De kansen van data

Actueel
Praktisch
Inclusief recente Cao’s
te bestellen via: www.sdu.nl
Het is niet erg om iets niét te doen, zegt innovatieadviseur Willem Jansen van de gemeente Utrecht.
Rapport Groningen
Na het rapport over de gaswinning is het hoog tijd om te werken aan het vertrouwen, zegt wethouder Annalies Usmany (Eemsdelta).
THEMA Datastrategie
Overheden willen meer regie op het gebruik van data en ICT.
WOZ
Na ophef stopte
Enschede met de fototool voor de WOZ. De Brabantse ervaringen zijn beter: daar is de tool juist een goed middel om het vertrouwen te herwinnen.
Publiek
Een raadslid is er niet om één deelbelang over te nemen, zegt raadslid Haitske van de Linde.
Groningse gemeenteraden en colleges willen dat dat het rijk ‘koste wat het kost’ de ‘ereschuld’ aan de provincie inlost. Dat stellen ze in een statement dat woensdagavond in een gezamenlijke vergadering werd afgegeven.
De verklaring is ook ondertekend door provinciale staten, het college van gedeputeerde staten van Groningen en vertegenwoordigers van de Groningse waterschappen.
De volksvertegenwoordigers en bestuurders reageren daarmee op het kritische rapport van de parlementaire enquêtecommissie die onderzoek deed naar de besluitvorming rond de gaswinning in Groningen. Die constateerde onlangs dat de belangen van de Groningers ‘structureel genegeerd’ werden bij de gaswinning. Het rijk heeft volgens de commissie een ‘ereschuld’ bij het herstellen van de schade en het herwinnen van vertrouwen.
In de gezamenlijke verklaring schrijven de Groningse raden en staten dat ze zich ‘eindelijk gehoord en gezien’ voelen door de conclusies van de enquêtecommissie. ‘De wanhoop, machteloosheid, de scheuren in ziel, huizen en monumenten, het wantrouwen, langslepende procedures, de angst en zorgen van kinderen; een ongekende tragedie nu vastgelegd, zwart op wit.’
De volksvertegenwoordigers roepen de Tweede Kamer op de conclusies over te nemen en verlangen dat het kabinet de aanbevelingen ‘onmiddellijk en volledig’ opvolgt. Uiterlijk in september moet daar een plan van aanpak voor zijn, ‘koste wat het kost’. Dat betekent onder meer dat het rijk moet stoppen met het wantrouwen tegen de inwoners van Groningen, schrijven ze. Ook moet het leed gecompenseerd worden en zijn er investeringen nodig in de regio.
FORSE KNAUW
Het vertrouwen van de Groningers in het rijk heeft een forse knauw gekregen, zegt gedeputeerde Johan Hamster tegen VNG Magazine. ‘Als overheid ben je er primair voor de inwoners. Daar heeft het rijk steken laten vallen.’ Wethouder Annalies Usmany-Dallinga van Eemsdelta beaamt dat. De aardbevingen en de trage hersteloperatie zorgen voor veel stress bij Groningers, ziet zij. (RvdD) ← Lees meer vanaf pagina 14.
Gemeenten vinden het op orde brengen van de informatiehuishouding, om zo te voldoen aan de Wet open overheid, een grote opgave.
De Friese commissaris van de Koning Arno Brok is ‘not amused’ over het feit dat een meerderheid van de gemeenteraad van Terschelling al twee jaar na haar aanstelling het vertrouwen opzegde in burgemeester Caroline van de Pol. Brief 7 maart.
Dat blijkt uit onderzoek van de Open State Foundation en het Instituut Maatschappelijke Innovatie (IMI). Ook de cultuurverandering die nodig is om goed te kunnen werken met de wet, die bijna een jaar in werking is, is nog een issue. Veel gemeenten zijn nog bezig met de implementatie van de nieuwe openbaarheidswet. Als ze de informatiehuishouding op orde hebben, kan dat een positieve bijdrage leveren aan het op tijd afhandelen van openbaarheidsverzoeken, aldus de onderzoekers. (RvdD) ←
‘Informatiehuishouding
In ons land is de benoeming voor een periode van zes jaar en de burgemeester is geen uitzendkracht.
Dat blijkt uit het jaarlijkse Landelijk Reizigersonderzoek dat vorige week is gepubliceerd.
Het kabinet komt met maatregelen om de uitwassen van WOZ-bedrijven aan te pakken. Het aantal commerciële partijen dat geautomatiseerd in bulk namens inwoners bezwaar maakt, neemt jaar op jaar toe.
Gemeenten zijn veel geld kwijt aan de proceskosten wanneer een commercieel bedrijf wordt ingeschakeld, terwijl die kosten niet betaald hoeven te worden als inwoners zelf bezwaar maken. Het gaat om zogeheten no-cure-no-paybureaus die alleen betaald krijgen wanneer een bezwaar slaagt. Meerdere gemeenten roepen hun inwoners op om zelf bezwaar te maken. Ook de VNG maakt al jaren bezwaar tegen de manier van werken van de no-cure-no-paybureaus.
INFORMEEL CONTACT
Staatssecretaris Marnix van Rij van Financiën heeft nu maatregelen aangekondigd. Zo krijgt het informeel contact met de gemeente een belangrijke functie in het bezwaarproces en moet het gemakkelijker worden een beschik-
king te wijzen zonder formeel bezwaar te maken. Ook worden de vergoedingen straks verlaagd en worden ze niet meer rechtstreeks aan de bureaus uitgekeerd, maar aan de inwoners.
Het is de bedoeling dat de nieuwe regels in de loop van 2024 worden ingevoerd.
Het aantal bezwaren via commerciele bureaus neemt toe. Gemiddeld gezien wordt in 3 procent van de WOZbeschikkingen bezwaar gemaakt. In 51 procent van die zaken werd vorig jaar een commercieel bureau ingeschakeld. Drie jaar eerder was dat nog 36 procent. Het kost gemeenten ook steeds meer geld. Daarnaast loopt de uitvoering van de WOZ vast, waarschuwt de VNG, en dreigt de relatie met de burger te formaliseren.
Gemeenten zoeken ondertussen naar slimmere manieren om via de WOZ het vertrouwen in de overheid juist te laten toenemen. Gemeenten in Oost-Brabant werken daarvoor met een fototool. Die leidde vorig jaar in Enschede nog tot beroering, maar de Belastingsamenwerking Oost-Brabant (BSOB) heeft juist positieve ervaringen met de tool. Dat komt onder meer omdat de gemeenten transparant zijn over het gebruik van het instrument. (RvdD) ← Lees meer vanaf pagina 28.
Meer over de commissies en het vergaderschema: vng.nl/vereniging
TEKST: VNG
Tot 31 maart, 12.00 uur, kunnen gemeenten reageren op het principeakkoord voor de Cao Gemeenten. De VNG sloot samen met de WSGO (Werkgeversorganisatie Samenwerkende Gemeentelijke Organisaties) een akkoord met de vakbonden over de nieuwe Cao Gemeenten en de Cao SGO voor 2023. In de ledenraadpleging kunnen gemeenten voor
Hoe komen we als overheid in de topvorm die nodig is om de transities te sturen? Welke rol past gemeenten?
De Verenigingsstrategie 2030 van de VNG analyseert wat hiervoor nodig is. De strategie omvat verschillende voorstellen om gemeenten individueel en collectief te versterken, meer samen op te trekken en van elkaar te leren, de onderlinge banden te versterken en een scherpere focus te kiezen.
of tegen het akkoord stemmen. Het VNG-bestuur besluit uiterlijk 6 april of de VNG het akkoord bekrachtigt. In onze ledenbrief geven we een korte toelichting op het akkoord. De WSGO houdt een eigen ledenraadpleging. De VNG en WSGO stemmen de uitslagen van de ledenraadpleging onderling af.
gaat uit van de eigen kracht van het decentraal bestuur en is gericht op alles wat gemeenten kunnen beïnvloeden: de kwaliteit van de eigen uitvoering, de verbinding met inwoners en bedrijven en het collectief leren en ontwikkelen.
NIEUW MODEL
Daarbij past een nieuw model van interbestuurlijke samenwerking: ‘omgekeerd medebewind’. In dit nieuwe model ontwikkelen gemeenten zich verder als sterke bestuurslaag door een stap naar voren te doen,
maatschappelijke opgaven te agenderen, oplossingen aan te dragen en aan het rijk de randvoorwaarden te stellen voor de uitvoering.
De algemene directie van de VNG heeft een ronde door het land gemaakt langs alle provinciale VNGafdelingen en gemeentelijke netwerken om input te verzamelen. De Verenigingsstrategie wordt de komende tijd aangescherpt. Op de Algemene Ledenvergadering (ALV) van 14 juni legt de VNG de strategie aan de leden voor. Voor meer informatie: vng.nl/verenigingsstrategie.
Na het drama met de gaswinning wil Groningen een voortrekkersrol nemen in de energietransitie. De provincie snel verduurzamen met hulp van het rijk. Het is een gerechtvaardigde oproep, het vertrouwen van de Groningers in de rijksoverheid is geschonden. Die vertrouwensbreuk moet hersteld worden.
Met WarmteStad levert de stad Groningen nu al een prestatie van formaat. Meer dan vijfduizend inwoners zijn aangesloten op warmte- en koudeopslag (WKO) of op het duurzame warmtenet. Een groot zonnewarmtepark komt er ook bij. Straks worden 12.500 huishoudens duurzaam verwarmd. WarmteStad is eigendom van de gemeente en het Waterbedrijf Groningen. ‘Geboren uit de overtuiging dat je zorgt voor dat waar je om geeft,’ staat er op de website. Wethouder Philip Broeksma zei in EenVandaag: ‘Onze inwoners zijn geen klanten. Het gaat niet om winst, maar om maatschappelijk rendement.’
Elders in het land zijn er meer voorlopers. In feite hebben alle gemeenten een hoofdrol in de energietransitie. Het is grote winst dat het kabinet vorig jaar heeft besloten dat de warmtenetten voor het grootste deel in handen van de overheid moeten komen. De VNG had dit ook bepleit. Gemeenten hebben behoefte aan publieke partners in de warmtetransitie. Het is een ingrijpende operatie die elke inwoner raakt. Het is cruciaal dat de publieke middelen die erin worden geïnvesteerd het publiek belang dienen. En dat inwoners ervan
op aan kunnen dat warmtevoorziening betrouwbaar en betaalbaar is. Dat is ook belangrijk voor het draagvlak, want er is weerstand te overwinnen. Het is goed nieuws dat het kabinet geld beschikbaar stelt voor de uitvoeringskosten van de energietransitie (1,04 miljard euro tot en met 2025 oplopend tot 5 miljard euro). Gemeenten kunnen nu eindelijk hun organisaties verder opbouwen. Het wordt nog een kluif om vakmensen aan ons te binden. We zullen elkaar daarbij hard nodig hebben.
De energietransitie is bij uitstek een thema waarop gemeenten de stap naar voren maken. Stoppen met steenkool, olie en gas is onvermijdelijk. Tegelijk stellen de warmtetransitie en de integratie van elektriciteit en warmte ons voor een zoektocht met grote onzekerheden. Als gemeenten zijn we de spin in een web van medeoverheden, maatschappelijke organisaties, bedrijven en inwoners. Elk college staat in een grote cirkel van invloed met de zware taak om (mede) te organiseren dat warmte en elektriciteit beschikbaar blijven voor inwoners en bedrijven. Energie is een keiharde voorwaarde om te kunnen wonen, werken en leven in vitale gemeenten. Deze opdracht maakt van elke wethouder Energie iemand die een enorm verschil kan maken, iemand die draken verslaat en uit valkuilen weet te ontsnappen. Een held in spe; iemand als Philip Broeksma.
EEN WARENHUISKETEN DIE NIET INVES
TEERT IN EEN WEBWINKEL ZIET HAAR
MARKTAANDEEL AL SNEL KELDEREN. ZIJ
MÓÉTEN WEL INNOVEREN, GEMEENTEN
KENNEN DIE DRUK NIET. TOCH ZIJN ZE INNOVEREND, DANKZIJ ANDERE PRIKKELS.
‘Het is niet erg om iets níét te doen, als je daarvoor argumentengoedehebt’
Martin Jansen is strategisch adviseur innovatie bij de gemeente Utrecht. In 2015 stond hij aan de wieg van het werken met datagedreven sturing.
Innoveren gaat niet vanzelf. Vernieuwingen komen in gemeenten vaak pas van de grond wanneer een gepassioneerde leidinggevende het management uitdaagt, of wanneer er in een coalitieakkoord flink wat geld voor is vrijgemaakt. Of wanneer de werkvloer constateert dat processen en procedures niet meer werken zoals ze ooit waren bedoeld en daarom ideeën aandraagt hoe het beter kan.
Dat gebeurde allemaal in Utrecht, waar de gemeenteraad acht jaar geleden, toen datagedreven sturing populair werd, 8 miljoen euro opzijzette voor een omvangrijk stimuleringsprogramma om data te gebruiken voor innovaties.
