van crisis. Moeten gemeenten wachten tot die strategische agenda er is? Nee, volgens Bakker kunnen ze beginnen met in de spiegel kijken: hoe staat het bij ons met de bestaanszekerheid en waar zijn we mee bezig, om vervolgens te bepalen wat er zeker niet mag ontbreken in de strategische agenda en dat te delen met de VNG en daarmee met andere gemeenten. (LM) ←
Standaardcontract jeugdzorg
Het hanteren van standaardcontracten in de jeugdzorg neemt administratieve lasten weg. Ruim 97 procent van de gemeenten stemde in met het invoeren van dergelijke contractstandaarden.
Omdat de standaarden door aanvaarding op de ledenvergadering algemeen verbindend zijn verklaard, mogen gemeenten niet meer van de afspraken afwijken. De contractstandaarden gaan alleen over de randvoorwaarden, zoals privacybepalingen, indexering en de manier waarop zorgaanbieders voldoen aan wettelijke eisen. Sinds de decentralisaties in de jeugdzorg in 2015 , is er een enorme variatie ontstaan aan contractvormen, terwijl vaak in de uitvoering hetzelfde wordt beoogd. Dat kost gemeenten en uitvoerders veel geld. (RvdD) ←






















De overheid stuurt op de grote opgaven van deze tijd een Tyrannosaurus rex af. Deze T-rexen hebben een groot vervaarlijk hoofd, maar piepkleine handjes. We krijgen de klimaatklus niet geklaard met vervaarlijke, ambitieuze plannen en nog meer overheidsgeld, maar zonder handwerk. Het op de goede plek krijgen van al dat geld is een groter probleem dan het begroot krijgen. De mensen die het werk moeten doen, zijn er niet. Maar het probleem is groter dan dat. Om deze polycrisis aan te gaan en collectieve kansen te grijpen, is menskracht in brede zin nodig: een stevige gemeenschap. Daaraan werken we onvoldoende.
We zoeken de oplossing voor onze problemen nog steeds te veel in de relatie tussen burger en overheid. Maar de opgaven waar we voor staan, zijn niet twee- maar driedimensionaal: individueel, institutioneel én maatschappelijk. Onze strategieën kennen intussen maar twee dimensies: individuele gedragsverandering bij of hulp aan de burger, vaak aan een keukentafel, achter een voordeur of met een ‘nudge’. En institutionele interventies bij de overheid: diensten, programma’s, beleid, wetgeving, inkoop, projecten.
De grote opgaven krijgen we niet voor elkaar door gedragsverandering, individuele hulp en institutionele hervormingen. We kunnen ze alleen het hoofd bieden als we in de maatschappelijk dimensie werken. Die van gemeenschappen. Het vraagt effectieve gemeenschapsvorming aan de basis.

