VNG Magazine nr. 02-2025

Page 1


SYBRAND BUMA

Het lokale antwoord

JEUGDZORG

EXTRA GELD ERBIJ, MAAR OOK HUISWERK

OEVERBEHEER FRIESE AFSPRAKEN OVER VAARWEGEN

ARBEIDSMARKT DE FLEXPOOL BIEDT NIEUWE KANSEN

Weet jij hoe je iemand met dementie kunt helpen?

300.000 Nederlanders hebben dementie. Dementie is soms lastig te herkennen. Het helpt als je weet waar je op moet letten. Zie je bijvoorbeeld iemand die de pincode niet meer weet? Dan kun je iemand geruststellen en vragen of je iets kunt betekenen.

Doe de gratis training over hoe je hier mee om kunt gaan op samendementievriendelijk.nl

IN DIT NUMMER

Coverfoto: Jiri Büller | Nummer 3 verschijnt op 28 februari 2025

Nathalie Kramers

De voorzitter van de VNG-commissie Zorg, Jeugd en Onderwijs is blij met erkenning van de jeugdzorgproblemen.

Sybrand Buma

De Leeuwarder burgemeester heeft ambitieuze plannen voor zijn stad.

14 24 8 20 28 38

Risicobeheerfonds Nieuw verzekeringsinitiatief VNG biedt meer inzicht in de risico’s.

Kunstenaarsdorpen

Waterwegen

Na lang overleg hebben Friese overheden afspraken gemaakt over het beheer van 1.700 kilometer oevers.

In de negentiende eeuw kwamen schilders massaal naar kunstenaarsdorpen als Katwijk en Nunspeet. De gemeenten koesteren de historie.

Arbeidsmarkt

en expertise op het gemeentehuis? Flexpools kunnen een antwoord bieden op de krappe arbeidsmarkt.

Geld erbij, maar dat is niet genoeg voor jeugdagenda

Halverwege de looptijd van de Hervormingsagenda Jeugd blijkt dat de vijf samenwerkende partners allemaal keihard werken voor een betere en betaalbare jeugdzorg, maar het is niet genoeg.

Dat constateert de deskundigencommissie onder leiding van oud-minister en -staatssecretaris Tamara van Ark in een ‘zwaarwegend’ advies, Groeipijn. De commissie is onder de indruk van de inzet van de vijf partners: rijk, gemeenten, zorgaanbieders, professionals en cliëntenraden. ‘Er wordt met volle overgave gewerkt, maar het is niet genoeg’, zei Van Ark bij de presentatie. ‘De commissie heeft onvoldoende vertrouwen dat de beoogde effecten worden behaald.’ Daarvoor zijn ‘meer focus, doorzettingskracht, realisme en cijfermatig inzicht’ nodig.

STURING

Van Ark constateert dat de discussie over de jeugdzorg tot nu toe te veel over

de financiën gaat en te weinig over de inhoud en de sturing. Ook is de scope van de Hervormingsagenda te smal: de nadruk ligt te eenzijdig op het ‘anders organiseren’ van de jeugdzorg, maar de oplossing voor de grote vraag naar jeugdhulp ligt vooral in de systemen buiten de zorg: in het gezin, op school, in de samenleving. ‘Jeugdhulp is aanpalend voor de andere levensdomeinen, niet andersom.’ Van Ark adviseert ook snel meer inzicht in de informatiehuishouding van

rijk en gemeenten, omdat nu onduidelijk is waardoor de tekorten zijn ontstaan.

ERKENNING

De VNG herkent dat een bredere aanpak is vereist, ‘met aandacht voor bestaanszekerheid, onderwijs, wonen en volwassenenzorg’.

Daarnaast is de VNG blij met de erkenning dat er voor gemeenten geld bij moet. ‘Belangrijk is dat de geplande extra bezuinigingen vanaf 2026 weg worden gehaald en er een adequate indexatie voor gemeenten komt.’ De VNG verwacht dat het kabinet de extra financiering van de jeugdhulp zal verwerken in de Voorjaarsnota.

‘Tegelijkertijd doet het pijn dat de commissie oordeelt dat gemeenten 50 procent van de tekorten in 2023 en 2024 zelf moeten dragen en dat dit ook doorwerkt in de komende jaren.’ (LM) ←

Pagina 14: Interview Nathalie Kramers, voorzitter VNG-commissie Zorg, Jeugd en Onderwijs.

We doen alsof verkeersongevallen er nou eenmaal bij horen, maar dat is onzin. Je kunt keuzes maken om de kans op ongelukken kleiner te maken. Mijn geduld raakt op.

De Amsterdamse wethouder Melanie van der Horst (D66) is woest op het kabinet dat niets doet aan verkeersveiligheid, Het Parool 5 februari

Nog maar helft van de gemeenten actief op X

Hoewel bijna alle gemeenten nog een account hebben, is nog maar de helft van hen actief op X.

Minder dan de helft van de gemeenten plaatste in januari 2025 nog een post. Dat blijkt uit onderzoek van onderzoeks- en adviesbureau 200 OK en Renata Verloop. In 2014 was 96 procent van de gemeenten actief op Twitter, de voorganger van X. In 2025 is dat gedaald naar ongeveer 56 procent. Daarvan heeft het grootste deel een bericht geplaatst, een kleiner deel alleen een reactie.

met publiceren via het platform van Elon Musk, is moeilijk te zeggen. (MM) ←

Gemeente ook partij bij Wlz-zorg

Wanneer een inwoner Wlz-zorg krijgt, maar niet in een Wlz-instelling woont, blijft de gemeente verantwoordelijk voor hulpmiddelen om thuis te kunnen blijven wonen.

Dat blijkt uit een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. De zaak draaide om de vergoeding van een tillift voor iemand die zorg kreeg via de Wet langdurige zorg in een geclusterde woonomgeving. De gemeente ’s-Hertogenbosch wilde daarom de tillift niet vergoeden. De rechter stelde dat iemand die thuis zorg krijgt vanuit de Wlz per definitie niet in een instelling woont. Dit geldt ook voor iemand in een wooneenheid in een geclusterde setting. In dat geval blijft de gemeente verantwoordelijk voor de kosten van eventuele hulpmiddelen. Er bestaan tegenwoordig veel woonvormen waar mensen zelf hun appartement huren en zorg vanuit de Wlz krijgen. Voor buitenstaanders is dan niet altijd duidelijk dat die bewoners niet in een verpleeghuis wonen. (MM) ←

Toelage voor commissievoorzitter

Voorzitters van gemeenteraadscommissies kunnen sinds kort een extra vergoeding krijgen voor hun raadswerk. Dat heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken vastgelegd in een nieuw rechtspositiebesluit.

De extra toelage is bedoeld om tegemoet te komen aan de extra uren die raadsleden in het voorzitterschap stoppen. Raadscommissies vergaderen gemiddeld veertig keer per jaar, en de vaste voorzitter ‘besteedt aantoonbaar meer uren aan het raadslidmaatschap en heeft extra verantwoordelijkheden’. Het extra bedrag moet helpen om het voorzitterschap aantrekkelijk te houden, schrijft minister Judith Uitermark van Binnenlandse Zaken in een toelichting.

De gemeenteraden van Rotterdam, Den Haag en Utrecht hadden bij Uitermark gevraagd om de extra toelage. Eerder was het de bedoeling dat raadscommissies een externe voorzitter konden aantrekken. Dat initiatiefwetsvoorstel werd al door de Tweede Kamer aangenomen, maar daarna trokken CDA en VVD hun voorstel in. (RvdD) ←

Gemeenten staan onder druk door groeiende wateruitdagingen. Klimaatverandering, personeelstekorten en stijgende kosten versterken de complexiteit van het waterbeheer.

Dat schrijft Stichting RIONED. Volgens directeur Hilde Niezen van RIONED werkt de riolering in Nederland nog goed, maar neemt de druk op systemen en mensen toe. Zij zegt dat niet alles meer maakbaar en oplosbaar is als de klimaatverandering doorzet.

Daarom is ook de betrokkenheid van burgers en bedrijven essentieel. Initiatieven om anders met regenwater om te gaan, zoals het vervangen van tegels door groen, dragen bij aan een klimaatrobuuste leefomgeving. (MM) ←

LOPENDE ZAKEN

VERGADERING 24 JANUARI

Op de agenda van het VNG-bestuur stond onder meer de VNG-inzet richting de Voorjaarsnota en het thema ‘Gemeenten ontwikkelen zich tot één sterke bestuurslaag’.

De Voorjaarsnota is de laatste gelegenheid om het onheil af te wenden voor 2026 en verder. Het bestuur besprak daarom de aanpak richting het Overhedenoverleg op 11 maart, dat gericht is op het sluiten van een deal bij de Voorjaarsnota. De inzet is om te zorgen voor een goede structurele uitgangspositie door: dempen bezuiniging gemeentefonds vanaf 2026; structurele dekking van kosten jeugdzorg; indexering van de fondsen passend bij stijgende kosten op wettelijke (zorg)taken.

De tijd dringt. In politiek Den Haag lijkt weinig tot geen besef van de ernst van de situatie en het belang dat ge-

akkoord’. De strategische uitgangspunten zijn erop gericht om maximale druk op te voeren richting kabinet. Ook is er mogelijk een extra ALV in maart, daarover beslist het bestuur in de vergadering op 14 februari.

Gaan we het gebruik van collectieve diensten en standaarden door gemeenten monitoren en elkaar daarop aanspreken?

Hoe gaan we om met investeringen door koplopers?

Portefeuillehouder Roel Wever, voorzitter van het College voor Dienstverleningszaken, neemt de aandachtspunten vanuit het bestuur mee in de verdere uitwerking.

TERUGBLIK COLLEGE VOOR

ARBEIDSZAKEN 22 JANUARI

Het CvA besprak deze keer de onderhandelingen voor de Cao Gemeenten en SGO, Cao Aan de Slag, pensioen, het nieuwe zorgcontract, en de werkkostenregeling (WKR).

Het CvA besprak de contouren van een loonbod waarbij het uitgangspunt is om een meerjarige cao af te sluiten en een zeer serieus bod voor te leggen. Het bod maakt deel uit van een pakket voorstellen, waaronder het

Sociale partners in de Pensioenkamer werken aan de transitie van het

ken van de sociale partners omzetten in hun administratie, dat is veel en

‘Gemeenten ontwikkelen zich tot één sterke bestuurslaag’ is één van de ontwikkelthema’s uit de Verenigingsstrategie. Het gaat erom dat gemeenten zich inspannen, via onder meer onderlinge samenwerking en doelmatigheidsverbetering, om naar vermogen bij te dragen aan de noodzakelijke balans tussen taken en middelen.

Het bestuur voerde het gesprek hierover aan de hand van drie dilemma’s: Collectieve oplossingen of lokale beleidsvrijheid?

Meer over de commissies en het vergaderschema: vng.nl/vereniging

TEKST: VNG

zorgvuldig werk. Na de transitie van is de ambitie om de pensioenen van de politieke ambtsdragers onder te brengen in het nieuwe pensioenstelonderzoek onder gemeenten.

De voorzitter van de Kamer Inclusieve Arbeid (KIA) meldt dat de Cao SW nog doorloopt, maar de Cao Aan de Slag nog geen toezegging gedaan voor een structurele bijdrage. Hij heeft geprobeerd de onderhandelingen op te starten, maar het is lastig een handreihet rijk.

De directeur van VNG Risicobeheer informeert het college over het proces rond het zorgcontract, dat zich meer richt op preventie en ziekteverzuim om duurzame inzetbaarheid te bevorderen. De afspraken met zorgverzekeraars lopen eind 2025 af.

In overleg met het ministerie van een motie van Papendrecht en een cao-afspraak over een gelijk speelveld binnen de WKR, besloten om advies te geven aan de leden over de omgang met de WKR-kosten voor werknemers en politieke ambtsdragers.