Martin Jansen is innovatieadviseur bij de gemeente Utrecht. De ideeën kwamen uit alle hoeken en gaten van de organisatie, herinnert hij zich. ‘Soms van de top, soms van de middenmanager en soms diep van de werkvloer. De mensen op de werkvloer ervaren wat krakkemikkig gaat, of wat heel irritant is en eigenlijk zou moeten veranderen. Of een leidinggevende denkt: dat we dit nog op deze manier doen, dat moet echt anders.’
Jansen stond als kwartiermaker bij de gemeente Utrecht aan de wieg van datagedreven werken en de daarmee verbonden innovaties. Voor A&O fonds Gemeenten werkte hij mee aan verschillende publicaties en presentaties over vernieuwing en innovatie bij gemeenten. Zijn credo: ‘Innoveren kun je leren’.
Innovatie, wat is dat eigenlijk?
‘Er zijn duizend definities. Ik houd me vast aan die van de OESO, die stelt dat innovatie een nieuw of vernieuwend product of proces is dat significant verschilt van het voorgaande product of proces en dat beschikbaar is gesteld aan potentiële gebruikers of in gebruik is genomen. Vooral dat laatste is belangrijk: zonder gebruiker, geen innovatie. Want bij de gebruikers zit de toets of iets waardevol is. Als die, na twee keer proberen, zeggen: dit is helemaal niks, dan houdt het op. Dan is het geen goed idee geweest. Natuurlijk, innovatie kan datagedreven zijn, met de technologie
als startpunt. Als je maar zorgt dat die gebruiker niet buiten beeld raakt.’
Geeft u eens een voorbeeld van een geslaagde, gemeentelijke innovatie.
‘We hebben hier in Utrecht het straatvegen veel meer datagedreven gemaakt. Met camera’s op de veegwagens wordt een beeld van de straat gemaakt. Zo werden bijvoorbeeld op een bepaald moment 23 peuken gevonden, 25 vierkante meter blad, twee bananenschillen en 25 stuks zwerfafval, fracties. Als je weet wat ergens ligt, kun je heel gericht gaan vegen. En als je een historie opbouwt, weet je op een gegeven moment welke delen van de stad meer vervuild zijn dan andere. Daar zou je misschien vaker moeten vegen. Of waar bijna nooit iets op de grond ligt. Zo kun je je inzet heel anders gaan regelen, zeker als je die data ook gebruikt voor een dynamische routeplanner die de meest efficiënte routes van de veegwagens berekent.’
Prachtig, maar vinden de mensen op de werkvloer het ook prettig? Eigen initiatief tonen is niet langer nodig.
‘Dat klopt, mensen waren altijd gewend een eigen route te rijden en nu moesten ze van de iPad een andere kant op. Als het werk verandert, moet je daar aandacht aan besteden. Het zijn medewerkers, geen pionnen die je zomaar ergens neer kan zetten.’
Elke innovatie heeft toch gevolgen voor de werkvloer? Niet iedereen kan daarmee omgaan.
‘Wij hebben hier wat we noemen de havenmeester van de toekomst. Ooit adviseerde de lokale rekenkamer dat de inning en besteding van het haven- en liggeld van de binnenhaven transparanter moesten. Want hoe gaat dat nu? De havenmeester zag met een verrekijker dat er een boot lag, stapte met z’n bonnenboekje in de auto, klom aan boord voor de inning van het geld en ging weer weg. Dat kon beter gedigitaliseerd worden, dachten wij. Zo’n schip heeft een transponder aan boord en aan de hand daarvan kun je zien waar het is geweest en heeft aangelegd. De
‘ Waarom zou je een ‘Waarom zou je een moeilijke technolog ie technologie inzetten als het met met een paar pijlen paar ook kan?’
schipper krijgt vervolgens automatisch een rekening. Dat is een behoorlijke omslag voor de havenmeester. De verrekijker en het bonnenboekje maken plaats voor een digitaal systeem, controles vinden plaats op basis van de transpondergegevens.’
Die havenmeester maakt zichzelf misschien wel overbodig.
‘Dat vraagt aandacht. Je kunt ook zeggen dat hij meer tijd heeft gekregen en meer service kan bieden aan de binnenvaartschippers. Digitaal factureren vind ik eigenlijk heel normaal. Maar de hengel met dat klompje waarin de schippers van een plezierjacht geld moeten doen om de brug open te laten gaan, die moet je natuurlijk nooit afschaffen. Hoe leuk is dat, daar kan een tikkie niet tegenop. Dus je moet altijd wikken en wegen: wat doe je wel, wat niet? In andere gevallen zullen soms banen verdwijnen, maar daar komen dan weer andere banen voor terug.’
Dus niet gaan innoveren óm de innovatie?
‘Nee, dat is buitengewoon onverstandig. Dwang om ergens in mee te gaan, werkt niet. Elk organisatie, elke persoon heeft een bepaald niveau van stabiliteit nodig. Dus je moet goed kiezen waar je de vernieuwing zoekt, dat is een heel belangrijk onderdeel van innoveren. Voor veel gemeenten zou het hebben van een innovatieagenda goed kunnen werken. Daarin worden keuzes gemaakt en daarin staat ook het instrumentarium dat je nodig hebt.
‘In Utrecht hebben we ooit gekeken naar blockchaintechnologie, maar die bleek toch wel erg complex voor de vernieuwing die ze moest brengen. Dus daarvan hebben we gezegd: daar gaan we niet zoveel mee doen. Dat getuigt ook van lef. Het is niet erg om iets níét te doen, als je daarvoor goede argumenten hebt. In het proces moet je die argumenten al scherp zien te krijgen: ga je door op de ingeslagen weg, of keer je terug naar het begin? Dat kan veel tijd en geld schelen. Veel gemeenten beheersen dat kunstje nog onvoldoende. Belangrijk is ook dat je innovaties stapsgewijs ontwikkelt, zodat je nooit veel geld verspilt.’
Wat is een voorbeeld van een niet geslaagde gemeentelijke innovatie?
‘In een Vlaamse stad hadden ze een onthaalrobot die mensen de weg wees naar de juiste balie of het toilet. Die werd na een paar dagen al uitgezet omdat niet alle functies het goed deden. Toen zei iemand: dan zetten we toch pijlen op de grond? Dat werkte als een tierelier. Dus waarom zou je een moeilijke technologie inzetten als het met een paar pijlen of stiften ook kan?’
Zijn gemeenten conservatief, of zijn ze heel eager om te innoveren?
‘Ze zitten ergens in het midden. Thijs Homan constateert in zijn boek De veranderende gemeente dat veel inspanningen om te veranderen per se zijn bedoeld voor de legitimatie van het gemeentelijk handelen, niet om te slagen. Als al die veranderingen zouden lukken, kwam de gemeente piepend en krakend tot stilstand.
‘Maar er zijn ook een heleboel veranderfonteintjes, zoals hij dat noemt: initiatieven door de hele organisatie heen van mensen die aan de slag gaan met nieuwe dingen. Samen met een paar formele veranderprogramma’s die wel moesten slagen, zorgen die fonteintjes ervoor dat gemeenten best innoverend kunnen worden genoemd.’ ←
Dit is een ingekorte versie van het interview. Het hele interview is te lezen op vng.nl/ magazines, of scan de QR-code.
‘Als al die veranderingen zouden lukken, kwam de gemeente piepend en krakend tot stilstand’
Het kabinet ziet niets in een totaalverbod op tractoren bij demonstraties. Volgens minister Hanke Bruins Slot (BZK) is zo’n verbod een te grote inperking van het recht op demonstratie.
Dat schrijft ze in reactie op een Kamermotie van de Partij voor de Dieren in de Tweede Kamer. Die partij wil een onderzoek naar de mogelijkheden voor een trekkerverbod.
Bruins Slot ziet niets in zo’n verbod. De aanwezigheid van tractoren bij protesten kan weliswaar leiden tot ‘wanordelijkheden’, maar een totaalverbod gaat te ver. Burgemeesters kunnen het best lokaal een besluit nemen, vindt ze. (RvdD) ←
Bron: onderzoeksbureau Realise op basis van bevindingen van 1700 ambtenaren bij zes gemeenten.
MAGAZINE 2023 20 MAART Dag van het Bestuur Leiden, 9.00-17.00 uur | dagvanhetbestuur.nl
21 MAART Gemeentelijke aanpak racisme Online, 12.30-14.00 uur | movisie.nl
21 MAART Goede buren: inclusief samenleven Utrecht, 12.00-17.00 uur | vng.nl/agenda
22 MAART Routekaart Klimaatakkoord voor gemeentesecretarissen Utrecht, 13.00-16.30 uur | vng.nl/agenda
23 MAART Langer zelfstandig thuiswonen Online, 10.00-12.00 uur | vng.nl/agenda
25 MAART Landelijke Dag van Kinderburgemeesters Leeuwarden, 10.00-15.30 uur | kinderburgemeesters.nl
30 MAART Digitale toegankelijkheid Online, 13.00-14.00 uur | accessibility.nl
30 MAART Gemeenten en de strijd tegen discriminatie Utrecht, 10.00-16.30 uur, Platform Gemeenten en Mensenrechten | Aanmelden: platformgemeentenenmensenrechten@minbzk.nl
31 MAART Leefomgeving, gezondheidsverschillen en stress Online, 10.00-12.00 uur | platform31.nl
De overheid zal scherpere keuzes moeten maken bij de grote maatschappelijke opgaven als verduurzaming, de aanpak van het woningtekort en de klimaatadaptatie.
Dat stelt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in de Ruimtelijke Verkenning 2023.
De oplossingen voor deze urgente opgaven vragen allemaal ruimte. Daardoor verandert de inrichting van Nederland op de lange termijn ingrijpend. Er is volgens het PBL decennialang vasthoudend omgevingsbeleid op alle bestuurlijke niveaus nodig om dit land toekomstbestendig te maken.
Hoe Nederland er in de toekomst uit zal zien, hangt af van waar nu nieuwe huizen, wegen en voorzieningen worden gepland. Deze en alle andere ruimtelijke investeringen moeten ook in het veranderde land in de komende decennia renderen. De juiste plek is daarbij belangrijk. Het PBL adviseert dan ook bij het plannen de samenhang voor ogen te houden, en scherpe keuzes te maken die op de lange termijn overeind kunnen blijven.
Omdat niet alles overal kan, zijn vier toekomstscenario’s gemaakt waarin de verschillende keuzes ruimtelijk worden uitgewerkt. Dat zijn: Mondiaal Ondernemend (een toekomstscenario waarin grote bedrijven de lead hebben), Regionaal Geworteld (burgers nemen het initiatief in hun eigen leefomgeving), Snelle Wereld (de nog verder toegenomen digitalisering doet afstanden verdwijnen) en Groen Land (veel ruimte voor de natuur). (MM) ←
Wat wilt u met uw initiatiefvoorstel bereiken?
‘De overheid treedt al ruim tien jaar vooral heel efficiënt op en wil fraudegevallen voorkomen. Daardoor werd de overheid heel hardvochtig. De toeslagenaffaire is daar het meest ellendige voorbeeld van. Laat de overheid het principe van handelen vanuit wantrouwen omdraaien naar handelen vanuit vertrouwen. Geef mensen die een fout of vergissing maken de kans om dat recht te zetten. Een fout maken is menselijk. Behandel inwoners dan ook als mens en niet als fraudeur en juridische tegenpartij. Ga ervan uit dat mensen te goeder trouw zijn. Als bewijsvoering toch kwade trouw oplevert, kun je alsnog die boete geven.’
Ondanks eerder advies van de Raad van State, blijft landelijk beleid uit. U neemt nu lokaal het voortouw?
‘De D66-Kamerfractie vroeg Raymond Knops als bewindspersoon of het niet tijd werd hiermee aan de slag te gaan. Die zei toen op zich best te willen onderzoeken wat de kosten en consequenties zijn van het invoeren van een generiek recht om zich te vergissen. De overheid is goed in onderzoeken, berekenen en filosoferen. Ik geef in mijn voorstel aan waar we morgen kunnen beginnen. Ik ben ervan overtuigd dat het werkt wanneer de gemeente vertrouwen stelt in haar inwoners. Het is voor uitvoerende organisaties ook veel fijner om vanuit vertrouwen te handelen, en in gesprek met inwoners hun problemen op te lossen. Met die cultuuromslag kan Amsterdam de rijksoverheid laten zien dat het werkt. Sla de onderzoeken en discussies over en begin met handelen vanuit vertrouwen.’
Hoe gaat dit in de praktijk werken?