HET WERK IS NIET AF ALS JE NIET ÓÓK KOFFIEZET
Want gemeenschappen kunnen alleen hun verantwoordelijkheid nemen als er een gemeenschap ís en als die sterker en sterker mag worden, niet zwakker. Sterk genoeg om de conflicten te dragen die er op ons afkomen. Ik maak het nog wat praktischer. Het moet gebeuren in de buurt. Echt. Het werk is niet af als je niet ook koffiezet, met tafels zeult en keer op keer verschijnt. Niet het ‘plan van aanpak’, maar dít is het werk. Of het nu gaat om energiefixers, jongeren die elkaar uit de put houden of een buurtmoestuin: hoe vanzelf, logisch, klein en informeel het er allemaal ook uitziet, het is vormend werk. Het huiskamergesprek over het warmtenet, de koffieochtenden, de inloopspreekuren, het buurtorkest, wijkacties. Aan alles wat onderling is, gaat werk vooraf. Veel werk. Alles wat collectief is, is werk tussen mensen en momenten in. Essentieel maar te vaak onzichtbaar werk. Wat gemeentebestuurders en dus gemeenteambtenaren moeten doen, is zich bij alles wat ze doen, afvragen: versterkt dit onze gemeenschap? We hebben geen vervaarlijke plannen nodig, maar goed beheer. Koffiezetten, iemand uitnodigen, aanbellen, opnemen. Aanwezig zijn. Betaal de mensen die dát doen en sleep zelf eens een tafel. Erg veel ingewikkelder is het in de kern niet. Laat de T-rex uitsterven. ←
De Michi-Noeki, halteplaats in de wijk
Een eenvoudige ontmoetingsplek in de wijk kan een belangrijke bijdrage leveren aan de sociale infrastructuur, zegt onderzoeker Sander van Lanen. Groningen vond inspiratie in Japan en introduceerde in de Oosterparkwijk de Michi-Noeki.
Sociale infrastructuur kan levens redden, concludeerde socioloog Eric Klinenberg na zijn studie naar een hittegolf die in 1995 Chicago trof. Vergelijkbare wijken met meer scholen, bibliotheken, parken, winkels en cafés hadden een lagere sterfte dan waar deze in mindere mate aanwezig waren. Meer ontmoetingsplekken betekende dat meer mensen elkaar kenden, al was het maar vluchtig. Daardoor verlieten vooral ouderen makkelijker hun huis, of inspecteerden mensen bij bewoners in de eigen buurt die ze een tijdje niet hadden gezien. Het waren dus sociale relaties die levens redden, maar die relaties ontstonden door de aanwezige sociale infrastructuur.
In januari 2023 opent in de Groningse Oosterparkwijk de eerste Michi-Noeki, bedacht door Vollmer & Partners. Gebaseerd op halteplaatsen in Japan, de michi-no-eki, biedt deze een zitplek zonder consumptieverplichting, maar met een toegankelijk toilet en betaalbare koffie. Daarmee is het een voorbeeld van sociale infrastructuur: een plek waar altijd iemand aanwezig is, langs een veilige route te bereiken, met ruimte en mogelijkheden voor sociaal contact.
RELATIES
Sociale infrastructuur bestaat uit publiek toegankelijke plekken waar sociaal kapitaal ontstaat. De doelen van de Michi-Noeki sluiten hierbij aan. Naast het terugdringen van eenzaamheid, wil ze de participatie van inwoners bevorderen en de mobiliteit van ouderen verbeteren. Drie doelen die allemaal om relaties draaien: relaties tussen inwoners, relaties met organisaties en verenigingen en relaties met verschillende plaatsen. Als de Michi-Noeki in haar doelen slaagt, wordt het voor bewoners dus makkelijker om contacten te maken en te onderhouden, en wanneer nodig de weg naar ondersteuning te vinden. Naast een fijne plek, wordt de Michi-Noeki mogelijk een belangrijke ‘halteplaats’ in de netwerken in de wijk.
‘Sociale infrastructuur bestaat uit plekken waar sociaal kapitaal ontstaat’
BEWUSTE KEUZE
Het is een bewuste keuze om de Michi-Noeki’s in de Oosterparkwijk te plaatsen. In deze wijk komt eenzaamheid relatief vaak voor, blijft bewonersparticipatie achter, en zijn er relatief veel huishoudens met een laag inkomen. Weinig geld beperkt de toegang tot private sociale infrastructuur zoals een café, en dus opbouw van sociale netwerken en sociaal kapitaal. Waar een deel van de wijkbevolking geen toegang heeft tot sociale infrastructuur, kan de publieke voorziening van dergelijke infrastructuur stevig bijdragen aan het welzijn van bewoners, de invulling van sociale en politieke participatie, en de leefbaarheid van de buurt. Hierdoor speelt publieke sociale infrastructuur ook een essentiële rol in het bevorderen van kansengelijkheid.
De positieve bijdragen van sociale infrastructuur zijn bekend. We weten echter minder goed hoe te plannen voor sociale infrastructuur, zeker wanneer er specifieke doelen zijn. Het meeste onderzoek is namelijk gedaan op plekken die al als sociale infrastructuur werken. Bij de Michi-Noeki is onderzoek al in een vroeg stadium betrokken, dankzij de samenwerking tussen de gemeente Groningen, de faculteit Ruimtelijke Wetenschappen van de RUG en Aletta
Schrijf ook een betoog voor VNG Magazine: redactie@vngmagazine.nl
Jacobs School of Public Health. Hierdoor kunnen we leren wat werkt in het creëren van sociale infrastructuur, welke institutionele en fysieke inrichting sociale relaties bevordert, en hoe interventies als de MichiNoeki kunnen bijdragen aan het halen aan gemeentelijke doelen.