COMMENTAAR

COLLECTIEF

Géssica Gomes (12) overleed door huiselijk geweld. Het gezin was bekend bij jeugdzorg en tal van andere instanties. De dood van Géssica, het Maasmeisje, was in 2006 in Rotterdam aanleiding voor het versterken van de samenwerking tussen het onderwijs, jeugd(gezondheids)zorg, jeugd-GGZ en welzijn. Dit mocht nooit meer gebeuren. Bijna twintig jaar later is er de tragische zaak van het pleegmeisje in Vlaardingen. Met al het goede werk blijkt het systeem nog even kwetsbaar. De deskundigencommissie Toekomst & Financiën van de Hervormingsagenda Jeugd, de commissie-Van Ark, benadrukt in haar rapport de sterke toename van het aantal individuele hulptrajecten. De problemen zijn door die trajecten niet verminderd. Fundamentele veranderingen zijn nodig. Gemeenten strijden al bijna tien jaar met het rijk over de kosten van de jeugdzorg, een wettelijke taak waarbij gemeenten nauwelijks invloed hebben op de instroom. Wat zijn de grenzen aan wat de overheid redelijkerwijs kan bieden? Het stelsel van ongelimiteerde individuele trajecten is financieel onhoudbaar en geeft te weinig soelaas. Veel problematiek komt voort uit de zorgen van ouders over geld of wonen. Met deze maatschappelijke oorzaken moeten we aan de slag. Voor kinderen met ernstige problemen zullen individuele vormen van zorg altijd nodig blijven. Maar een deel is te ondervangen met het versterken van de pedagogische basis. Een rijke schoolomgeving waarin onderwijs en zorg samenwerken, kan groot verschil maken. Het is mijn overtuiging dat het meer collectieve

MET AL HET GOEDE WERK BLIJKT

HET SYSTEEM NOG EVEN

school- en zorgsysteem in Scandinavië beter werkt dan onze individualistische aanpak. In Zweden zijn bijvoorbeeld voorschoolse educatie, kinderopvang, buitenschoolse activiteiten, opvoedondersteuning en jeugdzorg onderdeel van de school. Het is er voor ouders normaal om problemen te bespreken met leerkrachten, pedagogen of de maatschappelijk werker. Dat geeft ook docenten meer lucht; belangrijk omdat de onderwijsresultaten in Nederland verslechteren. In een rijke (voor)schoolse omgeving met doorlopende leerlijnen en brede teams met vakkrachten uit meer disciplines, zijn kinderen beter in beeld. In ons stelsel van afgeperkte domeinen en individuele rechten en voorzieningen vallen uitgerekend de kwetsbaarste kinderen tussen wal en schip. Het bestaande stelsel werkt niet helemaal zoals het zou moeten. Laten we het rapport van Van Ark aangrijpen voor een agenda van vernieuwing voor een sterke pedagogische basis. Met collectieve voorzieningen als uitgangspunt, en individuele hulp in uitzonderlijke situaties waar het nodig is. Tegelijk zeg ik richting rijk: daar hangt een prijskaartje aan. Een goed pedagogisch klimaat, kwetsbare kinderen beschermen. Geen onderwerp ligt zo dicht bij mijn hart. Laten we met de jeugdzorg, het onderwijs, rijk en gemeenten samen een beter systeem maken. Gemeenten kunnen en moeten nu een stap naar voren zetten. ←

SYBRAND BUMA

‘We gaan het ánders doen’

BIJNA VIJFENHALF JAAR IS HIJ NU BURGEMEESTER VAN LEEUWAR DEN EN HIJ IS ER NOG LANG NIET OP UITGEKEKEN. STERKER, SYBRAND BUMA HEEFT AMBITIEUZE PLANNEN MET DE STAD: ‘ALS WE HIER BOMEN KUNNEN LATEN BEWEGEN, KUNNEN WE ALLES.’

Ondanks de gure politieke wind die uit Den Haag waait, en ondanks de internationale crises die zich ook in Nederland doen voelen, wil Sybrand Buma Leeuwarden op de kaart zetten. Het optimisme, nu al zichtbaar, zal in 2030 nog sterker zijn, voorspelt hij. ‘Dan zegt de Randstad niet meer: we moeten het noorden helpen. Nee, het noorden zegt dan: kunnen wij de Randstad misschien helpen?’ Die zonnige toekomst moet vooral worden gedragen door de WaterCampus, een conglomeraat van kennisen onderzoeksinstellingen waar baanbrekend werk wordt verricht op het gebied van water, land en bodem. ‘We laten hier zien dat Delft niet de enige plek is waar aan water wordt gewerkt.’

Anders dan veel van uw collega’s, die in hun nieuwjaarstoespraken somberden over de grote landelijke en internationale vraagstukken, hield u een hoopvol en vooral lokaal verhaal.

‘Ik geloof daar ook echt in. Mensen zijn niet alleen maar boos op Den Haag, ze willen ook verder met hun leven. Het is mijn taak als burgemeester om te laten zien wat we samen voor elkaar kunnen krijgen, in plaats van te zeggen dat de wereld zo ingewikkeld is. Daar wordt de wereld echt niet beter van en ik ben onder de indruk van wat de gemeente kan.’

In 2018 was Leeuwarden Culturele Hoofdstad van Europa. Wat heeft dat losgemaakt?

‘Leeuwarden was altijd een stad waarvan men zei: het was niks, het is niks en het zal nooit wat worden. Ook de Leeuwarders zelf zeiden dat, over hun eigen stad. Toen ik als kind met mijn moeder meeging vanuit Sneek om in Leeuwarden boodschappen te doen, gingen we zo snel mogelijk weer terug. Het idee dat je hier zou blijven om iets leuks te doen, was er gewoon niet. Vooral in de jaren ’90 ging het slecht, de gemeente had geen geld en de dood van Meindert Tjoelker in 1997 was het dieptepunt. Erger kon het niet worden. De stad heeft zich vervolgens aan de eigen haren uit

‘Is er vanuit Den Haag wel serieuze interesse in wat gemeenten doen?’

Sybrand van Haersma Buma is sinds 26 augustus 2019 burgemeester van Leeuwarden.

Daarvoor zat hij zeventien jaar in de Tweede Kamer, van 2010 tot 2019 was hij fractievoorzitter van het CDA.

Hij was ook kort gemeenteraadslid in LeidschendamVoorburg (2002).

de modder omhooggetrokken. Er is veel bezuinigd, maar de financiën kwamen op orde. Vervolgens kwam de Culturele Hoofdstad en sindsdien overheerst het gevoel: wij kunnen de wereld aan.

‘Toen ik hier in 2019 terugkwam, herkende ik de stad niet meer terug. Overal terrassen, heel veel studenten, de musea deden het goed, er waren hotels bij gekomen. De energie van de Culturele Hoofdstad is nog altijd voelbaar. In 2022 hadden we een kunstproject met de naam Bosk: Leeuwarders duwden gedurende honderd dagen duizend bomen door het centrum van de stad. Er kwam een park bij het station, dat verplaatste zich naar de grachten, het heeft gestaan bij de Oldehove, onze iconische kerktoren. Er was een gevoel van: als we bomen kunnen laten bewegen, dan kunnen we alles. Op de vleugels van Bosk zijn we nu de binnenstad aan het vergroenen, want mensen hebben gezien hoe mooi dat is. En dit jaar gaan we met z’n allen bij de Oldehove, op de plek van de oude kathedraal, een nieuw, duurzaam gemeenschapshuis bouwen. Dat zou tien jaar geleden ondenkbaar zijn geweest. Kortom: het enige recept tegen het gevoel van zorg over de toestand van de wereld is een lokaal antwoord: wij gaan het ánders doen.’

Dat is een mooie boodschap, maar ook Leeuwarden ontkomt niet aan hoofdpijn in het financiële ravijnjaar 2026 en de jaren daarna… ‘Dat poets ik niet weg, het gaat ongelooflijk veel pijn doen. Leeuwarden zal niet door de bodem zakken, maar hier in het Noorden zal dat voor veel gemeenten wel het geval zijn. Daar moeten we samen het hoofd aan bieden. Maar ook met weinig geld is nog veel

‘Neem besluiten, durf te laten zien waar je voor staat’
‘Het enige recept tegen het gevoel van zorg over de toestand van de wereld is een lokaal antwoord’

mogelijk, als je goed zoekt naar de initiatieven die er in je gemeente zijn. De discussie gaat vaak over geld, maar ook over hoe je bestuurlijk met elkaar omgaat. Is er vanuit Den Haag wel serieuze interesse in wat gemeenten doen? Ik ken de Haagse werkelijkheid heel goed en weet dat het gemeentefonds vooral als een kostenpost wordt gezien in plaats van als een oplossing voor dingen. Den Haag merkt het niet als op het gemeentefonds wordt bezuinigd, maar hier voelen we het wel. Terecht dat de VNG op sommige dossiers zegt: hier trekken we een grens, we zijn er klaar mee. Dat heeft ermee te maken dat Den Haag, meer nog dan in het verleden, opgesloten zit in een eigen systeem. De coalitie houdt zichzelf heel erg vast en krijgt dan minder zicht op wat er buiten gebeurt.’

U was zeventien jaar Kamerlid. Het politieke klimaat is nu, vijf jaar later, snel veranderd. De groei van de PVV, nieuwe partijen als BBB en NSC, uw eigen CDA is gedecimeerd, verruwing en populisme gedijen. Ziet u om in verwondering?

‘Verwacht u nu dat ik zeg dat het wel meevalt? Of dat ik het zag aankomen? De snelheid van de gebeurtenissen is enorm. In de hele wereld hebben democratieën een legitimatievraag. Het negentiende-eeuwse systeem is gebouwd op het tempo van paard-en-wagen. Voor een wereld waarin boodschappen in een flits van Silicon Valley hiernaartoe gaan, hebben we nog geen systeem opgebouwd. Onze democratie is wel het beste systeem dat er is, maar daarom past het nog niet bij de snelheid van de tijd.’

Staat de democratie onder druk door de opkomst van radicaal-rechts, niet alleen in Nederland maar ook elders in Europa?

‘Radicaal-rechts is geen op-zichzelfstaand fenomeen, het komt ergens uit voort. Waardoor denken mensen oprecht dat een betere toekomst bij die partijen vandaan komt? We moeten ons niet beperken tot afgeven op radicaal-rechts, maar zelf iets doen. Dat is het probleem in Den Haag, ze komen daar eerder in de problemen door wat er níét wordt besloten in plaats van dat er besluiten worden genomen, ook als

die omstreden zijn. Er zit nu een kabinet dat besloten heeft het anders te doen op het gebied van stikstof, maar we weten allemaal hoe het eindigt: met stikstofmaatregelen. Alleen later in de tijd, waardoor ze nog harder uitpakken. Dus neem besluiten, durf te laten zien waar je voor staat. Uiteindelijk vermoed ik dat het besef hier groot genoeg is dat we de democratie nodig hebben. Het is aan ons, bestuurders, om te laten zien wat we kunnen bereiken. Ik begrijp dat het ingewikkeld is, maar we doen het.’

Wat is daarvoor nodig?

‘De overheid is er om mensen te helpen, dat is het primaire proces. Maar na vijf jaar burgemeesterschap merk ik dat we bestuurlijk en politiek heel veel tijd kwijt zijn aan het secundaire proces, de bureaucratie. We hebben een systeem gebouwd waarin je, als je iemand wilt helpen, moet motiveren waarom je informatie uitwisselt met andere organisaties. Ik zou het heel graag omdraaien. In plaats van een overheid die bang is om op z’n kop te krijgen omdat ze informatie heeft uitgewisseld, zou ik een wereld willen die op z’n kop staat omdat er níét is uitgewisseld waardoor iemand niet is geholpen. Angst voor het schenden van privacy zorgt voor een verkrampte overheid. Ik ben zeer voor openbaarheid, maar het uitzoeken na een zoveelste Woo-verzoek van WhatsApp-verkeer en duizenden stukken kost zó veel mensen en tijd. Ik kreeg zelfs van iemand een Woo-verzoek om stukken openbaar te maken over de afwikkeling van zijn vorige Woo-verzoek. Wat is nou belangrijker, dat we achteraf de goede stempels hebben gezet of dat we eens een keer een besluit durven nemen?

‘Ik wil af van de handelingsverlegenheid van een overheid in een systeem waarin het meer lijkt te lonen om géén besluit te nemen, dan wél. Dat is een lang traject, het ligt gevoelig. Iedereen zegt: ja, maar privacy en openbaarheid zijn belangrijk. Ik denk dat er geen land is dat zo ver gaat als wij. Je zou best eens kunnen kijken hoe landen om ons heen het doen op een manier waaruit blijkt dat “wij zijn er voor de burger” ook echt de basis is van het bestuur. En niet om vinkjes bij procedures te zetten.’ ←

Lees de lange versie op vng.nl of scan de QR-code

VNG: bredere proef met nieuw stembiljet

De proef met het nieuwe stembiljet, die bij de komende gemeenteraadsverkiezingen wordt gehouden, moet in veel meer gemeenten worden uitgevoerd dan dat het kabinet nu van plan is.

Dat stelt de VNG. Het kabinet wil in 2026 in tien gemeenten experimenteren met het nieuwe stembiljet. Bij de afgelopen Tweede Kamerverkiezingen was er nog een proef met vijf gemeenten. Maar die verdubbeling ‘is niet voldoende om enige zekerheid te hebben dat er sprake kan zijn van landelijke uitvoering voor 2030’, aldus de VNG. Gemeenten willen graag over naar het nieuwe stembiljet. (RvdD) ←

AGENDA

18 FEBRUARI

Nieuwe handreiking

Jongerenparticipatie

Online, 11.00-12.00 uur | vng.nl/agenda

18 FEBRUARI

Huisvesting aandachtsgroepen

Online, 11.30-12.30 uur | vng.nl/agenda

19 FEBRUARI

Uitvoering geven aan de Wet digitale overheid

Online, 11.00-12.00 uur | digitaleoverheid.nl

20 FEBRUARI

Toekomst gemeentelijke arbeidsmarkt

Online, 13.00-14.00 uur | aeno.nl

20 FEBRUARI

Maatwerk onder maatschappelijke druk

Den Haag, 16.00-18.30 uur | bestuurskunde.nl

21 FEBRUARI

Atheense dialoog ‘durf te leiden’ Zwolle, 9.00-16.30 uur |

28 FEBRUARI EN 25 MAART

Balans taken en middelen energietransitie

Online, 13.00-14.30 uur | vng.nl/agenda

6 MAART

Zeerlagetemperatuur

warmte- en koudenetten

Driebergen, 09.0018.00 uur | nplw.nl

10 MAART

Samenwerken aan het verduurzamen van kwetsbare wijken

Arnhem, 10.00-16.00 uur | platform31.nl

5,6%

meer bezoekers in centrumgebieden tijdens de feestdagen.