‘Iemand die een administratieve fout maakt, hoort er in sommige gevallen op gewezen te worden dat het recht van herstel geldt. De gemeente gaat ervan uit dat te goeder trouw is gehandeld en legt geen boete op. Het recht van herstel van de fout krijgt een duidelijk gezicht in de vorm van een fysiek of digitaal loket. Daar zit een contactpersoon die helpt uitzoeken wat er is gebeurd en hoe de fout te herstellen. Idealiter wordt dit van kracht bij alle bestuurlijke handhavingsinstanties van de gemeente. Mijn voorstel is te beginnen met de inlichtingenplicht in de bijstand. De praktijk laat zien dat het niet-doorgeven van eventuele veranderingen grote gevolgen kan hebben. Nu verplichten we onze ambtenaren die dat vaak helemaal niet willen hard op te treden tegen mensen die onbewust een fout maken. Ik wil beginnen met het terugbrengen van de menselijke maat.’ (MM) ←
NA HET KRITISCHE RAPPORT OVER DE GASWINNING IN TROUWEN IN DE OVERHEID. ER IS NIET ALLEEN FYSIEKE SCHADE, VEEL GRONINGERS KAMPEN OOK MET MENTALE PROBLEMEN
Het rapport van de parlementaire enquêtecommissie die onderzoek deed naar de besluitvorming rond de gaswinning was stevig en kritisch: de overheid heeft de belangen van de Groningers structureel genegeerd. Nederland heeft een ‘ereschuld’ aan Groningen. De Groningse gemeenten ervaren dagelijks de zorgen en de stress die de gevolgen van de aardbevingen met zich meebrengen, zegt wethouder Annalies UsmanyDallinga (Lokaal Belang Eemsdelta) van Eemsdelta. ‘Inwoners melden zich bij ons met allerlei hulpvragen over de versterkingsoperatie, maar ook omdat ze mentale problemen hebben of het emotioneel niet meer trekken. De hulpvraag is heel omvangrijk.’
Het vertrouwen van de Groningers in de overheid heeft door de gaswinningsproblemen een forse knauw gekregen, ziet ook gedeputeerde Johan Hamster. ‘In Groningen is de overheid tekortgeschoten. De belangen van het geld kwamen voor de belangen van de Groningers. Die zijn structureel genegeerd. Als overheid ben je er primair voor de inwoners. Daar heeft het rijk steken laten vallen.’
Heel veel inwoners voelen zich erkend door het rapport en herkennen de conclusies, zegt Hamster. De voormalig wethouder van Stadskanaal (ChristenUnie) is sinds vorig jaar gedeputeerde in Groningen en in die hoedanigheid voorzitter van het Voorbereidend Overleg Groningen (VOG), waar gemeenten en provincie ervaringen delen over de versterkingsoperatie die in gang is gezet. Die operatie krijgt, tot frustratie van
de Groningse overheden, niet het tempo en de omvang die nodig zijn, zegt Hamster.
VERSTERKINGSOPERATIE
De versterkingsoperatie is in handen van het rijk. De uitvoering is belegd bij de Nationaal Coördinator Groningen (NCG). Die organisatie overlegt met inwoners over de vraag of en hoe de woning versterkt moet worden.
Het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) is verantwoordelijk voor de afhandeling van de schade die door de aardbevingen veroorzaakt wordt. De rol van gemeenten is relatief bescheiden, als het gaat om fysieke schade, maar wel belangrijk. Zij zijn verantwoordelijk voor de prioritering: welke huizen en wijken gaan eerst, en welke volgen daarna? Zo kan de gemeente de versterking
in een wijk bijvoorbeeld koppelen aan een toch al geplande herstructurering.
Maar de hersteloperatie verloopt te traag. Bijna 12.000 woningen zijn nog niet veilig, van 7.289 is het nog niet duidelijk of ze veilig zijn. De procedures rond de versterking zijn complex en onduidelijk, ziet Usmany, en werken ongelijkheid in de hand. Dat wordt veroorzaakt doordat het rijk in 2018 de zaak anders ging benaderen. Waar voorheen een gebiedsgerichte aanpak gebruikt werd, en dus hele straten en wijken in één keer onder handen werden genomen, staat sindsdien de objectgerichte aanpak centraal. Daarbij wordt woning voor woning beoordeeld. ‘Hier in een wijk in Appingedam staan allemaal twee-onder-éénkapwoningen uit de jaren zestig en zeventig. Daarvan wordt de ene gesloopt en de andere versterkt. Mensen begrijpen dat niet. Ik heb in mijn eerste periode als wethouder een herstructurering van een wijk doorgevoerd. Daarbij werden duizend woningen gesloopt en zevenhonderd teruggebouwd. Dat was een stuk eenvoudiger dan deze hersteloperatie. Gemeenten vinden het heel erg nodig dat we weer teruggaan naar de gebiedsgerichte aanpak.’
Ook gedeputeerde Hamster ziet de complexiteit van de hersteloperatie als struikelblok: ‘En wat de enquêtecommissie ook constateert, is dat de aanpak gefrustreerd wordt doordat de uitvoering te weinig ruimte krijgt. Het zal snelheid krijgen als de beslissingsbevoegdheid veel lager in de organisatie wordt gelegd.’
De aardbevingen en de daaropvolgende traagheid bij het herstel van de fysieke schade hebben ertoe geleid dat veel Groningers kampen met stress en gezond-
heidsklachten, constateert de enquêtecommissie. Dat herkent ook Usmany. ‘Veel gezinnen hebben te maken met de problemen van alledag, soms spelen grotere problemen. Daar komt dan de aardbevingsproblematiek bij. Dat is heel ingrijpend.’
De gaswinningsproblematiek leidde tot een ‘forse breuk van het vertrouwen van mensen in de overheid’, concludeerde de commissie. Usmany en Hamster zien dat ook. Alhoewel de hersteloperatie formeel niet de verantwoordelijkheid is van gemeenten, zijn zij als eerste overheid wel vaak het eerste aanspreekpunt voor inwoners, merkt Usmany. ‘De mensen zien dat de gemeenten proberen de inwoners goed te begeleiden. Maar het is voor de lokale overheid hard werken om dat vertrouwen vast te houden. De mensen zijn heel erg boos. De rijksoverheid staat niet in de zaaltjes met inwoners, dat doe ik. Dus ik merk het meteen als er iets niet goed gaat.’
Die conclusie deelt ook de enquêtecommissie. Toch lukte het de lokaal bestuurders niet goed om de problemen in Den Haag voor het voetlicht te brengen, aldus de commissie. De afstand tussen Groningen en Den Haag was daarvoor te groot, en de gemeenten waren veelal te klein, zeker in de periode voor de gemeentelijke herindelingen in de provincie. Usmany, die voor de herindeling tot Eemsdelta in 2021 wethouder was in het kleinere Appingedam, herkent dat niet. ‘Het gaat om het systeemdenken van Den Haag versus de dagelijkse praktijk in de regio. Wij waren en zijn goed georganiseerd op dit dossier en stellen de problemen echt wel aan de kaak bij het ministerie.’
Hoe nu verder? De ereschuld aan Groningen moet ingelost worden, zegt Hamster. ‘De enige manier om het vertrouwen te herstellen, is om te doen wat we al tien jaar beloven. Dat is dat Groningers ten eerste in veilige huizen wonen en dat er ten tweede een adequate oplossing komt voor de schade. Ten derde moeten we serieus perspectief gaan bieden aan de regio. Daar hebben we stapels ideeën over.’ ←
‘De rijksoverheid staat niet in de zaaltjes met inwoners, dat doe ik’
Johan Hamster gedeputeerde provincie Groningen
VIRTUEEL OP HET RECHTE PAD HOUDEN
Rotterdam is samen met de politie en scholen gestart met een opzienbarend project om jongeren te behoeden voor een leven als ‘uithaler’. Uithalers proberen in opdracht van criminelen gesmokkelde drugs uit containers te halen. Via virtual reality verplaatst de deelnemer zich in een leeftijdgenoot die voor de keuze staat snel en gemakkelijk geld te verdienen. Afhankelijk van de gemaakte keuze komt de jongere in contact met een gevaarlijke ronselaar, wordt ingezet als uithaler, met een vuurwapen bedreigd, voor een volgende klus ingezet, of aangehouden door de politie.
MEER REGIE OP HET GEBRUIK VAN DATA EN ICT. DAT IS DE KERN VAN DE INTERBESTUURLIJKE DATASTRATEGIE WAAR GEMEENTEN MET ANDERE OVERHEDEN AAN WERKEN. BETERE UITWISSELING VAN GEGEVENS MOET DE AANPAK VAN MAATSCHAPPELIJKE
OPGAVEN HELPEN, ZEGT GEMEENTESECRETARIS HENK MENSINK.
Net als in veel andere gemeenten, rijden er in Utrecht scanauto’s rond die met camera’s controleren of er voor geparkeerde auto’s wel wordt betaald. Als die camera’s tóch draaien, zou je dan die beelden niet ook voor andere doeleinden kunnen gebruiken? Bijvoorbeeld voor het controleren van ‘bijplaatsingen’, waarbij inwoners afval niet in, maar naast de vuilcontainer zetten? Met die op het oog eenvoudige vraag stapte de gemeente Utrecht naar de ‘Adviesfunctie Verantwoord datagebruik’.
Die concludeerde in oktober vorig jaar dat het gebruik van camerabeelden mag, maar onder voorwaarden. Voor het gebruik van camera’s om louter bijplaatsingen te signaleren biedt de Gemeente-
wet in principe geen wettelijke basis. Maar beelden die op een andere juridische basis worden verzameld – zoals het kentekenparkeren dus – mogen onder voorwaarden wél hergebruikt worden voor andere toepassingen, waaronder het controleren van bijplaatsingen. Zo moet de noodzaak duidelijk zijn, en de beelden geanonimiseerd.
De Adviesfunctie Verantwoord datagebruik is een pilot die voortkomt uit de Interbestuurlijke Datastrategie die rijk, VNG, provincies en waterschappen eind 2021 vaststelden. De strategie moet meer duidelijkheid geven over de kansen en mogelijkheden van het gebruik van data door overheden bij het aanpakken van maatschappelijke opgaven.
KNELPUNTEN
Het belang van data voor overheden wordt steeds groter, maar bij de uitwisse-
ling van gegevens doen zich nogal eens knelpunten voor. De Interbestuurlijke Datastrategie (IBDS) is bedoeld om de ontwikkelingen in goede banen te leiden, zegt Henk Mensink. De gemeentesecretaris van Oss is als lid van de VNG-taskforce Samen organiseren nauw betrokken bij de uitvoering van de overheidsbrede strategie. ‘Deze strategie is afhankelijk van een adequate ICT-architectuur. En daar werken gemeenten aan met het programma Common Ground.’ De aanpak van de interbestuurlijke strategie is meerledig. De informatieuitwisseling tussen overheidsorganisaties moet beter. Dat helpt de dienstverlening en zorgt ervoor dat rijk, gemeenten en provincies minder ICT-kosten maken. Ten tweede biedt de IBDS ook handvatten voor juridische en ethische vraagstukken, zoals de adviesfunctie die Utrecht adviseerde over de scanauto’s. Ten derde
moet er een goede verhouding zijn tussen de markt en de overheid. Op die drie sporen zijn veel ontwikkelingen, waaronder de IBDS en Common Ground, waarin met name uitgediept wordt hoe die datadeling beter georganiseerd kan worden. De ervaringen uit de praktijk zijn hierin leidend.
De maatschappelijke opgaven in Nederland raken steeds dieper met elkaar verstrengeld, ziet Mensink. Er zijn forse woningbouwambities, er is een verduurzamingsopgave en er moet klimaatadaptief gebouwd worden. Goed gebruik van data zorgt ervoor dat die taken beter en gerichter uitgevoerd kunnen worden, met forse kostenbesparingen als gevolg. Zo biedt de Landelijke Monitor Voortgang Woningbouw inzicht in de woningbouwopgave.
Nederlands onderzoek is er nog niet, maar uit Zweeds onderzoek blijkt een potentiële waarde van 6 procent van de overheidsuitgaven. Dat zijn niet louter overheidsbesparingen: een deel van die winst valt bij inwoners en bedrijven, die bijvoorbeeld vanwege een verbeterde dienstverlening door de overheid minder tijd kwijt zijn aan contact met de overheid.
De maatschappelijke winst kan dus groot zijn. Maar om die maatschappelijke
taken in samenhang op te pakken, zijn niet alleen veel gegevens nodig, zegt Mensink, maar is ook betrouwbare gegevensuitwisseling van belang. ‘Elke overheidsorganisatie is nu zelf verantwoordelijk voor haar eigen bronbestanden. Dat is een belangrijke spelregel. Het Kadaster gaat bijvoorbeeld over vastgoed, de gemeente over onder meer de persoonsgegevens. Om een goed beeld te krijgen van de informatie die er is, moet je zorgen dat de informatiekanalen beter op elkaar zijn afgestemd. De bronbestanden moeten op orde zijn en de informatieuitwisseling moet eenvoudig verlopen. Met de Interbestuurlijke Datastrategie en voor gemeenten Common Ground willen we dat voor elkaar krijgen.’
De overheden zien de potentie ook, maar omdat er te weinig onderlinge samenwerking is, blijven lokale initiatieven vaak hangen in goede bedoelingen, blijkt uit
de IBDS. Experimenten lopen vertraging op, pilots worden dubbel uitgevoerd of worden bij succes te weinig opgeschaald. En bovendien ‘gaat er te veel mis’ als het gaat om rechtmatigheid, privacy en ethiek.
