Aandacht voor het erfgoed

BEZOEKERSSTROMEN
MUZIEKONDERWIJS PUTTEN BRENGT JEUGD EN MUZIEK SAMEN
BEZOEKERSSTROMEN
MUZIEKONDERWIJS PUTTEN BRENGT JEUGD EN MUZIEK SAMEN
Het gemeentehuis is het hart van de lokale democratie. Extra leuk dus om jongeren juist dáár kennis te laten maken met de gemeentepolitiek. Kies daarom als gemeente voor het aanbieden van een educatief programma van ProDemos aan scholen uit de buurt.
Zes redenen om een onderwijsprogramma van ProDemos aan te bieden
1 Het aanbod is gratis voor zowel de gemeente als de scholen.
2 ProDemos verzorgt het werkmateriaal, de inhoud en begeleiding van het programma.
3 De programma’s bieden scholen uit de omgeving de kans om praktische invulling te geven aan burgerschapsonderwijs.
4 Jongeren maken kennis met lokale politiek op een laagdrempelige, leuke en activerende manier.
5 Beleven en ervaren is de meest effectieve manier om iets te leren.
6 Het vraaggesprek aan het eind van de programma’s is ook een mooie kans om als raadslid, wethouder of burgemeester te horen wat er leeft onder de kiezers van morgen.
Het gemeentehuis is het hart van de lokale democratie. Extra leuk dus om jongeren juist dáár kennis te laten maken met de gemeentepolitiek. Kies daarom als gemeente voor het aanbieden van een educatief programma van ProDemos aan scholen uit de buurt.
Bijvoorbeeld het programma Klassenbezoek@Gemeentehuis voor het vo en mbo. Door het naspelen van een raadsvergadering ontdekken de jongeren in twee uur tijd hoe besluitvorming op lokaal niveau werkt. De leerlingen of studenten nemen plaats in de raadzaal en gaan, onder begeleiding van een
gastdocent van ProDemos, met elkaar in debat over het plan voor een popfestival in de gemeente. Mag er alcohol geschonken worden tijdens het festival? En moet de entree gratis zijn? Het programma wordt afgesloten met een kort vraaggesprek met een lokale politicus.
Een educatief programma van ProDemos is een makkelijke en kosteloze manier om als gemeente aan de slag te gaan met jeugdparticipatie.
Kijk voor meer informatie op prodemos.nl/klassenbezoek
Coverfoto: Jaap Schaaf/Fotobureau Hoge Noorden | Nummer 13 verschijnt op 13 september 2024
Civiele kunstwerken
het onderhoud van bruggen en viaducten.
Jaap Smit
Overheden hebben een ‘heilige opdracht’ om goed met elkaar om scheidend commissaris van de Koning en IPO-
14 22 8 18 28 38
THEMA Monumentenbeleid Het behoud van monumentale Harlingen.
THEMA Duurzaam toerisme Molenlanden houdt Kinderdijk met slimment levendig en leefbaar.
THEMA Fanfare orkesten dichter bij elkaar.
THEMA Archeologie in archeologische opgravingen de geschiedenis van hun stad
EN VERDER
6 Lopende Zaken 7 Commentaar Leonard Geluk 12 Thorbeckehoogleraar 13 Drie vragen aan 31 Column Martijn van der Steen 32 Betoog 34 Personalia 37 Raad & Werk
er niet in slagen de torenhoge
Gemeenten hadden begin vorige week een eerste gesprek met een brede vertegenwoordiging van het nieuwe kabinet. Dat presenteert op 17 september, Prinsjesdag, de uitwerking van het regeerakkoord, en de begroting voor 2025 en verder.
De VNG sprak met het rijk af om op korte termijn de consequenties van taken voor onder meer bestaanszekerheid, woningbouw en zorg en de gevolgen voor de financiële positie van gemeenten in beeld te brengen. Dijksma: ‘We gaan op een aantal thema’s, onder leiding van BZK, bewijzen dat het niet past.’
Dijksma sprak na afloop van de bijeen-
komst op het Catshuis van een goed gesprek. Maar ze herhaalde dat er haast nodig is. ‘De tijd tikt door, 2026 komt met rasse schreden naderbij. De meeste gemeenten ondervinden nu al problemen. Dat hebben we op tafel gelegd. Voor ons is het nodig dat we nu duidelijkheid krijgen over onze positie en onze toekomst.’
Het nieuwe kabinet erkent dat voor gemeenten taken en middelen niet in balans zijn. ‘Vanuit het kabinet vinden we het heel belangrijk om goed op te trekken met onze medeoverheden,’ zei minister Judith Uitermark (NSC) van Binnenlandse Zaken in een reactie na het overhedenoverleg. ‘We kunnen onze ambities alleen waarmaken in goed samenspel.’ Uitermark wil de komende periode in gesprek blijven met de gemeenten.
Dijksma herhaalde in haar reactie dat ze ‘niet zal aarzelen om de actiekaart te trekken’ als het rijk en de gemeenten het niet eens worden over de financiën. ‘Ik heb onze achterban duidelijk gemaakt dat ik daar niet benauwd voor ben.’
Dijksma noemde het ook belangrijk ‘dat het kabinet erkent dat we medeoverheid zijn, met zelfstandige taken’. Die overheid kan ook ‘cruciaal’ zijn voor de uitvoering van het regeerakkoord. Dijksma: ‘Die erkenning was er. Dat is belangrijk. Ik hoop dat het goed afloopt.’ (RvdD) ←
Als het drukker wordt en mensen drank op hebben, begint het te broeien.
Burgemeester Barbara de Reijke van Blaricum neemt maatregelen om ongeregeldheden op de jaarlijkse kermis te voorkomen, NRC 22 augustus.
Tien gemeenten maken kans op de titel Meest Toegankelijke Gemeente van Nederland. In september kunnen inwoners hun stem uitbrengen.
In juni werden alle gemeenten beoordeeld op hun toegankelijkheid. Eersel, Hardenberg, Hengelo, Noordenveld, Oude IJsselstreek, Rotterdam, Sittard-Geleen, Tubbergen, Valkenswaard en Westerkwartier zijn nu door.
Na de stemronde in september gaan drie gemeenten door
directeur Leonard Geluk en oud-minister en Guusje ter Horst, kiezen uit die drie de winnende gemeente. (RvdD) ← Kijk op meesttoegankelijkegemeente.nl.
Onderbetaalde krachten, onbetaalde overuren, oneigenlijke inzet van vrijwilligers; het komt allemaal voor in de cultuursector. Gemeenten kunnen daar iets tegen doen.
De VNG heeft een handreiking gemaakt, waarmee gemeenten aan de slag kunnen om dit soort misstanden in de lokale cultuursector tegen te gaan. Omdat volgens de VNG de toekomst van cultuur als essentieel onderdeel van de lokale voorzieningen op het spel staat, moet de sector serieus worden genomen en moeten de makers van cultuur eerlijk worden beloond: ‘Juist de
cultureel speelveld.’
Fair pay is al in verschillende cao’s opgenomen en daarmee een wettelijke verplichting. De handreiking biedt inzicht in die cao’s en geeft instrumenten om eerlijke beloning mogelijk te maken. (LM) ←
Lees de handreiking op vng.nl.
De VNG waarschuwt dat de voorgenomen plannen om de Algemene wet bestuursrecht (Awb) te wijzigen, vooral zal leiden tot meer juridisering. Dat blijkt uit een reactie van de VNG op het voorstel.
Het kabinet wil met de Wet versterking waarborgfunctie Awb ervoor zorgen dat iedereen kan rekenen op een overheid die dienstbaar is en oog heeft voor de menselijke maat. De VNG steunt die doelen, maar plaatst dus wel kanttekeningen bij de uitvoering. In de Algemene wet bestuursrecht worden volgens het voorstel extra regels opgenomen die het contact tussen overheden en inwoners moeten verbeteren. Die regels kunnen ook leiden tot ‘protocollisering’ van dat contact. ‘Hoe meer regels er gaan gelden, des te meer er sprake kan zijn van een regelreflex bij de behandeld ambtenaren, of juist terughoudendheid om überhaupt nog tot besluitvorming te komen,’ aldus de VNG. (RvdD) ←
Het rijk moet gemeenten beter ondersteunen in het aardgasvrij maken van gebouwen.
Natuur & Milieu onderzocht de warmtevisies van veertig gemeenten. Deze blijken ontoereikend en niet ambitieus genoeg om de nationale afspraken voor de warmtetransitie waar te maken.
Met name de kleine en middelgrote gemeenten bevinden zich in een lastige positie. Zij kampen vaak met een gebrek aan capaciteit, ontvangen onvoldoende structurele steun van het rijk en kunnen nauwelijks expertise opbouwen.
Natuur & Milieu stelt dat het rijk veel van de belemmeringen die gemeenten ervaren, kan oplossen. Met duidelijker doelen kan het rijk de vooruitgang in de nationale warmtetransitie beter monitoren, en kunnen gemeenten makkelijker samenwerken met elkaar en met de provincie. (MM) ←
Met de nieuwe VNG Caribendesk intensiveert de VNG de samenwerking met het Caribisch deel van het koninkrijk. Het gaat om een pilot om onze dienstverlening beter beschikbaar te maken voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, om zo beleid, wetgeving en uitvoering op de eilanden te versterken.
De eilanden zijn bijzonder lid van de VNG, maar vanwege hun bijzondere status zijn niet alle diensten en producten van de VNG direct bruikbaar. Als onderdeel van de Caribendesk zullen we onder meer uitvoeringstoetsen uitvoeren en ondersteuning bieden bij beleid en uitvoering in het sociaal domein. De pilot loopt van
TERUGBLIK OP DE BESTUURSVERGADERING
VAN 5 JULI 2024
In de laatste vergadering voor het zomerreces heet voorzitter Sharon Dijksma twee nieuwe bestuursleden welkom: Nathalie Kramers, wethouder in Leeuwarden en in het bestuur opvolger van Cathalijne Dortmans als voorzitter van de commissie Zorg, Jeugd en Onderwijs (ZJO). En Marga Vermue, burgemeester van Sluis.
Bestuurslid Geert van Soest is er vandaag voor het laatst bij, hij vertrekt per 1 september bij de gemeente Venlo. Vanwege het vertrek van Rutger Groot Wassink neemt vicevoorzitter Mark Boumans tot het eind van de bestuursperiode het voorzitterschap van de Tijdelijke Commissie Asiel & Migratie (TCAM) over. Per 1 september heeft het bestuur drie vacatures: voor -
ture vanwege het vertrek van Groot Wassink.
Bestuurslid Peter Snijders, voorzitter van de commissie Informatiesamenleving, geeft een toelichting op de collectieve, digitale strategie voor de
Meer over de commissies en het vergaderschema: vng.nl/vereniging
TEKST: VNG
juli 2024 tot december 2025 en wordt gefinancierd door BZK.
CARIBISCH UITWISSELINGSNETWERK
Naast de Caribendesk kunnen de openbare lichamen Saba, Sint Eustatius en Bonaire en de autonome landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten ook gebruikmaken van het Caribisch Uitwisselingsnetwerk, dat eveneens gefinancierd wordt door BZK. Via het uitwisselingsnetwerk krijgen de Caribische overheden ondersteuning bij concrete vraagstukken via kortere en langere opdrachten op de eilanden. Nederlandse gemeenten kunnen hieraan bijdragen door expertise beschikbaar te stellen, bijvoorbeeld via detachering van ambtenaren.
komende jaren. De agenda bestaat uit drie delen: normeren en democratiseren, kansen benutten en mogelijk maken. Het bestuur stemt in met de ambities en de prioriteiten die in de agenda worden beschreven.
Roel Wever (voorzitter College voor Dienstverleningszaken) en Peter Snijders zijn de bestuurlijk portefeuillehouders voor het onderwerp
overheidsbrede loketten. Overheden werken samen in het kader van het programma Werk aan uitvoering (WaU) aan totstandkoming van overheidsbrede dienstverlening, die aansluit op de verwachtingen en behoeften van mensen en bedrijven. Om dat te bereiken voert de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) een programma uit, gericht op onder meer versterking van de loketfunctie van de overheid.
Overheidsbrede loketten geven concrete invulling aan het uitgangspunt dat overheden in de ogen van burgers één (gezamenlijke) overheid zijn, ongeacht hoe ze aan de achterkant georganiseerd zijn. Het bestuur steunt dit initiatief en bespreekt een aantal voorwaarden, zoals goede afbakening van de dienst- en hulpverlening en aansluiting op lokale infrastructuur.
Vanuit de commissie Bestuur en Veiligheid heeft commissievoorzitter Liesbeth Spies dit manifest van de regioburgemeesters geagendeerd. Het bestuur stemt ermee in dat het manifest door de VNG wordt omarmd en gesteund.
