Het gezag van de gemeenteraad

Heeft u als deskundige in uw dagelijkse praktijk regelmatig comptabele gegevens nodig op het gebied van sociale zekerheid, maatschappelijke dienstverlening, gezondheid, belastingen, huurtoeslag en arbeidsmarktmaatregelen?
Of bijvoorbeeld op het gebied van de wet WOZ, loonbelasting, premieheffingen en zorgverzekering.
Met deze nieuwe actuele wettenbundels van Sdu wordt u optimaal geïnformeerd.
Coverfoto: Jiri Büller | Nummer 2 verschijnt op 3 februari 2023
De nieuwe voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden is voorstander van het lekenbestuur.
Als actueel beleid over de plaatsing van zendmasten ontbreekt, kunnen gemeenten overvallen worden door aanvragen van telecomaanbieders.
Er is veel geld nodig voor onderhoud en renovatie van verouderde schoolgebouwen. Maar dat geld is er niet.
Wanneer is Nederland vol? Die vraag moet gesteld worden, zegt de burgemeester van Roerdalen.
De VNG-directeur werkt aan de Verenigingsstrategie voor de komende jaren.
In het herdenkingsjaar 2023 staan Nederlandse gemeenten stil bij hun slavernijverleden. Dat kost soms moeite.
Politieke partijen krijgen recht op een subsidie van 250 euro per gemeenteraadszetel. Dat staat in het voorstel voor een Wet op de politieke partijen, die onlangs in consultatie is gegaan. Ook bevat het wetsvoorstel regels voor een partijverbod.
De voorgestelde subsidie geldt voor zowel landelijke als lokale partijen. Minister Hanke Bruins Slot van Binnenlandse Zaken stelt vanaf 2024 drie jaar lang iets meer dan 8 miljoen euro per jaar ter beschikking voor politieke partijen in gemeenten en provincies. Geld dat overblijft na de verdeling per zetel, wordt naar rato verdeeld over gemeenten en provincies.
De voorgestelde Wet op de politieke partijen (Wpp) is in december in consultatie gegaan.
Het voorstel is volgens het kabinet nodig om de onafhankelijke positie van
partijen in de democratische rechtsstaat te waarborgen. Bruins Slot is zich bewust van de bijzondere positie van politieke verenigingen in die rechtsstaat, schrijft ze in de toelichting op het voorstel. Daarom wil ze terughoudend zijn bij het opleggen van regels die wel gelden voor andersoortige verenigingen. De afgelopen jaren is er echter al meer wetgeving ingevoerd die zich richt op het functi-
oneren van politieke partijen. Zo bevat de Wet financiering politieke partijen (Wfpp) bepalingen over de geldstromen van partijen. Deze wet wordt straks een integraal onderdeel van de Wpp.
Op basis van de nu voorgestelde Wpp krijgt de Hoge Raad straks de mogelijkheid om politieke partijen te verbieden, zowel landelijke als lokale. Het voorgestelde partijverbod geldt als uiterste redmiddel en is gericht op partijen die, aldus Bruins Slot, ‘een gevaar vormen voor de (beginselen van de) democratische rechtsstaat’.
Het gaat dan om partijen die de rechtsstaat willen aantasten of zelfs afschaffen, bijvoorbeeld omdat ze zich verzetten tegen een vreedzame overdracht van de macht, of om partijen die verkiezingen onmogelijk maken of belemmeren door grootschalige fraude te bevorderen. Het voorstel is tot eind maart in consultatie. Iedereen die dat wil, kan er via internetconsultatie.nl op reageren. (RvdD) ←
Brede welvaart hoort het uitgangspunt te vormen bij gebiedsprocessen in het landelijk gebied. Dat betekent verder kijken dan alleen naar natuur, water en klimaat.
GroenLinks-raadslid Zeeger Ernsting (Amsterdam) bepleit dat het raadswerk in zijn stad een voltijdbaan wordt, Het Parool 9 januari
Ook andere (sociale) thema’s horen integraal meegenomen te worden, zoals bereikbaarheid van sociale voorzieningen, werkgelegenheid en betaalbare en betrouwbare energie. Dat stelt de VNG als één van de drie prioriteiten in de Position paper Landelijk Gebied. Aanleiding voor dit document is de leefbaarheid van het landelijk gebied die onder druk staat. Veel uitdagingen komen samen in het landelijk gebied, zoals de energietransitie, toekomstbestendige voedselproductie, woningbouwopgave en het herstel van biodiversiteit.
‘Je kunt niet volhouden dat een stad met bijna één miljoen inwoners en de een-na-grootste begroting van het land bestuurd wordt door 45 deeltijdpolitici.’
Er komt een wettelijke grondslag voor gemeenten om bijzondere persoonsgegevens van sekswerkers te verwerken. Met dat doel wil staatssecretaris Eric van der Burg (Justitie en Veiligheid) de Gemeentewet aanpassen.
Nu al kunnen gemeenten een verordening vaststellen met voorschriften met betrekking tot bedrijfsmatige prostitutie. Maar de wet voorziet niet in het verwerken van persoonsgegevens van sekswerkers. Diverse gemeenten die dat in hun vergunning wilden regelen, werden de afgelopen jaren door de Raad van
Volgens Van der Burg moeten gemeenten de mogelijkheid hebben om persoonsgegevens te verwerken als dat voor de naleving en handhaving van een vergunning nodig is. Een gemeente moet bijvoorbeeld kunnen nagaan of een vergunninghouder met sekswerkers een intakegesprek heeft gehouden om na te gaan of diegene vrijwillig het werk wil gaan doen en niet door derden wordt gedwongen. Het voorstel ligt nog tot 28 februari ter consultatie op internetconsultatie.nl. (LM) ←
De gemeentelijke werkgevers, verenigd in de VNG en de WGSO, gaan niet in op het ultimatum van de vakbonden. Die dreigen nu met stakingen.
Gemeenteambtenaren wachten al sinds september op een nieuwe cao. De vakbonden eisen een loonsverhoging van 12 procent in 2023, aangevuld met automatische prijscompensatie voor inflatie en een structurele nominale loonsverhoging van 100 euro in de maand.
De werkgevers bieden een loonsverhoging van 8 procent in twee stappen. Daarnaast bieden de VNG en de WGSO, de werkgeversvereniging voor de samenwerkende gemeentelijke organisaties, een uitbreiding van de bovenwettelijke vakantie naar acht dagen voor alle medewerkers.
Voor de bonden gaat het bod van de werkgevers niet ver genoeg. Zij bereiden acties voor, waaronder een landelijke staking op 15 februari in Utrecht. De Cao gemeenten liep per 1 januari
af, maar het gesprek over nieuwe collectieve arbeidsvoorwaarden gaat dus trager dan gewenst. In december kwamen de bonden en de werkgevers wel een eenmalige uitkering overeen als compensatie voor de fors gestegen kosten. Het gaat om een tegemoetkoming van 375 of 750 euro, afhankelijk van het inkomen. (RvdD) ←
In 2022 groeide het aantal inwoners in vrijwel alle Nederlandse gemeenten, blijkt uit cijfers van het CBS. De groei kwam hoofdzakelijk door de toegenomen migratie.
Het CBS becijferde dat op Vlieland en Schiermonnikoog, in de Noordoostpolder en in Waddinxveen, Diemen, Maassluis en Woudenberg de bevolking relatief het sterkst groeide. In slechts negen van de vorig jaar nog 344 gemeenten daalde het aantal inwoners.
Alle gemeenten kregen er vorig jaar per saldo (immigratie minus emigratie) inwoners bij door buitenlandse migratie. Zonder buitenlandse migratie zouden aanzienlijk meer gemeenten te maken hebben met bevolkingskrimp. Nieuw ten opzichte van een jaar eerder was de instroom van vluchtelingen uit Oekraïne. Zij vestigden zich in vrijwel alle gemeenten. Renswoude, Gennep en Pekela ontvingen relatief de meeste Oekraïners. (LM) ←
Meer over de commissies en het vergaderschema: vng.nl/vereniging
Om gemeenten nog beter te ondersteunen in de uitvoeringspraktijk bundelen de VNG-bedrijven Naleving en Realisatie per 1 januari 2023 hun krachten. Met de fusie wordt de uitvoering versterkt en de samenwer-
De voorzitter opent de vergadering met de vraag aan de bestuursleden een korte terug- en vooruitblik op de eerste maanden in het bestuur te geven. Dit ook ter introductie aan Sharon Dijksma, burgemeester van Utrecht en sinds enkele weken vicevoorzitter van de VNG.
Uit het rondje blijkt dat de bestuursleden en hun commissies voortvarend van start zijn gegaan. Er gebeurt veel in de samenleving, dus er ligt veel op het bord van de gemeenten en daarmee ook op het bord van bestuur en commissies van de vereniging. De aanwezigen spreken de ambitie uit hier met lef en energie aan te willen werken. De nieuwe vicevoorzitter deelt dit enthousiasme.
Commissievoorzitter Financiën, Saskia Bruines, geeft een terugkoppeling van het (informele) Bestuurlijk Overleg Financiële verhoudingen (BOFv) van 14 december met minister Hanke Bruins Slot van BZK en staatssecretaris Marnix van Rij van Financiën. Zo is ermatiek en het vergroten van het belastinggebied. Eind februari wordt er een vervolg aan het overleg gegeven. Dan staan opnieuw dezelfde onderwerpen op de agenda.
Rutger Groot Wassink is voorzitter
king tussen uitvoering en beleid bevorderd. Dit betekent dat VNG Naleving verdergaat onder de naam VNG Realisatie. De dienstverlening van Naleving aan haar doelgroepen blijft gelijk.
van de Tijdelijke Commissie Asiel en Migratie (TC-AM). Hij bespreekt met het bestuur de Spreidingswet Asiel, waarvoor de VNG verbetersuggesties heeft gedaan. De verbetersuggesties gaan onder andere over het versimpe-matiek, meer ruimte voor kleinschalig-
integratie en maatschappelijke voorzieningen. Daarnaast werd ook meegedeeld dat de Tijdelijke wet opvang ontheemden Oekraïne in consultatie was t/m vrijdag 13 januari.
motie Krimpenerwaard aangenomen die aansluit bij de inzet van de VNG sinds het verschijnen van het advies van de Commissie van Wijzen: het jeugdstelsel moet verbeterd wordendelen voor gemeenten nodig. Cathalijne Dortmans geeft aan dat er de afgelopen weken intensief ambtelijk en bestuurlijk overleg is geweest. De verwachting is dat er op korte termijn een volgend bestuurlijk overleg is.
Voor het GALA zijn de afgelopen weken concrete afspraken gemaakt die op korte termijn schriftelijk aan het bestuur zullen worden voorgelegd.
COLLEGE VOOR ARBEIDSZAKEN
Voorzitter van het College van Arbeidszaken Ton Heerts doet verslag van de verschillende cao-onderhandelingen. Via nieuwsberichten op vng.nl houden we u op de hoogte van het verloop van de cao-onderhandelingen.
In samenwerking met een brede coalitie van partijen heeft staatssecretaris Maarten van Ooijen van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) een Actieplan Dakloosheid opgesteld. Op 5 december is het actieplan door de deelnemende partijen getekend. Cathalijne Dortmans (commissievoorzitter Zorg, Jeugd en Onderwijs) tekende namens de VNG.
In de Algemene Ledenvergadering van vrijdag 2 december 2022 is de
De bestuursvergadering besprak als de Omgevingswet en de verschillende door de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en de minister van Infrastructuur en Waterstaat. Hierover is op woensdag 7 december een ledenbrief verzonden. Portefeuillehouder binnen het bestuur van de VNG is Liesbeth Grijsen, commissievoorzitter Ruimte, Wonen en Mobiliteit (RWM).
et klinkt goed dat gemeenten naar voren stappen, maar wat wordt het resultaat? Waar droom je van?’ vraagt een medewerker in de marge van de VNG-nieuwjaarsbijeenkomst. Het eerste woord dat in me opkomt is bestaanszekerheid. Het zou kunnen helpen als gemeenten weer zelf de schuldhulpverlening gaan doen, in plaats van marktpartijen. Maar bestaanszekerheid is ook garanderen dat er goedkope woningen zijn. Het lijkt iets van vroeger, maar zou je weer een gemeentelijk woningbedrijf kunnen starten dat woningen bouwt die je wél voor 400 euro kunt verhuren? ‘Zo het initiatief pakken, dat hoop ik,’ antwoord ik. In haar oudejaarsconference zei Claudia de Breij: ‘Het komt niet goed, wij gaan het goed máken.’ Gemeenten kunnen in 2023 verschil maken. Het is het eerste volledige jaar na de raadsverkiezingen. Verse besturen met nieuw elan zijn aangetreden. De wil om er samen de schouders onder te zetten, leeft breed. Eind december publiceerde het SCP traditioneel de Burgerperspectieven Daarin staat dat het met de meeste mensen goed gaat, maar één op de zeven Nederlanders is kwetsbaar door financiële problemen, een slechte gezondheid of eenzaamheid. Mensen maken zich zorgen over de economie, wonen en het klimaat. Het vertrouwen dat de politiek oplossingen kan brengen, is historisch laag. Inwoners hebben het idee dat de partijen er met elkaar niet meer uitkomen. Een collegiale manier van besturen bij het rijk zou het vertrouwen
kunnen versterken. In colleges van burgemeester en wethouders werkt het goed om met een gezamenlijke agenda politieke verschillen te overbruggen. Vorig jaar schreef ik een reeks columns over de zeven eigenschappen van de goede overheid, geïnspireerd door Stephen Covey. De overheid kan niet elk risico voor inwoners wegnemen, maar wel zorgen voor een solide basis. Met een gedegen aanpak en focus op de lange termijn kunnen gemeenten en het rijk samen stappen zetten om nieuwe crises te voorkomen. De komende weken wil ik ingaan op vijf thema’s waarop gemeenten het initiatief kunnen nemen: vergrijzing, bestaanszekerheid, kansengelijkheid, klimaat en energie, en het combineren van alle ruimtelijke opgaven. In elke gemeente is de leefwereld anders, overal is een ander type aanpak nodig die vorm krijgt van beneden naar boven. Nabijheid is eveneens vereist voor een goed beeld van de uitwerking van beleid in de praktijk. Ook daarom past het dat gemeenten een groter stempel op een aantal beleidsopgaven zetten.