TRANSPARANT
De ambities van de IBDS zijn groot. De bedoeling is dat overheden in 2025 een betere afweging kunnen maken als het gaat om het gebruik van data en het delen van die gegevens. Zo moet duidelijk zijn wie verantwoordelijk is voor de data en voor het oplossen van problemen. Als er data gedeeld worden, dan gebeurt dat volgens de strategie altijd transparant. Ook moet er meer dan nu gebruikgemaakt worden van ‘systeemfuncties’, zoals een zogeheten ‘federatief datastelsel’. In zo’n federatief stelsel zijn individuele overheden als bronhouder verantwoordelijk voor het lokale beheer van data, maar zijn er goede technische
‘Er moet meer regie komen op hoe we de ICTarchitectuur ontwerpen’
afspraken gemaakt over het gebruik van die gegevens door andere overheden. Dat klinkt complex, maar gemeenten werken al zo bij het beheer van de basisregistraties.
Mensink vergelijkt de informatiesamenwerking en -uitwisseling nu met een bord spaghetti: slierten data die als één brij door elkaar gehusseld zijn. Door daar meer ordening in te brengen, wordt het bord een stuk overzichtelijker. ‘En we hebben veel minder spaghettislierten nodig.’
Mensink is helder: de overkoepelende datastrategie is broodnodig, net als landelijke spelregels over de uitwisseling. ‘Ik vind het van de gekke dat we in Nederland op 342 verschillende manieren bezig zijn met onze ICT. Daarmee verspillen we heel veel geld. Er moet echt meer regie komen op hoe we de ICT-architectuur ontwerpen en hoe we verbinding maken met alle toepassingen, zodat er veel meer eenheid ontstaat. De afgelopen jaren is gebleken dat we te weinig stappen maken omdat iedereen op eigen houtje bezig is.’
Bij wie zou die regie dan moeten liggen? ‘We zijn daar als gemeenten sterk mee bezig aan de hand van Common Ground’, zegt Mensink. ‘Maar het vraagt ander gedrag van ons. Allemaal hetzelfde doen, heeft veel meer impact dan in je eentje iets het best doen. Als we dit als gemeenten niet zelf kunnen, dan vind ik het helemaal niet erg als dit van bovenaf wordt opgelegd. De staatssecretaris voor Digitalisering zou hier een rol in kunnen spelen.’
De Interbestuurlijke Datastrategie kent overeenkomsten met het programma Common Ground. Ook daarin werken gemeenten samen aan ICT-toepassingen om de dienstverlening te verbeteren. En dat is hard nodig, zegt Mensink, die vanuit de Taskforce Samen organiseren als voorzitter van de Begeleidingsgroep bij Common Ground is betrokken. ‘Onze ICT vertegenwoordigt een miljardenwaarde. Als we naar een nieuw systeem moeten waarvoor investeringen nodig zijn, dan doen we dat graag Common Groundproof. Dat hoeft niet in één keer; daar kun je naartoe groeien. Het is best lastig dat elke organisatie haar eigen koers vaart. Met Common Ground proberen we daar meer eenheid in te brengen.’
De principes van Common Ground bieden daartoe veel mogelijkheden. Het programma krijgt een stevige make-over na een kritisch rapport van PBLQ, dat vorig jaar verscheen. Weliswaar werd er vanuit de visie van Common Ground een beweging op gang gebracht, maar een eenduidig beeld van hoe die visie in de praktijk tot uitvoer gebracht moest worden, ontbrak. Daardoor liepen de verwachtingen van Common Ground uiteen, aldus PBLQ.
‘Met de programmatische aanpak stimuleren we het aansluiten van gemeenten, en zorgen we voor de vertaling van de visie naar praktische toepassingen’, legt Mensink uit. ‘Common Ground wordt door veel mensen als redelijk myste rieus ervaren. We maken het nu een stuk concreter. De VNG, de gemeenten en de leveranciers slaan de handen ineen.’
Waar Common Ground voornamelijk
inzoomt op de technische aspecten, kijkt de IBDS nadrukkelijk ook naar de juridische, politieke en ethische kant van het toenemend gebruik van digitale toepassingen. Immers, niet alles wat daadwerkelijk technisch kán, is wenselijk of mogelijk. Het adviesorgaan dat Utrecht adviseerde over het hergebruik van de camerabeelden van scanauto’s is daar een voorbeeld van. ‘Ik krijg weleens de vraag om het uit te leggen alsof het wiskunde is,’ zegt Mensink. ‘Maar dit is geen wiskunde, dit is mensenwerk.’
De datastrategie geeft geen antwoord op ethische vragen op casusniveau; dat vergt immers ook een politieke afweging die in elke gemeente anders beoordeeld kan worden. Wel geeft de strategie handvatten voor die afweging. ‘Ik pleit niet voor eenheidsworst, dat is de dood in de pot. Hier in Oss werken we met uitgangspunten die we vooraf vaststellen,’ legt Mensink uit. ‘Daarin spreken we ook af hoe de gemeenteraad betrokken blijft. In sommige andere gemeenten heeft de raad een ethische commissie ingesteld.’
Op de ledenvergadering van de VNG, afgelopen december in Utrecht, stelden de gemeenten de vernieuwde Principes voor de digitale samenleving vast. Deze principes geven gemeenten ook houvast. Zo dient de inzet van technologie bij te dragen aan publieke waarde en aan de aanpak van maatschappelijke opgaven. Ook moet het doel van de inzet van techniek transparant zijn. Mensink: ‘Inwoners moeten weten wat er gebeurt als je scanauto’s laat rijden.’ ←
‘Ik vind het van de gekke dat we op 342 verschillende manieren bezig zijn met ICT’
Burgemeester Elbert Roest van Bloemendaal werd door de politie aangesproken na een melding van omwonenden dat er een inbreker met een kniptang rondliep; het bleek te gaan om de burgemeester met een vuilnisprikker, Facebook 6 maart.
Gemeenten gaan aan de slag met startbanen voor statushouders. Ook worden ze al in een asielzoekerscentrum gekoppeld aan potentiële werkgevers.
Minister Karien van Gennip (SZW) heeft dit aangekondigd in een plan van aanpak, dat onder meer in samenwerking met gemeenten en sociale partners is opgesteld. Van Gennip stelt dat het hebben van werk bijdraagt aan een snelle integratie van nieuwkomers.
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de begeleiding van statushouders naar werk, en sinds 1 januari vorig jaar ook voor de inburgering. Het idee is dat statushouders vanaf het moment dat ze in een gemeente komen wonen aan het werk gaan, in combinatie met een inburgeringstraject.
De regio Brainport Eindhoven en de gemeenten Boxtel, Meierijstad en Nuenen gaan aan de slag met startbanen voor statushouders. Als dit goed werkt, wordt het uitgebreid naar meer gemeenten.
Daarnaast wordt in het asielzoekerscentrum al gekeken welke talenten, opleidingen en werkervaring statushouders hebben, om ze snel te helpen bij het vinden van betaald werk. (LM) ←
Beste Thorbeckeprofessor, ALS BOA’S IN DE OPENBARE RUIMTE EEN KORTE WAPENSTOK GAAN DRAGEN, WORDT HET DAN NIET GEWOON WEER EEN SOORT GEMEENTEPOLITIE?
EEN BEZORGDE BURGER
Beste vragensteller,
Het is altijd de bedoeling geweest dat de boa’s in de openbare ruimte een duidelijk andere rol zouden vervullen dan de politie. Waar de nationale politie steeds meer en steeds centraler onder het ministerie van Justitie en Veiligheid valt, zouden de boa’s zich juist richten op de verwezenlijking van het lokaal veiligheidsbeleid in brede zin. In de woorden van burgemeester Sievers van EdamVolendam: boa’s zijn meer gericht op het preventief bieden van veiligheid in plaats van het meer repressief bestrijden van onveiligheid. De bevoegdheden van boa’s liggen dus vanouds meer in de sfeer van de overlast en minder in de sfeer van de openbare orde. In die zin zijn boa’s in principe geen politieagenten. Maar de ontwikkelingen staan niet stil, en de vraag is inderdaad welke kant die op zullen gaan. Naarmate boa’s en de politie meer op elkaar gaan lijken in uitstraling, bevoegdheden en bewapening, zal de associatie met de gemeentepolitie sterker worden. ←
Geerten Boogaard, Thorbeckehoogleraar
Ook een vraag voor Geerten Boogaard?
Mail naar: thorbeckehoogleraar@ vngmagazine.nl.
‘Misschien dat ik een volgende keer toch maar een geel hesje aantrek’
GEBOREN UIT NOOD TIJDENS DE CORONAPANDEMIE OM ROTTER DAMMERS IN DE OGEN TE BLIJVEN KIJKEN. INTUSSEN IS BELLEN ALS DIENSTVERLENING IN DE VORM VAN DE DIGITALE BALIE NIET MEER WEG TE DENKEN. INWONERS ERVAREN HET CONTACT ZELFS ALS PERSOONLIJK.
‘Nu kunnen onze inwoners met hun baby letterlijk op de arm aangifte doen.’
Toen het kabinet in 2020 de intelligente lockdown afkondigde, kwam in Rotterdam gelijk de vraag op wat de gevolgen zouden kunnen zijn van dichte balies en burgers en ambtenaren die verplicht thuis moesten blijven. Aan Bjorn Dirkse, procesmanager innovatie, de taak om de mogelijkheden van videobellen te onderzoeken om het contact met de inwoners te behouden. Het bleek een juiste beslissing: de Digitale Balie nam in 2021 met succes mee aan GemeenteDelers (zie kader). Het Rotterdamse initiatief werd winnaar in de categorie Actualiteitstrofee 2020-2021: thema Corona. De belangstelling van gemeenten en andere overheidsdiensten is groot. Dirkse is er stellig van overtuigd dat videobellen vanuit huis of vanuit een bepaalde plek in de wijk of dorp dé dienstverlening van de toekomst wordt. Omdat het contact niet plaatsgebonden is, hoeft de inwoner niet naar het stadhuis te komen. En ook ambtenaren hoeven niet naar een bepaald kantoor te komen. ‘We bieden inwoners met videobellen het gemak om vanuit huis diverse zaken digitaal te regelen. Dat kan ook via formulieren of de mail, maar daarmee verlies je wel het persoonlijk contact en de mogelijkheid eens een vervolgvraag te stellen.’ Uitgangspunt was videobellen, makkelijk, laagdrempelig en toegankelijk te maken. Zo wordt er niet gewerkt met een app of account. De inwoner
MAGAZINE 2023
Inwoners ervaren videobellen als persoonlijk omdat de ambtenaar veel meer bezig is met het gesprek en in de camera kijkt.
krijgt via de mail of per sms een link toegestuurd en kan van daaruit het gesprek starten. Dirkse: ‘Dat maakt het heel gebruiksvriendelijk. Een app lijkt soms gemakkelijk, maar je moet wel iets installeren.’ Om videobellen toegankelijk te maken, kruipen Dirkse en zijn team in de huid van inwoners, ook van die met een beperking. Dan gaat het niet alleen over een fysieke beperking, maar ook over armoede, over mensen die geen geld hebben voor een telefoon, computer en wifi of digibeet zijn. ‘We testen samen met inwoners met een licht verstandelijke of visuele beperking en ook met laaggeletterde inwoners.’
De Digitale Balie is een soort schil die om het beeldscherm heen is gebouwd, een scherm om het scherm. In die schil kan de ambtenaar handelingen uitvoeren rond betalingen, identificatie en machtigingen en documenten uitwisselen. Tijdens het een videogesprek ziet de inwoner pas op het moment dat een bepaalde actie nodig is voor de afhandeling van de dienst, een enkele knop of verzoek in zijn scherm verschijnen. ‘De burger wordt meegenomen in het hele
proces door de ambtenaar. Eigenlijk net zoals bij een fysieke balie, ook daar licht de ambtenaar stap voor stap toe waarom bepaalde informatie nodig is.’
Identificatie gebeurt via DigiD. In het softwarepakket voor de veiligheid zitten hoge standaarden ingebouwd. Dat is getest op allerlei manieren. De videoverbinding is versleuteld.
PERSOONLIJK
Inwoners ervaren videobellen als persoonlijk. Dat komt, blijkt uit tevredenheidsmetingen, omdat de ambtenaar veel meer bezig is met het gesprek en in de camera kijkt. Achter een fysieke balie voert de ambtenaar zaken in de computer in.
‘We horen van mensen die geboorteaangifte moeten doen, dat ze niet blij zijn om bij zoiets speciaals naar het stadskantoor te moeten. Daar zitten veel mensen in de wachtkamer en worden ze een nummertje. Vervolgens doen ze aangifte terwijl daarnaast iemand staat met de vraag waarom zijn uitkering nog niet binnen is. Nu kunnen ze met hun baby letterlijk op de arm aangifte doen bij een ambtenaar die daar specifiek mee bezig is. Dat zijn elementen waarmee
‘Het is misschien juist iets voor de landelijke gebieden’
videobellen persoonlijker voelt. Je zit ook nog eens in je eigen omgeving.’