Leonard Geluk Algemeen directeur VNG leonard.geluk@vng.nl, linkedin.com/in/leonardgeluk
Eind augustus brengt het gevoel van schone schriften en vers gekafte boeken. Het vervult me bij het kennismakingsbezoek aan het kabinet-Schoof. Voor het eerst treffen we een grote delegatie in het Catshuis, en niet zoals eerder in de Trêveszaal. We zitten in de grote, lichte tuinkamer, in de parlementaire geschiedenis het toneel van menig crisisberaad. De vertegenwoordigers van de provincies en waterschappen, en Sharon en ik, aan de ene kant van de ovale tafel, de ministersploeg aan de andere. De historische accommodatie geeft het samenzijn plechtig gewicht. Onwennig kijken we naar elkaar, verwachtingsvol, de lucht vol van goede wil. Als op de eerste dag op een nieuwe school.
Premier Dick Schoof benadrukt in zijn openingswoord het belang van met elkaar samenwerken voor een beter Nederland. Het Hoofdlijnenakkoord wordt uitgewerkt in een regeerprogramma dat het kabinet samen met ons wil uitvoeren. Sharon Dijksma reageert constructief. Tegelijk laat ze er geen misverstand over bestaan dat gemeenten in de problemen zitten, horrorbegrotingen moeten maken met ingrijpende bezuinigingen omdat taken en middelen niet in balans zijn. Het kabinet heeft ambities om woningnood en armoede aan te pakken. Dat willen wij ook, het zijn de onderwerpen die inwoners het meeste raken. Gemeenten doen er alles aan.
Maar voor alle ambities en medebewindstaken krijgen gemeenten te weinig geld. Dit betekent dat ze of minder taken moeten krijgen, of meer geld. Dit
vraagt aanpassingen van bijvoorbeeld de Wmo, wat scherpe keuzes nodig maakt. Dat is politiek niet gemakkelijk. In de vakantie las ik een managementboek over slow productivity, een reactie op het doorgeschoten timemanagement, het idee dat je steeds meer kunt doen als je maar goed genoeg je tijd managet. De schrijver, Cal Newport, breekt een lans voor minder dingen doen, in een natuurlijker tempo met focus op kwaliteit. In het ontspannen ritme van de zomer bracht dit mij het geruststellende besef dat niemand tot het onmogelijke is gehouden. Ook gemeenten niet.
In het Catshuis maken de ministers van BZK en Financiën duidelijk hoe belangrijk ze het vinden te werken als één overheid. ‘Burgers willen geen losstaande loketten en petten, maar één overheid die het regelt,’ zegt minister Eelco Heinen van Financiën. Het kabinet erkent dat gemeenten nodig zijn voor de ambities van het kabinet. De komende weken gaan we in gesprek hoe we het zo kunnen vormgeven dat het uitvoerbaar is. So far, so good.
Buiten in de nazomer sta ik ineens op het schoolplein. Het nieuwe rooster netjes opgeschreven, klasgenoten en leraren gemonsterd. Het is duidelijk dat er straks moeilijke toetsen aankomen, nog weinig van te zeggen hoe dat zal gaan. Maar, het was wel een goede eerste schooldag. ←
BIJNA ELF JAAR WAS JAAP SMIT COMMISSARIS
VAN DE KONING. NU GAAT HIJ MET PENSIOEN, MET ZORGEN OVER DE TOEKOMST VAN HET
OPENBAAR BESTUUR: ‘WE ONDERSCHATTEN DE KWETSBAARHEID VAN DE DEMOCRATIE.’
‘Het gaat me aan het hart dat we als overheden tegenover elkaar komen te staan’
‘Ik heb weleens het idee dat ik op een begrafenis ben met zestien sprekers die allemaal denken dat ze de enige spreker zijn’
Jaap Smit stopt als commissaris van de Koning in Zuid-Holland, hij gaat met pensioen. Daarmee komt ook een einde aan het voorzitterschap van het Interprovinciaal Overleg (IPO). Hij kwam als buitenstaander het openbaar bestuur in, bijna elf jaar later is hij gepokt en gemazeld. Sinds zijn entree als commissaris zag hij het aantal gemeenten in zijn provincie met bijna een kwart afnemen (van 65 naar 50), de spanningen tussen het rijk en de decentrale overheden (provincies, gemeenten en waterschappen) namen toe en de samenleving verhardde – en daarmee de omgangsvormen in de politiek. Is hij, terugkijkend, teleurgesteld in het openbaar bestuur?
aandacht en tijd vragen, niet goed naar elkaar willen luisteren en ook niet in staat zijn om elkaar te begrijpen en tot een gedragen compromis te komen.’
Veel burgemeesters zullen dit herkennen. Wat doe je dan, als voorzitter van zo’n vergadering?
Wie is...
Jaap Smit was onder meer predikant, geestelijk verzorger bij de Koninklijke Landmacht, directeur van Slachtofferhulp Nederland en voorzitter van de vakbond CNV. Sinds 2014 is hij commissaris van de Koning in ZuidHolland en sinds 2021 voorzitter van het Interprovinciaal Overleg. Op 1 september 2024 gaat hij met pensioen.
‘Teleurgesteld niet, wel bezorgd. Onze democratische rechtsstaat is, ook met alle gebreken die daarbij horen, een geweldige rijkdom. We hebben een zeer betrouwbaar openbaar bestuur met mensen die zich met hart en ziel voor de zaak inzetten, maar we onderschatten de kwetsbaarheid van de democratie.’
In een interview in Het Financieele Dagblad zei u vorig jaar dat burgers helemaal klaar waren met de manier waarop de politiek functioneert. Het is er sindsdien niet leuker op geworden.
‘Nee, ik heb ook met heel kromme tenen naar het debat over het Hoofdlijnenakkoord gekeken. Dat was verschrikkelijk, een wanvertoning. Ik denk echt dat mensen willen dat politici elkaar niet de tent uit vechten, maar dat ze verstandige besluiten nemen. Deze tijd vraagt om moedige bestuurders en politici die niet alleen bezig zijn met wat hun achterban ergens van vindt, maar ook met wat nodig is om dit land klaar te maken voor de toekomst. Transities gaan niet zonder pijn, maar lukken alleen als je die pijn evenredig verdeelt in plaats van als konijnen in de koplamp te staren en niets te doen.
‘Toen ik begon telde provinciale staten tien fracties, nu zijn het er zestien. Ik heb weleens het idee dat ik op een begrafenis ben met zestien sprekers die allemaal denken dat ze de enige spreker zijn, die allemaal
‘Het is goed om dit met elkaar onder ogen te zien. We hebben daar ook wel heisessies over gehad. Als ze daarna naar huis gaan, hebben ze een collectief oudejaarsavondgevoel, vol goede voornemens om het vanaf morgen helemaal anders te gaan doen. Alsof je stopt met roken en na twee weken weer de eerste sigaret opsteekt. Toch moet je dit blijven bespreken. In een huwelijk moet je ook werken aan je relatie. Als je elkaar voor lief neemt, leef je langs elkaar heen. Als je elkaar liefhebt, is het af en toe keihard werken en knokken.’
Als ik het eens zuur mag zeggen: vroeger was alles beter…?
‘We zijn er niet op alle punten op vooruitgegaan. Niet alleen zijn er steeds meer nieuwe partijen, we zien ook dat het electoraat als een zwerm spreeuwen elke keer weer voor een deel z’n toevlucht zoekt bij een nieuwe held, en de volgende verkiezing gaat de zwerm weer de andere kant op. Het is erg volatiel en dat vind ik zorgelijk. Het zorgt ook voor verschillende politieke samenstellingen van de drie bestuurslagen. Bij de provinciale verkiezingen werd de BBB de grootste, die is landelijk alweer geslonken. Er is nu landelijk een grote PVV, maar die speelt bij provincies nauwelijks een rol. En bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen zullen we wel zien waar die zwerm spreeuwen dan weer naartoe vliegt.’
Het maakt eenheid van beleid lastig. De afgelopen jaren zijn de spanningen tussen de decentrale overheden en het rijk flink opgelopen.
‘Het gaat me aan het hart dat we als overheden tegenover elkaar komen te staan. De burger heeft te maken met dé overheid, die interesseert het geen fluit op welk niveau zijn zaak of probleem wordt opgelost.
Als overheid hebben wij de heilige opdracht ervoor te zorgen dat onze inwoners geen last hebben van het geharrewar tussen de verschillende bestuurslagen. Of daarbinnen. Bij sommige gemeenteraden denk ik weleens: jongens, gedraag je een beetje, jullie zijn met elkaar verantwoordelijk voor het aanzien van de politiek.’
Hoe vaak heeft u bij gemeenten ingegrepen?
‘Een keer of vijf, in die zin dat ik mensen heb ontboden om eens te komen praten of er zelf naartoe ben gegaan om een ernstig woordje te spreken. Ik heb vaak de term puberale gemeentepolitiek gebruikt. Hebben die mensen wel in de gaten wat ze aan het doen zijn? Beseffen ze dat ze door de sfeer zo te verzieken het voor andere mensen ook minder aantrekkelijk maken om zich voor de gemeente in te zetten? Zo'n raad is het verenigingsbestuur van de lokale gemeenschap, zorg er dan ook voor dat het voor iedereen een beetje leefbaar en prettig is. Als je elkaar voortdurend de tent uit vecht of een heel nare sfeer creëert, dan raken mensen het vertrouwen in de politiek kwijt.’
U zorgt altijd voor een flinke dosis humor als voorzitter van de statenvergadering. Is humor belangrijk voor burgemeesterskandidaten?
‘Heel belangrijk, zoals ze ook moeten kunnen relativeren en een beetje op zichzelf kunnen reflecteren. Met een glimlach of een grap even lucht brengen, dat werkt enorm. Weet je, humor kun je pas aanwenden als je snapt waar het over gaat. Als je onzeker bent en niet precies weet wat je wel en niet kunt doen, dan laat je je humor wel thuis – of het wordt misplaatste humor. Maar als je de zaak beheerst en weet wat je oproept, dan kun je humor gebruiken en kan het een goedaardig wapen zijn om mensen op een leuke manier even op hun plek te zetten.’
Waar let u nog meer op als u kandidaten voor een burgemeestersfunctie ontvangt?
‘Ik haal ze altijd zelf op uit het wachtkamertje, om een
eerste indruk te krijgen. Op welke manier krijg ik een hand, hoe lopen we naar binnen, nemen ze initiatief, beginnen ze heel onzeker van alles te roepen of gaan we meteen in gesprek? Ook belangrijk: snapt iemand waar het in het ambt om gaat, is er een vermogen tot zelfreflectie, kan de kandidaat ook een beetje om zichzelf lachen als het nodig is en heeft hij of zij een verhaal dat mij boeit? Ik heb ook altijd gekeken of iemand een pastorale attitude heeft. Als er iets ernstigs in de samenleving gebeurt, dan gaan mensen niet meer naar een kerk, nu staan ze voor het stadhuis en verwachten van de burgemeester het verhaal dat je vroeger in de kerk van een pastoor of een dominee kreeg. Dus een burgemeester moet niet alleen een procesmanager zijn, of een varkentjeswasser of een probleemoplosser, maar ook die pastorale houding hebben. Weten wat er leeft en zoeken naar de woorden die mensen helpen.’
Steeds meer burgemeesters komen ‘van buiten’. Hoe kijkt u daartegenaan? ‘Een prima ontwikkeling, ik ben zelf een voorbeeld van een zijinstromer en dat heeft toch niet heel beroerd uitgepakt. Kijk, als je weet dat je kunt zwemmen maakt het niet uit hoe diep het water is. Ik kom regelmatig mensen tegen van buiten het openbaar bestuur bij wie ik zie: die kunnen zwemmen, als ik jou in het diepe van het openbaar bestuur gooi dan houd jij je hoofd boven water. Maar ze moeten wel weten wat er in dat water van hen wordt gevraagd. Als je succesvol een bedrijf hebt gerund maar je hebt geen sjoege van het politieke spel, dan wordt het niks.’ ←
Lees een langere versie van het interview op vng.nl/magazine of scan de QR-code.
‘Humor kun je pas aanwenden als je snapt waar het over gaat’
6.900 inwoners per vierkante kilometer.
Den Haag is de meest dichtbevolkte gemeente van Nederland. Op Schiermonnikoog wonen maar 23 mensen per vierkante kilometer. Bron: CBS.
4 SEPTEMBER
Regie op één digitale samenleving
VNG, Den Haag, 15.00-17.30 uur | vng.nl/agenda
4 SEPTEMBER
Responsief: hoe samenspel tussen burger en gemeente wél kan
Online, 10.00-11.00 uur | platform31.nl
9 SEPTEMBER
Prinsessendag 2024: AI & Politica Den Haag, 13.00-18.00 uur | eventbrite.nl
12 SEPTEMBER
Inspiratiedag gezond en actief leven ’s-Hertogenbosch, 10.30-15.45 uur | gala2024.evenementenbureauvws.nl
12 SEPTEMBER
Aan de slag met CO2-reductie in de eigen organisatie
Online, 9.00-10.00 uur | vng.nl/agenda
12 SEPTEMBER
Suïcidepreventie: samen sterk!
