THEMA Architectuur en Bouw Bernard Rethmeier en Edith Dutmer
verslaglegging. “Het lijkt me verstandig zo vroeg mogelijk met iedereen om de tafel te gaan en het hele proces goed vast te leggen. Vooraf lijkt het veel gedoe, al die contracten, maar later is het prettig dat veel zaken vastliggen.”
Karakter Het vak van architect of projectinrichter is door dit soort ontwikkelingen gecompliceerder geworden. Maar ook leuker, spannender en minder voorspelbaar, meent Jeene. Nieuw is bijvoorbeeld ook de brede school, waarin ook andere voorzieningen, zoals een bibliotheek of kinderopvang, onderdak krijgen. “We weten niet welke deelnemers dit gebouw over vijftien jaar kent of hoe het verder gaat met competentiegericht leren. Je moet daarom flexibel zijn. Helaas is die flexibiliteit nu vaak nog heel primitief. De school sloopt een muurtje en heeft van twee lokalen één gemaakt.” Systeembouw, is dat ook niet heel flexibel…? Dat is onder architecten natuurlijk vloeken in de kerk. Ros: “Een gebouw moet een ziel en karakter hebben, dat is een voorwaarde. Anders heeft het geen zin te denken in een lange exploitatietermijn. Standaard systeembouw heeft kraak noch smaak.” De andere architecten vallen hem bij: “Kijk naar gebouwen uit de jaren dertig. Die gaan nóg mee. Dát is kwaliteit.” Prachtig, die paradepaardjes van de architectuur, maar tijden zijn veranderd en er moeten tegenwoordig in multifunctionele gebouwen allerlei voorzieningen en doelgroepen tegelijk worden ondergebracht. Nijman: “En je hebt altijd te maken met groei en krimp. Soms moet er dan misschien systeembouw
Bert Jeene en Samya Bouchareb
tegenaan worden geplakt.” ”Het is en, en”, reageert Bouchareb. “Zorg voor een gebouw dat zowel uitstraling en kwaliteit heeft als een flexibele inrichting. Voor het Community Center kiezen we nu bijvoorbeeld voor een bakstenen gevel die ook in de toekomst zijn architectonische waarde behoudt. Binnen komen flexibele vouwwanden.”
“Leerlingen moeten geborgenheid vinden en plezierig les krijgen. Anders sla je de plank mis”
Piekgebouwen Flexibiliteit is veel meer dan dit, vinden Ros en Haagmans. Het betekent ook dat een school die je nu bouwt over tien jaar een nieuwe functie kan krijgen, bijvoorbeeld een kantoor. Ros pleit daarbij voor generieke gebouwen, die je makkelijk geschikt kunt maken voor meer functies. “Hebben jullie ervaring met zo’n transformatie?”, vraagt Haagmans. Weeda heeft dat. In Purmerend bouwde hij een aantal ‘piekgebouwen’ bij scholen, voor de periode van grote leerlingenaantallen. Later moeten die gebouwen onderdak bieden aan woningen, een zorgcentrum of kantoren. “Het resultaat was een sobere structuur, een gevel met uitstraling en een eenvoudige binnenkant met een duurzame, slijtvaste afwerking.” Jeene vindt dit generieke bouwen voor onderwijsdoeleinden een gevaarlijke kant hebben. “Je mag nooit de essentie uit het oog verliezen: je bouwt voor kinderen. Zij moeten geborgenheid vinden en plezierig les krijgen. Anders sla je de plank mis.” Volgens Bouchareb ligt de kern verborgen in passie. “Als je duurzaam bouwt, óók in de detaillering, behouden gebouwen hun waarde. Die staan er over honderd jaar nog.”
schooldomein
SDO_tds_nr6_09jeroen.indd 25
juni 2009
25
10-06-2009 09:16:29