Ten opzichte van 2023. Bron: Nationale Bezoekers Index

Maatschappelijke taken onder druk door tekorten

Het is zeer de vraag of gemeenten in staat blijven om grote maatschappelijke opgaven te realiseren als er niet meer geld bijkomt. Dat concludeert accountantsorganisatie BDO in een nieuwe doorlichting van de

Gemeenten koersen in ravijnjaar 2026 af op een gezamenlijk tekort van 1,1 miljard euro, becijferde BDO op basis van meerjarenbegrotingen. Ook in de jaren daarna schrijven ze rode cijfers.

In 2026 krijgen gemeenten zo’n 2,5 miljard euro minder uit het gemeentefonds dan nu, zonder dat er taken verdwijnen. ‘De taken en opgaven van gemeenten nemen toe,

Rob Bouman in een reactie. ‘De balans is zoek.’

Vorige week bleek uit cijfers van het CBS dat gemeenten dit jaar 8 procent meer verwachten te ontvangen uit gemeen-

gaat om een bedrag van 14,4 miljard euro in totaal. Gemeenten wijten die stijging aan het feit dat ze van het rijk volgend jaar veel minder inkomsten krijgen.

Emeritus hoogleraar staatsrecht Douwe Jan Elzinga noemt het ravijnjaar in een bericht op LinkedIn ‘onrechtmatig’. Hij wijst erop dat de Gemeentewet voorschrijft dat het rijk de kosten voor medebewindstaken volledig moet vergoeden. ‘Sinds jaar en dag wordt deze norm met voeten getreden en via allerlei constructen ontweken’, schrijft Elzinga in zijn bericht. (RvdD) ←

MAGAZINE

3 VRAGEN AAN...

Johnas van Lammeren

De Amersfoortse wethouder Johnas van Lammeren (PvdD) krijgt vaak online bedreigingen.

Een daarvan deelde hij op X, omdat voor hem de maat vol was. ‘Er is sprake van een trend. Dat is uitermate kwalijk.’

Veel lokaal bestuurders hebben te maken met intimidaties en bedreigingen, maar weinigen van hen zetten die online. U deed het wel, waarom?

‘Ik was er gewoon klaar mee en wilde hiermee de aandacht trekken. Niet voor mezelf, het gaat niet over mij, het is veel groter. Het gaat over de manier waarop we omgaan met bestuurders, met raadsleden, statenleden, met ambtenaren. Ik vind dit gewoon niet normaal, en hopelijk velen met mij. Ik kan me als wethouder nog verdedigen in het publieke debat, maar ambtenaren kunnen dat niet. Als je ziet hoe zij op inspraakavonden worden aangevallen... Dat is echt ver beneden de maat. Dit betekent iets voor het ambtelijk apparaat, voor het vertrouwen, voor de participatie. Iedereen mag voor een eigen belang opkomen, maar wel binnen de bandbreedte van fatsoen en daar horen scheldpartijen niet bij. Het is echt niet zo dat we nu ineens door een grens zijn gezakt, dat is al veel eerder gebeurd. Ik wilde aandacht vragen voor deze omgangsvormen. Vrijheid van meningsuiting is een groot goed, maar je hoeft niet álles te zeggen. Je kunt in ieder geval proberen je fatsoen te bewaren.’

Er zijn ook bestuurders die mensen uitnodigen voor een persoonlijk gesprek. En dan blijken ze het vaak niet zo bedoeld te hebben. Hoe doet u dat?

‘Ik nodig regelmatig mensen uit die het vurig met mij oneens zijn, of ik ga bij ze op bezoek. In dit specifieke geval heb ik dat niet gedaan, de mails van deze meneer werden steeds pittiger en uiteindelijk heb ik bij de politie aangifte gedaan van bedreiging. Als wordt gesuggereerd dat ik in een put kan vallen en mijn nek kan breken, is dat dan een bedreiging? Het is maar hoe je het wilt lezen. Nogmaals, het gaat niet om deze mail, maar het is een voorbeeld van wat er in Nederland aan de hand is, ik wil duidelijk maken wat sociale media met iemand doen. Er is sprake van een trend. Dat is uitermate kwalijk en, als je niet uitkijkt, gevaarlijk voor de democratie.’

Zouden andere wethouders uw voorbeeld moeten volgen?

‘Zij moeten helemaal niks, maar voor de maatschappelijke discussie zou het weleens goed kunnen zijn. Eigenlijk gaat het mij om het gesprek aan de keukentafel. Wat vinden we normaal, hoe benaderen we elkaar? Wat is nou de common sense, de gedeelde moraal? Als ik daar iets aan kan bijdragen door bijvoorbeeld dit soort interviews, heeft dat misschien effect. En als collega’s dat ook doen, zou ik dat toejuichen.’ ←

COMMISSIEVOORZITTER NATHALIE KRAMERS

De

pijn van de dubbele logica

BETREURT HET SALOMONSOORDEEL

MAAR

Een geslaagde poging om ordening aan te brengen in de ingewikkelde wereld van de jeugdzorg. Zo typeert Nathalie Kramers, wethouder van Leeuwarden en sinds kort voorzitter van de VNG-commissie Zorg, Jeugd en Onderwijs Groeipijn, het ‘zwaarwegend advies’ van de deskundigencommissie die in opdracht van het rijk en de VNG onderzoek deed naar de voortgang en de toekomst van de Hervormingsagenda Jeugd.

Gemeenten hadden er reikhalzend naar uitgekeken. De commissie, onder leiding van oud-minister en -staatssecretaris Tamara van Ark, zou aantonen dat er fors meer geld moet naar gemeenten, was de hoop en verwachting. Geld om de jeugdzorg, door het rijk als ‘medebewindstaak’ aan gemeenten toebedeeld, overeind te houden. Die verwachting is uitgekomen. Er moet geld bij voor gemeenten, stelt de commissie. Maar daarnaast valt er ook nog het een en ander te verbeteren: een bredere, meer gezinsgerichte aanpak is vereist, met aandacht voor bestaanszekerheid, onderwijs, wonen en volwassenenzorg. Volgens Kramers is het vooral belangrijk dat de commissie inhoud, geld en sturing van de jeugdzorg goed met elkaar verbindt. ‘In de volgorde: de financiële kramp eruit en de druk erop. Eerst moet het zwaard van

Damocles boven de tekorten weg. Hierover staan verstandige dingen in het advies, waarvan er veel herkenbaar zijn. De commissie ziet dat we allemaal keihard bezig zijn, maar dat er bij gemeenten ook van iets als machteloosheid sprake is: als we zo ons best doen, waarom lukt het dan niet altijd om de jeugd de zorg te geven die ze verdient? En wat is er extra nodig om over drie jaar wél te kunnen zeggen dat we een heel eind in de goede richting zijn gekomen?’

SYSTEMISCHE BENADERING

De commissie-Van Ark adviseert een meer ‘systemische benadering’. ‘We moeten oppassen dat het geen hol begrip wordt,’ zegt

Kramers: ‘We moeten een kind zien in zijn omgeving.’ (Beeld: Mitch de Pon)

Kramers, ‘want dit is wel de belangrijkste inhoudelijke aanbeveling voor gemeenten en ook de meest herkenbare. We moeten een kind zien in zijn omgeving. Heel vaak zit de oplossing niet in het kind zelf maar zit zowel de oorzaak als de oplossing in die omgeving.’

Maar als dat bij gemeenten het uitgangspunt van het sociaal domein is, waarom blijft dat dan zo lastig?

Kramers: ‘Het zijn bewegingen die niet van de ene op de andere dag lukken. Wie bij een gemeente werkt, zal herkennen dat er nog altijd schotten zitten tussen Wmo, Jeugdwet en Participatie. We lopen ook op tegen problemen waar we niet direct iets aan kunnen doen. Wij zien het belang van samenwerking met het onderwijs, maar het onderwijs heeft zijn eigen kolom en zijn eigen bewindslieden. Dus wij kunnen wel allerlei steunstructuren en zorgarrangementen tegen het onderwijs aanplakken, maar dat hele stelsel van inclusief en passend onderwijs ligt niet in onze handen. Dat zegt Van Ark ook: er zijn meer departementen nodig voor een integraal jeugdbeleid.’

HUISWERK

De VNG had zich bij voorbaat al gecommitteerd aan de uitkomsten van het advies van Van Ark. Bij de presentatie in perscentrum Nieuwspoort reageerde staatssecretaris Vincent Karremans (Jeugd, Preventie en Sport) namens het rijk echter zuinig. ‘We hebben huiswerk’, zei hij. Hij beloofde het advies te gaan ‘bestuderen’.

Kramers ziet dat als een eerste reactie. ‘Hij staat daar als lid van het kabinet. Als VNG houden we vast aan wat het kabinet eerder heeft gezegd: het is niet aan de orde óf we het advies uitvoeren, maar hóé. Ik zou de

staatssecretaris willen oproepen om het kabinet aan die uitspraak te herinneren. Alléén gaat hij het niet redden, het hele kabinet is nodig om dit advies zowel inhoudelijk als financieel uit te gaan werken. Verspil niet al te veel tijd met dit huiswerk.’

In het advies staat dat een ‘herijking van het meerjarig financieel kader’ nodig is. Eigenlijk gaat het over tekorten, zegt Kramers. Over uitgaven die gemeenten al hebben gedaan en de komende jaren nog gaan doen. ‘Wij kunnen daar nog niet goed op sturen, dat geeft de commissie ook aan. Die uitgaven stijgen ook als gevolg van maatschappelijke ontwikkelingen en bijvoorbeeld hogere lonen. Wij doen deze taak in het kader van onze medebewindstaak, dan is het logisch dat het rijk de gemeenten daarvoor compenseert op basis van de reële uitgaven, zegt de commissie. Dus het gaat niet over geld erbij, maar over minder tekorten voor gemeenten.’

Kramers is wel ‘opgelucht’ met deze erkenning door de commissie. ‘Zonder financiële ruimte kun je van gemeenten geen inhoudelijke verbeteringen

‘We lopen ook op tegen problemen waar we niet direct iets aan kunnen doen’
Nathalie

VIND: Het antwoord op elke vraag

Vind jij altijd de juiste informatie?

Alleen VIND levert gemeenten de unieke combinatie van werkprocessen én praktische informatie om de organisatie in de breedste zin te voorzien. De front- en backoffice sluiten daardoor naadloos op elkaar aan. Deze combinatie bespaart tijd én de dienstverlening naar burgers en ondernemers is professioneler, sneller en accurater.

Vind alle voordelen op sdu.nl/vind

‘Zonder financiële ruimte kun je van gemeenten geen verbeteringen verwachten’

verwachten. Die hebben moeite genoeg om het hoofd boven water te houden. We hebben een tekort én we moeten vanaf 2026 gaan bezuinigen. Nou, ik zou niet weten hoe dat moet.’

TWEE LOGICA’S

In een eerste reactie op het advies zei de VNG dat het belangrijk is dat de geplande extra bezuinigingen vanaf 2026 worden geschrapt en er een adequate indexatie voor gemeenten komt. Maar er was ook teleurstelling, omdat de commissie vindt dat gemeenten de tekorten in 2023 en 2024 voor de helft zelf moeten dragen en dat dit ook doorwerkt in de komende jaren. Als reden daarvoor geeft de commissie dat niet meer te achterhalen valt waardoor die tekorten precies zijn veroorzaakt. De gemeenten hadden gehoopt dat zij voor honderd procent zouden worden gecompenseerd, maar dat vond de commissie blijkbaar te ver gaan.

‘De commissie hanteert twee logica’s’, zegt Kramers. ‘De ene logica is dat een medebewindstaak – de gemeenten voeren landelijk beleid uit – gewoon een ordentelijke financiering door het rijk vraagt. Als het gaat over de indexatie van de kosten, gaat de commissie daar helemaal in mee. Dan zou je zeggen dat dat óók geldt voor de tekorten met terugwerkende kracht. Maar dan hanteert de commissie een andere logica: omdat we niet kunnen checken waardoor die tekorten zijn ontstaan, wie hierop had moeten sturen, het rijk of de gemeenten, verdelen we die pijn fiftyfifty.’

Een salomonsoordeel, noemt Kramers dat. ‘Je kunt je daar als compromis ook nog iets bij voorstellen, met terugwerkende kracht. Maar als gemeenten balen we er echt van dat diezelfde logica toch ook wordt meegenomen voor de berekeningen vanaf 2025. Eigenlijk betekent dit, dat we die 400 miljoen euro die we in 2024 niet gecompenseerd krijgen, als een soort eigen bijdrage vanuit de gemeentekas ook de komende jaren moeten blijven betalen. Dat doet pijn. Beschouw het maar als een prikkel om te proberen het aantal jongeren dat een beroep doet op zorg de

komende jaren te dempen, zegt Van Ark. Mijn stelling: dan is het dus éxtra belangrijk dat de rest van het financiële advies door het rijk een-op-een wordt overgenomen.’

