VNG Magazine nr. 16-2022

Page 1

LOPEN DE RODE LOPER UIT VOOR DE VOETGANGER MARTINA HUIJSMANS DELFTSE WETHOUDER: MINDER MET DE AUTO KWETSBARE JONGEREN BUZINEZZCLUB HELPT JEUGD NAAR WERK Vrij baan voor de fietser ANDERS OP WEG 16 21 OKT 2022 MAGAZINE VAN DE VERENIGING VAN NEDERLANDSE GEMEENTEN vng.nl THEMA INFRASTRUCTUUR EN MOBILITEIT

IN DIT NUMMER

THEMA Gilbert Isabella

De burgemeester van Houten werd deze zomer voorzitter van de Fietsersbond. Fietsen geeft plezier, zegt hij.

THEMA De auto uit

Om te voorkomen dat Nederland dichtslibt moet het verkeer niet alleen verduurzamen, maar vooral verminderen.

THEMA Smart hubs

Slimme hubs maken het makkelijker om over te stappen op alternatief vervoer.

Sociaal werk

Zonder extra geld komt de sociale werkvoorziening in gevaar, schrijft burgemeester Raymond Vlecken van Weert.

THEMA Voetgangers

Een stad met meer ruimte voor lopers is een stuk leefbaarder.

Buzinezzclub

Gemeenten komen in actie om kwetsbare jongeren aan een baan te helpen.

3 MAGAZINE 2022 EN VERDER 6 Lopende Zaken 7 Commentaar Leonard Geluk 13 Drie vragen aan 21 Thorbeckehoogleraar 31 Column Marije van den Berg 34 Personalia 37 Raad & Werk
18 28 8 22 32 38 Coverfoto: Shutterstock | Nummer 17 verschijnt op 4 november 2022

Omgevingswet: opnieuw zes maanden uitstel

De invoering van de Omgevingswet wordt opnieuw uitgesteld. De wet zou ingaan op 1 januari 2023, maar dat wordt een halfjaar later.

Verantwoordelijk minister Hugo de Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening hield lang vast aan invoering van de wet per 1 januari 2023. Nu vindt hij invoering toch onverantwoord, vooral vanwege de uitvoeringsproblemen op het gebied van ICT. De minister heeft via een voortgangsbrief de Eerste Kamer geïnformeerd over het uitstel.

Doel van het uitstel is dat er verder getest kan worden met het digitaal stelsel van de Omgevingswet. Ook moet voorzien kunnen worden in extra ondersteuning door gemeenten.

DILEMMA

Vorige week noemde het Adviescollege

ICT-toetsing het een dilemma of de wet op 1 januari moet worden ingevoerd. Volgens het college zijn er nog forse beperkingen die risico’s met zich meebrengen.

De Jonge heeft vorige week onder meer met de VNG over de inwerkingtreding

gesproken, net als met het IPO en de Unie van Waterschappen. Gemeenten en waterschappen hielden lang vast aan de geplande datum van 1 januari, mits aan acht door de VNG gestelde randvoorwaarden werd voldaan. Een ‘voldoende werkend digitaal stelsel’ is er daar één van. Ook de VNG zelf meldt nu dat invoering ‘nog niet verantwoord’ is. Er is ‘eigenlijk meer oefentijd’ nodig, aldus de gemeenten.

LEDENRAADPLEGING

De VNG gaat een ledenraadpleging houden over het nieuwe uitstel. ‘We beseffen dat gemeenten al enorme inspanningen hebben verricht en dat de aanspraak op hun veerkracht groot is. De randvoorwaarden blijven voor ons onverkort van toepassing en we blijven intussen hard werken om wat nodig is gerealiseerd te krijgen.’ (MM/RvdD) ←

Nationaal programma voor bedrijfslocaties

Het rijk wil samen met gemeenten, provincies en private partijen een nationaal programma werklocaties opzetten.

Hubert Bruls, voorzitter van het Veiligheidsberaad en burgemeester van Nijmegen, laakt het gebrek aan daadkracht van Den Haag en dringt aan op snelle wetgeving om gemeenten te kunnen verplichten asielzoekers op te vangen, de Volkskrant 17 oktober.

Volgens minister Micky Adriaansens van Economische Zaken is de ruimte voor ondernemers beperkt: er is slechts 2,6 procent van het oppervlakte van Nederland beschikbaar voor ondernemingen. Die ruimte moet ‘ten minste behouden’ worden, en beter worden benut. Het nationaal programma, waarin de minister met onder meer gemeenten wil samenwerken, moet daartoe leiden.

Door het ruimtegebrek voor ondernemers, stelt de minister, komen toekomstige banen en inkomsten in gevaar en wordt het moeilijk om te verduurzamen. (RvdD)

ACTUEEL 4 MAGAZINE 2022
Er zijn van die momenten in het leven – en dat geldt zeker op dit dossier – dat je als politiek en rijksoverheid moet zeggen: ‘zo gaan we het nu doen.’ Dat is ook leiderschap, hè.

Geld voor Regenboogsteden

De 56 Regenboogsteden krijgen vanaf 2023 tot en met 2026 jaarlijks 1,24 miljoen euro om lokaal lhbtiq+-emancipatiebeleid te voeren. OCW-minister Robbert Dijkgraaf geeft hiermee een vervolg aan de huidige regeling die

Dijkgraaf wil samen met de Regenboogsteden het geld inzetten voor de veiligheid, weerbaarheid en verdere sociale acceptatie van lhbtiq+-inwoners. Regenboogbeleid bestaat uit verschillende onderdelen, afhankelijk per gemeente.

Zo organiseren sommige gemeenten activiteiten rondom Coming Out Day en symposia over veiligheid van de lhbtiq+-gemeenschap. De Regenboogsteden ontvangen hiervoor sinds 2008 een jaarlijkse bijdrage van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Het gezamenlijk streven van de gemeenten en het kabinet is groeiende acceptatie van lhbtiq+-personen. Daarbij is extra aandacht nodig voor jongeren, ouderen en kringen waar lhbtiq+ nog een taboe is. (LM) ←

Andere verdeling van restzetels

Om de versplintering in de gemeenteraad tegen te gaan, wil minister Hanke Bruins Slot van Binnenlandse Zaken de regels voor de verdeling van restzetels aanpassen.

De regels voor het verkrijgen van een restzetel zijn voor kleinere gemeenteraden, met minder dan negentien zetels, soepeler dan voor bijvoorbeeld die van de Tweede Kamer. Bij die verkiezingen moeten partijen eerst de kiesdrempel hebben gehaald voordat ze mogen meedoen aan de restzetelverdeling. Bij de kleinere raden volstaat een ondergrens van 75 procent van de drempel.

Daardoor is het makkelijker om een zetel te bemachtigen. Bij de afgelopen gemeenteraadsverkiezingen kwamen op deze manier 89 partijen in 75 gemeenten in de raad, zonder dat ze daarvoor de kiesdrempel hebben gehaald. Dat leidt tot versplintering van de gemeenteraad, ‘waardoor de bestuurbaarheid onder druk komt te staan’, schrijft Bruins Slot aan de Tweede Kamer. (RvdD) ←

Gemeenteraadsleden van oppositiefracties stellen veel meer raadsvragen en dienen vaker amendementen in dan coalitiepartijen. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit Leiden. ‘Ook in gemeenteraden heerst het monisme’, schrijven de onderzoekers.

Uit het onderzoek blijkt dat de raadsvraag het meest gebruikte instrument is. Fracties stelden in de onderzochte periode gemiddeld 31 raadsvragen. Dat is minder dan één keer per maand. Van het verdergaande instrument van het amendementsrecht maken raadsfracties veel minder gebruik. Uit het onderzoek blijkt ook dat coalitiefracties deze instrumenten minder actief gebruiken dan oppositiepartijen.

Download voor meer nieuws de VNG Nieuwsapp 5 MAGAZINE 2022
(RvdD) ←

LOPENDE ZAKEN

Meer over de commissies en het vergaderschema: vng.nl/vereniging

Stein en VNG maken samen toegankelijke recreatieve route

De gemeente Stein behaalde vorig jaar de titel Meest Toegankelijke Gemeente van Nederland. Ter ere hiervan heeft de VNG samen met Stein een Toegankelijke Recreatieve Route gemaakt. Op vrijdag 30 september ontving de gemeente uit handen van VNG-directeur Leonard Geluk het boekje Op pad door Stein. De route bestaat uit mooie locaties die voor iedereen toegankelijk zijn of worden gemaakt.

‘Als gemeente stonden we te popelen om het boekje opgesteld en vormgegeven door de VNG in ontvangst te mogen nemen’, vertelt wethouder Natascha Wingelaar van Stein.

Wingelaar: ‘Ik hoop natuurlijk op nog genoeg mooie nazomerdagen waarop onze inwoners deze nieuwe Toegankelijke route kunnen uitproberen. Fijn dat Stein weer een toegankelijke route rijker is.’

VOORSTELLEN NIEUWE GEMEENTELIJKE CAO DOORGENOMEN

De werkgevers (VNG en WSGO) en vakbonden hebben op dinsdag 11 oktober een voorstel gedaan voor de nieuwe gemeentelijke cao. Woensdag 2 november onderhandelen de partijen verder.

GROTE AFSTAND TUSSEN PARTIJEN

Het voorstel van de vakbonden bevindt zich op grote afstand van wat werkgevers redelijkerwijs kunnen bieden. De voorstellen van de vakbonden tellen op tot een forse stijging in de loonkosten. Volgens werkgevers is daarnaast het gesprek over vakantie en verlof in de huidige cao afgerond. Vanaf 1 januari 2023 krijgen alle medewerkers recht op zes bovenwettelijke vakantiedagen. Daarmee gaan vooral vooruit.

BOD VAN DE VNG EN DE WSGO

Het voorstel van de werkgevers is voor een cao van één jaar. Het loonbod van de werkgevers is een loonsverhoging van 4,5 procent, een eenmalige uitkering van 750 euro voor mensen met (omgerekend naar een voltijds arbeidsovereenkomst) een salaris tot en met het maximum van schaal 7 en een eenmalige uitkering van 375 euro

voor mensen met een hoger salaris. De andere onderdelen van het voorstel, zoals over sociale zekerheid, toelagen en ouderschapsverlof, zijn conform de inzetbrief. Over de voorstellen van de werkgevers voor toelagen en ouderschapsverlof lijkt, onder voorbehoud, een gesprek mogelijk.

BOD VAKBONDEN

Het loonbod van FNV is 12 procent loonsverhoging met een minimale verhoging van 300 euro en een eenmalige uitkering van 1.200 euro.

Het loonbod van CNV en FDO-MHA

richt zich op koopkrachtbehoud en verbetering. De andere onderdelen van het voorstel zijn van de drie vakbonden gezamenlijk: drie vakantiedagen en twee feestdagen erbij, extra vakantie voor medewerkers vanaf 45 jaar (nieuw overgangsrecht), een halve dag verlof per week voor alle medewerkers, RVU voor oudere medewervan 10 procent en verbod op tijdelijke contracten en payroll. Het voorstel van de werkgevers en het voorstel van de vakbonden kunt u lezen op vng.nl.

AANMELDING OPEN VOOR ERFGOEDPRIJS 2023

Gaat uw gemeente het best om met erfgoed en betrekt u daarbij op een inspirerende wijze uw inwoners? Vanaf maandag 3 oktober kunnen gemeenten zich aanmelden voor de BNG Bank Erfgoedprijs 2023. Een prijs voor de gemeente die het best met zijn erfgoed omgaat en daar op inspirerende wijze zijn inwoners bij betrekt. Elke gemeente kan zich aanmelden. Met de prijs wil het Erfgoed-

platform van Kunsten ’92 goede voorbeelden delen en andere gemeenten inspireren. Het thema is dit jaar Groen erfgoed, een integraal onderdeel van onze landschappen en leefomgeving.

Aanmelden en voorwaarden

Meer informatie vindt u op de website van Kunsten ’92 via kunsten92.nl/bng-bank-erfgoedprijs-2023.

6 MAGAZINE 2022
TEKST: VNG

COMMENTAAR

KLARE TAAL

Na de wekelijkse kerkdienst op zondagmorgen kijk ik naar Buitenhof. Johan Remkes is te gast, het is interessant. Met kracht neemt Remkes afstand van het beeld dat hij als ‘redder des vaderlands’ de stikstofcrisis heeft bezworen. Het valt tenslotte maar af te wachten wat het kabinet doet met zijn aanbevelingen. Remkes leerde in z’n lange loopbaan, en in tijden van stikstofcrisis, dat de politiek vaak neigt naar het ingewikkelder maken van de problemen in plaats van ze op te lossen. ‘Ik heb de fase bereikt dat ik niet meer kijk naar partijpolitiek,’ zegt hij.

De verslagen in de kranten had ik gelezen. Nieuwsgierig geworden zoek ik het rapport zelf. De titel Wat wel kan. Uit de impasse en een aanzet voor perspectief dekt de lading. De klare taal is een verademing. Remkes pleit voor ‘inzicht in de hele bocht van het landelijk gebied, niet dat er om de hoek opeens een nieuwe opgave ligt te wachten.’ Hij erkent in de inleiding de woede en de emoties van de boeren en dat ze een perspectief verdienen. Ook schetst hij de ernstige gevolgen van de stikstofuitstoot en de rol daarin van de agrarische sector. Remkes leeft Covey. Het rapport is een schoolvoorbeeld van de zeven eigenschappen van een goede overheid, in het bijzonder van eigenschap vier: denk in termen van win-win. Dit is de notie van menselijk met elkaar omgaan, dat je moet streven naar oplossingen waar elke partij sterker van wordt. Alle partijen doen in ongeveer gelijke mate water bij de wijn zodat het saldo op de emotionele bank-

rekening op nul uitkomt. Voor samenwerkende overheden betekent dit: elkaar versterken, de contramal van problemen op elkaar afwentelen. In Buitenhof vertelt Remkes dat de boerenorganisaties aan tafel kwamen met vijf eisen waarover niet te onderhandelen valt. Hij bewilligt in die punten en zet er maatregelen naast om snel de ergste problemen aan te pakken. Remkes begint met het eind voor ogen en schetst een perspectief op integrale gebiedsontwikkeling. Daarnaast maakt hij een agenda voor de aanpak en organisatie daarvan (eigenschap drie: begin bij het begin).