Niet alle burgerzaken zijn geschikt voor behandeling aan de digitale balie. Er zijn processen en producten bij de gemeente waar wettelijke eisen aan worden gesteld waar videobellen niet aan kan voldoen. De wet vereist bijvoorbeeld dat iemand fysiek verschijnt voor de ambtenaar bij bepaalde handelingen rond uitkeringen, paspoorten en rijbewijzen. Wat vooralsnog wél kan, is het doen van geboorteaangifte en het melden van een voorgenomen huwelijk. Het videobellen wordt in Rotterdam verder gebruikt voor de hulp aan statushouders bij huisvesting en integratiemogelijkheden, en bij het jongerenloket om mensen te helpen aan werk of huisvesting. Datzelfde wordt ook voor werkzoekenden gedaan. Dirkse: ‘Binnenkort starten meerdere GGDteams met videobellen. Dan kan het bijvoorbeeld gaan om een consult als iemand op reis gaat.’
Dirkse ziet dat videobellen intern ook de nodige voordelen oplevert. De harde scheidslijn tussen de front- en de backoffice wordt dunner. ‘Iemand uit de backoffice kan prima een videogesprek voeren, documenten digitaal in ontvangst nemen en vervolgvragen stellen als dat nodig is.’ Videobellen leidt volgens Dirkse tot meer efficiëntie omdat processen flexibeler zijn in te richten. De gemeente is plaatsonafhankelijk en kan ‘zelfs iemand van buiten aan het werk zetten voor de inwoners’.
Kijkend naar de ontwikkelingen in het landelijk gebied, verbaast het Dirkse, zelf uit Groningen afkomstig, dat videobellen nog geen grote vlucht neemt. Hij gaf veel presentaties aan gemeenten tijdens en vlak na de coronacrisis. Plattelandsgemeenten vroegen zich af of videobellen niet meer iets is voor grote steden. ‘Het is misschien juist nog wel meer iets voor de landelijke gebieden. Daar is toegankelijkheid tot een gemeentehuis, servicecentrum of tot ambtenaren veel ingewikkelder te organiseren dan in Rotterdam.’ Het delen van het Rotterdamse succes wordt een uitdaging, zegt Dirkse. Er is veel interesse vanuit gemeenten en Rotterdam faciliteert daarin. Ook de SVB, DUO en verschillende departementen tonen belangstelling. Een aantal gemeenten, zoals de Drechtsteden, is voortvarend aan de slag gegaan. Ook Gent gaat videobellen invoeren. De uitdaging zit hem in het daadwerkelijk
delen van de techniek op basis van de Common Ground-principes, zegt Dirkse. ‘Elke gemeente heeft randvoorwaarden die ingevuld moeten worden. Of dat nu budgettair is, qua IT-architectuur of de manier waarop processen zijn ingericht. Je kunt de Digitale Balie niet zomaar kopiëren. Gemeenten gebruiken verschillende koppelingen aan hun zaaksystemen. Het vraagt om een investering. Met dit soort gamechangers blijft het een feit dat de kosten voor de baten uitgaan. Dat is voor gemeenten een lastige. Rotterdam zette die stap wel en loopt nu voorop.’
Diverse marktpartijen experimenteren met videobellen. Rotterdam biedt ‘nog steeds de meest veilige, gebruiksvriendelijke, geteste en veelzijdige digitale balie die er op dit moment is’. Dirkse en zijn team bouwen intussen verder aan nieuwe functionaliteiten. Dirkse verwacht dat videobellen verder uitgroeit dan alleen als alternatief voor baliedienstverlening.
‘We onderzoeken of inwoners zelf via videobellen bij de gemeente binnen kunnen komen, dus niet alleen bij een concrete productvraag als een geboorteaangifte. Die tikt zo mogelijk in de toekomst vanaf de website op een knop om een medewerker te spreken, anders dan via de telefoon, chat of een bezoek.’
GemeenteDelers is een landelijke competitie waarin een succesvolle lokale aanpak gedeeld wordt op een landelijk podium zodat anderen er hun voordeel mee kunnen doen. De derde editie van de competitie loopt inmiddels: op het VNG Jaarcongres in juni in Groningen worden de prijzen uitgereikt. Kijk voor meer informatie op gemeentedelers.nl.
Hoe datagedreven werken de gemeente Huizen en haar burgers helpt. “Help ons vat krijgen op de financiën en ontwikkelingen in het sociaal domein.” Met deze vraag klopte de gemeente Huizen in 2021 aan bij dataspecialist InIn. Nu, nog geen twee jaar later, is die grip er volop.
Veel gemeenten hebben al enkele jaren te maken met forse tekorten op het sociaal domein. Zo ook de gemeente Huizen. “In 2020 stond mijn afdeling voor de uitdaging om alle stakeholders, waaronder de gemeenteraad, het college van B&W en het management, inzicht te bieden in waar precies die tekorten zaten en waarom,” vertelt Koen Buikema, coördinator Bedrijfsvoering sociaal domein. We wilden realtime inzicht krijgen in wat er precies gebeurde en waar, zodat we daarmee ook strategische plannen en beleid konden opstellen voor de toekomst.”
Samen met dataspecialisten van InIn startte de gemeente Huizen de ‘reis op maat’ naar een datagedreven organisatie. De data-indeling is nu veel logischer en het systeem is veel gebruiksvriendelijker.” Ook kwam er een financieel prognosemodel. We wilden grip krijgen op de toekomstige uitgaven binnen het sociaal domein. Robotic Process Automation (RPA), ofwel een ‘virtuele medewerker’ die op bestaande applicaties en systemen taken kan uitvoeren, wist de gemeente in samenwerking met InIn verder door te voeren. Buikema: “RPA maakt dat processen sneller en foutlozer verlopen. Hierdoor zijn onze lasten afgenomen en hebben we minder medewerkers hoeven aannemen. Maar bovenal hebben burgers hier profijt van.”
Een andere nuttige ‘bijvangst’ van dit hele traject is volgens Buikema dat de gemeente de doelgroepen voor wat betreft het sociaal domein veel beter in het vizier heeft.
Buikema: “Veel burgers die problemen hebben, vragen de gemeente om wat voor reden dan ook niet om hulp. Nu we data gedreven werken, hebben we veel meer inzicht in wat precies de probleemwijken zijn.
‘‘Het zijn plezierige vakidioten die gericht zijn op de inhoud en niet op sales. Precies wat wij willen en nodig hebben’’
- Koen Buikema, Coördinator Bedrijfsvoering Sociaal Domein
De aanvankelijke missie waarmee de gemeente Huizen aanklopte bij InIn is inmiddels ingelost. Buikema: “Het is zeker gelukt om meer grip te krijgen op de ontwikkelingen en financiën binnen het sociaal domein. Sterker nog, het heeft ons zelfs meer dan dat opgeleverd. Zodra we meer stuurinformatie kregen, kregen we meer inzicht en zagen we ook meteen meer mogelijkheden. We monitoren nauwgezet hoe beleid vorm krijgt en uitpakt, en passen het beleid desgewenst tussentijds aan.”
We gaan graag met je in gesprek. Mail of bel ons via de onderstaande gegevens.
NEDERLANDSE GEMEENTEN STAAN IN TOENEMENDE MATE ONDER DRUK VAN DE DREIGING VAN . DAARVOOR
DIENST, DIE JAAR OP JAAR MEER HULPVRAGEN KRIJGT BIJ VEILIGHEIDSPROBLEMEN.
Grootste risico’s voor gemeenten
Uitval van dienstverlening en bedrijfsvoering
Vertrouwelijke informatie in verkeerde handen
Fouten in de dienstverlening
Bedreigingen
Meer ransomware
Kwetsbaarheden in software
uit het zicht
FOTO’S VAN HET HUIS IN TE STUREN, LEIDDE AFGELOPEN NAJAAR
DE FOTOTOOL JUIST ALS EEN MIDDEL OM HET VERTROUWEN IN DE OVERHEID TE VERBETEREN.
Burgers lopen niet over van vertrouwen in het werk van de overheid. Crises hebben de reputatie van het rijk geschaad. ‘Maar ook die van gemeenten, want mensen maken vaak geen onderscheid tussen de verschillende bestuurslagen,’ zegt Nard Elfers. Hij is adviseur WOZ bij de Belastingsamenwerking OostBrabant (BSOB). ‘Onze WOZ-taxateurs merken dat vaak in hun contacten met inwoners.’
Op de uitvoering door andere overheden hebben gemeenten weinig invloed. Maar ze kunnen zelf veel doen om het vertrouwen in de overheid terug te krijgen. Dat gegeven staat centraal tijdens de VNG Belastingconferentie op 21 en 22 maart in Arnhem. Op de conferentie, die als motto Vertrouwen in uitvoering heeft, is onder meer aandacht voor het gebruik van een fototool en van de voormelding bij de WOZ-waardering. BSOB, waarin negen gemeenten en een waterschap samenwerken, begon drie jaar geleden met die fototool. Met het instrument willen ze een beter beeld krijgen van de inpandige staat van woningen. Elfers: ‘Gegevens over de binnenkant van een object kunnen verouderd zijn of ontbreken, bijvoorbeeld omdat iemand net gerenoveerd heeft.’ Zonder juiste en actuele gegevens is het moeilijk om tot een eerlijke WOZ-waardering te komen. Na het proefdraaien in 2020 zetten de Oost-Brabantse gemeenten de fototool eind vorig jaar breder in. Bezitters van een vrijstaande woning werd per brief verzocht informatie te leveren. Daarbij werd ook de mogelijkheid
geboden om foto’s te maken van de leefruimten in hun woning. Door het scannen van een QR-code in de brief werd stapsgewijs uitgelegd welke elementen in het huis belangrijk zijn om te fotograferen. Daarnaast kregen zij vragen over de onderhoudsstaat van hun woning.
KWALITEIT
De fototool is bedoeld om het vertrouwen te vergroten in de uitvoering van de WOZ. Elfers: ‘We laten zien dat we voor kwaliteit van de waardering gaan. Bovendien betrekken we de burger bij de waardebepaling.’ Het resultaat mag er zijn: bijna de helft van degenen die de tool kregen aangeboden, reageerde; zeventig procent van hen stuurde foto’s in. ‘Die respons is hoger dan bij de toezen-
ding van formulieren waarin we vragen naar gegevens over de binnenzijde van de woning.’
De weerstand tegen het leveren van foto’s van de binnenkant van de woning valt dus mee. Althans in Oost-Brabant; de fotoprocedure werd in Enschede geschrapt omdat inwoners zich zorgen maakten over hun privacy. Ten onrechte, vindt Elfers. Zo is er geen verplichting om foto’s in te sturen. Wanneer inwoners wel foto’s leveren, komen die in hetzelfde beveiligde systeem terecht als foto’s die een taxateur maakt. De foto’s worden niet met derden gedeeld en alleen gebruikt ter bepaling van de WOZ-waarde. Ongeveer honderd andere gemeenten gebruiken de fototool inmiddels, zij het in de bezwaarfase van de WOZ. Het relatieve vertrouwen in de fototool danken de BSOB-gemeenten onder meer aan hun communicatiestrategie. Zo hebben zij een communicatieadviseur die bewoners informeert over de procedure van de tool. Hun vragen en opmerkingen verwerken zij weer in hun communicatiemateriaal. ‘We proberen transparant te zijn, en dat lijkt te werken.’
Meer vertrouwen in de WOZ-waardering leidt op den duur tot minder bezwaren. Die overtuiging leidde ruim tien jaar geleden onder meer tot de eerste voormelding WOZ in het land. Rodney Frederiks, destijds projectleider bij de gemeente Tilburg, stond mede aan de wieg van de voormelding. Tilburg was één van de gemeenten die experimenteerden met het instrument. Gegevens die worden gebruikt voor de bepaling van de WOZ krijgen burgers eerst te zien. Kloppen ze niet, dan kunnen zij die aanpassen voordat een gemeente de gegevens daadwerkelijk gebruikt. ‘Het
doel destijds was als overheid transparant te zijn en vertrouwen uit te stralen.’
De voormelding is inmiddels praktijk in veel gemeenten. Zo ook in Amsterdam, waar Frederiks negen jaar geleden in dienst trad als afdelingsmanager bij Belastingen. Ook daar introduceerde hij de voormelding. ‘Zestig tot tachtig procent van de huizenbezitters maakt er gebruik van. Daar zijn we erg tevreden over.’ Dat resultaat kreeg Amsterdam niet voor niets. Duidelijke en goed getimede informatie moest de inwoners verleiden tot de voormelding. Indien nodig stuurde de gemeente een herinneringsbrief. ‘We gaan omzichtig te werk, want vertrouwen komt te voet en gaat te paard.’ Het principe van het voormelden is volgens Frederiks toepasbaar bij alle gemeentelijke belastingen. Amsterdam gebruikt de voormelding nu ook al bij de reclamebelasting. ‘De voormelding scheelt ons een hoop tijd en kosten en wekt vertrouwen bij burgers en ondernemers.’
Inzetten op transparantie en duidelijkheid werkt, blijkt uit de Amsterdamse praktijk. Frederiks: ‘Het vertrouwen in ons als gemeente stijgt erdoor.’ En het vormt één van de troeven van gemeenten om het wantrouwen tegen de overheid terug te dringen. ←
Meer informatie over de Belastingconferentie op vngbelastingconferentie.nl, of scan de QR-code.
‘We proberentransparant te zijn, en dat lijkt te werken’
Maatschappelijke bestuurskunde staat centraal in de nieuwe bundel van de Vereniging voor Bestuurskunde (VB).