De kans op een hittegolf in de Nederlandse winter is klein. Maar met de huidige energieprijzen is de kou ook gevaarlijk. Sociale infrastructuur draagt dan niet alleen bij aan sociale netwerken van overzicht en ondersteuning, maar biedt ook een toegankelijke verwarmde ruimte wanneer de stookkosten hoog zijn. Ook hier en nu kan toegankelijke sociale infrastructuur dan levens redden. ←
Sociaal geograaf Sander van Lanen is docent aan de Rijksuniversiteit Groningen.
‘Met de huidige energieprijzen is de kou ook gevaarlijk’
OVERSTAP
Huri Sahin
Huri Sahin is de nieuwe burgemeester van Rijswijk. Daarvoor was ze directeur van Stichting Lokaal Rotterdam, centrum voor democratie.
Vanwaar deze overstap?
‘Het burgemeestersambt is het mooiste ambt binnen het openbaar bestuur. Je bent er op de momenten dat het goed gaat met inwoners en je bent er in moeilijke tijden. Omdat je boven de partijen staat, ben je er voor iedereen. Als voorzitter van de gemeenteraad en het college kan ik de gemeente ook verder helpen bij ingewikkelde opgaven. Door mensen, organisaties en bedrijven bij elkaar te brengen, positioneer je je gemeente ook sterk in de regio.’
Wat gaat u doen?
‘Het belangrijkst is om een toegankelijke en menselijke burgemeester te zijn. Alle Rijswijkers, ook degenen die zich niet kunnen uiten, mogen van mij een luisterend oor verwachten en oprechte betrokkenheid. Inwoners zien heel veel en hebben vaak al goede oplossingsrichtingen voor een bepaalde situatie. College, gemeenteraad en ambtenaren hebben elkaar heel hard nodig. Als burgemeester wil ik de samenwerking verder bevorderen door wat goed gaat te benadrukken en gevoelige onderwerpen met elkaar te bespreken.’
Wat laat u achter?
‘Ik was directeur van de Stichting Lokaal Rotterdam. Dat is een fijne organisatie die 25 jaar bestaat en door de gemeenteraad van Rotterdam is opgericht om de relatie van de gemeente met de inwoners te versterken. Eigenlijk zou iedere gemeente over een vergelijkbare club moeten beschikken. Ik neem die kennis mee en als burgemeester wil ik inwoners blijven vertellen hoe de lokale democratie werkt. Het is heel belangrijk dat samen te doen met raadsleden, wethouders en ambtenaren. Gezien de opkomst bij verkiezingen is het een grote uitdaging om de leefwerelden van de overheid en inwoners sterker te verbinden. Een gezagwaardige overheid moet dat kunnen.’ (MM) ←
OVERLEDEN
Het Vlaardingse gemeenteraadslid Ben Vuijk is op 28 november op 65-jarige leeftijd overleden. Hij was al geruime tijd ziek. Vuijk was sinds 2018 raadslid namens ONS.Vlaardingen. Tussen 2010 en 2014 zat hij ook al in de raad namens VV2000/ Leefbaar Vlaardingen.
GEMEENTEN
Peter Rehwinkel start op 1 januari als waarnemend burgemeester van de nieuwe gemeente Voorne aan Zee. Die gemeente ontstaat na een fusie van Brielle, Hellevoetsluis en Westvoorne. Rehwinkel (PvdA) heeft ruime ervaring als burgemeester. Hij was vijf jaar (2004-2009) burgemeester van Naarden en vier jaar (2009-2013) burgemeester van Groningen. De afgelopen jaren was hij waarnemend burgemeester in achtereenvolgens Zaltbommel (2017-2019), Bergen in Noord-Holland (2020-2021) en dit jaar in de fusiegemeente Dijk en Waard.
Marieke Moorman wordt de eerste burgemeester van de nieuwe gemeente Land van Cuijk. Ze is nu nog burgemeester van Bernheze (sinds 2013). Voor de PvdA’er burgemeester werd, was ze onder meer raadslid en wethouder in Tilburg. Moorman wordt begin 2023 in Land van Cuijk geïnstalleerd. Die gemeente ging op 1 januari 2022 van start na een fusie van Boxmeer, Cuijk, Sint Anthonis, Mill en