Ede, 13.00-17.30 uur | samenmindersuicide.nl
12 SEPTEMBER
Bedrijfsvoering: Dag van de Duiding Utrecht, 12.30-17.30 uur | staatvandeuitvoering.nl/ evenement/dag-vande-duiding
17 SEPTEMBER Dagbesteding zonder indicatie: ‘Geen stempel geen drempel’ Reimerswaal, 13.00-18.00 uur | vng.nl/agenda
KAN DE GEMEENTERAAD OOK OVER DE UITVOERING GAAN, OF IS DE RAAD ENKEL
KADERSTELLEND EN CONTROLEREND? HIER IS NOGAL VAAK DISCUSSIE OVER. DE GEMEENTE RAAD GAAT IN PRINCIPE TOCH OVER ALLES?
GABRIELLE HEINE
FRACTIEVOORZITTER CDA MAASTRICHT
Geachte mevrouw Heine,
Volgens de Grondwet staat de raad aan het hoofd van de gemeente. De raad bepaalt dus zelf waar hij over wil gaan en het is zeker niet aan het college om te bepalen waar de raad niet over zou gaan. Sinds de dualisering is dat niet anders.
Voor bestuurders is het natuurlijk handig als raadsleden zich beperken tot kaderstelling en controle daarop. Maar het idee van democratische verantwoording gaat verder. Als inwoners raadsleden aanspreken op uitvoeringskwesties, dan mogen raadsleden daar ook los van kaders of controle gewoon rechtstreeks verantwoording over vragen aan het college en daarop eventueel bijsturen. Een effectieve raad weet zich daarbij te beperken tot de politiek relevante details. Maar of dat lukt, is een vraag die de kiezers iedere vier jaar moeten beantwoorden. ←
Geerten Boogaard, Thorbeckehoogleraar
Ook een vraag voor Geerten Boogaard?
Stuur een mail naar: thorbeckehoogleraar@ vngmagazine.nl.
Directievoorzitter Erik Gerritsen van de Amsterdamse woningcorporatie Ymere wil meer bestuurlijke aandacht voor mensen met een psychiatrische problematiek in woonwijken. Bestuurders moeten de buikpijn voelen die bewoners en professionals elke dag ervaren.
In de Volkskrant zei u dat we af moeten van het naïeve idee dat iedereen met een mentale afwijking in een normale wijk moet wonen. Is het beleid van de ‘inclusieve samenleving’ failliet?
‘Ja, dat is de ongemakkelijke waarheid. Vooropgesteld: in 80 procent van de gevallen gaat het gewoon heel goed. Geef mensen een woning, dan hebben ze minder stress en kunnen ze gaan werken aan het oplossen van hun problemen. Housing first, daar geloof ik echt in. Tegelijkertijd is er een groep waar dat nooit voor gaat werken, mensen die behoefte hebben aan een prikkelarme omgeving, in de bossen, met goede begeleiding. Die instellingen zijn wegbezuinigd zonder dat is voldaan aan de randvoorwaarden om ze in een normale wijk op te vangen. Dat zorgt voor gevaar voor henzelf en voor hun omgeving, en voor overlast.’
U pleitte in het interview ook voor time-outwoningen. Kunt u dat toelichten?
‘Er is ook een groep die heel goed in staat is een groot deel van de tijd normaal te wonen, maar ineens kan terugvallen in een oude verslaving, of heel lang zijn mentale conditie onder controle heeft en dan toch ineens weer naakt door de Albert Heijn gaat lopen. Daar wil je snel bij zijn om het op te lossen voordat het uit de hand loopt. Als dat onverhoopt niet lukt, zou een time-outvoorziening een goede uitkomst zijn, waar mensen weer even tot zichzelf kunnen komen onder begeleiding van een behandelteam. Op het moment dat ze weer stabiel zijn, kunnen ze dan weer een woning krijgen. Voor de helderheid: dit zijn uitzonderingen, maar juist die moet je goed oplossen om te voorkomen dat het draagvlak voor al die gevallen waarin het wel goed gaat, verloren gaat.’
Het klinkt niet ingewikkeld. Waarom lukt het dan toch niet?
‘Het blijkt heel moeilijk om alle instanties die betrokken zijn – ggz, gemeente, woningcorporatie, politie – in staat te stellen hun werk goed te doen. Wachtlijsten, budgetproblemen, personeelstekorten, iedereen heeft legitieme redenen om te zeggen dat het ingewikkeld is. Er is maar één oplossing en dat is hoogfrequente aandacht van de bestuurders, niet alleen van gemeenten maar van alle betrokken partijen. Zij moeten zelf worden geconfronteerd met de buikpijn die bewoners en professionals elke dag hebben en er tijd voor vrijmaken. Lig er maar eens wakker van. Mijn vuistregel is dat bestuurders elkaar minimaal één keer in de zes weken in de ogen kijken en concrete casussen bij de kop pakken. In je eentje iets oplossen kan niemand, maar je moet tegen elkaar durven zeggen: we gaan deze kamer niet uit voor we de belemmeringen waar de professionals tegenaan lopen, hebben weggenomen.’ ←
HET ONDERHOUD AAN CIVIELE KUNSTWERKEN WORDT EEN STEEDS GROTERE OPGAVE. VEEL BRUGGEN, VIADUCTEN EN SLUIZEN NADEREN HET EINDE VAN HUN LEVENSDUUR. UITSTEL IS GEEN OPTIE, ZEGT WETHOUDER JAN VAN BURGSTEDEN.
SAMENWERKEN WÉL.
Jan van Burgsteden wethouder Meierijstad
Een ‘sluipmoordenaar’. Wethouder Jan van Burgsteden (VVD) van Meierijstad kan het niet anders zeggen: je ziet het probleem pas als het te laat is. Gemeenten stellen het onderhoud van bruggen, viaducten, sluizen en andere zogeheten civiele kunstwerken geregeld uit. Ook andere opgaven kosten immers geld en met het ravijnjaar 2026 op komst moeten ze elk dubbeltje omdraaien. ‘Onderhoud lijkt een makkelijke knop om aan te draaien, maar je houdt jezelf voor de gek’, zegt Van Burgsteden. Zo’n 80 procent van de bruggen en viaducten is in beheer bij gemeenten. Het onderhoud en de vervanging worden een steeds grotere opgave, bleek eind vorig jaar uit een rapport van TNO in opdracht van onder meer de VNG. In 2021 gaven gemeenten hier nog een half miljard euro aan uit; over tien jaar zal dat 1,6 miljard zijn, verwacht TNO.
Veel bruggen, viaducten en sluizen zijn gebouwd in de jaren ’60 en ’70 en naderen het einde van hun levensduur. Vaak eerder dan destijds ingeschat, omdat het verkeer fors is toegenomen en veel zwaarder is geworden. Maar vervanging is moeilijk. Er is een tekort aan bouwmaterialen en aan personeel. En dan zijn er nog de financiële problemen die maken dat gemeenten onderhoud weleens vooruitschuiven.
Dat laatste is begrijpelijk, maar dus onverstandig, zegt Van Burgsteden, lid van de VNG-commissie Ruimte, Wonen en Mobiliteit. Hij vergelijkt het met het onderhoud van je eigen huis. ‘Het schilderen van je kozijnen kun
je best een keer uitstellen, maar er komt een moment dat de kozijnen verrot zijn. Dan moet je ze volledig vervangen. Dat uitstelgedrag kost dus uiteindelijk meer geld. Het kan bij bruggen leiden tot verkeersbeperkingen of spoedreparaties. Dat is ingewikkeld en vooral heel duur.’
MANDELABRUG
Dat het fout kan gaan, bleek eind 2022 in Zoetermeer. De gemeente sloot de Nelson Mandelabrug over de A12 en de spoorlijn per direct, omdat uit inspectie bleek dat de brug door scheuren in de constructie ‘niet veilig’ was. Pas na het verwijderen van de glazen overkapping van de voetgangersen fietsersbrug en het vervangen van de overspanning, werd de brug weer opengesteld. Die
De spoedreparatie van de Zoetermeerse Nelson Mandelabrug over de A12 kostte de gemeente zo’n 6 miljoen euro.
operatie kostte Zoetermeer zo’n 6 miljoen euro, onder meer omdat er per direct ingegrepen moest worden en er gaandeweg het proces pas een plan van aanpak werd opgesteld, bleek achteraf uit een evaluatie door Necker van Naem.
Opvallend was dat de scheurtjes in de brug al in 2007 bekend waren bij de gemeente. Maar die kennis ging verloren omdat de ambtenaren die in 2007 van de scheuren wisten, de gemeente hadden verlaten. En waar de ambtenaren vooral keken naar de technische risico’s en sluiting nog niet nodig vonden, keek het college naar de bestuurlijke risico’s. Sinds de TNO-prognose eind vorig jaar verscheen, wordt binnen de VNG-commissie meer over de onderhoudsopgave gesproken, zegt Van Burgsteden. ‘Maar er mag bij gemeenten nog veel meer aandacht voor zijn.’ Een moeilijkheid is dat problemen met het blote oog vaak niet te zien zijn, zegt de wethouder. ‘Je kunt als leek niet in de constructie kijken. Daar is specialistisch onderzoek voor nodig.’
DELTAPLAN
Fred Westenberg is directeur van het gelijknamige ingenieursbureau en spreker op een bijeenkomst in Lelystad, komende maand, over het onderhoud aan civiele kunstwerken. Hij was ook betrokken bij de inspectie van de Nelson Mandelabrug. Hij typeert het afsluiten daarvan als een incident. Meestal gaat het goed, en weten gemeenteambtenaren wel wat de stand van zaken is van de belangrijkste bruggen. Maar dat gemeenten kennis ontberen, zeker over complexere bouwwerken, ziet hij ook. De sleutel ligt bij betere samenwerking, zegt Westenberg, die ook betrokken is bij de Bruggenstichting
en bij het Platform Bruggen. Hij pleit voor een soort deltaplan. Dat moet worden gefinancierd door het rijk, zegt hij, verwijzend naar de budgetproblemen bij gemeenten. De uitvoering is in handen van provincies en gemeenten samen, waarbij gemeenten zouden moeten aangeven wanneer een brug aan onderhoud toe is, en provincies de capaciteit hebben om dat uit te voeren.
Ook Van Burgsteden bepleit een nauwere samenwerking tussen gemeenten. In zijn regio werken vijf gemeenten al samen, bijvoorbeeld bij aanbestedingen, waardoor ook de kleinere buurgemeenten van Meierijstad goed worden bediend. ‘Zo kunnen we met het onderhoud meer massa maken. De kleinere gemeenten kunnen daarop meeliften.’
Van Burgsteden kijkt naar het rijk. In het Hoofdlijnenakkoord is weliswaar aandacht voor de ‘grote onderhoudsopgave’, maar concreet wordt dat nog niet. Met het ravijnjaar op komst zijn er grote zorgen over de financiering van het onderhoud. ‘Het moet uit de lengte of uit de breedte komen. Ook deze opgave komt eraan.’ ←
‘Dat uitstelgedrag kost dus uiteindelijk meer geld’
BLAUWTONG IS OVERAL
Vrijwilligers verzorgen een schaap met blauwtong bij een herder in het Brabantse Heeze. Het dodelijke virus grijpt deze zomer fors om zich heen, ondanks een vaccinatiecampagne. In bijna alle gemeenten in het zuiden, oosten en noorden van het land zijn door de NVWA al besmettingen geconstateerd, en ook in het westen van het land is het probleem groot. In totaal is het virus dit jaar op 5.235 plekken in het land vastgesteld. Niet alleen schapen, ook runderen kunnen ziek worden van het virus en er ook aan doodgaan. De dierziekte is niet gevaarlijk voor mensen. De blauwtonguitbraak zorgt voor veel ongerustheid bij veehouders over de toekomst van hun bedrijf.
DOOR LOKALE BEZUINIGINGEN OP CULTUUR LEREN VEEL MINDER KINDEREN EEN INSTRUMENT BESPELEN. FANFARES, HARMONIE ORKESTEN EN ANDERE MUZIEKVERENIGINGEN ZIEN DE INSTROOM DALEN. PUTTEN INVESTEERT JUIST IN MUZIEKONDERWIJS OP DE BASISSCHOOL. MET SUCCES.
Al ruim honderd jaar is Fanfarecorps Excelsior actief in Putten, met de zomerse taptoe op het sportpark als muzikaal hoogtepunt. Maar net als zoveel verenigingen, ook buiten de culturele sector, is het voor het korps moeilijk om nieuwe leden aan te trekken.
‘Cultuur is het cement van de Puttense samenleving. Verenigingen dragen bij aan de aantrekkelijkheid en leefbaarheid ervan,’ zegt wethouder Sander van Nieuwenhuizen (Gemeentebelangen). ‘Het zijn de plekken waar mensen ongeacht leeftijd, religie en opleidingsniveau samenkomen om gezamenlijk een hobby uit te oefenen.’ Hij noemt het voortbestaan van de muziekverenigingen belangrijk. ‘Hoe belangrijk, wordt natuurlijk pas echt zichtbaar als ze er niet meer zou zijn.’