Deze noties wil ik concreet maken. Wat kunnen gemeenten doen en hoe? Wat zijn de randvoorwaarden? Best ingewikkeld, maar een mooie kluif voor het nieuwe jaar. De scherven van het oude liggen in de glasbak, tijd om aan het werk te gaan. ←
HET GEZAG VAN DE GEMEENTERAAD STAAT ONDER DRUK. RAADS LEDEN ZIJN ZELF AAN ZET OM DAAR WAT AAN TE DOEN, ZEGT VOORZITTER HANNEKE WILLEMSTEIN VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RAADSLEDEN: ‘DE RAAD IS OP ZIJN STERKST ALS DE LEDEN COMPLEMENTAIR ZIJN.’
In haar derde termijn als raadslid in Alphen-Chaam start Hanneke Willemstein als voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden (NVvR), de eerste voorzitter die afkomstig is van een lokale partij. Willemstein heeft naar eigen zeggen een ‘enorme passie’ voor het ‘gewone’ raadslid’. ‘Iedereen moet raadslid kunnen zijn’, zegt ze. ‘Maar als je om je heen kijkt, is dat niet zo. We gaan steeds meer op elkaar lijken. Er zijn nog te veel raden waar het gemiddelde raadslid een meneer is van een bepaalde leeftijd en met een bepaalde haarkleur. Gelukkig gaat het langzaam beter.’ Vorige maand stelde de NVvR de speerpunten vast voor de komende vijf jaar. Een sterke raad doet ertoe, zegt de vereniging. Het gezag van de raad is daarom het thema van de Dag voor de Raad in maart. Formeel is de gemeenteraad het hoogste bestuursorgaan van de gemeente. Maar uit recent onderzoek van de NVvR bleek dat slechts de helft van de raadsleden vindt dat dat meestal of bijna altijd goed gaat. In de andere gevallen bepaalt het college vaak de koers van de gemeente.
‘Dat laten we als raad zelf gebeuren,’ zegt Willemstein. ‘Als het de raad lukt om als eenheid op te treden, dan ben je wel degelijk de baas en kun je de gevoelens die in de samenleving leven vertalen naar het gemeentelijk beleid.’
Dat begint bij representatie. In de ideale situatie is de gemeenteraad een getrouwe afspiegeling van de lokale samenleving, zowel qua kennis en ervaring als qua achtergrond. Maar in de praktijk voelen groepen inwoners zich niet vertegenwoordigd, ziet Willemstein. ‘Het is aan de raad om ervoor te zorgen dat alle inwoners zich wel vertegenwoordigd voelen.
Dat kan als partijen ervoor zorgen dat er meer jongeren, vrouwen en raadsleden met een migrantenachtergrond in de raad komen.
Maar de kern is: we moeten er als raad voor zorgen dat iedereen het gevoel heeft dat ze serieus genomen worden en voluit kunnen meedoen. De raad is op zijn sterkst
‘We hoeven niet allemaal expert sociaal domein te zijn’
Hanneke Willemstein
is sinds juni 2022 voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden. In 2014 werd ze lid van de gemeenteraad van AlphenChaam. Ze is lid van de lokale partij GBSV Chaam.
als de leden complementair zijn. We hoeven niet allemaal expert sociaal domein te zijn, of alles te weten van financiën. Ongeacht van welke partij je bent: je hebt het beste voor met je gemeente.’
U bent de eerste NVvR-voorzitter afkomstig van een lokale partij. Heeft u het glazen plafond doorbroken? ‘Dat is misschien iets te veel eer, haha. Maar het is wel belangrijk. De lokale partijen zijn bij de afgelopen verkiezingen samen weer de grootste geworden, en nog wat groter geworden. We willen als vereniging een afspiegeling zijn van alle raadsleden, en ook de lokale partijen serieus nemen. Nou, je kunt ze niet serieuzer nemen dan op deze manier. Er wordt vanuit landelijke partijen nog steeds vaak naar lokale partijen gekeken als one-issuepartijen, of als partijen die alleen maar overal tegen zijn. Dat is bijna nergens meer zo.’
Vorige maand ging de Wet op de politieke partijen in consultatie. Die bevat een subsidieregeling voor lokale partijen, van in beginsel 250 euro per jaar per zetel. Goed nieuws?
‘Het is een interessant voorstel, maar zeker nog geen reden om te juichen. Het voorstel lijkt aantrekkelijk, want elk raadslid krijgt 250 euro. Het is echter geen structureel geld, het voorstel geldt voor drie jaar. Maar dat is niet het belangrijkste punt. Er moet een gelijkwaardig speelveld komen voor raadsleden van lokale en van landelijke partijen. Dat gebeurt niet met
‘Als raadslid ben je nooit klaar met leren, alles verandert constant’Wie is...
dit voorstel. Ook raadsleden van landelijke partijen krijgen deze subsidie. Voor hen komt er dus een tweede subsidie bij. Daarmee is het verschil tussen lokale en landelijke partijen niet weggewerkt.’
De NVvR wil het gezag van de raad verbeteren. De Raad voor het Openbaar Bestuur bracht onlangs een rapport uit over hoe de overheid het gezag kan herwinnen, dat ook door de NVvR werd omarmd. Drie factoren zijn daarvoor van belang: bekwaamheid, betrouwbaarheid en betrokkenheid. Zijn die op orde bij gemeenteraden?
‘Als raadslid ben je nooit klaar met leren, alles verandert constant. Aan alle drie factoren moet steeds worden gewerkt. Bekwaamheid lijkt in eerste instantie vooral relevant voor onze dagelijks bestuurders: de burgemeester en wethouders. Het raadslidmaatschap is immers lekenbestuur, dat moet ook zo blijven.
Maar je maakt het raadsleden onnodig ingewikkeld door niet in te zetten op bekwaamheid. We zien gelukkig dat na de verkiezingen steeds meer inwerkprogramma’s zijn gedaan, dat zou nog veel breder georganiseerd kunnen worden zodat iedereen een bepaald basisniveau heeft, zowel inhoudelijk als qua praktische vaardigheden. Dat komt ook de betrouwbaarheid van de raad ten goede. ‘Daar ligt een belangrijke rol voor de griffies. Voor de lokale partijen is er nu ook het Kennispunt Lokale Politieke Partijen, dat het goed doet. De Nederlandse Vereniging voor Raadsleden heeft een competentiescan. Een raadslid krijgt hiermee inzicht in eigen sterktes en zwaktes en een advies over welke scholing daarbij past.’
Tegelijk stelt de NVvR dat eigenlijk alle griffies onderbemenst zijn. Is dat zorgelijk?
‘Ja, en dat ligt aan onszelf. Raden moeten daar echt andere keuzes in maken. We zijn het hoogste bestuursorgaan, maar bezuinigen vaak eerst op onszelf. De raad is werkgever van de griffie. Als we onszelf serieus nemen, zorgen we dat we goed ondersteund worden door een goed toegeruste griffie, zonder uiteraard geld over de balk te gooien.’
Wordt het raadswerk met al die grote dossiers niet te ingewikkeld voor lekenbestuur?
‘Nee, dat geloof ik niet. Uiteindelijk heb je als raadslid niet meer nodig dan je mening. Je hebt geen opleidingsniveau nodig. Je moet wel in staat zijn om je mening bij te stellen als er nieuwe informatie is, of als inwoners iets anders willen. Gemeenteraadsleden hoeven ook niet alles precies te weten. Ze zijn geen ambtenaar. Ze moeten vooral duidelijk maken wat zij belangrijk vinden. Het is aan het college en ambtenaren om dat vervolgens zo goed mogelijk uit te voeren.’
Er wordt overal geëxperimenteerd met modellen om de inwoners meer bij de besluitvorming te betrekken. Hoe zit het met de betrokkenheid? ‘Die proeven zijn er niet voor niets. We hebben kennelijk het ei van Columbus nog niet gevonden. Uiteindelijk gaat het erom dat je wat doet met de uitkomsten. Je kunt honderd referenda organiseren, maar als je als gemeentebestuur uiteindelijk alsnog je eigen plan trekt, maak je de afstand tot de inwoners alleen maar groter. Leg uit wat je aan het doen bent. De meeste mensen begrijpen echt wel dat het niet altijd is zoals zij zouden willen, en ze zijn best wel bereid om naar je te luisteren. Maar je moet wel duidelijk maken wat de het doel is van een bewonersbijeenkomst of een vragenlijst.’
Het gebrek aan vertrouwen leidt ook tot intimidatie en bedreigingen. Het aantal raadsleden dat melding heeft gedaan van bedreiging is de afgelopen jaren verdrievoudigd. ‘Daar maak ik me zorgen over. Het is daarom belangrijk dat raadsleden onderling het gesprek hierover voeren. Als Nederlandse Vereniging voor Raadsleden helpen we daarbij. We zitten samen met het Nederlands Genootschap van Burgemeesters en de Wethoudersvereniging in het Ondersteuningsteam Netwerk Weerbaar Bestuur. Dat biedt ondersteuning. We gaan op tour om raadsleden te helpen met het voeren van dit soort gesprekken. Je moet als raadslid onbedreigd het woord kunnen voeren.’ ←
‘Het raadslidmaatschap is lekenbestuur, dat moet ook zo blijven’
U roept op tot een Wet op de bestaanszekerheid. Waarom? ‘De Participatiewet stuurt sterk op het aan het werk helpen van mensen. We zien dat alle mensen die goed bemiddelbaar zijn, aan het werk zijn. De situatie op de arbeidsmarkt helpt ons daarbij. Tijdens de economische crisis hadden we 1.150 mensen in de Participatiewet. Dat zijn er nu nog 650. Dat zijn grotendeels de mensen met problemen: ze hebben een gedeeltelijke arbeidsbeperking, psychische klachten of een chronische ziekte. Het prijspeil is het afgelopen jaar hard gestegen. Dat maakt het voor deze groep verrekte lastig. Het stoort me eigenlijk dat er vanwege de inflatie nu pas veel aandacht voor is, terwijl deze mensen het altijd al moeilijk hebben gehad. Er zijn in Coevorden wijken waar het inkomen 20.000 euro is, terwijl het landelijk gemiddelde 30.000 euro is. We leven in een van de rijkste landen van de wereld. Dan is het een schande dat we een grote groep mensen hebben die moeite hebben om de meest basale dingen te kunnen betalen. De Grondwet schrijft voor dat het rijk zorgt voor bestaanszekerheid en een eerlijke verdeling van de welvaart. Het is de vraag of het rijk die verantwoordelijkheid neemt. Per 1 januari is het wettelijk minimumloon met 10 procent omhooggegaan. Een mooie stap, maar 10 procent van weinig is nog steeds weinig.’
Coevorden start een maatwerkfonds om deze mensen te helpen. Wat houdt dat fonds in? ‘We willen mensen die in de financiële problemen komen, helpen door een budgetplan op te stellen. Wat zijn de structurele inkomsten en uitgaven? Het verschil passen we onder voorwaarden bij. Voor bijvoorbeeld een telefoonabonnement hebben we normbedragen. En mensen mogen een beetje spaargeld houden, gelijk aan één maand bijstandsuitkering. Met het fonds willen we voorkomen dat mensen in de problemen komen. Als mensen eenmaal schulden hebben, dan zijn de maatschappelijke kosten nog hoger. We trekken voor vier maanden –december 2022 en het eerste kwartaal van 2023 – in totaal 1,85 miljoen euro uit. Dat staat ongeveer gelijk aan twintig schuldhulptrajecten.’
Gemeenten mogen geen inkomenspolitiek voeren; dat is aan het rijk. Bent u dat nu toch niet aan het doen? ‘Volgens mij voeren we nu inderdaad een beetje inkomensbeleid. Maar ik slaap daar niet slecht van. We hebben ook nog geen boze reactie uit Den Haag gehad. Ik kan me ook niet voorstellen dat die er komt. Iedereen ziet hoeveel moeite het kabinet heeft om tot regelingen te komen. Ik zou zeggen: wees blij dat gemeenten die handschoen wel oppakken.’ ← (RvdD)
GEMEENTEN MOETEN HUN INFRASTRUCTUUR BESCHIKBAAR STELLEN VOOR DE PLAATSING VAN KLEINE ANTENNES. DAT HEEFT INTERN MEER VOETEN IN DE AARDE DAN GEDACHT. HET ANTENNEBUREAU HELPT GEMEENTEN MET TWEE HANDREIKINGEN
VERTAALT.
Gemeenten voelden zich in 2019 ‘overvallen’ door een Brusselse richtlijn. Deze nieuwe regels verplichten gemeenten om hun publieke infrastructuur, lantaarnpalen bijvoorbeeld, ter beschikking te stellen voor de plaatsing van kleine 5G-antennes, als een provider daarom vraagt.
Voor deze antennes, in de vorm van kleine kastjes met een inhoud tot dertig liter, hebben telecomaanbieders geen vergunning nodig.
Deze zogeheten small cells zorgen voor een fijnmaziger netwerk met een betere dekking. Dat is vooral nuttige op drukke locaties, met een grote vraag naar snel mobiel internet, zoals stadscentra, treinstations en voetbalstadions.