STREVEN NAAR OPLOSSINGEN WAAR ELKE PARTIJ STERKER VAN WORDT

Met zijn win-winbenadering geeft Remkes een aanzet om de diepe vertrouwenscrisis te bedaren, zonder te ontkennen dat moeilijke ruimtelijke keuzes onvermijdelijk zijn. Dat hij voor de rol als onafhankelijk gespreksleider werd aangezocht is een gekke figuur, vindt hij zelf. Want was dit niet de taak van de minister of de minister-president? Goed luisteren, een plan maken voor de korte termijn dat zo veel mogelijk rechtdoet aan alle betrokkenen en een perspectief presenteren voor de lange termijn. De aanpak van Remkes wordt geroemd als uitzonderlijk, maar het zou bij een goede overheid de normaalste zaak van de wereld zijn. ←

Reageren? Meedoen? Stuur een mail naar leonard.geluk@vng.nl.

7 MAGAZINE 2022
Leonard Geluk DE ZEVEN EIGENSCHAPPEN VAN EEN GOEDE OVERHEID. DEEL 4: DENK TERMEN

geeft zoveel meer plezier’

8 MAGAZINE 2022 TEKST: MARTEN MUSKEE ZITTER VAN DE FIETSERSBOND. DAT IS NIET ZO VERWONDERLIJK, HIJ IS NAMELIJK OOK BURGEMEESTER VAN 'S LANDS BESTE FIETSSTAD, HOUTEN. ZIJN MISSIE: MEER MENSEN OP DE FIETS KRIJGEN. THEMA FIETSERSBOND ‘Fietsen
‘Je fietst op jegemak, kijkt omje heen en praatmet mensen’
Beeld: William Hoogteyling

Gilbert Isabella (PvdA) is sinds juli 2019 burgemeester van Houten. In juni van dit jaar werd hij ook benoemd tot voorzitter van de Fietsersbond.

H outen won in 2018 de verkiezing van Fietsstad, een initiatief van de Fietsersbond. Het was de tweede keer dat Houten de titel binnensleepte. In 2008 mocht het zich ook al Fietsstad noemen. ‘Ik ben ervan overtuigd dat we in 2028 weer als beste uit de bus komen. Je wordt tien jaar uitgesloten als je gewonnen hebt, omdat Houten anders elk jaar zou winnen.’

Als nieuwe voorzitter van de Fietsersbond gebruikt burgemeester Gilbert Isabella Houten graag als voor beeld om de zegeningen van de fiets uit te venten.

DeburgemeestervanfietsgemeenteHoutendie voorzitter van de Fietsersbond wordt. Wat gaat u betekenenvoordegemeenten?

‘Ik hoop als voorzitter van de Fietsersbond veel collega’s te verleiden in Houten te komen kijken en het goede voorbeeld te volgen. Goed fietsbeleid levert echt voordelen op voor het welzijn van mensen en de veiligheid in het algemeen. De scholen in Houten liggen langs fietspaden, kinderen fietsen hier veilig. Houten is wereldberoemd om de fietsinfrastructuur die consequent is doorgevoerd in de hele gemeente. Jaarlijks komen buitenlandse delegaties kijken, als college stappen we ook op de fiets. Alle wijken kan je met de auto alleen via de Rondweg in en uit. Er zijn geen doorgaande autoverbindingen tussen de wijken. Vanuit het centrum ben ik met de fiets sneller ter plekke dan met auto. De fietspaden zijn aangelegd in prachtig onderhouden groen dat in het voorjaar roze kleurt door de bloesem. Fietsen doe je op je gemak, je kijkt om je heen en praat met mensen. Je bent dan veel vrolijker, daar ben ik heilig van overtuigd. Auto’s worden in de regel achter het huis geparkeerd. De fiets- en voetgangersstructuur ligt aan de kant van de woonkamers. Dat geeft een vriendelijk aanzicht.’

Vanwaardiedriveomdefietsvooroptestellen?

‘In de jaren ’60 werd het dorp te klein en er kwamen uitleggebieden. De stedenbouwkundigen en

architecten die daarmee aan de slag gingen, hebben dit bedacht. Een deel van het succes komt ook toe aan de voormalige bestuurders die consequent vasthielden aan het concept: eerst de infrastructuur voor voetgangers en fietsers aanleggen, dan de groenvoorzieningen, dan de maatschappelijke voorzieningen en dan pas de woningen. Zo doen we dat hier nog steeds.’

Betaalt zich dat uit in het autobezit?

‘Nee, dat is relatief hoog. Veel Houtenaren gaan naar buiten om te werken en tegelijkertijd is er een dagelijkse grote trek van buiten naar binnen. We liggen aan drie snelwegen, onder de rook van Utrecht en het Amsterdam-Rijnkanaal stroomt dwars door de gemeente heen. In samenwerking met de Fietsersbond onderzoekt de provincie hoe de fietsverbindingen tussen gemeenten richting de grote stad verbeterd kunnen worden. We werken aan snelfietsroutes om automobilisten te verleiden de auto te laten staan. Daar zijn ook ov-knooppunten voor nodig. Houten heeft twee stations en is goed bereikbaar met het openbaar vervoer. Als ik naar Den Haag moet, ben ik binnen een uur in het gebouw van de Tweede Kamer. Dat is uniek, met de auto lukt dit niet.’

Hoe moeten bestuurders in de binnensteden aan de slag? Daar is weinig ruimte. ‘Neem Utrecht, daar komen steeds meer fietsstraten. Dat is een bestuurlijke keuze. Ik heb zelf 35 jaar in Utrecht gewoond en was daar wethouder. Er wordt flink gemopperd, maar doordat de fiets in de binnenstad meer ruimte krijgt met faciliteiten daaromheen, zoals de grootste fietsenstalling ter wereld, is Utrecht wel uitgeroepen tot wereldfietsstad. Dat laat zien dat je in bestaande steden toch heel nadrukkelijk een fietsstempel kunt drukken. In Parijs wordt de auto op heel veel plekken in de binnenstad de toegang ontzegd. Dat betekent veel voor de leefbaarheid, het klimaat, de duurzame ontwikkeling, de gezondheid en de uitstraling van de stad.

‘Het vergt politieke lef. Laat zien dat je een toekomstvisie hebt waar inwoners nu mogelijk last van

10 MAGAZINE 2022
‘Als het hard regent en ik moet naar een huwelijk,dan pak ik de elektrischedienstauto’
Wie is...
Beeld: Elizabeth Wattimena

ervaren, maar waar hun kinderen en kleinkinderen later enorm van profiteren. Op termijn wordt zo de verleiding om de fiets te pakken veel groter. De Fietsersbond geeft suggesties, denkt mee en laat zien dat je met wat lef verder fietst.’

Waar blijft de auto?

‘Ik ben beslist niet tegen de auto. Als het hard regent en ik moet naar een huwelijk, dan pak ik de elektrische dienstauto. Ik kom niet als een verzopen kat met mijn ambtsketen om bij het huwelijkspaar aan. Twintig jaar geleden deed ik de auto de deur uit omdat ik aan de rand van de binnenstad van Utrecht woonde. Intussen heb ik wel een elektrische fiets gekocht. Je verlegt je prioriteiten van een auto naar een goede fiets. Sinds een jaar woon ik in het dorp Schalkwijk en ik ben tijdens woonwerk-fietstochtjes slechts drie keer natgeregend. En goed regenpak lost dat probleem ook op. Door een andere mindset te creëren, krijg je meer mensen op de fiets. Daar gaat het om.’

Wat zijn nog de belemmeringen om mensen uit de auto te krijgen?

‘Er gebeurt steeds meer, maar het kan nog beter. Je kunt verleid worden de auto te laten staan. Zorg dan wel voor een makkelijke toegankelijkheid tot de fiets met de benodigde goede voorzieningen. Dat is de grote uitdaging. Kijk naar het succes van de ov-fiets. Die moeten ruim voorhanden zijn en aansluiten op het laatste vervoermiddel dat de reiziger gebruikt heeft of gaat gebruiken. Je kunt ook al een elektrische ov-fiets huren. Zorg er ook voor dat de infrastructuur zich ervoor leent, inclusief oplaadpunten, reparatiemogelijkheden en een kopje koffie. In Houten liggen prachtige fietspaden, maar je merkt dat die te smal worden: meer mensen fietsen, op veel meer soorten fietsen en bakfietsen.

‘Dus het is nooit af. Blijf er ook een financiële prikkel aan verbinden. Daar zijn mensen gevoelig voor. Laat ook de voordelen zien van het fietsen, het is gezonder, duurzamer en beter voor de leefomgeving. En echt, fietsen geeft zoveel meer plezier.’

In het Nationaal Toekomstbeeld Fiets trekken de overheden gezamenlijk op. Wat ziet u daarvan? ‘Het kabinet heeft extra miljoenen uitgetrokken om de fietsinfrastructuur te verbeteren. Dat is een belangrijke stap. Provincies, regio’s en samenwerkende gemeenten moeten nu boter bij de vis leveren: medefinanciering en slim opschalen om tot goede regionale fietsnetwerken te komen. Houten werkt samen met de buurgemeenten Bunnik, Nieuwegein, Wijk bij Duurstede en Culemborg. We proberen een fietsbrug te krijgen, zodat daar ook een snelle fietsverbinding met de stad ontstaat. Dan moet je samen over je eigen grenzen heen bereidheid tonen om te investeren in zo’n doorgaande fietsverbinding. Gezamenlijke afstemming is een voorwaarde om het fietsnetwerk verder te krijgen. Het rijk biedt middelen, provincies sluiten daarbij aan. Fantastisch als gemeenten het laatste deel voor hun rekening nemen.’

Hebben alle gemeenten nut en noodzaak van de fiets goed op het netvlies staan?

‘Dat kan beter. Het is een beetje een nadeel dat Nederland al een fietsland is. De fiets is onderdeel van onze opvoeding, fietsen is hier zo vanzelfsprekend. Soms lijkt het of we ons niet realiseren dat je er ook wat voor moet doen en moet laten als je met stedelijke ontwikkeling bezig bent. We kunnen onze infrastructuur veel slimmer inrichten zodat het echt vanzelfsprekendheid is dat iedere Nederlander kan fietsen. Maak vooraf heel bewust keuzes in je ruimtelijke ontwikkelingsplannen om het gebruiksgemak van de fiets te maximaliseren. Daar gaat het politiek nog weleens mank. Ja we vinden het belangrijk, máák het dan ook belangrijk en stem je keuzes daarop af.’ ←

11 MAGAZINE 2022
‘Fietsen is hier zo vanzelfsprekend’

2022

Elektrische auto niet goedkoper parkeren

Gemeenten mogen voor elektrische auto’s geen lager parkeertarief vaststellen dan voor vervuilender auto’s. De Tweede Kamer verwierp een wetsvoorstel om dat mogelijk te maken.

Het vorige kabinet wilde tariefdifferentiatie invoeren om het gebruik van minder vervuilende elektrische auto’s te stimuleren. De VVD wees op de praktische uitvoering van het voorstel, en er was zorg dat lagere tarieven voor elektrische auto’s gaan leiden tot hogere tarieven voor benzine- en dieselwagens. Met name lage inkomens ondervinden daar hinder van, betoogde de PVV. (RvdD) ←

AGENDA

2 NOVEMBER Transform.Hackathon: energiesystemen van morgen Utrecht | transformhackathon.eu

1 NOVEMBER

GovTech Summit voor innovatie in de publieke sector Den Haag, 8.30-17:30 uur | govtechsummit.eu

Groningen, 10.30-17.30 uur | vng.nl/agenda

3 NOVEMBER

Omgaan met desinformatie en nepnieuws Online, 11.00-12.00 uur | directduidelijk.gebruikercentraal.nl

3 NOVEMBER

Landelijk gemeentelijk netwerk 16-27 Utrecht, 10.00-12.30 uur | vng.nl/agenda

Grip op informatie Online | bit.ly/ weekgripopinformatie

3 NOVEMBER

Online, 10.00-11.00 uur | vng.nl/gemeentedelers

3 NOVEMBER

Deense en Nederlandse lessen over collectieve warmte

5 NOVEMBER (on)Veilig in de politiek Amsterdam, 10.00-17.00 uur | stemopeenvrouw.com

7 NOVEMBER

De waardevolle binnenstad Utrecht, 10.00-16.30 uur | retailland.nl

110gemeenteraden zijn actief op Twitter

Dat blijkt uit onderzoek door de Thorbecke Academie in opdracht van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden.

Laag vertrouwen leidde tot lage opkomst

Laag vertrouwen in de politiek leidde tot de lage opkomst bij de afgelopen gemeenteraadsverkiezingen. Dat blijkt uit een onderzoek naar de achtergronden van die historisch lage opkomst.