Gemeenten bezuinigden in het verleden noodgedwongen op het muziekonderwijs, waardoor muziekscholen verdwijnen. Waar voorheen elke gemeente bij wijze van spreken haar eigen muziekschool had, zijn er nu nog maar een handjevol over, zegt Ryan Emmen. Hij is directeur van Cultuurconnectie, de brancheorganisatie voor onder meer cultuureducatie en -participatie. Emmen nuanceert overigens wel: veel muziekscholen zijn opgegaan in centra voor de kunsten.
Steeds minder kinderen komen hierdoor in aanraking met een muziekinstrument. Daardoor stokt de doorstroom naar fanfares, harmonie-
orkesten, dweilorkesten en marsen showbands. En wie op jonge leeftijd wél een instrument leert bespelen, haakt als puber vaak alsnog af: school, sport en het bijbaantje vragen immers ook tijd.
KNELPUNT
Het ledenbestand is voor 72 procent van de amateurorkesten het belangrijkste knelpunt, blijkt uit de binnenkort te verschijnen VerenigingsMonitor van het Landelijk Kennisinstituut Cultuureducatie en Amateurkunst (LKCA). Terwijl de verenigingen niet alleen een bijdrage leveren aan bijvoorbeeld de sinterklaasintocht of de feestelijkheden rond Koningsdag, maar ook omdat ze als vereniging een belangrijke sociale rol spelen binnen de gemeente, bijvoorbeeld
Het slotconcert van het Klasse[n]orkest van basisschoolkinderen samen met Fanfarecorps Excelsior in het theater in Putten.
bij het tegengaan van eenzaamheid onder ouderen. ‘Dat ecosysteem’, zegt Emmen, ‘dat moet je juist blijven koesteren. Als dat niet op orde is, omdat er geen centra voor de kunsten zijn en muziekscholen verdwijnen, dan verlies je de in- en doorstroom. Niet alleen naar fanfares en orkesten, ook naar bijvoorbeeld dansscholen en koren.’
De gemeente Putten probeert sinds enkele jaren het tij te keren door te investeren in instrumentaal muziekonderwijs op de basisschool. Daarvoor is onder andere door TacT Muziek, dat muziekonderwijs in de regio verzorgt, het programma Klasse[n]orkest opgezet. Daarin maken alle basisschoolkinderen in een week of tien kennis ‘met de betekenis van samen muziek maken’, zegt Arjan Dunning van TacT. Onder begeleiding van professionele docenten werken ze toe naar een slotconcert.
Dat optreden wordt niet op een dinsdagnamiddag in de aula van de school gehouden, maar buiten schooltijd, in het theater. Dunning: ‘Daar nodigen we ook alle lokale muziekaanbieders uit om mee te doen. De fanfare is er een belangrijke speler in, maar ook bijvoorbeeld de musicalschool, de gitaarschool en het kinderkoor doen mee.’
Zo begeleidt de fanfare de kinderen in aanloop naar het slotconcert. Direct na afloop krijgen de kinderen de mogelijkheid om verder kennis te maken met de muziekaanbieders en om zich in te schrijven. Het slotconcert is daarom ook een belangrijk moment voor de lokale muziekverenigingen om hun zichtbaarheid bij de basisschooljeugd en hun ouders te vergroten. Vanuit het Klasse[n]orkest zijn al schoolkinderen
doorgestroomd – ook naar Excelsior, laat het korps weten.
De investeringen in muziekonderwijs zijn belangrijk, zegt wethouder Van Nieuwenhuizen. Niet alleen vanwege de broodnodige doorstroom naar de fanfare en de andere muziekverenigingen. ‘Het programma biedt kinderen ook een podium voor het ontwikkelen van sociale vaardigheden als kritisch denken, probleemoplossend vermogen, zelfvertrouwen en samenwerken.’ Van Nieuwenhuizen noemt het goed bespelen van een instrument ‘slechts een bijeffect’: ‘Samenwerken en met de hele groep iets bereiken en jezelf presenteren staan voorop.’
Daarbij is de samenwerking tussen de partijen die het muziekonderwijs aanbieden en de lokale verenigingen van belang, zegt hij. ‘Zij zorgen voor een podium waarop deze vaardigheden in de praktijk samenkomen, en waar alle kinderen zich verder kunnen ont-
dragen‘Verenigingen bij aan de aantrekkelijkheid en leefbaarheid’
‘We weten dat cultuur verbindt, verrijkt, en depolariserend kan werken’
wikkelen. Zo dragen de muziekverenigingen bij aan de persoonlijke groei van kinderen.’
SUBSIDIE
De bezuinigingen op lokale cultuur hebben nog een ander effect, zegt Paul Doop van de Koninklijke Nederlandse Muziek Organisatie (KNMO). Lokale overheden subsidiëren lang niet allemaal meer de muziekverenigingen in hun gemeente. Nu komt nog zo’n 17 procent van de inkomsten van orkesten uit gemeentelijke subsidies.
Verenigingen hebben weinig inkomsten, vooral uit contributie en incidenteel sponsoring, maar wel veel kosten. Zo zijn muziekdocenten vaak betaalde krachten, en instrumenten en kostuums zijn duur. Steeds vaker vragen ze daarom een financiële vergoeding om op te treden op bijvoorbeeld Koningsdag, bij de intocht van Sinterklaas of bij het lokale dorpsfeest, zegt Doop. ‘Hierdoor zijn deze optredens niet meer vanzelfsprekend. Nu kiezen bijvoorbeeld showbands ervoor om op Koningsdag niet op te treden in de eigen gemeente, maar ergens in een andere gemeente waar ze wél betaald krijgen.’
Het Puttense Excelsior krijgt wel subsidie. In ruil daarvoor geeft het korps vijf optredens per jaar, bijvoorbeeld tijdens Koningsdag of bij het kerstconcert. ‘We spreken hier regelmatig over met wethouders, maar ook met andere domeinen binnen de gemeente’, zegt Doop. ‘Welke rol heeft de muziekvereniging? Veel gemeenten vinden het belangrijk dat er een vereniging is voor alle zaken die ze vieren. Subsidie helpt dan.’
Dat mes snijdt aan twee kanten. Doop: ‘Als je als vereniging vindt dat je subsidie moet hebben, dan moet je ook iets terugdoen voor de samenleving, vinden wij.’ Zo zijn er verenigingen waarvan mensen met een verstandelijke beperking lid kunnen worden en een eigen onderdeel zijn, vergelijkbaar met de G-teams bij voetbalclubs. De amateurverenigingen kunnen zo een bijdrage leveren aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken, zoals het voorkomen van eenzaamheid.
Maar muziekonderwijs is dus van belang. Ook de VNG wijst in de recent gepubliceerde cultuurpropositie, waar wethouder Van Nieuwenhuizen bij betrokken was, nadrukkelijk naar de waarde van cultuuronderwijs. Het streven van de VNG is dat elke gemeente vanaf 2029 een voorziening voor cultuureducatie en -participatie kent, ‘nauw verweven met het onderwijs en maatschappelijke partners’, zodat talenten de ruimte krijgen om door te groeien. ‘De basis op orde’, is de belangrijkste aanbeveling die de VNG aan gemeenten doet. De basisinfrastructuur begint bij een brede verankering van lokaal cultuurbeleid. En omdat cultuur, waaronder het maken van muziek, een rol kan spelen in het sociaal domein, zouden gemeenten kunnen denken aan afdrachten vanuit die domeinen naar de culturele sector. Financiering van de muziekverenigingen speelt daarbij een belangrijke rol. Niet door incidenteel subsidies uit te reiken, maar door voor de lange termijn cultuurbeleid vast te stellen. Maar een visie op het cultuuronderwijs is een even belangrijke voorwaarde.
Muziek is voor veel kinderen een eerste serieuze kennismaking met cultuur, zegt Emmen. ‘Het is een van de spraakmakende en tot de verbeelding sprekende aspecten van cultuur.’ Kinderen die al vroeg met cultuur in aanraking komen, blijven later ook vaker betrokken. Emmen: ‘We weten dat cultuur verbindt, verrijkt en depolariserend kan werken. Als je als kind niet de kans krijgt om dat te ontdekken, dan maak je dat op latere leeftijd vaak niet meer goed.’
Investeer daarom in cultuur, is de oproep die Emmen doet aan gemeenten. Maar de cultuurdirecteur is zich ook bewust van de financiële moeilijkheden waar veel gemeenten voor staan. ‘Het is een lastige opgave, er zijn natuurlijk veel meer domeinen die aandacht vragen. Kijk daarom ook naar de positieve effecten van cultuurparticipatie op die andere domeinen en bij maatschappelijke opgaven als jeugdzorg, vergrijzing, sociale isolatie en zorg.’ ←
TWEE DERDE VAN DE NEDERLANDSE GEMEENTEN HEEFT EEN EIGEN MONUMENTENBELEID VASTGESTELD,
BLIJKT UIT DE ERFGOEDMONITOR.
BRON: ERFGOEDMONITOR
GEMEENTELIJK MONUMENTENBELEID onder 342 gemeenten
Heeft de gemeente een monumentenbeleid vastgesteld?
Wanneer is het monumentenbeleid voor het laatst opgesteld?
Heeft de gemeente beleid voor beschermde stadsen dorpsgezichten?
MONUMENTENSTAD HARLINGEN IS EEN LUST OM IN TE WONEN. MAAR HET BEHOUD VAN DAT ERFGOED IS EEN BELANGRIJK VRAAGSTUK, ZEGT WETHOUDER ERIK DE GROOT. DE FRIESE HAVENSTAD PAKT DE HANDSCHOEN MET VERVE OP.
Gemeenten spelen een belangrijke rol bij de zorg voor erfgoed. Die zorg staat onder druk, vanwege een tekort aan ambtelijke capaciteit en deskundigheid. Over het algemeen is de formatie in gemeenten relatief klein en hangt erfgoed ‘vaak ergens bij aan’, ziet wethouder Erik de Groot (PvdA) van Harlingen. ‘In het bredere perspectief van de omgevingsvisie hoort cultureel erfgoed veel sterker terug te komen dan tot nu toe het geval is. Dat geldt voor de meeste gemeenten.’
Harlingen telt vijfhonderd rijksmonumenten, meer dan tweehonderd gemeentelijke monumenten, 425 beeldbepalende panden, een beschermd stadsgezicht en archeologische monumenten in de dorpen. Daarnaast is het wad Unesco Werelderfgoed.
SAMENWERKING LOONT
In de afgelopen 2,5 jaar zijn er in Harlingen bijna driehonderd panden binnen het beschermd stadsgezicht voorzien van zonnepanelen (Beeld: Jaap Schaaf/ Fotobureau Hoge Noorden)
‘Veel mensen genieten van het erfgoed, of het nu om landschappelijke waarden of om historische panden gaat’, zegt De Groot. Maar monumentenzorg krijgt niet veel aandacht, de rijksmonumenten daargelaten. Vorig najaar zette de wethouder het erfgoedvraagstuk samen met een collega-wethouder daarom op de kaart tijdens een bestuurlijk overleg tussen de achttien Friese gemeenten en de provincie Friesland. Algehele conclusie: het beleid is voor verbetering vatbaar, samenwerking
‘De gemeente kan eigenlijk niet zonder de lokale expertise’
loont en het is van belang onderlinge verschillen te erkennen. De Groot: ‘De ene gemeente zit meer op de landschappelijke waarden, de andere op de bebouwde omgeving.’
Na dat overleg ging Harlingen het gesprek aan met de lokale maatschappelijke partners rond monumentenzorg. Op dit moment wordt hard gewerkt aan nieuw speerpuntenbeleid, zegt de wethouder. ‘Veel gemeenten kampen met een beperkte ambtelijke capaciteit. We willen heel nadrukkelijk lokaal samenwerken om erfgoed beter te positioneren. Veel aandacht krijgt het echter niet, de rijksmonumenten niet meegerekend.’
Een complicerende factor in Harlingen is het feit dat de stad voor een groot deel beschermd stadsgezicht is. Dat maakt het vergunningsproces voor inwoners ingewikkelder. Aanvragen moeten veel uitgebreider worden ingediend. Ook duurt het langer om een beoordeling te geven. Er is specifieke kennis nodig over bouwperiodes, stijlen en materiaalgebruik. ‘Daarbij werken we gelukkig veel samen met lokale partijen’, zegt De Groot. ‘De gemeente kan eigenlijk niet zonder die expertise.’
Een ander aandachtspunt zijn de waterwerken,
zoals bruggen en sluizen, die nog in gebruik zijn en tegelijkertijd een monumentale status hebben, zegt De Groot. ‘Dan is het zoeken naar de balans tussen behoud van de monumentale waarde en aspecten als veiligheid. Ook dat vraagt om specifieke kennis.’