MINDER VRIJBLIJVEND

Gemeenten moeten zich realiseren dat de jeugdzorg ‘minder vrijblijvend’ wordt. ‘In alle regio’s wordt al samengewerkt, bijvoorbeeld bij de inkoop van zorg, maar dat wordt straks wettelijk verplicht en gestandaardiseerd. Gemeenten en regio’s moeten op zoek naar een nieuw evenwicht. De commissie spreekt ook over een basisinfrastructuur in alle gemeenten. Kunnen dingen op een vergelijkbare manier worden geagendeerd? En als je iets met elkaar afspreekt, stel dat daarna dan niet meer ter discussie. Dat betekent iets voor de ruimte van individuele gemeenten om het net even anders te willen doen, onnodige diversiteit wordt disfunctioneel. Daar moeten we aan wennen. Er is straks geen sprake meer van alleen best practices uitwisselen, we moeten de best practice gaan doen.’ ←

IN BEELD

MEER VROUWEN IN DE POLITIEK

In voorbereiding op de gemeenteraadsverkiezingen, volgend jaar maart, zijn in veel gemeenten initiatieven gestart om het aantal vrouwen in de politiek te vergroten. Zo ook in Enschede, waar D66-raadslid Maschja Baas de raadzaal laat zien tijdens een open dag speciaal gericht op vrouwen. Vorige maand deden verschillende partijen, waaronder de VNG, een oproep om het aantal vrouwen in de politiek te vergroten. Na de verkiezingen van 2022 was slechts 36 procent van de raadsleden vrouw. ‘Er is nog een wereld te winnen’.

RISICOBEHEERFONDS

Tegen brand verzekerd

LAGERE PREMIES EN EEN BETER INZICHT IN DE RISICO’S: DE VNG HEEFT GROTE AMBITIES MET HET NIEUWE RISICOBEHEERFONDS. DE OPRICHTING VAN EEN VERZEKERAAR DIE EEN COLLECTIEVE GEBOUWENVERZEKERING AANBIEDT, PAST IN DE STRATEGIE VAN DE VNG OM MET GEMEENTEN MEER SAMEN TE DOEN.

Gemeentehuizen, zegt Christiaan Ravensbergen, zijn doorgaans veilige gebouwen. Er breekt zelden brand uit, en als dat wel gebeurt, is het incident vaak beperkt. Ravensbergen is directeur bij VNG Risicobeheer en promoveert dit jaar aan de Universiteit Twente op de manier hoe risico’s bij gemeentelijk vastgoed inzichtelijker gemaakt kunnen worden via risicolabels. Daarmee kunnen risico’s worden ingeschat en verzekerd. Het risico op brand of vandalisme bij gemeentelijke panden is gemiddeld lager dan bij andere gebouwen, zoals winkels of bedrijfsloodsen, zegt Ravensbergen. Toch zijn er incidenten geweest met veel impact, zoals de brand in de gemeentehuizen van Waalre in 2012 en van Soest in 2023. Ravensbergen constateerde na zijn onderzoek dat er een ‘aanzienlijk verschil’ bestaat tussen de premies die gemeenten betalen en de daadwerkelijk uitgekeerde schadelast. Het rijk verzekert zijn gebouwen niet, maar draagt zelf het risico. ‘Gemeenten zijn gezamenlijk financieel sterk genoeg om ditzelfde model te hanteren,’ stelt Ravensbergen.

Hij is initiatiefnemer van het Risicobeheerfonds in oprichting: een verzekeraar die gemeenten een collectieve gebouwenverzekering aanbiedt en via risicomanagement actief wil werken aan het beperken van de risico’s.

Het gaat niet alleen om brand, maar ook om onder meer stormschade en vandalisme. Gemeenten hebben vaak een flinke vastgoedportefeuille. Niet alleen het gemeentehuis is in eigendom; vaak zijn ook scholen, sporthallen, parkeergarages en begraafplaatsen in handen van de lokale overheid. Ravensbergen: ‘Maar lang niet altijd hebben ze goed in beeld welke gebouwen precies eigendom zijn, laat staan hoe het zit met de gebouwenverzekering en het risicobeheer.’

De Heerlense burgemeester Roel Wever is voorzitter van het College voor Dienstverleningszaken van de VNG en portefeuillehouder van het Risicobeheerfonds. De collectieve verzekering past volgens hem goed in de verenigingsstrategie. ‘Vanuit

In april 2023 werd een kantoorpand van de gemeente Utrecht volledig verwoest door brand.

de VNG willen we gemeenten ondersteunen en dingen makkelijker maken’, zegt hij. ‘Zo zoeken we steeds naar onderwerpen die we samen kunnen oppakken. Vanuit die gedachte is het, zeker met alle druk op de financiële middelen, goed te kijken waar we gezamenlijk geld kunnen besparen. Dit is een van de voorstellen waarmee we gaten kunnen dichten.’

Collectieve verzekeringen waren jarenlang een belangrijke tak van de VNG. Zes jaar voor de formele oprichting van de vereniging zelf, in 1912, was er al een Onderlinge Risico-Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten opgericht. Die moest de risico’s dragen van de net opgerichte Ongevallenwet 1901. Daarna volgden meer collectieve verzekeringen: zo was er een onderlinge aansprakelijkheidsverzekering, die zo’n tien jaar geleden werd geprivatiseerd. In 2018 werd het toenmalige VNG Verzekeringen omgevormd tot VNG Risicobeheer, waarvan Ravensbergen nu de directeur is en dat zich nu toch weer stort in de verzekeringsmarkt.

VLIEGWIEL

Het Risicobeheerfonds belooft lagere premies voor deelnemende gemeenten, onder meer omdat het fonds geen winstoogmerk heeft. Als alle gemeenten mee zouden doen, becijferde accountantsbureau KPMG onlangs, zou er jaarlijks 45 tot 75 miljoen euro kunnen worden bespaard. Voor een gemeente als Heerlen, vult burgemeester Wever aan, gaat het om een potentiële besparing van zo’n 250.000 euro. ‘Dat is een heel mooi bedrag.’ Ook andere gemeenten zouden een premieberekening kunnen laten uitvoeren, zegt hij, en zo inzicht krijgen in hun kostenbesparing. Maar minstens zo belangrijk is volgens Ravensbergen

dat het Risicobeheerfonds óók aan de slag gaat met het verlagen van de risico’s zelf. Hij wijst er ook op dat risico’s veranderen. Denk bijvoorbeeld aan de komst van de moeilijk te blussen elektrische auto in parkeergarages. Daarvoor is een methode met risicolabels opgezet, vergelijkbaar met het energielabel en lopend van A (meest veilig) tot E (minst veilig). De uiteindelijke premie wordt gebaseerd op die risicoanalyse. Door dat inzicht te bieden, zegt Ravensbergen, wordt het voor gemeenten eenvoudiger om te kijken hoe ze risico’s kunnen verlagen. ‘Dat is een mooi vliegwiel, want dan gaat de premie ook omlaag. Die besparing kunnen gemeenten weer gebruiken om de risico’s nog verder te verlagen.’

Beweegt de VNG zich met dit initiatief niet op een commerciële markt, en leidt het niet tot marktverstoring?

Nee, zegt Ravensbergen. ‘Dat we dit goedkoper kunnen doen, komt voort uit de specifieke kenmerken van de gemeentelijke vastgoedportefeuille, niet door oneerlijke concurrentie met commerciële verzekeraars.’ Het VNG-initiatief is uitsluitend gericht op gemeentelijke eigendommen, voegt hij daaraan toe. ‘Gemeenten opereren niet primair met een winstoogmerk, maar vanuit een publieke taak om risico’s efficiënt te beheren.’ ←

‘Vanuit de VNG willen we ondersteunen en dingen makkelijker maken

Digitaal campagne voeren

Tijdens verkiezingscampagnes maken de meeste politieke partijen gebruik van microtargeting om benaderen.

Deze relatief goedkope online kiezersbenadering, via bijvoorbeeld sociale media, is in theorie effectiever dan bijvoorbeeld flyeren op de markt – al moet dat nog bewezen worden. Maar het fenomeen heeft ook negatieve kanten.

Sam Maasbommel (Rijksuniversiteit Groningen) doet in zijn proefschrift aanbevelingen om microtargeting te reguleren. De belangrijkste is dat transparantie van digitale campagnevoering wordt bevorderd, zodat altijd duidelijk is wie de

Machtswoorden

Schrijven is politiek bedrijven met andere middelen. In een nieuwe bundel wordt boeken en andere teksten op het politieke debat.

Thorbecke deed het al, en ook nu laten tal van politici en bestuurders, landelijk en soms ook op lokaal niveau, op schrift van zich horen. Door de jaren heen veranderde de boodschap wel: van anonieme politieke geschriften vol kritiek op de regentenkliek tot autobiografische publicaties die zowel bedoeld zijn om gedane politieke keuzes te legitimeren als om de lopende verkiezingscampagne te versterken.

afzender van een campagneboodschap is. Dat kan door regels te stellen voor partijen zelf, waar ook in de aankomende Wet op de politieke partijen naar wordt gekeken, maar ook door platformen als Google en Facebook hierop aan te spreken.

Daar is wel enige haast bij, schetst Maasbommel: ‘Als de wetgever stappen wil ondernemen, is nu het moment, voordat kunstmatige intelligentie de verdere ontwikkeling nog eens in een stroomversnelling brengt.’

Sam Maasbommel, Ruimte voor regulering van politieke microtargeting, University of Groningen Press, gratis te downloaden via books.ugp.rug.nl.

Domeinoverstijgend samenwerken

Een nieuwe wegwijzer geeft gemeenten meer inzicht in bestaande methodes die kunnen voorkomen dat jongeren in de georganiseerde criminaliteit belanden.

Remieg Aerts, Coen Brummer, Gertjan Schutte (red.), Machtswoorden. Over schrijverschap en politiek in Nederland, Prometheus, € 25,99.

De wegwijzer is door de VNG ontwikkeld in opdracht van de ministeries van SZW en J&V. Het document biedt een overzicht van bestaande initiatieven en interventies. De informatie voor deze wegwijzer is verzameld in samenwerking met gemeenten. Het geeft gemeenten een duidelijk overzicht van bestaande oplossingen en best practices. Met recht een publicatie van en voor gemeenten dus.

Wegwijzer voor domeinoverstijgend samenwerken binnen gemeenten, te downloaden via vng.nl.

Je hebt er niets aan om zaken populistisch te benaderen en elkaar zwaar de maat te nemen. Zaken zitten niet simpel in elkaar.

Waarnemend burgemeester Peter van der Velden van Dordrecht kan ‘oprecht verdrietig’ worden van populisme, AD 5 februari 2025

Raadslid mag niet zomaar beledigen

Een gemeenteraadslid dat via Facebook een wethouder

Het toenmalige raadslid had in 2021 de wethouder op Facebook onder meer een ‘professionele pathologische leugenaar’ genoemd, die ‘over lijken gaat om zijn leugens te verbergen’. Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch oordeelde in 2023 dat daarmee de grenzen van de wettelijke vrijheid van meningsuiting werden overschreden en dat de wethouder in zijn eer en goede naam was aangetast.

De berichten hebben volgens de rechter geen bijdrage geleverd aan het publieke of maatschappelijke debat, zoals het raadslid zelf betoogde. De rechter kwam tot die conclusie, onder meer omdat de posts zonder context gepubliceerd werden en de wethouder ook geen ruimte kreeg om te reageren op de aantijgingen. Daardoor waren de Facebookberichten ‘louter grievend’, aldus het hof.

De Hoge Raad gaat daarin nu mee en houdt de veroordeling en de taakstraf in stand. ←

Beste Thorbeckeprofessor,

IN ONZE GEMEENTE HEBBEN WE ÉÉN COM MISSIE WAARVAN ALLE RAADSLEDEN EN EEN AANTAL BURGERLEDEN LID ZIJN. IN DE VEROR DENING OP DE RAADSCOMMISSIES IS EXPLICIET GEREGELD DAT ER MAAR ÉÉN WOORDVOER

DER PER FRACTIE MAG ZIJN. VAAK KUNNEN WE LEVEN MET DIE REGEL, MAAR SOMS IS HET TOCH FRUSTREREND ALS ÉÉN VAN ONZE AN DERE RAADSLEDEN IETS WIL TOEVOEGEN AAN DE DISCUSSIE, MAAR DIT DAN TOCH NIET MAG. WAT VINDT U DAARVAN?

EISSO KRONENBERG, FRACTIEVOORZITTER

GEACHTE HEER KRONENBERG,

In het algemeen hebben gemeenteraden grote vrijheid om de vergaderorde van de raadscommissies te regelen. Alleen waar raadsleden feitelijk het werk onmogelijk wordt gemaakt, is sprake van strijd met de Grondwet. In algemene zin is de éénwoordvoerder-regel dat niet. Ook uw fractie kan er in de meeste gevallen mee uit de voeten. Er is dus geen individueel recht voor alle raadsleden om over alle onderwerpen het woord te voeren.