Het Antennebureau – het voorlichtingsbureau van het rijk over antennes voor draadloze en mobiele communicatie – bracht vorig jaar een voorbeeldnota en een leidraad uit voor de omgang met antennes en small cells. Beide documenten zijn tot stand gekomen via een klankbordgroep met gemeenten, de VNG, het rijk en mobiele operators.
De voorbeeldnota gaat over vrijstaande masten die een omgevingsvergunning nodig hebben en werd geactualiseerd voor de komst van de Omgevingswet, vertelt Louwrens Wemekamp. Hij is adviseur antennevraagstukken van het Antennebureau. De leidraad gaat over de verplichting uit de Telecomwet die gemeenten sinds maart 2022 hebben om bij een redelijk verzoek mee
te werken aan de plaatsing van small cells op hun infrastructuur. De leidraad helpt gemeenten met modelvoorwaarden bij de invulling van wat een redelijk verzoek is, en met praktische documenten zoals een modelcontract. Wemekamp: ‘De maatschappij gebruikt steeds meer mobiele data. Er worden ook nog steeds normale antennes bijgeplaatst. Dan is het handig voor gemeenten actueel antennebeleid beschikbaar te hebben.’
Rudolf van der Berg is programmamanager 5G en digitale connectiviteit bij de VNG. Hij pakte het dossier op toen de nieuwe Telecomwet, waar de Europese richtlijn in opgenomen wordt, contouren kreeg. Het werd hem al snel duidelijk dat het wetsvoorstel verduidelijkt moest worden en dat gemeenten vaak geen actueel antennebeleid hadden, ook niet
voor grote antennes waar wel een vergunning voor nodig is. Dat beleid stamt vaak nog uit tijd van 3G, begin 2000, en is achterhaald en soms zelfs strijdig met de wet. Van der Berg: ‘Dan heb je een probleem. Ook werd duidelijk dat bijvoorbeeld veel lantaarnpalen niet technisch geschikt zijn, omdat ze bijvoorbeeld niet 24/7 van stroom zijn voorzien. Dan kan een gemeente het verzoek afwijzen. Met het ministerie van Economische Zaken hebben we aan een duidelijkere wet en memorie van toelichting gewerkt en parallel hieraan aan het voorbeeldbeleid en de leidraad. Dat kostte uiteindelijk twee jaar.’
Het interne proces rond een plaatsingsverzoek blijkt het meest complexe deel van de implementatie voor gemeenten te zijn. Gemeenten realiseren zich opeens dat diverse afdelingen zijn betrokken, zegt Wemekamp. ‘Er komt meer bij kijken dan soms wordt gedacht. Binnen een beschermd stadsgezicht of bij monumenten geldt een deel van de regels niet en is het niet verplicht om infrastructuur ter beschikking te stellen. Hoe ga je dan met een aanvraag om?’
‘Zo vaak komt de aanvraag voor het plaatsen van een small cell niet voor’, zegt Wemekamp. Vanwege de wettelijke verplichting kan iedere gemeente er wel
mee worden geconfronteerd. ‘Dan is het handig over een administratief proces te beschikken zodat je binnen de wettelijke termijn een verzoek kunt afhandelen. Dat betekent de juiste ambtenaren en afdelingen bij elkaar brengen. Misschien is er iemand van grondzaken, contractbeheer, van economische zaken of financiën nodig.’
Op dit moment zijn telecombedrijven nog niet heel druk met het installeren van small cells, enkele locaties daargelaten. Van der Berg: ‘Na de veiling van de nieuwe frequentie zullen gemeenten ook willen dat hun drukke binnensteden en uitgaande wegen extra goed worden bediend.’ Voor de uitrol van 5G zijn drie frequenties beschikbaar gesteld, die op verschillende momenten worden geveild. De veiling voor de 3,5 gigahertz-frequentie zou in 2021 plaatsvinden, maar de afstemming met het station voor satel-
lietcommunicatie in Burum kostte meer tijd dan ingeschat. De veiling staat nu voor eind dit jaar gepland. Onderzoeksbureau Dialogic verwacht geen grootschalige uitrol van small cells tot 2026. Het zal dus niet zo zijn dat na de veiling van de 3,5 gigahertz-frequentie eind 2023 de aanvragen binnenstromen. Wemekamp: ‘Operators denken vooralsnog over genoeg capaciteit te beschikken met de huidige stations. Met hier en daar een extra antenne op bestaande punten komen ze al een heel eind. Alleen op heel drukke plekken zoals in binnensteden met veel gebruikers van breedbandinternet zijn small cells nodig.’
Volgens Wemekamp is het voor een gemeente die de regie wil hebben, interessant om uniforme verkeersregelinstallaties, verkeersborden of lantaarnpalen voor small cells proactief aan te bieden voor medegebruik. Dat maakt het
voor operators aantrekkelijk om in mee te gaan. ‘Daarmee voorkom je dat een provider naar een private partij uitwijkt.’ Het is zeker ook handig om een antwoord klaar te hebben wanneer een aanvraag binnenkomt voor een grote vergunningsplichtige zendmast. Zonder beleid valt een aanvraag moeilijker goed of af te keuren. ‘Toetsingscriteria bieden vooraf helderheid. Bij eventueel bezwaar of beroep kan een gemeente daarop terugvallen.’ Voor small cells is alleen een vergunning nodig waar het een beschermd stadsgezicht of monument betreft. Er zijn weigeringsgronden, bijvoorbeeld wanneer de openbare veiligheid in het geding is. ‘In principe moet de gemeente meewerken bij een redelijk verzoek. In de leidraad zijn standaardvoorwaarden opgenomen wanneer iets een redelijk verzoek is.’
Het bijzondere aan de verplichting van de Telecomwet is dat het publiekrechtelijk is. De uitvoering komt echter als een privaatrechtelijke overeenkomst. Daarvoor is een uitgebreid contract opgesteld als onderdeel van de leidraad. Daarbij is altijd ruimte voor maatwerk als partijen onderling willen finetunen. ‘Zowel de leidraad als voorbeeldnota is zo ingericht dat het uniforme deel makkelijk is over te nemen. In de voorbeeldnota is letterlijk met groene tekst aangegeven waar de gemeente zelf iets te kiezen heeft. Uiteindelijk is elke gemeente anders en gaat het om lokaal beleid. Met beide documenten kom je als gemeente beslagen ten ijs zodra een provider aanklopt.’
Bestuursadviseur Wim van Dalen van
Midden-Delfland implementeert de voorbeeldnota en leidraad in zijn gemeente. Hij werkt domeinoverstijgend. ‘Als iets vier beleidsvelden raakt, is iedereen verantwoordelijk en voelt niemand zich verantwoordelijk. Dit onderwerp is zo breed dat niemand zich betrokken voelt.
Dat hoor ik ook van collega’s uit andere gemeenten. Je kunt wachten tot je overvallen wordt door een aanvraag van een provider. Dan val je in het zwaard van de beperkte reactieperiode die je wettelijk hebt.’
Van Dalen verwacht dat er misschien één of twee aanvragen binnenkomen. Normaal is hij tegen het schrijven van beleid voor incidentele gevallen. Meestal past de afwijkende aanvraag toch niet in het bestaande beleid. ‘Het voordeel van deze brede beleidsnota is dat die overal toepasbaar is. Daarmee kunnen we juist wel de randjes invullen.’
kwaliteit van het bijzondere landschap daarin verwerkt. ‘Mijn voordeel is dat ik een generalist ben en letterlijk op alle beleidsvelden heb gewerkt. Dan begrijp je gelijk welke wereld erachter steekt. Staar je er niet blind op, ga aan de slag. Je hoeft het alleen naar de plaatselijk situatie te verwerken en die kent iedereen.’
Midden-Delfland beschouwt breedband als stimulator om de omslag naar de duurzame digitale economie te maken, ook vanuit de Cittaslow-gedachte. Daarnaast geldt de gemeente als eerste als bijzonder provinciaal landschap van Nederland. ‘Wij willen de beperkte beleidsruimte gebruiken om de kwaliteit van dat landschap voor twee miljoen mensen in de Metropoolregio te bewaken. Het mooie van de voorbeeldnota is dat alles erin staat, je kunt er zo mee aan de slag.’
Feitelijk kostte het Van Dalen zo’n tweeënhalve dag schrijfwerk om de voorbeeldnota om te zetten naar de lokale situatie, met de ruimtelijke
In de lokale nota houdt Van Dalen rekening met de gevoelige locaties in de dorpen en gevoeligheden bij inwoners. ‘Verberg je niet voor die gevoeligheden, er is goed wetenschappelijk onderzoek gedaan naar 5G en gezondheid.’ De bestuursadviseur wijst erop ook rekening te houden met de telecombedrijven. Niet met hun belangen en winstmarges, maar met de reden waarom ze upgraden naar snellere digitale verbindingen. ‘We willen met elkaar duurzamer wonen en omschakelen naar de nieuwe economie. Dat wordt weleens vergeten. Kijk naar het doel dat je met elkaar wilt bereiken. Dan kom je er vanzelf op hoe met ieders belang om te gaan.’ ←
Informatie voor gemeenten Kijk voor meer informatie over de plaatsing van antennes op de website van het Antennebureau, antennebureau.nl/ plaatsing-antennes/ informatie-voorgemeenten of scan de QR-code.
‘Dit
Beste Thorbeckeprofessor,
PER 1 JANUARI IS UIT EEN HERINDELING VAN BRIELLE, HELLEVOETSLUIS EN WESTVOORNE DE GEMEENTE VOORNE AAN ZEE ONTSTAAN. DE GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN ZIJN OP 23 NOVEMBER GEHOUDEN. DE OUDE RADEN
DOORGEGAAN, TERWIJL DE POLITIEKE LEGI TIMATIE MIJNS INSZIENS ONTBREEKT. WAAR OM IS DIE PERIODE ZO LANG EN WORDT DOORVERGADEREN NIET VOORKOMEN?
deze seculiere samenleving’, AD Haagsche Courant 7 januari
24 JANUARI
Transitieopgaven in het landelijk gebied Online, 10.00-12.00 uur | platform31.nl
24 JANUARI
Dienstverlening en mensen met een licht verstandelijke beperking Leeuwarden, 13.30-17.30 uur | divosa.nl
24 JANUARI
Actieplan dakloosheid Online, 11.00-12.30 uur | vng.nl/agenda
26 JANUARI
De kansen van inclusie: ondernemerschap, lokale economie en toerisme Amersfoort, 12.00-14.30 uur | vng.nl/agenda
27 JANUARI
Armoede, sport en bewegen Online, 9.00-10.00 uur | sportengemeenten.nl
28 JANUARI
Raadsacademie: klimaatverandering en energiecrisis Stadhuis Enschede, 10.00-14.00 uur | raadsleden.nl
30 JANUARI
Dagactiviteiten thuiswonenden met dementie Online, 13.30-15.00 uur | movisie.nl
2 FEBRUARI
Mentale gezondheid: mensen in een kwetsbare sociaal-economische positie Omgeving Utrecht, 9.30-14.00 uur | vng.nl/agenda
3 FEBRUARI
Raadsacademie: samenwerking en transparantie Venlo, 9.30-12.30 uur | raadsleden.nl
7 FEBRUARI
Ketenaanpak valpreventie Online, 13.00-14.30 uur | vng.nl/agenda
De datum van herindelingsverkiezingen is wettelijk vastgelegd. Vroeger kwam het wel voor dat er op 31 december werd gestemd. De symbolische voordelen daarvan zijn goed voorstelbaar, de praktische nadelen ook. December is een drukke maand. Het ligt dan niet voor de hand om ook nog verkiezingen te houden. De consequentie is dan wel dat, als je standaard per 1 januari wilt blijven herindelen, er een ongebruikelijk lange periode overblijft waarin gemeenteraden feitelijk demissionair zijn. Dat is een politiek begrip zonder juridische consequenties. Het is namelijk niet op voorhand mogelijk om te bepalen wat ‘lopende zaken’ zijn. ←
Geerten Boogaard, Thorbeckehoogleraar
Ook een vraag voor Geerten Boogaard?
Mail naar: thorbeckehoogleraar@ vngmagazine.nl.
Vroeger gingen we met z’n allen naar de kerk na een schokkende gebeurtenis in de samenleving. Nu gaan de meeste mensen naar het stadhuis en verwachten van de burgemeester een troostend en bemoedigend woord.Volgens de Zuid-Hollandse commissaris van de Koning Jaap Smit zijn burgemeesters ‘de hogepriesters van
Clubs in het betaald voetbal zouden voortaan een vergunning moeten aanvragen voor het spelen van wedstrijden. Die vergunning zou in sommige gevallen zelfs per wedstrijd afgegeven kunnen worden. Dat bepleiten de burgemeesters van gemeenten met een betaaldvoetbalclub in een door hen opgesteld handelingskader. Sommige gemeenten hanteren nu alleen een meldplicht. De vergunningplicht is een van de maatregelen die de burgemeesters hebben opgesteld om de wedstrijden veiliger te maken voor bezoekers en relschoppers te weren.
DE VNG IS ER DUIDELIJK OVER: GEMEENTEN MOETEN EEN STAP NAAR VOREN ZETTEN. HET IS DE KERN VAN DE ALGEMEEN DIRECTEUR LEONARD GELUK
VAN DE VNG LAAT ZICH DAARBIJ LEIDEN DOOR DE AMERIKAANSE SCHRIJVER STEPHEN COVEY. ‘HIJ ROEPT OP TOT PROACTIVITEIT.’
ees proactief en begin met het einde voor ogen. Het zijn de eerste twee van zeven eigenschappen van een goede overheid, die VNG-directeur Leonard Geluk de afgelopen periode in een reeks columns in VNG Magazine uiteenzette. Die reeks leidde tot een essay dat in december werd gepubliceerd. Het is ook de basis van de Verenigingsstrategie waar de VNG aan werkt voor de jaren tot 2030. In juni, op de ledenvergadering in Groningen, krijgen de gemeenten die voorgelegd.