De wethouder roept het nieuwe kabinet op niet te bezuinigen op het behoud van erfgoed, maar daar juist meer geld voor beschikbaar te stellen zodat gemeenten hun werk goed kunnen doen. ‘Het gaat om belangrijke waarden die onze nationale identiteit kleur geven.’
Een van de vraagstukken: eigenaren willen investeren in duurzaamheid. Maar niet alles kan en mag zomaar in een monumentaal pand. De controle daarop is zeer bewerkelijk. Vanwege de schaalgrootte heeft Harlingen meer toezichthouders dan normaal. ‘Wij hechten waarde aan de monumenten en willen daar goed voor zorgen. Eigenaren zijn over het algemeen heel betrokken. Ze willen het mooie plaatje aan de buitenkant behouden en waarderen het erfgoed, maar willen ook wel heel graag het comfort van de 21ste eeuw.’
Harlingen was een van de eerste die toestond dat er zonnepanelen geplaatst mogen worden op daken van monumenten – mits in de kleur van het dak, dus bijvoorbeeld rode panelen op rode dakpannen. In
Harlingen is voor een groot deel beschermd stadsgezicht
(Beeld: gemeente Harlingen/ Joachim de Ruiter)
de afgelopen 2,5 jaar zijn bijna driehonderd panden binnen het beschermd stadsgezicht voorzien van zonnepanelen. ‘Onze havenstad heeft de mooie lange zichtlijnen behouden. Op afstand zie je nog steeds het rode dakenlandschap.’
De gemeente organiseerde in de afgelopen periode verduurzamingsevenementen met alle partijen: pandeigenaren, installatiebedrijven en schilders, professionele partijen als de adviserende welstandscommissie en eigen ambtenaren onder wie de toezichthouders. Geld is belangrijk, maar minstens zo belangrijk blijkt de vraag naar kennisondersteuning. Wat mag wel en wat niet? De Groot: ‘De verbetering zit hem daarbij echt in de samenwerking. Er komt veel bij kijken. Ieder pand is uniek en heeft zijn eigen karakteristiek en waarde. Ieder pand vraagt om maatwerk, dat maakt het verduurzamen en financieel ondersteunen van monumenten af en toe ontzettend lastig. Daarom zijn we breed gaan samenwerken met alle betrokken partijen.’
Daar past, zegt De Groot, het gebruik van een lokale subsidieregeling bij. ‘Voor werkzaamheden aan rijksmonumenten zijn er subsidiemogelijkheden, voor gemeentemonumenten weinig tot geen. Leg dat maar eens uit aan eigenaren. De gemeente is voor beide verantwoordelijk, maar slechts één profiteert, door aandacht die het rijk geeft.’
Het is daarom goed dat iedere gemeente een subsidieregeling heeft voor monumenten, beeldbepalende panden of aangezichten, zegt De Groot. ‘Daarmee draag je op de lange termijn bij aan het behoud.’
Harlingen is bezig met het inrichten van een generiek fonds waar eigenaren gebruik van kunnen maken. Het is voor veel monumenteigenaren een hele puzzel om het financieel allemaal goed rond te krijgen. Daar hoort de gemeente wat betreft De Groot voor open te staan. Door schaarste in de markt aan kennis en kunde worden restauratiespecialisten steeds duurder. Daarom worden er ook weleens wat binnenbochten genomen in het restaureren van monumentaal erfgoed: een rotte balken vloer vervangen door een betonvloer. ‘Dat is niet zichtbaar, terwijl daarmee het totale monument behouden is.’
Omdat de uitvoering van erfgoedtaken in de fysieke leefomgeving onder druk staat bij gemeenten en provincies, startte het ministerie van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap (OCW) eerder dit jaar in samenwerking met het IPO en de VNG het programma Erfgoed & Overheid. Dat programma trapt af met inventariserende gesprekken over de zorgen die overal leven en de knelpunten. Friesland heeft dat ambtelijke overleg al gehad. Naast het gebrek aan capaciteit en sturing kwamen ook nieuwe thema’s op tafel, zoals als het werken met de nieuwe Omgevingswet. Gemeenten en provincie kunnen hier van elkaar leren. Werken vanuit een integraal plan onder de Omgevingswet is voor Harlingen een hele uitdaging. Niet zozeer het werken met, maar alles om tot die werkwijze te komen. Ambtenaren zijn momenteel bezig met het digitaliseren van de gemeentelijke monumentenlijst. De Groot: ‘We moeten eigenlijk alles digitaal ontsluiten. Denk bijvoorbeeld aan het secuur invullen van wat de redengevende beschrijving is geweest voor de monumentale status. Uitgangspunt van de Omgevingswet is dat alle informatie makkelijk digitaal toegankelijk moet zijn voor degene die een omgevingsvergunningsaanvraag doet. Daar werken wij hard aan. Dit gaat echter meerdere jaren kosten, dat hoor ik uit meer gemeenten.’
Onder de Omgevingswet zijn de regels voor veel monumenteigenaren nog niet erg duidelijk, zegt De Groot. Voor iemand die bij het omgevingsloket een vergunningstoets doet voor sloopwerkzaamheden, lijkt het alsof hij een pand vanbinnen geheel mag slopen omdat delen vergunningsvrij zijn. Iemand die iets sloopt, bouwt veelal ook iets terug, een bouwactiviteit waar wel weer een vergunning voor nodig is. ‘Dat zijn tegenstrijdigheden die voor veel monumenteigenaren leiden tot onduidelijkheid.’ Harlingen heeft daar, vooruitlopend op de invoering van de Omgevingswet, een oplossing voor bedacht: de vooroverleg- en initiatieftafel. De gemeente nodigt iedere monumenteigenaar met bouwplannen uit zich vooraf te melden voor gezamenlijk overleg over wat wel en niet kan. Mensen zijn volgens De Groot digitaal best vaardig, alleen kunnen ze in het omgevingsloket snel verdwalen. ‘Daarom kunnen we beter met elkaar om tafel gaan. Dan handel je eigenlijk veel meer in de geest van de wet dan wanneer je het wegstopt in een digitaal stelsel. En is er ruimte voor specifieke aspecten van het monument.’ ←
De inrichting van de eetomgeving heeft invloed op onze voedselkeuzes. Deze keuzes maken we vaak onbewust. Voor iedereen moet het gemakkelijk zijn om overal gezonde en duurzame voedselkeuzes te maken. Nu is dat vaak niet het geval. Sterker nog, de eetomgeving is in de afgelopen tientallen jaren op zo’n manier veranderd dat de verleiding voor ongezond voedsel enorm is. Zo draagt de eetomgeving bij aan het overgewichtsprobleem in Nederland. Er zijn steeds meer kinderen en jongeren te zwaar. Van alle 2- tot 25-jarigen in Nederland heeft 1 op de 6 overgewicht.
Voor een gezonde toekomst voor mens en milieu is het belangrijk dat jij als gemeente inwoners in staat stelt om gezonder en duurzamer te kiezen. Dat klinkt misschien groots en ver weg. Maar je kan echt het verschil maken. Bijvoorbeeld in scholen, buurthuizen, sportclubs, musea
en het bedrijfsrestaurant van de gemeente. Zo maakt GGD Amsterdam zich al jaren sterk voor een gezondere schoolomgeving in Amsterdam met inzet van de Gezonde School-aanpak en het programma de Gezonde Schoolkantine van het Voedingscentrum.
Bouwstenen
Het Voedingscentrum helpt gemeenten met handige bouwstenen. Je kan deze gebruiken ter inspiratie, als stappenplan of input voor nieuwe strategie. Per bouwsteen krijg je allerlei praktische tips, handreikingen en voorbeelden uit de praktijk. Met uiteindelijk het doel om eetomgevingen zo in te richten dat de gezonde en duurzame keuze – letterlijk – meer voor de hand ligt.
Benieuwd wat het Voedingscentrum aan informatie biedt aan gemeenten? Ga naar www.voedingscentrum.nl/gemeenten
Of scan de QR-code. Je vindt daar de bouwstenen voor gemeenten.
Bepaal de focus
Ontvang ondersteuning Borg in lokaal beleid
Creëer draagvlak Onderteken de ambitie Maak de ambitie zichtbaar
Evalueer en stuur bij
GGD Amsterdam heeft bewust gekozen voor een focus op een gezonde en duurzame schoolomgeving. Dat is via een motie in de gemeenteraad aangenomen. Met in totaal 103 schoollocaties in Amsterdam met voedingsaanbod maak je gigantische impact. Omdat de omgeving een grote invloed heeft op voedselkeuzes, vormt een gezonde en duurzame school bovendien een belangrijke bijdrage in het zorgen voor meer kansengelijkheid. Daarom krijgen scholen in de stadsdelen Nieuw-West, Zuidoost en Noord prioriteit. Om deze scholen op maat te kunnen begeleiden, is GGD Amsterdam een unieke samenwerking aangegaan met het programma De Gezonde Schoolkantine van het Voedingscentrum.
Christa van Dijk,
programmamanager
Gezonde School GGD Amsterdam
“De GGD Amsterdam vindt het belangrijk dat alle jongeren gezond opgroeien. Door intensief samen te werken met scholen en hen te ondersteunen bij de implementatie, heeft maar liefst 73% van de scholen in Amsterdam belangrijke stappen voorwaarts gezet op weg naar een gezonde kantine. Vanuit het programma de Gezonde Schoolkantine zullen wij ook volgend schooljaar ondersteuning bieden om de voedselomgeving op school gezonder te maken én te houden.”
Succesvolle resultaten in Amsterdam
Annika Nieuwenhuis, Adviseur Eetomgevingen Voedingscentrum
“Het maatwerk dat we kunnen bieden als Voedingscentrum, is cruciaal voor het succes van deze opdracht. Samen met een school bepalen we de ambities en de stappen om deze te bereiken. Scholen vinden het prettig dat er een vast aanspreekpunt is bij wie ze terecht kunnen voor advies. Ik voel echt een gezamenlijk streven naar een gezonde toekomst voor jongeren, we laten zien dat gezond eten en drinken op school normaal is.”
MANAGEMENT HET DORP EN HET OMRINGENDE GEBIED ONTZIEN
ÉN VOORZIENINGEN IN STAND HOUDEN. HET LAATSTE STUKJE VERVOER NAAR DE NEGENTIEN MOLENS GEBEURT DAAROM BIJ VOORKEUR MET DUURZAAM VERVOER OVER WATER.
Eén wegverbinding loopt naar werelderfgoed Kinderdijk, de Lekdijk. Een bochtige tweebaansweg, ingeklemd tussen laaggelegen dijkhuisjes en de rivier. De verkeersstromen van en naar het molengebied vormen voor wethouder Maarten van Helden (Doe Mee!) van Molenlanden ‘een belangrijke uitdaging’. De gemeente doet er alles aan om bezoekers – hoofdzakelijk buitenlandse toeristen – met de waterbus over de rivier te laten komen.
Toch nemen veel mensen nog steeds de auto, de bus of de touringcar. Regelmatig laten automobilisten het speciaal voor hen ingerichte transferium in Alblasserdam links liggen en proberen alsnog vlak bij de iconische molens in de Molenstraat te parkeren. Tot grote ergernis van de bewoners, die hun auto nergens kwijt kunnen en klagen over de verkeersveiligheid. Met name in drukke weekenden, zoals rond de opening van de Keukenhof, wanneer buitenlandse toeristen een rondje trekpleisters doen, neemt de druk op het dorp toe.
Ziedaar de opgave van landelijk gelegen toeristische trekpleisters als Kinderdijk, Giethoorn en de Zaanse Schans. Rekening houden met de behoeften van bezoekers, maar óók met die van bewoners, de natuur en het milieu is ‘balanceren tussen levendigheid en leefbaarheid’, zegt de wethouder. Voor het bewaken van dit evenwicht gebruikt Molenlanden de term ‘waardevol toerisme’.
Ook de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur hanteerde de uitdrukking vijf jaar geleden bij zijn pleidooi voor meer overheidsbemoeienis bij het explosief toegenomen binnenlands toerisme. Een hoge toeristische druk heeft een ‘ecologische footprint’: afvalproblemen, waterschaarste, CO2-uitstoot en de verstoring van de natuurlijke habitat van planten en dieren. Een paradoxale situatie, omdat toeristen juist vanwege pure natuur voor een trekpleister kiezen, of vanwege de unieke aanblik van erfgoed.