Sint Hubert en Grave. Het afgelopen jaar was Wim Hillenaar (CDA) waarnemend burgemeester.
Burgemeester Annemarie Penn-te Strake van Maastricht stopt op 1 juli, een maand voordat ze met pensioen zou gaan omdat ze dan 70 wordt. Ze diende haar ontslag al lang van tevoren in zodat de gouverneur, de commissaris van de Koning in Limburg, op zoek kon naar een opvolger. De bedoeling is dat die voor de zomervakantie wordt geïnstalleerd. Penn-te Strake begon op 1 juli 2015 als burgemeester, daarvoor justitie en rechter.
Peter Bogers is sinds eind november gemeentesecretaris van Woensdrecht. Hij was al vanaf april dit jaar waarnemend secretaris. Hij volgt daarmee Annette Baart op, die ruim dertien jaar gemeentesecretaris was. Bogers werkt sinds maart 2020 voor de gemeente Woensdrecht. Hij begon daar als afdelingshoofd dienstverlening. Eerder werkte Bogers voor
de gemeente Bergen op Zoom en bij het ministerie van Defensie.
Sandra van ’t Hooge begon op 7 december als gemeentesecretaris van Opsterland. Ze was al sinds september interim-secretaris omdat Manja van der Weij overstapte naar de provincie Drenthe. Van ’t Hooge werkt sinds maart 2021 bij Opsterland, waar ze tot september directeur en locosecretaris was. Eerder werkte ze achttien jaar bij de gemeente Groningen, onder meer als hoofd openbare orde en veiligheid en als bestuursadviseur.