Bij de verkiezingen in maart bracht slechts 51 procent van de kiezers een stem uit. Hoewel de coronacrisis van invloed geweest kan zijn op de opkomst, en de media-aandacht voor de verkiezingen door de toen net uitgebroken oorlog in Oekraïne naar de achtergrond werd verdreven, zijn er vooral structurele factoren aan te wijzen die van invloed waren op de opkomst.

De onderzoekers wijzen onder meer op het politiek wantrouwen, maar ook op een gebrek aan lokale binding, een laag politiek zelfvertrouwen en onbekendheid met de campagne. Ook vonden mensen het moeilijk om een keuze te maken bij de verkiezingen.

Uit aanvullend onderzoek in wijken met een bijzonder lage opkomst, door verschillende universiteiten, blijkt dat het vertrouwen van kiezers in de overheid in die wijken een belangrijke rol heeft gespeeld om niet te gaan stemmen.

In deze wijken is, stellen de onderzoekers, het structurele gebrek aan vertrouwen mede veroorzaakt door de crises van de afgelopen jaren ‘die mensen raken in hun primaire behoeften’.

Zo lukt het de overheid niet om het woningtekort of de gezondheidsproblemen op te lossen. Ook de toeslagenaffaire kan een rol hebben gespeeld. (RvdD) ←

ACTUEEL 12 MAGAZINE

AAN...

Jaimi van Essen

Twentse gemeenten zijn ‘not amused’ omdat ze van Den Haag te snel moesten overstappen van Gazprom naar een andere gasleverancier. Wethouder Jaimi van Essen (D66) van Losser is hun woordvoerder.

Waar gaat de kwestie eigenlijk over?

‘Een jaar of drie geleden startten Twentse gemeenten een innovatief traject voor de inkoop van gas en stroom, met een regionaal inkoopmodel in plaats van de standaard aanbestedingen met grote nationale en internationale partijen. We stonden op het punt ons gas duurzaam regionaal in te gaan kopen, toen Rusland Oekraïne binnenviel en Europa met sanctiemaatregelen tegen Rusland kwam. Vóór 10 oktober moesten we ons contract met Gazprom opzeggen. Noodgedwongen moesten we onze gasinkoop gunnen aan een andere partij, wat flinke vertraging betekende voor ons regionale, duurzame traject. Op vrijdag 2 september verstuurden we onze gunningsbrief naar Vattenfall, en na dat weekend schreef de minister aan de Tweede Kamer dat het toch 1 januari kon zijn. Ja, dat leidde bij collega’s van mij wel tot chagrijn. Vooral de gemeenten die én langlopende contracten met Gazprom én grote zwembaden met veel gasverbruik hadden, stonden op hun achterste benen.’

Wat verwijt u de minister?

‘Het voelt alsof we op het verkeerde been zijn gezet. We hebben EZK meermaals gevraagd, volgens mij wel tot tien keer toe, of ze de EUsancties goed hadden geïnterpreteerd. En steeds was het antwoord bevestigend. Nu blijkt het een nationale interpretatie van de Europese regel te zijn geweest, in andere landen werden de sancties anders uitgelegd. We moeten het doen met de Haagse vertaling en interpretatie van de regels. Er zijn gemeenten die zeggen: bekijk het maar, we gaan onze eigen weg. Ik vind daar wat van. Die sancties zijn niet zomaar ingesteld. Die kun je als gemeente niet lichtvaardig negeren, we moeten ons als overheid aan onze eigen regels houden.’

Wat verwacht u nu van energieminister Rob Jetten, uw partijgenoot?

‘Ik ben er uiteraard voor het belang van de Twentse gemeenten en onze inwoners. Je hoopt dat je dan je lijntje naar de minister en Den Haag kunt gebruiken. Wat ik van hem verwacht? Compensatie. Als Twentse gemeenten hebben we gelukkig in goed overleg met Vattenfall de starttijd van ons contract kunnen uitstellen, maar ik zie collega-gemeenten in de regio’s Zwolle en Achterhoek die wel al sinds 1 oktober veel meer voor hun gas moeten betalen. Voor ons is nu belangrijk: worden de regels straks wéér anders geïnterpreteerd en geldt die datum van 1 januari dan ook niet meer? Dan moeten we echt een hard gesprek met EZK gaan voeren. Ik heb de minister in Hart van Nederland horen zeggen dat hij nadenkt over compensatie. Krijgen we die niet, dan wil ik die compensatie samen met collega’s zelf in Den Haag ophalen.’ (LM) ←

13 MAGAZINE 2022 Download voor meer nieuws de VNG Nieuwsapp
3 VRAGEN

Binnensteden gaan over op elektrisch

Bart Valk, Sales Specialist ABB E-mobility: ‘Met elkaar werken aan een schone en leefbare stad’

Vanaf 2025 moet een groot aantal Nederlandse binnensteden emissievrij zijn. Elektrisch rijden is een van de middelen om dat doel te bereiken. ABB E-mobility levert laadoplossingen, adviseert gemeenten en denkt mee over de beste aanpak.

Een opdracht die lastiger is dan je zou denken. ‘Zeker als je straks 50 á 60 voertuigen op één locatie wil opladen’, aldus Valk. ‘Het is de kunst om heel goed te kijken naar beschikbaar vermogen en daar de laadinfra op aan te passen.’

Iedereen wil natuurlijk in een volledig opgeladen voertuig rijden. Maar dat is niet altijd nodig. Valk: ‘Sommige voertuigen hebben maar een uur nodig om voldoende op te laden. Andere, zoals bussen, doen er veel langer over. De vraag is ook hoeveel tijd er is om te laden. Kan dat de hele nacht? Of alleen overdag een of twee keer? Allemaal factoren waar wij continu mee puzzelen. In de praktijk moet je laadpunten delen en dat betekent dat je een zeer uitgekiende planning moet maken. Ook daar houden wij ons mee bezig. Met load-en site managementsysteem monitoren we

continu het beschikbaar vermogen en hoe we het laden daarop kunnen aanpassen.’

Zo efficiënt mogelijk opladen

De gemeente Rotterdam is op dit moment bezig met het elektrificeren van veegkarretjes, vuilniswagens en een aantal personenauto’s. Een klus die ABB E-mobility samen met TotalEnergies uitvoert. ‘Zij hebben de tender van de gemeente Rotterdam gewonnen en wij zijn betrokken als vaste partner’, legt Valk uit. ‘TotalEnergies exploiteert de laadpalen en is verantwoordelijk voor het regelen van het beschikbaar vermogen. Wij houden ons bezig met de toelevering van de laadinfrastructuur en we zijn verantwoordelijk voor de connectivity van de laders en de service en voor het onderhoud.

Samen met gemeente Rotterdam

en Gemeentewerken kijken we naar de beste oplossing voor het Kleinpolderplein, de locatie waar alle veegwagens, vuilniswagens en andere grote wagens van de gemeente staan. De uitdaging daar is om al die voertuigen met het beschikbare vermogen zo efficiënt en zo goed mogelijk op te laden.’

Voor iedereen even wennen Op het Kleinpolderplein wordt gestart met waarschijnlijk vijf á tien laders. ‘Uiteindelijk worden dat er meer en willen we vijftig tot zestig voertuigen per dag kunnen laden’, licht Valk toe. ‘Voor het zover is, moeten er nog wat stappen worden gezet. De ruimte voor de laadpalen gaat natuurlijk ten koste van een aantal parkeerplekken. Het beschikbaar vermogen is in dit geval ook een belemmering. Bij het bouwen

ingezonden mededeling

van de locatie in het verleden is uiteraard nog geen rekening gehouden met de klimaatdoelen van nu. Dat betekent dat we bij de netbeheerder meer vermogen moeten aanvragen, wat zo één tot twee jaar kan duren. Uitwijken naar een andere locatie, waar wél snel kan worden uitgebreid, zou een oplossing kunnen zijn. Er zijn nog meer gemeentedepots waar in de toekomst wellicht meer ruimte is om sneller en meer te laden. Dat is een kwestie van schakelen. De centrale locatie aan het Kleinpolderplein is sinds jaar en dag dé locatie waar iedereen samenkomt, waar alles gebeurt. Een nieuwe, andere locatie erbij is voor iedereen even wennen.’

Uitdaging

Op dit moment tanken de meeste mensen nog benzine of diesel. Valk: ‘Als je tank leeg is, vul je hem en kun je weer een paar dagen verder. Elektrisch rijden is anders. Het kan zijn dat je twee keer per dag moet laden en dat is aanpassen. Dan moet je plannen waar en wanneer je gaat laden en daar ook tijd voor reserveren.’ Bij een aantal mensen is dat bewustzijn er al. Voor anderen is dat nog nieuw. ‘De een zal sneller

schakelen dan de ander’, gaat Valk verder. ‘Of er misschien zelfs een uitdaging in zien om zo min mogelijk te verbruiken en zijn rijstijl daar op aanpassen door niet te snel op te trekken na een stoplicht en te regenereren op remenergie. Daarin kunnen wij begeleiden. Daarnaast adviseren we gemeenten ook over de laadplanning, de opstelling van de voertuigen en helpen we ambtenaren met het onder de knie krijgen van laden, koppelen en ontkoppelen.’

Een andere mindset

‘Kortom, deze stap vraagt om een andere mindset’, gaat Valk verder.

‘Ook daar ligt voor ons een rol. Het gaat om het creëren van een stuk bewustzijn. Als je privé al elektrisch rijdt, heeft deze verandering op het werk natuurlijk minder impact.

Uiteindelijk is dit wel de kant die we op gaan. Rotterdam is behoorlijk vooruitstrevend. High power en snelle laders, daar investeren ze flink in. Ook in de haven en op het gebied van personenvervoer timmeren ze behoorlijk aan de weg. En dat is maar goed ook, want 2025 is sneller dan je denkt. Het is dus heel belangrijk dat we met elkaar werken aan een schonere en beter leefbare stad.’

ABB heeft jarenlange ervaring in het ontwikkelen, produceren, installeren en onderhouden van EVlaadoplossingen. Zo was ABB de eerste organisatie die in Nederland een landelijk DC-snellaadnetwerk realiseerde. ABB E-mobility biedt totaaloplossingen voor het opladen van elektrische voertuigen over het gehele spectrum: van compacte en hoogwaardige AC wallboxen voor thuis en op het werk, tot betrouwbare DCsnellaadstations met stabiele connectiviteit, en innovatieve on-demand elektrische laadsystemen voor zwaar transport. Weten wat ABB E-mobility voor uw gemeente kan betekenen? Kijk dan op

IN BEELD

SIMPEL EN DOELTREFFEND

Hoe eenvoudig kan het soms zijn. Het Nijmeegse GroenLinks-raadslid April Ranshuijsen (met gele jas) constateerde dat de ingang van de buurtsuper steeds vaker werd geblokkeerd door

sen. Volgens haar ‘een drama voor mensen met een rolstoel, rollator of kinderwagen’. Ze ging hierover het gesprek aan met de winkelmanager. Een toevallig passerende lokale schilder ving dit op. Ter plekke bedachten de drie een plan om een baan voor de ingang van de winkel vrij te houden. Binnen twee dagen was het uitgevoerd. Niks bureaucratie. En wat vooral belangrijk is: het wérkt, twitterde Ranshuijsen.

BEELD:
BERT BEELEN

De

De lockdown tijdens corona liet zien dat het kon: de wegen bleven, door het thuiswerken en het sluiten van scholen, bedrijven en horeca, zo goed als leeg. Maar de rust op de weg bleek van korte duur. Het is drukker dan ooit op de weg, constateerde de ANWB eind september. Mensen nemen massaal de auto naar het werk. ‘Sinds de maatregelen voorbij zijn, zijn de dagelijkse files in de spits weer terug.’ Op dinsdag en donderdag, bij veel organisaties de vaste dagen om naar kantoor te komen, is het zelfs drukker dan in 2019.

Tegelijk neemt het autobezit toe en het gebruik van het openbaar vervoer juist af. Tussen januari 2019, het laatste ‘normale’ jaar voor de coronauitbraak, en nu kwamen er 410.000 personenauto’s bij, blijkt uit CBScijfers. In totaal waren er op 1 januari van dit jaar ruim 8,9 miljoen auto’s.

Dat wagenpark is wel aan het verduurzamen: het aantal elektrische auto’s nam met 37 procent toe, het aantal dieselauto’s daalde met 8,7 procent. Maar wethouder Martina Huijsmans (D66) van Delft is er niet gerust op. ‘Het gaat niet de goede kant op’, zegt ze. ‘Het kabinet wil de uitstoot van CO2 in 2023 met 49 procent verminderen ten opzichte van 1990. Daarvoor wordt ook gekeken naar de uitstoot van verkeer. Maar zolang de aandacht alleen uitgaat naar het verduurzamen van het verkeer, en niet ook naar het verminderen en veranderen ervan, wordt het moeilijk om die doelen te halen.’

HET DENKEN IS VERANDERD

Er is dus veel aandacht voor het verduurzamen van mobiliteit.

Maar die trend is geen oplossing voor het ruimtetekort waarmee met name steden kampen: er is domweg geen plek meer om alle auto’s kwijt te kunnen. ‘Een elektrische auto heeft nog steeds een parkeerplek nodig.’

Het denken over mobiliteit is de laatste jaren veranderd, zegt Huijsmans. ‘Tot niet eens zo heel lang geleden ging het over de meest optimale vervoersbeweging van A naar B’, zegt ze. ‘De auto werd daarbij enorm in de watten gelegd.’ Ze wijst op de aanleg van de grote Vinex-wijken sinds de jaren ’90, waarbij het autogebruik en de parkeerbehoefte leidend waren voor de inrichting en het openbaar vervoer pas later kwam.