Geluks columnreeks was gebaseerd op de bestseller De zeven eigenschappen van effectief leiderschap van Stephen Covey.
W‘Dat is voor mij een belangrijke bron van inspiratie’, zegt de VNG-directeur zelf over het boek dat jarenlang elke zomervakantie opnieuw in de koffer ging. Met de Bijbel en Ons feilbare denken van de Israëlische psycholoog Daniel Kahneman is De zeven eigenschappen één van de drie belangrijke boeken die Geluk hebben gevormd.
‘Covey daagt je steeds weer uit’, zegt hij. ‘Maak ik nog de goede keuzes? Zijn manier van denken over normen en waarden, de omgang met relaties zijn belangrijk. Ik kwam gaandeweg tot het beeld dat die vragen niet alleen relevant zijn voor mensen, maar óók voor de overheid.’
VAN DAG TOT DAG
De VNG is soms erg van dag tot dag bezig, ziet hij. De problemen en de
crises van nu zijn er groot genoeg voor: corona, asiel, stikstof, de gevolgen van de oorlog in Oekraïne. ‘Zelf ben ik reflectief van aard, steeds op zoek naar het grotere verhaal. Wat voor overheid willen we zijn? Het rijk daagt ons daar te weinig toe uit, dus moeten we het zelf doen.’
Covey is daarbij een belangrijke leidraad. ‘Hij roept op tot proactiviteit’, zegt Geluk. ‘Neem je verantwoordelijkheid en zet een stap naar voren op basis van een gedeelde agenda. Dat is precies wat we in de Verenigingsstrategie doen.’
Wat maakt een overheid een góéde overheid? Geluk: ‘Dat is veelkleurig. Betrouwbaarheid, samenwerking en realisme zijn belangrijke pijlers. We zien nu dat het beleid zo ontzettend versnipperd en
verkokerd is, dat we niet als één overheid kunnen werken.’
Dat komt grotendeels door de manier waarop het rijk werkt. Waar colleges van burgemeester en wethouders collegiaal werken, is het rijk ‘in zijn aard niet collegiaal’. Geluk: ‘Ministers zijn primair gericht op het eigen ministerie. De minister voor Stikstof staat tegenover die voor Wonen, of die van Landbouw. Maar we bouwen uiteindelijk voor de inwoners. Als je een gedeelde agenda hebt, die gaat over landbouw én over stikstof, dan heb je collectief een ander verhaal dan wanneer iedereen vanuit zijn eigen koker naar een dossier kijkt. We hebben dus niet alleen een langetermijnverhaal nodig; een meer collegiale manier van besturen bij het rijk zou het vertrouwen ook kunnen versterken.’
Gemeenten voelen de gevolgen van het gebrek aan collegialiteit binnen het kabinet, ziet Geluk. ‘Dit komt allemaal bij gemeenten bij elkaar. De ambities van de verschillende ministers hebben allemaal effect op onze schaarse middelen of op onze schaarse ruimte. Maar als je alleen maar losse claims of wetten hebt, dan botst dat op een gegeven
moment. Er is een principe nodig om die schaarste te verdelen.’
Versnippering helpt dan niet, zegt hij, net zomin als dat het kabinet niet verder vooruit lijkt te kijken dan de volgende verkiezingen, om de opvolgers niet dwars te zitten. Dat leidt ertoe dat er incidenteel steeds geld is voor tal van taken. ‘Er zijn heel veel potjes’, zegt Geluk. ‘En het zijn vaak heel goede initiatieven. Maar om uiteindelijk solide te werk kunnen gaan, is een structurele aanpak nodig.’ Het is daarom des te belangrijker dat de minister van Binnenlandse Zaken wetsvoorstellen die decentrale overheden aangaan, gaat medeondertekenen. De VNG pleit daar al langer voor en deed in aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 een voorstel tot een Wet decentraal bestuur waarin de regierol van de minister van BZK werd benadrukt. ‘Medeondertekenen is een mogelijkheid tot veto’, weet Geluk. ‘Dat geeft Binnenlandse Zaken de macht om voorstellen van andere ministeries te stoppen.’
Afgelopen september publiceerde de VNG de discussienota die uiteindelijk moet leiden tot de nieuwe Verenigingsstrategie, en tot een belangrijke bijdrage van gemeenten aan die goede overheid. De ambities zijn groot. Gemeenten moeten in staat worden gesteld om leiderschap te tonen, zowel indivi dueel als collectief. De VNG doet zeven voorstellen die het mogelijk moeten maken om daadwerkelijk de stap naar voren te zetten, waarbij de VNG zich ontwikkelt als ‘knooppunt van netwerken’, en waarbij gemeenten zich ontwikkelen van 342 afzonderlijke identiteiten tot één sterke bestuurslaag, die nauw
‘Medeondertekenen
veto
samenwerkt en waarbij de onderdelen van elkaar kunnen leren.
Dat is hard nodig, zegt Geluk. Als overheid die het dichtst bij inwoners en bedrijven staat, zijn gemeenten in staat om daadwerkelijk te zien wat er leeft en nodig is. ‘De gemeente kent de leefwereld van onze inwoners, en we zien de effecten van alle crises op de bestaanszekerheid,’ weet de VNGdirecteur. ‘Wij willen als collectief van gemeenten de stappen zetten om die bestaanszekerheid te kunnen bieden. Niet door te volgen wat het rijk doet, maar door dat soms om te draaien: dít is voor onze inwoners van belang, wij zetten deze stap en vragen het rijk vervolgens om ons daarin te ondersteunen met bijvoorbeeld financiering of een wetswijziging. Dat zou mijn ideale VNG zijn. Zo geven we invulling aan de proactiviteit die Covey bepleit.’
Gemeenten zijn de afgelopen jaren druk bezig geweest met het incorporeren van de decentralisaties. Met name die van 2015 – jeugdzorg, werk en inkomen en zorg aan langdurig zieken en ouderen – hadden forse impact op de lokale overheid. ‘Dat heeft gemeenten heel veel
energie gekost’, zegt Geluk. ‘En gemeenten hebben ervaren dat het rijk steeds vaker top-down werkt. Maar dat is niet altijd de juiste manier.’
Acht jaar na de invoering van de decentralisaties hebben gemeenten de situatie grotendeels op orde, zegt Geluk – op de hervormingsagenda jeugdzorg na. En dus kunnen ze verder kijken. De ‘stap naar voren’ betekent niet dat de VNG de deur nu openzet voor nieuwe decentralisaties, maar wel tot een betere samenwerking als één overheid.
Het rijk werkt nu dus vooral top-down. Er zijn onderwerpen waarbij dat nodig is. ‘Maar bij andere thema’s willen we graag van beneden naar boven werken. Bestaanszekerheid is zo’n onderwerp. Dat vraagstuk is anders in Spangen dan in de Eemsdelta of in de Betuwe. Datzelfde geldt voor wonen: de woonopgave verschilt per regio.’
Geluk en plaatsvervangend VNGdirecteur Pieter Jeroense reizen met de conceptvisie het land door om bij de provinciale VNG-afdelingen input op te halen. ‘Er wordt heel positief gereageerd op de het concept. Bestuurders willen echt schouder aan schouder samenwerken.’
Toch zijn er vragen. Dát er een stap naar voren gezet moet worden, wordt lokaal breed gedeeld. De vraag is wel: hoe eenvoudig is het om 342 gemeenten overeenstemming te laten bereiken over hoe die stap eruit zou moeten zien als een concrete casus zich voordoet? En, niet onbelangrijk: wat betekent het voor de rol en positie van de gemeenteraad als gemeenten intensiever gaan samenwerken? Bij gemeenschappelijke regelingen is dat nu vaak al een zorgpunt.
Een andere vraag: welke rol speelt de VNG in de regio? Gemeenten werken samen in regionale samenwerkingsverbanden, en in netwerken als de G4, G40, P10 en M50. ‘Dat is een spannend onderwerp,’ zegt Geluk. ‘Moeten we ons daar als VNG mee bezighouden? Daar wordt heel verschillend op gereageerd. Een deel van de gemeenten zou het heel goed vinden als wij dat platform bieden. Andere regelen het zelf wel.’
Dit soort onderwerpen wordt de komende maanden uitgewerkt en voorgelegd aan het VNG-bestuur. Dat zal dan een concreet voorstel doen aan de leden. Op de algemene ledenvergadering in juni in Groningen moeten de leden er uiteindelijk een knoop over doorhakken. ←
Lees meer over de totstandkoming van de Verenigingsstrategie 2030, een terugblik op de bijeenkomsten in het land en de voortgang op
‘Gemeenten hebben ervaren dat het rijk steeds vaker top-down werkt’
Het sociaal stelsel zou, met gemeenten als kapitein, na de decentralisaties en ‘vermaatschappelijking’ ‘in rustiger vaarwater moeten zijn gekomen’. Daarom is het nu tijd voor een periode van verbinding – met burgers, de overheid en het maatschappelijk middenveld.
Die constatering doen socioloog Mariëlle Blanken en onderzoeker Ellen Dingemans in hun bijdrage aan Een ander land
In die bundel, uitgegeven ter gelegenheid van het 75-jarig bestaan van adviesen onderzoeksorganisatie Het PON & Telos, gaan de auteurs op zoek naar een nieuw fundament voor Nederland,
Spreken in het openbaar; sommigen krijgen er de kriebels van. Maar in het lokaal bestuur ontkom je er niet aan.
Raadsvergaderingen, informatiebijeenkomsten met inwoners en andere meetings horen erbij. In Zelfverzekerd spreken geven Gijs Nillessen en Jonas van der Vlugt praktische tips om je presentatievaardigheden te verbeteren.
Gijs Nillessen en Jonas van der Vlugt, Zelfverzekerd spreken. In vier stappen naar de perfecte presentatie. Boom, € 23,50.
gericht op een vitale samenleving die gebruikmaakt van de veerkracht van mensen en gemeenschappen. Nederland staat er op veel fronten beter voor dan ooit, constateren Patrick Vermeulen en Susanne Agterbosch in het inleidende betoog. Maar de eenzijdige manier waarop we die welvaart meten –door vooral te focussen op economische welvaart – is de lange termijn uit het oog geraakt. De samenleving en het klimaat delfden het onderspit. Het roer moet dus om.
Patrick Vermeulen en Chris van Koppen (red.), Een ander land. Pleidooi voor een duurzame samenleving. Boom uitgevers, € 29,90.
Gemeenten zijn sinds de decentralisaties in het sociaal domein verantwoordelijk voor het organiseren van cruciale diensten.
Die taken worden vaak uitbesteed aan onder meer zorgaanbieders. Maar hoe laat je dat proces goed verlopen? Gerrieke de JongBouwman (Universiteit Utrecht) promoveerde op dit vraagstuk. Haar bevindingen zijn nu gebundeld in een forse uitgave.
Gerrieke de Jong-Bouwman, Instrumenten voor het uitbesteden van diensten in het sociaal domein, uitgeverij Paris, € 93,50.
HET GROS VAN DE SCHOOLGEBOUWEN IS STERK VEROUDERD, SLECHT GEVENTILEERD, NIET DUURZAAM EN ONGESCHIKT VOOR MODERN ONDERWIJS. SCHOOLORGANISATIES EN GEMEENTEN HEBBEN TE WEINIG GELD VOOR RENOVATIE EN NIEUWBOUW ‘WE LOPEN OP ONZE TENEN.’
SCOPE is de grootste onderwijsorganisatie in Alphen aan den Rijn en omgeving. De scholengroep omvat twaalf basisscholen, twee scholen voor speciaal onderwijs en zeven locaties voor voortgezet onderwijs. Een van de vo-scholen is ingrijpend verbouwd met een deel nieuwbouw. Een andere vo-school krijgt in 2024 een volledig nieuw gebouw. In totaal zijn dan in dertien jaar tijd zeven schoolgebouwen aangepakt, waaronder een van de basisscholen. Ongekende luxe? Beslist niet, vindt Bert van Leeuwen, lid van het college van bestuur. ‘Er is heel lang weinig in vernieuwing geïnvesteerd. De gebouwen waren uit de jaren zestig en zeventig, sterk verouderd, niet duurzaam en ongeschikt voor het huidige onderwijs. We geven compleet anders les dan toen. Onze leerlingen zitten niet meer in rijtjes in de klas om alleen maar te luisteren naar wat de leraar te zeggen heeft. Ze werken in groepjes en zitten in domeinen, dus niet de hele tijd in een klaslokaal. De oude gebouwen met alleen maar gangen en lokalen voldeden niet meer.’ Al is nieuwbouw niet altijd nodig, geeft Van Leeuwen aan. ‘Met ons verbouwde lyceum kunnen we weer jaren vooruit.’
Het nieuwe trappenhuis in het verbouwde Groene Hart Lyceum in Alphen aan den Rijn.