Maar de vraag is natuurlijk of niet elke regel door de uitzondering wordt bevestigd. Mij lijkt het altijd mogelijk en prima voorstelbaar dat de commissievoorzitter in een uitzonderlijk geval toch een interruptie toestaat van iemand die eigenlijk geen woordvoerder is.

Geerten Boogaard, Thorbeckehoogleraar

Ook een vraag voor Geerten Boogaard? Stuur een mail naar: thorbeckehoogleraar@ vngmagazine.nl.

OEVERBEHEER

Tussen

water en land

EINDELIJK IS DUIDELIJK WIE OP WELKE PLEK VERANTWOORDELIJK IS VOOR HET BEHEER EN ONDERHOUD VAN DE 1.700 KILOMETER AAN OEVERS LANGS DE FRIESE VAARWEGEN. AAN DAT MONNIKEN WERK WERD SINDS 2016 GEWERKT.

Wie draait er op voor de schade aan oevers wanneer een groot vrachtschip voorbijvaart en de boeggolf de wal kapotslaat?

Over deze en andere vragen hebben Friese gemeenten nu met het waterschap en de provincie afspraken gemaakt. ‘We hebben heel veel moeten uitdenken en doorleven om tot een bestendige oplossing te komen,’ zegt wethouder Tytsy Willemsma (FNP) van Tytsjerksteradiel. ‘De breedte van een vaarweg, het type schepen en de vaarintensiteit bepalen de schade die aan oevers kan optreden wanneer een schip voorbijvaart.’

BESLISBOOM

Werkzaamheden bij de oever van het Johan Frisokanaal.

(Beeld: provincie Fryslân)

Willemsma spreekt namens alle Friese gemeenten die samen met Wetterskip Fryslân en de provincie Fryslân de afgelopen jaren werkten aan die bestendige oplossing rond het oeverbeheer. Het resultaat: een beslisboom en een beheer- en onderhoudskaart met wie waarvoor verantwoordelijk is. De Friese overheden beheren 1.300 kilometer aan oevers, tegen vierhonderd kilometer voor particulieren of instanties als Staatsbosbeheer, It Fryske Gea, de Marrekrite en Natuurmonumenten.

Tytsy Willemsma wethouder Tytsjerksteradiel

‘We hebben heel veel moeten uitdenken en doorleven’

De provincie is verantwoordelijk voor de oevers langs de beroepsvaarwegen. Die zorgt er ook voor dat die vaarroutes vanwege het grote economische belang op diepte blijven. Het waterschap is aan zet bij de oevers van waterwegen van belang voor de waterkwaliteit en afwatering. Ligt een oever langs openbaar terrein in de bebouwde kom, dan komt de gemeente in beeld.

WATERWET

Om de oevers van het Prinses Margrietkanaal te beschermen vanwege het vrachtverkeer zijn extra zware damwanden nodig.

In 2009 werd de Waterwet van kracht en moest de provincie vaarwegbeheerders aanwijzen en het vaarwegbeheer doelmatig regelen. Daarbij zijn in eerste instantie alleen het beheer en onderhoud van het vaarprofiel van de aangewezen vaarwegen, zoals bijvoorbeeld het uitbaggeren, geregeld. Het beheer en onderhoud van de oevers werden vanwege de grote vaak financiële belangen uitgesteld.

OPGAVEN

Friesland is een waterprovincie en vormt daarmee een grote toeristische attractie, vertelt Willemsma. ‘Vaartuigen worden steeds breder. Daardoor worden vaarwegen te smal. Daaromheen spelen allerlei opgaven en belangen als natuurvriendelijke oevers, waterberging en waterkwaliteit, toerisme, de beroepsvaart en het onderhoud aan bruggen en waterkeringen. Als een grote boot door een smalle vaart gaat, ontstaat meer schade aan de oevers.’

In de oude situatie namen de betrokken partijen ad-hocbeslissingen bij achterstallig onderhoud of als er schade ontstond. Daar werden dan telkens opnieuw afspraken met elkaar over gemaakt, elke keer incidenteel en niet structureel. ‘Voor diverse partijen, zoals particulieren, natuurorganisaties en de landbouwsector, was niet duidelijk wie nou precies waar-

van was. We vonden er altijd wel een weg in, maar het was elke keer opnieuw een gevecht om het geld te regelen. Dat moest dan weer incidenteel in de begroting worden opgenomen. De ene keer kwamen we er op een bepaalde manier uit, de volgende keer werkte het niet zo. Er was altijd discussie, dat kost veel tijd. We waren continu pleisters aan het plakken. Je stuurt eigenlijk permanent in een grijs gebied met elkaar.’

WATERKERING

Willemsma noemt het voorbeeld van een gemeente die een fietspad over een waterkering aanlegt. De vraag is wie dan verantwoordelijk is voor de oever langs die waterkering. ‘Een waterkering kan puur dienen voor het veilig houden van het achterland, een recreatieve fietsverbinding bieden of in de bebouwde kom mogelijk nog andere functies dienen.’

Een ander voorbeeld is een brug in provinciaal eigendom. Dat kunstwerk loopt over op de oever, want er zit vaak een talud bij. ‘Wie is dan verantwoordelijk voor het talud? Is dat dan de vaarwegbeheerder of is dat de wegbeheerder? Dat kan dezelfde zijn, maar dat hoeft niet altijd. Die verschillende functies leveren allerlei vraagstukken op. Dat realiseerde ik me pas echt toen ik in deze materie dook.’

Het Nationaal Park De Alde Feanen ligt binnen de gemeentegrenzen van Tytsjerksteradiel. Dat natuurgebied geniet een hoge mate van bescherming. Tegelijkertijd loopt daar de beroepsvaarweg tussen het Prinses Margrietkanaal en Drachten doorheen, waar de provincie verantwoordelijk voor is. Om die oevers te beschermen, zijn vanwege het vrachtverkeer extra zware damwanden nodig, zegt Willemsma. ‘Een particulier met grond langs het kanaal heeft zonder stalen damwand een grotere opgave om zijn oever veilig te houden zodat die niet afkalft. Het provinciale belang – de beroepsvaart – veroorzaakt schade aan die oever omdat de vaarweg niet breed genoeg is. Is het dan rechtvaardig die schade helemaal bij de particuliere eigenaar neer te leggen?’ Ook rond vaarwegen wreekt zich het gebrek aan ruimte in Nederland, merkt Willemsma. ‘Het is eventueel wel mogelijk om land van een boer te kopen, maar dat gaat direct ten koste van zijn areaal en zijn bedrijfsvoering. Dat levert complexe vraagstukken op, waar veel geld mee is gemoeid.’

DUIDELIJKHEID

Het vereiste veel inzet om die 1.700 kilometer aan oevers in kaart te brengen en letterlijk toe te bedelen. Wie heeft het primaire belang bij een oever en wie draait op voor de schade die ontstaat door andere belangen? ‘We hebben samen geprobeerd criteria op te stellen om die vragen af te wegen’, zegt Willemsma. ‘Dat is gelukt. We hebben een beslisboom gemaakt om daar duidelijkheid over te geven. Het werk is overigens hiermee niet klaar. De kaarten moeten jaarlijks geactualiseerd worden omdat functies veranderen. Maar deze nieuwe werkwijze maakt de zaken een stuk gemakkelijker. Het scheelt heel veel verloren tijd.’

Hoewel Tytsjerksteradiel de nieuwe werkwijze nog niet nodig heeft gehad, is wethouder Willemsma blij dat het instrument er ligt. Door de duidelijke verdeling is er geen discussie meer over wie opdraait voor de kosten van (achterstallig) onderhoud. ‘Dit helpt ons enorm. Het is met name ook voor de particulier nu duidelijk wie waarvoor verantwoordelijk is als het om de oevers gaat. Dat ligt helder vast in de beslisboom.’

Ook de vraag of iemand recht heeft op een vergoeding, is nu transparant te beantwoorden. Particulieren komen in bepaalde situaties voor subsidie uit het oeverfonds in aanmerking om onderhoud aan hun oevers te plegen. ‘Zeker voor inwoners die langs een grote vaarweg wonen is dat belangrijk. Die werden voorheen van het kastje naar de muur gestuurd als hun oever afkalfde. Het oeverfonds wordt door de provincie en gemeenten gevuld. Er is een staffel in aangebracht waar iemand aanspraak op kan maken bij het opknappen van zijn oever.’

In het eerste jaar hebben particulieren dit fonds al goed weten te vinden. ←

‘Het was niet altijd duidelijk wie precies waarvan was’

KUNSTENAARSKOLONIES

eerste vorm vanmarketing

RUIM EEN EEUW GELEDEN TROKKEN SCHILDERS DE NATUUR IN, OP ZOEK NAAR LICHT EN FRISSE LUCHT. VIJF GEMEENTEN BLAZEN DE KUNSTENAARSKOLONIES VIA DE EUROPESE FEDERATIE EUROART NIEUW LEVEN IN. DAT IS NIET ALLEEN GOED VOOR DE SOCIALE SAMENHANG, MAAR OOK VOOR HET TOERISME.

Elk jaar in de zomer komen kunstschilders naar Katwijk om in de buitenlucht aan het werk te gaan. Katwijk En Plein Air is misschien wel een van de meest zichtbare herinneringen aan het cultuurhistorische erfgoed van het kustdorp.

JOZEF ISRAËLS

Die historie begon eind negentiende eeuw, toen kunstenaars uit heel Europa naar Katwijk en andere kunstenaarskolonies op het continent trokken, om buiten hun ateliers in de vieze industriesteden de ongerepte dorpen en natuur tot leven te brengen. De romantiek van het strand, het ambachtelijke maar harde vissersleven, de traditionele klederdracht, maar ook de lichtinval

van het kustdorp, trokken kunstenaars aan als Jozef Israëls, Jan Toorop, Willy Sluiter en later de Duitse impressionist Max Liebermann.

Katwijk is een van de vijf Nederlandse gemeenten die lid zijn van EuroArt, een Europees netwerk van kunstenaarskolonies. Later dit jaar is Katwijk zelfs gastheer van de jaarvergadering. Dat had niet veel gescheeld: in 2023 wilde wethouder Sonny Spek (DURF) het lidmaatschap van het netwerk eigenlijk stopzetten. Achter hem in zijn werkkamer hangt Gezicht op Katwijk van Evert Pieters, gemaakt in de tijd van de kolonie. ‘Het lijkt alsof we hier een draai in hebben gemaakt’, zegt hij. ‘Maar dat is niet het geval. Ik geloof ontzettend in de kunstenaarskolonie, maar ik vond dat we er te weinig mee deden. Het lidmaatschap kostte ons 5.000 euro per jaar. Dat is een groot deel van ons cultuurbudget voor

specifiek de kolonie. Daarvan konden we alleen maar naar de jaarvergadering. Dan gebruik ik het geld liever op een andere manier voor de kunstenaarskolonie.’

De gemeenteraad floot het college terug: Katwijk moest lid blijven van EuroArt. De raad verviervoudigde vervolgens wel het budget dat Katwijk beschikbaar heeft.

‘Dat vond ik heel verstandig’, zegt Spek.

De kustgemeente wil de jaarvergadering, komend najaar, gebruiken om structureel meer aandacht te besteden aan het kunstenaarsverleden. Daar wil ze de inwoners ook nadrukkelijk bij betrekken.

‘Het moet niet een elitefeestje worden van de bobo’s, wethouders en raadsleden. Ik wil dat in onze dorpen breed wordt gezien waarom kunst van belang is.’

Dat is goed voor het toerisme en daarmee voor de ondernemers in de gemeente, maar ook voor de sociale samenhang in de gemeente. Want, zegt Spek, de

geschiedenis van de kolonie is een belangrijk aspect van Katwijks identiteit. ‘Het is belangrijk dat we een vorm van sociale samenhang in de gemeenschap hebben. Daar horen deze verhalen bij. Als mensen rijden door de Willy Sluiterstraat of de Jan Tooropstraat, dan is het mooi dat ze weten waar die namen vandaan komen. Het is onderdeel van onze geschiedenis.’

BARBIZON

De hoogtijdagen van de kunstenaarsdorpen liggen inmiddels ruim een eeuw achter ons, maar de cultuurhistorische relevantie ervan moet niet worden onderschat, zegt Margot Jongedijk. Ze is conservator van het Noord-Veluws Kunstmuseum in Nunspeet en sinds drie jaar bestuurslid van EuroArt. ‘Dit is een belangrijk Europees kunsthistorisch verhaal’, stelt ze. ‘Kunstenaars die zich afkeerden van de academische schildertradities, trokken steeds vaker de natuur in.’ Dat begon in Barbizon, een dorp ten zuiden van Parijs. Via Brussel belandde de beweging in Nederland en Duitsland. Kunststromingen als het realisme en later het impressionisme vloeiden eruit voort, en later ook het postimpressionisme van Vincent van Gogh. In 1994 werd EuroArt opgericht. Het netwerk wil de erfgoed van de kolonies bewaren en kennis en ervaringen uitwis-

selen, zegt Jongedijk. Het zorgt voor een culturele verbinding tussen de kolonies in heel Europa. De vijf Nederlandse leden spelen een belangrijke rol in het netwerk. In Nederland worden de vijf niet tot de grote gemeenten gerekend, in Europees verband is dat wel anders. De gemeente Barbizon bijvoorbeeld telt zo’n 1.500 inwoners.