Het is bestuurskunde die niet alleen vanuit een wetenschappelijke benadering een bijdrage levert aan het debat, maar juist, schrijft VB-voorzitter Mirko Noordegraaf, ‘een krachtige bijdrage levert aan de aanpak van maatschappelijke vraagstukken’, en zo de verbinding legt met andere wetenschappelijke disciplines. Naar buiten kijken, dus. De VB bestaat deze maand vijftig jaar. Dat is geen reden om in de bundel, gepubliceerd ter gelegenheid van het jubileum, stil te staan bij het verleden, maar om juist naar de toekomst te kijken.
Fryslân verandert, maar wat is de impact daarvan? In De toekomst is er al beschouwt vertrekkend directeur Ingrid van de Vegte van het Fries Sociaal Planbureau (FSP) de gevolgen van de
ale veranderingen die de provincie raken.
Er zijn meer inwoners dan ooit – zo’n 650.000 mensen wonen er binnen de provinciegrenzen – maar krimp is wel degelijk een probleem, vooral in kleine dorpen aan de rand van Fryslân waar minder kinderen worden geboren en
scholen en andere voorzieningen moeten sluiten. Het gevolg: maatschappelijk onbehagen. En hoewel ‘krimp’ een goede term is om in politiek Den Haag aandacht te vragen voor de
steun los te peuteren, dreigt het ook een prophecy te worden, die ertoe leidt dat investeringen en bedrijfsvestigingen achterwege blijven. Dus veranderde ook de terminologie.
Het is een belangrijke les die Van de Vegte de lezer in haar terugblik meegeeft: veranderingen moet je niet lijdzaam ondergaan,
Want er zijn tal van maatschappelijke vraagstukken waar bestuurskunde een rol in kan spelen, zoals klimaatadaptatie, energietransitie en migratie. De omgang met die soms gevoelige dossiers vraagt om verbindende bestuurskundigen, die durven om minder op safe te spelen, stellen de auteurs, maar vooral ook een bredere oriëntatie hebben. ‘Het gaat om meer dan het analyseren en denken over een maatschappelijk dan wel een wetenschappelijk vraagstuk.’
Tom Overmars, Marlies Honingh en Mirko Noordegraaf (red.), Maatschappelijke bestuurskunde. Hoe verbindende bestuurskundigen (kunnen) inspelen op maatschappelijke vraagstukken. Boom bestuurskunde, € 47,50.
maar juist zelf vormgeven. Kansen zijn er genoeg, vooral als je ‘brede welvaart’ centraal zet, concludeert Van de Vegte. Het is wat het FSP de ‘Friese paradox’
noemt: het gaat niet alleen om geld en ambitie, maar ook om ‘elkaar helpen, de rust en ruimte en onze eigenheid’, stelt Van de Vegte. Het vereist wel dat de Friezen keuzes durven maken voor een houdbare toekomst, aldus de vertrekkend FSP-directeur in haar afscheidsboek.
‘igitalisering kan leiden tot een transparantere en efficiëntere overheid, zodat burgers zelf kunnen zien welke beslissingen genomen worden. Dit kan bijdragen aan meer vertrouwen in de overheid. Er zijn ook risico’s verbonden aan digitalisering in de democratie. Het kan leiden tot een gebrek aan privacy en veiligheid. Informatie die online wordt gedeeld, kan gemakkelijk worden gehackt en misbruikt, waardoor manipulatie van verkiezingen en andere vormen van cybercriminaliteit op de loer liggen.’
Deze zinnen komen uit een column die ik liet schrijven door het AI-programma ChatGPT. VNG Magazine heeft mij niet meer nodig. Of toch wel? Het probleem met kunstmatige intelligentie is dat het helemaal niet intelligent is. AI-toepassingen kunnen taken uitvoeren die normaal gesproken menselijke intelligentie vereisen, zoals het begrijpen van menselijke spraak of het nemen van beslissingen. Maar die ‘intelligentie’ is helemaal niet artificieel, want AI-systemen moeten worden ‘getraind’ op bronnen die door mensen zijn gemaakt. Het brein werkt niet hetzelfde als een computer en een algoritme is geen vervanging voor de complexiteit van onze hersenen. Wetenschappers denken dat nog zeker 25 jaar duurt voor we een complete kaart van de hersenen van een zoogdier kunnen maken. En dan waarschijnlijk van een muis. De stap naar een echt intelligent systeem betekent dat ‘het’ daadwerkelijk
begrip ontwikkelt van de wereld om ons heen en een leervermogen heeft op basis van autonome ervaringen die betekenis krijgen door interpretatie via een referentiekader. Onze unieke menselijke manier van betekenisvolle kennis genereren, waarbij ervaringen, taal-connotaties, creativiteit, emoties en intuïtie een rol spelen, samen met een ingewikkeld verwerkingsproces tijdens de slaap, is niet eenvoudig te programmeren.
Vooral het denken ‘buiten de box’, waarbij nieuwe inzichten en ideeën tot stand komen staat diametraal tegenover de huidige ‘intelligente’ toepassingen. AI-systemen zitten vol met vooroordelen en genereren vooral kennis die zeer algemeen is en een gemiddelde van het corpus waarop het systeem getraind is. Troep erin is troep eruit.
Uw gemeente kan, vanuit politiek en democratisch oogpunt, beter zeer terughoudend zijn met digitalisering van besluitvormingsprocessen. Die zit namelijk vol technologische valkuilen. De studie Automating Inequality van Virginia Eubanks liet zien dat automatische beslissingen in de sociale hulpverlening leidden tot verregaande discriminatie – omdat algoritmen vol zitten met sociale stereotypen, zonder ook maar een greintje empathie voor de problematiek van mensen en de context waarin deze tot stand komt. ←
Van alle hoofdbrekende dossiers waar we als gemeenten mee te maken krijgen, is er één onderwerp dat aan veel dossiers ten grondslag ligt en onder dreigt te sneeuwen: digitale veiligheid. Daarom pleit ik voor structurele en brede aandacht voor digitale veiligheid. Oók op lokaal niveau. Want naast dat de gemeentelijke organisatie zelf weerbaar moet zijn tegen digitale dreigingen, is het voorbereiden op digitale crises én het versterken van weerbaarheid van onze inwoners en ondernemers een belangrijke taak. Sinds het begin van de oorlog in Oekraïne neemt het aantal digitale aanvallen op gemeenten toe. We
zien dat er vaker wordt gemorreld aan de digitale voor- en achterdeur van gemeenten. Dit bevestigt het dreigingsbeeld dat de Informatiebeveiligingsdienst (IBD) van de VNG heeft uitgebracht. Niet alleen neemt het aantal hacks toe. Ook de gevolgen zijn ingrijpend en de kosten stijgen snel. Denk aan extra investeringen die gedaan moeten worden in ICT, om de systemen weer te herstellen en te beveiligen. De oorlog heeft ook op andere vlakken grote gevolgen voor gemeenten. Bijvoorbeeld bij het uitkeren van leefgeld en de coördinatie van opvang. De druk loopt op.
Eind 2022 sloten gemeenten en het rijk het convenant digitale veiligheid. Hierin is afgesproken om samen te werken aan de doelen van de Nederlandse Cybersecuritystrategie (NLCS) én aan de uitdagingen van digitale veiligheid op lokaal niveau. We kijken hierbij naar de vertaling van het fysieke naar het digitale veiligheidsstelsel en hoe taken en verantwoordelijkheden zich in deze domeinen tot elkaar verhouden (wie doet wat). Tweede punt is het situationele beeld: de informatiepositie van gemeenten voor de digitale veiligheid van hun eigen organisatie én van maatschappelijke relevante organisaties, inwoners en ondernemers. En
De oorlog heeft ook op andere vlakken grote gevolgen voor gemeenten
tot slot natuurlijk structurele financiering voor digitale veiligheid op lokaal niveau.
We zien dat de belangenbehartiging door de VNG richting ministeries zich steeds beter ontwikkelt. Tegelijkertijd zijn er zaken die gemeenten zelf (al) kunnen oppakken. Door digitale veiligheid op te nemen in het Integrale veiligheidsbeleid of door cyberoefeningen te doen. Ik merk bij bestuurders een behoefte aan kennisdeling. Daarom organiseert de VNG bestuurlijke gesprekken voor gemeenten waarin bestuurders en ambtelijk experts ervaringen uitwisselen. Ik treed regelmatig op als voorzitter van deze gesprekken en hoor dan verhalen uit eerste hand. Ervaringen, bijvoorbeeld over het omgaan met hacks, zijn nodig om elkaar te versterken en de breedte van het onderwerp en de mogelijke maatschappelijke impact te kunnen overzien. Vanuit mijn gemeente heb ik een voorbeeld gedeeld over het door ‘externen’ laten inbreken in onze systemen. Investeringen in dubbele authenticatie en trainen van ambtenaren waren daarna het resultaat, waarvoor de raad budget vrijmaakte. Zelf heb ik geleerd dat digitale veiligheid niet alleen een burgemeestersaangelegenheid is. Ook wethouders
Schrijf ook een betoog voor VNG Magazine: redactie@vngmagazine.nl
voelen zich verantwoordelijk en zijn dat ook. Eigenlijk heeft iedere gemeentemedewerker hiermee te maken. Het gaat namelijk ook over privacyborging bij persoonsgegevens of signaleren van fraude bij uitkeringen. Daarom pleit ik voor structurele aandacht voor digitale veiligheid, zowel op ambtelijk als bestuurlijk niveau. Blijf elkaar opzoeken. Al hebben we grote zorgen, structurele aandacht voor de breedte van digitale veiligheid is nodig. Voor ons én alle inwoners. ←
Pieter Heiliegers is burgemeester van Uithoorn en cyberburgemeester. Voor informatie over de Agenda Digitale Veiligheid van de VNG en de bestuurlijke gesprekken kijk op digitaleveiligheid.pleio.nl of mail naar teamadv@vng.nl.
Digitale veiligheid is niet alleen een burgemeestersaangelegenheidBeeld: gemeente Uithoorn
In zijn werk in het veiligheidsdomein kwam Jan Willem Boersma al veel in contact met burgemeesters. Op 30 maart wordt hij er zelf één, in Alblasserdam.
‘Ik werk al heel lang in het veiligheidsdomein en heb met veel burgemeesters samengewerkt. Ik kreeg steeds meer de behoefte om zelf ook burgemeester te worden. Het is een mooi ambt. Je bent als “burgervader” een verbindende factor, daarnaast krijgt de burgemeester een steeds prominentere rol in het veiligheidsdomein. Dat past mij wel. Twintig jaar geleden deed ik ook al eens een poging. Toen kreeg ik het advies om politieke ervaring op te doen. Ondertussen kreeg ik een gezin en maakte ik stappen in mijn carrière. Vijf jaar geleden werd ik raadslid in Dordrecht. Nu wilde ik echt de stap maken. Ik had Alblasserdam al een tijdje op het oog. Het is een dorp met een eigen karakter, maar ook met stedelijke problemen. Het is een scharnier tussen stad en polder, met mooie uitdagingen.’
‘In mijn werk heb ik alle facetten van het veiligheidsdomein wel gezien, van rondhangende jongeren tot radicalisering. Veiligheid heeft twee kanten: er is handhaving en repressie, maar preventie is minstens zo belangrijk. Hoe voorkomen we dat jongeren in de criminaliteit terechtkomen? Dat is door ze kansen te bieden: dat ze naar school kunnen en werk krijgen. En het heeft te maken met de sociale structuren: dat je een wijk zo opzet dat je contact tussen mensen stimuleert. Die twee kanten hebben mij altijd getrokken.’
‘Ik ben nu vooral praktische dingen aan het voorbereiden. Ik heb de ambtsketen al gepast bijvoorbeeld, die moest één schakeltje kleiner. Straks als ik die keten echt om krijg, voel ik wel de verantwoordelijkheid die op mij als burgemeester rust.’ (RvdD) ←
Gemeenteraadslid John Franke uit Tynaarlo is op 4 maart overleden. Hij leed al geruime tijd aan longkanker en maakte zich de laatste tijd publiekelijk hard voor uitgebreid bevolkingsonderzoek naar de ziekte. Franke zat sinds 2018 in de gemeenteraad van Tynaarlo, namens Leefbaar Tynaarlo. Hij is 58 jaar geworden.
Jan Luteijn is sinds 6 maart waarnemend burgemeester van Krimpen aan den IJssel. Hij volgde daar Martijn Vroom (CDA) op, die burgemeester van Leidschendam-Voorburg werd. De SGP’er was vanaf 2011 tot de gemeentelijke herindeling van de Hoeksche Waard in 2019 burgemeester van Cromstrijen. Daarna was hij waarnemend burgemeester van Geertruidenberg en Barneveld. Voordat hij burgemeester werd, was Luteijn wethouder in Werkendam en lid van provinciale staten van NoordBrabant. De waarneming in Krimpen aan den IJssel duurt minimaal een jaar.