In ons land staan 7900 basisscholen en 1400 gebouwen voor voortgezet onderwijs. Twee derde van deze gebouwen is hard aan vernieuwing toe,
Het Groene Hart Leerpark, ook in Alphen aan den Rijn, betrok in september 2020 een nieuw schoolgebouw.
bleek uit onderzoek van het rijk twee jaar geleden. Er is een structurele investering van jaarlijks minimaal 730 miljoen euro nodig om de achterstand weg te werken, een bedrag dat met de oplopende inflatie en de gestegen bouwkosten inmiddels tot een miljard euro is opgelopen. Het vervangingstempo is schrijnend laag, aldus het onderzoek. Het tempo is niet alleen traag, maar ook star, stelt wethouder Willemien Treurniet (ChristenUnie) van Middelburg. De gemeente maakte in 2020 een strategisch huisvestingsplan, dat voor de komende twee decennia de termijnen aangeeft om de 34 schoolgebouwen in Middelburg onder handen te nemen. Treurniet: ‘We weten precies wat er nodig is aan verduurzaming en ventilatie, maar het is puur een centenkwestie. De middelen die we krijgen van het rijk zijn verreweg onvoldoende. We moeten nieuwbouw beperken tot wanneer een gebouw daar wettelijk aan toe is. Eén van
de scholen heeft om uitbreiding gevraagd voor haar internationale schakelklas. Dat is niet mogelijk. We hebben tijdelijke units neer kunnen zetten. Dat zijn veredelde bouwketen die aan de eisen voor verwarming en ventilatie voldoen, maar dit is verre van ideaal. We zitten muurvast. De scholen hebben het geld niet, de gemeente niet en het rijk laat de buidel dicht.’
Ook in Nissewaard is de situatie nijpend. In voormalige groeikern Spijkenisse krijgt de gemeente de opgave om de verouderde schoolgebouwen uit voornamelijk de jaren zeventig en tachtig aan te pakken, vol voor de kiezen. ‘In feite zijn alle schoolgebouwen tegelijk aan de beurt’, vertelt wethouder Wouter Struijk (PvdA). Twee derde van de zo’n vijftig onderwijsgebouwen zit in de categorie ‘oranje’ tot ‘dieprood’. Een groot deel hiervan moet de komende tien jaar worden vervangen of gerenoveerd (vervangingsinvestering: 100 miljoen euro). ‘Ook in deze collegeperiode hebben we miljoenen extra beschikbaar gesteld, ditmaal 25 miljoen euro. Met wat geluk kunnen we dan misschien vijf scholen doen, maar dan moet er niets tegenzitten. Meer ruimte is er niet, we lopen op onze tenen.’
‘Scholen en gemeenten hebben het geld niet en het rijk laat de buidel dicht’
In politiek Den Haag is volop erkenning voor het gebrek aan middelen, maar het noodzakelijke geld komt er niet, bleek tijdens een Kameroverleg begin december met minister Dennis Wiersma voor Primair en Voortgezet Onderwijs. Den Haag kaatst de bal terug het land in.
De oplossing die op dit moment prominent in beeld is, is een revolverend fonds om de bouw en renovatie van schoolgebouwen te financieren met een lening. De Kamer nam daar eind vorig jaar een motie over aan. Treurniet ziet er niets in. ‘De financiële problemen worden niet opgelost door gemeenten en schoolbesturen op te zadelen met schulden. Het is wel erg makkelijk om te zeggen: ga maar lenen, en de kosten worden wel een keer terugverdiend. We moeten zelf alles betalen, ook de rente. Het rijk moet de basis op orde brengen, dus kom over de brug en zorg dat er voldoende geld is. Anders blijf je achter de feiten aanlopen, daarmee doe je onze jongeren tekort.’
Zelf wil Wiersma werken aan het verbeteren van de organisatie rond onderwijshuisvesting. De vele rollen van ministeries, schoolorganisaties en gemeenten maken het lastig de vervangingsopgave te versnellen. Financierings- en subsidiestromen lopen door elkaar heen. Scholen krijgen per leerling lumpsum-financiering voor het onderwijs. Een klein deel daarvan mogen ze besteden aan de exploitatie van gebouwen. Basisscholen mogen helemaal niet in stenen investeren. Dit is een gemeentelijke taak. Met een wetswijziging wil Wiersma de verantwoordelijkheidsverdeling tussen scholen en gemeenten verduidelijken.
Voormalig onderwijswethouder Chantal Broekhuis van Utrechtse Heuvelrug hoopt dat gemeenten en schoolorganisaties meer ruimte krijgen voor de realisatie van goede onderwijshuisvesting, ‘zodat de belemmeringen wegvallen waar continu discussie over is’. Broekhuis werkt sinds kort in een doorgedecentraliseerde situatie waarin de zorgplicht naar een gezamenlijke vastgoedorganisatie met zo’n zeventig schoolgebouwen is gegaan. De schoolbesturen hebben de volledige zeggenschap over het eigendom, het beheer en de exploitatie van het vastgoed en kunnen sneller en efficiënter bouwen. ‘Je kunt namelijk afspraken maken op programmaniveau, dus je hoeft niet meer per schoolgebouw om de tafel. Dat scheelt een hoop bureaucratie.’
Volgens schoolbestuurder Van Leeuwen heeft SCOPE veel bereikt dankzij de intensieve en constructieve samenwerking met de gemeente. Hij verwacht juist veel van standaardisatie. ‘We moeten elk bouwproject verplicht Europees aanbesteden en dat levert telkens een andere bouwer, architect en nieuwe adviseurs op. Hierdoor zijn we elke keer opnieuw het wiel aan het uitvinden en dat kost onnodig veel tijd en geld. Laat gebouwen voor tachtig procent aan hetzelfde programma van eisen voldoen en maak dat standaard. Dan hoeven de bouwers en hun adviseurs alleen maar hun hoofd te breken over de twintig procent moeilijkere onderdelen. Het hoeven echt niet allemaal dezelfde scholen te worden, maar door dezelfde kaders te stellen kun je met het beschikbare geld een eigentijds, kwalitatief hoogwaardig en betaalbaar gebouw realiseren.’
Een aantal schoolbesturen heeft zich verenigd in de Kopgroep Onderwijshuisvesting om standaardisatie in bouwprocessen te stimuleren. Ze lobbyen om hiervoor geld uit het Nationaal Groeifonds in te zetten. Daarnaast komen nieuwe aanbestedingsvormen in beeld. Zo heeft Amsterdam recent via een aanbesteding een consortium van bouwers gevormd, dat de komende tien jaar meerdere nieuwe schoolgebouwen gaat realiseren. ‘Ook dat kan een efficiencyslag geven en het levert kennis op over hoe anderen zoiets kunnen aanslingeren’, zegt Broekhuis. Los hiervan, benadrukt ze, is structurele financiering noodzakelijk. ‘Het rijk moet in beweging komen.’ Dat vindt ook wethouder Struijk van Nissewaard. ‘Het is logisch om naar standaardisatie te kijken, maar met alle respect: het blijft gerommel in de marge. De echte klappers kun je er niet mee maken.’ Struijk juicht doordecentralisatie van de zorgplicht met bijbehorende geldstromen naar de scholen niet toe. ‘Ik zou dat niet doen vanuit de overtuiging dat de overheid hierover gaat. Wij kunnen objectief bepalen wanneer welk gebouw toe is aan vernieuwing. Samen met de schoolbesturen stellen we vast wat het meest optimaal is. Scholen moeten zich met het onderwijs bezighouden en niet met huisvesting. Gezien de ervaringen in het verleden willen we voorkomen dat scholen zelf gaan investeren in hun gebouwen, om zich van hun concurrenten te kunnen onderscheiden. Dit kan nadelig uitpakken, zowel voor de school als voor de gemeente.’ ←
DE VRAAG WANNEER NEDERLAND VOL IS, WAS JARENLANG TABOE IN POLITIEK CORRECTE KRINGEN. DAT MOET VERANDEREN, ZEGT BURGEMEESTER MONIQUE DE BOER VAN ROERDALEN. ZIJ PLEIT VOOR EEN VISIE OP DE BEVOLKINGSGROEI.
In een reeks artikelen blikt VNG Magazine dit jaar vooruit naar Nederland en gemeenten in 2040, naar aanleiding van het initiatief van de VNG en De Argumentenfabriek om te werken aan een nieuw verhaal voor Nederland (toekomstnederland2040.nl).
Dit is deel 1.
Bijna een jaar geleden, in maart 2022, was burgemeester Monique de Boer van Roerdalen aanwezig bij een van de Lochemconferenties, een jaarlijks evenement van het Nederlands Genootschap van Burgemeesters. Gastspreker was publicist en hoogleraar Paul Scheffer die daar de vraag opwierp wat de grens is van wat Nederland aan bevolking kan hebben. ‘Voer nou eens een nuchter debat over migratie, maak een visie over bevolkingsgroei en de betekenis daarvan voor de toekomst.’ Volgens Scheffer hebben we ‘geen idee’ hoeveel inwoners Nederland aankan. Scheffer, die wel vaker stenen in vijvers gooide (bijvoorbeeld in 2000 met zijn essay Het multiculturele drama), wist natuurlijk dat hij daarmee een gevoelig thema aansneed. Wie vraagtekens zet bij de instroom van migranten, loopt het gevaar te worden weggezet in de meest rechtse hoek van het publieke debat. In de jaren ’90 van de vorige eeuw sprak fatsoenlijk Nederland schande van de uitspraak ‘Vol = Vol’ van Hans Janmaat, destijds voorman van de Centrumdemocraten. Op die leuze werd later gevarieerd door populistische politici als Pim Fortuyn en Geert Wilders.
De Boer kent de geschiedenis ook. Het weerhield haar er niet van om de handschoen die Scheffers in het burgemeesterspubliek had geworpen, op
te pakken. In oktober gaf ze een interview aan de Limburgse regionale omroep L1. Ze stelde daar de vraag: ‘Wanneer is Nederland vol? Die discussie moeten we aangaan.’ De Boer gaf daarmee onbedoeld een voorschot op een serie artikelen die NRC kort daarna zou gaan publiceren onder de titel ‘Scheefbevolkt’, over de gevolgen van de almaar groeiende bevolking.
Ongeveer tegelijkertijd met het L1-interview schreef Financial Times-columnist Simon Kuper dat Nederland het eerste land kan zijn dat tegen de grenzen van de groei aanloopt. Hij citeerde toenmalig koningin Juliana die in 1979 al zei:
‘Ons land is vol, ten dele overvol’. Dat was in het jaar waarin Nederland de 14 miljoen inwoners aantikte. Inmiddels zijn dat er 17,8
miljoen. Ook in Kupers column klinkt de echo van Janmaat door: ‘Uiteindelijk moet het land misschien de arbeidsmigratie beperken om de omvang van de bevolking te stabiliseren.’
Het debat is, kortom, uit de taboesfeer gehaald en losgeweekt van politiek rechts. De vraag wanneer Nederland vol is, is salonfähig geworden.
Roerdalen is niet de eerste gemeente waaraan je denkt als het gaat over een overbevolkt of op z’n minst druk deel van het land. De kerkdorpen die samen Roerdalen vormen, hebben mooie namen als Herkenbosch, Melick, Posterholt. Ze suggereren rust en ruimte. Een groot deel van de gemeente is Natura 2000-gebied. Maar vergis je niet, zegt De Boer, ook in Roerdalen speelt de discussie. ‘Wij hebben geen grote leegstaande gebouwen zoals rijksgebouwen, kazernes of kloosters waar we mensen kunnen opvangen. Die grote, gewichtige gebouwen stonden van oudsher in de steden. Wij hebben zes kleine dorpjes. Jarenlang kregen we te horen dat we moesten anticiperen op krimp, dus ging de woningbouw op slot. Dat zijn we nu aan het inhalen en vervolgens lopen we tegen de stikstofproblematiek aan, waardoor de reguliere woningbouw is vertraagd. Voor vluchtelingen willen we boven op de reguliere woningbouw extra flexwoningen plaatsen.’
Roerdalen heeft berekend dat de dorpen veertig nieuwe inwoners per kern aankunnen, verdeeld over drie groepen: Oekraïense vluchtelingen, statushouders en jongeren. Met die groei is volgens De Boer een menswaardig bestaan nog gegarandeerd, dus
niet zoiets als crisisnoodopvang in tentenkampen. ‘Met die ambitie zijn we een jaar geleden enthousiast aan de slag gegaan, maar wat toen heel logisch en verstandig leek, lijkt nu een utopie. Nieuwe stromen asielzoekers staan in de rij voor opvang. Het gevoel van “samen zetten we hier de schouders onder” ebt langzaam weg. Het is dweilen met de kraan open en ik zie geen licht aan het einde van de tunnel.’
De Boer wilde met haar interview bij L1 niet bijdragen aan de polarisatie. Roerdalen, zegt ze, is een gastvrije gemeente, met een tijdelijke gemeentelijke opvanglocatie voor zeventig Oekraïense vluchtelingen. Ook voldoet het aan de huisvestingsopgave voor statushouders. Toch loopt de gemeente daar ook tegen grenzen aan. ‘We hebben hier bijvoorbeeld één statushouder met zes nareizende gezinsleden. Wij hebben nauwelijks sociale woningen die geschikt zijn voor zeven mensen, dus die zijn nog niet geplaatst. Als ik dan ook hoor dat er honderd tot honderdvijftig minderjarige asielzoekers
‘Dan hoor ik de mensen zeggen: en wij dan?Burgemeester Monique de Boer: ‘Waarom doen we dit? Willen we dit?’ (Beeld: Ermindo Armino)
per week naar Nederland komen, dan denk ik: met de ene hand bestrijden we mensenhandel, en met de andere faciliteren we mensenhandelaars. Dat stuit mij wel tegen de borst.’
Al die nieuwe Roerdalenaren drukken op de plaatselijke gezondheidszorg en het onderwijs. ‘De huisarts dreigt toch al een vergaarbak te worden van complexe zorgvragers die vanwege de lange wachtlijsten niet kunnen worden doorverwezen. En op onze basisscholen moeten complete klassen nu soms al een of meerdere dagen thuisblijven omdat er onvoldoende personeel is.’