18 MAGAZINE 2022 TEKST: RUTGER VAN DEN DIKKENBERG
HET WORDT STEEDS DRUKKER OP DE WEG. OM TE VOORKOMEN DAT NEDERLAND DICHTSLIBT, MOET HET VERKEER NIET ALLEEN DUURZAMER WORDEN, MAAR VOORAL VERMINDEREN, ZEGT WETHOUDER MARTINA HUIJSMANS VAN DELFT. DOOR DE OMGEVING SLIMMER IN TE RICHTEN, KAN DE AUTO BLIJVEN STAAN.
Martina Huijsmans is wethouder van Delft auto uit

Met de toegenomen druk op de ruimte is dat beleid steeds minder houdbaar en is de auto niet langer heilig. Huijsmans: ‘Sport en bewegen is ook van belang, we willen bomen kunnen planten, kinderen een plek geven waar ze veilig kunnen spelen. Dus we moeten toe naar een eerlijker verdeling van de ruimte.’ De vraag naar woningen en de schaarse ruimte die daarvoor beschikbaar is, noopt gemeenten om te verdichten, bijvoorbeeld door de hoogte in te gaan. De aanleg van wijken buiten de bestaande bebouwde kom, zoals dertig jaar geleden massaal gebeurde, is minder aantrekkelijk – dat gaat ten koste van groen en leidt juist vaak tot meer autobewegingen. Maar inbreiding van de stad leidt tot een hogere bevolkingsgraad én met ongewijzigd beleid tot meer auto’s. Met nadelige gevolgen voor de leefbaarheid, het milieu en de gezondheid van de inwoners.

‘We moeten de auto minder vanzelfsprekend gaan vinden’, zegt Huijsmans. ‘De auto wordt vaak gelijkgesteld aan vrijheid. Maar wat is vrijheid als je in een afgesloten ruimte zit en door de file nergens naartoe kunt? We zijn niet zo goed geweest in het verkopen van het alternatief.’

VERLEIDEN

Inwoners moeten dan wel verleid worden om de auto te laten staan. De alternatieven moeten goed zijn.

Deelmobiliteit is in opkomst en kan in dichtbevolkte gebieden én in het landelijk gebied een goede mogelijkheid zijn. Thuiswerken bleek tijdens de coronapandemie voor veel werknemers een prima oplossing voor het gesloten kantoor, en is ook nu aantrekkelijk om de file te vermijden.

En e-bikes maken een fietstocht naar het werk

aantrekkelijker over langere afstanden, maar dan vooral als de tocht efficiënt kan, met zo min mogelijk barrières. Liever niet te veel kruispunten met rode stoplichten, bijvoorbeeld, of over lastige routes met veel ander verkeer.

De Metropoolregio Rotterdam Den Haag, waar Delft deel van uitmaakt, maakt werk van ‘metropolitane’ fietsroutes, tussen kernen en wijken onderling, maar vooral ook door de steden en kernen zelf. Op strategische plekken wordt een fietstunnel of -brug aangelegd, waarmee gevaarlijke punten worden gemeden of een omweg wordt afgesneden. En werkgevers zouden werknemers kunnen stimuleren om met de fiets of het ov naar het werk te komen.

Ook investeringen in het openbaar vervoer lonen, zegt Huijsmans. Na corona is dat niet zo vanzelfsprekend. Sinds de pandemie ligt het aantal reizigers ongeveer een kwart lager dan in 2019, blijkt uit CBS-cijfers.

Door het personeelstekort kan de NS minder treinen laten rijden. En doordat er minder reizigers zijn, dreigen volgend jaar buslijnen minder frequent gereden te worden, of zelfs te worden geschrapt, als de overheid niet in het ov investeert.

19 MAGAZINE 2022
‘Een elektrische auto heeft nog steeds een parkeerplek nodig’

Zo dreigt het alternatief voor de auto juist minder aantrekkelijk te worden, ziet ook Huijsmans. Tegelijkertijd trekt het rijk dit en volgend jaar ruim 2,2 miljard euro uit voor de accijnsverlaging op brandstof, als tegemoetkoming voor de fors gestegen benzineprijzen. Zouden die hoge brandstofprijzen niet ook een goede prikkel kunnen zijn om bestuurders de auto uit te krijgen?

‘Ik vind het ingewikkeld’, zegt Huijsmans, die tot begin deze maand lid was van de VNG-commissie Ruimte, Wonen en Mobiliteit. ‘Natuurlijk is de auto voor bepaalde groepen mensen van belang en wil je niet dat mensen met een kleine portemonnee de dupe worden. Maar waarom is er niet óók geïnvesteerd in het alternatief? Het is moeilijk om vergoedingen voor het openbaar vervoer te krijgen. Wij hebben als gemeenten goed laten zien hoe het samenspel tussen goede ov-verbindingen, de inrichting van stations en de routes naar binnensteden en winkelgebieden een positief effect kunnen hebben, en hoe je kunt stimuleren dat mensen gaan fietsen of lopen. Maar we zien dat daar met het rijk discussie over ontstaat.’ Het rijk, zegt Huijsmans, stelt liever een norm die met één verandering bereikt kan worden. Gemeenten kiezen voor een andere benadering. ‘Wij zitten in een transitie waarin we meerdere kleinere stappen zetten. Het aanpassen van de parkeernorm is er daar een van, net als het gedrag aanpassen en het verleiden van mensen om op een andere manier te reizen.’

DICHTERBIJ

Een andere effectieve manier om te zorgen dat inwoners de auto laten staan, is het anders inrichten van de directe omgeving. Door voorzieningen – werk, winkels, school en horeca – dichterbij te halen, kunnen inwoners zich ook lopend of op de fiets verplaatsen. Huijsmans: ‘Stedelijke herstructurering is belangrijk om te voorkomen dat er plekken ontstaan waar je alleen met de auto kunt komen. Het is veel slimmer om alles zo in te richten dat je er op een andere manier kunt komen.’

Natuurlijk kan niet iedereen de auto laten makkelijk laten staan. Zorgverleners die in de randen van de nacht de weg op moeten, zijn vaak aangewezen op de auto, bewoners van het platteland hebben minder goed toegang tot het openbaar vervoer. Maar ook daar zijn alternatieven mogelijk. Zo zou gestimuleerd kunnen worden dat inwoners van een dorp met minder goede ov-verbindingen de beschikking krijgen over een deelauto, die waar nodig gereserveerd en gebruikt kan worden, zegt Huijsmans. De precieze aanpak verschilt van regio tot regio. In stedelijke regio’s zijn de afstanden korter, waardoor fietsen of lopen aantrekkelijk is. En het openbaar vervoer is er ook toegankelijk. Dat is anders in het landelijk gebied, waar inwoners door de afstanden en het ontbreken van een dicht ov-netwerk toch meer zijn aangewezen op de auto. In de regionale mobiliteitsprogramma’s houden gemeenten hier rekening mee.

REKENINGRIJDEN

Dat is ook de vraag die Huijsmans aan het rijk voorlegt. Het nieuwe kabinet wil vanaf 2030 rekeningrijden invoeren. Het betalen voor gebruik in plaats van voor bezit moet autobezitters bewuster maken van de kosten en zou de milieubelasting verminderen. Het kabinet verwacht dat de invoering van een autobelasting per gereden kilometer ertoe leidt dat mensen minder rijden. De VNG kijkt met interesse naar de ontwikkelingen, maar plaatst wel een kanttekening. Zo gaat het rijk nu uit van een vlak tarief, waarbij ongeacht de locatie of het tijdstip waarop gereden wordt eenzelfde bedrag per kilometer moet worden betaald. Effectief is dat niet, zegt Huijsmans, want zo’n vlakke heffing ontmoedigt bestuurders niet om buiten de spits te gaan rijden. Ook raakt een vlak tarief de inwoners van het landelijk gebied extra hard, omdat de inwoners daar juist meer zijn aangewezen op de auto. Huijsmans: ‘Je kunt daar meer in differentiëren, zodat je wel goede prikkels inbouwt. Daar heeft de VNG al vaak met het kabinet over gesproken. De gemeenten hopen op een beter voorstel.’ ←

20 MAGAZINE 2022
‘Wij zitten in eentransitie waarin we meerdere kleine stappen zetten’

voor meer

Raadslid Elika Rehim Zadeh (Denk, Rotterdam) heeft Iraanse roots en diende een motie in om de Erasmusbrug groen te kleuren, als steunbetuiging aan het Iraanse volk, AD 8 oktober.

Ook woning sluiten na schietpartij

Burgemeesters moeten woningen en bedrijfspanden ook kunnen sluiten als er wapens worden aangetroffen

Zegerius van Justitie heeft een wetsvoorstel daartoe ingediend bij de Tweede Kamer.

Het wetsvoorstel vloeit voort uit het coalitieakkoord.

Burgemeesters mogen al woningen sluiten als er sprake is van een verstoring van de openbare orde, bijvoorbeeld omdat er drugs gedeald wordt. Maar als het gaat om beschietingen, is de wet ‘niet toereikend’, schrijft de minister.

Zo werd de burgemeester van Echt-Susteren door de rechter teruggefloten nadat hij een woning sloot waar een explosief naartoe gegooid werd. De Gemeentewet staat alleen toe dat een pand wordt gesloten voor gedrag ín de woning. Daar was hier echter geen sprake van.

Yeşilgöz wil de wet daarom nu zo aanpassen dat ook gedrag in de omgeving van een woning kan leiden tot sluiting van het pand. Daarnaast wordt ook de aanwezigheid van wapens als nieuwe grondslag voor een woningsluiting in de wet opgenomen.

Beste Thorbeckeprofessor,

ROBIN REICHRATH, Geachte heer Reichrath,

Hoewel het wat mij betreft evident is dat de Awb niet voor dit soort interne politieke kwesties is bedoeld, kan het nog best ingewikkeld zijn om dergelijke zaken op de goede manier buiten de deur te houden. In dit geval is het bijvoorbeeld de vraag of wel is voldaan aan het schriftelijkheidsvereiste voor een besluit.

In ieder geval zit de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State ook niet op geschillen van deze aard te wachten. Eerder oordeelde die al dat een lid van provinciale staten niet via de Awb zijn antwoorden op schriftelijke vragen kon uitvechten. ←

Geerten Boogaard, Thorbeckehoogleraar

Ook een vraag voor Geerten Boogaard? Mail naar: thorbeckehoogleraar@ vngmagazine.nl.

Download
nieuws de VNG NieuwsappACTUEEL 21 MAGAZINE 2022
ALS EEN RAAD HET INTERPELLATIEVERZOEK VAN EEN RAADSLID AFWIJST, KAN DAT RAADSLID DAN VIA DE AWB BEZWAAR MAKEN TEGEN DAT BESLUIT?
Mijn acties maken de kans groter dat ik nooit naar Iran zal kunnen gaan. Dit wordt gezien.
(RvdD) ←

Rode loper

voor de voetganger

Vier gemeenten – Groningen, Nijmegen, Rotterdam en Tilburg – onderzoeken samen met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat hoe voetgangers zich verplaatsen van en naar treinstations en andere knooppunten van het openbaar vervoer. Het is onderdeel van een streven naar de ideale voetgangersstad.

Het onderzoek is een activiteit binnen de City Deal Ruimte voor Lopen die twee jaar geleden van start ging. Gemeenten, rijk en maatschappelijke partners spraken daarin af gedurende vier jaar te gaan experimenteren met loopbeleid in een stedelijke omgeving. Daarbij wordt niet alleen gekeken naar de fysieke omgeving, maar ook naar manieren om mensen te verleiden te gaan lopen, bijvoorbeeld door routes aantrekkelijk en groen in te richten.

Volgens José Besselink, planoloog bij de gemeente Rotterdam, staat het belang van lopen bij steeds meer gemeenten op de agenda. In haar eigen stad kwam de kanteling in 2019, toen in Rotterdam een internationaal voetgangerscongres plaatsvond. Parallel aan dat congres werd het platform Ruimte voor Lopen gelanceerd, waar de City Deal intensief mee samenwerkt. In dat platform zitten verschillende partijen die zich bezighouden met de vraag: waarom zijn we vergeten dat het normaal is

23 MAGAZINE 2022 TEKST: LEO MUDDE
MEER LOPEN IS GOED VOOR DE GEZONDHEID EN VOOR DE MOBILITEIT IN STEDEN DIE ZIJN DICHTGESLIBD DOOR DE VELE AUTO’S. BOVENDIEN IS EEN STAD MET RUIMTE VOOR DE WANDELAAR OOK GEWOON VEEL LEEFBAARDER. GEMEENTEN WERKEN SAMEN AAN DE IDEALE VOETGANGERSSTAD.

dat iedereen loopt? Besselink: ‘Nu zie je dat in veel steden gezondheid en mobiliteit weer volop aandacht krijgen.’

RODE LOPER

Maar Rotterdam, dat is toch die stad met drukke verkeersaders en rinkelende trams, met de Lijnbaan en de Koopgoot als enige voetgangersgebieden?

Vergis je niet, zegt Besselink. ‘Juist in een stad als Rotterdam, waar veel ruimte is, kunnen goed keuzes worden gemaakt. Als we bijvoorbeeld een straat opnieuw inrichten, kiezen we er vaak voor de stoep aan de ene kant te verbreden en aan de andere kant parkeergelegenheid te bieden, in plaats van parkeren aan twee kanten en twee smalle voetgangersstroken.

Sinds de opening van het nieuwe Centraal Station is het Stationsplein niet langer een gebied waar je door alle trams als voetganger je leven niet zeker was, maar nu loop je als het ware over een rode loper vanuit het station zo de stad in.’