Burgemeester Paul Rüpp (CDA) van Maashorst trekt zich per 1 april formeel terug uit zijn ambt. Najaar 2022 werd bij hem blaaskanker geconstateerd. Hij meldde zich begin december ziek waarna partijgenoot Rianne Donders het ambt waarnam. De behandeling van zijn ziekte had niet het gewenste effect, waarop
Rüpp heeft besloten de behandeling te staken en zich formeel terug te trekken als burgemeester. Rüpp begon op 1 januari 2022 als burgemeester van de nieuwe gemeente Maashorst, een fusie van Landerd en Uden. Aanvankelijk als waarnemer, sinds september 2022 op basis van een kroonbenoeming. Hij was in de jaren ’90 raadslid en wethouder in Uden. Later was hij gedeputeerde in Noord-Brabant.
Burgemeester Agnes
Schaap van Renkum is voorgedragen voor een tweede termijn. Ze is sinds mei 2017 burgemeester in Renkum, haar nieuwe termijn start op 12 mei. Eerder was de PvdA’er politiek actief in Wijchen: tussen 2006 en 2014 was ze raadslid en van 2014 tot haar start in Renkum was ze wethouder. Eerder werkte ze als directeur bij een grote zorginstelling.
Cornelis Visser mag zich opmaken voor een tweede termijn als burgemeester van Katwijk. De gemeen-
teraad heeft hem voor herbenoeming voorgedragen. De CDA’er begon op 18 mei 2017 in Katwijk, daarvoor was hij burgemeester van Twenterand. Visser was eerder anderhalf jaar wethouder in Goedereede (20062007), daarna was hij lid van het Europees Parlement.
Burgemeester Mark
Boumans van Doetinchem is voorgedragen voor een nieuwe periode van zes jaar, die op 19 mei start. Voordat de VVD’er in 2017 in Doetinchem het roer in handen kreeg, had hij al een afwisselende politieke carrière achter de rug. Die begon in 2000 als statenlid in Groningen, daarna was hij achtereenvolgens raadslid in Groningen, wethouder in Meppel, burgemeester van Haren, gedeputeerde van de provincie Groningen en waarnemend burgemeester van Ommen.
Marc Pothast is sinds 15 maart gemeentesecretaris van Den Helder. Hij was eerder onder meer gemeentesecretaris van Bergen (NH) en Niedorp,
Martijn Smit, burgemeester van Beverwijk, is toch beschikbaar voor herbenoeming. In september vorig jaar zag de PvdA’er af van een tweede ambtstermijn. Later realiseerde hij zich dat zijn werk in Beverwijk nog niet klaar is en dat hij zich sterk verbonden voelt met de gemeente en haar inwoners. Smit is door de gemeenteraad voorgedragen voor herbenoeming per 18 mei. Eerder in de tijd was hij burgemeester van Zeevang (2005-2010) en Wijdemeren (2010-2017). Ook was hij van 2000 tot 2005 wethouder in Edam-Volendam, waar hij eerder gemeenteraadslid was.
directeur publieke dienstverlening in Velsen en algemeen directeur bij de oprichting van de ambtelijke fusieorganisatie
BUCH (Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo). Ook was hij kwartiermaker voor de nieuwe fusiegemeente Voorne aan Zee. In zijn meest recente functie was hij verandermanager bij het Openbaar Lichaam Bonaire. In Den Helder volgde Pothast Robert Reus op, die op 1 september naar Alkmaar vertrok. Sindsdien is Koen van Veen waarnemer.
interim-afdelingsmanager bij de gemeente Hilvarenbeek. Van Bavel volgt René Wiersema op, die in augustus vorig jaar overstapte naar een woningstichting. Sindsdien neemt José van Aaken de functie waar.
Ine Margriet Westhoff wordt de nieuwe griffier van de gemeenteraad van Hattem. Ze begint op 1 april. Westhoff is nu nog projectleider gebiedsontwikkeling in de gemeente Zwartewaterland. Ze werkte eerder onder meer als jurist ruimtelijke ontwikkeling bij de gemeente Urk. In Hattem wordt ze opvolger van raadsgriffier Tamara Weeda, die de overstap maakt naar de rechtbank Overijssel.
Monique van Bavel start op 3 april als gemeentesecretaris van Gilze en Rijen. Ze wordt dan ook algemeen directeur van de ABG-organisatie. Dat is de samenwerkingsorganisatie van de gemeenten Alphen-Chaam, Baarle-Nassau en Gilze en Rijen. Van Bavel heeft veel ervaring bij gemeenten. Eerder was ze onder meer gemeentesecretaris in Loon op Zand en in Moerdijk. Op dit moment werkt ze als
Marcel Wagener begint op 1 mei als gemeentesecretaris van Renkum; hij is dat nu nog (sinds 2019) in Montferland. Daarvoor werkte hij voor de gemeenten Ede en Arnhem. In Renkum wordt hij de opvolger van Maurits van de Geijn, die in juni vorig jaar wethouder in Arnhem werd. Sindsdien neemt Karen Coesmans de functie waar.
Kim Speekhout wordt de nieuwe gemeentesecretaris van Borger-Odoorn. Ze begint op 1 mei als opvolger van Dorine Rensen, die naar de provincie Drenthe vertrekt. Speekhout is nu nog programmadirecteur bij de GGD Drenthe. Daarvoor was ze manager jeugdgezondheidszorg bij
dezelfde organisatie. Ze heeft ook gemeentelijke ervaring: van 2003 tot 2015 was ze manager bij de gemeente Hoogeveen.
Jasmijn Witte van de gemeenteraad van Bloemendaal is op 1 maart vertrokken. Ze is aan de slag gegaan als strategisch adviseur bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Voordat ze in 2017 bij de Bloemendaalse raad aantrad, was ze onder meer eigenaar van politiek adviesbureau PAB, raadsadviseur in Hoorn, raadslid
voor Leefbaar Purmerend en juridisch adviseur bij Rijkswaterstaat.
De gemeenteraad van Zaanstad heeft Marcel van Dam aangewezen als Dam was eerder interimHaarlem, Rotterdam en Zoetermeer. In Zaanstad neemt hij vanaf 20 maart het stokje over van plaats-
André Maaskant die op zijn beurt waarneemt voor de
Jorrit Jongbloed
Christopher Frans is op 1 maart begonnen als eilandsecretaris van het openbaar lichaam Bonaire. Frans werkt al ruim negen jaar bij de ‘bijzondere gemeente’, waarvan bijna twee jaar als adjunct-eilandsecretaris. Hij wordt de opvolger van Wendy Pelk, die de functie sinds 1 maart 2021 vervulde. Pelk zal haar opvolger en de ambtelijke organisatie de komende periode blijven ondersteunen. De functie van eilandsecretaris in Caribisch Ne-
Ingezonden mededeling
Ons aanbod
Dag van het Bestuur 20 maart
derland is vergelijkbaar met die van gemeentesecretaris
De burgemeestersvacature van Medemblik (circa 45.500 inwoners, vacant per 1 juli 2023) is opengesteld. Het salaris bedraagt
€ 9.845,92 bruto per maand.
bit.ly/vacaturemedemblik. Sollicitaties vóór 30 maart sturen naar de CdK in de provincie Noord-Holland.
Laat u inspireren door onze opleidingen en congressen
Om welk vakgebied het ook gaat: als geen ander weten we hoe complex de inhoud van beleid en wet- en regelgeving kan zijn. Kom daarom naar een van onze inspirerende en verdiepende congressen.Voor heldere en praktische handvatten én om vakgenoten uit het hele land te ontmoeten.
Tweedaagse basiscursus: Strategisch Risicomanagement & Scenario start 20 maart
VNG Belastingconferentie 21 & 22 maart
2-daagse basistraining: Energietransitie voor Gemeenten start 23 maart
Gemeentelijk grondstoffen congres 30 maart
Workshop: kunstmatige intelligentie voor gemeenten op aanvraag
VNG Jaarcongres
13 & 14 juni (save the date)
Ons hele aanbod vindt u op vngconnect.nl
RAAD PVDA VLISSINGEN WERK SENIOR GEVELONTWERPER
‘Het bedrijf Scheldebouw is gespecialiseerd in gevelsystemen, met name in de ‘high rise’-sector. Dan hebben we het over gebouwen van vier tot soms wel tachtig verdiepingen hoog. Op basis van de tekeningen van de architect werken wij de gevels uit. Tegenwoordig is het vooral glas, maar ook aluminium, staal en rvs. Onze meeste projecten staan in Londen, maar we werken
tegenwoordig ook veel in Amerika, Oost-Europa en Scandinavië.
Ik reis zelf niet zo vaak naar het buitenland, alleen als op de bouw ontwerpondersteuning nodig is. Met de trein kun je in één dag naar Londen en terug , dus het is goed te combineren met het raadswerk. In de raad houd ik me ook vooral bezig met ruimtelijke ordening.’
STEEDS VAKER STELLEN MENSEN ZICH OP ALS ‘KLANT’ VAN DE OVERHEID. EN DE KLANT IS KONING, DUS WORDEN ZE BOOS ALS EEN GEMEENTERAAD IETS ANDERS BESLIST DAN ZE ZOUDEN WIL LEN. RAADSLID HAITSKE VAN DE LINDE CONSTATEERT DAT ER IN HET PUBLIEKE DEBAT STEEDS MINDER RUIMTE IS VOOR NUANCE RING. WANT OPHEF SCOORT BETER
De vraag die Haitske van de Linde onlangs in VNG Magazine voorlegde aan Thorbeckehoogleraar Geerten Boogaard, was niet zo ingewikkeld: ‘Waar eindigt mijn vrijheid als raadslid om zaken politiek te maken en begint mijn medeverantwoordelijkheid voor de publieke zaak waar we als gemeentebestuur voor werken?’
Boogaards korte antwoord kwam erop neer dat de gemeenteraad weliswaar de gehele bevolking vertegenwoordigt, maar dat individuele raadsleden zaken juist ‘zo veel mogelijk politiek moeten maken’ om duidelijk te laten zien waar de maatschappelijke verschillen zitten en waar dus de politieke keuzes worden gemaakt. ‘Natuurlijk heeft alles een grens’, zei Boogaard, ‘en die ligt bij het respecteren van de spelregels van de democratie. Net als met voetbal. Als je de lijnen ontkent en de scheidsrechter negeert, dan bestaat er geen voetbal meer.’
KLANT VAN DE OVERHEID
Van de Linde, VVD-raadslid in Hilversum, had graag wat meer reactie gehad op de kern van haar vraag; die raakt aan haar zorg over de
kwetsbaarheid van het democratisch systeem. Ze heeft het schrikbeeld van de Verenigde Staten voor ogen, waar te veel politici het persoonlijk belang belangrijker vinden dan de feiten, zoals de verkiezingsuitslagen. Dat werkt, volgens Van de Linde, uiteindelijk ondermijnend voor de democratie als geheel.
Al langer denkt ze na over dit onderwerp, en niet alleen in Hilversum. Ze schaart zich in het koor van bestuurders en bestuurskundigen die bezorgd zijn over het dalend vertrouwen in de politiek, de steeds lagere opkomst bij verkiezingen, het opkomend populisme. ‘Ik zie ook
een houding van mensen die zich opstellen tegenover de overheid alsof ze een klant zijn, en tegelijkertijd zie ik overheden die hun inwoners aanspreken in klanttermen. Allemaal vanuit goede bedoelingen, maar die overheid, ook de “torens in Den Haag”, die is er namens jou en mij. Omdat er dingen geregeld moeten worden in het algemeen belang.’
Van de Linde voelt zich mede-eigenaar van dat algemeen belang. ‘Ik heb mensen aangewezen om dat voor mij te behartigen, in de Tweede Kamer. En ik hoop dat in Hilversum de mensen zich ook eigenaar van de samenleving voelen. Zij hebben mij aangewezen om daar namens hen in de gemeenteraad een rol in te spelen.’
Maar dat staat haaks op het beeld van het individu als ‘consument’. Van de Linde: ‘Ben je eigenaar, en dus medeverantwoordelijk, of leun je achterover en maak je er een probleem van als je niet goed wordt bediend? Dat is een veel afstandelijkere houding en mij bekruipt het gevoel dat mensen minder betrokken zijn en zich weinig meer kunnen herkennen in wat “hullie van de politiek” doen, of dat nou de gemeenteraad of de Tweede Kamer is.’
Let wel, benadrukt ze, de burgers die ze ontmoet zijn allemaal heel betrokken mensen. Maar wel bij hun directe leefomgeving. ‘Wat niet wil zeggen dat een specifiek deelbelang ook in het algemeen belang is.’
Ieder raadslid kent het fenomeen: de inspreker bij de commissievergadering over een op zichzelf begrijpelijk deelbelang, die er vervolgens in slaagt de behandeling van het raadsvoorstel te kantelen.
Volgens Van de Linde speelt hierbij een belangrijke rol dat raadsleden bang zijn voor de beeldvorming dat ze een burger tegenspreken. ‘De invloed van een inspreker is daardoor onevenredig groot, en het zegt iets over de vraag of je als gemeenteraad, als groep, weerbaar bent. Toen ik een keer instemde met een voorstel waartegen door een inspreker was ingesproken, kreeg ik van een collega-raadslid te horen dat zijn partij wél luistert naar de burger. Dat is een onterecht verwijt. Een burger die de moeite heeft genomen in te spreken, is niet ineens de stem van alles en iedereen. Zo werkt het niet. Een raadslid is er niet om één deelbelang over te nemen, maar om álle belangen te wegen en dan een beslissing te nemen.’