Waarnemend gemeentesecretaris Jan Dirk Pruim van Almere vertrekt medio december. Hij is sinds eind februari de tijdelijk opvolger van Richard Wielinga, die per 1 februari aan de slag ging bij de Sociale Verzekeringsbank. Pruim is geen onbekende in Almere: tussen 2002 en mei
gemeenteraad van Almere. Tussen 1988 en 2002 was hij gemeentesecretaris in
Anita van Meerveld wordt de nieuwe griffier van de Hilversumse gemeenteraad. Zij is vanaf 1 januari de opvolger van Paul van Ruitenbeek, die in juni wethouder in Houten werd. Van Meerveld heeft ruime werkervaring als griffier en interim-griffier voor de gemeenten Uitgeest, Veenendaal en Ermelo.
Barbara de Reijke
wordt naar verwachting op 8 februari burgemeester van Blaricum. De VVD’er is sinds 2018 wethouder in Ouder-Amstel. Daarvoor was ze vier jaar fractievoorzitter in de gemeenteraad van OuderAmstel. Eerder werkte ze in de zorg. De Reijke volgt in Blaricum Joan de Zwart-Bloch (D66) op, die meer tijd aan haar privéleven wil besteden.
achtereenvolgens Laren, Dronten en Kampen.
Jaap de Graaf start op 16 januari als gemeentesecretaris van Heumen. De Graaf is nu strategisch bestuursadviseur in Eindhoven. Tussen 2011 en 2020 bekleedde hij diverse leidinggevende functies bij de gemeente Mook en Middelaar. Hij wordt de opvolger van Dirk van Eeten, die in juli 2022 benoemd is in SintMichielsgestel. Sindsdien is Garmt Kolhorn interimgemeentesecretaris.
Jornt Ozenga wordt per 1 februari de nieuwe gemeentesecretaris van Lelystad. Daar zit nu nog Nico van den Bergh, die sinds januari 2022 interimgemeentesecretaris is na het vertrek van Arjen Schepers. Ozenga is sinds januari 2018 gemeentesecretaris van Heemskerk. Hij bekleedde die functie daarvoor ook al in Harlingen.
William van Zanen is op 17 november begonnen alsraad van Diemen. Hij was daar de opvolger van Hans
Nubé, die in september 2021 met pensioen ging; daarna werd de functie waargenomen door achtereenvolgens Martin van Engelshoven-Huls en Evert Bunt. Van Zanen was eerder raadsadviseur in in Houten en Ouder-Amstel.
Anja Hensen is op 1 decemvan de gemeenteraad van Ooststellingwerf. Hensen en werkte sinds 2018 in diverse functies voor de gemeente Ooststelling-
zij de opvolger van Sietze van Hemmen, die in april dit jaar vertrok naar de provincie Flevoland. Sindsdien neemt Mirjam van Bergen de functie waar.
Julia Stroop wordt de gemeenteraad van NoordBeveland. Zij wordt daar de opvolger van Kees Poortvliet, die met pensioen gaat. Stroop is nu nog raadsadviseur in Etten-Leur. Ze begint op 1 januari in haar nieuwe functie.
Ingezonden mededeling
Om welk vakgebied het ook gaat: als geen ander weten we hoe complex de inhoud van beleid en wet- en regelgeving kan zijn. Kom daarom naar een van onze inspirerende en verdiepende congressen. Voor heldere en praktische handvatten én om vakgenoten uit het hele land te ontmoeten.
Ons aanbod
Online leermodule: Service Blueprint Start 17 januari 2023
Tweedaagse opleiding: Lean voor medewerkers van gemeenten Start 31 januari 2023
Leertraject: Onderwijs 2022/2023 Start 7 februari 2023
Basistraining: Energietransitie gemeenten Start 9 februari 2023
2,5 daagse Training: Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling voor WMO/Wijkteams collega’s Start 10 februari 2023
Masterclass: Waardigheid in de Publieke Dienstverlening Start 16 maart 2023
VNG Belastingconferentie 21 & 22 maart 2023 (save the date)
Training: Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling voor Beleidsambtenaren 28 maart 2023
Gemeentelijke Grondstoffencongres 30 maart 2023 (save the date)
Ons hele aanbod vindt u op vngconnect.nl
Robert Jansen gaat per 1 januari aan de slag als Els Boers Maarten den Hollander
VACATURES
Maasgouw
Delft heeft Jeroen Mimpen Raymond Jeene
Gerard van Egmond
ANDERE ORGANISATIES
Ellen Nauta Harry Scholten Ellen van Selm
Maastricht Barendrecht
Welke opleiding volgt u volgend jaar?
RAAD & WERK
Madeleine Bloemhof
RAAD CDA BORNE WERK RECHERCHEUR POLITIE
‘Sinds 2010 werk ik bij de politie. Onlangs ben ik overgestapt van jeugdagent naar de districtsrecherche. We doen de zwaardere delicten van de regio Twente: zware mishandelingen, overvallen en moord en behandelen een zaak van begin tot eind. Dat betekent dat ik ook de aanhoudingen doe, samen met de collega’s in uniform,
maar ook het buurtonderzoek en het verhoren van getuigen.
We draaien piketdiensten en moeten enkele keren per maand ook ’s nachts bereikbaar zijn. Ik ben op dinsdag niet beschikbaar vanwege de raadsvergaderingen, maar wel op maandag als we fractievergadering hebben.’
REKENKAMERS
Onafhankelijk
onderzoek
GEMEENTERAADSLEDEN MOGEN VANAF 1 JANUARI GEEN DEEL MEER UITMAKEN VAN DE GEMEENTELIJKE REKENKAMER. IN 35 PROCENT VAN DE GEMEENTEN IS DAT NU NOG WEL ZO. DEZE REKENKAMERS MOETEN OP ZOEK NAAR EEN NIEUWE MANIER VAN VERBINDING MET DE RAAD.
Sinds 2005 is het voor elke gemeente verplicht een rekenkamer te hebben ingericht, alleen of gezamenlijk met andere gemeenten. Deze rekenkamers functioneren in principe onafhankelijk van de gemeenteraad.