Het moet in Rotterdam weer ‘logisch’ worden om je te voet door de stad te bewegen. Besselink: ‘Wat in

historische binnensteden als Amsterdam en Utrecht vanzelfsprekender is, is dat in Rotterdam nog niet het geval. We hebben in een enquête uitgevraagd wanneer het voor mensen aantrekkelijk wordt om te gaan lopen. Veel groen, weinig auto’s en vooral ruimte om te kunnen lopen kwamen daar als belangrijkste criteria uit. Daar proberen we nu rekening mee te houden.’

Een grotere leefbaarheid, maar zeker ook het bevorderen van een gezonde leefstijl zijn voor gemeenten de belangrijkste prikkels om het lopen te stimuleren. Dat kan voor een deel ook worden bereikt door mensen uit de auto en op de fiets te krijgen. Klopt, beaamt Besselink die in Rotterdam ook bij het programma Fiets is betrokken. ‘We proberen die koppeling tussen fietsen en lopen ook te zoeken. Natuurlijk schuurt het soms, dan zoeken we een maatwerkoplossing. Zo hebben we op de Coolsingel alsnog een zebrapad aangelegd op het fietspad. Het is goed om het gezamenlijk belang voor ogen te houden: uiteindelijk gaat het over die fijne stad die aantrekkelijk is voor voetganger en fietser.’

24 MAGAZINE 2022
‘Veel groen, weinig auto’s en vooral ruimte om te kunnen lopen’
‘Juist
in een stad als Rotterdam, waar veel ruimte is, kunnen goed keuzes worden gemaakt om ruimte te geven aan de voetganger.’
(Beeld: Eric Fecken)

De Wageningse universiteit (WUR) ontwierp een gebruiksvriendelijke tool om inzicht te geven in de ‘beloopbaarheid’ van wijken en buurten. Het doel was inzicht te krijgen in welke buurten en rond ovknooppunten de randvoorwaarden voor lopen al dan niet op orde zijn, zodat daar gericht beleid voor kan worden gemaakt.

WUR-onderzoeker Martin Goossen: ‘De belangrijkste conclusie van de pilot die we in de provincie Utrecht deden, is dat het mogelijk is dat met behulp van GIS-data (geografische informatie, red.) de beloopbaarheid van die gebieden kan worden gemeten. We hebben 160 indicatoren geïdentificeerd die iets zeggen over de kwaliteit van een loopmogelijkheid. Daarvan konden we er 117 met GIS-data achterhalen, maar van 14 indicatoren waren data alleen op wijk- of gemeenteniveau of voor het buitengebied beschikbaar. We hebben de loopscore daarom ontwikkeld op basis van 103 indicatoren, wat een redelijk beeld geeft van de kwaliteit van een voetpad.’

OBSTAKELS

Toen Goossen aan de ontwikkeling van de tool begon, had hij geen idee wat hij kon verwachten. Als onderzoeker begaf hij zich vooral op het terrein van recreatie en toerisme in het buitengebied. ‘Maar dit ging echt over lopen in de stad, dat was ik niet gewend. Ik kijk nu met heel andere ogen naar de stad dan voor ik me hierin verdiepte.’

Maar zelfs als je het lopen goed in de vingers hebt, blijft het een complexe materie, zegt hij. ‘Er zijn zo veel indicatoren van belang, voor allerlei typen doelgroepen. Een kind van 6 dat op de stoep speelt is niet hetzelfde als een toerist, voor iemand die haast heeft om een trein te halen, zijn andere indicatoren van belang dan voor iemand met een fysieke beperking. Obstakels op de stoep, de breedte van het voetpad, eigenlijk is het te veel om in één tool te stoppen. Toch is dat gelukt.’

De reacties van de gemeenten die met de tool ervaring opdeden zijn positief, ‘maar ze vonden het allemaal wel behoorlijk complex om de kwaliteit van de loopmogelijkheden te verhogen’, zegt Goossen. ‘Maar als ze het eenmaal in de vingers hebben, blijkt het een goed instrument om te werken aan een aantrekkelijke, leefbare stad. Aantrekkelijk voor iedereen, want iedereen loopt.’

‘WETHOUDERS VOETGANGERSZAKEN, DIE ZIJN ER NOG NIET’

Martine de Vaan is programmaleider van de City Deal Ruimte voor Lopen. Die is nu halverwege de looptijd en we delen onze kennis nu al zo veel mogelijk, zegt ze. Bijvoorbeeld door de lancering van de website verleidenomtelopen.nl, waar gemeenten terechtkunnen voor cijfers, achtergrondinformatie, praktijkvoorbeelden en nudging-tips om mensen aan het lopen of wandelen te krijgen.

Het belangrijkste van de City Deal is, volgens De Vaan, dat gemeenten van elkaar kunnen leren. ‘We zijn met elkaar aan het experimenteren, over de hele breedte van het thema. Wat is de ideale voetgangersstad, wat betekent dat voor de infrastructuur, dat soort vragen. We zijn ook wandelnetwerken aan het testen, maar nog niet voor de wandelaar. Uiteindelijk gaat het om het creëren van ruimte voor de voetganger.’ Vorige week presenteerde de City Deal een nieuw magazine dat inmiddels ook online staat. De Vaan:

‘We hebben het magazine naar alle gemeenten gestuurd, ter attentie van de wethouder Voetgangerszaken. Een adressering met een knipoog, want die portefeuille bestaat nog niet. Voetgangersbeleid valt meestal onder mobiliteit, of recreatie, als het er al is. Gemeenten kunnen van elkaar leren hoe ze het een plek geven in de organisatie.’

Hoewel niet alle gemeenten voetgangersbeleid expliciet benoemen, neemt de aandacht langzaam maar zeker toe, is de overtuiging van De Vaan. ‘Een verlaging van de maximumsnelheid in de stad naar 30 kilometer per uur is daarvan een voorbeeld. Alleen, het wordt niet per se ruimte voor lopen of ruimte voor de voetganger genoemd.

Dat voetgangersbeleid iets typisch stedelijks is, bestrijdt ze. ‘De kennis die we via de City Deal delen, is ook interessant voor plattelandsgemeenten. Veel mensen denken dat inwoners van dorpen al meer bewegen, maar dat is niet zo. Ze pakken juist vaker de auto, omdat voorzieningen verder weg zijn dan in de stad. En zoiets als de inrichting van een stoep is in dorpen vaak helemaal een ondergeschoven kindje.’

25 MAGAZINE 2022

Succesvol inkopen

Succesvol inkopen is voor de overheid van belang om goed te kunnen functioneren.

Inkopers, schrijven Yvette Berkel en Rachel Heeringa in hun nieuwe boek Succesvol inkopen in de publieke sector, ‘vormen een cruciale brug naar de samenleving met de inkoop van duizend-en-een producten en diensten’. Maar het beroep van inkoper is niet echt populair, terwijl het volgens de auteurs zo’n mooi vak is. Het werk is nuttig, omdat overheidsorganisaties anders niet functioneren. Het is uitdagend vanwege het werk op het snijvlak van bestuur en politiek, en doet een groot beroep op je sensitiviteit.

Geen feestje

Tien jaar geleden was de Groningse gemeente Haren even middelpunt van het nieuws.

In september 2021 liep een feestje van een zestienjarig meisje compleet uit de hand wanneer via Facebook duizenden jongeren zichzelf uitnodigen. Project X leidde tot rellen, optreden van de ME en na een kritisch rapport door Job Cohen uiteindelijk het aftreden van burgemeester Rob Bats. De Groningse lokale omroep OOG blikt in een vierdelige podcast terug op die roerige dag.

Podcast Er is geen feestje, te luisteren via Spotify en andere kanalen.

Met hun boek hopen Berkel en Heeringa het beroep van inkoper aantrekkelijker te maken en het werk te professionaliseren. Ze gaan vooral in op de menselijke aspecten van het vak, zoals het opbouwen van goede relaties met leveranciers, en minder op de juridische kwesties rond het inkopen.

Yvette Berkel en Rachel Heeringa, Succesvol inkopen in de publieke sector. Alles wat je moet weten om een goede inkoper te worden, Haystack. € 26,50.

Routekaart klimaatakkoord

Eind 2019 stemden gemeenten met een overweldigende meerderheid in met het Klimaatakkoord.

Het einddoel: 95 procent minder CO2-uitstoot dan in 1990. Maar hoe kom je daar? De VNG heeft de Klimaatakkoordpagina uitgebreid met een tijdlijn, waarin op jaarbasis de tussenstappen worden benoemd.

Tijdlijn Klimaatakkoord, te vinden via vng.nl/rubrieken/onderwerpen/ klimaatakkoord.

NET UIT 26 MAGAZINE 2022
1996 80% 100% 60% 40% 20% 2000 2010 20202021 t.o.v. 1996, naar vervoersmiddel Totaal DALING VERKEERSDODEN VERKEERSDODEN NAAR LEEFTIJD In 2020 is het aantal dodelijke fietsongevallen met slechts 4% gedaald ten opzichte van 1996. 37,8% 23,2% 15,5% 23,5% 13,5% 4,4% 24,6% 57,5% Alle verkeersdodenFietsdoden Jonger dan 30 jaar 30 - 50 jaar 50 - 70 jaar 70 jaar en ouder BEELD: DIMITRY DE BRUIN HET AANTAL VERKEERSDODEN HALVEERDE SINDS 1996, BEHALVE BIJ DE FIETSERS. MET NAME OUDEREN KOMEN RELATIEF VEEL OM BIJ ONGELUKKEN OP DE FIETS. BRON: CBS. CIJFERS IN BEELD

Smart hubs

ontlasten de stad

GEMEENTEN ZETTEN IN OP DUURZAME MOBILITEIT. MULTIMODAAL

Slimme mobiliteit slokt de ruimte niet op, maar versterkt de leefbaarheid, duurzaamheid, gezondheid en bereikbaarheid. Slimme toepassingen en diensten leggen een zo klein mogelijke claim op de openbare ruimte. Dat komt ten goede aan een aantrekkelijke groene omgeving.

Elke wijk zou een smart hub moeten hebben, voor verschillende deelvoertuigen.

Volgens Karst Geurs, hoogleraar verkeersen vervoersplanning aan de Universiteit Twente, heeft multimodaal reizen zeker toekomst als het gaat om het functioneren van steden. ‘Inwoners horen de mogelijkheid te hebben te reizen zonder autobezit’, zegt hij. Het heeft voordelen voor het klimaat en het milieu, de energietransitie en het efficiënt organiseren van de stad. Geurs: ‘Mobiliteitshubs

helpen hierbij. Ze bieden inwoners verschillende vormen van deelvervoer, zoals fiets, auto en scooter.’

AUTOVRIJ WONEN

Mobiliteitshubs worden ontwikkeld in nieuwe gebiedsontwikkelingen en bestaande wijken. Utrecht ontwikkelt bijvoorbeeld de Merwedekanaalzone.

Een gebied dat omgebouwd moet worden van een bedrijventerrein naar een woonwijk met 10.000 woningen. De gemeente hanteert een parkeernorm van 0,3 auto’s per woning. Eigenlijk kunnen alleen bezoekers parkeren, de nieuwe bewoners zelf niet, zegt Geurs. ‘Het gaat om het meest grootschalige experiment rond autovrij wonen in Nederland. Dan zijn alternatieven nodig en daar zijn hubs heel geschikt voor. De vraag is welke rol hubs gaan spelen in de bestaande stad. Verschillende gemeenten zijn actief met

het reduceren van het aantal parkeerplaatsen in de binnenstad om zo de leefbaarheid te vergroten. Ook daar biedt de hub een oplossing. Die helpt het autobezit te verminderen en behaalt winst op het klimaat en de leefbaarheid.’

Het Europese SmartHubs-project, getrokken door de Universiteit Twente, onderzoekt slimme varianten. ‘Centraal staat de vraag wanneer een mobiliteitshub een gamechanger kan zijn, daar waar het gaat om positieve gedragsveranderingen in de keuze van vervoer.’ Het team doet samen met overheden en vervoerders onderzoek bij bestaande hubs in de Metropoolregio Rotterdam Den Haag en de steden München, Brussel, Wenen en Istanbul naar de ontwikkeling en het gebruik daarvan.

Een eerste resultaat is de SmartHubs Integratieladder. Dat is een hulpmiddel om hubs te categoriseren. De ladder is

28 MAGAZINE 2022 TEKST: MARTEN MUSKEE THEMA VERVOERSKNOOPPUNTEN
BEBOUWDE STEDEN. HET ANTWOORD IS AAN DE MOBILITEITSHUB DIE MOET DAN WEL SLIM ZIJN, ZEGT HOOGLERAAR KARST GEURS. TECHNISCHE INNOVATIE GESTOELD OP BREDE WELVAART.

Om deelmobiliteit van de grond te krijgen, kan in de stad een middelgrote of grote mobiliteitshub worden ingericht. (Beeld: PosadMaxwan)

gebaseerd op drie dimensies: de fysieke, digitale en sociale integratiedimensie.

Deze drie dimensies zijn van belang om een mobiliteitshub ‘slim en tot een succes te maken’, aldus Geurs.

HERKENBARE LOCATIES

Er zijn verschillende voorwaarden om een hub te laten slagen. De hubs moeten herkenbare locaties zijn die verschillende diensten en activiteiten aanbieden. ‘Daarbij speelt ook de vraag of er aantrekkelijke plekken aanwezig zijn waar gebruikers tijdelijk kunnen verblijven. Binnen en buiten Nederland zien we dat de ontwikkeling van hubs zich vooral richt op de fysieke dimensie, maar dat is niet voldoende om een hub tot een succes te maken.’