Dat merkte ook wethouder Spek, die afgelopen jaar afreisde naar de jaarvergadering van EuroArt in Barbizon. ‘De calvinist in mij houdt er niet zo van om dit soort buitenlandse trips te doen’, zegt hij. ‘Maar nu vond ik het wel belangrijk om hierheen te gaan. Wat me opviel, is dat dat veel kleinere gemeenten in Frankrijk en Duitsland het heel belangrijk vinden dat er steun is van de grotere gemeenten. Daar had ik nooit zo bij stilgestaan.’

BOULEVARD

Aan de kunstenaarskolonie in Katwijk kwam tijdens de Eerste Wereldoorlog een einde. Kunstenaars konden niet meer vrij reizen door Europa, de bomschuiten op het strand werden vervangen door een vloot van modernere vissersschepen. Katwijk is allang niet meer alleen het vissersdorp aan zee dat, zoals het imago soms ook is, een beetje op zichzelf gericht is, zegt Spek. De vernieuwde boulevard, met een moderne parkeergarage verstopt onder de duinenrij richting het strand, laat de ambities van de badplaats zien. Torenflats in de wijk Hoornes tonen de verstedelijking. En op het voormalige vliegkamp Valkenburg zorgt de nieuwe woonwijk Valkenhorst de komende twintig jaar voor zo’n 13.000 nieuwe inwoners. ‘Maar we willen niet dat Katwijk daardoor zijn uniekheid en gemeenschap-

‘Het moet niet een elitefeestje worden van de bobo’s, wethouders en raadsleden’
Kunstenaar Anna Pavlova aan het werk tijdens Katwijk En Plein Air. (Beeld: Maarten van Rijn)

pelijkheid verliest,’ zegt Spek. ‘Dat is de grote uitdaging van de komende decennia.’ De extra aandacht voor het kunstenaarsverleden moet helpen om bij alle ontwikkelingen de identiteit van het dorp te behouden.

In praktische zin betekent dit dat de gemeente meer aandacht wil genereren voor het Katwijks Museum, waar veel werk hangt uit de kolonietijd. De gemeente werkt ook aan een kunstpanelenroute. Die laat niet alleen in Katwijk zelf, maar ook in de andere kernen zien welke werken daar gemaakt zijn. Spek toont een schilderij van drie torenflats in Hoornes, die gesloopt gaan worden. ‘Cultuur moet voor iedereen toegankelijk zijn. Maar we kwamen erachter dat we van KatwijkNoord geen kunst hadden. Daar was niet geschilderd. Dat vonden we onbestaanbaar, dus hebben we dit laten maken.’

MARKETING

Ook Nunspeet is lid van EuroArt. Het dorp kende in de negentiende eeuw een kunstenaarskolonie; het Noord-Veluws Kunstmuseum toont werken uit die periode. Nunspeet wordt omringd door bossen, heide en zandgronden. Door de komst van een treinstation in 1863 was het dorp al vroeg goed te bereiken voor stedelingen. De werken die de kunstenaars mee terugnamen naar het westen,

Vitrine van Kunstsnoer Nunspeet aan de Stationslaan met werk van Gabriëla Heidsieck (boven) en Karin Jaworek Holtrop. (Beeld: VVV | Nunspeet uit de Kunst)

EuroArt

‘Veel kunstenaars voelen zich hier thuis, ze zijn nog steeds actief hier’

zorgden snel voor meer bekendheid voor het dorp. ‘Het was een eerste vorm van marketing’, zegt wethouder Mark van de Bunte (Gemeentebelang).

Voor Nunspeet is de historie als kunstenaarskolonie een belangrijk wapen in de strijd om toeristen, zegt de wethouder. ‘De Veluwe is een sterk merk. Buurgemeenten profileren zich met andere eigenschappen. Putten noemt zichzelf het Bomendorp, Harderwijk is de Hanzestad. Wij zijn het Kunstenaarsdorp. Veel kunstenaars voelen zich hier thuis, ze kunnen hier goed werken. Ondernemers spelen daarop in, bijvoorbeeld door een atelier beschikbaar te stellen. Ook zijn er speciale hotelarrangementen.’

Binnen EuroArt werkt Nunspeet nauw samen met andere leden, bijvoorbeeld als het gaat om profilering. ‘We kunnen heel veel van elkaar leren’, zegt de wethouder. ‘We willen niet achterin de bus zitten. Als we ergens lid van zijn, dan willen we wat halen en ook wat brengen.’

Zo is een ‘kunstsnoer’ opgezet: een wandeling vanaf het station langs het museum naar het Marktplein in het centrum van het dorp langs een aantal vitrines gevuld met kunst. De vitrines worden regelmatig opnieuw ingericht, waarbij bijvoorbeeld wordt aangesloten bij tentoonstellingen in het museum. Het idee is ook gedeeld met andere gemeenten, zegt

de wethouder. ‘Er is een heel mooie wisselwerking. We wisselen ook exposities uit en we kunnen het toerisme naar andere kunstenaarsdorpen bevorderen.’

DNA

De culturele historie is ‘verweven in ons DNA’, zegt Van de Bunte, en speelt een belangrijke rol bij de cultuurvisie van Nunspeet. Net als Katwijk wil de gemeente de geschiedenis zichtbaar houden. ‘We vinden het belangrijk dat inwoners zich bewust zijn van het verleden. Het is een deel van onze identiteit en de inwoners zijn onze ambassadeurs. Die willen we meenemen in het verhaal.’

Nunspeet werkt daarom nauw samen met diverse culturele partners om het kunstenaarsdorp nog meer te profileren, en vooral om kunst meer onderdeel uit te laten maken van de samenleving. Zo ontvangt het museum scholen uit de omgeving. Na het museumbezoek maken leerlingen dan zelf een kunstwerk. Van de Bunte: ‘Dat zorgt voor meer verwevenheid en voor meer creativiteit.’

Ook Spek ziet de toegevoegde waarde van de kunstenaarskolonie voor het ‘merk’ Katwijk. ‘Dit is voor een klein aantal gemeenten een unieke geschiedenis. Op nationaal en internationaal niveau willen we dat meer benutten. EuroArt kan daarbij belangrijk zijn.’ ←

EuroArt is de Europese federatie van kunstenaarskolonies in twaalf landen. De oprichting had onder meer tot doel om het cultureel erfgoed van kunstenaarskolonies te behouden en een cultureel bewustzijn te creëren onder Europese burgers richting deze kunstenaarskolonies. Meer informatie is te vinden op euroart.eu.

Martijn van der

COLUMN

ALS ÉÉN OVERHEID

Er is deze dagen terecht veel aandacht voor het rapport van de commissie-Van Ark. Het gaat heel slecht met onze jeugd. En de financiële druk van de jeugdzorg trekt vervolgens de gemeentelijke begrotingen leeg. Ik sprak op een bijeenkomst over regionale energiestrategieën, waar een wethouder verzuchtte dat zijn investeringen in duurzame energieprojecten gestopt waren, omdat alle middelen naar de jeugdzorg gingen. Collega’s knikten instemmend.

De deplorabele staat van de Hervormingsagenda Jeugd is op twee manieren exemplarisch voor hoe ons bestuurlijke landschap zich heeft ontwikkeld. Ten eerste laat het zien dat het niet lukt om elkaar als bestuurslagen sterker te maken. Het rijk heeft gemeenten in stelling gebracht, maar voorziet hen niet van mogelijkheden tot handelen. Gemeenten krijgen een zware verplichting in de maag gesplitst, waar ze nauwelijks sturing of controle over hebben. En ze kunnen amper hun inkomsten vergroten. Het rijk deed gemeenten een koekoeksjong cadeau, zonder mogelijkheid om het nest te vergroten. Dat kan gebeuren. Normaal zou zijn dat je een gedeeld probleem samen oplost. Het rijk weigert dat, terwijl het de financiële en juridische middelen (wetgeving, normstelling, kaderstelling) heeft voor verlichting. Gemeenten schreeuwen om hulp, het rijk roept dat het beter moet. En al jarenlang. Dat is niet als één overheid het probleem aanpakken, maar een andere overheid het probleem in

de maag splitsen. Gemeenten proberen een nationale opgave aan te pakken, en gaan daarin ten onder. Het rijk is geen toeschouwer, maar medespeler. Maar het rapport van de commissie-Van Ark is ook op een tweede manier exemplarisch. Kosten voor de zorg voor jeugdigen zijn hoog, omdat er in aanpalende beleidsdomeinen van alles gebeurt dat ze ziek, gestrest of zwak maakt. Het is geen natuurverschijnsel dat het met onze jeugd slecht gaat. Het is een voorbeeld van dweilen met de kraan open. Onze samenleving, en het overheidsbeleid, zet de kraan helemaal open, om dan te constateren dat er wel erg veel dweilen nodig is. In ons RVS-rapport Kinderen uit de knel van de benoemden we dat ook: in het ene domein voegen we druk, stress en ziekmakende omstandigheden aan het leven van jeugdigen toe, in het andere domein leidt dat tot grote zorgvraag. Zo gaan geld en capaciteit op aan een zelf opgeklopte zorgvraag. Dat moet anders. Onze samenleving, met alle druk, stress en bestaansonzekerheid die door beleid groter worden gemaakt, maakt kinderen ziek. En dat trekt de gemeentelijke begrotingen leeg, al is het welzijn van jongeren alleen al reden genoeg voor verandering. De commissie-Van Ark is een wake-upcall. Als we maatschappelijke vraagstukken willen aanpakken, dan moeten we als één overheid de krachten bundelen én de focus verschuiven van het repareren van schade naar het voorkomen ervan. Geen ruzie maken over dweilen, maar de kraan dichtdraaien. ←

BETOOG MAUD HULSHOF

Zie de mens achter de procedure

Door ervoor

te

zorgen dat inwoners en vluchtelingen elkaar leren kennen, vinden vluchtelingen veel sneller een thuis, ziet wethouder Maud Hulshof van Wageningen. ‘We vergeten dat er een mens achter elke procedure zit.’

Amira is een jonge moeder die met haar twee kinderen haar thuisland moest ontvluchten. Haar verhaal is een samengesteld voorbeeld, maar het weerspiegelt de ervaringen van velen die een nieuw begin vinden in Wageningen. Ze voelde zich hier eindelijk welkom, niet alleen omdat ze een dak boven haar hoofd kreeg, maar ook omdat ze mensen ontmoette die haar zagen als persoon en niet alleen als ‘vluchteling’.

MAXIMAAL MENSELIJK

In Wageningen leerde ze de taal, raakte ze betrokken bij vrijwilligerswerk en vond ze uiteindelijk een baan.

‘Asielzoekers krijgen direct de kans om de taal te leren’

Haar kinderen gingen naar school, maakten vriendjes en begonnen weer te dromen over de toekomst. Dit is de impact van onze aanpak: niet maximaal sober, maar maximaal menselijk.

In Nederland lijken we vaak vast te zitten in discussies over wie er wel of niet mag blijven, terwijl we vergeten dat er een mens achter elke procedure zit. In Wageningen doen we het anders. Wij hebben ervoor gekozen om opvang te zien als meer dan een tijdelijke oplossing; het is de basis voor een toekomst waarin iedereen kan meedoen. We noemen dit de ‘Wageningse aanpak: samen sterker’, en het is een model dat werkt.

ELKAAR LEREN KENNEN

De kern van deze aanpak? We zorgen dat inwoners en vluchtelingen elkaar leren kennen. Want als je elkaar kent, begrijp je elkaar en kun je van elkaar leren. We zijn allemaal mensen met dromen, angsten en hoop. We willen allemaal een veilige toekomst en een plekje onder de zon voor onze kinderen.

Onze aanpak rust op drie pijlers: 1. Meedoen vanaf dag één.

Asielzoekers krijgen direct de kans om de taal te

Schrijf ook een betoog voor VNG Magazine: redactie@vngmagazine.nl

Beeld: Sanne van Westeneng

leren, werkervaring op te doen en vrijwilligerswerk te doen. Dit geeft ze niet alleen een gevoel van eigenwaarde, maar helpt ook om sneller onderdeel te worden van onze samenleving.

2. Samenwerken als sleutel.

In Wageningen werken we nauw samen met organisaties zoals het COA, VluchtelingenWerk en Buddy to Buddy. Het is geen soloproject van de gemeente; het is een netwerk waarin iedereen bijdraagt aan hetzelfde doel: mensen een menswaardig bestaan bieden.

3. Een plek voor kinderen.

Voor kinderen zorgen we dat ze zo snel mogelijk naar school kunnen. Onderwijs geeft stabiliteit en hoop, en het helpt hen om een nieuwe start te maken.

MOED

Ik begrijp dat niet elke gemeente dezelfde mogelijkheden heeft als Wageningen. Maar wat ik heb geleerd, is dat het niet draait om budgetten of regelgeving; het draait om visie. Het vraagt moed om te kiezen voor menselijkheid boven afstand.