MAATSCHAPPIJVISIE
De vraag is volgens Van de Linde hoe je je daar als groep tegen moet verdedigen, in een tijd waarin soundbytes en guitige Instagramvideo’s zo’n grote rol spelen. ‘Die doen geen recht aan de inhoud van het politieke werk. Dat is oneindig veel complexer dan past in een TikTok-filmpje.’
‘Een raadslid is er niet om één deelbelangover te nemen’
De cloud is onmisbaar. Iedere gemeente gaat uiteindelijk, om burgers en bedrijven online goede dienstverlening te bieden, de cloud omarmen. Daarom slaan InSpark, KPN en Microsoft de handen ineen om gezamenlijk toe te werken naar overheid specifieke marktstandaarden gebaseerd op Microsoft technologie.
De overheid zet flinke stappen met de digitalisering’, constateert Anna van den Breemer, directeur Publieke Sector bij Microsoft. ‘Dat gebeurt vooral om meer datagedreven te kunnen werken, om zo burgers en bedrijven beter te kunnen helpen.’ Bedrijven willen online een vergunning aanvragen, inwoners willen via de gemeentesite snel en eenvoudig een nieuw paspoort of een uitkering aanvragen. Bij contact, telefonisch, via de chat of aan de balie, verwachten burgers dat de ambtenaar meteen alle relevante informatie voor zich heeft en kan zien welke contactmomenten er zijn geweest. De coronacrisis, waarin online dienstverlening soms de enige mogelijkheid was om contact met de overheid te hebben, heeft die trend versneld.
Marktstandaarden
InSpark, KPN en Microsoft bundelen nu hun expertise om gemeenten te ondersteunen bij de digitale transitie, ieder vanuit hun eigen specialisatie. De drie organisaties hebben veel ervaringen opgedaan bij gemeenten, die inmiddels hebben geleid tot volledig geautomatiseerde toepassingen, zegt Erik Jan van Vuuren, CEO van InSpark. ‘Door technologie slim in te zetten en naar marktstandaarden toe te werken, kunnen we met minder mensen de digitale transformatie van de Nederlandse overheid versnellen. Zo profiteren gemeenten niet alleen van voorspelbare en gereduceerde kosten, maar spelen we ook in op grote maatschappelijke uitdagingen,
zoals de war on IT- talent. Bij ons dus geen leger consultants, maar enkel topexperts die die met hun ervaring onder de arm aan de slag gaan.’ ‘Wij begrijpen de rationaliteit van de overheid, snappen waar gemeenten voor staan en weten wat ze willen betekenen voor de samenleving’, vult Chantal Roest, vice-president sales en marketing van KPN aan.
Een uitdaging is dat zowel de wensen van burgers en bedrijven als de wetgeving steeds sneller veranderen, ziet Chantal Roest. ‘Dat zie je op alle beleidsterreinen.’ Samenwerking wordt daardoor steeds belangrijker, zowel binnen de gemeente als met organisaties van buiten, stelt de vice-president.
‘Dan moet je ook informatie kunnen delen. De technologie om dat goed te kunnen doen, ontwikkelt zich ook
ontzettend snel.’ Je kunt eigenlijk niet meer om de cloud heen, zegt Van Vuuren. ‘Maar het kan voor organisaties wel heel spannend zijn om ineens met alle data naar de cloud te gaan.’
Vertrouwen is daarbij een belangrijk sleutelwoord. De te ontwikkelen marktstandaarden van de drie partners voldoen aan alle door de overheid gestelde security en compliance-eisen. Microsoft is voor de overheid inmiddels een trusted platform en met de kennis van KPN en de innovatiekracht van InSpark kunnen we concrete resultaten boeken’ zegt Van den Breemer.
Graag had ze de vraag aan Thorbeckehoogleraar Boogaard uitgebreid met een opmerking over het persoonlijke politieke eigenbelang dat niet hetzelfde is als een politieke visie. ‘Als VVD’er kijk ik naar onderwerpen vanuit een maatschappijvisie die anders is dan die van een GroenLinkser. Dat is gezond en dat moet in een raadsdebat ook naar voren komen. Maar als je vanuit je politieke eigenbelang denkt: hoe kan ik in het gevlij bij de burger komen, of hoe kan ik een collega-raadslid onderuit schoffelen, dan breng je schade toe het instituut gemeenteraad. Ik vind dat je je daar als raadslid medeverantwoordelijk voor moet voelen.’
Ze geeft een voorbeeld van het ontwikkelen van een omgevingsvisie voor Hilversum. Diverse bewonersverenigingen hadden aangegeven daar graag bij betrokken te willen worden. ‘Heel goed. Maar in een voorgesprek bleek dat ze verwachtten dat de raad zich bij voorbaat zou committeren aan wat er uit die participatie zou komen. Toen heb ik gezegd: dat kunt u niet van ons vragen. Als uit de participatie komt dat de meerderheid het leuk vindt om op zondag te kunnen winkelen, is de kans groot dat mijn collega van de ChristenUnie in de raad zal zeggen dat zij, in weerwil van de meerderheid, namens haar achterban zegt dat de zondagsrust voor haar heilig is. Maakt haar dat een slechte volksvertegenwoordiger?
Natuurlijk niet. Zij zit in de raad om het deelbelang van haar achterban te laten horen én om vervolgens samen met de rest van de raad een afweging te maken in het algemeen belang. Ik zal namens het smaldeel van de VVD bepaalde punten belichten die voor mijn achterban belangrijk zijn. Dat wil niet zeggen dat ik participatie geen recht doe, dat ik niet heb geluisterd naar de bewonersverenigingen, maar het is niet mijn taak om participatie blind te omarmen. En overigens ook niet om alleen maar in te stemmen met wat de VVD-achterban wil horen. Dat is niet de rol van een raadslid in het democratisch systeem.’
In dit licht kijkt Van de Linde met bezorgdheid naar de toename van zogeheten ombudspolitiek. ‘Veel partijen zien daarin een kans om burgers te bedienen, maar het is een hellend vlak naar een cliëntelistische invulling van onze volksvertegenwoordigende rol.’ Bijna alle grote besluiten vragen om een genuanceerde discussie, zegt Van de Linde. Daar is weinig ruimte voor in het publieke debat. ‘Het is moeilijker, het kost meer tijd om ergens genuanceerd over te praten. Het vraagt ook dat je je in elkaar moet willen verplaatsen en iemand niet moet wegzetten als iemand die niet luistert, of als een slechte volksvertegenwoordiger. Dat is niet terecht. Tegen de achtergrond van het opkomend populisme vind ik het belangrijk om met elkaar stil te staan bij: wat verwachten mensen van de politiek? Als jij iemand kiest met het idee dat hij of zij alleen maar gaat betogen waar je het mee eens bent, of die linksom gaat als jij belt dat hij linksom moet gaan – ja, dan heb je een heel ander beeld van een raadslid dan ik.’
Lokaal zijn de politieke verschillen moeilijk te onderscheiden. ‘We zeggen weleens: wat is er liberaal aan een lantaarnpaal? Helaas worden verschillen in verkiezingstijd vaak uitvergroot. Omdat politici denken dat kiezers dat willen horen. Terwijl het zorgt voor het effect van een lachspiegelzaal; een verwrongen beeld van de werkelijkheid. In een gemiddelde raadsvergadering wordt een meerderheid van de raadsleden het met elkaar eens over een compromis, na uitgebreide discussies over details. Er zijn kiezers die daar die verkiezingsslogans niet in herkennen en daardoor het gevoel krijgen dat het niet uitmaakt of ze door de hond of de kat worden gebeten. Zeker niet als ook de lokale media verschillen benadrukken en hun chocoladeletters uit de kast halen. Ook daar scoort ophef beter dan nuance. Het maatschappelijk debat polariseert dan direct. Mensen denken toch: waar rook is, is vuur. Leg dan nog maar eens uit dat het niet zwart-wit is, maar dat het echte probleem vijftig tinten grijs heeft.’ ←
‘Het politieke werk is oneindig veel complexer dan past in een TikTok-filmpje’
Voor een overzicht van alle vacatures en meer informatie zie www.gemeentebanen.nl.
Hét overzicht van vacatures binnen gemeenten voor hoger opgeleiden.
ICT
Webmanager
Hoorn
Adviseur informatie
Schagen
Architect data en integratie
Tilburg
BESTUURLIJK
Allround communicatieadviseur
Capelle aan den IJssel
Senior juridisch adviseur bestuursrecht
Leiden
Netwerkregisseur
Westfriesland
Hoorn
Junior adviseur juridische zaken
Schagen
Medewerker communicatie
Wassenaar
ECONOMISCH
Business controller
Haarlem
Inkoopadviseur
Waddinxveen
Concerncontroller
Zoeterwoude
Zoeterwoude
CULTUUR
Beleidsadviseur
sociaal domein onderwijsachterstand
Bodegraven-Reeuwijk
OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID
Vergunningverlener
bijzondere wetten
Vlaardingen
ORGANISATIE
HR-beleidsadviseur
Belastingsamenwerking
West-Brabant (Etten-Leur)
Recruiter
Wassenaar
RUIMTELIJKE ORDENING
Gebiedsregisseur
Alphen aan den Rijn
Senior adviseur verkeer
Amstelveen
Juridisch planologisch
adviseur
Baarn
Medewerker ruimtelijke
ordening
Baarn
Bouwhistoricus
Dordrecht
Junior adviseur erfgoed
Dordrecht
Senior adviseur
stedelijke vergroening
Eindhoven
Senior beleidsadviseur
stedelijke verlichting
Eindhoven
Managementassistent
cluster projecten
Haarlemmermeer
Planeconoom
Haarlemmermeer
Adviseur verkeer en vervoer Huizen
Planjurist
Lansingerland
Toezichthouder milieu –agrarisch
Leeuwarden
Beleidsadviseur mobiliteit/verkeerskundige
Leusden
Beleidsadviseur wonen
Maasdriel
Toezichthouder milieu
Nieuwegein
Teamleider ruimtelijk
beleid en projecten (RBP)
Woerden
Vragen aan de VNG? Bel het team Informatievoorziening, tel. 070-373 83 93, info@vng.nl
Uitgever Dineke Sonderen, Sdu BV, tel. 070-378 99 24 Hoofdredactie Esther Bunnik Chef redactie Rutger van den Dikkenberg
Tekenaar
Zaanstad
Beleidsadviseur circulariteit en afval
Zwartewaterland
Senior RO-jurist
Zwartewaterland
Klantregisseur ontwikkeling en trainer statushouders
Alphen aan den Rijn
Trajectbegeleider werk
Alphen aan den Rijn
Strategisch adviseur asiel en integratie sociaal
domein
Haarlemmermeer
Inkomensconsulent
Participatiewet
Hattem
WELZIJN
Jeugdconsulent
BEL Combinatie (Eemnes)
Casemanager Wmo
Haarlem
Consulent Wmo
Oldebroek
Jeugd- en gezinswerker/ medewerker wijkteam
Opmeer
Wijkteamconsulent
jeugd
Schagen
Redactie Leo Mudde, Marten Muskee, Monique Westenbroek Medewerkers Marije van den Berg, Geerten Boogaard, Sandra Braakmann, Jiri Büller, André Krouwel, Martijn van der Steen, Paul van der Zwan
Contact redactie tel. 070-378 96 43, redactie@vngmagazine.nl Ontwerp Fier.media Vormgeving Monique Westenbroek
Druk Senefelder Misset, Doetinchem
Advertenties Cross, Julia Franken, 010-760 73 24, julia@cross.nl
Abonnementen
ambtenaren vanaf schaal 10 bij gemeenten. Aanvragen en wijzigingen: www.vng.nl, vngleden@vng.nl of 070-373 83 93.
Betaalde abonnementen Prijs jaarabonnement: 183 euro (excl. 9% btw). Sdu Klantenservice, www.sdu.nl/service, tel. 070-378 98 80.
Schriftelijk opzeggen uiterlijk twee maanden vóór het einde van de abonnementsperiode bij Sdu Klantenservice, Postbus 20025, 2500 EA Den Haag.
© 2023, ISSN 1566-1636
Heeft u als deskundige in uw dagelijkse praktijk regelmatig comptabele gegevens nodig op het gebied van sociale zekerheid, maatschappelijke dienstverlening, gezondheid, belastingen, huurtoeslag en arbeidsmarktmaatregelen? Of bijvoorbeeld op het gebied van de wet WOZ, loonbelasting, premieheffingen en zorgverzekering.
Met deze nieuwe actuele wettenbundels van Sdu wordt u optimaal geïnformeerd.
Gemeentewebsite
Burger/ondernemer meteenvraag
Gemeentehuis/frontoffice
Informatiebeheer
Beleidsmedewerker
Alleen VIND levert gemeenten de unieke combinatie van werkprocessen én praktische informatie om de organisatie in de breedste zin te voorzien. De front- en backoffice sluiten daardoor naadloos op elkaar aan. Deze combinatie bespaart tijd én de dienstverlening naar burgers en ondernemers is professioneler, sneller en accurater.