Het gaat volgens Geurs ook om digitale integratie, om de toegang tot alle vormen van deelvervoer via apps: kun je in één app eenvoudig een tramkaartje kopen, of een deelscooter huren? ‘De technologische integratie in een app is leuk, maar heeft de doelgroep de digitale vaardigheden om een aangeboden vervoermiddel daadwerkelijk te gebruiken? Zo niet, dan zul je mensen die minder digitaal vaardig zijn trainingen moeten geven, en analoge alternatieven aanbieden zoals kaartjesverkoop bij de kiosk.’

Bij de sociale dimensie is het van belang of de gebruikersgroepen en omwonen-

den vanaf het begin betrokken zijn geweest bij de besluitvorming over de hub. ‘Als mensen niet mogen meebeslissen over de diensten en voorzieningen die worden aangeboden, dan zullen ze waarschijnlijk minder gebruik van de hub maken dan wanneer ze wel waren betrokken. Een echte smart hub organiseert die fysieke, sociale en digitale integratie in het ontwerp en in het gebruik. Bij de smart hub gaat het dus om veel meer dan alleen de technologie.’

GEBRUIKER CENTRAAL

Geurs wil dan ook geen directe verbinding leggen tussen de smart hub en concepten rond de slimme stad en mobiliteit. Die richten zich volgens hem te veel op de technologie en minder op de gebruiker. Dan gaat het over verbonden voertuigen en connectiviteit met de infrastructuur. De vraag is wie daar toegang toe heeft en wie er gebruik van maakt.

‘In de grote Nederlandse steden heeft

meer dan de helft van de bewoners een niet-westerse achtergrond. In hoeverre hebben die toegang tot een smart city?

Stel de gebruiker meer centraal en de vaardigheden en capaciteiten van inwoners om ook gebruik te kunnen maken van de slimme stad. Een smart city is alleen maar smart als de gebruiker er echt gebruik van kan maken. Dat ligt nog niet zo voor de hand.’

De hoogleraar doelt daarmee op het brede welvaartsaspect door sociaal inclusieve mobiliteit. ‘We doen nu onderzoek bij de Haagse Markt en in Rotterdam-Zuid, plekken waar mensen wonen met lagere inkomens. Hebben die daadwerkelijk toegang tot al die modaliteiten? Ontwerp een stad niet alleen voor de goed opgeleide inwoners.’

Om de openbare ruimte te versterken, is een mix van kleine en grote hubs nodig. De grote traditionele hubs bestaan al: stationsgebieden waar trams, treinen, bussen, fietsen, deelauto’s en de metro

29 MAGAZINE 2022
‘Inwoners horen de mogelijkheid te hebben tereizen zonder autobezit

samenkomen. Daaronder is een wat ‘flexibeler en fijnschaliger hubsysteem nodig’. Het terugbrengen van het autobezit vraagt ook om de bereikbaarheid op loopafstand van deelauto’s en deelfietsen die je naar en van het station kunnen brengen, de zogeheten first en last mile. ‘Dan praten we over buurthubs. Afhankelijk van de locatie en de aanwezigheid van openbaar vervoer, kun je verschillende typen hubs een goede plek geven.’

Het lastige daarbij is dat de gebruiker een een-op-eensysteem wil, reizend van stad naar stad. Die wil niet telkens per stad een nieuwe app moeten downloaden. ‘Daarvoor is digitale integratie op landelijk niveau nodig, denk aan mobiliteit als een service.’

Het Europese SmartHubs-project bekijkt hoe verschillende landen omgaan met vervoersknooppunten. Geurs conclu-

deert dat daar veel variatie in zit, ook als het gaat om regelgeving. ‘In Nederland zijn overheden geneigd deelmobiliteit op het bordje van de aanbieder te leggen en initiatieven te faciliteren. Gemeenten kunnen daar anders mee omgaan door regulering, niet alleen voor het gebruik van de publieke ruimte, maar ook van de prijs. Aanbieders van deelmobiliteit concentreren zich op centra van steden en locaties waar gebruikers met hoge inkomens wonen. Die hebben al veel mogelijkheden om zich te verplaatsen.’

EEN STERKE MISMATCH

Bij het ov wordt 75 procent van de kosten niet in rekening gebracht bij de gebruiker. Dit vanwege het belang van toegang tot mobiliteit en het milieu. ‘Dat wordt terecht gereguleerd via subsidies op aanleg en onderhoud van infrastructuur en op gebruik in de concessies. Deelvervoer

en hubs zijn echter ook onderdeel van publiek vervoer. Waarom leggen we dat dan volledig op het bordje van een commerciële partij? De overheid kan dat reguleren tot een netwerk dat over de gehele stad, dus in alle wijken ligt. Daar zit wat betreft het publieke belang een sterke mismatch in.’

De rol van deelvervoer in mobiliteit staat volgens Geurs nog niet geheel helder op het netvlies van overheden. Op onderdelen concurreert een hub overigens ook met het ov. Het Haagse ov-bedrijf HTM introduceerde enige jaren geleden een deelfietssysteem. Uit onderzoek door de TU Delft en HTM blijkt dat negentig procent van de ritten die met die fietsen worden gemaakt, niet in combinatie met het ov worden gemaakt. ‘Het is dus niet per se zo dat de doelgroep van het ov dezelfde is als de groep die gebruikmaakt van deelmobiliteit.’

Vervoersknooppunten zelf bieden dus ook de mogelijkheid tot verplaatsing, zegt Geurs. Met data zoals die op OVchipkaart waarover vervoerders beschikken, is goed in kaart te brengen wat de herkomst- en bestemmingsrelaties zijn en waar missende aansluitingen liggen. Tegelijkertijd zeggen die ritgegevens niet alles over het belang van hubs. Het gaat ook over verplaatsingen die mensen zouden willen maken, maar die ze op dit moment nog niet kunnen maken. ‘Data zijn mooi, maar zeggen niet alles over de behoeftes van mensen. Haal ook op andere manieren informatie op. Wat zijn de wensen en barrières rond het gebruik van deelvervoer? Ik geloof niet in puur gedreven dataonderzoek om de stad te ontwerpen.’ ←

30 MAGAZINE 2022
‘Mobiliteitshubs bieden inwoners diverse vormen van deelvervoer, zoals fiets, auto en scooter’
De kleine buurthub aan de Bruno-Marek-Allee in Wenen is ruimtelijk goed geïntegreerd. (Beeld: Lukas Knott)

HET LEGE VEL

W ‘W‘e gaan met een leeg vel de samenleving in.’ Dat frisse voornemen klinkt als de gemeente aan de slag wil in een wijk of buurt en niet alles van tevoren heeft dichtgekaderd. De gemeente is nog naar alles nieuwsgierig. Het lege vel staat voor de ruimte die bewoners kunnen innemen als er een nieuw plan wordt gemaakt door de gemeente. We bevinden ons dan ‘aan de voorkant’.

Maar het lege vel aan de voorkant is een misverstand. Vanuit het perspectief van bewoners is er helemaal geen ‘voorkant’, die bestaat alleen in de beleidsbubbel. En hun buurt is verre van leeg.

Vraag aan bewoners waar ze in hun buurt voor in de benen komen of van wakker liggen, en ze zullen je juist van alles willen laten zien dat er al lang ís. Materieel en immaterieel. Wandelend door de buurt wijzen ze op voor hen belangrijke plekken. Waaraan je kunt voelen wat er krachtig is in de buurt, of die plekken laten zien waar ze zich zorgen over maken en waar de gemeente een steek heeft laten vallen. Het bankje bij het hondenveldje waar lief en leed wordt gedeeld. De plek waar ooit die fijne buurtwinkel was. Het hoofd van de school dat het schoolplein in de middag openhoudt voor kinderen uit de buurt. De wilde boomkransen in het buurtpark die gemeentelijke schoffelaars in goed overleg overslaan. En je ervaart het fijne weefsel tussen men-

sen, vaak ook tussen een paar wijkambtenaren, de bewoners en de lokale ondernemers.

Met het lege vel wil je natuurlijk uitstralen dat je open luistert. Er ruimte is voor inbreng in het plan. En dat is een fijne intentie. Je stelt je als gemeente kwetsbaar en vragend op. Maar je krijgt hem als een boemerang terug, helaas. Burgers willen terecht dat er naar ze wordt geluisterd, maar worden cynisch van elke vier, of acht of vijftien jaar een leeg vel. Zeker de bewoners die zich al die jaren al inzetten.

BURGERS WILLEN TERECHT DAT ER NAAR ZE WORDT GELUISTERD

‘Het lege vel aan de voorkant’ betekent vaak het tegenovergestelde van duurzame samenwerking. Het is alsof je een tuin leegtrekt en naar het tuincentrum rijdt voor nieuwe violen. Het is onzorgvuldig omgaan met alles wat er al is en groeit. En is gebeurd, in het verleden.

We streven allemaal naar algemeen belang en dat is hetzelfde als: maatschappelijk welzijn. In de maatschappij dus. Als we dit serieus nemen, dan stoppen we met plannen en gaan we beheren, midden in die maatschappij. In goed overleg besluiten waar gesnoeid, waar geplant en waar gemest wordt. Opdat de buurt kan floreren. Want beheren doe je niet aan de voorkant. En lege vellen bestaan niet in het echt. ←

31 MAGAZINE 2022
Marije van den Berg onderzoeker en adviseur lokaal bestuur
COLUMN

BETOOG RAYMOND VLECKEN

Financiering sociaal werk is bittere noodzaak Werkgevers en bonden in de sociale werkvoorziening maken zich grote zorgen over de toekomst van de ontwikkelbedrijven. Als het rijk niet bijspringt, komt het voortbestaan van de sector in gevaar, waarschuwt burgemeester Raymond Vlecken van Weert.

De VNG, Cedris, FNV en CNV hebben minister Carola Schouten van Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen per brief opgeroepen in gesprek te gaan over extra geld voor de uitvoering van de Participatiewet en de Wet sociale werkvoorziening (Wsw). De zorgen bij gemeenten zijn groot. Er zijn oplopende tekorten bij het begeleiden van mensen en zorgen over het voortbestaan van de sociale infrastructuur die in de afgelopen decennia is opgebouwd. Gemeenten maken zich ook zorgen over de bestaanszekerheid van de werknemers.

Voor de uitvoering van de Wsw en de Participatiewet zijn gemeenten afhankelijk van rijksbijdragen. De beschikbare budgetten zijn beduidend lager dan de uitvoerings- en loonkosten. Hierdoor hebben

gemeenten in de afgelopen tien jaar ongeveer 1,25 miljard euro tekort voor de Wsw uit eigen middelen opgevangen. Het beschikbare budget voor uitvoering van de Participatiewet is beduidend minder dan voor de Wsw. Om te voorkomen dat de tekorten nog verder oplopen, is aanvullende financiering bittere noodzaak.

OPLOPENDE TEKORTEN

De invoering van de Wet arbeidsmarkt in balans (Wab) heeft voor complexiteit en verder oplopende tekorten gezorgd. Bij sommige werkgevers waren, vanwege uitleenconstructies, soms wel twintig verschillende cao’s van toepassing, die vaak een ruimer beloningsbeleid kenden dan de arbeidsvoorwaardenregeling van vóór de invoering. Een deel van de kostenstijgingen is met de afspraken in de cao Aan de slag, voor mensen die via een sociaal ontwikkelbedrijf werken, teruggedrongen. De cao is immers op verschillende onderdelen soberder dan aanpalende cao’s om zo uit- en doorstroom te bevorderen, maar is nog niet op het niveau van vóór de invoering van de Wab.

Met de cao-afspraken zijn de kosten per werkplek met ongeveer 7.500 euro per jaar gestegen, inclusief de aangekondigde stijging van het wettelijk minimumloon. De tekorten als gevolg van een ontoereikende

32 MAGAZINE 2022
‘We hebben zorgen over de bestaanszekerheid van de werknemers’

begeleidingsvergoeding en vergoeding voor uitvoering zijn nog niet meegenomen in dit bedrag. Omdat niet alle kosten worden vergoed, nemen voor iedere begeleide persoon de gemeentelijke tekorten toe. Dit leidt er zelfs toe dat mensen niet meer worden begeleid vanuit de bijstand omdat de kosten niet opwegen tegen de inkomsten.

Gemeenten onderschrijven de ambitie van het kabinet om meer mensen te begeleiden naar werk, maar het halen van die ambitie kan alleen maar als er structureel meer geld beschikbaar wordt gesteld. Anders zullen er niet meer, maar juist mínder mensen worden begeleid naar een reguliere baan en kan de eerste cao Aan de slag meteen de laatste zijn. Met als mogelijk gevolg dat de in de afgelopen decennia zorgvuldig opgebouwde sociale infrastructuur verder afbrokkelt.

VOLDOENDE SLAGKRACHT

Gemeenten zijn werkgever, maar hebben vanwege de enorme tekorten geen financiële middelen beschikbaar voor de arbeidsvoorwaardenruimte. Meegroeien met ontwikkelingen en het doorstaan van crises kan dus niet op een goede manier worden opgevangen.

De VNG steunt de oproep van de vakbonden om ook ruimte te creëren voor eigen arbeidsvoorwaarden-

Schrijf ook een betoog voor VNG Magazine: redactie@vngmagazine.nl

ruimte. Uiteraard is het alleen creëren van aparte arbeidsvoorwaardenruimte geen structurele oplossing voor het probleem. Het is van belang dat gemeenten financieel voldoende slagkracht krijgen om van de begeleiding van mensen met een arbeidsbeperking een structureel succes te maken. Zonder aanvullende, structurele financiële middelen is de voortzetting van de cao Aan de slag, die eind 2023 afloopt, onzeker en dreigt ontmanteling van de sociaal ontwikkelbedrijven. ←

Raymond Vlecken is burgemeester van Weert en lid van het College voor Arbeidszaken van de VNG.