Ik nodig andere gemeenten uit om met ons in gesprek te gaan, om te leren van wat wij doen en te ontdekken

‘Het vraagt moed om te kiezen voor menselijkheid boven afstand’

hoe zij dit op hun eigen manier kunnen toepassen. We hoeven dit niet alleen te doen; samen staan we sterker.

VEILIGE TOEKOMST

Laten we samen werken aan een Nederland waarin we niet bang zijn om mensen te verwelkomen. Een land waar iedereen – ongeacht waar je vandaan komt – kan dromen van een veilige toekomst. Want uiteindelijk willen we allemaal hetzelfde: een plek onder de zon voor onszelf en onze kinderen. ←

Maud Hulshof (D66) is wethouder in Wageningen en verantwoordelijk voor inclusiviteit, participatie en asielbeleid.

PERSONALIA

OVERSTAP

Eva van Esch

Voormalig Tweede Kamerlid Eva van Esch (Partij voor de Dieren) start naar verwachting deze week als wethouder in Arnhem.

Vanwaar deze overstap? ‘Ik was tot december 2023 lid van de Tweede Kamer. Het afgelopen jaar heb ik een aantal mooie projecten gedaan, onder meer bij milieuorganisatie Fair Resource Foundation. Maar wethouder worden is toch een unieke kans. Het idee dat je voor mensen en dieren in de stad echt het verschil kunt maken… Net als dat ik in Arnhem kan werken aan plannen om de gemeente groener en toekomstbestendiger te maken en beter te beschermen tegen klimaatverandering. Dat zijn belangrijke punten. Arnhem kende ik al wel een beetje. Ik heb inmiddels met de familie de stad bekeken. We gaan verhuizen, dat vind ik prettig als wethouder. We waren met het gezin sowieso al aan het zoeken om ergens anders te gaan wonen. Arnhem past perfect in het plaatje dat we voor ogen hadden.’

Wat gaat u doen? ‘Voordat ik de Kamer in ging, was ik raadslid in Utrecht. Ik merk nu dat ik weer snel put uit die ervaring. Ik vond de gemeentepolitiek altijd superleuk, en ik herken veel onderwerpen. Heel veel dossiers zijn stadsoverstijgend. Er is een enorme zorgvraag, ook in Arnhem. Een ander dossier waar ik als Kamerlid veel mee heb gedaan, is het stelsel van milieu en omgevingsdiensten. Daar zit wel een deel van mijn passie.’

Wat heeft u geleerd? ‘Volhouden loont. Veranderingen gaan niet zo snel als ik zou willen. Maar als je je erin vastbijt, merk je dat er wel verandering kán komen. Je moet alleen doorzettingsvermogen tonen. Als Kamerlid heb ik me ingezet in de strijd tegen de grote industrie in Nederland Het argument was lang dat je de gezondheid van mensen opzij kunt schuiven, omdat deze bedrijven voor werkgelegenheid zorgen. We zien daar langzaam een kanteling in. Natuurlijk is werkgelegenheid belangrijk, maar economisch gewin moet niet boven de gezondheid van mens en milieu gaan.’ (RvdD) ←

OVERLEDEN

Gemeentesecretaris Nic Dusink van Epe is op 31 januari overleden. Dusink was sinds februari 2023 gemeentesecretaris van Epe, daarvoor bekleedde hij die functie in Westerveld (2008-2021) en Brummen (2021-2023). Hij werd 63 jaar.

GEMEENTEN

Jaco Geurts (CDA) is op 27 januari begonnen als waarnemend burgemeester van Culemborg. Hij vervangt daar Gerdo van Grootheest (GroenLinks), die burgemeester van Oosterhout werd. Geurts was een jaar waarnemend burgemeester in Maasdriel (tot juni 2024) en zat van 2012 tot juni 2023 in de Tweede Kamer. Lokale politieke ervaring deed hij eerder op als raadslid in Barneveld. De waarneming in Culemborg duurt naar verwachting tot december.

Wilma Delissen-van Tongerlo (VVD) start op 17 februari als waarnemend burgemeester van Bergeijk. Ze volgt Arinda Callewaert (CDA) op, die na negen jaar stopt als burgemeester. Delissen was tot oktober 2024 burgemeester van Peel en Maas. Daar begon ze op 1 oktober 2010. Daarvoor was ze vier jaar burgemeester van Grave. Eerder was ze wethouder in Laarbeek en in Heeze-Leende.

Anne Mulder begint op 10 maart als waarnemend burgemeester van Halderberge. Mulder (VVD)

vervangt daar zijn partijgenoot Bernd Roks, die eind februari vertrekt. Mulder was van 2020 tot 2023 wethouder in Den Haag. Daarvoor was hij gedurende tien jaar Tweede Kamerlid. Hij begon zijn politieke carrière in 2002 als gemeenteraadslid in Den Haag.

De gemeenteraad van Deventer heeft burgemeester Ron König (D66) aanbevolen voor een tweede termijn, die in juni begint. König begon op 11 juli 2018 als burgemeester van Deventer. De eerste periode

was hij waarnemend burgemeester, en sinds 6 juni is König de kroonbenoemde burgemeester. Voordat hij naar Deventer kwam, was König wethouder in achtereenvolgens Rheden (2010-2014) en Arnhem (2015-2018).

De gemeenteraad van Dronten heeft burgemeester Jean Paul Gebben voorgedragen voor een tweede ambtstermijn van zes jaar. Gebben (VVD) is sinds 14 juni 2019 burgemeester van Dronten. Daarvoor was hij burgemeester van

Renkum en waarnemend burgemeester van Losser. Gebbens politieke loopbaan begon als raadslid in Zwolle, daarna werd hij wethouder in Raalte.

Burgemeester Gilbert Isabella van Houten wil geen tweede termijn. Hij stopt in juli. Isabella (PvdA) is sinds 3 juli 2019 burgemeester van Houten. Daarvoor was hij rijksvertegenwoordiger voor de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Eerder was hij politiek actief in Utrecht, waar hij raadslid en wethouder was.

Ingezonden mededeling

Laat u inspireren door onze opleidingen en congressen

Om welk vakgebied het ook gaat: als geen ander weten we hoe complex de inhoud van beleid en wet- en regelgeving kan zijn. Kom daarom naar een van onze inspirerende en verdiepende congressen. Voor heldere en praktische handvatten én om vakgenoten uit het hele land te ontmoeten.

redactie@vngmagazine.nl

Burgemeester Niek Meijer (VVD) van Huizen stelt zich niet beschikbaar voor een nieuwe, tweede termijn. Dat heeft hij laten weten in een brief aan de inwoners. Dat betekent dat hij in november afzwaait. Meijer is sinds 13 november 2019 burgemeester van Huizen. Daarvoor was hij achtereenvolgens burgemeester van Wognum, Ouder-Amstel (waarnemer) en Zandvoort.

Jaap Perfors is op 1 januari gestart als gemeentesecretaris van Bergen op Zoom. Hij werkt al sinds mei

Bekijk hier ons aanbod voor de komende maanden:

VNG Belastingconferentie 18 & 19 maart, Congrescentrum Papendal Arnhem

Gemeentelijk Grondstoffencongres 20 maart, NBC Nieuwegein

Sociale Toer 2025 20 maart, Amersfoort

VNG Jaarcongres 17 & 18 juni (save the date), Brainport Eindhoven

Ons hele aanbod vindt u op vngconnect.nl

2022 als locosecretaris en directeur bedrijfsvoering en dienstverlening bij die gemeente. Eerder werkte hij tien jaar bij de gemeente Alphen aan den Rijn, waar hij onder meer concernmanager bedrijfsvoering en en belastingen was. Perfors volgt in Bergen op Zoom Martin van Vliet op, die naar het bedrijfsleven is overgestapt.

Alexander Meijer is op 20 januari gestart als interim-secretaris van de gemeente Zoetermeer. Hij volgde André Huykman op, die aan de slag ging als interim-manager bij Smart Delta Drechtsteden. Meijer heeft een lange staat van dienst als interim-secretaris. Hij vervulde die functie eerder in Helmond, Schagen en Heerhugowaard.

Zaira van den Boogaard start op 1 april als waarnemend gemeentesecretaris van Woudenberg. Ze is de tijdelijke opvolger van Duncan Ruseler, die na drie jaar vertrekt. Ruseler was voor zijn komst naar

Woudenberg wethouder in Schiedam. Daarvoor vervulde hij diverse functies bij de gemeenten Haarlem en Den Helder. Van den Boogaard werkt al ruim acht jaar voor de gemeente en is tot haar waarnemerschap Manager Sociaal Domein en Bedrijfsvoering.

Belinda Göransson start op 1 mei als gemeentesecretaris van Opmeer. Ze werkt daar al sinds 1 februari 2023 als adjunctgemeentesecretaris. Ze volgt Marc Winder op, die met vroegpensioen gaat. Göransson werkte eerder onder meer als operationeel manager bij de gemeente IJsselstein. Ook was ze manager bedrijfsvoering en HRM bij UW Samenwerking, de ambtelijke fusieorganisatie van IJsselstein en Montfoort. Ze is ook raadslid in Zandvoort, waar ze eerder wethouder was.

Nynke Plantinga is vanaf 1 juni gemeentesecretaris van Emmen. Ze werkt al vijf jaar bij deze gemeente, op dit moment als concernmanager. Daarvoor was

Onno Vliegenthart is vanaf 7 april de nieuwe griffier van de gemeenteraad van Ridderkerk. Hij wordt de opvolger van Johan van Straalen, die met pensioen gaat. Vliegenthart is nu nog raadsgriffier in Krimpen aan den IJssel, daarvoor was hij raadsadviseur in Woerden en beleidsmedewerker bij de gemeente Krimpenerwaard.

Chantal Nijkerken-de Haan (VVD)

begint op 2 april als burgemeester van Vught. Nijkerken is nu nog waarnemend burgemeester in Beesel. Eerder was ze wethouder in Onderbanken (2010-2012), Meerssen (2013-2014) en Venray (2021-2022) en lid van de Tweede Kamer (2015-2021). In Vught volgt ze partijgenoot Roderick van de Mortel op, die na drie termijnen stopt.

ze teammanager bij de gemeente Smallingerland. De huidige gemeentesecretaris van Emmen, Marjolein Plantinga, gaat met pensioen.

Anita van Meerveld

gemeenteraad van Hilversum. Vanaf 1 maart gaat

van provinciale staten van Gelderland. Van Meerveld begon op 1 januari 2023 in Hilversum, daarvoor was zedaal en Ermelo.

ANDERE ORGANISATIES

Marieke Moorman is op 1 januari gestart als voorzitter van het samenwerkingsverband R8, dat bestaat uit acht grote regiogemeenten die zijn ontstaan door herindelingen. Moorman is sinds 2023 burgemeester van Land van Cuijk. Van 2013 tot 2023 was ze burgemeester van Bernheze, daarvoor was ze onder meer wethouder van Tilburg. Moorman neemt het voorzitterschap

over van burgemeester Jannewietske de Vries van Súdwest-Fryslân, die aan de wieg stond van de R8.

VACATURES

De burgemeestersvacature van de gemeente Nuenen, Gerwen en Nederwetten (circa 24.300 inwoners), vacant sinds 2 februari 2024, is opengesteld. Het salaris is € 10.358,31 bruto per

kan worden opgevraagd via burgemeestersaangelegenheden@brabant.nl of tel. 06-52794333/06-18303119.

Sollicitaties vóór 19 februari sturen naar de CdK in de provincie Noord-Brabant.

Het is mogelijk om te solliciteren naar het ambt van commissaris van de Koning in de provincie Zeeland (circa 400.000 inwoners), vacant per 15 september 2024. Het salaris bedraagt € 14.760,00 per maand.

informatie is te vinden op politiekeambtsdragers.nl/ vacaturecvdk. Sollicitaties vóór 28 februari sturen naar de minister van BZK.

RAAD & WERK

Younes Nahnahi

RAAD

‘In mijn werk probeer ik de verbinding te leggen tussen de lokale overheid en de inwoners. Dat gaat over alles wat reilt en zeilt binnen de wijk. Ik ben verantwoordelijk voor vijf buurten, met 21.000 inwoners, onder de spoorlijn in Oud-Zuid. Dan gaat het over veiligheid, leefbaarheid, gezondheid, jeugd, ondermijning, eigenlijk alles. De signalen die ik oppik, proberen we te vertalen naar beleid.

Breda en Tilburg zijn vergelijkbare gemeenten. De problemen zijn dezelfde, maar de oplossingen niet altijd, omdat

als buren veel meer van elkaar kunnen leren. Dat probeer ik ook in de raad; als ik in Tilburg heb bijgedragen aan een oplossing, stel ik weleens voor om het in Breda over te nemen. En andersom.’

ARBEIDSMARKTKRAPTE

Krachten

bundelen

DE GROTE MAATSCHAPPELIJKE OPGAVEN WAAR GEMEENTEN VOOR STAAN, VRAGEN OM MENSEN MET SPECIFIEKE KENNIS EN EXPERTISE. DIE IS NIET ALTIJD IN HUIS EN MOEILIJK TE KRIJGEN OP DE KRAPPE ARBEIDSMARKT. FLEXPOOLS KUNNEN BIJDRAGEN AAN EEN OPLOSSING.