De ‘Wanneer is Nederland vol-discussie’ strekt zich volgens De Boer ook uit tot het zorgstelsel. ‘Overal is sprake van personeelstekort. We zien bovendien dat de coronapandemie een enorm naijleffect kent. Steeds meer mensen kampen met sociaal-psychische problematiek, niet in de laatste plaats onze jongeren. Deze generatie van de toekomst heeft, naar men zegt, als gevolg van de coronapandemie een leerachterstand opgelopen. Dit naijleffect van corona en de actuele stress rondom armoede maken dat we juist nú extra zouden moeten investeren in zorg. Dit loopt echter spaak wanneer ons zorgstelsel voor nóg meer inwoners van ons land aan de lat komt te staan.’
En dan heeft ze het niet alleen over de aantallen inwoners, maar ook over hun fysieke en mentale gesteldheid. ‘Ik kan me voorstellen dat de psychische hulp die nodig is voor volwassenen en kinderen uit een oorlogsgebied ongekend groot is. Maar dat niet alleen. Onder de migranten bevinden zich ook ouderen. Die gaan op enig moment een beroep doen op onze Wmo- en zorgvoorzieningen. Dit geeft hoe dan ook structureel extra druk op ons zorgstelsel.’ Ze heeft er geen onderzoek naar gedaan, maar De Boer proeft wel een angst voor cultuur- en identiteitsverlies onder haar inwoners. ‘In Limburg hebben we een groot cultureel erfgoed dat jong en oud verbindt. Van oudsher het katholicisme en in het verlengde
daarvan de traditie van vastelaovend, het carnaval, en een geweldige schutterijtraditie. In een vergrijzende gemeente is er zorg of dit allemaal in stand kan worden gehouden. Als de pastoor een weekmis organiseert in het plaatselijke verzorgingshuis, wordt die bezocht door veertig kerkgangers. Dat zijn meer mensen dan er gemiddeld in de kerk zitten. Wat als die groep wegvalt?’
Die angst voor wegvallende autochtone bevolking en tradities verenigt plattelanders boven op een voedingsbodem van onmacht nu de ene crisis volgt op de andere’, zegt De Boer. ‘Je zult maar jaren op de wachtlijst voor een woning staan, je zorgpremie niet kunnen betalen, worstelen met de energierekening en dan hoor je dat vluchtelingen “gratis huizen”, “gratis leefgeld”, “gratis zorg” krijgen. Dan hoor ik de mensen zeggen: en wij dan? Hoe meer dit wordt goedgepraat of genegeerd, hoe groter de weerstand wordt. Daarom is een visie op bevolkingsgroei belangrijk. Het rijk zou hierover de discussie moeten starten.’
En dan heeft ze het nog niet eens gehad over de werkdruk in een kleine gemeente als Roerdalen. ‘Terwijl er een hoogconjunctuur kwam en veel inwoners op de afhandeling van hun bestemmingsplanwijziging wachten, moesten we van diezelfde afdeling iemand fulltime vrijmaken voor de vluchtelingenopvang. Dat knelt aan alle kanten.’
Af en toe vraag De Boer zich weleens af of het naar Nederland halen van arbeidsmigranten eigenlijk geen symptoombestrijding is. ‘De komende vijftig jaar worden we in Nederland gemiddeld een stuk ouder en groeit de bevolking flink. Meer consumptie, meer uitputting van de landbouwgrond, meer auto’s, meer vliegreizen. Waarom doen we dit? Willen we dit?’
Het lijkt erop dat de oproep van Paul Scheffer is gehoord, zegt De Boer. ‘Het gaat allang niet meer over discriminatie of vreemdelingenhaat. Dat is de reden waarom de discussie nu ook breder gevoerd mag worden. Het taboe is eraf.’ ←
‘André Krouwel Oprichter Kieskompas politicoloog Vrije Universiteit andre.krouwel@vu.nl @AndréKrouwel
Ook in uw gemeente is het vanwege de sterk gestegen woningprijzen voor de jongste generaties zeer moeilijk een huis te kopen. Zij zijn aangewezen op peperdure huurwoningen, waardoor ze niet in staat zijn om te sparen voor een koopwoning. Alleen als je rijke ouders hebt, kom je ertussen op de huizenmarkt. Economisch journalist Hans de Geus waarschuwde voor een ‘tweekastenmaatschappij’ van huizenbezitters die staan tegenover gezinnen in een huurwoning. Al decennia worden te weinig woningen gebouwd, waardoor de huizenprijzen onnodig hoog blijven.
Vaak wordt de opkomst van het populisme toegeschreven aan de kloof tussen economisch achtergeblevenen die hun sociale status zien dalen en weinig kans op sociale stijging hebben en diegenen die profiteren van de globalisering. Die gigantische verplaatsing van rijkdom wordt vaak geportretteerd als een scherpe scheidslijn tussen stedelijke en plattelandsgebieden, tussen centrum en de periferie. Maar de geografie van vermogensongelijkheid is complexer: ook in uw gemeente is een sociale scheuring gaande.
Die vermogensscheidslijn heeft politieke gevolgen. Onderzoek in het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk liet zien dat het patroon van huizenprijzen zeer verklarend is voor steun aan Brexit en stemmen op de rechts-extremistische partij van Marine Le Pen. Langdurige verschillen in lokale rijkdom hangen sterk samen met de ‘geografie van de ontevredenheid’. Burgers die zich relatief
gedepriveerd voelen en weinig kans zien om hun economische kwetsbaarheid te verminderen, voelen zich sterk aangetrokken tot extremistische, populistische oplossingen. Voortdurende polarisatie door de huizenmarkt, gepaard gaande met scherpe sociale sortering, creëert wijken met politieke monoculturen die de relatie tussen huisvesting en politiek zal versterken. Huizenbezit versus huren hangt sterk samen met kiezersvoorkeuren over sociale uitgaven en tevredenheid met het politieke systeem en het establishment. Het populisme is niet uitsluitend een product van culturele waarden, want hoewel conservatieve, autoritaire en nationalistische kiezers eerder stemmen op populisten, vormen de materiële condities waarin kiezers leven de context waarin hun waarden ontstaan en politieke betekenis krijgen. De huizenmarkt is een zeer belangrijke factor in die materiële (on)zekerheid. De enorme stijging van woonlasten in economisch kansrijke gebieden ontneemt een hele generatie de mogelijkheid om daar nieuwe economische kansen te verwezenlijken. De huizenmarkt verhardt en verdiept de woningkloof waardoor wijken ontstaan met politieke ecosystemen waarin extremistische en anti-establishment-wereldbeelden dominant zijn. Dit antisysteempopulisme is te verminderen door meer en betaalbare woningen te bouwen. ←
Een klimaatburgemeester kan gemeenten helpen bij het verbinden van duurzaamheidsopgaven. Complexe materie waar meer voor nodig is dan het strooien met trendy sleutelbegrippen, betoogt klimaatburgemeester in Uithoorn Sander Bauer.
Integrale oplossingen, meekoppelkansen, triple helix en publiek-privaat partnerschap: het zijn buzzwords tijdens gesprekken over klimaat en duurzaamheid. Maar de verbinding van duurzaamheidsopgaven gaat over complexe materie en vraagt om inhoudelijke kennis met zicht op de maatschappelijke perspectieven.
De klimaatburgemeester kan hier een bijdrage aan leveren. De klimaatburgemeester is een campagne uit de hoge hoed van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Het doel van de campagne was om
tijdens de Nationale Klimaatweek afgelopen oktober bij te dragen aan milieubewuste gedragingen van het algemeen publiek. Zelf vertolk ik deze rol vooral als aanspreekpunt van en voor het maatschappelijk middenveld, voorzien van wat subtiele gemeentepromotie.
Om de toegevoegde waarde van een klimaatburgemeester te verduidelijken, verwijs ik naar de deltacommissarissen en klimaatstresstesten. Zij leverden een innovatief kader voor denken en handelen, met de hoop dat alles zou beklijven. Dat blijkt nog niet overal zo te zijn. Zo hield ik onlangs een sollicitatiegesprek met een ambtenaar die het woord duurzaamheid wel in de krant las, maar van bestaande programma’s niets wist. Dan valt de selectie op vers talent ook met een plons in het water.
Er blijkt dus behoefte aan een gemeentelijke coördinator met een brede kennisbasis en een onderzoekende houding richting de maatschappij. Dit draagt bij aan een volwassen benadering van klimaatthema’s, terwijl de gemeente gaandeweg meer vaardigheden in huis haalt.
De verbinding van duurzaamheidsopgaven gaat over complexe materie
Dat de roep om een klimaatgeletterde ambtenarij urgent is, blijkt onder meer uit het feit dat openbare groenvoorzieningen nog te vaak als kostenpost worden gezien.
Dat is absurd, omdat rekenmethoden zoals de Groene Baten Planner, TEEB-stad en ook het Programma Gezonde Groene Leefomgeving van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de waarde van natuur al aantoonden. Dat generalisten doorgaans niet op detailniveau opereren, is begrijpelijk. Maar hierin schuilt juist wel de verbindende filosofie voor de maatschappelijke doelstellingen van een rijksambtenaar.
Ook met de lancering van de Agenda Natuurinclusief ontstaan er zorgen dat het thema flora en fauna niet van de juiste kennis wordt voorzien. Als je de biodiversiteit wilt beschermen, moet je er uiteindelijk wel iets over weten. De Nationale Denktank opperde hiertoe het idee van ‘vliegende ecologen’ om gemeenten op tijdelijke basis van expertise te voorzien. Omdat er met de aankomende Omgevingswet straks nog oneindig veel op de gemeente af komt, kan de
Schrijf ook een betoog voor VNG Magazine: redactie@vngmagazine.nl
klimaatburgemeester verschillende denkprocessen tijdig faciliteren. Zaak is dan ook om alle onderwerpen gestroomlijnd met elkaar te verbinden. Daarbij zijn er voor 2023 de nodige aandachtspunten: •Versta de filosofie van Rechten voor Natuur.
•Vat ecologisch bermbeheer, Sustainable Development Goals en beleid over landschapsheggen en struweel samen binnen een integraal ontwerpkader van de groenblauwe ruimte.
•Subsidieer dakvergroening. ←
Sander Bauer is klimaatburgemeester in Uithoorn. De titel Klimaatburgemeester is een campagne van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
Als je de biodiversiteit wilt beschermen, dan moet je er uiteindelijk wel iets over weten‘Zelf vertolk ik deze rol vooral als aanspreekpunt’, schrijft klimaatburgemeester Sander Bauer. Beeld: Jan Vonk
Rens Evers was acht jaar raadslid en acht jaar wethouder, waarvan de laatste vier jaar in Roermond. Op 1 februari begint hij als gemeentesecretaris van Brunssum.
Vanwaar deze overstap? ‘Ik ben nog jong, 34, en dit leek me een mooi moment om een carrièreswitch te overwegen, iets nieuws op te bouwen en tegelijkertijd te blijven excelleren in datgene waar je hart ligt, in mijn geval het openbaar bestuur. Toen mijn wethouderschap deze zomer eindigde, kwam de vacature in Brunssum voorbij. Een unieke kans. Ik ken de plaats goed, heb er op de middelbare school en op scouting gezeten, er wonen nog diverse vrienden en ik ken de Parkstadregio goed. Het voelde goed en vertrouwd.’
Wat wilt u bereiken? ‘De organisatie heeft een turbulente periode achter de rug. Er is behoefte aan rust en zekerheid, mensen willen weten waar ze aan toe zijn. Werknemers hebben vertrouwen nodig zodat iedereen vanuit zijn eigen rol en verantwoordelijkheid initiatief durft te nemen. We kunnen wel allemaal chique afspraken maken en allerlei systemen optuigen, maar als die in de praktijk niet werken en door de professionals als beknellend worden ervaren, komen we samen geen meter vooruit. De uitdaging is die plekken op te sporen waar het knelt en ervoor te zorgen dat mensen voldoening halen uit hun werk.’
Wat neemt u mee? ‘Management is oog houden voor diegenen met wie je praat, mensenwerk dus. Uiteindelijk gaat het erom hoe je met elkaar omgaat en hoe je ervoor kunt zorgen dat anderen het beste uit zichzelf halen. Als wethouder speel je hier informeel een grote rol in. En ook al kun je soms flink van mening verschillen met raadsleden, andere collegeleden of de ambtelijke organisatie, iedereen werkt aan hetzelfde doel: een mooiere dag dan gisteren voor de inwoners van je gemeente.’ (LM) ←
Mark Verheijen (VVD) is op 13 december begonnen als waarnemend burgemeester van Etten-Leur. Hij is de tijdelijk opvolger van Miranda de Vries (PvdA), die op 1 januari is gestart als bestuursvoorzitter van een regionale zorggroep. Verheijen was eerder onder meer raadslid in Grubbenvorst en raadslid en wethouder in Venlo, lid van provinciale staten en gedeputeerde in Limburg en lid van de Tweede Kamer. Sinds 2015 heeft hij een strategisch adviesbureau.
Rianne Donders (CDA) is op 15 december gestart als waarnemend burgemeester van Maashorst. Ze vervangt partijgenoot Paul Rüpp, die door ziekte voor onbepaalde tijd is teruggetreden als burgemeester. Donders was tot 1 november vorig jaar burgemeester van Roermond waar ze in 2015 aantrad. Tussen 2004 en 2015 was ze burgemeester van Geldrop-Mierlo. Eerder was ze politiek actief in Etten-Leur, waar ze tussen 1990 en 2004 raadslid en later wethouder was.
Op 19 december is de tweede ambtstermijn van burgemeester Lieke Sievers van Edam-Volendam van start gegaan. De gemeenteraad had haar in juni vorig jaar al voor herbenoeming voorgedragen. Voordat ze in 2016 als burgemeester begon, was Sievers voorzitter van de veiligheidsdirectie en commandant brandweer van de Veiligheidsregio IJsselland. Daarvoor
werkte ze onder meer bij de politie in diverse leidinggevende functies.