Maar de wet staat nu nog, tot eind van het jaar, toe dat bij verordening een ‘rekenkamerfunctie’ wordt ingericht. En in die rekenkamerfunctie kunnen dan wel raadsleden worden betrokken, in de vorm van een commissie met daarin één of meerdere raadsleden, en enkele leden van buiten. Zo’n 35 procent van de Nederlandse gemeenten heeft zo’n rekenkamercommissie ingesteld. De aanwezigheid van raadsleden zorgt nu nog voor een belangrijke informatiestroom vanuit de raad richting zo’n
rekenkamercommissie. De raadsleden doen zelf geen onderzoek, maar dragen wel ideeën aan en beslissen mee over de onderwerpen waarnaar onderzoek wordt gedaan. In sommige gevallen kan dit echter leiden tot een situatie waarin de slager zijn eigen vlees keurt, zo luidt al enige tijd de kritiek. Immers, als de partij van het betreffende raadslid verantwoordelijk was voor een mislukt project, kan diegene dan nog wel een onafhankelijke bril opzetten als dit project onderwerp van onderzoek dreigt te worden? Dit geldt eveneens voor het aandragen van ideeën voor onderzoek door een raadslid. Halen politiek gevoelige pijndossiers de rekenkamer wel?
Dit is moeilijk vast te stellen, zonder alle onderzoeken van alle lokale rekenkamers voor een langere periode tegen het licht te houden. De meningen lopen hierover dan ook uiteen, maar
deze schijn van belangenverstrengeling lijkt wel te hebben meegespeeld bij de agendering van dit onderwerp door voormalig minister Ronald Plasterk van Binnenlandse Zaken in 2016. Ook het slapende bestaan van een aantal gemeentelijke rekenkamers was Plasterk destijds een doorn in het oog.
CONTROLE
Op 1 januari treedt de Wet versterking decentrale rekenkamers in werking. Gemeenten moeten vanaf dat moment een volwaardige rekenkamer hebben, waarvan het lidmaatschap door raadsleden uit den boze is. Er geldt wel een overgangsjaar.
Uit onderzoek blijkt dat veel gemeenten tot nu toe niet of nauwelijks invulling geven aan rekenkameronderzoek. Deze wet moet daar verandering in brengen. Zo zijn de taken van gemeenten, en daar-
mee ook de uitgaven, door decentralisaties in het sociale domein sinds 2015 flink toegenomen. Daarbij is onafhankelijke controle door een lokale rekenkamer van groot belang. Dat geldt ook voor de Omgevingswet, inmiddels doorgeschoven naar 2023, die zal leiden tot verdere uitbreiding van taken en middelen van gemeenten.
Het werk van de rekenkamers is dus belangrijk, al leidt de naam van de instituten weleens tot verwarring. Leden van de rekenkamer moeten bijvoorbeeld regelmatig uitleggen dat ze niet de hele dag sommen aan het maken zijn. Daarentegen doet een rekenkamer onderzoek of laat de kamer extern onderzoek uitvoeren naar het gevoerde beleid binnen de gemeente. Dat leidt tot een advies dat wordt gepresenteerd aan de gemeenteraad. Werkt de gemeentelijke aanpak van de jeugdzorg wel? Of waarom heeft de ontwikkeling van het zonnepark zo lang op zich laten wachten en tot veel meer kosten geleid dan was begroot?
NIEUWE INVULLING
Een van de gemeenten waar de rekenkamer anders moeten worden ingericht, is Bergeijk. ‘Op dit moment hebben we hier een actieve rekenkamercommissie,’ vertelt Yfke Froentjes, raadslid voor GroenLinks-PvdA en lid van de rekenkamercommissie. ‘Onze rekenkamer
bestaat uit een onafhankelijke voorzitter/ onderzoeker en twee raadsleden als adviserende leden, één vanuit de coalitie en één vanuit de oppositie. Als dat nodig is, bestaat er daarnaast de mogelijkheid om extra deskundigheid in te huren.’
Over de werkwijze van de rekenkamer, waarvan zij deel uitmaakt als raadslid vanuit de oppositie, is Froentjes duidelijk. ‘Wij lezen mee en adviseren de onderzoeker over opzet en uitvoering van het onderzoek. Dit gebeurt zonder politieke kleuring. De potentiële onderwerpen voor onderzoek worden door de fracties aangeleverd, waarna de rekenkamercommissie zelf een keuze maakt welk onderwerp ze wil onderzoeken. Op dit moment hebben we gemiddeld één onderzoek per jaar.’ Zo onderzocht de gemeentelijke rekenkamercommissie vorig jaar of Bergeijk de afgelopen twaalf jaar genoeg sociale huurwoningen gebouwd heeft. Het antwoord: ja.
De nieuwe rekenkamerwet is nog niet geïmplementeerd in Bergeijk. Froentjes: ‘We gaan binnenkort bespreken hoe we ervoor gaan zorgen dat we kunnen voldoen aan de nieuwe wetgeving. We hebben begrepen dat 2023 te gebruiken is als overgangsjaar.’ Hoe het er precies uit gaat zien, weten de leden nog niet. Froentjes kan zich voorstellen dat ze uitkomen op een constructie waarbij er naast de voorzitter een extra externe onderzoeker aan de rekenkamer wordt verbonden, waarbij raadsleden adviserend kunnen blijven. ‘Ik heb begrepen dat dit een mogelijkheid is.’
Bang dat ze het wegvallen van de raadsleden uit de rekenkamer niet op kunnen lossen met nieuwe mensen door gebrek aan interesse, is ze niet. ‘Het is in het verleden geen probleem gebleken om een nieuwe onafhankelijke voorzitter te vinden, we gaan ervan uit dat het ook moet lukken om een extra lid te vinden