Vast in dienst bij een gemeente, met alle rechtszekerheid die daarbij hoort, maar dan wel werken aan boeiende inhoudelijke opdrachten bij andere lokale overheden of de provincie. Wie vindt dat nu geen goed idee? Het mes snijdt bovendien aan twee kanten, want dit delen van kennis en expertise komt zowel de werknemers als de opdrachtgevers ten goede. ‘Dat is precies waarom de deelnemers aan de Fryske Flekspool zo enthousiast zijn’, zegt John Haitsma. Hij is een van die flexwerkers en tevens medeoprichter van deze pool. Naast Haitsma, die in dienst is van de provincie Fryslân, werken zeven andere projectleiders aan opdrachten bij de provincie, de gemeenten Leeuwarden en Súdwest-Fryslân en

Wetterskip Fryslân. ‘De flexpool biedt ons nieuwe kansen, afwisseling en meer perspectief.’

VERSTERKEN DESKUNDIGHEID

Onderzoeker Adriaan de Jonge van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) is de auteur van de publicatie Deskundigheid onder druk. Inzichten uit de gemeentelijke praktijk. Ook daar kwam onder meer uit naar voren dat het delen van kennis en expertise kan bijdragen aan het versterken van deskundigheid bij gemeenten. De Jonge sprak voor zijn onderzoek met achttien gemeentesecretarissen en andere spelers uit het lokaal bestuur, zoals de VNG en de Wethoudersvereniging.

‘Deskundigheid is om te beginnen geen gemakkelijk meetbaar begrip. Voor elk beleidsterrein of functie betekent het weer iets anders’, zegt hij. Op basis van

zijn onderzoek valt niet te concluderen dat er een tekort aan deskundigheid bestaat bij gemeenten. Wel wordt uit het onderzoek duidelijk dat gemeenten voor grote uitdagingen staan om deskundigheid in huis te halen en te houden en dat ze daarbij stuiten op knelpunten. Dat heeft volgens De Jonge te maken met de specifieke kennis die nodig is voor de ingewikkelde maatschappelijke opgaven in combinatie met krapte op de arbeidsmarkt. Gemeenten zijn daarnaast niet alleen op zoek naar inhoudelijke expertise bij potentiële werknemers. Deze mensen moeten ook over vaardigheden beschikken als het aansturen van commerciële partijen, de regie voeren over samenwerkingsconstructies en kunnen luisteren naar burgers. En dan bij voorkeur ook al in het bezit zijn van de klassieke ambtelijke competenties, zo staat in het onderzoeksrapport.

Het lijkt een zoektocht naar het schaap met de vijf poten en het lukt gemeenten daarom vaak moeilijk om mensen met al deze kwaliteiten in huis te halen. Althans, als ambtenaar in vaste dienst.

NIEUWE TAKEN

Wat voor deskundigheid zoeken gemeenten vooral? In de grote actuele maatschappelijke opgaven, zoals de woningbouw, spelen ook de lokale overheden een belangrijke rol. Daarnaast hebben de gemeenten de afgelopen tien jaar volgens De Jonge al veel nieuwe taken gekregen, met name in het sociaal domein. Voor het uitvoeren van al die taken is deskundigheid nodig. De pijn zit nu vooral bij het ruimtelijk domein, zo blijkt uit het onderzoek. Kennis en kunde blijken moeilijk in huis te halen om de energietransitie, de stikstofproblematiek en de vastgelopen woningmarkt lokaal vlot te trekken.

‘De gemeentesecretarissen die ik voor dit paper heb gesproken, gaven allemaal het ruimtelijk domein als belangrijk voorbeeld. Vooral hierin ervaren ze een groot tekort aan kwalitatief goede arbeidskrachten, wat hun ambities in gevaar kan brengen.’

Schaal speelt hierbij ook een rol. ‘Bij kleine en middelgrote gemeenten zijn de problemen urgenter, zeker bij het aantrekken van specifieke deskundig-

heid’, concludeerde De Jonge. ‘Tegen de achtergrond van de huidige arbeidsmarktkrapte bieden kleine gemeenten meestal een lager salaris en minder interne doorstroommogelijkheden. Mensen hebben weinig groeimogelijkheden en vertrekken weer sneller dan bij grote gemeenten. Die beschikken vaker over een robuustere organisatie en hebben zelf meer expertise in huis op de verschillende beleidsterreinen.’

ENGAGEMENT

Bij het aantrekken van geschikte arbeidskrachten ondervinden gemeenten bovendien sterke concurrentie, vooral van de rijksoverheid. Dat heeft volgens De Jonge naast salariëring en doorstroomkansen ook deels met imago en onwetendheid te maken. Werken bij het rijk wordt volgens hem toch als prestigieuzer beschouwd dan werken bij gemeenten. De gemeentesecretarissen die hij sprak, zijn zich daar ook bewust van. ‘Ze vonden het

belangrijk om uit te dragen hoe leuk en bijzonder het is om in het lokaal bestuur te werken.’

Om jong talent te enthousiasmeren voor een baan bij een gemeente, zou het goed zijn om hun maatschappelijke engagement aan te spreken, denkt De Jonge. ‘Jonge ambtenaren zijn vaak gemotiveerd om bij te dragen aan de samenleving, maar weten niet altijd wat je allemaal kunt doen en bereiken bij een gemeente.’

Waar het echt niet lukt om de juiste gekwalificeerde mensen aan te trekken, grijpen gemeenten naar de inhuur van externen. ‘De specifieke kennis of ervaring die externen meenemen kunnen een verrijking zijn, maar kunnen ook leiden tot uitholling van de eigen deskundigheid’, aldus De Jonge. ‘De gemeentesecretarissen hadden er gemengde gevoelens over.’

Wel was er breed gedeelde frustratie over het tijdelijke karakter van de inhuur. ‘Het is erg lastig de kennis die externen mee-

‘De flexpool biedt ons nieuwe kansen, afwisseling en meer perspectief’
‘De overheden zijn blij met de extra handjes’

brengen te borgen in de organisatie. De bottleneck is daarnaast dat externen niet altijd goed in staat blijken hun kennis te vertalen naar de lokale context.’

De Jonge benadrukt dat zijn paper geen officieel advies bevat over hoe gemeenten meer deskundigheid in huis kunnen halen en houden. Wel constateert hij dat gemeenten hun krachten meer zouden kunnen bundelen, in plaats van het alleen te blijven proberen.

Hij verwijst daarbij naar verschillende regionale initiatieven, zoals het Drentse Flexteam Warmtetransitie, dat voortkwam uit krapte bij individuele gemeenten. Projectleiders van de provincie Drenthe voeren tijdelijke opdrachten uit bij gemeenten die behoefte hebben aan hun expertise. Vanuit de provincie Noord-Brabant is er ook een dergelijk initiatief van uitwisseling van ervaren mensen binnen het ruimtelijk domein.

‘De overheden zijn blij met de extra handjes, en bovendien blijft de kennis behouden binnen het lokaal bestuur en de regio. De eerste ervaringen zijn positief en veelbelovend.’

FLEXWERKEN

‘Het mooie aan deze regionale initiatieven is dat je ook nieuwe mensen naar de overheid trekt, omdat je meer dynamiek

en groeimogelijkheden kunt bieden’, voegt Haitsma van de Fryske Flekspool hier aan toe. ‘Uiteindelijk hebben wij in Friesland twee krachten intern gevonden en er zes uit de markt gehaald. Die zijn vervolgens verdeeld over de vier organisaties. Zij werken afwisselend aan kortlopende opdrachten op verschillende plekken.’

Naast zijn rol in de staf werkt Haitsma momenteel als flexibele programmaregisseur van het samenwerkingsverband De Friese Aanpak. ‘Hierbij zijn alle Friese overheden betrokken en proberen we samenwerking te stimuleren. Het samenwerken via flexibele pools zie ik echt als de toekomst voor de overheid. Iedereen is op de arbeidsmarkt op zoek naar dezelfde mensen en probeert ze vervolgens krampachtig vast te houden. Zowel het werven als vasthouden lukt veel beter als je flexibiliteit biedt, zoals die van de Fryske Flekspool.’

VOORAVOND

Gemeenten staan volgens hem dan ook aan de vooravond van de oprichting van veel meer flexibele en specialistische pools. Haitsma maakt nog wel een kanttekening. ‘Het functioneren van zo’n flexibele pool staat of valt wel met directies die het idee omarmen en lef

tonen om het van de grond te krijgen,’ zegt hij.

Uitwisseling van kennis tussen rijks- en gemeenteambtenaren stimuleren, is nog een andere suggestie van onderzoeker

De Jonge. ‘Het rijk zou zelf meer kennis moeten hebben van de lokale praktijk, om te kunnen zien hoe landelijk beleid daar landt. Laat rijksambtenaren eens met opdrachten aan de slag gaan bij gemeenten.’

Hij denkt daarbij dan bijvoorbeeld aan detacheringen of duofuncties, waarbij mensen tegelijkertijd bij het rijk en een gemeente werken aan hetzelfde onderwerp. ‘Hiervoor bestaat best interesse en enthousiasme van beide kanten, vooral bij jonge ambtenaren.’

ENIG OPTIMISME

De Jonge stelt dat er zeker reden is tot zorg over een tekort aan specifieke deskundigheid bij de lokale overheid. ‘Wel wil ik daarbij benadrukken dat er natuurlijk al veel getalenteerde en gemotiveerde mensen werken. Er is dan ook zeker reden voor enig optimisme. Het is immers best bijzonder wat gemeenten nu al wel bereiken, gezien de omstandigheden op de arbeidsmarkt en de landelijke eisen die aan hen worden gesteld op vele vlakken.’ ←

Campagne

Met een nieuwe campagne wil de VNG mensen enthousiast maken voor een baan bij de gemeente. De actie bestaat onder meer uit twaalf testimonials

Meer info: werkenbijgemeenten.nl.

VACATURES

Gouda

ICT

Data-engineer

Deventer

Informatiespecialist

Eindhoven

Huizen

Wassenaar

BRP-specialist

Westland

BESTUURLIJK

overheid

Haarlem

rekenkamer

Veenendaal

FACILITAIR

KCC

Capelle aan den IJssel

voering

Eersel

Colofon

Voor een overzicht van alle vacatures en meer informatie zie www.gemeentebanen.nl.

OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID

ECONOMISCH

Alphen aan den Rijn

Concerncontroller

De Bilt

Deventer

Haarlemmermeer

inkoop

Leeuwarden

Texel

Tilburg

CULTUUR

Eindhoven

leerplicht

Haarlemmermeer

Katwijk

Bodegraven-Reeuwijk

ORGANISATIE

Leidschendam-Voorburg

RUIMTELIJKE ORDENING

leidingen

Alphen aan den Rijn

Alphen aan den Rijn

Bodegraven-Reeuwijk

parkeren

Haarlem

Haarlemmermeer

Lelystad

Metropoolregio Rotterdam

Den Haag (Rotterdam)

Wassenaar

Vragen aan de VNG? Bel het team Informatievoorziening, tel. 070-373 83 93, info@vng.nl

warmte

Zuidplas

Zuidplas

WERKGELEGENHEID

Albrandswaard

Bodegraven-Reeuwijk werkgeversaanpak

Deventer

Doelgroepregister Hattem

Scherpenzeel

Tilburg

WELZIJN

Dijk en Waard

Eindhoven

Gouda

Haarlem

Uitgever Dineke Sonderen, Sdu BV, tel. 070-378 99 24 VNG Rutger van den Dikkenberg Redactie Leo Mudde, Marten Muskee, Monique Westenbroek Marije van den Berg, Geerten Boogaard, Sandra Braakmann, Jiri Büller, Annemieke Diekman, André Krouwel, Martijn van der Steen tel. 070-378 96 43, redactie@vngmagazine.nl Fier.media Vormgeving Monique Westenbroek Senefelder Misset, Doetinchem Advertentie-exploitatie parlementariërs en ambtenaren bij gemeenten en stads- en streekgewesten. Aanvragen en wijzigingen: www.vng.nl, vngleden@vng.nl of 070-3738393

Prijs jaarabonnement: 208 euro (excl. 9% btw). Sdu Klantenservice, www.sdu.nl/service, tel. 070-378 98 80. Schriftelijk opzeggen uiterlijk twee maanden vóór het einde van de abonnementsperiode bij Sdu Klantenservice, Postbus 20025, 2500 EA Den Haag © 2025, ISSN 1566-1636

Mis niets!

Neem nu een jaarabonnement op VNG Magazine via sdu.nl/service of bel naar 070-378 98 80

blijf op de hoogte van het laatste gemeentenieuws

Snel en gemakkelijk

Schrijf je in voor onze gratis nieuwsbrieven!

Het belangrijkste gemeentenieuws, achtergronden, opinieblogs en méér, 2x per week in je mailbox

Houd je je bezig met bedrijfsvoering, het sociaal domein, ruimte en/of veiligheid?

Schrijf je dan ook in voor onze themanieuwsbrieven

schrijf je snel en eenvoudig in via gemeente.nu/nieuwsbrieven

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.