STORYTELLING
Kinderdijk kreeg twee jaar geleden van de Katholieke Universiteit Leuven een pluim voor het bezoekersmanagement. Dat is ook meteen het meest lastige onderdeel van
het beheer van het Unesco Werelderfgoed, zegt PeterJan van Steenbergen. Hij is directeur van de Stichting Werelderfgoed Kinderdijk (SWEK) die het gebied en de molens beheert en de bezoekersstromen in goede banen leidt. ‘Veel mensen gaan op de bonnefooi naar Kinderdijk en zien ter plekke wel wat ze gaan doen.’ Tijdens een excursie van het VNG Jaarcongres, eind juni, zagen gemeentebestuurders met eigen ogen wat het betekent om werelderfgoed te beheren. Molenlanden en Alblasserdam werken daarbij samen met de provincie Zuid-Holland, het waterschap en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Werelderfgoed Kinderdijk richt zich tegenwoordig op een nieuwe doelgroep. Het verhaal van Kinderdijk over duizend jaar watermanagement staat in de storytelling op de voorgrond. ‘Het hele watermanagementsysteem is hier behouden gebleven en bovendien nog steeds werkend – vandaar het predicaat Unesco Werelderfgoed. We kunnen bezoekers alle tijdlagen laten ervaren, van polder- en boezemmolens tot stoom- en elektrische gemalen.’
PIEKMOMENTEN
Gasten kopen bij voorkeur thuis een ticket en bereiden de route naar het werelderfgoed grondig voor. Of anders worden ze in het ‘entreegebied’ bij het transferium en de camperparkeerplaats verleid om een kaartje te kopen voor de verschillende bezoeklocaties en de rondvaart met de elektrische boot. Met verschillende bezoeklocaties en het all-in-ticket verloopt de spreiding van bezoekers beter en kunnen gasten langer in het gebied worden vastgehouden. Tegelijkertijd weet Van Steenbergen dat Kinderdijk openbaar toegankelijk is. Wie alleen even een insta-
gramfoto maakt of Kinderdijk voorbijschiet als ‘doorfietser’, staat volledig in z’n recht. Feit is dat een toerist die langer blijft de omgeving minder belast, zegt wethouder Van Helden. Daarom koestert Molenlanden de toeristen die kiezen voor een langer verblijf. ‘De gemeente kent meer parels, zoals de vestingstad Nieuwpoort, 26 andere molens en het unieke rietland van het omringende Natura 2000-gebied’.
Vorig jaar verwelkomde Kinderdijk 330.000 betalende bezoekers, een derde van de totale toeristenstroom. Volgens de directeur is het huidig aantal bezoekers goed behapbaar. ‘Maar we willen het aandeel betalende bezoekers omhoogbrengen’.
TOUROPERATORS
Op het gebied van duurzaamheid zijn er nog wel punten die om verbetering vragen. De riviercruises bijvoorbeeld, die langs de oever van de Lek aanmeren en nog geen gebruik kunnen maken van walstroom. In totaal gaat het om zo’n negenhonderd schepen. Gemeente en SWEK zijn in gesprek met de sector: welke kansen zijn er om te verduurzamen en wat kan de gemeente daarbij betekenen?
‘Het is balanceren tussen levendigheid en leefbaarheid’
Een Amsterdamse oplossing vinden wethouder en directeur niet aantrekkelijk. Daar wordt het aantal vergunningen om aan te meren per 2028 gehalveerd. ‘Wij doen het liever in goed overleg met de sector’. Ook met die touroperators zal beter moeten worden afgestemd. In het dorp zelf komen ze niet meer, er is een speciale parkeerplaats op anderhalve kilometer van het werelderfgoed. Maar liever ziet Van Steenbergen dat de passagiers uit de touringcarbussen met de waterbus komen. ‘In één waterbus kunnen evenveel passagiers als in drie touringcars.’ Dat betekent niet alleen iets voor de leefbaarheid op de dijk tussen Alblasserdam en Molenlanden, maar ook voor de regio: ook uit Rotterdam en Dordrecht komen veel touringcars. ‘Denk aan de passagiers van zeecruises die nu aanmeren in Rotterdam en dan met de bus Kinderdijk bezoeken. Dat levert ook veel uitstoot en verkeersoverlast op in het centrum van Rotterdam.’
BAKKER
Overigens geeft het werelderfgoed niet alleen overlast voor de bewoners van Kinderdijk, benadrukt directeur Van Steenbergen. Het entreegeld stroomt direct terug
‘In één waterbus kunnen evenveel passagiers als in drie touringcars’
naar het onderhoud van de molens en de verduurzaming van de molenwoningen, waarvan een aantal nog steeds bewoond wordt. Dat is anders dan bij bijvoorbeeld de Zaanse Schans, waarvoor hij eerst het beheer deed. Deze trekpleister ontvangt jaarlijks drie miljoen toeristen, het drievoudige van Kinderdijk. ‘Het aantal stakeholders was hier een stuk groter, waardoor de voordelen minder terechtkwamen bij de mensen die bezig waren met het culturele erfgoed.’
Extra entree heffen, zoals nu in Venetië gebeurt om de bezoekersstroom in te dammen, vindt Van Helden geen optie. Dan zet je een hek om het gebied heen, terwijl dit voor de bewoners letterlijk de achtertuin is waarin ze wandelen, fietsen en recreëren.
Ook wijst hij erop dat het werelderfgoed de inwoners van Kinderdijk best veel oplevert. De halte van de waterbus was er anders nooit gekomen. ‘De maatschappelijke baten overstijgen wat ons betreft nog steeds de lasten.’ Onlangs stopte de laatste bakker in het dorp ermee. Dankzij de constante stroom vakantiegangers kan de bakkerij, vooral gerund door vrijwilligers uit het dorp, overleven. ‘Zonder het toerisme was dat waarschijnlijk niet gebeurd.’ ←
Wethouder Maarten van Helden van Molenlanden (rechts) en PeterJan van Steenbergen, directeur van de Stichting Werelderfgoed Kinderdijk. (Beeld: gemeente Molenlanden)
Martijn van der
Steen Co-decaan NSOB en bijzonder hoogleraar EUR steen@nsob.nl
Een bekend gezegde luidt dat je het dak moet repareren als het droog is. Maar, met de meeste gezegden is het zo dat de vanzelfsprekendheid ervan precies is wat ze zo veelzeggend maakt: je weet het wel, maar je doet het niet. Het dak repareer je vaak pas als het lekt. Dat merk je als het regent. En het te laat is.
Het lekkende dak is een metafoor voor een groep voor wie het letterlijk totaal niet van toepassing is: de daklozen in uw gemeenschap. En dat zijn er veel. Een deel bevindt zich op straat: in parkjes, op bankjes, onder viaducten. Vaak zijn ze onzichtbaar elders, bijvoorbeeld vrouwen met kinderen ergens op een bank of in een veel te duur pension met schimmel op de muur. En alles wat daar tussenin zit.
Ik ken uw gemeente niet, maar het zou mij verbazen als uw capaciteit voor opvang gelijkstaat aan de omvang van de dakloosheid. Dat is in de zomermaanden niet zo zichtbaar. Maar na de zomer is dakloosheid weer een acuut probleem. Met gedoe over het openstellen van de nachtopvang en problemen met de toegang tot beperkte plaatsen. Dan komen de verhalen van mensen die door het leven op straat ernstige aandoeningen ontwikkelen waardoor ze in de zware ziekenhuiszorg belanden. Wie twijfelt, moet de verhalen van bijvoorbeeld Michelle van Tongerloo nalezen, of het werk van Tim ’S Jongers volgen. Dakloosheid is een fenomeen met twee even ongelofelijke verhalen. Er is het verhaal van de weg naar dakloosheid. Dat is niet het verhaal van domme keuzes,
DAKLOOSHEID IS EEN FENOMEEN MET TWEE EVEN
ONGELOFELIJKE VERHALEN
maar van pech, harde tegenslag, ziekmakende stress en onvermijdelijke instorting. En dan ontdekken dat er geen plek is om ingestort te zijn, want de gemeente heeft bordjes met ‘verboden te slapen’ bij de bankjes opgehangen. Dat is op zichzelf al erg genoeg, totdat we daar het beleidsverhaal naast leggen. Dat is een verhaal van talrijke hulpverleners, van bezuinigingen, gedoe over indicaties en van domme keuzes in het overheidsbeleid. Precies datgene wat daklozen wordt verweten doen we vanuit de overheid op dagelijkse basis. De goedkope oplossing in de eerste lijn kan niet/mag niet/past niet/hoort niet, vanuit een zelfverzonnen en op daklozen geprojecteerd ideaal van zelfredzaamheid. Dat escaleert totdat daklozen dure specialistische oplossingen nodig hebben. Omdat we in de vroege fase weigeren om te doen wat nodig is, als de bedragen laag zijn, moeten we later dingen doen die peperduur zijn. Dakloosheid is een peperduur probleem: niet omdat die arme daklozen zoveel kosten, maar omdat we het onder een ideologisch valse vlag van zelfredzaamheid en New Public Management op de meest ineffectieve en inefficiënte manier aanpakken. Dat is dus dom. Niet van de dakloze, maar van ons. Het goede nieuws is dat het weer mooi is en het nog wel even droog blijft. Tijd om het dak te repareren dus. Voordat het te laat is. ←
Bij de organisatie van Open Monumentendag, jaarlijks in september, is de hulp van gemeenten broodnodig. Lokale overheden spelen een centrale rol in de bescherming van het erfgoed binnen hun grenzen, schrijft directeur Harald de Boer van Monumentenland.
Harald de Boer directeur
Nederland Monumentenland
Bezoekt u in uw vrije tijd weleens een historische locatie? Bij de meeste mensen heeft dit een positieve invloed op hun welzijn. Molens, kastelen, kerken: het zijn allemaal stille getuigen uit lang vervlogen tijden. De liefde en aandacht die in het vakwerk zijn gestoken, verhalen van levens die erin geleefd zijn, brengen ons een vorm van rust en laten een diepe indruk achter. Monumenten vertellen verhalen over waar we vandaan komen, wie wij zijn en hoe we ons ontwikkelen. Bij grote veranderingen in onze leefomgeving biedt erfgoed bovendien herkenning en geeft het houvast en identiteit. Een baken in de storm van veranderingen. Investeringen in de historische omgeving verhogen veelal het gevoel van trots en stimuleren sociale verbindingen.
‘Monumenten voegen waarde toe aan onze maatschappij’
We kunnen er niet omheen. Monumenten voegen op diverse vlakken waarde toe aan onze maatschappij –denk aan verbinding, educatie, recreatie, herbestemming – en zijn het dus waard om bewaard, (her)ontdekt en beleefd te worden. Voor sommige dorpen en steden is dit vanzelfsprekend, voor andere is het een hele opgave. Hoe dan ook, er is hulp nodig om monumenten beleefbaar te maken. Als monumenten beleefd kunnen worden, ontstaat er cultureel bewustzijn en vergroten we het draagvlak voor de monumentenzorg.
OPEN MONUMENTENDAG
Om ons waardevolle erfgoed bekender te maken bij het grote publiek, wordt jaarlijks in het tweede weekend van september de VriendenLoterij Open Monumentendag georganiseerd. Twee dagen lang openen de deuren van ruim vijfduizend monumenten en mag je gratis binnenkijken en je verwonderen over de schoonheid van deze erfenis. Hierdoor wordt de publieke belangstelling voor monumenten en het draagvlak voor monumentenzorg vergroot. Niet alleen openen monumenten hun deuren, er worden ook ontelbaar veel activiteiten georganiseerd: tentoonstellingen, rondleidingen, wandelingen en muziekvoorstellingen, maar ook veel activiteiten voor jongeren.
Schrijf ook een betoog voor VNG Magazine: redactie@vngmagazine.nl
Beeld: openmonumentendag.nl
Open Monumentendag is met ruim anderhalf miljoen bezoekers het grootste culturele event van Nederland. Het tweedaagse evenement wordt georganiseerd door Stichting Nederland Monumentenland en krijgt handen en voeten door driehonderd lokale Open Monumentendagcomités in het hele land en 18.000 vrijwilligers tijdens het weekend. Een bijzonder grote operatie die al vroeg in het jaar begint. Hier komt uiteraard veel bij kijken: monumenteigenaren benaderen, programma’s vormgeven, promotiemateriaal maken, websites bijwerken, et cetera. En daar is hulp bij nodig. Deze hulp is het hardst nodig in de vorm van gemeentelijke ondersteuning. Niet alleen omdat gemeenten vaak veruit de meeste capaciteit hebben om draagvlak te creëren en mensen in beweging te brengen. Maar ook omdat gemeenten een centrale rol spelen in de bescherming en instandhouding van hun erfgoed.
MEEHELPEN
Wij zien het als landelijke organisatie van Open Monumentendag dan ook als onze taak om wethouders en burgemeesters bewust te maken van de waarde van hun erfgoed, zodat zij meer ruimte geven aan de organisatie van Open Monumentendag in hun
‘Open Monumentendag is het grootste culturele event van Nederland’
gemeente. Dat kan – buiten de belangrijke financiële bijdrage aan het lokale comité – ook een bijdrage zijn in de vorm van mensen die praktisch meehelpen bij de organisatie vooraf of tijdens het weekend. Ook op het gebied van promotie, communicatie en het facilitaire vlak kan veel steun worden geboden aan het lokale comité. Gemeenten spelen een cruciale rol in het succes van Open Monumentendag. Monumenten houden de geschiedenis levend. Ze zijn het waard om behouden en beleefd te worden, voor deze generatie en de generaties die na ons komen. ←
Harald de Boer is directeur van Stichting Nederland Monumentenland, de landelijke organisator van Open Monumentendag.