33 MAGAZINE 2022
‘Met de cao-afspraken zijn de kosten per werkplek met ongeveer € 7.500 per jaar gestegen’
Beeld: Bram Becks/Zakenblad.nl

OVERSTAP

Annelies Kroeskamp

Annelies Kroeskamp begint 1 december als gemeentesecretaris in Pijnacker-Nootdorp. Als directeur Bestuur, Financiën en Regio’s bij het ministerie van BZK zat ze al vaak met gemeenten om de tafel.

Vanwaar deze overstap?

‘Voordat ik veertien jaar geleden bij het ministerie ging werken, werkte ik vijf jaar bij de gemeente Rotterdam. Ik wilde altijd nog eens terug naar de gemeente. Sinds ik drie jaar geleden directeur werd, is het contact met gemeenten intensiever geworden. De lokale opgaven zijn groot, daar wil ik graag vanuit de gemeente aan bijdragen. Ik heb er nu al een belangrijke rol in, ik overleg veel met gemeenten en werk samen met de VNG en het IPO. Ik wil mijn kennis inzetten om dit vanuit de gemeentekant te versterken. Daarbij heb ik bewust gekozen voor deze functie in een middelgrote gemeente. In Pijnacker-Nootdorp vielen veel puzzelstukjes bij elkaar.’

Wat gaat u doen? ‘De kennis die ik de afgelopen jaren bij BZK heb opgedaan, wil ik inzetten. Allereerst voor Pijnacker-Nootdorp natuurlijk. De gemeente heeft bijvoorbeeld een grote woningbouwopgave. Organisatorisch zijn er ook vraagstukken, onder meer vanwege de krappe arbeidsmarkt. Ik wil de aansluiting gaan maken tussen de wensen van de politiek en wat er organisatorisch kan. Ik ben beschikbaar voor de VNG en voor de M50. En ik hoop voor veel mensen bij het rijk een klankbord te zijn. Dat kan helpen in de benadering van gemeenten vanuit Den Haag.’

Wat heeft u geleerd? ‘We kregen op het ministerie heel veel brieven van gemeenten. Ik ben daarom met gemeenten het gesprek aangegaan, wilde zelf horen en voelen wat er speelde. Dat voorkomt dat gesprekken verharden. Je moet transparant zijn en geen verwachtingen scheppen die je niet kunt waarmaken. De relaties zijn belangrijk. Natuurlijk zijn er spanningen tussen het rijk en de medeoverheden, over financiën en de jeugdzorg bijvoorbeeld. Maar blijf daarover in gesprek. Als wij dat als overheden niet kunnen, hebben onze inwoners daar last van.’ (RvdD) ←

GEMEENTEN

Burgemeester Cia Kroon (VVD) van Losser heeft haar werkzaamheden op 14 oktober hervat. Kroon was sinds 16 november 2021 vanwege ziekte afwezig. Gedurende die tijd was VVD’er Gerrit Jan Kok in functie als waarnemend burgemeester. Kroon werd in februari 2018 geïnstalleerd als burgemeester van Losser.

De gemeenteraad van Wijchen heeft Renske Helmer-Englebert (SP) voorgedragen als nieuwe burgemeester. Het is de bedoeling dat ze op 18 november beëdigd wordt. Ze was van 2011 tot 2014 raadslid in Nijmegen, aansluitend was ze zes jaar, tot 2020, wethouder in diezelfde stad. Van augustus 2021 tot februari 2022 was ze waarnemend burgemeester van Voorst. Helmer werkte ook zeven jaar als fractiemedewerker van de SP in de Tweede Kamer, bij Zorgbelang Gelderland en bij de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde. Ze volgt in Wijchen Hans Verheijen (CDA) op, die in maart 2020 naar Sittard-Geleen ging. Sindsdien neemt Marijke van Beek (PvdA) het burgemeesterschap waar.

Burgemeester Jan Heijkoop van Hendrik-IdoAmbacht stopt per 1 december. De CDA’er is sinds 1 februari 2012 burgemeester in Hendrik-Ido-Ambacht. In 2014-2015 was hij ook even waarnemend burgemeester van Alblasserdam. Eerder werkte hij als

34 MAGAZINE 2022
PERSONALIA

redactie@vngmagazine.nl

waarnemer in Cromstrijen

lang lid van provinciale staten in Zuid-Holland en lid van gedeputeerde staten in die provincie.

Kees de Haas gestart als interimgemeentesecretaris in de Gelderse gemeente Rozendaal. Hij vervult deze tot 1 januari 2023. Hij is Boele Boelens, die na twee jaar overstapte naar een

is nu interim-directeur

als manager/directeur, meente Bergen op Zoom. Het college van B en W vaste gemeentesecretaris

Gemeentesecretaris

Dagmar van Deurzen van Paul Rüpp vanwege ernstige totaal tien jaar gemeente-

Sandra Meijer is op 1 oktober gestart als griffier in Montfoort. Ze was teammanager Advies en Dienstverlening bij de gemeente Nissewaard. Daarvoor werkte ze onder meer voor de gemeenten Rijswijk, Brielle en Hellevoetsluis. In Montfoort is Meijer de opvolger van Milan Lucassen, die in maart naar Coevorden ging. Sindsdien werd de functie waargenomen door Eva van der Voorde.

Gemeentesecretaris Remco Boer

fonds Gemeenten in diverse (directie)functies en als gemeentesecretaris.

Anne-Marie Vrijenhoek gemeentesecretaris van Weert. Zij vervangt Myriam Meertens, die voor de gemeente Meierijstad

Uden en na de fusie van die gemeente met Landerd in de nieuwe gemeente

Gemeentesecretaris Arne van Hout van Nijmegen directeur-generaal Open-

Unie KNGU. Boer is sinds Nederlands Instituut voor

Willemien de Graaf-Koelewijn secretaris van Leusden.

gesteld als waarnemend

Ina Schutte die vanin Amstelveen, Wassenaar, Petra Paulides gestopt als waarnemend als vervanger van Ingrid de Gruijter, die toen al een jaar ten.

particuliere zorgorgani-

Hans van Daalen (ChristenUnie) is voorgedragen als burgemeester van Ermelo. Hij sinds 2010 wethouder in Barneveld. Daarvoor was hij vier jaar wethouder in Amersfoort. In die stad was hij ook gemeenteraadslid. Het is de bedoeling dat Van Daalen op 1 december in Ermelo begint. Dorine Burmanje is daar nu waarnemer. Zij volgde eind 2020 de opgestapte André Baars (CDA) op.

Leusden en werd daar op tesecretaris.

Bert Schouten

Ita Joosten de gemeenteraad van Leidde opvolger van Christiaan de Vries, die per 1 septemvan in ieder geval een jaar. post vacant. Als de nieuwe

35 MAGAZINE 2022

Ingezonden mededeling

Kom dit najaar naar één van onze congressen

Om welk vakgebied het ook gaat: als geen ander weten we hoe complex de inhoud van beleid en wet- en regelgeving kan zijn. Kom dit najaar daarom naar een van onze inspirerende en verdiepende congressen. Voor heldere en praktische handvatten én om vakgenoten uit het hele land te ontmoeten.

Ons aanbod

Masterclass succesvol adviseren in een politiek-bestuurlijke context 31 oktober (Utrecht)

4-daagse Masterclass-Ontwikkel lab Bestuursadviseur start 4 november (Utrecht)

Voor De Jeugd Dag 7 november (online)

Live Studio VNG Realisatie Jaarevenement 10 november (online)

VNG Congres Lokale Preventieakkoorden 24 november (Utrecht) 28 november (Apeldoorn)

VNG Bestuurdersdag en Najaars ALV 2 december (Utrecht)

Masterclass Strategisch Financial 8 december (Utrecht)

Ons hele aanbod vindt u op vngconnect.nl

burgemeester benoemd is, start de raad de zoektocht

Joosten was eerder onder meer tien jaar lang raads-

Marloes Laurenssen is sinds 6 oktober de nieuwe grifPeter van Boxtel op, die per 1 juli

Sindsdien werd de functie waargenomen door PeterPaul Moors

Rosan Kuipers begon op 18 oktober als raadsgrif-

Elsa Weijenberg op, die in nam Jan Jaap Rochat

VACATURES

Er kan gesolliciteerd worden naar het burgemeesRijssen-Holten burgemeesterrijssenAlblasserdam (circa

ze ruim negen jaar bij de ze onder meer projectleider

solliciteren naar het burgeAlmere

Martin van EngelshovenHuls

31 oktober sturen naar de Druten (circa

36 MAGAZINE 2022

RAAD & WERK

Mark Wouters

RAAD D66, HEEMSKERK WERK

‘De stichting Topsport Amsterdam faciliteert topsport in die stad: roeien, zwemmen en de opleidingsprogramma’s van TeamNL. Als chef-kok verzorg ik dagelijks de avondmaaltijden en de herstelvoeding en ik ontwikkel nieuwe gerechten en menu’s die zijn afgestemd op de trainingen. Ik ga ook mee naar Europese kampioenschappen, wereldkampioenschappen en trainingsstages om te

koken. Meestal ben ik zo’n zes weken per jaar weg, dus dat bijt het raadswerk nauwelijks. Mijn vader zat 21 jaar in de Heemskerkse politiek, sinds 2010 als Lijst Wouters. Toen hij in 2011 overleed, nam ik zijn zetel over. Dat was voor mij een erekwestie. Na drie jaar in m’n eentje heb ik me aangesloten bij de partij waar ik landelijk altijd al op stemde.’

TEKST: RUTGER VAN DEN DIKKENBERG | BEELD: MARTINE SPRANGERS

Werk dat

doorwerkt in de toekomst

BANEN GENOEG, MAAR ZO’N 190.000 KWETSBARE JONGEREN KOMEN NOG ALTIJD MOEILIJK AAN WERK, DE PARTICIPATIEWET EN ANDERE REGELGEVING TEN SPIJT. OP TIJD INVESTEREN IN DEZE GROEP VOORKOMT DAT ZE VOOR LANGERE PERIODE AAN DE ZIJLIJN STAAN.

Een tienermoeder die naar school wil, maar geen kinderopvang kan regelen. Een jongen die nergens wordt uitgenodigd voor een sollicitatiegesprek, naar hij vermoedt vanwege zijn migratieachtergrond. De twintigjarige die vertelt: ‘Mijn ouders zijn goed opgeleid, ik ben slim genoeg, dus mijn opleiding afmaken en werk vinden zou geen probleem voor mij moeten zijn, vindt de buitenwereld. Maar het lukt me niet door psychische problemen. Dus faal ik dubbel.’ En het meisje dat aangeeft hoe selffulfilling prophecy werkt: ‘Tegen mij zeiden ze op de middelbare school: “Jij bent een probleemkind.” Dus ga je daar vervolgens ook naar leven.’

Het zijn verhalen van jongeren en jongvolwassenen die wethouder Marieke van Bijnen (Progressief Pijnacker-Nootdorp) hoorde tijdens het Jaarcongres van de Buzinezzclub onlangs. De Buzinezzclub is een organisatie die jonge mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt traint en begeleidt naar de arbeidsmarkt, met de steun van de VNG, fondsen en werkgevers.

INCLUSIEVE SAMENLEVING

De verhalen raken Van Bijnen. Niet dat haar gemeente overstroomt van jongeren zonder werk. Sterker nog, vergeleken met het gemiddelde in Nederland ligt de jeugdwerkloosheid lager in Pijnacker-Nootdorp: 1 procent

in plaats van 2. ‘Onze gemeente streeft naar een inclusieve samenleving, waarin iedereen een plek krijgt. Liefst met betaald werk, of op een andere manier wanneer werk nog niet haalbaar is. Als je jongeren nu aan het werk helpt, blijven ze in de toekomst vaker aan de slag.’

Recent onderzoek van het CBS staaft die overtuiging. Zo’n 190.000 van de 15- tot 27-jarigen volgt geen onderwijs en is niet aan het werk. Terwijl ze wel arbeidsgeschikt zijn, is te lezen in het rapport Jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt. Inderdaad heeft meer dan de helft van de jongeren die niet werken een jaar later ook geen werk en volgt geen onderwijs. Hoe langer geleden jongeren werk hebben gehad, hoe

38 MAGAZINE 2022 TEKST: MEREL VAN DORP | BEELD: PROGRAMMARAAD REGIONALE ARBEIDSMARKT KWETSBARE JONGEREN

groter de kans dat ze in het jaar erna ook nog langs de kant staan.

LOONSTROOKJE

Geen baan kunnen vinden en behouden heeft niet alleen financiële gevolgen, ziet wethouder Sjoerd Kuiper (PvdA) van Maassluis. ‘Een jongere zonder werk mist meer dan het loonstrookje alleen. Werk biedt sociale contacten, een ritme, persoonlijke ontwikkeling, een nuttige dagbesteding.’

Bovendien zijn er langetermijneffecten van het hebben van werk. ‘Je ziet de brede baten van werk terug in minder schulden en minder zorggebruik’, zegt Kuiper. ‘Op korte termijn kost het tijd en aandacht om iemand aan werk te helpen, maar op lange termijn levert het zelfs op dat je de cirkel van overerfbare armoede kunt doorbreken. Dus ook toekomstige kinderen van deze jongeren krijgen meer kansen door de investering die je als gemeente nu doet.’