De gemeenteraad van Barneveld heeft Jacco van der Tak voorgedragen voor benoeming tot burgemeester. De CDA’er is momenteel directeur Communicatie & Corporate Affairs bij NS. Daarvoor werkte hij in diverse functies bij Havenbedrijf Rotterdam. In Barneveld wordt Van der Tak de opvolger van zijn partijgenoot Asje van Dijk, die op 1 februari 2021 met pensioen ging. Sindsdien wordt het burgemeesterschap waargenomen door Jan Luteijn (SGP). Van der Tak op wordt 9 februari in Barneveld geïnstalleerd.
Burgemeester Jeroen Gebben van Tytsjerksteradiel is door de gemeenteraad voorgedragen voor een tweede termijn. Gebben is er sinds 28 februari 2017 burgemeester en zijn tweede termijn begint op 28 februari. Gebben is lid van de VVD en was eerder politiek actief in Barendrecht, waar hij tussen 2006 en 2015 achtereenvolgens
raadslid en wethouder was. Tussen 2015 en 2017 was hij voorzitter van een onderwijsgroep in Zuid-Holland en Zeeland.
Martijn Vroom is voorgedragen als burgemeester van Leidschendam-Voorburg. Vroom is nu nog burgemeester van Krimpen aan den IJssel (sinds december 2015). De CDA’er was eerder wethouder in Noordwijk (2008-2014) en Waddinxveen (2014-205). Hij begon zijn politieke loopbaan als raadslid in Schiedam. In LeidschendamVoorburg wordt Vroom de opvolger van Klaas Tigelaar (ChristenUnie), die in september vorig jaar stopte. Sindsdien wordt de functie waargenomen door Jules Bijl (D66). Vroom wordt op 6 maart in zijn nieuwe gemeente geïnstalleerd.
Alain Krijnen is voorgedragen als nieuwe burgemeester van Eijsden-Margraten. Hij begint op 23 maart. Krijnen werkt sinds april 2018 als plaatsvervangend hoofd van de afdeling Inrichting openbaar bestuur bij het ministerie van BZK.
Nicole Ramaekers-Rutjens mag door als burgemeester van Gulpen-Wittem. Ze is door de gemeenteraad voorgedragen voor een tweede termijn, startend op 8 mei. Ramaekers startte in mei 2017 als burgemeester. Daarvoor was ze tien jaar wethouder in Veldhoven, als lid van de lokale partij Veldhoven Samen Anders. Sinds haar burgemeesterschap is ze partijloos.
Houdt (ChristenUnie) is aanbevolen als nieuwe burgemeester van Rijssen-Holten. Hij start daar naar verwachting begin maart. Hij volgt dan CDA’er Arco Hofland op, die vanaf 2010 tot juni 2022 burgemeester was in de Overijsselse gemeente en daar sinds 1 juni waarnemer is. Van Houdt is sinds 2014 wethouder in Enschede.
In totaal werkt hij bijna zeventien jaar bij dit ministerie. Krijnen volgt in Limburg Dieudonné Akkermans (CDA) op, die in april 2021 opstapte. Sjraar Cox (PvdA) is sinds mei 2021 waarnemend burgemeester.
Burgemeester Mark Röell van de gemeente Baarn is voorgedragen voor herbenoeming. Zijn tweede ambtstermijn loopt op 31 maart af. Voordat de VVD’er in 2011 als burgemeester van Baarn begon, was hij onder meer raadslid en wethouder in Woudri-
op 21 april. Bengevoord (GroenLinks) is sinds april 2017 burgemeester in Winterwijk. Daarvoor was hij zes jaar lid van de gemeenteraad in Tilburg.
Susanne Scheepers is per 1 januari begonnen als waarnemend gemeentesecretaris van Roermond. Zij vervangt daar Jan Willem Kradolfer, die op zijn beurt sinds 1 januari vorig jaar waarnam voor de vertrokken José van Aken. Scheepers werkte al twee jaar bij de gemeente Roermond in diverse directiefuncties.
De gemeenteraad van De Bilt heeft Sjoerd Potters (VVD) voorgedragen voor een tweede termijn als burgemeester, te beginnen op 4 april. Potters is sinds april 2017 burgemeester in De Bilt. Tussen 2010 en 2012 was hij wethouder in Waalwijk, en van 2012 tot zijn burgemeesterschap was hij lid van de Tweede Kamer.
Joris Bengevoord mag zich opmaken voor een tweede termijn als burgemeester van Winterswijk, ingaand
Cees Rijnberg is op 9 januari gestart als interimgemeentesecretaris van Hoeksche Waard. Hij vervangt daar gemeentesecretaris Barbera Silvis-de Heer, die eind 2022 stopte. Rijnberg werkte hiervoor als manager voor de gemeente Rhenen en was eerder onder meer directeur en locogemeentesecretaris in Tiel.
Gemeentesecretaris Henk Mulder van MiddenGroningen gaat per 1 februari aan de slag bij
het ministerie van LNV. Hij wordt daar directeur van het programma Uitvoering Aanpak Piekbelasters en gaat leidinggeven aan het maken van afspraken met de agrarische piekbelasters over het terugbrengen van hun stikstofuitstoot. Mulder begon zes jaar geleden als gemeentesecretaris van Midden-Groningen, daarvoor was hij onder meer kwartiermaker/directeur bij Nationaal Coördinator Groningen en wethouder in Almere.
In Bergeijk is Dries Ewalds tot gemeentesecretaris benoemd. Hij volgt daar per 1 februari Hans Loos op, die in juni 2022 stopte en verderging als zelfstandig managementadviseur. Sindsdien is Jacko van der Windt interim-secretaris. Ewalds is nu nog afdelingshoofd Leefomgeving, Wonen en Economie bij de gemeente Oss.
Rens Evers begint op 1 februari als gemeentesecretaris in Brunssum. Hij volgt Otto Eussen op, die in
maart vorig jaar op nonactief werd gesteld vanwe-
na hij vertrok. Evers was van 2018-2022 wethouder voor GroenLinks in Roermond. Eerder was hij acht jaar raadslid (2006-2014) en vier jaar wethouder (2014-2018) in Onderbanken.
Nic Dusink begint op 1 februari als gemeentesecretaris van Epe. Hij is dat nu nog in Brummen (sinds 1 juni 2021), daarvoor was hij gemeentesecretaris in Westerveld. In Epe volgt hij Carla Kats op, die in februari 2022 vertrok naar de Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland. Sindsdien neemt Boudewijn Marinussen de functie waar.
Freek Compagne stopt per 1 februari als gemeentesecretaris van Zundert. Hij gaat werken bij Geerts & Partners. Compagne werkte bijna drie jaar in Zundert. Eerder was hij onder meer gemeentesecretaris in Waalre en Sint-Oedenrode.
De gemeenteraad van
Karin Handstede wordt per 1 februari de nieuwe gemeentesecretaris van Wassenaar. Ze volgt Hélène Oppatja op, die 1 mei vorig jaar directeur werd bij het CBG Centrum voor Familiegeschiedenis. Vanaf 16 april 2022 is Nanne Kramer interim-secretaris. Handstede is sinds begin 2020 executive coach, organisatieadviseur en interim-manager binnen haar eigen onderneming. Eerder was ze onder meer gemeentesecretaris in Schiedam, directeur Leefbaarheid in Tilburg, griffier in Rotterdam en wethouder in Geertruidenberg.
Oirschot heeft afscheid Han Struijs. Hij is per 1 januari gestopt vanwege gezondheidsproblemen (long covid), een jaar eerder dan de bedoeling was. Struijs was sinds de invoering van het dualisme in 2002 en daarmee een van de Nederland. Hij wordt sinds 18 oktober al vervangen Maaike Mesdag
De gemeenteraad van de gemeente Voorne aan Zee, die op 1 januari ontstond na de fusie van Brielle, Hellevoetsluis en Westvoorne, heeft Ariëtte Goslings
Waard. Eerder was ze in diverse functies actief voor de gemeenten Emmen, Zoetermeer en Rotterdam.
Marloes Haveman vertrekt
van de gemeenteraad van Ermelo. Ze wil meer tijd besteden aan haar gezin. Haveman werkt sinds 1 september 2021 in Ermelo. Eerder was ze commissie-
Ze wordt in Ermelo tijdelijk opgevolgd door Derk Berends
De gemeenteraad van Maashorst heeft Nathan Gradisen aangewezen als
Andrea van Langen is op 1 januari in Drechterland begonnen als griffier van de gemeenteraad. Ze is de opvolger van Jan Commandeur, die na twaalf jaar griffierschap met pensioen gaat. Van Langen is raadslid en was wethouder (2018-2022) voor de VVD in Medemblik. Daarvoor was ze onder meer raadslid in Medemblik (2022-2018) en lid van provinciale staten van Noord-Holland (2015-2019).
was al sinds 29 augustus vorig jaar kwartiermaker/ nieuwe gemeente. Gosvan de gemeenteraad van Moerdijk, plaatsvervangend
dat in 2019 opging in de fusiegemeente Hoeksche
daar Garrelt de Graaf, die in Helmond is. Gradisen is nu nog advocaat bij Hekkelman. Daarvoor werkte hij jarenlang voor de decentrale overheid op het gebied van toepassing van de Wet Bibob. Ook was hij raadslid
die tijd blijft Toon Cornelissen de functie waarnemen.
‘Ik ben altijd op het perron. Ik ben verantwoordelijk voor de treinen, seinen, machinisten en conducteurs, en voor de samenstelling van de treindienst. Als die verstoord raakt, willen we zo snel mogelijk kunnen schakelen: een sein herroepen zodat een andere trein eruit kan, een trein splitsen of juist even laten wachten. Als alles goed loopt, heb ik niets te doen, maar als het eenmaal verstoord
raakt, willen we het sneeuwbaleffect zo klein mogelijk houden. Dat doen we vanaf het perron, want daar kunnen we alles zien. Op het station zie ik de hele maatschappij voorbijkomen. Dat helpt het raadswerk zeker. Ik zit nu 22 jaar in de raad. Onze partij is ontstaan vanuit het jongerencentrum. We zijn een volwassen partij geworden, maar het is moeilijk om jonge aanwas te krijgen.’
IN HET HERDENKINGSJAAR 2023 STAAT NEDERLAND STIL BIJ ZIJN SLAVERNIJVERLEDEN. DE VIER GROTE STEDEN BODEN AL HUN
HANDEL. OOK IN ZEELAND DOEN GEMEENTEBESTUURDERS AAN ZELFREFLECTIE. IN DE ENE STAD KOST DAT MEER MOEITE DAN IN DE ANDERE.
In juni 2021 liet Vlissingen onderzoek doen naar het eigen slavernijverleden. Daaruit bleek onder meer dat Vlissingen in de tweede helft van de achttiende eeuw de ‘onbetwiste hoofdstad’ van de Nederlandse slavenhandel was. Tussen 1750 en 1780 vervoerden Vlissingse schepen zo’n 60.000 mensen uit Afrika naar de andere kant van de Atlantische Oceaan. De gemeente moet daarvan hebben geweten, staat in het rapport. De slavenhandelselite had nauwe banden met het toenmalige stadsbestuur. Diverse slavenhandelaren waren zelfs in het bestuur actief als schepen, wat tegenwoordig een wethouder wordt genoemd. Een kwart van de plaatselijke economie dreef op een bepaald moment op de slavenhandel.
Na de publicatie van het onderzoek bleef het oorverdovend stil in het stadhuis. Verwonderlijk, vond raadslid Pieter Jan Mersie (ChristenUnie).
Hij stelde in november schriftelijke vragen hierover aan het college van burgemeester en wethouders: is het bereid excuses te maken voor de betrokkenheid bij de slavernij? Twee maanden later volgde het antwoord.
Het college legde de bal terug bij de raad: ‘Gezien het belang van dit thema, is het nadrukkelijk aan de gemeenteraad om zich hierover uit te spreken. Wij nodigen de raad uit dit thema te agenderen.’
Aan Mersie zal het niet liggen. Voor hem is het vanzelfsprekend dat Vlis-
singen met eigen excuses aansluit bij het nationale Herdenkingsjaar Slavernijverleden, dat begint op 1 juli 2023. Op die dag is het precies 160 jaar geleden dat Nederland de slavernij in zijn koloniën afschafte. Onder de naam Keti Koti wordt die dag nog jaarlijks gevierd. ‘De stad heeft flink van de slavenhandel geprofiteerd. Als je ook de verwevenheid met het toenmalige stadsbestuur ziet, vind ik het heel logisch dat je daar als rechtsopvolger je excuses voor aanbiedt.’
DOOR HET STOF
Vlissingen zou niet de eerste gemeente zijn die, vóór er van nationale excuses sprake was, door het stof gaat vanwege het besmette verleden. Op 1 juli 2020
was Amsterdam de eerste die, in de woorden van burgemeester Femke Halsema, excuses maakte ‘voor de actieve betrokkenheid van het stadsbestuur bij het commerciële systeem van koloniale slavernij en de wereldwijde handel in tot slaaf gemaakten’. Na Amsterdam volgden Rotterdam, Utrecht en Den Haag. Ook in die steden was uit onderzoek gebleken dat de stadsbesturen stevig met de slavenhandel waren verbonden.
Zeeland speelde een belangrijke rol in de slavenhandel. Ongeveer 300.000 tot slaaf gemaakte Afrikanen werden door Zeeuwse schepen naar Amerika gebracht. Een hoofdrol was weggelegd voor Vlissingen en Middelburg. In het Zeeuws Archief in Middelburg is nog tot eind 2024 de expositie ‘Ooggetuigen van de slavenhandel’ te zien.