OVERSTAP
Lineke Bennema wordt de nieuwe gemeentesecretaris van BorgerOdoorn. Ze is nu nog hoofd crisisbeheersing bij de Veiligheidsregio Drenthe. Daarvoor was ze politiechef.
Vanwaar deze overstap? ‘Ik heb altijd een baan gehad waarbij je voor mensen het verschil probeert te maken op het moment dat het moeilijk en spannend is. Bij de veiligheidsregio is dat wat meer op afstand. Op mijn 59ste realiseer ik me dat ik het fijn vind om weer dichter bij de inwoners te werken. Borger-Odoorn wil als kleine gemeente vasthouden aan eigenheid en zelfstandigheid en samenwerken daar waar het kan. Die visie past mij als een jas. In deze tijd van schaarste vind ik het een uitdaging om voor inwoners een herkenbare gemeente te blijven.’
Wat gaat u doen? ‘Ik geloof in het stellen van goede vragen, goed luisteren, ruimte geven aan expertise en vakmanschap en dat met elkaar verbinden. Ik ben echt van de samenwerking. De gemeente heeft een beperkt budget; we moeten met elkaar beslissen wat je daarvan kunt doen. Ik houd er ook wel van om een hitteschild te zijn. Goed aangeven bij het college wat de organisatie wel kan en waartoe we niet in staat zijn. Als de werkdruk te groot wordt, moeten we keuzes maken. Ik voel de verantwoordelijkheid om iedereen een beetje heel te houden.’
Wat laat u achter? ‘Een ontzettend leuk team dat in de afgelopen jaren een heel grote stap heeft gezet in de professionalisering van crisisbeheersing. Mede dankzij de ervaringen met covid en vluchtelingen zijn we echt gegroeid. Ik ben heel trots op hoe Drenthe als verhoudingsgewijs kleine veiligheidsregio landelijk is aangehaakt. In sommige zaken lopen we zelfs gewoon voorop.’ (MM) ←
Rikus Jager begon op 8 juli als waarnemend burgemeester van Dalfsen. Hij vervangt daar Erica van Lente (PvdA), die burgemeester van MiddenGroningen werd. Jager was tot zijn pensionering in mei burgemeester van Westerveld (sinds 2010). Daarvoor was de CDA’er raadslid in Appingedam (1982-1994) en Tweede Kamerlid (2002-2010).
Marnix Bakermans startte op 1 augustus als waarnemend burgemeester van Zaltbommel. Hij vervangt daar Pieter van Maaren (CDA), die per dezelfde datum vertrok. Bakermans was tot 5 juni waarnemend burgemeester in Dongen, daarvoor was hij een jaar gebiedsmanager bij NOVEX De Peel, wethouder in Uden en van 2013 tot 2022 burgemeester in de toenmalige Brabantse gemeente Landerd.
Vanaf 1 september is Erik Ronnes waarnemend burgemeester van Loon op Zand. Hij neemt de taken over van vertrekkend burgemeester Hanne van Aart (VVD). Ronnes (CDA) was tussen oktober 2023 en mei 2024 waarnemend burgemeester in SintMichielsgestel. Eerder was hij raadslid en wethouder in Boxmeer, Tweede Kamerlid en gedeputeerde in NoordBrabant.
Peter Heijkoop wordt de nieuwe burgemeester Leiden. De CDA’er is nu nog (sinds 2016) wethouder in Dordrecht, van 2011 tot 2016
zat hij daar in de gemeenteraad. In Leiden wordt hij de opvolger van Henri Lenferink (PvdA), die op 1 september 2023, na een burgemeesterschap van 20 jaar,
Peter van der Velden waarnemer. Heijkoop wordt op 19 september als burgemeester geïnstalleerd.
Peter van der Velden (PvdA) begint op 23 september als waarnemend burgemeester van Dordrecht. Hij vervangt daar Wouter Kolff (VVD),
die op 4 september commissaris van de Koning in Zuid-Holland wordt. Van der Velden is nu nog waarnemend burgemeester van Leiden. Eerder was hij van 1989 tot en met 2014 burgemeester van achtereenvolgens Nieuw-Ginneken, Rosmalen, Emmen, Bergen op Zoom en Breda. Later was hij nog waarnemend burgemeester van Dordrecht (2017) en Hoeksche Waard (2019).
Gemeentesecretaris Sylvia ter Koele van Borne gaat
tember wordt ze opgevolgd door Jan Meijerink. Meijerink is nu nog domeinmanager Maatschappij bij de gemeente Oldenzaal. Ter Koele begon in 2020 in Borne, daarvoor werkte ze
gemeenten Kampen, Doetinchem en Lochem.
Gemeentesecretaris Guy Heemskerk van Hoorn vertrekt per 1 september. Hij wordt bestuurder bij de Noord-Hollandse onderwijsorganisatie Vonk. Heemskerk begon op 1 oktober 2020 in Hoorn. Daarvoor
Ingezonden mededeling
Ons aanbod
Voor de Jeugd Dag 30 september Taets Zaandam
Raad op Zaterdag 21 september Stadhuis Utrecht
redactie@vngmagazine.nl
Laat u inspireren door onze opleidingen en congressen
Om welk vakgebied het ook gaat: als geen ander weten we hoe complex de inhoud van beleid en wet- en regelgeving kan zijn. Kom daarom naar een van onze inspirerende en verdiepende congressen.Voor heldere en praktische handvatten én om vakgenoten uit het hele land te ontmoeten.
Ons hele aanbod vindt u op vngconnect.nl
werkte hij in Heiloo 4,5 jaar als gemeentesecretaris en was hij voorzitter van de raad van secretarissen van BUCH, de werkorganisatie van Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo.
Lineke Bennema 1 september de nieuwe gemeentesecretaris van Borger-Odoorn. Ze volgt Kim Speekhout op, die vervangen door interimsecretaris Martin Broers Zijn opdracht stopt per 1 oktober. Bennema werkt op dit moment nog als
VNG Juridische 2-daagse 7 & 8 oktober Papendal Arnhem
Risico Platform Overheden 10 oktober Jaarbeurs Utrecht
Najaarsfestival Thuis 17 oktober Orpheus Apeldoorn
VNG Uitvoeringscongres 7 november
NBC Congrescentrum Nieuwegein
hoofd crisisbeheersing bij de Veiligheidsregio Drenthe en als hoofd GHOR bij de GGD Drenthe. Daarvoor was ze jarenlang politiechef.
Rob Hammenga begint op 9 september als gemeentesecetaris van Dronten. Hij is nu nog concerncontroller bij de gemeente Hengelo, daarvoor was hij dat in Meppel. In Dronten wordt hij de opvolger van Jan Dirk Pruim, die sinds 1 februari 2023 waarnemer is voor Tineke van Lenthe. Zij kon vanwege ziekte haar functie niet vervullen.
Peter Koolen is sinds 4 juli raad van Maasdriel. In de periode 2018-2022 was Koolen wethouder in Nederweert; hij is daar nu sinds 2022 raadslid. Sinds 1995 heeft hij in een aantal functies bij diverse gemeenten gewerkt, waarvan een groot gedeelte in Vught (20052018). Hij volgde in Maasdriel Berry van ’t Westeinde op, die sinds januari 2023
Daniëlle Robijns stopt per van de gemeenteraad van Oisterwijk. Ze begint aan een nieuwe uitdaging als secretaris van de raad van bestuur van Revant, een organisatie voor medisch specialistische revalidatie.
sinds 2018.
Dennie Kattenberg stopt van de gemeenteraad van Epe. Per 1 september wordt ze raadsadviseur/plaatsver-
Voordat Kattenberg in 2019 in Epe begon, werkte ze bij de gemeente Noordoostpolder als juridisch adviseur en plaatsvervangend
De gemeenteraad van Landsmeer heeft Hans Andeweg aangewezen als daar op 1 september als vervanger van Pauline Lodewegens, die terugkeert naar de gemeente Purmerend als raadsadviseur/
Els van der Molen-Zwart begint op 1 oktober als gemeentesecretaris van Alphen-Chaam. Van der Molen werkt nu nog bij de gemeente Horst aan de Maas waar ze sinds 2006 diverse management- en directiefuncties vervulde, waaronder die van locosecretaris. In Alphen-Chaam wordt ze de opvolger van GertWillem van Weel, die in februari 2024 aan de slag ging bij de provincie Noord-Brabant. Sindsdien is Noud Bex interim-secretaris.
Thijs Deckers start op 1 september als raadsgriffier in Stein. Hij bekleedde dezelfde functie in Nederweert. Deckers was eerder al raadsadviseur en plaatsvervangend griffier in Stein (2015-2018). Daarna was hij tot september 2021 plaatsvervangend griffier in Eindhoven. Van september 2021 tot zijn start in Nederweert was hij bestuurs- en directiesecretaris bij de GGD Zuid-Limburg. In Stein volgt hij Theo Pierik op, die met pensioen gaat. Pierik werkte sinds 2008 als griffier voor de raad van Stein. Eerder was hij raadsgriffier in Lith en in Bergen (L.).
ze ook voordat ze in november 2022 naar Landsmeer kwam. Andeweg was eerder onder meer bestuurs-
van de eilandsraad van Sint Eustatius en raadsgrif-
Utrechtse Heuvelrug en Wassenaar.
Saskia van Dijk wordt gemeenteraad van Krimpenerwaard. Ze is nu nog
Gilze en Rijen (sinds juni 2021), daarvoor was ze dat in Landsmeer. In Krimpenerwaard wordt ze de opvolger van Marie-Louise van Muijen, die per 1 mei op eigen verzoek vertrok. Sindsdien is Felix van Beek begint op 17 september in Krimpenerwaard.
Ina Adema, de commissaris van de Koning in Noord-
Brabant, is vanaf 1 september de nieuwe voorzitter van het Interprovinciaal Overleg (IPO), de koepelorganisatie van provincies die de gezamenlijke belangen van provincies behartigt in ‘Den Haag’ en ‘Brussel’. Adema (VVD) wordt de opvolger van de Zuid-Hollandse commissaris van de Koning Jaap Smit (CDA), die met pensioen gaat.
Belangstellenden kunnen solliciteren naar het burgemeestersambt van EdamVolendam (circa 37.000 inwoners), vacant per 27 maart 2025. Het salaris bedraagt € 10.358,31 bruto per maand. De noord-holland.nl/actueel/ burgemeestersvacatures. Sollicitaties vóór 9 september sturen naar de CdK in de provincie NoordHolland.
RAAD SGP, STAPHORST WERK FRANCHISENEMER
‘Mijn vader was franchisenemer bij Albert Heijn in Rijssen, na mijn studie kon ik bij hem aan de slag. Dat beviel behoorlijk goed. De omgang met de collega’s en het contact met klanten geven me veel energie. In Hardenberg begon ik zelf als franchiseondernemer en inmiddels zijn we gegroeid naar drie vestigingen. Je bundelt de krachten door binnen een formule te opereren. Voor mij
ligt er een grote toegevoegde waarde in de onderlinge benchmarkvergelijking. Zo zien we van elkaar wat werkt en wat niet.
Het werk in de gemeenteraad is in veel opzichten vergelijkbaar met het zijn van franchisenemer. We voeren taken uit binnen de geldende normen en passen lokaal maatwerk toe dat past binnen de eigen cultuur.’
INCLUSIEVE ERFGOEDPARTICIPATIE ZORGT ERVOOR DAT INWONERS ZICH MEER MET DE LEEFOMGEVING EN MET ELKAAR VERBONDEN VOELEN. LOKALE KENNIS WORDT BETER BENUT EN JE WORDT GEHOORD EN GEZIEN. ‘BIJ HET ZOEKEN NAAR DE WAARDE VAN VONDSTEN GAAT HET NIET ALTIJD OM ARCHEOLOGISCHE KENNIS, MAAR OOK OM GEMEENSCHAPPELIJKE HERKENNING.’
Volgens Mohssine Dahhan werkt participatie ook bij archeologie en erfgoed – als aan de juiste voorwaarden wordt voldaan. Door verhalen te vertellen waar inwoners zich in herkennen, bijvoorbeeld.
Dahhan is de gemeentelijke archeoloog van Almere. Hij houdt zich al jaren bezig met het delen van geschiedenis en cultureel erfgoed met immigranten. ‘Het is belangrijk om de geschiedenis van de gemeente zo te vertellen dat inwoners zich daarmee kunnen identificeren als mens, niet als iemand met een bepaalde nationaliteit. Het maakt niet uit waar je vandaan komt en wat je achtergrond is. Als je dat als uitgangspunt neemt, raak
je met elkaar verbonden. Zo wordt de stad van iedereen.’