‘Er zijn goede rekenkamers met en zonder raadsleden’
















de presentatie bijvoorbeeld niet op
voor de rekenkamer, iemand dus die niet actief is in de gemeenteraad.’
VERBINDING


‘De nieuwe wet creëert helderheid en kadert in wat de primaire taken van de rekenkamer zijn’, zegt hoogleraar Lokaal bestuur en recht Albertjan Tollenaar van de Rijksuniversiteit Groningen. ‘Het maakt mij niet zozeer uit of er wel of geen raadsleden deel uitmaken van de rekenkamerfunctie, er zijn goede rekenkamers met en zonder raadsleden.’ Volgens Tollenaar zijn de slapende rekenkamers wél een probleem. Dat zijn instellingen die nauwelijks tot geen onderzoek doen of die dossiers negeren die politiek gevoelig liggen in een gemeente. ‘En als er dan kritisch onderzoek wordt gedaan, worden de adviezen vervolgens nooit besproken in de raad, maar verdwijnen ze in de diepste bureaulade.’ Tollenaar onderschrijft daarom deze wet, die naast andere bepalingen ook de slapende rekenkamers wakker moet schudden.
Nu de raadsleden uit de rekenkamerfunctie verdwijnen, vindt hij het wel van belang dat de informatiestroom vanuit
de raad niet stopt, zoals ook Froentjes uit Bergeijk al aangeeft . ‘Er moet verbinding blijven tussen rekenkamer en raad. Als dat niet goed is geregeld, schiet je niet zoveel op met deze wet.’

Tollenaar verwacht dat de rekenkamers deze handschoen wel op zullen pakken.
‘Als rekenkamer moet je dat willen, je wilt immers relevant onderzoek doen. Daarvoor heb je input uit de raad nodig. Dit is niet geregeld in de wet dus daar moet je als rekenkamer zelf iets op vinden.’
ZELF INFORMATIE OPHALEN
Tollenaar adviseert rekenkamers om zich bijvoorbeeld ieder kwartaal uit te laten nodigen bij de gemeenteraad om de onderzoekagenda te bespreken. ‘Dan hoor je als rekenkamer wat er leeft, waar behoefte aan is. Dat moet vanuit de rekenkamer zelf komen, die is straks aan zet. Als lid van een rekenkamer zou ik dat zelf ook willen: dit zijn wij aan het doen, maar wat is jullie informatiebehoefte? Je kunt die kennis en informatie ophalen zonder dat de raad vervolgens direct is betrokken bij het onderzoek. Andersom zou ik dit als gemeenteraad ook willen.
Voor de oppositie is het bovendien een van de manieren om informatie te krijgen, als coalitie heb je immers altijd een informatievoorsprong.’
GENEREER AANDACHT

Een ander punt waar rekenkamers zich volgens Tollenaar van moeten vergewissen, is hoe je de onderzoeksrapporten straks onder de aandacht brengt van de gemeenteraad. ‘Plan de presentatie bijvoorbeeld niet op een vrijdagnamiddag, dan is er niemand en genereer je geen aandacht. Houd de lijntjes naar de lokale pers open en zorg dat de presentatie van je onderzoekadvies boven aan de politieke agenda komt te staan.’
Voor ondersteuning bij de transitie kunnen gemeenten ook de hulp inroepen van de projectgroep lokale rekenkamers, in het leven geroepen door BZK. Die projectgroep, onder voorzitterschap van burgemeester Raymond Vlecken van Weert, bestaat uit drie burgemeesters, drie griffiers en drie rekenkamerleden. De projectgroep heeft volgens voorzitter Vlecken ‘vanuit elk perspectief’ veel ervaring met lokale rekenkamers en kan gemeenten zodoende goed adviseren. ←
Goudvink 2022
De Rekenkamer Utrecht heeft begin december de Goudvink gewonnen, de prijs voor het beste rekenkamerrapport. Het rekenkameronderzoek naar de verduurzaming van gemeentelijk vastgoed viel in de smaak bij de jury, onder voorzitterschap van burgemeester Koos Janssen van Zeist. Het onderzoek toonde aan dat het verduurzamingsbeleid van Utrecht tekortschiet. De jury prees de ‘glasheldere’ conclusie en was ook vol lof over de laagdrempelige publiekssamenvatting. De Goudvink is een prijs van de Nederlandse Vereniging van Rekenkamers & Rekenkamercommissies.
‘Plan
een vrijdagnamiddag’
VACATURES
Voor een overzicht van alle vacatures en meer informatie zie www.gemeentebanen.nl.
Hét overzicht van vacatures binnen gemeenten voor hoger opgeleiden.
ICT
Adviseur IT en informatie Baarn Solution architect Haarlemmermeer Senior adviseur informatiebeheer Lansingerland Gegevensbeheerder Oosterhout
Servicepunt71 (Leiden) Technisch security Wassenaar ICT-architect Westland Applicatiebeheerder Cumulus Woerden
BESTUURLIJK
Raadsadviseur/ Elburg Lelystad Teamleider informatiebeheer en basisinformatie Medemblik
ECONOMISCH
Financieel beheerder Amstelveen Senior adviseur audit/ control Katwijk Projectmanager economie Lansingerland adviseur Westland CULTUUR
Adviseur jeugd en Zaanstad OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID
ORGANISATIE
Corporate recruiter Hilversum HR-adviseur Leeuwarden