Anders dan in Vlissingen zijn in Middelburg veel statige panden de stille getuigen van het slavernijverleden. ‘Het was hier gewoon big business’, zegt raadslid Arjan Beekman (ChristenUnie). ‘Na Amsterdam was Middelburg de belangrijkste stad rond de slavenhandel. Dit is een prachtige stad, maar als je weet hoeveel van die monumenten zijn betaald met opbrengsten uit de driehoekshandel van de Middelburgsche Commercie Compagnie, dan krijg je toch wel het schaamrood plaatsvervangend op je kaken.’
Bij een driehoeksreis vertrok een schip met handelsgoederen vanuit een Europese thuishaven naar de kust van West-Afrika. Daar werden de goederen geruild tegen tot slaaf gemaakte Afrikanen, ivoor en goud. Vervolgens zeilde het schip over de Atlantische Oceaan naar koloniën in West-Indië. De Afrikanen
werden verkocht om op een van de vele suiker-, koffie- of katoenplantages slavenarbeid te verrichten. Met de opbrengst van de tot slaaf gemaakten werden de producten van de plantages ingekocht en met het schip naar de thuishaven vervoerd.
Middelburg presenteert zichzelf als stad van de mensenrechten. Al in 2010 en 2011 werden er moties aangenomen over mensenrechten die sindsdien de basis vormen voor het lokale beleid. In de stad worden bovendien elke twee jaar de Four Freedoms Awards uitgereikt aan mannen, vrouwen en organisaties die op inspirerende wijze invulling geven aan de Vier Vrijheden van Franklin D. Roosevelt: vrijheid van meningsuiting, vrijheid van godsdienst, vrijwaring van gebrek en vrijwaring van vrees. Het lag dan ook in de lijn der verwachtingen dat Middelburg uit zichzelf zou komen met een initiatief om excuses te maken voor zijn slavernijverleden.
Dat gebeurde inderdaad. Eind november maakte het college bekend dat het op 1 juli 2023, tijdens de viering van Keti Koti, excuses gaat aanbieden voor de rol die de stad heeft gespeeld in het slavernijverleden.
‘De stad heeft flink van de slavenhandel geprofiteerd’Beeld: Cornelis Louw | Bron: Zeeuws maritiem muZEEum
Gemeenten hebben de belangrijke taak om bij te dragen aan het gezond, veilig en kansrijk opgroeien van jongeren. Het programma maatschappelijke diensttijd (MDT) kan hierbij ondersteunen. MDT biedt unieke kansen voor het jeugdaanbod in gemeenten en wordt vaak als ‘bindmiddel’ ingezet om gemeentelijke domeinen aan elkaar te koppelen. Hiermee kunnen onder andere problemen zoals schooluitval, schulden en eenzaamheid worden aangepakt.
Maatschappelijke diensttijd (MDT) is een programma van het ministerie van OCW, in samenwerking met jongeren, maatschappelijke organisaties, scholen en gemeenten. Tijdens dit programma kiezen jongeren, tussen de 12 en 30 jaar oud, er zelf voor hun talenten te ontwikkelen, nieuwe mensen te ontmoeten en tegelijkertijd iets te doen voor een ander. Het programma ondersteunt gemeenten bij het inspelen op maatschappelijke opgaven rondom jongeren.
Gemeenten die al ervaring hebben opgedaan met MDT, geven aan dat het programma jongeren centraal stelt, bijdraagt aan een positief en preventief jeugdbeleid en een impuls geeft aan het domeinoverstijgend werken binnen de gemeente. MDT wordt door gemeenten ingezet op thema’s zoals jeugdzorg, jeugdwerkloosheid, schooluitval, schulden, sport en eenzaamheid.
Jongeren in beeld
Het is voor gemeenten een uitdaging om jongeren in beeld te krijgen. MDT helpt hierbij. Dit komt doordat het
‘We zien bepaalde groepen afhaken en minder vertrouwen hebben in de overheid. Hoe zorgen we ervoor dat we niet tegenover elkaar komen te staan en jongeren zich niet in een hoek gezet voelen? Ook hierin kan maatschappelijke diensttijd een brug slaan.’ - Paul Depla, burgemeester gemeente Breda.
‘Het mooie aan maatschappelijke diensttijd is dat het voor alle jongeren is, niet alleen probleemjongeren. Het is een manier om mensgericht naar ze om te kijken en dezelfde taal te spreken. En dat werkt! Ik heb het gezien in onze stad, honderden jongeren deden mee.’ - Gert-Jan van Noort, wethouder gemeente Harderwijk.
programma voor een brede doelgroep toegankelijk is en niet alleen voor jongeren met een specifieke indicatie of hulpvraag. Binnen hun MDT staan jongeren zélf aan het roer en alles draait om hun intrinsieke motivatie. Dit alles versterkt het preventief jongerenbeleid.
MDT in jouw gemeente Inmiddels doen al ruim 60.000 jongeren en 5.000 organisaties mee met MDT. Sluit jij ook aan met jouw
gemeente? Gemeenten worden nu uitgenodigd om kennis te maken met MDT via de subsidieoproep ‘MDTkort voor gemeenten’. Met behulp van deze subsidie kun je een kortlopend MDT-project organiseren. Ontdek wat MDT voor jongeren, scholen en maatschappelijke organisaties in jouw gemeente kan betekenen!
Kijk voor meer informatie op www.doemeemetmdt.nl/ organisaties
Beekman spreekt in plaats van excuses liever over vergeving. ‘Vanuit mijn christelijke achtergrond vind ik dat het gemeentebestuur eigenlijk om vergeving moet vragen. Er is dermate groot onrecht aangedaan aan zo velen, dat vergeving meer op z’n plaats zou zijn, dat heeft een diepere lading.’
Middelburg staat elk jaar op 1 juli stil bij het slavernijverleden. Letterlijk, bij het Zeeuws Slavernijmonument in de binnenstad, waarbij dan ook de colleges van Vlissingen en Veere aanwezig zijn. Het aanbieden van excuses is daar een mooi verlengstuk van, vindt Beekman. ‘Dat staat los van de discussie die op nationaal niveau speelt. Wij zijn dit echt aan onze stand en aan ons verleden verplicht.’
Je zou, als Middelburg inderdaad zo eigenstandig te werk gaat, de vraag kunnen stellen: waarom nu pas? ‘Het is belangrijk dat het zorgvuldig gebeurt’, zegt Beekman. ‘Ik merk dat het college dit echt in nauwe afstemming doet met de nazaten van tot slaaf gemaakten, met hen hierover het gesprek aangaat. Ik vind het heel waardevol dat die hiervoor nu ook waardering uitspreken. Vergeving vragen is één, vergeving ontvangen is twee. Excuses maken is mooi, maar de ander moet wel bereid zijn die te aanvaarden. Het kabinet heeft echt een valse start gemaakt door dat gesprek niet tijdig aan te gaan, wat zelfs leidde tot een kort geding over de datum waarop de excuses werden aangeboden.’
De afstand tussen de gemeentekantoren van Middelburg en Vlissingen bedraagt slechts een kleine tien kilometer, maar er zit een levensgroot verschil tussen de wijzen waarop beide gemeenten met hun slavernijverleden omgaan. In Middelburg kon de memo van het college met het voornemen om excuses aan te bieden, rekenen op brede instemming van de gemeenteraad. In Vlissingen voelt Mersie zich alleen staan. Een andere partij, uitgenodigd om de vragen mee in te dienen, had daar geen zin in. ‘Ik heb geen collega-
raadsleden gevonden die mij hierin steunen. Een fractievoorzitter zei bij de lokale omroep: “Het is allemaal zo lang geleden, ik ben een nazaat van de hugenoten, daar hoor je mij toch ook niet over?” Dat is natuurlijk een compleet andere discussie, ik schrik er echt van als ik zoiets hoor.’ Mersie erkent ruiterlijk dat hij tot voor kort ook anders naar dit soort vraagstukken keek. ‘Ik ben ook opgegroeid met Zwarte Piet en kon premier Rutte destijds wel begrijpen toen hij zich afvroeg: waar gáát dit over? Maar als je dan echt in gesprek gaat met de nazaten van tot slaaf gemaakten, dan voel je hun worsteling, de pijn die ze nog altijd ervaren. Die gesprekken hebben mij echt de ogen geopend. Als we die mensen pijn doen met het vasthouden aan Zwarte Piet, dan moeten we daarmee stoppen. Ik sprak hierover met een loods, ook een nazaat, een intelligente, bescheiden man. Die vertelde mij over alle discriminatie die hij heeft meegemaakt. Dat komt voor een deel uit de slavernijperiode, uit de tijd dat mensen met een kleur niet als gelijkwaardig werden gezien. Het is bizar dat we die pijn nog altijd niet voldoende op het netvlies hebben.’
Mersie, voormalig directeur van de Roosevelt Foundation die verantwoordelijk is voor de uitreiking van de Four Freedom Awards, vindt het thema te belangrijk om het politiek te maken. ‘Ik heb sowieso niet veel met dingen als coalitie en oppositie. We moeten met z’n allen de kar trekken. Het gaat voor een deel over bewustwording. Ik denk erover om zelf nog eens iets te organiseren om het voor raadsleden helderder te maken, te laten zien wat er nu eigenlijk leeft.’ Misschien kan een beroemd kind van de stad daarbij behulpzaam zijn. De in Vlissingen geboren schrijfster Betje Wolff (1738-1804) toonde zich in haar latere werk voorstander van de afschaffing van de slavernij. Mersie: ‘Misschien moeten we haar meer gaan koesteren en als stad voorop gaan lopen in de discussie, zoals zij. Dat doen we nu zeker niet.’ ←
Voor een overzicht van alle vacatures en meer informatie zie www.gemeentebanen.nl.
Hét overzicht van vacatures binnen gemeenten voor hoger opgeleiden.
Webcoördinator Medemblik
Senior netwerkbeheerder/architect Vlaardingen Technisch security
Wassenaar GIS specialist Woerden
BESTUURLIJK
Senior gemeentejurist Lansingerland Adviseur online communicatie Voorschoten
Communicatieadviseur ombudsloket Utrecht Adviseur gegevens Waddinxveen Senior inkoopadviseur Zuidplas
Financieel adviseur jaarrekeningen Capelle aan den IJssel
beheer Dordrecht Financieel adviseur Gouda adviseur Westland
Casusregisseur radicalisering, extremisme en polarisatie Gouda
Senior HRM-adviseur Leiden HRM-adviseur Leiden
RUIMTELIJKE ORDENING
Adviseur inrichting openbare ruimte Bodegraven-Reeuwijk Ervaren stedenbouwkundige De Bilt
Adjunct afdelingshoofd/ teammanager gebiedsgericht werken Eindhoven
Ervaren functioneel beheerder Haarlemmermeer Junior facilitair coördinator Hilversum
Strategisch inkoopadviseur Huizen
Gedragswetenschapper Medemblik
Senior jurist OOV Amstelveen Beleidsuitvoerder integrale veiligheid en ondermijning Deurne
GEO informatiespecialist BOR Lansingerland Senior bouwplan adviseur Leiden
Teamleider projecten en programma’s Medemblik Projectcoördinator Nijkerk
Casemanager WABO Oldebroek
Beleidsmedewerker energie en klimaat Schouwen-Duiveland Teamleider bedrijfsafval Utrecht Strategisch Adviseur Westland
Accountmanager werkgeversdienstverlening Amstelveen Inkomensspecialist Haarlemmermeer
WELZIJN
Teamleider servicebureau Wmo Eindhoven
Consulent jeugd Gouda
Regionaal programmamanager opvang ontheemden Haarlem Strategisch adviseur sociaal domein Huizen
Consulent participatiewet Velsen Consulent zorg Velsen
Projectleider kostenbeheersing sociaal domein Westland
Vragen aan de VNG? Bel het team Informatievoorziening, tel. 070-373 83 93, info@vng.nl
Uitgever Dineke Sonderen, Sdu BV, tel. 070-378 99 24 Hoofdredactie Esther Bunnik Chef redactie Rutger van den Dikkenberg Redactie Leo Mudde, Marten Muskee, Monique Westenbroek Medewerkers Marije van den Berg, Geerten Boogaard, Sandra Braakmann, Pieter van den Brand, Jiri Büller, André Krouwel, Martijn van der Steen Contact redactie tel. 070-378 96 43, redactie@vngmagazine.nl Ontwerp Fier.media Vormgeving Monique Westenbroek Druk Senefelder Misset, Doetinchem Advertenties Cross, Julia Franken, 010-760 73 24, julia@cross.nl
Abonnementen ambtenaren vanaf schaal 10 bij gemeenten. Aanvragen en wijzigingen: www.vng.nl, vngleden@vng.nl of 070-373 83 93.
Betaalde abonnementen Prijs jaarabonnement: 183 euro (excl. 9% btw). Sdu Klantenservice, www.sdu.nl/service, tel. 070-378 98 80.
Schriftelijk opzeggen uiterlijk twee maanden vóór het einde van de abonnementsperiode bij Sdu Klantenservice, Postbus 20025, 2500 EA Den Haag. © 2023, ISSN 1566-1636
editie 2023 handig in gebruik:
Kieswet en Kiesbesluit bevat de volledige en actuele teksten van zowel de Kieswet als het Kiesbesluit zoals die gelden op 1 januari 2023.
Bijna alle wetsartikelen zijn voorzien van kopjes in de marge. U ziet in één oogopslag precies waar het artikel over gaat. Een uitgebreid en overzichtelijk trefwoordenregister maakt het extra praktisch. Onmisbaar voor de afdeling Burgerzaken en op de tafel van elk stembureau! isbn 978 90 12 40870 7
te bestellen via: www.sdu.nl