Erfgoed is een onlosmakelijk onderdeel van de leefomgeving en culturele geschiedenis. Daarom is het zaak hier ook de inwoners nadrukkelijk bij te betrekken, vinden de stadsarcheologen van Almere en Helmond. Door contact met ze te zoeken, ook met degenen die zich niet gezien of gehoord voelen, geef je ze een stem. Dit sluit naadloos aan bij de uitgangspunten van het Verdrag van Faro van de Raad van Europa uit 2005, dat de mens binnen het erfgoed centraal zet.
HOORBAAR EN ZICHTBAAR
Dahhan: ‘Participatie is geen gunst, het is een recht. Je hebt het recht om te gaan stemmen bij verkiezingen en je hebt ook het recht om te participeren. Bij participatie luister je niet alleen
naar anderen, maar jij moet ook gehoord worden. Daarmee maak je jezelf hoorbaar en dus zichtbaar.’
De basis van integreren is elkaar en de geschiedenis leren kennen. Nederland, Marokko en Turkije hebben bijvoorbeeld al een gedeelde geschiedenis, zegt hij. Het Romeinse Rijk strekte zich honderden jaren uit tot in deze landen. De limes, de Romeinse rijksgrens, liep vanuit Engeland onder meer door Nederland en Turkije naar Marokko. ‘Er is genoeg dat ons al verbindt’, zegt Dahhan. ‘Helaas is er in sommige landen veel minder aandacht voor geschiedenis, archeologie en monumenten. Als er economische of andere problemen zijn in een land is er weinig aandacht voor cultuur. Het gaat dan veel meer over overleven. Maar als je de geschiedenis van bijzondere gebouwen of een archeologische site vertelt
Bewoners uit de omgeving hebben de archeologische Vindplaats Zenit in Almere Buiten geadopteerd en doen daar vrijwilligerswerk.
en nieuwkomers erbij betrekt, ontstaat er verbinding met hun woonplek en de omgeving.’
HERKENNING
Helmond heeft al een lange traditie met erfgoedvrijwilligers. ‘Maar vaak worden archeologische rapportages van opgravingen toch gelezen en beoordeeld door archeologen,’ zegt stadsarcheoloog Theo de Jong. ‘De geschiedenis is van ons allemaal. Daarom moeten wij dit ook delen met de inwoners, ongeacht hun achtergrond. Zij kunnen dan mede bepalen wat belangrijk is en tegen de gemeente zeggen: waarom laten we die vondsten niet in het wijkcentrum zien? Een onderzoeker kan iets op een heel andere manier duiden dan een inwoner. Het is op deze manier wel zoeken naar de waarde van vondsten, maar dat maakt het ook heel interessant. En het gaat niet altijd om archeologische kennis, maar ook om gemeenschappelijke herkenning.’
Het saneren van een vuilstortplaats in 2016, om ruimte te maken voor een nieuwbouwproject, leidde tot het vijf jaar durende erfgoedproject ‘Helmond in 100 stukskes, vuilnis met verhalen’. De Jong werd door een van de vrijwilligers getipt dat bij de sanering van de stortplaats, in gebruik tussen 1931 en 1957, uit de zeef-
installatie de flessen, potten en pannen ‘over straat rolden’, vertelt hij. ‘Toen we daar gingen kijken, bleek het ook om voorwerpen uit de Tweede Wereldoorlog te gaan, zoals soldatenhelmen en ander oorlogstuig. We kregen van de saneerder toestemming om in de werkpauzes in de uitgezeefde vuilstortresten te kijken en kwamen met zakken en bakken vol vondsten terug.’
Van de ruim 1500 vondsten werd een kleine tentoonstelling gemaakt in het Edah-Museum, een kruideniersmuseum uit het midden van de vorige eeuw. Toen bleek dat veel bezoekers herinneringen aan de vondsten hadden, ontstond het idee om in een woonzorgcentrum herinneringen van ouderen, de ‘ooggetuigen’, door ‘verhalenvangers’ te laten optekenen.
Van deze periode van crisis, oorlog en wederopbouw werd samen met de Heemkundekring en het Kunstkwartier een verhalenbundel gemaakt. ‘We plaatsten
de voorwerpen uit de vuilstort op een tafel waar een groepje ouderen omheen zat en toen kwam het ene na het andere verhaal tevoorschijn’, vertelt De Jong. ‘Ze vulden elkaar aan op basis van de dingen die ze op tafel zagen staan. Zelfs dementerende ouderen herkenden de voorwerpen nog en vertelden daar verhalen bij.’
De Jong: ‘Ik realiseerde me toen ook dat iedereen een eigen visie heeft op wat hij ziet. Dat geldt ook voor archeologen. Als ik als archeoloog een opgraving uitvoer, dan is mijn verhaal anders dan dat van een collega, terwijl we uitgaan van dezelfde soort vondsten. De herinneringen van deze inwoners geven waarde en betekenis aan de spullen die wij op de vuilnisbelt vonden. Dát is de sociale waarde van erfgoed. Ik had vuilnisstortplaatsen niet op de archeologische waardekaart staan, maar daar
‘Een onderzoeker kan iets op een heel andere manier duiden dan een inwoner’
Bij 1 op de 10 meisjes en vrouwen in Nederland die in armoede leven is thuis geen geld voor menstruatieproducten. Uit schaamte blijven ze thuis en missen ze school of werk. Daar kunnen we samen iets aan doen.
Want als er binnen je gemeente budget wordt vrijgemaakt, dan kunnen we dit directe gevolg van armoede aanpakken. Het Armoedefonds kan jullie daarbij volledig ontzorgen. Wij realiseren de uitgiftepunten (MUP’s) en zorgen voor de inkoop en verspreiding van menstruatieproducten. We houden het overzicht en doen, in samenspraak met de gemeente, suggesties voor mogelijke (nieuwe) locaties.
Scan de QR-code voor meer informatie, neem telefonisch contact op met Penny van Laarhoven of mail ons op: gemeente@armoedefonds.nl
Al ruim 70 gemeenten doen mee zoals: Rotterdam, Dronten, Sudwest Fryslan, Goes, Harderwijk en Amsterdam.
“Hiermee pakken we een van de directe gevolgen van armoede aan en zetten we in op het bespreekbaar maken van twee lastige onderwerpen: menstruatie en armoede.”
Wethouder Mohamed-Hoesein Rotterdam
Stichting Armoedefonds
De Grote Elst 52 5246 JR Rosmalen Telefoon 073 - 369 01 94 www.armoedefonds.nl
‘De basis van integreren is elkaar en de geschiedenis leren kennen’
met de bewoners over het
en herkenbaar
ben ik door dit project wel anders over gaan denken.’
De vondsten hebben een blijvende waarde gekregen: er is een memoryspel van gemaakt en de Heemkundekring gebruikt ze in september bij de viering van tachtig jaar vrijheid in een tentoonstelling over de bevrijding van de regio. Deze expositie komt in een leegstaand winkelpand waar weer een heel ander publiek op afkomt.
Participatie is het sleutelwoord van Vindplaats Zenit in Almere Buiten, een archeologische vindplaats van zo’n tienduizend jaar geleden. In de bodem vonden archeologen sporen van prehistorische bewoning: vuurstenen, notendoppen, pijlpunten. Omdat op deze vindplaats niet mag worden gebouwd,
is daar een ontmoetingsplaats voor en door de buurt gemaakt waar inwoners kennismaken met de geschiedenis, zegt archeoloog Dahhan. Bewoners hebben de vindplaats geadopteerd en doen daar vrijwilligerswerk. Er zijn een moestuin, een prehistorisch dorp met vuurplaats en twee prehistorische hutten.
Dahhan: ‘Het is heel mooi om ook inwoners met een migratieachtergrond mee te laten draaien als partner op deze vindplaats. Je ziet daardoor verbinding ontstaan tussen bewoners, hun cultuur en denkwijze.’
Het is voor een gemeente als Almere, waar 40 procent van de bevolking een andere etnische achtergrond heeft, belangrijk dat erfgoedparticipatie gaat groeien en dat ook de stem van deze mensen wordt gehoord, zegt de archeoloog. ‘Je kunt over participatie praten, maar het
gaat vooral over doen. Om iedereen te bereiken, kun je workshops geven of educatieve programma’s opzetten. Maar het gaat ook over goed en toegankelijk communiceren. Gebruik hier de lokale media voor en laat iets vertalen in meerdere talen. Bevorder ook vrijwilligerswerk onder mensen met een andere etnische achtergrond zodat ze worden meegenomen in het verhaal van erfgoed. Netwerken van etnische gemeenschapsorganisaties zijn ook belangrijk, maak daar programma’s voor zodat ook zij betrokken raken. Ontwikkel inclusief beleid en zorg dat dit actief wordt toegepast en geëvalueerd. Het kost tijd, het kost geld, maar ook dit is democratie.’ ←
De verhalenbundel Helmond in 100 stukskes, vuilnis met verhalen, is te verkrijgen via heemkundekringhelmont.nl/boeken.
Herinneringen van ouderen aan voorwerpen uit de vuilstort werden vastgelegd in een verhalenbundel. (Beeld: Laura Maessen)
Hét overzicht van vacatures binnen gemeenten voor hoger opgeleiden.
Recordmanager
Oldebroek
Informatiemanager
Wassenaar
Strategisch communicatieadviseur
Gooise Meren
Projectmanager Wet open overheid
Medemblik
Coördinator burgerzaken cluster documenten
Amstelveen
Kwaliteitsmedewerker publiekszaken
Geldrop-Mierlo
Adviseur burgerzaken
Haarlemmermeer
Business controller
Dijk en Waard
Medemblik
Senior adviseur
Soest
Inkoopadviseur
Zaanstad
Leerplichtambtenaar/ leerplichtconsulent Alphen aan den Rijn
Beleidsmedewerker onderwijs en educatie
Olst-Wijhe
Wijkteamconsulent leerplicht
Schagen
OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID
Senior specialist Bibob Eindhoven
Adviseur openbare orde en veiligheid Lelystad
ORGANISATIE
P&O-adviseur
Nieuwegein
Adviseur vitaliteit en duurzame inzetbaarheid
Wijdemeren
Voor een overzicht van alle vacatures en meer informatie zie www.gemeentebanen.nl.
Projectleider gebiedsontwikkeling
Alphen aan den Rijn
Projectleider energietransitie
Capelle aan den IJssel
Senior adviseur mobiliteitstransitie
Eindhoven
Projectleider openbare ruimte
Huizen
Adviseur water en klimaat
Leeuwarden
Beheerder stedelijk water
Lelystad
Adviseur fysieke leefomgeving/ruimtelijke ordening
Leusden
Taxateur onroerende zaken
Maassluis
Casemanager ruimtelijke ordening
Olst-Wijhe
Juridisch adviseur grondzaken
Olst-Wijhe
Projectleider civiel
Schouwen-Duiveland
Ondersteuner omgevingsplannen
Zaanstad
Vragen aan de VNG? Bel het team Informatievoorziening, tel. 070-373 83 93, info@vng.nl
Strategisch adviseur openbare ruimte en regisseur klimaatadaptatie
Zwartewaterland
WERKGELEGENHEID
Consulent werk
Dienst Dommelvallei (Mierlo)
Beleidsadviseur armoedebeleid en schuldhulpverlening
Huizen
Kwaliteitsmedewerker inkomen en uitkeringsadministratie
Oldebroek
Rechtmatigheidsconsulent Tilburg
WELZIJN
Procesadviseur/kwaliteitsmedewerker
De Bilt
Beleidsadviseur Wmo
De BUCH (Castricum)
Welzijnsmedewerker ouderen
Oldebroek
Beleidsadviseur jeugd Voorschoten
Projectleider Opgroeien in een Kansrijke Omgeving (OKO) Wassenaar
Uitgever Dineke Sonderen, Sdu BV, tel. 070-378 99 24 Hoofdredactie Esther Bunnik Chef redactie Rutger van den Dikkenberg Redactie Leo Mudde, Marten Muskee, Monique Westenbroek Medewerkers Marije van den Berg, Geerten Boogaard, Sandra Braakmann, Dimitry de Bruin, Jiri Büller, Saskia Klaassen, André Krouwel, Martijn van der Steen Contact redactie tel. 070-378 96 43, redactie@vngmagazine.nl Ontwerp Fier.media Vormgeving Monique Westenbroek Druk Senefelder Misset, Doetinchem Advertentie-exploitatie Abonnementen parlementariërs en ambtenaren bij gemeenten. Aanvragen en wijzigingen: www.vng.nl, vngleden@vng.nl of 070-3738393
Betaalde abonnementen Prijs jaarabonnement: 198 euro (excl. 9% btw). Sdu Klantenservice, www.sdu.nl/service, tel. 070-378 98 80. Schriftelijk opzeggen uiterlijk twee maanden vóór het einde van de abonnementsperiode bij Sdu Klantenservice, Postbus 20025, 2500 EA Den Haag © 2024, ISSN 1566-1636
Mis niets!
Neem nu een jaarabonnement op VNG Magazine via sdu.nl/service of bel naar 070-378 98 80