Collega-wethouder Van Bijnen is van mening dat gemeenten de jonge mensen die zelfs in de gunstige

arbeidsmarkt niet aan de slag raken, moeten helpen. ‘Kijk anders naar vacatures, maak ze meer passend. Het doel moet altijd zijn: voorkomen van sociale uitsluiting. En vergeet niet de jongeren die nu toch een baan hebben bemachtigd, straks in een minder krappe arbeidsmarkt (opnieuw) te ondersteunen.’

SWITCHEN

Hoe kan het, ondanks de Participatiewet en diverse initiatieven in de afgelopen jaren, dat we in onze samenleving kwetsbare jongeren nog altijd niet duurzaam aan het werk krijgen?

‘Even switchen van een uitkering naar onderwijs of werk en weer terug is lastig’, verklaart Marco Florijn. De voormalig wethouder van Leeuwarden en Rotterdam is programmaleider Jongeren INC bij FNO Zorg voor Kansen, een vermogensfonds voor en met mensen in kwetsbare situaties. ‘Als je uitvalt op school of bij je baan, kom je op een wachtlijst voor hulp of begeleiding. Een jongere wil niet op een wachtlijst, die heeft maatwerk nodig. Als je een uitkering ontvangt, bijvoorbeeld vanwege vermoeidheidsklachten na kinderkanker of psychische problemen en de stap naar werk best spannend vindt, zet je je bestaanszekerheid op het spel als je het probeert. Want je uitkering heb je niet zomaar terug als je het toch niet volhoudt. Als je al een werkgever vindt die jou wil aannemen.’ Anders gezegd: opgroeien gaat met horten en stoten. Daar zou het systeem beter op moeten aansluiten. Florijn: ‘Alleen is de groep kwetsbare jongeren niet homogeen. De ene jongere heeft een grotere, langduriger of compleet andere ondersteuningsvraag dan de volgende. Maatwerk is nodig. Tegelijkertijd is alleen pleisters plakken niet genoeg.’ Florijn meent dat inclusie bevorderen, al vanaf de basisschool, veel zou schelen. ‘In de klas zitten de werkgevers en beleidsmakers van de toekomst. Als zij al jong zien dat elk mens mogelijkheden en talenten heeft, werkt dat door in de arbeidsmarkt later. Inclusief onderwijs laat zien dat diversiteit normaal is en kinderen met speciale ondersteuning er ook thuishoren.’

39 MAGAZINE 2022
‘Een jongere dielangs de kant staat,mist meer dan het loonstrookje alleen’

MELD JE NU AAN VIA

Elke donderdag het nieuwsoverzicht van VNG Magazine Actueel, onafhankelijk en betrouwbaar En een overzicht van de meest recente vacatures bij gemeenten

Om de stap naar de arbeidsmarkt te vergemakkelijken moet er nog meer veranderen, vindt Florijn. ‘De overflexibele arbeidsmarkt verhindert dat deze jongeren in een normale baan en een vast dienstverband terechtkomen. Verder hebben we de zorg en hulp te specialistisch ingericht. Een holistischer blik zou beter passen. Een arts, met uitzondering van de kinderarts, kijkt alleen naar de ziekte, de hulpverlener naar een specifiek probleem en als je 18 jaar wordt, moet je verkassen naar de volwassenenzorg waar de ziekte centraal staat. Spelen er tegelijk andere problemen, denk aan schulden of psychische problemen naast fysieke aandoeningen, dan moet er op meerdere borden worden geschaakt. En de jongere moet dat dan óók nog allemaal in de gaten houden, want de patiënt heeft de regie.’

Van Bijnen snapt dat veel jongeren en jongvolwassenen struikelen over ingewikkelde regels en de vele loketten. ‘Daarom hebben we in onze gemeente brede Kernteams opgericht, bestaande uit professionals als een gedragswetenschapper, praktijkondersteuners jeugd bij de huisarts (POH), schoolmaatschappelijk werkers. Zij maken onderdeel uit van de school en zijn in dienst van de gemeente. Dat zorgt voor korte lijntjes en een gezamenlijke visie, met een blik op de toekomst. Zo denkt het Kernteam bij een 17-jarige alvast na over wat nodig is als de jongere de volwassen leeftijd bereikt en wacht niet tot er tegen die tijd een nieuwe hulpvraag komt.’

GOEDE BEGELEIDERS

Misschien dat gemeenten niet altijd vat hebben op alle factoren die een rol spelen bij deze jongeren. Toch kunnen zij prima aan bepaalde knoppen draaien. Zo adviseert Kuiper uit Maassluis: ‘Zoek als kleine gemeente naar samenwerkingspartners, want je hebt slagkracht nodig om continuïteit te bieden voor opleidingstrajecten en om voldoende kandidaten te kunnen leveren aan werkgevers. Met Maassluis, Schiedam en Vlaardingen ontwikkelden we de gemeenschappelijke regeling Stroomopwaarts, een fusie van sociale werkvoorzieningen met de afdelingen werk en inkomen.

‘We kunnen meer en zijn een duidelijk aanspreekpunt voor partners. Binnen Stroomopwaarts hebben we ook een praktijkleerroute opgezet voor kwetsbare jongeren in een beschutte omgeving, met behoud van de uitkering zolang onderwijs wordt gevolgd. Vanuit Stroomopwaarts werken we weer samen met werkgevers, het onderwijs, maatschappelijke partners en zorgorganisaties.’

Verder: hoe aantrekkelijk het ook lijkt om een bus werkenden via een uitzendbureau uit Polen te laten komen, trek liever goede begeleiders aan voor de moeilijker te plaatsen jongeren. En zorg dat je trajecten voor deze jongeren een kans geeft en niet elk jaar iets nieuws probeert. Kuiper: ‘Een woningbouwproject leg je toch ook niet zomaar stil? En sluit aan bij bestaande samenwerkingen en bewezen trajecten. Waarom zou je telkens het wiel opnieuw uitvinden?’

GROEIFONDS

Ook in Pijnacker-Nootdorp is leren of werken in een beschermde omgeving mogelijk. De gemeente biedt zelfs meer plekken aan dan van overheidswege opgedragen. ‘Dagbesteding of vrijwilligerswerk kunnen eveneens goede oplossingen zijn. De opgave waar we voor staan is breder dan alleen toeleiding naar werk,’ stelt Van Bijnen. Ze raadt aan om ook de jongeren mét startkwalificatie in de gaten te houden.

Het langetermijndenken is een advies dat Florijn van FNO eveneens graag meegeeft. ‘Bouw aan die inclusieve samenleving en heb daarbij een lange adem: veranderen kost tijd. FNO heeft net het initiatief genomen voor een alliantie met onder meer de VNG. We willen een groeifonds aanvragen om maar liefst elf jaar lang samen keihard te werken aan een kansrijke arbeidsmarkt voor elke jongere.’

In nieuwe wet- of regelgeving ziet Florijn weinig heil. ‘Ik heb liever geen wet dan een nieuwe wet. De Participatiewet ging erg uit van wantrouwen en wordt nu herzien. Binnen de huidige wetgeving is voldoende mogelijk voor jonge mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Nu is het zaak om het op gemeentelijk niveau gewoon te gaan doen.’ ←

41 MAGAZINE 2022
‘Trek liever goedebegeleiders aan voor de moeilijker te plaatsen jongeren in je gemeente’

VACATURES

Hét overzicht van vacatures binnen gemeenten voor hoger opgeleiden.

ICT

Applicatiebeheerder

ISD Bollenstreek (Lisse)

Functionaris gegevensbescherming Medemblik

Adviseur informatiebeheer Nijkerk

Strategisch informatiemanager Servicepunt71 (Leiden)

I-adviseur Westland

Informatieadviseur Wijk bij Duurstede

BESTUURLIJK

Scrum master

Eindhoven

Medewerker marketing en communicatie Leiden

Business controller Lansingerland

Financieel adviseur Leusden

Adviseur inkoop Nijkerk

Schiedam Controller Velsen Inkoopadviseur Waddinxveen

ECONOMISCH

Financieel beheerder Amstelveen

Financieel adviseur Leusden

Colofon

Vragen aan

Voor een overzicht van alle vacatures en meer informatie zie www.gemeentebanen.nl.

CULTUUR

Beleidsadviseur samenleving sport Altena

Beleidsmedewerker onderwijshuisvesting De Bilt

Vakleerkracht muziek/ combinatiefunctionaris cultuur Zwartewaterland

OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID

Specialist Bibob Eindhoven

Beleidsadviseur veiligheid Westland

Juridisch medewerker toezicht en handhaving Wijdemeren

ORGANISATIE

HR-adviseur Maassluis Medewerker salarisadministratie Tilburg

RUIMTELIJKE ORDENING

Adviseur mobiliteit Bunschoten Projectmanager innovatieve glastuinbouw Lansingerland

Senior planeconoom Leiden

Beleidsmedewerker groen Maasdriel

Medewerker grondzaken Maasdriel

Juridisch adviseur ruimtelijke ordening Middelburg

Projectleider infra Nijkerk

Toezichthouder energiebesparing Omgevingsdienst Groningen

Senior adviseur vastgoed en grondzaken Schagen

Toezichthouder Wabo Texel

Strategisch beleidsadviseur wonen Uithoorn

Adviseur werktuigbouw Utrecht

Beleidsmedewerker Omgevingswet Veenendaal

Junior beleidsadviseur riolering en stedelijk water Vlaardingen

Teamleider groen Zaanstad

WERKGELEGENHEID

Casusregisseur sociaal team Amstelveen Strategisch contractmanager BW Haarlem Casemanager inburgering Haarlemmermeer

ondersteuning en coaching Leeuwarden Consulent handhaving Participatiewet Velsen

WELZIJN

Jeugdondersteuners kindcentra Leeuwarden

Informatievoorziening,

Uitgever Dineke Sonderen, Sdu BV, tel. 070-378 99 24 Hoofdredactie Esther Bunnik Chef redactie Rutger van den Dikkenberg Redactie Leo Mudde, Marten Muskee, Monique Westenbroek Medewerkers Marije van den Berg, Geerten Boogaard, Sandra Braakmann, Jiri Büller, Merel van Dorp, André Krouwel, Martijn van der Steen Contact redactie tel. 070-378 96 43, redactie@vngmagazine.nl Ontwerp Fier.media Vormgeving Monique Westenbroek Druk Senefelder Misset, Doetinchem Advertenties Cross, Julia Franken, 010-760 73 24, julia@cross.nl

Abonnementen ambtenaren vanaf schaal 10 bij gemeenten. Aanvragen en wijzigingen: www.vng.nl, vngleden@vng.nl of 070-373 83 93. Betaalde abonnementen Prijs jaarabonnement: 173 euro (excl. 9% btw). Sdu Klantenservice, www.sdu.nl/service, tel. 070-378 98 80. Schriftelijk opzeggen uiterlijk twee maanden vóór het einde van de abonnementsperiode bij Sdu Klantenservice, Postbus 20025, 2500 EA Den Haag. © 2022, ISSN 1566-1636

Mis niets!

42 MAGAZINE 2022
de VNG? Bel het team
tel. 070-373 83 93, info@vng.nl
Neem nu een jaarabonnement op VNG Magazine via sdu.nl/service of bel naar 070-378 98 80

AM

VERRAS

Een gezonde, duurzame wereld realiseren, vraagt om anders kijken en doen. Zeker nu. Zo bieden wij in het Bajeskwartier verrassende oplossingen op gebied van duurzaamheid en circulariteit. Zoals innovatieve vormen van energieopwekking en -verdeling. Tot wel 98% hergebruik van materiaal. En slimme deelmobiliteit die aanzet tot meer beweging.

Hierdoor ontstaat een groene gezonde stadswijk, die energieneutraal is en klimaatadaptief. En krijgt ons thema ‘Gedurfde duurzaamheid’ vorm in een innovatief verticaal stadspark en een ‘waste transformer’ die organisch afval omzet in schone energie.

Het Bajeskwartier toont dat we maatschappelijke vraagstukken niet zien als abstracte opgaven, maar als een kans om concrete vragen van mensen om te zetten in duurzame en gezonde omgevingen om in te wonen, werken en recreëren. Wat dat voor u kan betekenen? Wat dat voor u kan betekenen?

am.nl/gedurfdeduurzaamheid

maakt
samen
met AT
Capital
en Cairn haar thema ‘Gedurfde duurzaamheid’ waar in het
Bajeskwartier:
een duurzame, gezonde stadswijk met een rijke historie. Completer kan niet.

''36% van de openbare aanbestedingen voor duurzame warmte slaagt niet* ''

Benieuwd naar onze oplossingsrichtingen?

Download de whitepaper.

De gebouwde omgeving is verantwoordelijk voor 40% van alle CO2-uitstoot. En dat percentage moet snel omlaag om de klimaatdoelstellingen voor 2050 te behalen. De oplossing zit in een gebiedsgerichte, collectieve aanpak. Maar hoe zorgen we dat we hier de snelheid in krijgen die zo hard nodig is?

Wij denken dat succesvol aanbesteden hier een sleutelrol in speelt. Want wat blijkt, 36% van de aanbestedingen gaat mis. Wat kunnen we daar met elkaar van leren en wat is er dan nodig om dit wel te laten slagen? Wij gingen op onderzoek uit en hebben onze bevindingen opgenomen in onze whitepaper Succesvol Aanbesteden.

Contact: 085-0218018 www.eteck.nl

Succesvol aanbesteden van collectieve warmteoplossingen
* o.b.v. van data TenderNed 2020-2022
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.