Vakblad Afvalstoffen nummer 1 2011

Page 14

AFVALSTOFFEN

NUMMER

1•2011

Auteur: Elmar Willems, OVAM, België

Naar een ambitieus materialenbeleid in Vlaanderen De Europese kaderrichtlijn (EG) 2008/98 voor het beheer van afvalstoffen, heeft Vlaanderen geïnspireerd om resoluut de kaart te trekken van het duurzaam beheer van materialen. Een consequente en fundamentele herziening van het Afvalstoffendecreet uit 1981 drong zich op. Het nieuwe decreet, dat in 2011 in werking moet treden, veronderstelt dat een integrale kijk op de materiaalketen onontbeerlijk is om een blijvende oplossing te vinden voor het afvalvraagstuk. We schetsen de achtergrond van het beleid in Vlaanderen, de belangrijkste begrippen in het nieuwe beleid, de toepassing van de prioriteitsvolgorde voor materialen en het einde van de afvalfase. Blik op de materiaalketen Het Vlaamse afvalstoffenbeleid evolueerde de voorbije 30 jaar sterk: van het opruimen van de vele illegale stortplaatsen in de jaren '80 en het verminderen van (lokale) hinder door storten en verbranden, naar de succesvolle opgang van de selectieve inzameling en recyclage van afvalstoffen in de jaren '90, preventief optreden en de introductie van de aanvaardings- of terugnameplicht voor verschillende afvalstromen. Vanaf 2000 zijn de klemtonen van het afvalbeleid en in het milieubeleid in het algemeen, verschoven en zijn er drie nieuwe thema’s op de voorgrond getreden. Ten eerste is er consensus ontstaan over het feit dat de klimaatverandering in gang is gezet door een te hoge uitstoot van broeikasgassen. Ten tweede is er meer aandacht voor de sterke achteruitgang van de biodiversiteit, niet enkel ten gevolge van klimaatverandering maar ook

14

door een te intensief landgebruik, o.m. voor de winning van zowel biotische als abiotische grondstoffen. Tenslotte steekt door de sterk groeiende economieën van de BRIC-landen een probleem van grondstoffenschaarste de kop op. Afvalstoffenbeheer staat daardoor in een ander perspectief. De centrale beleidsvraag binnen het afvalstoffenbeleid is niet langer hoe afvalstoffen kunnen worden beheerd met zo weinig mogelijk schade voor mens en milieu. De vraag is nu hoe afvalstoffen, en in uitbreiding alle grondstoffen en daarvan afgeleide producten, zo efficiënt mogelijk kunnen worden geproduceerd, gebruikt of verbruikt om de milieueffecten van materiaalgebruik en -verbruik zo laag mogelijk te houden. Deze vraag overstijgt het klassieke afvalbeleid en wordt benoemd met de term “materialenbeleid”. Hiermee wordt een beleid bedoeld dat is gericht op het verlagen van de milieu-effecten zoals die optreden over de hele levenscyclus die start bij de ontginning of winning van een grondstof en eindigt bij de definitieve teruggave van de afvalstof aan de natuur onder de vorm van storten of omzetting naar gasvormige emissies

(zoals bij verbranding). Een holistisch materialenbeleid is te verkiezen boven een gecompartimenteerd beleid gericht op de effecten tijdens één bepaalde levensfase van een materiaal. Bovendien houdt het nieuwe mogelijkheden in voor de totstandkoming van een groene kringloopeconomie, waarin innovatie en duurzaamheid de boventoon voeren. Vlaanderen staat hierin niet alleen, getuige de vele Europese en internationale initiatieven, onder de vlag van de thematische EU-strategieën 'duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen' en 'afvalpreventie en recycling', of via concepten als het 'geïntegreerd productbeleid', Sustainable Materials Management (OESO), het 3R-concept (Reduce, Reuse, Recycle) of de 'circular economy' (China). De kringloop definiëren Het ontwerpdecreet richt zich op het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen. In vergelijking met de kaderrichtlijn, zijn er enkele termen die de verbreding die het Vlaamse beleid voorstaat, markeren. Zo is er een definitie voor


Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.