RUIMTELIJKE
ORDENING
Zaltbommel Zwartewaterland
WERKGELEGENHEID
ondermijning Baarn Senior juridisch adviseur toezicht, handhaving en veiligheid De BUCH (Castricum) Senior beleidsadviseur openbare orde en veiligheid Gouda Adviseur veiligheid Zuidplas
Adviseur duurzaamheid Bodegraven-Reeuwijk Omgevingsmanager buitengebied Bodegraven-Reeuwijk Diemen Eindhoven Omgevingsmanager Hilversum Maasdriel Nunspeet leefomgeving Soest Regievoerder Soest Vlaardingen Woerden
Senior projectleider sociaal domein Eindhoven Consulent participatie Katwijk catie sociaal domein Leeuwarden Senior adviseur sociaal Medemblik Consulent ParticipatieVelsen Westland WELZIJN
Beleidsadviseur zorg en veiligheid Haarlem Consulent inburgering Katwijk Regisseur zorg en veiligheid Uithoorn Wmo-consulent Waddinxveen Zaanstad
Colofon
Vragen aan de VNG? Bel het team Informatievoorziening, tel. 070-373 83 93, info@vng.nl

Uitgever Dineke Sonderen, Sdu BV, tel. 070-378 99 24 Hoofdredactie Esther Bunnik Chef redactie Rutger van den Dikkenberg Redactie Leo Mudde, Marten Muskee, Monique Westenbroek Marije van den Berg, Geerten Boogaard, Sandra Braakmann, Pieter van den Brand, Jiri Büller, Annemieke Diekman, André Krouwel, Martijn van der Steen Contact redactie tel. 070-378 96 43, redactie@vngmagazine.nl Fier.media Vormgeving Monique Westenbroek
Senefelder Misset, Doetinchem
Advertenties Cross, Julia Franken, 010-760 73 24, julia@cross.nl
Abonnementen ambtenaren vanaf schaal 10 bij gemeenten. Aanvragen en wijzigingen: www.vng.nl, vngleden@vng.nl of 070-373 83 93.
Betaalde abonnementen Prijs jaarabonnement: 173 euro (excl. 9% btw). Sdu Klantenservice, www.sdu.nl/service, tel. 070-378 98 80.

Schriftelijk opzeggen uiterlijk twee maanden vóór het einde van de abonnementsperiode bij Sdu Klantenservice, Postbus 20025, 2500 EA Den Haag.
© 2022, ISSN 1566-1636
ONTDEK


Hoe bereiden we ons voor op een veranderend klimaat? En hoe zorgen we ervoor dat de wijken die we nu creëren, ook over een aantal decennia nog fijn zijn om in te wonen?


































We laten het zien in Op Enka. Een mooie mix van nieuwbouw en herontwikkelde, bestaande bouw, aan de rand van de Veluwe. Hier ontdek je een heerlijke woonomgeving. Met woningen die gasloos zijn, gebruik maken van biowarmte en een Energie Prestatie Coëfficiënt hebben van nul. Energiezuinig en uiterst comfortabel. Klaar voor de toekomst.







Op Enka toont dat een maatschappelijke opgave, zoals duurzaamheid, voor ons niet een abstract vraagstuk is. Maar een mooie uitdaging om visie vorm te geven in een gezonde en duurzame leefomgeving.




Wat dat voor u kan betekenen?
am.nl/gedurfdeduurzaamheid

Waar staat u op de Duurzame Vastgoedladder?

Heeft uw gemeente ondersteuning nodig bij de verduurzaming van gemeentelijk vastgoed? Armand Janisse, onze duurzaamheidsexpert, ondersteunt u graag. U kunt Armand bereiken door te bellen naar 06-12178625 of te mailen naar Armand.Janisse@metafoor.nl


